De zaak van Nijenrode
20 ets.
HET PLECHTIG TE DEUM
IN DE ST. GOEDELE
voor
Kard. van Roey
Een toespraak van
HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden
DUEL ONNES-KONING
De godsdienst van Christus
is het patriottisme der
Koningen
Ovatie aan Koning
en Koningin
’1
De „Algemeen Leider*
DE INHULDIGINGSPLECHTIGHEDEN VAN KONING LEOPOLD III
Aan een groot gevaar ontsnapt?
i
Koning in vrijheid
DE KRANIGE „PELIKAAN”
Een gedenkplaat in den „vogel”
Het vertrek van het paleis te Brussel naar de St. Goedele, waar het Te Deum werd gezongen
Duurder brood?
Juist standpunt
DE RELLETJES TE LOPIK
Contingenteering van meel?
Gloeiende plaat
Brandstichting
Chantage
Voortgezet verhoor Konings
Witbrood weer present
B1SSCHOPSGESCHENK
De renstallen
101-jarige overleden
Het visitekaartje
Koning vry
Getuige Koning geeft toe te samen
met Wit braad een chantage
brief te hebben opgesteld
en verzonden
MINISTER VERSCHUUR
BIJ DEN PAUS
Toestand dar slachtoffers
vooruitgaande
MR. FENTENER VAN VLISSIN.
GEN WEER ÏN EUROPA
De voorzitter der Int. Kamer van
Koophandel over zyn Ameri-
kaansche reis
I
-1
MAANDAG 26 FEBRUARI 1934
(Vervolg)
j
aa
geschorst
(Van onzen eigen redacteur)
1
1
WU begeven ons naar de Ste Goedele door de
Koningsstraat, die ook door troepenafdeehngen
Is afgezet. Daar tusschen hebben verschillende
militaire muziekkorpsen plaat* genomen. Aan
de gevels der hulzen zijn de rouwvlaggen he
den vervangen door feestwlmpeta
In de hoof dkerk hebben de verschillende
De N. V. Meelfabrieken der Nederl. Bakkerij
te Rotterdam heeft zich met een verzoekschrift
tot den Minister van Economische Zaken ge
wend om haar bezwaren kenbaar te maken
tegen contingenteerlng der maaltndustrie. Zij
verwacht daarvan stijging der meel- en brood
prijzen, en stelt tot saneering der meelindustrie
een apder middel voor, t. w. opkoopen en stil
leggen der oneconomisch werkende fabrieken.
politieke
ongewenscht
Na de pauze wordt het getuigenverhoor in
de zaak-Onnes voortgezet. Wltbraad, die ver-
ge-
dat
etc.
Bi) de plechtige eedaflegging van den nieuwen
Koning werd zij wel verwacht. Tot 11 uur heeft
haar stoel naast die van Koningin Astrid ge
staan, maar op het laatste oogenbllk werd die
weggebaald.
Onder verschillende voorwaarden wordt do
voorlooplge hechtenis van Koning geschorst.
De voorwaarden zijn ongeveer gelijkluidend aan
die. opgelegd aan Wltbraad. HU zal in Amstew
dam moeten wonen en zich op eerste aanma
ning ter zitting vervoegen.
De rechtzitting wordt geschorst tot Dl nodig
aa. to tien uur.
Op het vliegveld Tjllilitan is een gedenk
plaat, ter herinnering aan de kranige vlucht
van de „Pelikaan”, die te Bandoeng In het toe
stel was aangebracht, onthuld en door de Bur
gerluchtvaart aan de K. L. M. overgedragen.
De heer ir. Vreede hield een korte toespraak.
De heer Koppen heeft namens de K. L. M. be
dankt. Dadelijk daarop vertrok bet toestel.
menschen, die bet voor me kunnen opknap
pen”.
Getuige: „Dat Is mogelijk.”
Mr. Muller Massis: „Hebt u zooveel trawan
ten op dat gebied?”
Getuige: „Ik heb heelemaal geen trawanten.
Wltbraad Is ook geen trawant van me, maar ik
heb veel connecties op allerlei gebied. Er zijn
wel eens menschen met rare voorstellen bjj me
gekomen, waarvan ik bet niet zou verwachten."
Officier: „Wie dan?”'
Z. H. Exc. Mgr. O. Cobben, apostolisch vica
ris van Finland, zal van zijn oude Slttardscbe
schoolkameraden een borstkruis ontvangen.
Pres.: JJat was dus hét eerste visitekaartje.*
Get.: Ja”
Tenslotte koost pet. dan toch tot de eonclu-
Me, dat hU bet verbaal over bot flaconnetje
*sd Onnes satt beeft geboord.
1
hei
vai
1st
6p
ha
ver
An
de
vai
1
toe
Bal
Da
De
vai
OOI
-1
ver
hn
en
epn
me<
van
hel
bet
zaa
die
eter
O
de
D
die
hek
thol
«en
verr
In
T
■pe
Ni
Ir
de 1
met
«int
van
Te Zuidbroek (Or.) is op 101-jarigen leeftijd
overleden de weduwe E. T. ten Have, geb. Wle-
chersMulder.
Koning kan hier een niet erg bevredigend
antwoord op geven. Hij vindt het vreemd en
meent, dat het briefje verband houdt met de
onderhandelingen over de uitbetaling van de
beloonlng„*t houdt verband”.... „t moet*,
mompelt hU binnensmonds.
Mr. Kappeyne: „Er wordt in dat briefje ook
over het oversturen van foto’s van schilde
rijen gesproken, behoorde dat oversturen ook
tot de code*.
Getuige Koning kan er geen antwoord op
geven.
Officier (tot getuige): „Hebt u dien brief wel
ooit van Onnes ontvangen?"
Getuige: „Met zekerheid kan ik het niet
zeggen. Mogelijk is het wel.”
Mr. Kappeyne brengt dan weer de zg. ge
camoufleerde briefwisseling Onnes-Konlng v.v.
naar voren. Op zijn verzoek leest de griffier
een briefje voor van Onnes aan Koning.
Mr. Kappeyne vraagt, welke dan de oplossing
Is van de code in dit briefje.
Getuige: „Al werd ik ook op een gloeiende
plaat gelegd, dan zou Ik bet nog niet zeg
gen
Vend.: „Hebt u niet meegedeeld, dat Onnes
u voorstelde al de miniaturen in uw zakken te
steken na ze uit de lijstjes te hebben gehaald?"
Getuige Koning: Ja, InderdaadI"
Verdachte: „Het is onzin, om te zeggen, dat
de miniaturen uit de lijstjes te halen zijn, dat
kan niet, het goud en zilver zit aan het glas
gesoldeerd."
Mr. Muller Massis kwam vervolgens terug op
de beleening van de juweelen te Den Haag.
Verd.: „Hoe lang hebt u het beleenlngsgeld
in uw zak gehouden, u zegt immers het groot
ste deel aan Onnes te hebben teruggegeven.”
Get.: „Dat kan ik niet precies zeggen.”
Verd.: „Voor den rechter-commlssaris hebt
u gezegd, dat u het geld teruggaf toen Onnes
in Den Haag was voor een familiefeestje.”
Getuige weet het niet precies meer.
Mr. Muller Massis dringt er op aan, dat ge
tuige de volle waarheid zal zeggen.
Get.: Ja, Ik merk het wel, u wilt on
nauwkeurigheid vaststellen, maar daar trap ik
niet In.” (Hilariteit).
Naar de „Msb.” uit Rome verneemt, is minister
Verschuur Vrijdag door Z. H. den Paus in au-
dlëntie ontvangen.
BRU88EL, 34 Februari
Wanneer we Zaterdagmorgen te
10 uur voor het Koninklijk Paleis
aankomen, is het plein reeds met
troepen, zoowel voetvolk als cava
lerie afgezet Voor den hoofdingang
wacht een regiment gidsen te paard,
met in den zoelen wind wapperende,
driekleurige vlaggetjes. Achter de
hekken is weer veel volk samenge
stroomd, doch minder dan de beide
voorgaande dagen. Dit gansche ta-
freeltje wordt overgoten door heer
lijke zonnestralen.
B
den
vol)
zoo
gesl
V
tori
ver
en
k»
dei
exi
del
zijl
nie
dij
dei
tie
we
tel
en
■W
*n Nuchtere vraag:
Was het werkelijk zoo erg of moeten wij in
dit sensatletje een trucje zien, dat veel en gaar
ne aangewend wordt om iemand interessant en
populair te maken?
Pres.: „Was dat bezoek van Lange Willem
Dog vóór de chantage Van Koning."
Verd.: Ja, *t was nog vóór dien tijd.”
Ook de heer Van Ledden Hulsebosch was in
de zaak gebaald en deze geloofde, dat Lange
.Willem méér van de zaak af wist.
Verd.: Jonge Willem beweerde oa. tegen
mij, dat assuradeuren van meening waren, dat
ik van de inbraak afwist.”
Al dergelijke dingen beïnvloedden mijn hou
ding tegenover Koning, toen hij met zijn chan
tagepogingen begon.”
Mr. Kappeyne merkt op, dat dergelijke fan
tastische verhalen, zooals Lange Willem op-
dlschte, voor den heer Onnes schrikaanjagend
waren. De president is het er niet mee eens.
Mr. Muller Massis: „Ook het feit, dat de as
surantie onaangenaam tegenover den heer On
nes stond, was voor bem verontrustend. Boven
dien bracht Jange Willem” zijn eerste be
zoek op Nijenrode als „rechercheur.”
Verdachte: „Inderdaad, „Lange Willem" gat
zich uit voor rechercheur Mer. gaat toch een
dief niet aoor zijn buis rondlelden. Pas veel
later boorde ik, dat Lange Willem een man
was, die al berhaaldelljk is veroordeeld.
Onnes: ,Jk zou bet zeer op prijs st-*llen, dat
dit punt nauwkeurig wordt onderzocht.”
Off.: „Wist u al voor uw eerste bezoek op
Nijenrode, dat Goudstikker in een deel van net
kasteel exposeerde?”
Get. Koning: Ja, dat had ik al gehoord. Ik
wist dat er een belangengemeenschap Onnes
Koning bestond.” g
Officier (tot Koning).Heeft Onnes tegen
over u nooit over de gevolgen van de z.g. in
braak gesproken?”
Get.: Ja. hU heeft gezegd: „Wat kan er op
zitten. hoogstens twee, drie jaar en bovendien
ze krijgen mij toch nooit, we staan tegenover
elkaar: een tegen een!"
Onnes lacht zacht voor zich heen, hetgeen
voor den president aanleiding is otn te zeggen:
„Verdachte, lacht u niet, de zaken d>e hier
behandeld worden zijn ernstig genoeg".
Naar aanleiding van een vraag van den Of
ficier komt getuige Koning weer met een ver
haal over zijn vroegere zakenrelaties met On
nes. Ook in dit geval zou hij Onnes weer heb
ben geholpen en zou Onnes tonnen aan hem,
Koning, hebben verdiend.
Officier: „Onnes heeft u nooit iets laten ver
dienen of geholpen.”
Getuige: „Neen nooit. Of ja, toch, maar dat
was door een vergissing, toen verdiende ik wat
aan hem.”
„Dinsdagmiddag reed tie Algemeene Lei
der met zijn auto op den straatweg b|j
Breukelen, toen de achteras van zijn auto
brak, tengevolge waarvan een der achter
wielen eraf liep. Niettegenstaande hij een
tamelijke vaart had en geweldig slingerde
gelukte het aan Mussert den wagen in zijn
macht te houden, zoodat het incident ge
lukkig zonder persoonlijke ongelukken is af-
geloopen.
Ware de as even te voren gebroken, toen
Mussert op de smalle wegen in de Vlnke-
veensche plassen reed, dan zou hjj onher
roepelijk te water zijn geraakt.”
Zooals wtj gisteren reeds berichtten, hebben
de Minister», volgens gebruik, hun ontslag aan
geboden aan den nieuwen Koning. Z. M.
Leopold m beeft dit ontslag niet aanvaard en
Je Minister» blijven due op bun poet.
I
De Ministers van Staat hebben haar een
adres van rouwbeklag, dankbaarheid en toe
wijding gezonden.
Er is nog geen beslissing genomen, waar de
Konlngin-Weduwe Elisabeth zich zal gaan
vestigen. Tot op het oogenbllk verblijft ztf nog
op het paleis te Laeken. Het is opvallend, boe
de Konlngin-Weduwe zich in deze dagen van
alles zooveel mogelijk afzijdig houdt. ZU heeft
den lijkdienst in een zijkapel bljgewoond en
is daarna in een gesloten rijtuig naar Laeken
gegaan, waar zjj slechts vanaf de tribune de
begrafenis-plechtlgheden volgde.
De 38-Jarige arbeider A. B. uit Jaarsveld, die
verdacht wordt de hoofddader te zijn van da
relletjes, welke na afloop der N. 8. B - vergade
ring te Loplk plaats hadden, is na voorlooplge
opsluiting in het arrestantenlokaal naar Utrecht
overgebracht. De toestand van mej. V. en haar
zoon, die tijdens de relletjes door een revolver
schot werden getroffen, is vooruitgaande.
Inderdaad. Even later gingen de deuren open,
lakeien spreidden in allerijl kleeden uit en
daarop verscheen het jonge Koninklijke
Paar. Het enthousiasme van de menigte was
onbeschrijfelijk. De eene hoera-kreet volgde de
andere onmiddellijk op. De Koning en Konin
gin dankten minzaam en trokken zich na en
kele minuten weer in bet paleis terug. De
kroningsfeesten waren ten einde. De rouw was
teruggekeerd.
PARUS, 34 Febr. Gisteren is met de
„Europa" uit Amerika in Frankrijk gearriveerd
mr. F. H. Fentener van Vlisslngen, voorzitter
van de Internationale Kamer van Koophandel,
in welke kwaliteit hij in de Veseenlgde Staten
tal van besprekingen had met regeeringsperso-
nen en verschillende zakenlieden en indus-
trieelen.
Desgevraagd verklaarde hij, dat ondanks de
moeilijkheden waardoor bet schijnt, van Europa
uit gezien, dat Amerika alle aandacht voor zich
zelf noodig heeft, hij verbaasd was te consta-
teeren, hoezeer de regeeringspersonen evenals
de zakenlieden, de noodzakelijkheid erkennende
van Internationale samenwerking voor het her
stel van den internationalen handel, hun aan
dacht aan deze samenwerking besteedden. Men
was ten zeerste geïnteresseerd in de spoedige
regeling van een aantal actueele vraagstukken,
en was bereid aan een dergelijke regeling ook
krachtig mede te werken.
Dan werd door Kardinaal van Roey het „Te
Deum” aangeheven, dat aanstonds werd over
genomen door het koor van Mechelen, onder
leiding van kanunnik van Nuffel. Het orgel
werd bespeeld door den beer Jongen, directeur
van het conservatorium te Brussel. Na afloop
hiervan werd door een militaire kapel een
schallende Brabanconne uitgevoerd.
Vervolgens begaven allen zich weer naar bul
ten, waar de vorstelijke personen en prinsen
in de gereedstaande galakoetsen stegen en naar
het paleis terugreden. Het gejubel van de men-
schenmsnlgte was toen oorverdoovend. Onop
houdelijk galmde bet „Leve de Koning,” „leve
de Koningin” door de straten. Toen de koetsen
de paleispoorten waren door gereden, galmde
van alle kanten de kreet Ju Saloon”, Ju
Balcon.”
Naar eerst thans bekend wordt, heeft zich,
toen Koning Leopold de kamer binnentrad om
den eed af te leggen, nog een incident voor
gedaan. De communistische afgevaardigden, die
niet in offldeele kleedlj waren verschenen,
bleven tijdens het binnenkomen van den Koning
zitten en, toen de afgevaardigden Z. M. toe
juichten. sprongen zij op en schreeuwden
..Leve de republiek”. Hun kreet ging echter
verloren in bet gejuich voer den koning.
Bfjn. Bovendien waren schilderijen in dien tijd
volkomen onbeteenbaar.
Get. kan niet met zekerheid zeggen, wie die
gecamoufleerde vorm van eorrespondeeren
beeft bedacht, hl) of Onnes.
Pres.: „Wanneer to er over dien vorm van
correspondentie voor het eerst gesproken?"
Getuige: Al lag ik ook onder de guillotine,
Ik zou het niet precies weten.”
wijze leeg, aldus pL en wanneer bet ver
zoek Inzake Koning wordt Ingewilligd, dan ver
zoekt pl. met klem ook Onnes in vrijheid te
stellen of zijn voorlooplge hechtenis onder
voorwaarden desnoods te schorsen.
De Officier mrvan Dullemen is er vóór, geen
van beide verdachten in vrijheid te stellen, te
meer, daar in de zaak Onnes, nog vele getuigen
moeten worden gehoord.
Na raadkamer deelt de president mede, dat
de rechtbank geen termen vindt om Onnes
thans in vrijheid te stellen. Weshalve het ver
zoek wordt afgewezen.
Hierop wordt de zaak Koning afgeroepen.
Onnes wordt uit de saai weggevoerd, sfjn zaak
to geschorst tot Dinsdag.
Mr. Levenbach krijgt dan gelegenheid zijn
verzoek tot invrijheidstelling van Koning toe
te lichten.
De Officier refereert zich aan het oordeel
van de rechtbank.
Na raadkamer acht de rechtbank termen
aanwezig om op bet verzoek van den verdediger
tn te gwi.
rira.. veraacnie unnes nog meer geld
bij zich, toen hij U in Parkzicht onder het ta
feltje door het geld gaf?”
Getuige: ,Jk heb toen nog tegen Onnes ge
zegd: ,gorg nu dat je gauw de rest geeft”, dan
is de zaak uit de wereld. Onnes antwoordde
toen: „als je eens wist hoeveel moeite het me
heeft gekost, om dit sommetje bij elkaar te
krjjgen”. Maar hl) had dien dag nog 12.000 in
zijn zak.”
Pres.: .Hoe weet U dat?”
Get. K.: „Van den rechtercommissaris.”
Pres.: „U hebt Onnes ook eens gevraagd,
waarom hij zich in zoon avontuur stortte om
zoo n klein bedrag.”
Get.: Ja, Onnes zei toen dat hij geld noo
dig had, als ’t om grootere 'bedragen gaat, be
talen de verzekeringen niet zoo vlot uit en moet
je procedeeren, zoo n betrekkelijk klein bedrag
gaat makkelijker.”
Pres.: „Wanneer weigerde Onnes pertinent te
betalen?”
Get.: „Bij mn laatste bezoek op Nijenrode.”
Koning grijpt nogmaals de gelegenheid aan,
om er tegen te protesteeren, dat hij door Onnes
van chantage wordt beschuldigd. „Dat is een
blaam, waarvan ik gezuiverd moet wmden....”
roept hij uit. Herhaaldelijk heb ik in vroeger
jaren Onnes geholpen en dit is mijn dank.
Nooit heb ik een cent van hem gehad.
Onnes vertelt dan over eenige zaken, door
hem en Koning vlak na den oorlog samen ge
dreven. In deze gevallen heeft verd. financieele
hulp geboden aan Koning en niet Koning
aan hem. Koning handhaaft zijn bewering,
dat hij Onnes indertijd met twee ton heeft
geholpen.
De president is van meening, dat het ge
tuige'» handschrift wél is. Koning geeft dan
volmondig toe de briefjes te hebben geschre
ven.
Get.: „Waar zijn ze gevonden?”
Pres.: „Bij huiszoeking bij Wltbraad, hij had
ze achter den spiegel verstopt.
Mr. Kappeyne Informeert dan bij Koning
boe diens financieele toestand was.
Getuige: Niet rooskleurig!
Mr. Kappeyne: Kende u Wltbraad vroeger
goed, kon u precies op hem aan. gaf u Wlt-
braad's adres wel eens op al» uw postadres?
Koning: Andere brieven dan die voor één
dame, die werkelijk een dame te, liet ik er nooit
komen en Ik kan de brieven desnoods toonen,
niet aan u, meneer Kappeyne, maar aan den
president
De verdachte vraagt dan aan Koning, welke
hij dacht dat zijn motieven waren otn hem bij
zijn ie of 2e bezoek op Nijenrode een zoo mis
dadig voorstel te doen.
Koning kan zich hierover niet uitlaten, om
dat hij zooals hjj zegt de gevoelen» van
den heer Onnes niet kent
De heer Onnes zegt dan, dat Koning in de
herfst van 1837 bij hem Is geweest met het ver
zoek te particlpleeren In den renstal, die Ko
ning in Dultachland had. Verdachte bad ge
weigerd. „Hét was later niet meer noodig want
op 7 December verbrandde de renstal met 3
paarden
De renstallen en de brand winden Koning erg
op. Hij ontkent in dien tijd bij Onnes te zijn
geweest. „Br waren 48 paarden in de stallen,
één stal met 8 paarden 1* verbrand, en daarbij
was er een, dat mij 30.000 gulden had opge
bracht bij de rennen. Als men van „de stal”
spreekt, zou men denken, dat alle paarden wa
ren omgekomen.
Verd.: Koning heeft gezegd, dat ik tegen
hem heb beweerd, dat de „Inbrekers" niet bang
behoefden te zijn, voor politie, want dat die
nooit bij het kasteel of in de buurt daarvan
kwam.
Dit te volkomen onjuist, er wordt door de
politie zeer regelmatig gepatrouilleerd. Ik weet
dit zeker, ik ben gemeenteraadslid geweest en
spreek, wat dit onderwerp betreft, met kennis
van zaken.
Verdachte: Ik wil nog herinneren aan de
wijze, waarop Koning tot een bekentente kwam.
Aanvankelijk bleef hij halsstarrig ontkennen,
zelfs toen de brieven achter den spiegel wer
den gevonden bleef hU ontkennen. Daarna
kwam mijn verklaring. Toen ze hem werd voor
gelezen, heeft h(j den gemakkelijksten weg ge-
koeen. Door zijn beschuldiging tegen ml) maak-
te hij zichzelf van hoofddader tot medeplich
tige, die hier thans onder eede wordt geboord.
Op mijn verleden valt niets te zeggen en ik heb
herhaaldelijk aangeboden onder eede te wor
den gehoord.
De president deelt dan mede, dat de aaak
Onnes zal worden geschorst.
Mr. Muller Massis verzoekt het woord. Het
te hem bekend dat zoo direct de zaak Koning
weer zal worden afgeroepen en dat mr. Leven
bach een verzoek tot diens invrijheidstelling aal
Moca. Hrt Huls van Bewaring loopt op deae
Kardinaal van Roey treedt het Koninklijk
Paar te gemoet en houdt een korte rede,
waarin hij namens het geheels Episcopaat
en de geloovigen, uiting geeft aan hun
diepe verknochtheid en toewijding. De af-
geloopen dagen hebben bewezen dat er een
onverbreekbare eenheid bestaat tusschen
het Belgische Vorstenhuis en de Natie.
Deze rede, uitgesproken In het Fransch.
werd door den Koning beantwoord, waarin
hij o.a. in herinnering bracht de woorden,
die zijn vader hier op dezelfde plaats voor
eenige jaren had gesproken. „De gods
dienst van Christus te bet patriottisme der
Konlngen.’ Ik ga thans den Almachtige
aanroepen om Hem te vragen, mij in mijn
zware taak te steunen.
Daarop begaf men zich naar bet hoofdaltaar.
Vooraan gingen de Koning en Koningin, ge
volgd door den Kardinaal en verschillende
Prinsen.
Links van het hoofdaltatir stond de konink
lijke troon, waarop de Koning en Koningin, be
nevens de vader van de Koningin, hadden
plaats genomen. Achter den troon hadden de
kerkvorsten en diplomaten bun plaatsen.
„Het Volk” berichtte dezer dagen over natio
naal-socialistische propaganda, gevoerd op de
Panderfabrleken in Den Haag.
De Jtes -bode” heeft daarover inlichtingen
gevraagd. De directie heeft daarop geantwoord,
dat elke vorm van godsdienstige of
propaganda op haar terrein als
beschouwd moet worden.
Besloten Is, dat propaganda als bovenbe
doeld op haar terreinen niet geduld zal worden
en ten strengste verboden zal zijn voor ieder
een, beboorende tot de firma.
Bü een gesprek tusschen getuige en Onnes
had de laatste hem verteld, dat men hem een
toto van een flaconnetje had laten zien.
Onnes had gezegd, dat hl) het voorwerp niet
herkende, later was men met het echte fla-
eonnetje op de proppen gekomen, htj Onnes
had er toen niet langer om heen kunnen
draaien en gezegd, dat bet flaconnetje van bem
^ftéaTjreet U dat van Wltbraad of Onnes?”
Ort.: „*tKan ook. dat ik t van Wltbraad
heb geboord....**
„Volk en Vaderland” brengt onderstaand be
richt, lichtelijk sensationeel opgemaakt, ge
ïllustreerd met ’sheeren Mussert'» portret:
autoriteiten reeds plaats genomen. Ook daar
heeft een peleton infanterie post gevat. Wan
neer een minister of andere hoogwaardlghelds-
bekleeder aankomt, weerklinkt klaroengeschal.
De kerk is versierd met roode draperieën, die
van de gewelven tegen de zware kolommen naar
beneden hangen, met schilden, Belgische en
Congoleesche vlaggen.
Te 11 uur vormt zich de stoet van prelaten,
die vanuit het koor naar den Ingang der kerk
gaan. Vooraan gaat Kardinaal van Roey,
Aartsbisschop van Mechelen, met mijter en
staf temidden van twee kanunniken, vervolgens
Mgr. Marinis, Deken van Hhissel, de Bisschoppen
van Namen, Luik, Gent, Brugge en Doornik,
allen in purpergewaad, Mgr. Prins de Croi,
Deken van Bergen, verder de pastoors van
Brussel.
Het is 11 uur wanneer wjj in de verte mili
taire muziek en hoerageroep hooren. Weinige
oogenbUkken later treden Koning Leopold en
Koningin Astrid binnen, militaire bevelen
weerklinken, klaapenen schallen.
De griffier leest dan de chantage-brieven
van Wltbraad aan Onnes voor, welke brieven
zijn ontworpen door Koning. Wltbraad was tot
verzending besloten, na een bezoek aan bet
kasteel te hebben gebracht.
Koning geeft toe, dit briefje te hebben ge
schreven. Samen heeft hij met Wltbraad in
een melksalon op het Damrak de brief opge
steld en geschreven.
In deze brieven werd Onnes gesommeerd te
betalen. Eerst had Wltbraad een ander epistel
ontworpen, doch dit werd door Koning afge
keurd, hij zou het zelf wel verbeteren....
Officier: „Het te uw handschrift niet.”
Verd.: ,Jk protesteer tegen alle onwaarheden
die hier worden verteld, ik protesteer.... Ik
wil er slechts tegenover stellen, dat zij komen
van de zijde van een man, wiens paden verlicht
zijn, door branden In zijn huls In Utrecht e a„
In zijn renstallen, waar levende paarden om
kwamen.
Pres.: „Kunt u dat be we ijzen?”
Verd.: „Ik zeg geen enkel woord, dat ik niet
bewijzen kan. we zullen over die brandgeschie-
denisaen hier nog heel wat meer hooren. dan
Koning lief te
Pres.: Van wat verd. Onnes Koning zooeven
aanwreef is in Nederland officieel niets be
kend. De terechtzitting wordt geschorst tot
3 uur.
De belangstelling voor de zaak Onnes van
Nijenrode te onverflauwd bij den Zaterdagschen
zittingsdag. Gereserveerde en publieke tribune
BUn weer stampvol als te klokke tien de reent-
bank binnenkomt
Onnes te even te voren binnengebracht, hU
maakt weer een rustigen Indruk. Na een kort
gesprek met zijn verdedigers gaat hij kalm in
het bankje zitten na^st den veldwachter.
Eerst worden enkele getuigen, die vandaag
nog niet aan de beurt zullen komen, voorge
roepen; zij mogen voorloopig weer naar huls
gaan tot ze een nadere oproeping krijgen.
Inspecteur Postma en de rechercheurs Loo-
man en de Welllé worden achtereenvolgens
voorgeroepen, om den president In te lichten
over Jange Willem”, een onderwereldfiguur,
wiens naam in het proces ter sprake Is geko
men. Lange Willem was met een fantastisch
verhaal bij de assuradeuren geweest: hl) zou
geweten hebben, dat de inbraste plaats zou heb
ben, hij zou dien nacht op de loer hebben ge
legen en gezien hebben, dat de burchtheer de
schilderijen aan de „dieven” aangaf. Het ver-
haal van Willem berustte echter geheel op fan
tasia. Lange Willem was oa. met zijn verhaal
bij den assuradeur v. d. Dussen gekomen. La
ter was hij ook naar Onnes gegaan en hij had
er op gedoeld zoo vertelt verd. thans dat
hij (Onnes) meer van de zaak afwist. De verd.
h»d zich onmiddellijk tot de politie gewend.
leden week Zaterdag in vrijheid werd gesteld,
wordt even voorgeroepen om hem te vertellen,
dat hjj pas Dinsdag zal worden gehoord als
getuige.-’
Wltbraad: „Dank u vriendelijk, president,
luisteren in de zaal mag ik zeker niet?”
Pres.: „Neen, pas als u als getuige gehoord
bent.” -.
Wltbraad (uiterst vriendelijk): J>ank u be
leefd president
Koning komt weer voor het hekje. Mr Mul
ler Massis stelt hem nog eenige vragen: „U wei
gerde zelf de boel weg te halen, omdat u zoo
hoestte Is er toen over een verdoovlngsmlddel
gesproken door Onnes?”
Get.: „Er is in ieder geval later over
praat. Er was een oogenbllk sprake van.
Wltbraad c.s. de schilderijen, miniaturen
zouden terugbrengen. Onnes had me gevraagd
uit te vlsschen, wanneer dat zou gebeuren. Ik
zou me dan als de boel weer op het erf zou
worden terpggebracht verdekt opstillen In
het tuinhuisje om de zaak in ontvangst te ne
men. Ik hoestte echter nog erg en toen is er
misschien over verdoovende middelen gespro
ken.”
Mr. Muller MaSsls: „Toen u met Wltbraad
over het weghalen sprak, hebt u o.a. gezegd:
„Als u het niet doet, dan heb Ik nog wel andere
Verder had Mr. Verschuur gisteren een con
ferentie met de Italiaansche Ministers van
Handel en Verkeerswezen, ter bespreking van
verschillende gemeenschappelijke Italiaansch-
Nederlandsche belangen, welke besprekingen,
naar gehoopt wordt, sullen lelden tot verbete
ring van de handelsbetrekkingen tusschen
beide landen.
Het verhoor van Koning wordt dan voorge
zet. De zesmaandswtesels komen weer ter
sprake.
Het waren oorspronkelijk zesmaanswlssels,
maar later werd besloten er drie maandswis-
aels van te maken.
Getuige: Ik hoop president, dat U mij dui
delijk omschreven vragen wilt stellen, dan kan
ik duidelijk en precies antwoorden, want er is
mij verweten, dat ik onnauwkeurig en onzeker
antwoordde op de vorige zitting. Ik sprak toen
o.a. van expertises In het begin van het jaar,
bet bleek toen einde Maart te zijn. Natuurlijk
reken ik dat ook by het begin van het jaar.
Mr. Muller Massis: Ik heb toen willen aan
toon» een onwaarheid van getuige Koning
voor den rechter-commlssaris.
Offlder: Onjuistheid 1 Ook verdachte windt
Bieb op; de president legt bem bet zwijgen op.
Mr. Muller Massis: Als meneer de Officier
het liever „onjuistheid noemt, to bet ml) ook
goed.
Verdachte: IGaat om de betrouwbaarheid
van getuige Koning. De expertises zUn aange
vraagd op tateren tijd, dan door getuige wordt
voor geschreven.
Officier: „Wat wilde U er dan mee bewtf-
Ben?"
Verd.: Jlleen dit, dat de correspondentie
tusschen mij en getuige betrekking had op een
reéele schilderijenhandel en dat er van camou
flage geen sprake was.
Een expertise koet pijn. /300— en die zou
Koning niet uitgeven voor een camouflage.
Pres.: „Maar boe zou Koning die schilde
rijen kunnen betoenen, dte schilderijen waren
B|jn eigendom nlett"
Verd.: Alle effecten kunnen toch ook herbe-
Jeend worden.”
Mr. Muller Massis: „De koopsom kan toch
betaald worden uit de beleensom....”
Een verward debat tusschen president, ge
tuige, verdachte en verdediging volgt
Uitvoerig zet Onnes uiteen, dat de expertises
gevraagd werden in verband met werkelijke
beleening van schilderijen.
Getuige Koning ontkent dit met klem. Over
prof. Vogelsang, den expert, heeft getuige
slechts één keer met Onnes gesproken.
Bovendien heb ik nóóit expertise aange-
vraagd op schilderijen, die niet mtjn eigendom
y.
•W: