DE NIJENRODE-ZAAK VOOR HET GERECHT
r-
Behandeling heden
Inleidend verhoor
aangevangen
verdachten
Zuiderzeefondsbegrooting voor 1934
MOORD TE VREESWIJK
DINSDAG 13 FEBRUARI 1934
80 getuigen gedagvaard
Lange voorgeschiedenis
Koning bleef tutte henper toon
Gedeeltelijke bekentenitten
Negen
De hoofd per toon
Onnes hield geen woord
zün.
Volledige reconttructie
Nuttige werken
Geen wijziging
Zoo mogelijk wordt nog dit jaar
begonnen met de uitvoering
der Noordootteljjke
inpoldering
DE MEMORIE VAN
ANTWOORD
Alleen Onnet, die nog tteedt ont
kent, wordt pat 22 Febr.
gehoord
Een der omvangryktte en meett
geruchtmakende ttrafzaken
der laaftte jaren
Verd. geeft toe, dat alles gebeurd is.
om de verzekering te bewegen tot af
gifte van de verzekeringspremie. HU
ontkent echter met klem zelf ook maar
een cent als belooning te hebben ont
vangen
Kasteel „Nyenrode’*
(MOOA itnnp Suritp »a>
Officier van Juetitie vraagt vrg-
tpraak voor den verdachte
Beheer en organitatie
Werking van de Zuider-
zeesteunwet
111111111111
lllllllllllltllllllltlllllllllllllllllil IHIIIIIIIIIIM
wilde Onnes niet
en
en
de
een
Het verhoor
en
pertinent
trouwen*
i
B
I
Niet gevreesd behoeft te worden, dat een en
ander afbreuk zal doen aan het ter hand ne
men van andere werken, welke weliswaar voor
lijdelijke werkverschaffing wellicht oeter ge
schikt zijn gedacht wordt hierbij aan wegen
en kanaalaanleg maar minder dienstig voor
vestiging van een nieuwe gezeten bevolking.
zijn,
zijn
D* Regeering meent, dat than* bet «ogen
blik 1* genaderd aas de Noord-Oostelijke tn-
poldering «er hand te nemen. ZU aai zoo me-
geifjk neg te dH Jaar een begin maken met
do *itvoertng.
De Off. van JwaUtio aiaehte vr»gra*k me*
den verdachte, aangesien men hier van aoed-
weer kan spreken.
Aan de Memorie is toegevoegd een Nota be
treffende het beheer en de organisatie van de
inpolderingen in het IJselmeer. waaraan wordt
ontleend, dat de regeering thans een wetsont
werp in gereedheid heeft doen brengen, waar
bij de organisatie van allen arbeid nader wordt
geregeld. Het ligt in de bedoeling te bevorde
ren, dat dit wetsontwerp spoedig bij de Volks
vertegenwoordiging wordt aanhangig gemaakt
De rechtbank is als volgt samengesteld: Pre
sident mr. J. O. de Vries, rechter mr. B. de
Gaay Fortman, mr J. J. ter Maten en Mr. M.
H. Bregsteln (bljzittend rechter), griffier mr. J.
Spanjaard.
In totaal zullen ongeveer 80 getuigen hun ver
klaringen komen afleggen.
Pres.:
den?"
Verd.:
1
8
t
1
r
t
leid door den Officier van Justitie Mr. Dr. J. A.
van Thiel en den sub*. Offcier Mr. A. L. F. van
Dullemen, welke laatste bet OM. ter zitting
waarneemt.
Daar deae inpolderingen in het IJvaelmser
.voor werkverruiming een zeer geschikt object
Onnes wordt verdedigd door Mr Th Muller
Massls en Mr. N. J. C. Kappeyne van de Cop-
pello, Koning door Mr. Max Levenbach. Wit
braad door mr. Wilhelm Loeb, Bleslng door mr.
F. A. Kokosky, Mees Gerritsen door mr. Th. Ba
kens, Orotjohan door Mr. Benno J. Stokvis
Maag door Mr. J. L. Frnkenhuis en Van Blns-
begen door Mr. J. W. Schreuder.
Voor Johanknegt zal optreden mr. Fr. Ko
kosky. en voor zijn secretaresse (als zij ter zit
ting moet verschijnen) Mr P. van t Hoff Stolk
Het justitioneel onderzoek in deze zaak is ge-
Met de arrestatie van den detective en zijn
privé-secretaresse, begon het voorzichtig .ont
warren" van den draad in de plotseling gebo
ren .zaak Nüenrode”, waarbij kort na elkaar
nog een zevental arrestaties werd verricht, het
laatst van den kasteelheer Onnes zelf, op 9
Mei 1933. Juist op het oogenbllk dat deze ge
reed stond naar het buitenland te vertrekken.
Uit het vorenstaande mag niet worden af
geleid. dat, naar de meening der Regeering, de
werken alleen of in hoofdzaak het verschaffen
van werkgelegenheid ten doel moeten hebben.
Voorop zal moeten staan, dat de werken van
voldoende nut zijn en dat zij, wanneer de tijd
daartoe gekomen zou zijn, tot stand zouden
worden gebracht. Vervroegde en veranelde uit
voering van deze noodzakelijke werken zal bet
doel der werkverruiming kunnen dienen.
Met het oordeel van eenlge leden, dat bU
voortzetting van den inpolderingaarbeid inpol
dering van den Zuidwestpolder de voorkeur ver
dient, boven die van den Noordoostpolder, kan
„Ik spreek niet van stelen. Witbraad
moest ze eenvoudig weghalen. HU kreeg daar
De instructie in de zaak-Onnes van Neüen-
rode heeft meer dan negen maanden in be
slag genomen. Want al wist de justitie vrij
spoedig na de arrestatie der betrokken perso
nen. het logisch verband te leggen tusschm de
vrü ingewikkelde gebeurtenissen, pw de beken
tenis van een der arrestanten kon de mogelUk-
heid openen, om deze veel besproken zaak ge
heel te reconstrueeren.
Zoolang dus de betrokkenen bleven ontken
nen. hetzij geheel, hetzij gedeeltteljjk, kwam er
geen schot In de zaak.
Nadat Koning nu met Witbraad ruggesrpaak
had gehouden, keerde hü naar Neyenrode te
rug om de zaak tot in de finesses te regelen.
Samen begaven zü zich naar de ridderzaal,
waar de kostbaarste voorwerpen van de col-
lectie-Onnes stonden opgesteld. Daar wees de
kasteelheer de schllderUen, die moesten worden
meegenomen, de vitrines welke de inbrekers
zouden leeghalen en ook bestemde hü een hoe
veelheid tafelzilver als buit, wAnt anders zou
het „niet echt Ujken”. Alles werd zoigvuldlg
aangeteekend op een schets van de zaal, welke
Onnes aan Koning ter hand stelde. Ook gaf
Onnes nauwkeurig aan, hoe de Inbrekers door
het verbreken van bepaalde ruitjes 1 gemak
kelükste de glas-in-lood-vensters konden ope
nen, om zoo binnen te komen.
Het liefst had Koning de zaak met Onnes en
Witbraad samen geregeld, maar de kasteelheer
wilde geen derden persoon ontmoeten en zoo
kreeg Witbraad van Koning de aanwijzingen,
boe de inbraak moest geschieden.
Witbraad stevende met de „opdracht” in zijn
zak naar zün vrienden, de Amsterdamsche on
derwereldkoningen Frits Bleslng en Mees Ger
ritsen, die voor dat „kraakje" wel de geschikte
.zware Jongens" wisten. „Mees en Blees” heb
ben toen de „jongens” van Bimbergen en Grot-
Johan en Maag „aangezocht" de inbraak op
te knappen tegen een ruime belooning uit de
12.000, die bü bet welslagen der zaak via Ko
ning en Witbraad zouden afkomen De jongens
kregen nauwkeurige instructies, die zij op den
af gesproken nacht prompt hebben uitgevoerd.
Op 1 Maart 1932 berichtten de dagbladen, dat
inbrekers op Neyenrode hun slag hadden ge
slagen en er voor een kapitale som aan kost
baarheden was bult gemaakt.
De minister zal den nieuwen dienst zoo spoe
dig mogelük inrichten, omdat deze den ver
deren inpolderingaarbeid en den overgang naar
de defintleve organisatie op wettelüken grond
slag zal moeten voorbereiden.
De algemeen* leiding dient in handen te zijn
van hem, dia de financieel-economische leiding
heeft.
Daar een belangrijke arbeid te wachten staat
ligt het voor de hand, dat alle zorg besteed
wordt aan het ultvoerapparaat. Wat de voor
bereiding van de zuldelüke polders betreft
wordt nog medegedeeld, dat bet in het voor
nemen ligt, deae inpoldering raad* aanstond*
in studie te doen nemen.
Men zal zich herinneren, dat wü eenlgen rijd
geleden melding maakten van een doodsleg te
Vreeswük gepleegd.
Twee personen hadden elkander in deze ge
meente op een avond ontmoet; tusschen hen
waren woorden gevallen, welke tenslotte leidden
tot een vechtpartü
Hlerbü werd C. van S. door een 24-jarigen
User wei kei F. J. van H zoodanig met een scherp
voorwerp gestoken, dat deze kort daarop aan de
bekomen verwondingen is overleden.
Hedenmorgen diende deze zaak voor de
voudlge kamer te Utrecht.
President der Rechtbank was mr. van der
Meulen. Officier van Justitie mr. Camphuyz.
verdediger van den verdachte F. J. van H. mr.
Adrian, advocaat en procureur te Utrecht.
Door den president ondervraagd bekende de
verdachte in den avond van 20 Nw. te Vrees
wük twee vülen te hebben gekocht.
Uit den winkel komende met deze voorwer^vm
in den zak werd verdachte gewaarschuwd nite
den dük op te gaan daar van 8. hem stond op
te wachten.
Verdachte schonk echter geen aandacht aan
deze waarschuwing.
opdracht toe.”
Uitvoerig vertelt verd. dan. welke miniatu
ren en schilderijen moesten worden weggehaald.
Witbraad was naar Nüenrode gegaan, om het
terrein te verkennen. Hü had Onnes toen niet
gesproken. Later had W. aan verd. Koning
verschillende vragen gesteld over kasteel en
omgeving Koning had nadere inlichtingen aan
Onnes gevraagd, die een scetsteekenlngetje
voor hem had gemaakt
De hoofdpersoon Onnes bleef en bluft nog
steeds hardneklg ontkennen schuldig te zün. We
Wordt dit ontwerp aangenomen, dan zal de
geheele inpc ideringsarbeld. met de daaraan te
verbinden verordenende bevoegdheid op wa
terstaatkundig terrein, geleld worden door een
openbaar lichaam, terwül een zelfstandige at-
deellng van dit orgaan met een eigen bestuur
het gemeentelük beheer aal voeren, met dien
verstande, dat in de hoofdleiding bindend
contact aal worden gelegd
soms in een detective-story aantreffen: slim
in sommige opzichten, handig, een man met re
laties, tamelijk üdel en uitgerust met een groot*
dosis fantasie.
Hü zette dan ook in zijn fantasie complete
hoofdstukken uit ouderwetsche griezelromans in
elkaar, zooals gemaskerde conferenties, ont
moetingen op donkere wegen in auto's etc. Dit
alles om de verzekeringsmaatschappijen,*'waar
mee hü zich ip verbinding had gesteld, te doen
gelooven, dat hü hard aan het werk was om
den bult terug te krijgen, terwül deze Inmiddels
al door de dieven bü hem was gebracht. Maar
er lekte wat van uit, dat de verzekeringsmaat
schappij en dieven aan 't onderhandelen zouden
zün en eerstgenoemde vond X toen maar beter
hier niet mee door te gaan.
Intusschen was er een jaar verstreken en de
verzekeringsmaatschappü moest uitbetalen. Een
dading van 72.000 werd gesloten, welk bedrag
aan Onnes werd uitbetaald.
HU ontkende den verslagene bU een strooperz-
affalre te hebben verraden.
De President doet dan nog eenlge vragen met
betrekking tot het gestolene.
Rechter mr. de Gaay-Fortman: „U dacht, dat
Onnes in goeden doen was, maar wat dacht u
weL nadat hü u dat voorstel had gedaan?**
Tot zoover was alles dus goed gegaan en had
Onnes nu de beloften jegens zün helpers na
gekomen, dan waren de gestolen voorwerpen
vernietigd geworden de bedoeling was ze
ergens in zee te laten verdwünen en er had
waarschünlük geen haan meer naar gekraaid.
Onnes echter bleef, nadat hü kort na de in
braak 1506 aan Koning ter hand stelde, die
het geld weer doorgaf aan Witbraad. verder in
gebreke. Hü gaf geen geld meer en de „jon
gens”. die de dutten best konden gebruiken,
werden ongeduldig. ZU dreigden aanvankelijk
nog via Witbraad en Koning, maar toen ook
dit zonder resultaat bleef, schreef Witbraad
aan Onnes een brief en beloofde hem een
„visitekaartje". Plotseling kreeg de politie een
flaconnetje in handen, afkomstig van de in
braak op Neyenrode. Aan Onnes werd hiervan
mededeellng gedaan. HU was hevig ontsteld,
maar in plaats van den wenk te begrijpen, wilde
hü den .Jongens” nu absoluut niets meer geven.
Deze zochten daarom hun recht langs een an
deren weg.
ZU wendden zich tot Johanknegt, een „detec
tive" met connecties in „boven"- en „onder"-
wereld.
„Als er geen geld van de zijde van Koning-
Onnes komt, dAn is het maar het beste om
wat te verdienen aan de verzekeringsmaat
schappijen". aldus redeneerden de heeren. Ze
hadden hiervoor bü den rechten man aange
klopt. Johanknegt is een man, zooals we ze
hebben onlangs een onderhoud gepubliceerd met
e zün verdedigers, mr. Th. Muller Massls en Cap-
peyne v. d. Coppello, die ons het standpunt van
hun client uitzetten. Over de houdbaarheid van
diens stellingen waarvan de inhoud is samen
te vatten in een paar woorden: „Niet ik, maar
Koning” zal de rechtbank moeten oordeelen
Volgens Onnes zou de heele comedie op touw
zün gezet door Koning, die pas later aan Onnes
zou hebben ‘verteld, hoe de vork in den steel
zat. Onnes beweert voorts, dat het verschil tus
schen verzekerde som minus belooning hand
langers eenerzüds en actueele verkoopwaarde
anderzijds, veel te klein zou zün om zóóveel
risico te loopen. Voorts bestrüdt hü. dat hü op
het oogenbllk van de Inbraak aan den grond zat
i Van zün flnancieelen toestand zullen we pas op
de zitting een overzicht kunnen krügen. wan-
neer de deskundigen (accountants) hun rap-
i porten dienaangaande zullen hebben uitge
bracht.
Onnes beschuldigt Koning in deze zaak ook
van poging tot chantage, wat. zooals wü reeds
zeiden, dezen tot een volledige bekentenis heeft
gebracht.
o
zün. niet alleen tijdens het indüken en ont
ginnen, maar ook blüvend, nadat het nieuwe
land is gekoloniseerd, ligt het in de bedoeling
om deze inpoldering als zoodanig aan te vatten.
De Minister kan de meening niet doelen van
enkele leden, die het veelvuldig voorkomen van
klachten omtrent de uitvoering van de Zulder
zeesteunwet mede het gevolg achten van het
ontbreken van een beroepsinstantie op de be
slissingen van den Rüksdlenst. en hü is dan
ook niet voornemens wUzlging van den Zuider
zeesteunwet, als door enkele leden bedoeld, te
bevorderen.
Wanneer met visschers, die op jongeren leet-
tüd op de Zuiderzee vlechten, bedoeld worden
sg. Urker Noordzeevlaachera. kan de Minister
antwoorden, dat om hen tot belanghebbenden
te verklaren wetswUzlging niet noodlg la. omdat
*1 reeds in beginsel als zoodanig zün er
kend
De Minister heeft op de begrooting voor 1933
een post van f 100 000 gebracht, ten einde op
de wUze al* in de uitvoerige toelichting op de
begrooting voor 1933 is vermeld, een begin te
Bij Johanknegt echter bevonden zich
nog de gestolen kostbaarheden en toen
de politie terzake de valsche Turmac-
bonnen huiszoeking bü hem kwam
doen, vond men de miniaturen en daar
mee het aanknoopingspunt van waar
uit het kluwen der Onnes-affaire kon
worden ontward.
niet Worden ingestemd.
De Minister sluit zich ook geheel aan bü die
leden, die er op wezen, dat de Kamer de Zui-
derzeeateunwet in den huldigen vorm heeft
aanvaard en dat du* dient te worden volstaan
met aandrang tot behoorlüke uitvoering van
deze wet.
Dat de Zulderzeesteunwet niet een schade
regeling inhoudt, is juist. De meening evenwel,
dat. wat nu geachledt, meer op armenzorg sou
gelUken. acht de Minister niet juist Onder de
voorgenomen maatregelen tot liquidatie ia niet
begrepen een wetsontwerp, bedoelende tot alge
heel* afrekening te geraken
Bü de beoordeellng van de klachten, welke
omtrent de uitvoering van de Zulderzeeateun-
wet worden vemoanen, dient in het oog te
worden gehouden, dat deze voomamelük ko-
maken met de blüvende Staatsexploitatie in den
Wleringermeer.
Hoewel de Minister niet een voorstander is
van de stichting van Staatalandbouwbedrüf. be
staat bü hem in beginsel geen beswaar tegen het
nemen van een proef
De definitieve uitgifte van die gronden la nog
niet aan de orde. Aanvankelük komt in aan
merking de voorloopige uitgifte in tljdpacht,
welke te züner tüd gevolgd wordt door nader
vast te stellen definitieve stelsels. Op het oogen
bllk zün nog geen cultuurgronden uitgegeven.
Inderdaad worden de noodige maatregelen
genomen en de noodige werken voorbereid ten
einde te komen tot een definitieve pellverla-
glng in het IJselmeer tot 40 cM. beneden
NAP.
Pres.: „Hebt u datzelfde schetsteekeningetje
aan Witbraad gegeven?”
Verd.: „Dat weet ik niet precies meer, maar
bü Witbraad is een teekening gevonden, en ik
heb geen nieuwe teekening gemaakt, dus aal
het 't teekenlngetje van Onnes zün."
<pjaa8jjjooo8uo>
In verband met het feit, dat niet over de
geheele linie volledige bekentenissen werden
afgelegd in het vooronderzoek, worden de
zaken afzonderlük en niet gevoegd behan
deld, zoodat de verdachten als getuigen in
eikaars zaken worden gehoord.
De Rechtbank begint eerst alle verdach
ten een inleidend verhoor af te nemen,
behalve aan Onnes. De zaken worden dan
geschorst en de een na den ander afge
werkt, beginnende met de aaak-Koning,
vervolgens 15 Februari Witbraad, daarna
Bleslng en Mees Gerritsen en eindelük de
drie inbrekers. Onnes zelf zal pas op 22
Februari terechtstaan.
In hoeverre Konlng s verklaringen in het voor
onderzoek afgelegd, betrouwbaar zijn, zal de
moeilijke taak van de rechtbank zün om te
onderzoeken. Zün verleden is niet zeer fraai.
Koning bekende in de instructie, nadat Onnes
hem van chantage had beschuldigd. Oorspron-
kelük zou er het is hier Koning. die spreekt
een afspraak zün geweest om te zwijgen door
dik en dun.
Witbraad is minder volledig in zün beken
tenis. Hü hult zich in een waas van on wetend -
heid. „Pas toen de inbraak al lang
pleegd werd het me duidelük, dat
verzekeringen trilde opllchten.”
De inbrekers noemen zich bü voorkeur „ver
huizers”. Het middernachtelUk uur was hun niet
als erg vreemd opgevallen, „want dat komt in
Amsterdam wel meer voor”.
Ook de detective Johanknegt legde een ge
deeltelijke bekentenis af betreffende zün rol als
„tusschen-persoon”. Met de inbraak zelve had
hü natuurlük niets te maken.
Onnes heeft het al weer aan zichzelf te dan
ken gehad, dat het zoover gekomen is. Ook
Koning volhardde in zün zwügzaamheid. Hü en
Onnes waren ultdrukkelük overeen gekomen,
elkaar nooit te verraden. Onnes echter, steeds
meer verward in de netelige positie, waarin hü
tüdens de verhooren door den rechter-com-
mlssarls geraakte, beschuldigde op een gegeven
oogenbllk Koning van chantage. Dit was
Koning, naar hü zegt, te veel. Wat er ook tus
schen Onnes en hem mocht zün voorgevallen,
chantage had hü nimmer gepleegd. Zelfs had
hü van alles, wat hü voor Onnes .geredderd”
had, vrijwel geen voordeel genoten. Na de laffe
aantüglng van Onnes achtte Koning zich dan
ook niet langer aan de afspraak gebonden en
legde een volledige bekentenis af.
Na voorlezing van het deskundigenrapport
de doodsoorzaak werden de getuigen gehoord.
De eerste getuige, die op den dük we* ge
weest had verdachte niet gezien, hoorde ech
ter gekerm en vond na eenlg zoeken den ver-
slagene aan den kant van den dük HUI* hulp
gaan halen en met zün vieren hebben zü den
verslagene naar hult gebracht, waar deae ver
klaarde door van H. te zün gestoken.
Den sleepbootkapitein had van 8. bedreigin
gen hooren uiten tegenover van Hterwül een
venter van S. had gezien, toen deae den ander
stond op te wachten.
De patroon van den verdachte zei, dat deae
een bijzonder rustig en ordelük type waa
Het is de vrü onverwachteche be
kentenis geweest van Onnes' com
pagnon Koning, welke de Justitie in
staat stelde de instructie te besluiten,
ongeacht
heid der
In den vroegen morgen van 1 Maart 1932
werd het rustige dorpje Breukelen opgeschrikt
door een Inbraak, welke was gepleegd in het
statige kasteel Nüenrode. Uit de ridderzaal
van het kasteel was dien nacht een aantal
kostbare miniaturen. schllderUen. sieraden en
een hoeveelheid tafelzilver gestolen, alles bü
elkaar ter waarde van ongeveer een ton.
De dorpspolltie en later het Utrechtsche
parket, stelden ter plaatse een onderzoek in.
Reeds onmlddellük werd er gefluisterd, dat de
zaak niet pluis was. De inbraak sou gefingeerd
zün geweest. Het ging om de hoog* verzeke
rtngssom, zelden de geruchten. Maar even snel
als deze praatjes in de wereld kwamen, even
spoedig hepen zü weer dood. Het Justitioneel
onderzoek leverde niets op. Spoedig was men
het geheele geval vergeten.
Tot plotseling in het voorjaar van 1933, dus
meer dan een jaar later, een huiszoeking in
Amsterdam, een geheel andere zaak betreffen-
den de aanmaak van valsche Turmacbons
een aanknoopingspunt bracht. Bü deze huis
zoeking in de woning van den particulieren de
tective Johanknecht aan de Stadhouderskade,
kwamen te voorschünminiaturen, aange
geven als gestolen uit kasteel Nüenrode.
de mindere openhartig-
mede-verdachten en het
ontkennen, waarin Onnes
ook thans nog volhardt.
men van hen, die ingevolge de Zulderzee
steunwet niet kunnen worden geholpen en voor
wie ook de Zulderzeesteunwet niet in het leven
werd geroepen.
Inderdaad zou het een groot bezwaar
Indien een belanghebbende, die eenlgen steun
geniet en iets zou trachten bü te verdienen,
van den steun werd uitgesloten. Dit is dan ook
niet het geval. Wel moet rekening owrden ge
houden met die verdienste bü het bepalen van
de geldelüke tegemoetkoming.
De normen voor toekenning van geldelüke
tegemoetkoming aan belanghebbenden, aan wie
als gevolg van de afsluiting voldoende midde
len tot levensonderhoud gaan ontbreken en die
daarin door aanwending van eigen arbeids
kracht niet kunnen voorzien, worden door den
Minister voor de tegenwoordige omstandigheden
redelük geacht. Verhooging van deze nermen
kan deer hem niet worden bevorderd.
Het aantal vergunningen voor het bevtsechen
van de afgesloten zee Is niet onbeperkt, omdat
daarbü rekening moet worden gehouden met de
instandhouding en ontwikkeling van den vlsch-
stand.
De door eenlge leden gestelde vraag, of de
wlervlsschers op de waddeneilanden, die thans
in zeer treurige omstandigheden zouden ver-
keeren, niet dienen te worden beschouwd als
slachtoffers van de afsluiting, wordt door den
Minister ontkennend beantwoord.
De zttting
De eerste dag van de Onnes van Nüenrode-
zaak. Al lang voor het aanvangsuur slaat, is
het druk in en om het Paleis van Justitie aan
de Prinsengracht te Amsterdam.
De belangstelling voor de publieke tribune is
buitengewoon groot, een lange file staat gedul
dig te wachten en hoopt een plaatsje te vinden
om deze belangwekkende zaak van nsbü te kun
nen volgen.
De erde in de zaal wordt vóór den aanvalg
der zitting op uitnemende wüze gehandhaafd
door een aantal rUksveldwachters. De pers is
in grooten getale aanwezig en voor we de zaal
in mogen worden de kaarten danig gecontro
leerd.
Tegen tien uur wordt het publiek op de tri
bune toegelaten. Ook op de gereserveerde plaat
sen in de zaal hebben velen een’ plaatsje ge
vend.n. Op het podium zün stoelen bUgezet voor
belangstellenden van de züde van parket of
rechterlUke macht.
Vandaag stonden terecht Koning, verdedigd
door Mr Max Levenbach; Witbraad, verdediger
Mr. W Loeb; Maag, verdediger mr. J. C. Fran
kenhuis; van Blnsbergen. verdediger Mr J. W
Schreuder en Grootjohan, verdediger Mr. B. J. 8.
Stokvis.
Het O. M. wordt waargenomen door Mr. A.
L. L. F. van Dullemen. De rechtbank wordt
gepresideerd door Mr. J. Q. de Vries, rechter*
mr. B. de Gaay Fortman. Mr. J. J. ter Maten,
en Mr. M. H. B. Bregsteln (büzittend rechter),
griffier mr. Spanjaard.
Te tien uur'precies komt de rechtbank bin
nen. Eerst wordt nog een onbelangrijk „verzet-
zaakje" afgehandeld.
Vervolgens wordt dan binnengebracht K. A.
Koning. een 81-jarige Koopman. Na de ge
bruikelijke vragen betreffende naam. ouderdom
en woonplaats, is het woord aan den Officier
van Justitie, die met duldelüke stem de dag
vaarding voordraagt, waarin aan verdachte me
deplichtigheid aan oplichting ten laste wordt
gelegd.
Uitvoerig hebben wü den inhoud hiervan reeds
gepubllce«Ml. In deze dagvaarding is opgeno
men een uitvoerige beschrüving van de wüze.
waarop de inbraak in elkaar werd geaet en
waaruit de uitkeering van de verzekeringsmaat
schappü volgde.
De dagvaarding beslaat 14 follo-vellen, zoo
dat de voorlezing ongeveer 35 minuten in be
slag nam.
Nüenrode-zaak IX
Koning maakt een kalmen, verzorgden in
druk. HU hoort de lezing der dagvaarding met
gebogen hoofd aan
De getuigen. Inspecteur van politie Posthuma
en de rechercheurs Loomkn en de Welllé, die
het onderzoek hebben geleld, worden vervolgens
na elkaar voorgeroepen en betedlgd. Zü mogen
dan weer gaan zitten.
De secretarle-ambtenaar Mr. van Glnkel, uit
Breukelen, komt dan voor het getulgcnhekje.
HU was op 1 Maart 1932. 's morgens om negen
uur opgebeld door den heer Onnes, die hem
vertelde, dat er in den afgeloópen nacht Was
Ingebroken. Hü verzocht polltle-asslstentie.
Getuige had de boodschap direct doorgegeven
aan den burgemeester van Breukelen, die zich
in de wethoudersvergadering bevond.
Op den Lekdük gekomen werd verd. door
van 8. aangevallen. H. Vluchtte, maar werd
ingeahald. Uit noodweer heeft verdachte
een der vülen getrokken en hiermede den
ander afgeweerd. BU dat afweren heeft
verd. niet geweten, zün aanvaller aoo ern
stig te ehbben geraakt.
De president deelde dan mede, dat een
over den verd. Ingekomen rapport seer
gunstig is.
Na dit korte inleidende getuigenverhoor werd
verdachte gehoord. HU verklaart een vriend
van Onnes te zün geweest. De vriendschap
duurde tot *25. Later in Januari 1932 had
hü Onnes weer gesproken
Pres „Wat was daar de aanleiding voor?"
Verd.: „Ik had In Januari 32 hulp noodlg, ik
hoorde van een vriend, dat Onnes weer in goe
den doen was en daarom zocht ik hem op. Ge
tuige had een financieel* zaak met verd. On
nes besproken.
Pres.: „Waar ging dat over?”
Verd „Over de financiering van Hollandsch
Grondcredlet. Als u dat wenscht, zal ik X u in
büzonderheden vertellen.”
Pres.: „Daar zult u later gelegenheid voor
hebben."
Verd „Dan zal ik me beperken....”
Toen verd. bü Onnes kwam had deze hem
zün kunstschatten getoond. Hü weet echter niet
precies meer, wanneer het eerst over een gefin
geerde inbraak was gesproken.
Onnes had gezegd, dat in een der zalen wel
voor drie tot vier mllhoen schllderUen hing.
„Ik zei toen aldus verd. U loopt een aar
dig nslco Oh, had Onnes toen gezegd, we zUn
safe, we zün verzekerd tegen diefstal en vernie
ling. Onnes had toen verder gezegd: „als er
Iets verdwünt, wordt je royaal schadeloos ge
steld."
Uit Konlngs mededeellngen kreeg nu de
justitie een volledig Inzicht in den loop der ge
beurtenissen. Koning kende Onnes pas een half
jaar Einde 1932 kwam hü met den kasteelheer
in contact en bezocht hem op Neüenrode.
Onnes liet hem het kasteel zien met al de kost
baarheden. die hü er had verzameld.
bent U niet bang, dat ze hier op een ge
geven oogenbllk de boel weghalen Het is voor
"n gewieksten inbreker al een heel klein kunstje"
merkte Koning toen op.
„Laten ze gerust hun gang gaan, desnoods
vannacht nog," had Onnes toen geantwoord.
.4e spullen zün goed verzekerd."
Op dat oogenbllk hechtte Koning geen bü-
zondere beteekenls aan die woorden, maar later
dacht hü er eens over na. Hü had een relatie,
den bloemenhandelaar Witbraad te Amsterdam,
die in moellüke omstandigheden verkeerde.
Aan Wltbrand deelde hü mede wat Onnes hem
over de kostbaarheden op Neüenrode had ver
teld Wilbrand vond daar veel muziek in zitten.
Met alle plelzler wilde hü den heer Onnes van
het een en ander ontlasten. Koning beloofde
daarop Wltbrand met Onnes in contact te
brengen
Ook de kasteelheer vond Konlngs idee niet
kwaad, maar Wltbrand wilde hü in geen ge
val ontvangen. Wanneer Koning als tusschen-
persoon wilde fungeeren, was het hem best.
Onnes en Koning maakten nu een plan op.
Wanneer de inbraak en de diefstal van bepaal
de. door hem aan te wüsen kostbaarheden zou
gelukken, was hem dat 12.000 waard. Dat
bedrag sou aan Koning met een week of zes
worden uitbetaald. Onnes rekende er op. dat
binnen dien tüd de verzekeringseoui was af
gekomen.
Mr. Adrian, de verdediger, sloot steh aan bü
hot requisitoir van den officier. Indten de recht
bank echter een ander oordeel zou blüken te
hebben dan wilde pleiter in verband met hst
gunstig leven van den verd. -ersneb—om een
voorwsardelüke straf.
Uitspraak over 14 degen;
Den tweeden keer, dat ik hem sprak, zoo ver
volgt get., kreeg ik een direct voorstel. HU had
een 50 A 80 miniaturen en eenlge echllderüen.
Onnes vroeg me toen, die miniaturen en schil-
derüen zelf weg te halen, ’s nachts met de boot
naar Engeland te gaan, om ze dan over boord
te gooien. „Och, aldus Koning, ik had wel een*
meer vertrouwelüke dingen met hem besproken.
De schilderijen, uit de Ujst gehaald, aldus had
Onnes gezegd, waren gemakkelük mee te ne
men. Ook de miniatuurtjes zouden gemakkelük
mee te nemen zün....
Het plan was tot in büzonderheden bespro
ken. 's Nachts zoo stelde Onnes aan verd.
voor moest de „poet” worden weggehaald.
Verd. kon dan loopende naar Utrecht gaan
.Maar, aldus Koning, ik ging er niet op in,
want ik had in die dagen last van een blaffen-
den hoest en ik wilde m'n gezondheid niet in
de waagschaal stellen. Maar ik heb hem toen
gezegd aldus verd., dat ik m'n best sou doen
om iemand te vinden, die het zaakje zou willen
opknappen. Er was bü dat eerste onderhoud
ook over de belangengemeenschap Onnes-Ooud-
stlkker gesproken.
Kort na dit onderhoud bad verd. toevallig
Witbraad ontmoet en hem het plan uitgelegd.
Deze had er wel ooren naar en had gevraagd,
wanneer hü den kasteelheer kon spreken On
nes wilde Witbraad echter niet ontmoeten
Onnes bleef op zün stuk staan en hü vroeg m«
de onderhandellngen te voeren, wat ik helss»
gedaan heb, aldus verdachte.
Pres.„Wat werd er over de belooning vast
gesteld?"
Verd.: .Aanvankelük werd er gesproken over
f 5000. later is het f 8000 geworden. Als ik
me niet vergis. Een deel sou direct na de in
braak worden uitgekeerd 1500) en de rest
na de uitkeering der verzekering."
Pres.: .Hoeveel zou u krügen?”
Verd.: „Ik niets!”
Erg nauwkeurig is verd. in sUn cüfen niet,
hü weet niet precies meer, hoeveel er aan Wit
braad zou worden uitgekeerd. Hü spreekt nu
weer over 12.000. Maar aldus verd daar
---- aan. want de opbrengst uit
de verzekering zou ruim f 58.000 bedragen
dan vond Onnes, dat er niet genoeg overbleef.
„Wat moest er precies gestolen wor-
De hoofdpersoon van de zaak, die thans voor
de rechtbank Is. de heer Onnes van NUcn-
rode, heeft in verschillende kringen van stan
ding. vooral in de financieel* wereld, 'n rol van
beteekenls gespeelJ. Hü gold langen tüd als
een zeer rijk man. die zich op het prachtig ge
restaureerde Kasteel Nüenrode onder Breuke
len voestelük had geïnstalleerd. Verschillende
financieel* klappen bleven echter ook hem niet
gespaard. Reeds in 1923 heeft hü een gedeelte
van zün kunstschatten geveild, en die verkno
ping bracht toen circa acht ton op.
Later kwam de heer Onnes in connectie met
den heer Goudstikker, voor wien hü vóór de
beruchte „inbraak" optrad als een soort „ver
tegenwoordiger". Het Kasteel Nüenrode werd
waar het zich prachtig voor leende voor
een deel Ingericht als toonkamer van de kunst
schatten van de firma Goudstikker. De goede
cliënten, dikwüls uit het buitenland afkomstig,
werden door den kasteelheer ontvangen en kon
den dan de verschillende kunstwerken en an
tiquiteiten in eigen omgeving bewonderen
enkoopen.
Tot zoover is er op het gedrag van den heer
Onnes die in zün omgeving zeer gezien was,
hü was o.a bevriend met den burgemeester van
Breukelen niets aan te merken en over zün
rol in de oplichtingsaffalre zal de rechtbank
moeten oordeelen, op wier oordeel het ons niet
past vooruit te loopen.
Thans ie de zaak-Onnes van
rode, een der omvangrijkste en meest
ruchtmakende strafzaken der laatste
jaren, bü de hoofdstedelüke rechtbank
in behandeling. Het gaat hier weliswaar
niet om millioenen, de uitkeeringen door
de verzekering gedaan, beloopen
bedrag van ruim f 72.000, maar niette
min is de belangstelling zeer groot. De
wüze, waarop deze comi-tragedie is op
gevoerd, ie dan ook intereeeant genoeg.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de Zulderzeefondsbe-
grooting voor 1934 wordt het volgende ont-
leend
De Minister is van oordeel, dat twüfel aan
den wil van de Regeering om de inpolderingen
in het IJaselmeer voort te zetten niet gerecht
vaardigd ia.
Dat de Regeering de noodige omzichtigheid
moet betrachten en voordat met de uitvoe
ring van werken, welke gedurende een reeks
van jaren hooge eischen aan het Staatscredlet
zullen stellen, wordt aangevangen voldoende
zekerheid wil hebben, dat de werken binnen
financieel bereikbare grenzen zullen blüven.
mag onder de büzondere tüdsomstandigheden
niet verwonderen.