H D SP ■WH 1 F DE VERZORGING VAN DEN MOND Nuttige wenken VAN ALLES WAT voor Kinderen ONZE WONING Illlllllllllllllll Gekleed pakje jongens van 5 jaar Croquetjes paneeren zonder eLpasteieir I Gebreide muts voor jong meisje VOOR DE KEUKEN BREIWERK Practische tasch voor uw naai- gereedschap Aardig voorjaarshoedje - Staan de kleine modellen niet allerliefst? L 1 T- KNIPPATROON y I N. W.j r I li beslag 4 om 2 toeren verwaarloosd over naar zijn r al DINY af- I ANEMOON 1 ADRIANA KNUIST—POLLEPEL warm het ont- een te 4 Men de De teni tx N kan nini nog rite leid r.aa drai •lef UJk« niet van de Het poli D -bei hu 1 kla i RU 1 «t Jut bet als vai wa wei gro Du tini I wei Un| Wa alk van de ons wot ach ver we» ken of spe voo den vre< het zt)n Wanneer men de onaangename lucht van bloemkool wil vermijden, koke men tegelijk met de bloemkool een stukje oud wittebrood mee. Perzische tapijten en antieke doeken, zoo- als shawls, mogen nooit worden uitgeklopt, maar voorzichtig met den stofzuiger behan deld, of indien men die niet bezit, worden afgeschuierd. Hoe vaak gebeurt het niet, dat een glas springt, omdat men zoo onvoorzichtig is, er heet w.ater in te schenken. Men kan dit zeer eenvoudig voorkomen, door in het glas eerst een lepeltje te zetten. mee spreekuur van een tandheelkundige? Schoone tanden, gezonde tanden, en onzer lezeressen, mevrouw L. B.-B. uit Utrecht, is zoo vriéndelijk mij een paneeren waar dames „Van alle op deze bladzijde voorkomende modellen, die aan het mode album „Winterweelde” ontleend zjjn, kunnen bjj Patronenkantoor Panora", Nassauplein 1Haarlem, patronen besteld worden tegen den prijs van 35 ets. voor mantels en japonnen, ?yan 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en kinderkleeding.” van veel meer belang dan schoone nagels of netjes-gekamde haren. To$h ziet men nog genoeg menschen, die hun uiterlijk overigens pijnlijk nauwgezet verzorgen en die allerlei dingen „vies” vinden, X hoog- noodige bezoek aan den tandarts eindeloos uitstellen. Van vies gesproken.... S. A. T. Fig. 617. Dit jurkje voor het' wat oudere zusje is van dezelfde stof. Het sluit opzij met knoopen en knoopsgaten. Wij maken van Schotsche zijde een kraagje, dat aan één kant met een groote rever overslaat en wanneer wij nog een stukje zij over hebben zetten wij links een strik op den schouder, maar noodig is dit niet. Fig. 534. Deze mantel begint al zoo’n beetje lente-achtig aspect te krijgen. We kunnen den lossen sjaalkraag heel luchtig om den hals slaan en we zetten er ’n rand langs van veulen of breitschwanz. Hij sluit alleen in de taille met een gesp of een grooten knoop. Deze jas is eenvoudig en elegant en geschikt voor lederen leeftijd. POLA Te nauw geworden bustehouders met rug- slulting kan men meestal weer dragen, wanneer men knoop en knoopsgat vervangt door twee knoopjes. Men neemt een klein stukje directoire-elastiek (eenige centime ters) en knipt aan beide uiteinden een knoopsgat erin. Door dit stukje elastiek op de knoopjes te knoopen, wordt nu de rek bare sluiting gevormd. recept te sturen voor het van croquetjes zonder geklopt ei, vroeger eens door een der andere naar werd gevraagd. Men maakt dan ’n tamelijk dik van gezeefde bloem met een mespuntje zout en water. Men roert daar een mooi glad papje van, zonder klonten. De croquetjes worden door dit beslag geroerd, vervolgens door paneermeel of fijn gestampte beschuit en op de gewone wijze in heet vet mooi bruin gebakken. Aan mevr. B. mijn besten dank voor dit practische recept. Leverpastei. Voor ’n heerlijke leverpastei heeft men noodig: 1 varkenslever, IK ons vet spek, eenige gekookte koude aardappe len, K ons oudbakken brood, 1 uitje, 1 lepel gehakte peterselie, 1 ei, 1 lepel bloem, 2 lepels boter, peper, zout, geraspte noot en ’n weinig melk. Men wascht de lever en maakt ze goed fijn met het spek en de aardappelen. De boter verwarmt men met de bloem, voegt er, al roerende, de melk bij en laat alles koken tot het van de pan loslaat. Dan roert men er het gemalen mengsel door, met het el, de kruiden en het zout. Men doet de massa in een met boter besmeer den en met paneermeel bestrooiden pud dingvorm, sluit dien en kookt de pastei, in ongeveer 2 uur, gaar in een pan met ko kend water. Men laat de pastei in den vorm bekoelen, eer men ze 4ruit neemt. Petroleumkachels geven een behoorlijke warmte, al is het stoken ervan niet goed koop. Bij een goede constructie kan men X walmen zeer goed voorkomen. Ook behoeft de kachel geen onaangename lucht te ver spreiden, wanneer men eiken dag éven een oogenblik aandacht aan de kachel be steedt voor men haar aansteekt. Wanneer men een kachel koopt, moet men zich in den winkel nauwkeurig op de hoogte laten stellen van de constructie. Een petroleum kachel moet eiken dag grondig gereinigd. De zwarte deelen krijgt men gemakkelijk schoon met een lapje, gedrenkt in petro leum. De pit moet steeds recht bevestigd zijn. Nadat men de kachel tenslotte heeft aangestoken, moet men nog eenige minuten blijven controleeren, of de vlam wel goed blauw brandt, want in het begin gaat de vlam uit zichzelf hooger branden. Ten slotte lette men er nog op, dat de kachel niet op een tochtige plaats wordt gezet en er steeds een keteltje water op staat, wat naast bezuiniging van gas ook een pretti ger warmte bewerkstelligt. -j» /fen begint te breien aan den omge- l^/l slagen rand, waarvoor men 144 st. AvA opzet. Eerst breit men 5 toeren r., dus ribbels. Dan begint men aan het pa- Fig. 615. Velvet jurkje voor meisjes van 5 tot 6 jaar. Schouderstuk!e en voorbaan zijn aan een stuk geknipt. Hieraan is de stof van het rokje geplooid. Het is versierd met een kraagje en manchetjes van Schot sche zijde. Een kleine jabot van lichte crêpe wordt door twee gaatjes van het kraagje gehaald. Karpetten en tafelkleeden geeft men een schoonmaakbeurt door ze met een borstel in ammoniakwater gedoopt, af te nemen. Een scheutje ammoniak op een bakje wa- ter doet al wonderen. Deze oplossing la ook geschikt om vet geworden kragen af te borstelen. Roode handen kan men soms weer „blank” krijgen door z.g. „wisselbaden", d.w.z. men houdt ze afwisselend in warm en koud water, doch steeds 1 laatste in koud, zoodat de poriën zich sluiten. Daarna inwrijven met cold cream. Vitrage, behandeld met een rauwe st*Jf- seloplossing, ziet er na *t strijken mooier uit dan wanneer men ze door gekookte stijfsel haalt. Om aan glasgordijnen de z.g. ecru-kleur te geven, stopt men ze na X wasschen in een thee-oplossing, welker sterkte afhan kelijk is van de gewenschte nuance. Ook zijn er in den handel zakjes oker, die een geel poeder bevatten, hetwelk op dezelfde manier wordt gebruikt als de zak jes blauwsel. Dit poeder kan ook wel eens goede diensten bewijzen voor het «verven van verschoten geel of blauw goed, mits men deze bewerking na eiken keer was schen weer toepast. Fig. 572. Leuke eenvoudige japon van wollen crêpe met kraagje en versiering op de taille en de mouwen van crêpe geor gette. Wie deze kleur staat, kan de com binatie nemen paars-lichtgrijs. Zooals wij zien is de snit van de taille heel typisch. De gebogen coupures geven er een bijzon der cachet aan. eze tasch staat niet leelijk en is niet rommelig, wanneer we haar aan de rugleuning van den stoel hangen of aan een deurknop, wanneer we bezig zijn met een stukje te naaien. De zak is ge schikt om al uw naaibenoodlgdheden een plaatsje te geven en ook zeer geschikt om op reis mede te nemen. Het platte étui zal gemakkelijk in uw koffer geborgen kunnen worden en het Is niet noodig ook maar iets te vergeten of naar iets te zoeken. Om den zak te maken, knipt U een stuk effen linnen van 70 bij 35 c.Mi en een stuk ge bloemde of effen voering in dezelfde maat. Vervol gens knipt U twee stroo- keh linnen en voering, leder tweemaal van 35 bij 7 M c.M. Stik de twee reepen linnen aan de voerlng- strooken, werk de boven kanten af. Neem de voe ring van de eigenlijke tasch en stik er de twee zakjes op vast, zóó, dat de omgezoomde bovenkant van den zak ongeveer 30 c.M. vanaf ieder einde komt (zie teekening). Leg nu de voering met de twee opgestikte zakjes op het groote stuk linnen, speld het op zijn plaats vast en stik het op de ma chine. Op het groote stuk lin nen heeft U een motiefje geborduurd, aan den kant welken U voor voorkant bestemde, minstens op vastgenaaid, achterkant wordt omgenaaid langs den kant gestikt. Vervolgens worden de zijkanten van de broek omgeregen, waarna ge deze op den achterkant kunt stikken. Hierna kunt ge den achtemaad en 6 c.M. van den voomaad dichtstikken. Dan verbindt ge den kruisnaad, voor- en ach temaad komen hierbij op elkaar. Voor Let splltje knipt ge 3 stukjes -voering en 2 stuk jes stof in den op de teekening aangegeven vorm. Links zet ge eerst een stukje voering tegen. Hierna stikt ge een stukje stof en een stukje voering tegen elkaar voor de knoopsgaten, terwijl dit gelijk met eerder genoemd voeringstukje wordt tegenge- stikt. Ook voor den rechterkant stikt ge stof en voering tegen elkaar en dan aan X broekje voor de knoopjes. De broek wórdt langs den bovenkant en onderaan de pijp jes op lengte omgeregen. De voeringbróek wordt in elkaar gestikt, waarna ge ze bo venaan, langs het splltje en aan de pijp jes, langs zoomt. De knoopen zet ge aan op de aangegeven plaatsen; de kleine knoopjes aan het splltje. In een volgend artikeltje hoop ik U het blousje te kunnen beschrijven. DIE VROUW 1EW HAAR HUISHOUDING 15 cM. van den onderkant; dit in verband met de omslagen aan ieder einde, van 7*4 cM., welke we tot een zakje vormen. Rijg de kanten vast en omboord den geheelen omtrek, ervoor zorgende, dat de zakjes goed vlak komen. De omslagen en de opgebrachte reep van één helft kunnen In vakjes verdeeld wor den door ze te bewerken met een eenvou- digen steek door en door. De andere ree pen, die aan den kant van de geborduurde voorklep, worden gesloten met drukkers, op korten afstand van elkaar of door een ritssluiting. Dit is gedaan om te voorkomen dat de verschillende benoodigdheden er uitrollen wanneer we de voorklep opslaan. Vouw den zak nu precies in X midden dubbel en stik op 3 cM. van de vouw, over de geheele breedte op de machine, zoodat we een dich ten zoom krijgen met openingen opzij, waardoorheen we een dun rond latje kun nen steken. Dit is om de tasch stevigte te geven en in den vorm te houden. Het stokje wordt aan beide kanten voorzien van een lint of een koord, waaraan we de tasch kunnen ophangen. U zorgt er natuurlijk voor dat de naal- tasch er niet zoo rommelig uitziet als de meeste naaidoozen, want dan hebben we er nog weinig aan, doch dat de inhoud steeds bijgevuld wordt, zoodat we al het noodige steeds voorhanden hebben. Wanneer de strijkbout stroef is, gebruikt men een eindje kaars om dezen weer goed te maken. Laat U echter nooit verleiden, wat na de Kerstdagen zoo heel waarschijn lijk is, om voor dit doel gekleurde kaars te gebruiken. U loopt dan groote kans om vlekken In de strijkplank en daar door weer in uw goed te krijgen! Ongetwijfeld zullen eenige wenken kaarsenvetvlekken uit te maken, thans niet overbodig zijn! Vlekken van kaarsvet verwijdert men met benzine, tetra of verwarmde witte ter pentijn (nooit op X vuur verwarmen, doch steeds au bain Marie!) Op een karpet lukt X meestal op de vol gende manier: Eerst zooveel mogelijk het vet eraf krab ben. Dan de vlekken beleggen met grauw papier en den heeten strijkbout erop zetten. Dit herhalen met telkens schoon papier, totdat de vlek verdwenen is! *a va al wat er in den laatsten tijd reeds gedaan en geschreven is om het groo- te belang van mondhygiëne voor de algemeene gezondheid beter bekend te ma ken, staat men toch telkens versteld, hoe gemoedelijk veel menschen deze zaak op vatten. Je presenteert Iemand een stukje confiturentaart. „Och nee, moest ik maar niet doen, dat Is zoo zoet en daar krijg ik maar last van aah m'n slechte kiezen.” Alsof slechte kiezen iets doodnatuurlijks zijn, en geen andere maatregelen vereischen dan maar liever geen confiturentaart eten Xi Tweede vraagt, of je misschien aspi rientjes bij de hand hebt, want hij heeft al een paar uur kiespijn. „Maar dan moet je hoe eer hoe liever naar den tandarts gaan," zeg je. „Och nee,” is het antwoord, „ik heb het zoo vaak; X gaat altijd na een hal- ven dag weer over.” Sommige menschen schijnen te meenen, dat een tandarts enkel goed is om er hard naar toe te hollen als je de pijn werkelijk eens heelemaal niet meer zoudt kunnen uithouden! Een kies of tand, waar iets aan mankeert, maar die geen pijn doet, in orde te laten brengen, schijnen ze een belache lijk idee te vinden. Juist de minder vermo- genden, die de eenigen zijn, die practisch voor niets geholpen kunnen worden, en van wie men dus zou mogen verwachten, dat hun tanden altijd perfect in orde wa ren, laten veelal hun gebit vergaan tot ze op een keer heelemaal niet meer bijten kunnen en nemen dan een kunstgebit. Men vraagt zich wel eens af, wat het voor nut heeft, het volk tot het uiterste tege moet te komen met bijna kostelooze gele genheden tot behandeling. Een verwaarloosd gebit kan oorzaak wór den van tallooze ziektetoestanden, o.a. van ernstige rheumatische aandoeningen, nog geheel afgezien van den allesbehalven aan- genamen adem en het verschrikkelijk ge zicht, dat dergelljke monden bij lachen en praten opleveren. Geen mensch met eenlg zelfrespect kan er zóó onsmakelijk en af- stootend willen uitzien. Brave huismoeders verzekeren U met half-tandeloozen mond dat ze niet zoo erg Ijdel zijn en dat het er voor hen niet zoo op aan komt, maar het was waarachtig te wenschen dat ze Ijdeler waren dan de koketste filmster, liever dan in zulke verregaande persoonlijke onzinde lijkheid nog een eer te stellen! Het is volstrekt geen overdrijving, elk half jaar, of toch zeker elk jaar den tand arts te bezoeken om het gebit te laten controleeren en eventueele herstellingen te laten uitvoeren. Evenmin is het ’n luxe- uitgaaf, goede tandpasta en een tanden borstel van de beste soort te koopen. Des morgens en vooral des avonds onmiddellijk voor het slapen gaan behooren de tanden grondig van alle kanten geborsteld te worden, waarna wordt gegorgeld en nage spoeld met een verdunning van waterstof- peroxyde om keel en mondholte te smetten. Na eiken maaltijd behoort goed-verzorgde mond even gespoeld worden, zeker na het eten van zoetigheden. Kinderen moeten van het tweede jaar deze gewoonten leeren aannemen. Het is ook volstrekt geen overbodige weelde, hun melkgeblt geregeld door den tandarts te laten nazien. Ook melktanden kunnen aangestoken zijn, en ze moeten dan even goed geplombeerd worden alsof het blij vende waren; een haard van rottings bacteriën als een aangestoken tand of kies is, mag zooals vanzelf spreekt, niet in het mondje blijven bestaan. Ook bij het wisse len moet men het doorkomen van het blijvend gebit laten controleeren; de lee- lijkste misvormingen van mond en kaken kunnen het gevolg zijn van verwaarloozlng in dezen tijd, en men is zijn kinderen toch waarachtig verplicht, hen niet met derge lijke ontsieringen het leven in te zenden, zooals zooveel ouders met cm begrijpelijke laksheid doen. Ook waar een leek niets verdachts ziet, kan de tandarts ingrijpen noodig oordeelen. Op vele plaatsen stelt tegenwoordig de Khooltandverzorglng zich ten doel, het be lang der kinderen tegen domme of onver schillige ouders te beschermen. Maar wat helpt dat, als onmiddellijk na de school jaren het gebit tóch weer wordt, als de moeder voor het kind dat kiespijn klaagt, een lekker potje kamillenthee zet, inplaats van te nemen naar het eerstvolgend troon, met den linkerkant van het werk naar zich toe, aldus: le toer: 1 r., 2 aver. Verder telkens: 2 r., 2 aver. De laatste st. r. 2e toer: r. Deze beide toeren breit men nog 8 keer. In den daarop volgen den toer breit men telkens: 4 st. r., 2 st. samenbr. Er blijven Konijnenpastei. Bij 1 konijn heeft men hiervoor noodig: H pond kalfsgehakt, K pond vet spek, 25 gram varkensgehakt, 1 theelepel peper, K geraspte nootmuscaat 6 fijn gehakte kleine uitjes of 2 of 3 grootere uien, het sap van 1 citroen, 2 eieren, 11 gr. zout. Het konijn wordt, in kokend water met zout, zoo gaar gekookt, dat het vleesch ge makkelijk van de beenen loslaat. Men maalt dan het vleesch met het spek goed fijn, vermengt het met de beide gehaktsoorten, de eieren, de uitjes en de kruiden. Met dit mengsel vult men ’n puddingvorm, dien men tevoren met boter heeft ingesmeerd en met paneermeel bestrooid, sluit den vorm en kookt de pastel 2 uur in kokend water, dat niet in den vorm mag dringen. Men laat de pastei koud worden. Indien men een precies passend, in azijn gedrenkt stukje papier op de oppervlakte legt en dit I nu en dan vernieuwt, kan de pastel op een koele plaats langen tijd bewaard blijven. Heeft men geen vorm met deksel, dan kan die ook gesloten worden met perkament- papier. •eMssMSMseesenaseseeei((s«*ts«*| Op verzoek i TlillMa IIIIHIIIIIHUHIIIIIIHIH dan nog 120 st. op de naald over. Daarop breit men dan 8 toeren 1 r„ 1 aver, en vervolgens 4 keer: 2 toeren r., aver. Dan begint men te minderen voor den bol. Met den linkerkant van het werk naar zich toe breit men telkens: 8 r., 2 st. sa menbr., in het geheel 12 keer. Men breit daarna: 1 toer r., 2 toeren aver. 2e mlnderingstoer, telkens: 7 r., 2 st samenbr. in het geheel 12 keer. Daarna: 1 toer r., 2 toeren aver. Deze 4 toeren herhaalt men tot men in het geheel 8 keer geminderd heeft. Bij eiken mlnderingstoer krijgt men 1 st. min der tusschen 2 minderingen in, zoodat men in den 8sten toer telkens breit: 1 r., 2 st. samenbr. Daarna weer: 1 toer r., 2 toeren aver. In den Oden mlnderingstoer breit men telkens: 2 r., 2 st. samenbr.; in het geheel 6 keer. Volgen weer: 1 toer r., „2 toeren aver. 10e mlnderingstoer: 1 r., 2 samenbr. (6 keer). Dan: 1 toer r., 2 toeren aver. 11e mlnderingstoer: 6 keer 2 st. samenbr. Op de overgebleven 6 st. breit men dan nog 5 toeren r., waarna men de wol breekt. Door de mlnderingstoeren wordt de bol van de muts verdeeld in driehoekige baan tjes. De laatste 5 toeren op 6 st. vormen ’n .staartje” ter afwerking van den bol. Men haalt de afgebroken wol door de 6 steken, haalt den draad aan en werkt hem af. Het werk wordt dan aan den linkerkant, onder Xi vochtigen doek, gestreken, waarna men den achtemaad netjes dlchtnaalt. Tot slot wordt de rand van de muts naar rechts omgesjagen. et is jammer dat de aardige gezegden van onze drie a vierjarige kleuters meestal vergeten worden. Later zou X voor hen zelf wel eens leuk zijn, om ze nog eens te hooren. Foto’s bewaren we meestal zorgvuldig, dus waarom ook hun typische uitdrukkingen niet? Het loont heusch de moeite om er een klein boekje van aan te leggen! Treesje was dol op drop. Ze kreeg eens van haar papa twee dropjes, één voor ha?)* zelf en het andere moest ze aan haar ma ma gaan brengen. Het kostte haar veel moeite om dit af te staan. Haar moeder vroeg: „Nu. waar is het dropje, dat je mij moest geven?!" „Jij krijgt morgen!” was het antwoord. „Nee, dat gaat niet!' zei mama.” „Hier heb je X!” zei Treesje gelaten, reeds eraan gewend, te moeten toegeven, en een heel kleverig dropje werd haar mama toegestoken. „M’n handje is vies,” klaagde ze, „ik heb de ,sju” al ervan opgegeten!” X Bleek, dat ze X dropje voorzichtig een beetje had afgelikt! Treesje’s vader had zich gesneden. Op X wondje was een mooi korstje ontstaan en dat was Treesje niet ontgaan, ,,’t Is weer gemaakt” constateerde ze voldaan en bij wat aandachtiger beschouwing: „Er zit een chocolaadje in!” Ons beweeglijk Treesje zit steeds overal met haar onderzoekende handjes aan. Zoo veel mogelijk wordt dit toegelaten, maar soms wordt X toch heuself al te bar. Dan zegt haar mama: „Daar mag je niet aan komen, Treeske!” „Wat dan?!” vraagt ze steeds. „Dat vaasje moet slapen gaan!” wordt er dan wel eens geantwoord. Zeer vernuftig pastte ze eens dit ant woord als volgt toe. Ze houdt niet van korstjes. „Mijn bordje is leeg!” zei ze. „Nee, Trees; er liggen nog korstjes op!” Treesje wist weer raad: .Maar ik heb ge noeg gehad!” en toen ook dat niet hielp I besloot ze ten einde raad, zegevierend: ..Df korstjes moeten slapen gaan!" I enomen maten: broeklengte pLm. 35 f -p cM., beupwjjdte 72 cM. Benoodlgd voor de broek 90 cM. fluweel of peau de pêche van 70 cM. breedte, 6 groote en 3 kleinere knoopjes, 85 cM. voering. Oe maakt het patroontje op de aangegeven maten; wanneer ge voor de broek *n recht hoek opzet, welke 42 cM. lang en 47 cM. breed is, kunt ge hierin alle aangegeven maten afteekenen, waarna ge het patroon op de vaste lijnen uitknipt. Hierna legt ge het patroon op de stof. Fluweel en peau de pêche hebben vleug, zoodat ge hiermede bij het knippen rekening moet houden. Overal knipt ge een naad bij; onderaan de pijpjes nog 3 cM. extra. Ge begint met de zakken. Hiervoor knipt ge 2 stukken vol gens het patroon. De inknip van de zakjes rijgt ge even af. Het lapje wordt op de broek gelegd. Inknippen precies op elkaar met de goede kanten tegen elkaar, zorgt er voor, dat de onderste helft grootste is. Dan maakt ge X stiksel voor de zakopening, de korte stukjes 2 cM. lang. Men vouwt de grootste sak- helft dubbel op de breedte van de bies (2 cM.), goeden kant binnen en stikt de zij-" kanten van de bies dicht. Dan knipt men volgens tee kening de zakopening in en de schuine hoekjes, precies tot aan X stiksel. Vervolgens trekt men de zakhelf ten naar binnen en de bies naar bul ten. De naden worden plat- geperst en de zijkantjes van de bies stevig op de broek Het naadje aan den en de zak I «Sf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 20