H
D
SP
■WH
1
F
DE VERZORGING VAN DEN MOND
Nuttige wenken
VAN ALLES WAT
voor
Kinderen
ONZE WONING
Illlllllllllllllll
Gekleed pakje
jongens van 5 jaar
Croquetjes paneeren
zonder eLpasteieir
I
Gebreide muts voor
jong meisje
VOOR DE KEUKEN
BREIWERK
Practische tasch voor uw naai-
gereedschap
Aardig voorjaarshoedje
-
Staan de kleine modellen niet
allerliefst?
L
1
T-
KNIPPATROON
y
I
N. W.j
r
I
li
beslag
4
om
2 toeren
verwaarloosd
over
naar
zijn
r
al
DINY
af-
I
ANEMOON 1
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL
warm
het
ont-
een
te
4
Men
de
De
teni
tx
N
kan
nini
nog
rite
leid
r.aa
drai
•lef
UJk«
niet
van
de
Het
poli
D
-bei
hu
1
kla
i
RU
1
«t
Jut
bet
als
vai
wa
wei
gro
Du
tini
I
wei
Un|
Wa
alk
van
de
ons
wot
ach
ver
we»
ken
of
spe
voo
den
vre<
het
zt)n
Wanneer men de onaangename lucht van
bloemkool wil vermijden, koke men tegelijk
met de bloemkool een stukje oud wittebrood
mee.
Perzische tapijten en antieke doeken, zoo-
als shawls, mogen nooit worden uitgeklopt,
maar voorzichtig met den stofzuiger behan
deld, of indien men die niet bezit, worden
afgeschuierd.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat een glas
springt, omdat men zoo onvoorzichtig is, er
heet w.ater in te schenken. Men kan dit
zeer eenvoudig voorkomen, door in het glas
eerst een lepeltje te zetten.
mee
spreekuur van een tandheelkundige?
Schoone tanden, gezonde tanden,
en onzer lezeressen, mevrouw L. B.-B.
uit Utrecht, is zoo vriéndelijk mij een
paneeren
waar
dames
„Van alle op deze bladzijde voorkomende modellen, die aan het mode
album „Winterweelde” ontleend zjjn, kunnen bjj Patronenkantoor Panora",
Nassauplein 1Haarlem, patronen besteld worden tegen den prijs van 35 ets.
voor mantels en japonnen, ?yan 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en
kinderkleeding.”
van veel meer belang dan schoone nagels
of netjes-gekamde haren. To$h ziet men
nog genoeg menschen, die hun uiterlijk
overigens pijnlijk nauwgezet verzorgen en
die allerlei dingen „vies” vinden, X hoog-
noodige bezoek aan den tandarts eindeloos
uitstellen. Van vies gesproken....
S. A. T.
Fig. 617. Dit jurkje voor het' wat oudere
zusje is van dezelfde stof. Het sluit opzij
met knoopen en knoopsgaten. Wij maken
van Schotsche zijde een kraagje, dat aan
één kant met een groote rever overslaat en
wanneer wij nog een stukje zij over hebben
zetten wij links een strik op den schouder,
maar noodig is dit niet.
Fig. 534. Deze mantel begint al zoo’n
beetje lente-achtig aspect te krijgen. We
kunnen den lossen sjaalkraag heel luchtig
om den hals slaan en we zetten er ’n rand
langs van veulen of breitschwanz. Hij sluit
alleen in de taille met een gesp of een
grooten knoop. Deze jas is eenvoudig en
elegant en geschikt voor lederen leeftijd.
POLA
Te nauw geworden bustehouders met rug-
slulting kan men meestal weer dragen,
wanneer men knoop en knoopsgat vervangt
door twee knoopjes. Men neemt een klein
stukje directoire-elastiek (eenige centime
ters) en knipt aan beide uiteinden een
knoopsgat erin. Door dit stukje elastiek op
de knoopjes te knoopen, wordt nu de rek
bare sluiting gevormd.
recept te sturen voor het
van croquetjes zonder geklopt ei,
vroeger eens door een der andere
naar werd gevraagd.
Men maakt dan ’n tamelijk dik
van gezeefde bloem met een mespuntje zout
en water. Men roert daar een mooi glad
papje van, zonder klonten. De croquetjes
worden door dit beslag geroerd, vervolgens
door paneermeel of fijn gestampte beschuit
en op de gewone wijze in heet vet mooi
bruin gebakken.
Aan mevr. B. mijn besten dank voor dit
practische recept.
Leverpastei. Voor ’n heerlijke leverpastei
heeft men noodig: 1 varkenslever, IK ons
vet spek, eenige gekookte koude aardappe
len, K ons oudbakken brood, 1 uitje, 1 lepel
gehakte peterselie, 1 ei, 1 lepel bloem, 2
lepels boter, peper, zout, geraspte noot en
’n weinig melk.
Men wascht de lever en maakt ze goed
fijn met het spek en de aardappelen.
De boter verwarmt men met de bloem,
voegt er, al roerende, de melk bij en laat
alles koken tot het van de pan loslaat. Dan
roert men er het gemalen mengsel door,
met het el, de kruiden en het zout. Men
doet de massa in een met boter besmeer
den en met paneermeel bestrooiden pud
dingvorm, sluit dien en kookt de pastei, in
ongeveer 2 uur, gaar in een pan met ko
kend water.
Men laat de pastei in den vorm bekoelen,
eer men ze 4ruit neemt.
Petroleumkachels geven een behoorlijke
warmte, al is het stoken ervan niet goed
koop. Bij een goede constructie kan men X
walmen zeer goed voorkomen. Ook behoeft
de kachel geen onaangename lucht te ver
spreiden, wanneer men eiken dag éven een
oogenblik aandacht aan de kachel be
steedt voor men haar aansteekt. Wanneer
men een kachel koopt, moet men zich in
den winkel nauwkeurig op de hoogte laten
stellen van de constructie. Een petroleum
kachel moet eiken dag grondig gereinigd.
De zwarte deelen krijgt men gemakkelijk
schoon met een lapje, gedrenkt in petro
leum. De pit moet steeds recht bevestigd
zijn. Nadat men de kachel tenslotte heeft
aangestoken, moet men nog eenige minuten
blijven controleeren, of de vlam wel goed
blauw brandt, want in het begin gaat de
vlam uit zichzelf hooger branden. Ten
slotte lette men er nog op, dat de kachel
niet op een tochtige plaats wordt gezet en
er steeds een keteltje water op staat, wat
naast bezuiniging van gas ook een pretti
ger warmte bewerkstelligt.
-j» /fen begint te breien aan den omge-
l^/l slagen rand, waarvoor men 144 st.
AvA opzet. Eerst breit men 5 toeren r.,
dus ribbels. Dan begint men aan het pa-
Fig. 615. Velvet jurkje voor meisjes van
5 tot 6 jaar. Schouderstuk!e en voorbaan
zijn aan een stuk geknipt. Hieraan is de
stof van het rokje geplooid. Het is versierd
met een kraagje en manchetjes van Schot
sche zijde. Een kleine jabot van lichte
crêpe wordt door twee gaatjes van het
kraagje gehaald.
Karpetten en tafelkleeden geeft men een
schoonmaakbeurt door ze met een borstel
in ammoniakwater gedoopt, af te nemen.
Een scheutje ammoniak op een bakje wa-
ter doet al wonderen. Deze oplossing la ook
geschikt om vet geworden kragen af te
borstelen.
Roode handen kan men soms weer
„blank” krijgen door z.g. „wisselbaden",
d.w.z. men houdt ze afwisselend in warm
en koud water, doch steeds 1 laatste in
koud, zoodat de poriën zich sluiten. Daarna
inwrijven met cold cream.
Vitrage, behandeld met een rauwe st*Jf-
seloplossing, ziet er na *t strijken mooier
uit dan wanneer men ze door gekookte
stijfsel haalt.
Om aan glasgordijnen de z.g. ecru-kleur
te geven, stopt men ze na X wasschen in
een thee-oplossing, welker sterkte afhan
kelijk is van de gewenschte nuance.
Ook zijn er in den handel zakjes oker,
die een geel poeder bevatten, hetwelk op
dezelfde manier wordt gebruikt als de zak
jes blauwsel. Dit poeder kan ook wel eens
goede diensten bewijzen voor het «verven
van verschoten geel of blauw goed, mits
men deze bewerking na eiken keer was
schen weer toepast.
Fig. 572. Leuke eenvoudige japon van
wollen crêpe met kraagje en versiering op
de taille en de mouwen van crêpe geor
gette. Wie deze kleur staat, kan de com
binatie nemen paars-lichtgrijs. Zooals wij
zien is de snit van de taille heel typisch.
De gebogen coupures geven er een bijzon
der cachet aan.
eze tasch staat niet leelijk en is niet
rommelig, wanneer we haar aan de
rugleuning van den stoel hangen of
aan een deurknop, wanneer we bezig zijn
met een stukje te naaien. De zak is ge
schikt om al uw naaibenoodlgdheden een
plaatsje te geven en ook zeer geschikt om
op reis mede te nemen. Het platte étui zal
gemakkelijk in uw koffer geborgen kunnen
worden en het Is niet noodig ook maar iets
te vergeten of naar iets te zoeken.
Om den zak te maken, knipt U een stuk
effen linnen van 70 bij
35 c.Mi en een stuk ge
bloemde of effen voering
in dezelfde maat. Vervol
gens knipt U twee stroo-
keh linnen en voering,
leder tweemaal van
35 bij 7 M c.M.
Stik de twee reepen
linnen aan de voerlng-
strooken, werk de boven
kanten af. Neem de voe
ring van de eigenlijke
tasch en stik er de twee
zakjes op vast, zóó, dat de
omgezoomde bovenkant
van den zak ongeveer 30
c.M. vanaf ieder einde
komt (zie teekening). Leg
nu de voering met de
twee opgestikte zakjes op
het groote stuk linnen,
speld het op zijn plaats
vast en stik het op de ma
chine.
Op het groote stuk lin
nen heeft U een motiefje
geborduurd, aan den kant
welken U voor voorkant
bestemde, minstens op
vastgenaaid,
achterkant wordt omgenaaid
langs den kant gestikt. Vervolgens worden
de zijkanten van de broek omgeregen,
waarna ge deze op den achterkant kunt
stikken. Hierna kunt ge den achtemaad en
6 c.M. van den voomaad dichtstikken. Dan
verbindt ge den kruisnaad, voor- en ach
temaad komen hierbij op elkaar. Voor Let
splltje knipt ge 3 stukjes -voering en 2 stuk
jes stof in den op de teekening aangegeven
vorm. Links zet ge eerst een stukje voering
tegen. Hierna stikt ge een stukje stof en
een stukje voering tegen elkaar voor de
knoopsgaten, terwijl dit gelijk met eerder
genoemd voeringstukje wordt tegenge-
stikt. Ook voor den rechterkant stikt ge
stof en voering tegen elkaar en dan aan X
broekje voor de knoopjes. De broek wórdt
langs den bovenkant en onderaan de pijp
jes op lengte omgeregen. De voeringbróek
wordt in elkaar gestikt, waarna ge ze bo
venaan, langs het splltje en aan de pijp
jes, langs zoomt. De knoopen zet ge aan
op de aangegeven plaatsen; de kleine
knoopjes aan het splltje. In een volgend
artikeltje hoop ik U het blousje te kunnen
beschrijven.
DIE VROUW 1EW HAAR HUISHOUDING
15 cM. van den onderkant; dit in verband
met de omslagen aan ieder einde, van 7*4
cM., welke we tot een zakje vormen. Rijg
de kanten vast en omboord den geheelen
omtrek, ervoor zorgende, dat de zakjes
goed vlak komen.
De omslagen en de opgebrachte reep van
één helft kunnen In vakjes verdeeld wor
den door ze te bewerken met een eenvou-
digen steek door en door. De andere ree
pen, die aan den kant van de geborduurde
voorklep, worden gesloten met drukkers,
op korten afstand van elkaar of door een
ritssluiting.
Dit is gedaan om te voorkomen dat de
verschillende benoodigdheden er uitrollen
wanneer we de voorklep opslaan. Vouw den
zak nu precies in X midden dubbel en stik
op 3 cM. van de vouw, over de geheele
breedte op de machine, zoodat we een dich
ten zoom krijgen met openingen opzij,
waardoorheen we een dun rond latje kun
nen steken. Dit is om de tasch stevigte te
geven en in den vorm te houden. Het stokje
wordt aan beide kanten voorzien van een
lint of een koord, waaraan we de tasch
kunnen ophangen.
U zorgt er natuurlijk voor dat de naal-
tasch er niet zoo rommelig uitziet als de
meeste naaidoozen, want dan hebben we er
nog weinig aan, doch dat de inhoud steeds
bijgevuld wordt, zoodat we al het noodige
steeds voorhanden hebben.
Wanneer de strijkbout stroef is, gebruikt
men een eindje kaars om dezen weer goed
te maken. Laat U echter nooit verleiden,
wat na de Kerstdagen zoo heel waarschijn
lijk is, om voor dit doel gekleurde
kaars te gebruiken. U loopt dan groote
kans om vlekken In de strijkplank en daar
door weer in uw goed te krijgen!
Ongetwijfeld zullen eenige wenken
kaarsenvetvlekken uit te maken, thans
niet overbodig zijn!
Vlekken van kaarsvet verwijdert men
met benzine, tetra of verwarmde witte ter
pentijn (nooit op X vuur verwarmen, doch
steeds au bain Marie!)
Op een karpet lukt X meestal op de vol
gende manier:
Eerst zooveel mogelijk het vet eraf krab
ben. Dan de vlekken beleggen met grauw
papier en den heeten strijkbout erop zetten.
Dit herhalen met telkens schoon papier,
totdat de vlek verdwenen is!
*a va al wat er in den laatsten tijd reeds
gedaan en geschreven is om het groo-
te belang van mondhygiëne voor de
algemeene gezondheid beter bekend te ma
ken, staat men toch telkens versteld, hoe
gemoedelijk veel menschen deze zaak op
vatten. Je presenteert Iemand een stukje
confiturentaart. „Och nee, moest ik maar
niet doen, dat Is zoo zoet en daar krijg ik
maar last van aah m'n slechte kiezen.”
Alsof slechte kiezen iets doodnatuurlijks
zijn, en geen andere maatregelen vereischen
dan maar liever geen confiturentaart
eten
Xi Tweede vraagt, of je misschien aspi
rientjes bij de hand hebt, want hij heeft al
een paar uur kiespijn. „Maar dan moet je
hoe eer hoe liever naar den tandarts gaan,"
zeg je. „Och nee,” is het antwoord, „ik
heb het zoo vaak; X gaat altijd na een hal-
ven dag weer over.”
Sommige menschen schijnen te meenen,
dat een tandarts enkel goed is om er hard
naar toe te hollen als je de pijn werkelijk
eens heelemaal niet meer zoudt kunnen
uithouden! Een kies of tand, waar iets aan
mankeert, maar die geen pijn doet, in orde
te laten brengen, schijnen ze een belache
lijk idee te vinden. Juist de minder vermo-
genden, die de eenigen zijn, die practisch
voor niets geholpen kunnen worden, en
van wie men dus zou mogen verwachten,
dat hun tanden altijd perfect in orde wa
ren, laten veelal hun gebit vergaan tot ze
op een keer heelemaal niet meer bijten
kunnen en nemen dan een kunstgebit.
Men vraagt zich wel eens af, wat het voor
nut heeft, het volk tot het uiterste tege
moet te komen met bijna kostelooze gele
genheden tot behandeling.
Een verwaarloosd gebit kan oorzaak wór
den van tallooze ziektetoestanden, o.a. van
ernstige rheumatische aandoeningen, nog
geheel afgezien van den allesbehalven aan-
genamen adem en het verschrikkelijk ge
zicht, dat dergelljke monden bij lachen en
praten opleveren. Geen mensch met eenlg
zelfrespect kan er zóó onsmakelijk en af-
stootend willen uitzien. Brave huismoeders
verzekeren U met half-tandeloozen mond
dat ze niet zoo erg Ijdel zijn en dat het er
voor hen niet zoo op aan komt, maar het
was waarachtig te wenschen dat ze Ijdeler
waren dan de koketste filmster, liever dan
in zulke verregaande persoonlijke onzinde
lijkheid nog een eer te stellen!
Het is volstrekt geen overdrijving, elk
half jaar, of toch zeker elk jaar den tand
arts te bezoeken om het gebit te laten
controleeren en eventueele herstellingen
te laten uitvoeren. Evenmin is het ’n luxe-
uitgaaf, goede tandpasta en een tanden
borstel van de beste soort te koopen. Des
morgens en vooral des avonds onmiddellijk
voor het slapen gaan behooren de tanden
grondig van alle kanten geborsteld te
worden, waarna wordt gegorgeld en nage
spoeld met een verdunning van waterstof-
peroxyde om keel en mondholte te
smetten. Na eiken maaltijd behoort
goed-verzorgde mond even gespoeld
worden, zeker na het eten van zoetigheden.
Kinderen moeten van het tweede jaar
deze gewoonten leeren aannemen. Het
is ook volstrekt geen overbodige weelde,
hun melkgeblt geregeld door den tandarts
te laten nazien. Ook melktanden kunnen
aangestoken zijn, en ze moeten dan even
goed geplombeerd worden alsof het blij
vende waren; een haard van rottings
bacteriën als een aangestoken tand of kies
is, mag zooals vanzelf spreekt, niet in het
mondje blijven bestaan. Ook bij het wisse
len moet men het doorkomen van het
blijvend gebit laten controleeren; de lee-
lijkste misvormingen van mond en kaken
kunnen het gevolg zijn van verwaarloozlng
in dezen tijd, en men is zijn kinderen toch
waarachtig verplicht, hen niet met derge
lijke ontsieringen het leven in te zenden,
zooals zooveel ouders met cm begrijpelijke
laksheid doen. Ook waar een leek niets
verdachts ziet, kan de tandarts ingrijpen
noodig oordeelen.
Op vele plaatsen stelt tegenwoordig de
Khooltandverzorglng zich ten doel, het be
lang der kinderen tegen domme of onver
schillige ouders te beschermen. Maar wat
helpt dat, als onmiddellijk na de school
jaren het gebit tóch weer
wordt, als de moeder voor het kind dat
kiespijn klaagt, een lekker
potje kamillenthee zet, inplaats van
te nemen naar het eerstvolgend
troon, met den linkerkant van het werk
naar zich toe, aldus:
le toer: 1 r., 2 aver. Verder telkens: 2 r.,
2 aver. De laatste st. r.
2e toer: r.
Deze beide toeren breit men nog 8 keer.
In den daarop volgen
den toer breit men
telkens: 4 st. r., 2 st.
samenbr. Er blijven
Konijnenpastei. Bij 1 konijn heeft men
hiervoor noodig: H pond kalfsgehakt, K
pond vet spek, 25 gram varkensgehakt, 1
theelepel peper, K geraspte nootmuscaat
6 fijn gehakte kleine uitjes of 2 of 3 grootere
uien, het sap van 1 citroen, 2 eieren, 11 gr.
zout.
Het konijn wordt, in kokend water met
zout, zoo gaar gekookt, dat het vleesch ge
makkelijk van de beenen loslaat. Men maalt
dan het vleesch met het spek goed fijn,
vermengt het met de beide gehaktsoorten,
de eieren, de uitjes en de kruiden. Met dit
mengsel vult men ’n puddingvorm, dien men
tevoren met boter heeft ingesmeerd en
met paneermeel bestrooid, sluit den vorm
en kookt de pastel 2 uur in kokend water,
dat niet in den vorm mag dringen.
Men laat de pastei koud worden. Indien
men een precies passend, in azijn gedrenkt
stukje papier op de oppervlakte legt en dit I
nu en dan vernieuwt, kan de pastel op een
koele plaats langen tijd bewaard blijven.
Heeft men geen vorm met deksel, dan kan
die ook gesloten worden met perkament-
papier.
•eMssMSMseesenaseseeei((s«*ts«*|
Op verzoek i
TlillMa IIIIHIIIIIHUHIIIIIIHIH
dan nog 120 st. op de naald over. Daarop
breit men dan 8 toeren 1 r„ 1 aver, en
vervolgens 4 keer: 2 toeren r.,
aver.
Dan begint men te minderen voor den
bol. Met den linkerkant van het werk naar
zich toe breit men telkens: 8 r., 2 st. sa
menbr., in het geheel 12 keer. Men breit
daarna: 1 toer r., 2 toeren aver.
2e mlnderingstoer, telkens: 7 r., 2 st
samenbr. in het geheel 12 keer. Daarna:
1 toer r., 2 toeren aver.
Deze 4 toeren herhaalt men tot men in
het geheel 8 keer geminderd heeft. Bij
eiken mlnderingstoer krijgt men 1 st. min
der tusschen 2 minderingen in, zoodat men
in den 8sten toer telkens breit: 1 r., 2 st.
samenbr. Daarna weer: 1 toer r., 2 toeren
aver.
In den Oden mlnderingstoer breit men
telkens: 2 r., 2 st. samenbr.; in het geheel
6 keer. Volgen weer: 1 toer r., „2 toeren
aver.
10e mlnderingstoer: 1 r., 2 samenbr. (6
keer). Dan: 1 toer r., 2 toeren aver.
11e mlnderingstoer: 6 keer 2 st. samenbr.
Op de overgebleven 6 st. breit men dan
nog 5 toeren r., waarna men de wol
breekt.
Door de mlnderingstoeren wordt de bol
van de muts verdeeld in driehoekige baan
tjes. De laatste 5 toeren op 6 st. vormen
’n .staartje” ter afwerking van den bol.
Men haalt de afgebroken wol door de 6
steken, haalt den draad aan en werkt
hem af.
Het werk wordt dan aan den linkerkant,
onder Xi vochtigen doek, gestreken, waarna
men den achtemaad netjes dlchtnaalt. Tot
slot wordt de rand van de muts naar rechts
omgesjagen.
et is jammer dat de aardige gezegden
van onze drie a vierjarige kleuters
meestal vergeten worden. Later zou
X voor hen zelf wel eens leuk zijn, om ze
nog eens te hooren. Foto’s bewaren we
meestal zorgvuldig, dus waarom ook hun
typische uitdrukkingen niet? Het loont
heusch de moeite om er een klein boekje
van aan te leggen!
Treesje was dol op drop. Ze kreeg eens
van haar papa twee dropjes, één voor ha?)*
zelf en het andere moest ze aan haar ma
ma gaan brengen. Het kostte haar veel
moeite om dit af te staan. Haar moeder
vroeg: „Nu. waar is het dropje, dat je mij
moest geven?!" „Jij krijgt morgen!”
was het antwoord. „Nee, dat gaat niet!'
zei mama.” „Hier heb je X!” zei Treesje
gelaten, reeds eraan gewend, te moeten
toegeven, en een heel kleverig dropje werd
haar mama toegestoken. „M’n handje is
vies,” klaagde ze, „ik heb de ,sju” al ervan
opgegeten!” X Bleek, dat ze X dropje
voorzichtig een beetje had afgelikt!
Treesje’s vader had zich gesneden. Op X
wondje was een mooi korstje ontstaan en
dat was Treesje niet ontgaan, ,,’t Is weer
gemaakt” constateerde ze voldaan en bij
wat aandachtiger beschouwing: „Er zit een
chocolaadje in!”
Ons beweeglijk Treesje zit steeds overal
met haar onderzoekende handjes aan. Zoo
veel mogelijk wordt dit toegelaten, maar
soms wordt X toch heuself al te bar. Dan
zegt haar mama: „Daar mag je niet aan
komen, Treeske!” „Wat dan?!” vraagt
ze steeds. „Dat vaasje moet slapen
gaan!” wordt er dan wel eens geantwoord.
Zeer vernuftig pastte ze eens dit ant
woord als volgt toe. Ze houdt niet van
korstjes. „Mijn bordje is leeg!” zei ze.
„Nee, Trees; er liggen nog korstjes op!”
Treesje wist weer raad: .Maar ik heb ge
noeg gehad!” en toen ook dat niet hielp I
besloot ze ten einde raad, zegevierend: ..Df
korstjes moeten slapen gaan!" I
enomen maten: broeklengte pLm. 35
f -p cM., beupwjjdte 72 cM. Benoodlgd
voor de broek 90 cM. fluweel of peau
de pêche van 70 cM. breedte, 6 groote en
3 kleinere knoopjes, 85 cM. voering. Oe
maakt het patroontje op de aangegeven
maten; wanneer ge voor de broek *n recht
hoek opzet, welke 42 cM. lang en 47 cM.
breed is, kunt ge hierin alle aangegeven
maten afteekenen, waarna ge het patroon
op de vaste lijnen uitknipt. Hierna legt ge
het patroon op de stof. Fluweel en peau de
pêche hebben vleug, zoodat ge hiermede
bij het knippen rekening moet houden.
Overal knipt ge een naad bij; onderaan de
pijpjes nog 3 cM. extra. Ge begint met de
zakken. Hiervoor knipt ge 2 stukken vol
gens het patroon. De inknip van de zakjes
rijgt ge even af. Het lapje wordt op de
broek gelegd. Inknippen precies op elkaar
met de goede kanten tegen elkaar,
zorgt er voor, dat de onderste helft
grootste is. Dan maakt ge X
stiksel voor de zakopening,
de korte stukjes 2 cM. lang.
Men vouwt de grootste sak-
helft dubbel op de breedte
van de bies (2 cM.), goeden
kant binnen en stikt de zij-"
kanten van de bies dicht.
Dan knipt men volgens tee
kening de zakopening in en
de schuine hoekjes, precies
tot aan X stiksel. Vervolgens
trekt men de zakhelf ten naar
binnen en de bies naar bul
ten. De naden worden plat-
geperst en de zijkantjes van
de bies stevig op de broek
Het naadje aan den
en de zak
I «Sf