De zaak van Nijenrode 20 ets. HET PLECHTIG TE DEUM IN DE ST. GOEDELE voor Kard. van Roey Een toespraak van HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden DUEL ONNES-KONING De godsdienst van Christus is het patriottisme der Koningen Ovatie aan Koning en Koningin ’1 De „Algemeen Leider* DE INHULDIGINGSPLECHTIGHEDEN VAN KONING LEOPOLD III Aan een groot gevaar ontsnapt? i Koning in vrijheid DE KRANIGE „PELIKAAN” Een gedenkplaat in den „vogel” Het vertrek van het paleis te Brussel naar de St. Goedele, waar het Te Deum werd gezongen Duurder brood? Juist standpunt DE RELLETJES TE LOPIK Contingenteering van meel? Gloeiende plaat Brandstichting Chantage Voortgezet verhoor Konings Witbrood weer present B1SSCHOPSGESCHENK De renstallen 101-jarige overleden Het visitekaartje Koning vry Getuige Koning geeft toe te samen met Wit braad een chantage brief te hebben opgesteld en verzonden MINISTER VERSCHUUR BIJ DEN PAUS Toestand dar slachtoffers vooruitgaande MR. FENTENER VAN VLISSIN. GEN WEER ÏN EUROPA De voorzitter der Int. Kamer van Koophandel over zyn Ameri- kaansche reis I -1 MAANDAG 26 FEBRUARI 1934 (Vervolg) j aa geschorst (Van onzen eigen redacteur) 1 1 WU begeven ons naar de Ste Goedele door de Koningsstraat, die ook door troepenafdeehngen Is afgezet. Daar tusschen hebben verschillende militaire muziekkorpsen plaat* genomen. Aan de gevels der hulzen zijn de rouwvlaggen he den vervangen door feestwlmpeta In de hoof dkerk hebben de verschillende De N. V. Meelfabrieken der Nederl. Bakkerij te Rotterdam heeft zich met een verzoekschrift tot den Minister van Economische Zaken ge wend om haar bezwaren kenbaar te maken tegen contingenteerlng der maaltndustrie. Zij verwacht daarvan stijging der meel- en brood prijzen, en stelt tot saneering der meelindustrie een apder middel voor, t. w. opkoopen en stil leggen der oneconomisch werkende fabrieken. politieke ongewenscht Na de pauze wordt het getuigenverhoor in de zaak-Onnes voortgezet. Wltbraad, die ver- ge- dat etc. Bi) de plechtige eedaflegging van den nieuwen Koning werd zij wel verwacht. Tot 11 uur heeft haar stoel naast die van Koningin Astrid ge staan, maar op het laatste oogenbllk werd die weggebaald. Onder verschillende voorwaarden wordt do voorlooplge hechtenis van Koning geschorst. De voorwaarden zijn ongeveer gelijkluidend aan die. opgelegd aan Wltbraad. HU zal in Amstew dam moeten wonen en zich op eerste aanma ning ter zitting vervoegen. De rechtzitting wordt geschorst tot Dl nodig aa. to tien uur. Op het vliegveld Tjllilitan is een gedenk plaat, ter herinnering aan de kranige vlucht van de „Pelikaan”, die te Bandoeng In het toe stel was aangebracht, onthuld en door de Bur gerluchtvaart aan de K. L. M. overgedragen. De heer ir. Vreede hield een korte toespraak. De heer Koppen heeft namens de K. L. M. be dankt. Dadelijk daarop vertrok bet toestel. menschen, die bet voor me kunnen opknap pen”. Getuige: „Dat Is mogelijk.” Mr. Muller Massis: „Hebt u zooveel trawan ten op dat gebied?” Getuige: „Ik heb heelemaal geen trawanten. Wltbraad Is ook geen trawant van me, maar ik heb veel connecties op allerlei gebied. Er zijn wel eens menschen met rare voorstellen bjj me gekomen, waarvan ik bet niet zou verwachten." Officier: „Wie dan?”' Z. H. Exc. Mgr. O. Cobben, apostolisch vica ris van Finland, zal van zijn oude Slttardscbe schoolkameraden een borstkruis ontvangen. Pres.: JJat was dus hét eerste visitekaartje.* Get.: Ja” Tenslotte koost pet. dan toch tot de eonclu- Me, dat hU bet verbaal over bot flaconnetje *sd Onnes satt beeft geboord. 1 hei vai 1st 6p ha ver An de vai 1 toe Bal Da De vai OOI -1 ver hn en epn me< van hel bet zaa die eter O de D die hek thol «en verr In T ■pe Ni Ir de 1 met «int van Te Zuidbroek (Or.) is op 101-jarigen leeftijd overleden de weduwe E. T. ten Have, geb. Wle- chersMulder. Koning kan hier een niet erg bevredigend antwoord op geven. Hij vindt het vreemd en meent, dat het briefje verband houdt met de onderhandelingen over de uitbetaling van de beloonlng„*t houdt verband”.... „t moet*, mompelt hU binnensmonds. Mr. Kappeyne: „Er wordt in dat briefje ook over het oversturen van foto’s van schilde rijen gesproken, behoorde dat oversturen ook tot de code*. Getuige Koning kan er geen antwoord op geven. Officier (tot getuige): „Hebt u dien brief wel ooit van Onnes ontvangen?" Getuige: „Met zekerheid kan ik het niet zeggen. Mogelijk is het wel.” Mr. Kappeyne brengt dan weer de zg. ge camoufleerde briefwisseling Onnes-Konlng v.v. naar voren. Op zijn verzoek leest de griffier een briefje voor van Onnes aan Koning. Mr. Kappeyne vraagt, welke dan de oplossing Is van de code in dit briefje. Getuige: „Al werd ik ook op een gloeiende plaat gelegd, dan zou Ik bet nog niet zeg gen Vend.: „Hebt u niet meegedeeld, dat Onnes u voorstelde al de miniaturen in uw zakken te steken na ze uit de lijstjes te hebben gehaald?" Getuige Koning: Ja, InderdaadI" Verdachte: „Het is onzin, om te zeggen, dat de miniaturen uit de lijstjes te halen zijn, dat kan niet, het goud en zilver zit aan het glas gesoldeerd." Mr. Muller Massis kwam vervolgens terug op de beleening van de juweelen te Den Haag. Verd.: „Hoe lang hebt u het beleenlngsgeld in uw zak gehouden, u zegt immers het groot ste deel aan Onnes te hebben teruggegeven.” Get.: „Dat kan ik niet precies zeggen.” Verd.: „Voor den rechter-commlssaris hebt u gezegd, dat u het geld teruggaf toen Onnes in Den Haag was voor een familiefeestje.” Getuige weet het niet precies meer. Mr. Muller Massis dringt er op aan, dat ge tuige de volle waarheid zal zeggen. Get.: Ja, Ik merk het wel, u wilt on nauwkeurigheid vaststellen, maar daar trap ik niet In.” (Hilariteit). Naar de „Msb.” uit Rome verneemt, is minister Verschuur Vrijdag door Z. H. den Paus in au- dlëntie ontvangen. BRU88EL, 34 Februari Wanneer we Zaterdagmorgen te 10 uur voor het Koninklijk Paleis aankomen, is het plein reeds met troepen, zoowel voetvolk als cava lerie afgezet Voor den hoofdingang wacht een regiment gidsen te paard, met in den zoelen wind wapperende, driekleurige vlaggetjes. Achter de hekken is weer veel volk samenge stroomd, doch minder dan de beide voorgaande dagen. Dit gansche ta- freeltje wordt overgoten door heer lijke zonnestralen. B den vol) zoo gesl V tori ver en k» dei exi del zijl nie dij dei tie we tel en ■W *n Nuchtere vraag: Was het werkelijk zoo erg of moeten wij in dit sensatletje een trucje zien, dat veel en gaar ne aangewend wordt om iemand interessant en populair te maken? Pres.: „Was dat bezoek van Lange Willem Dog vóór de chantage Van Koning." Verd.: Ja, *t was nog vóór dien tijd.” Ook de heer Van Ledden Hulsebosch was in de zaak gebaald en deze geloofde, dat Lange .Willem méér van de zaak af wist. Verd.: Jonge Willem beweerde oa. tegen mij, dat assuradeuren van meening waren, dat ik van de inbraak afwist.” Al dergelijke dingen beïnvloedden mijn hou ding tegenover Koning, toen hij met zijn chan tagepogingen begon.” Mr. Kappeyne merkt op, dat dergelijke fan tastische verhalen, zooals Lange Willem op- dlschte, voor den heer Onnes schrikaanjagend waren. De president is het er niet mee eens. Mr. Muller Massis: „Ook het feit, dat de as surantie onaangenaam tegenover den heer On nes stond, was voor bem verontrustend. Boven dien bracht Jange Willem” zijn eerste be zoek op Nijenrode als „rechercheur.” Verdachte: „Inderdaad, „Lange Willem" gat zich uit voor rechercheur Mer. gaat toch een dief niet aoor zijn buis rondlelden. Pas veel later boorde ik, dat Lange Willem een man was, die al berhaaldelljk is veroordeeld. Onnes: ,Jk zou bet zeer op prijs st-*llen, dat dit punt nauwkeurig wordt onderzocht.” Off.: „Wist u al voor uw eerste bezoek op Nijenrode, dat Goudstikker in een deel van net kasteel exposeerde?” Get. Koning: Ja, dat had ik al gehoord. Ik wist dat er een belangengemeenschap Onnes Koning bestond.” g Officier (tot Koning).Heeft Onnes tegen over u nooit over de gevolgen van de z.g. in braak gesproken?” Get.: Ja. hU heeft gezegd: „Wat kan er op zitten. hoogstens twee, drie jaar en bovendien ze krijgen mij toch nooit, we staan tegenover elkaar: een tegen een!" Onnes lacht zacht voor zich heen, hetgeen voor den president aanleiding is otn te zeggen: „Verdachte, lacht u niet, de zaken d>e hier behandeld worden zijn ernstig genoeg". Naar aanleiding van een vraag van den Of ficier komt getuige Koning weer met een ver haal over zijn vroegere zakenrelaties met On nes. Ook in dit geval zou hij Onnes weer heb ben geholpen en zou Onnes tonnen aan hem, Koning, hebben verdiend. Officier: „Onnes heeft u nooit iets laten ver dienen of geholpen.” Getuige: „Neen nooit. Of ja, toch, maar dat was door een vergissing, toen verdiende ik wat aan hem.” „Dinsdagmiddag reed tie Algemeene Lei der met zijn auto op den straatweg b|j Breukelen, toen de achteras van zijn auto brak, tengevolge waarvan een der achter wielen eraf liep. Niettegenstaande hij een tamelijke vaart had en geweldig slingerde gelukte het aan Mussert den wagen in zijn macht te houden, zoodat het incident ge lukkig zonder persoonlijke ongelukken is af- geloopen. Ware de as even te voren gebroken, toen Mussert op de smalle wegen in de Vlnke- veensche plassen reed, dan zou hjj onher roepelijk te water zijn geraakt.” Zooals wtj gisteren reeds berichtten, hebben de Minister», volgens gebruik, hun ontslag aan geboden aan den nieuwen Koning. Z. M. Leopold m beeft dit ontslag niet aanvaard en Je Minister» blijven due op bun poet. I De Ministers van Staat hebben haar een adres van rouwbeklag, dankbaarheid en toe wijding gezonden. Er is nog geen beslissing genomen, waar de Konlngin-Weduwe Elisabeth zich zal gaan vestigen. Tot op het oogenbllk verblijft ztf nog op het paleis te Laeken. Het is opvallend, boe de Konlngin-Weduwe zich in deze dagen van alles zooveel mogelijk afzijdig houdt. ZU heeft den lijkdienst in een zijkapel bljgewoond en is daarna in een gesloten rijtuig naar Laeken gegaan, waar zjj slechts vanaf de tribune de begrafenis-plechtlgheden volgde. De 38-Jarige arbeider A. B. uit Jaarsveld, die verdacht wordt de hoofddader te zijn van da relletjes, welke na afloop der N. 8. B - vergade ring te Loplk plaats hadden, is na voorlooplge opsluiting in het arrestantenlokaal naar Utrecht overgebracht. De toestand van mej. V. en haar zoon, die tijdens de relletjes door een revolver schot werden getroffen, is vooruitgaande. Inderdaad. Even later gingen de deuren open, lakeien spreidden in allerijl kleeden uit en daarop verscheen het jonge Koninklijke Paar. Het enthousiasme van de menigte was onbeschrijfelijk. De eene hoera-kreet volgde de andere onmiddellijk op. De Koning en Konin gin dankten minzaam en trokken zich na en kele minuten weer in bet paleis terug. De kroningsfeesten waren ten einde. De rouw was teruggekeerd. PARUS, 34 Febr. Gisteren is met de „Europa" uit Amerika in Frankrijk gearriveerd mr. F. H. Fentener van Vlisslngen, voorzitter van de Internationale Kamer van Koophandel, in welke kwaliteit hij in de Veseenlgde Staten tal van besprekingen had met regeeringsperso- nen en verschillende zakenlieden en indus- trieelen. Desgevraagd verklaarde hij, dat ondanks de moeilijkheden waardoor bet schijnt, van Europa uit gezien, dat Amerika alle aandacht voor zich zelf noodig heeft, hij verbaasd was te consta- teeren, hoezeer de regeeringspersonen evenals de zakenlieden, de noodzakelijkheid erkennende van Internationale samenwerking voor het her stel van den internationalen handel, hun aan dacht aan deze samenwerking besteedden. Men was ten zeerste geïnteresseerd in de spoedige regeling van een aantal actueele vraagstukken, en was bereid aan een dergelijke regeling ook krachtig mede te werken. Dan werd door Kardinaal van Roey het „Te Deum” aangeheven, dat aanstonds werd over genomen door het koor van Mechelen, onder leiding van kanunnik van Nuffel. Het orgel werd bespeeld door den beer Jongen, directeur van het conservatorium te Brussel. Na afloop hiervan werd door een militaire kapel een schallende Brabanconne uitgevoerd. Vervolgens begaven allen zich weer naar bul ten, waar de vorstelijke personen en prinsen in de gereedstaande galakoetsen stegen en naar het paleis terugreden. Het gejubel van de men- schenmsnlgte was toen oorverdoovend. Onop houdelijk galmde bet „Leve de Koning,” „leve de Koningin” door de straten. Toen de koetsen de paleispoorten waren door gereden, galmde van alle kanten de kreet Ju Saloon”, Ju Balcon.” Naar eerst thans bekend wordt, heeft zich, toen Koning Leopold de kamer binnentrad om den eed af te leggen, nog een incident voor gedaan. De communistische afgevaardigden, die niet in offldeele kleedlj waren verschenen, bleven tijdens het binnenkomen van den Koning zitten en, toen de afgevaardigden Z. M. toe juichten. sprongen zij op en schreeuwden ..Leve de republiek”. Hun kreet ging echter verloren in bet gejuich voer den koning. Bfjn. Bovendien waren schilderijen in dien tijd volkomen onbeteenbaar. Get. kan niet met zekerheid zeggen, wie die gecamoufleerde vorm van eorrespondeeren beeft bedacht, hl) of Onnes. Pres.: „Wanneer to er over dien vorm van correspondentie voor het eerst gesproken?" Getuige: Al lag ik ook onder de guillotine, Ik zou het niet precies weten.” wijze leeg, aldus pL en wanneer bet ver zoek Inzake Koning wordt Ingewilligd, dan ver zoekt pl. met klem ook Onnes in vrijheid te stellen of zijn voorlooplge hechtenis onder voorwaarden desnoods te schorsen. De Officier mrvan Dullemen is er vóór, geen van beide verdachten in vrijheid te stellen, te meer, daar in de zaak Onnes, nog vele getuigen moeten worden gehoord. Na raadkamer deelt de president mede, dat de rechtbank geen termen vindt om Onnes thans in vrijheid te stellen. Weshalve het ver zoek wordt afgewezen. Hierop wordt de zaak Koning afgeroepen. Onnes wordt uit de saai weggevoerd, sfjn zaak to geschorst tot Dinsdag. Mr. Levenbach krijgt dan gelegenheid zijn verzoek tot invrijheidstelling van Koning toe te lichten. De Officier refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Na raadkamer acht de rechtbank termen aanwezig om op bet verzoek van den verdediger tn te gwi. rira.. veraacnie unnes nog meer geld bij zich, toen hij U in Parkzicht onder het ta feltje door het geld gaf?” Getuige: ,Jk heb toen nog tegen Onnes ge zegd: ,gorg nu dat je gauw de rest geeft”, dan is de zaak uit de wereld. Onnes antwoordde toen: „als je eens wist hoeveel moeite het me heeft gekost, om dit sommetje bij elkaar te krjjgen”. Maar hl) had dien dag nog 12.000 in zijn zak.” Pres.: .Hoe weet U dat?” Get. K.: „Van den rechtercommissaris.” Pres.: „U hebt Onnes ook eens gevraagd, waarom hij zich in zoon avontuur stortte om zoo n klein bedrag.” Get.: Ja, Onnes zei toen dat hij geld noo dig had, als ’t om grootere 'bedragen gaat, be talen de verzekeringen niet zoo vlot uit en moet je procedeeren, zoo n betrekkelijk klein bedrag gaat makkelijker.” Pres.: „Wanneer weigerde Onnes pertinent te betalen?” Get.: „Bij mn laatste bezoek op Nijenrode.” Koning grijpt nogmaals de gelegenheid aan, om er tegen te protesteeren, dat hij door Onnes van chantage wordt beschuldigd. „Dat is een blaam, waarvan ik gezuiverd moet wmden....” roept hij uit. Herhaaldelijk heb ik in vroeger jaren Onnes geholpen en dit is mijn dank. Nooit heb ik een cent van hem gehad. Onnes vertelt dan over eenige zaken, door hem en Koning vlak na den oorlog samen ge dreven. In deze gevallen heeft verd. financieele hulp geboden aan Koning en niet Koning aan hem. Koning handhaaft zijn bewering, dat hij Onnes indertijd met twee ton heeft geholpen. De president is van meening, dat het ge tuige'» handschrift wél is. Koning geeft dan volmondig toe de briefjes te hebben geschre ven. Get.: „Waar zijn ze gevonden?” Pres.: „Bij huiszoeking bij Wltbraad, hij had ze achter den spiegel verstopt. Mr. Kappeyne Informeert dan bij Koning boe diens financieele toestand was. Getuige: Niet rooskleurig! Mr. Kappeyne: Kende u Wltbraad vroeger goed, kon u precies op hem aan. gaf u Wlt- braad's adres wel eens op al» uw postadres? Koning: Andere brieven dan die voor één dame, die werkelijk een dame te, liet ik er nooit komen en Ik kan de brieven desnoods toonen, niet aan u, meneer Kappeyne, maar aan den president De verdachte vraagt dan aan Koning, welke hij dacht dat zijn motieven waren otn hem bij zijn ie of 2e bezoek op Nijenrode een zoo mis dadig voorstel te doen. Koning kan zich hierover niet uitlaten, om dat hij zooals hjj zegt de gevoelen» van den heer Onnes niet kent De heer Onnes zegt dan, dat Koning in de herfst van 1837 bij hem Is geweest met het ver zoek te particlpleeren In den renstal, die Ko ning in Dultachland had. Verdachte bad ge weigerd. „Hét was later niet meer noodig want op 7 December verbrandde de renstal met 3 paarden De renstallen en de brand winden Koning erg op. Hij ontkent in dien tijd bij Onnes te zijn geweest. „Br waren 48 paarden in de stallen, één stal met 8 paarden 1* verbrand, en daarbij was er een, dat mij 30.000 gulden had opge bracht bij de rennen. Als men van „de stal” spreekt, zou men denken, dat alle paarden wa ren omgekomen. Verd.: Koning heeft gezegd, dat ik tegen hem heb beweerd, dat de „Inbrekers" niet bang behoefden te zijn, voor politie, want dat die nooit bij het kasteel of in de buurt daarvan kwam. Dit te volkomen onjuist, er wordt door de politie zeer regelmatig gepatrouilleerd. Ik weet dit zeker, ik ben gemeenteraadslid geweest en spreek, wat dit onderwerp betreft, met kennis van zaken. Verdachte: Ik wil nog herinneren aan de wijze, waarop Koning tot een bekentente kwam. Aanvankelijk bleef hij halsstarrig ontkennen, zelfs toen de brieven achter den spiegel wer den gevonden bleef hU ontkennen. Daarna kwam mijn verklaring. Toen ze hem werd voor gelezen, heeft h(j den gemakkelijksten weg ge- koeen. Door zijn beschuldiging tegen ml) maak- te hij zichzelf van hoofddader tot medeplich tige, die hier thans onder eede wordt geboord. Op mijn verleden valt niets te zeggen en ik heb herhaaldelijk aangeboden onder eede te wor den gehoord. De president deelt dan mede, dat de aaak Onnes zal worden geschorst. Mr. Muller Massis verzoekt het woord. Het te hem bekend dat zoo direct de zaak Koning weer zal worden afgeroepen en dat mr. Leven bach een verzoek tot diens invrijheidstelling aal Moca. Hrt Huls van Bewaring loopt op deae Kardinaal van Roey treedt het Koninklijk Paar te gemoet en houdt een korte rede, waarin hij namens het geheels Episcopaat en de geloovigen, uiting geeft aan hun diepe verknochtheid en toewijding. De af- geloopen dagen hebben bewezen dat er een onverbreekbare eenheid bestaat tusschen het Belgische Vorstenhuis en de Natie. Deze rede, uitgesproken In het Fransch. werd door den Koning beantwoord, waarin hij o.a. in herinnering bracht de woorden, die zijn vader hier op dezelfde plaats voor eenige jaren had gesproken. „De gods dienst van Christus te bet patriottisme der Konlngen.’ Ik ga thans den Almachtige aanroepen om Hem te vragen, mij in mijn zware taak te steunen. Daarop begaf men zich naar bet hoofdaltaar. Vooraan gingen de Koning en Koningin, ge volgd door den Kardinaal en verschillende Prinsen. Links van het hoofdaltatir stond de konink lijke troon, waarop de Koning en Koningin, be nevens de vader van de Koningin, hadden plaats genomen. Achter den troon hadden de kerkvorsten en diplomaten bun plaatsen. „Het Volk” berichtte dezer dagen over natio naal-socialistische propaganda, gevoerd op de Panderfabrleken in Den Haag. De Jtes -bode” heeft daarover inlichtingen gevraagd. De directie heeft daarop geantwoord, dat elke vorm van godsdienstige of propaganda op haar terrein als beschouwd moet worden. Besloten Is, dat propaganda als bovenbe doeld op haar terreinen niet geduld zal worden en ten strengste verboden zal zijn voor ieder een, beboorende tot de firma. Bü een gesprek tusschen getuige en Onnes had de laatste hem verteld, dat men hem een toto van een flaconnetje had laten zien. Onnes had gezegd, dat hl) het voorwerp niet herkende, later was men met het echte fla- eonnetje op de proppen gekomen, htj Onnes had er toen niet langer om heen kunnen draaien en gezegd, dat bet flaconnetje van bem ^ftéaTjreet U dat van Wltbraad of Onnes?” Ort.: „*tKan ook. dat ik t van Wltbraad heb geboord....** „Volk en Vaderland” brengt onderstaand be richt, lichtelijk sensationeel opgemaakt, ge ïllustreerd met ’sheeren Mussert'» portret: autoriteiten reeds plaats genomen. Ook daar heeft een peleton infanterie post gevat. Wan neer een minister of andere hoogwaardlghelds- bekleeder aankomt, weerklinkt klaroengeschal. De kerk is versierd met roode draperieën, die van de gewelven tegen de zware kolommen naar beneden hangen, met schilden, Belgische en Congoleesche vlaggen. Te 11 uur vormt zich de stoet van prelaten, die vanuit het koor naar den Ingang der kerk gaan. Vooraan gaat Kardinaal van Roey, Aartsbisschop van Mechelen, met mijter en staf temidden van twee kanunniken, vervolgens Mgr. Marinis, Deken van Hhissel, de Bisschoppen van Namen, Luik, Gent, Brugge en Doornik, allen in purpergewaad, Mgr. Prins de Croi, Deken van Bergen, verder de pastoors van Brussel. Het is 11 uur wanneer wjj in de verte mili taire muziek en hoerageroep hooren. Weinige oogenbUkken later treden Koning Leopold en Koningin Astrid binnen, militaire bevelen weerklinken, klaapenen schallen. De griffier leest dan de chantage-brieven van Wltbraad aan Onnes voor, welke brieven zijn ontworpen door Koning. Wltbraad was tot verzending besloten, na een bezoek aan bet kasteel te hebben gebracht. Koning geeft toe, dit briefje te hebben ge schreven. Samen heeft hij met Wltbraad in een melksalon op het Damrak de brief opge steld en geschreven. In deze brieven werd Onnes gesommeerd te betalen. Eerst had Wltbraad een ander epistel ontworpen, doch dit werd door Koning afge keurd, hij zou het zelf wel verbeteren.... Officier: „Het te uw handschrift niet.” Verd.: ,Jk protesteer tegen alle onwaarheden die hier worden verteld, ik protesteer.... Ik wil er slechts tegenover stellen, dat zij komen van de zijde van een man, wiens paden verlicht zijn, door branden In zijn huls In Utrecht e a„ In zijn renstallen, waar levende paarden om kwamen. Pres.: „Kunt u dat be we ijzen?” Verd.: „Ik zeg geen enkel woord, dat ik niet bewijzen kan. we zullen over die brandgeschie- denisaen hier nog heel wat meer hooren. dan Koning lief te Pres.: Van wat verd. Onnes Koning zooeven aanwreef is in Nederland officieel niets be kend. De terechtzitting wordt geschorst tot 3 uur. De belangstelling voor de zaak Onnes van Nijenrode te onverflauwd bij den Zaterdagschen zittingsdag. Gereserveerde en publieke tribune BUn weer stampvol als te klokke tien de reent- bank binnenkomt Onnes te even te voren binnengebracht, hU maakt weer een rustigen Indruk. Na een kort gesprek met zijn verdedigers gaat hij kalm in het bankje zitten na^st den veldwachter. Eerst worden enkele getuigen, die vandaag nog niet aan de beurt zullen komen, voorge roepen; zij mogen voorloopig weer naar huls gaan tot ze een nadere oproeping krijgen. Inspecteur Postma en de rechercheurs Loo- man en de Welllé worden achtereenvolgens voorgeroepen, om den president In te lichten over Jange Willem”, een onderwereldfiguur, wiens naam in het proces ter sprake Is geko men. Lange Willem was met een fantastisch verhaal bij de assuradeuren geweest: hl) zou geweten hebben, dat de inbraste plaats zou heb ben, hij zou dien nacht op de loer hebben ge legen en gezien hebben, dat de burchtheer de schilderijen aan de „dieven” aangaf. Het ver- haal van Willem berustte echter geheel op fan tasia. Lange Willem was oa. met zijn verhaal bij den assuradeur v. d. Dussen gekomen. La ter was hij ook naar Onnes gegaan en hij had er op gedoeld zoo vertelt verd. thans dat hij (Onnes) meer van de zaak afwist. De verd. h»d zich onmiddellijk tot de politie gewend. leden week Zaterdag in vrijheid werd gesteld, wordt even voorgeroepen om hem te vertellen, dat hjj pas Dinsdag zal worden gehoord als getuige.-’ Wltbraad: „Dank u vriendelijk, president, luisteren in de zaal mag ik zeker niet?” Pres.: „Neen, pas als u als getuige gehoord bent.” -. Wltbraad (uiterst vriendelijk): J>ank u be leefd president Koning komt weer voor het hekje. Mr Mul ler Massis stelt hem nog eenige vragen: „U wei gerde zelf de boel weg te halen, omdat u zoo hoestte Is er toen over een verdoovlngsmlddel gesproken door Onnes?” Get.: „Er is in ieder geval later over praat. Er was een oogenbllk sprake van. Wltbraad c.s. de schilderijen, miniaturen zouden terugbrengen. Onnes had me gevraagd uit te vlsschen, wanneer dat zou gebeuren. Ik zou me dan als de boel weer op het erf zou worden terpggebracht verdekt opstillen In het tuinhuisje om de zaak in ontvangst te ne men. Ik hoestte echter nog erg en toen is er misschien over verdoovende middelen gespro ken.” Mr. Muller MaSsls: „Toen u met Wltbraad over het weghalen sprak, hebt u o.a. gezegd: „Als u het niet doet, dan heb Ik nog wel andere Verder had Mr. Verschuur gisteren een con ferentie met de Italiaansche Ministers van Handel en Verkeerswezen, ter bespreking van verschillende gemeenschappelijke Italiaansch- Nederlandsche belangen, welke besprekingen, naar gehoopt wordt, sullen lelden tot verbete ring van de handelsbetrekkingen tusschen beide landen. Het verhoor van Koning wordt dan voorge zet. De zesmaandswtesels komen weer ter sprake. Het waren oorspronkelijk zesmaanswlssels, maar later werd besloten er drie maandswis- aels van te maken. Getuige: Ik hoop president, dat U mij dui delijk omschreven vragen wilt stellen, dan kan ik duidelijk en precies antwoorden, want er is mij verweten, dat ik onnauwkeurig en onzeker antwoordde op de vorige zitting. Ik sprak toen o.a. van expertises In het begin van het jaar, bet bleek toen einde Maart te zijn. Natuurlijk reken ik dat ook by het begin van het jaar. Mr. Muller Massis: Ik heb toen willen aan toon» een onwaarheid van getuige Koning voor den rechter-commlssaris. Offlder: Onjuistheid 1 Ook verdachte windt Bieb op; de president legt bem bet zwijgen op. Mr. Muller Massis: Als meneer de Officier het liever „onjuistheid noemt, to bet ml) ook goed. Verdachte: IGaat om de betrouwbaarheid van getuige Koning. De expertises zUn aange vraagd op tateren tijd, dan door getuige wordt voor geschreven. Officier: „Wat wilde U er dan mee bewtf- Ben?" Verd.: Jlleen dit, dat de correspondentie tusschen mij en getuige betrekking had op een reéele schilderijenhandel en dat er van camou flage geen sprake was. Een expertise koet pijn. /300— en die zou Koning niet uitgeven voor een camouflage. Pres.: „Maar boe zou Koning die schilde rijen kunnen betoenen, dte schilderijen waren B|jn eigendom nlett" Verd.: Alle effecten kunnen toch ook herbe- Jeend worden.” Mr. Muller Massis: „De koopsom kan toch betaald worden uit de beleensom....” Een verward debat tusschen president, ge tuige, verdachte en verdediging volgt Uitvoerig zet Onnes uiteen, dat de expertises gevraagd werden in verband met werkelijke beleening van schilderijen. Getuige Koning ontkent dit met klem. Over prof. Vogelsang, den expert, heeft getuige slechts één keer met Onnes gesproken. Bovendien heb ik nóóit expertise aange- vraagd op schilderijen, die niet mtjn eigendom y. •W:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 12