H en de lach w wtifaal van den Aaq Wl BOTER DE KLEINE ANNIE LIJDT SCHIPBREUK FORT-MYSTERY fa een wereld can lijden Alle abonnê en medelijden Niet gevonden Winstgevend bedrijf 'ch- Voor suikervarvoar n. (Woedt vervolgd) 4 door Katharina en Robert Pinkerton Brand verzekeringebedrog te Londen Röntgen-techniek Proeven met papieren zakken l/K mee met ep/ê/e> paf <jO; op eEm vèiu- GE PLAATS, DAT WEET met de ober van café: De Beurs. Wilt U direct vierentwintig flesschen -TIP” zenden?... Ja, ‘t gaat ontzèttend hard!** B00TZ AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL De fazant van Janus too<'zr*™f40.- WER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL MET PVAi EEN ELE/M OPCE- U &OL.P OA^/EE’TJE, OEMEéL VPLGE- MAANDAG 26 FEBRUARI 1934 L/E&JE MET EE- \(XN IVAAP^CHUNL/JZZOU MET H/ET5 üevteyxUi we met vono&t naae NEM JOAN NOO/r PUE7EN NEE ME/ EEGöTE TEEPEN KAN J-ErEN. [DA TANN/E --S ---/y/èffL/ÓT MÈPl J ('N/ErAtyOAT 1 \0AAT BOVENf I N'N PET. /K I gulden." J. W. konden verschillende ibte* vwltes van «eren vinger t» w •nige •000, Hol stra at ng rok- kee- i hetgeen j| vernomen De menschen enten koude ilajagera- smp den Ml* van eaet. eter lerd. Nu het de suiker aoo slecht gaat stelt de suikerindustrie alle mogeUjke pogingen in bet werk om den kostprijs en ook den prijs van de emballage te drukken. Dit is begrijpelijk. Zoo werd eenigen tyd geleden door een der groote sulkerconcems een proef genomen met sulker- sakken vanpapier. Wl) hebben deze zakken gezien, aldus lesen wij In de Ind. Crt. en bewonderden de eenvoudige en toch doelmatige samenstelling van deae sak ken. die bovendien steviger zijn, dan men zou meenen. Men kan ze geheel gevuld met suiker van een groote hoogte laten vallen, zonder dat een sulkerkorreltje verloren gaat. Een belang rijk voordeel is. dat zy goedkoop zijn. Men noemde den prijs van 10 k 11 cent, terwijl de bekende jute zakken minstens tweemaal aoo duur zijn. Toch bezitten deze papieren sakken ook en kele nadeelen. Zoo kan er voor het Inladen natuurlijk geen haak in worden geslagen. In de gevangenis te Pamekasan worden nu reeds sakken van een grover weefsel vervaar digd. welke bestemd zijn voor het aoutvervoer. Deze deugen op het oogenblik nog niet voor het transport van suiker, maar het ie heel beat moge lijk, dat dit wel het geval Is. soodra de vezels een aekere bewerking hebben, ondergaan. Dan worden de maaen kleiner an bestaat er weinig kana dat de suiker uit de sakken loopt. Mocht dit mogeljjk zijn, dan zal waarschijnlijk een der sulkerconcems een sakkenfabrlek ope nen. die tegen billijken prijs speciale suikersak- ken zal fsbrioeeren. Is dit het geval, dan aal dus in Indlë een nieuwe industrie ontstaan. Ondertusscben zij er met nadruk op gewezen, dat het een en ander zich thans nog in het stadium der proefnemingen bevindt. den lag- :ken in mze De ge nas- ver- lan- be- inen ab end ielf ver* wen kamer- lUkt, srulk ba* kla*. J3 uïaw li stens nge- den dge- om. jerd. het als- ren- an iet ch K de VKW t stel- voorwaarden tegen Z 9/1/1/) bu levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door f '7Cfl bij sen ongeval met f 9Cfl by verlies van een hand f 2agXu» sMouiUieermgen f verlies van Side armen/belde beenan of belde oogen f D(r.“ doodeiyken afloop een voet (H sen oog /AT ZEKEP NAAQ WAAPi JAAT /K EEMf> NA - DENKEN nog even prof Heeren van de warmte in do wigwam en zijn instrumenten in orde brengen totdat zijn eigen kamptent gereed was Het effect werd oogenblik kelijk bereikt. Hot eerste geluid van Joe's bijl drong nauwelijks tot hen door, toen Ash-wan-a-mak zich tot Pta-ban wendde. Spreekt de blanke ook de OJibwa-taai? vroeg hjj. Hjj kent er geen woord van was bet ant woord Nu, luister! riep Aah-wan-a-mak opga wonden uit. Nu kan ik jagen. Ik behoef niet langer meer in do wigwam to zitten an van honger om te komen. En wanneer deze proviand op is? en Pta- ban knikte in de richting van de voorracton, die door Fort-Mystery hierheen waren gezonden. Wanneer ze op zijn, dan ga ik weer jagen, was het vertrouwvolle antwoord. Ik aal weer de pelzen kunnen bemachtigen en ook aal ik vleesch hebben Nu kan ik jagen Mijn jagers talismen is weer In mijn bind-jl-gno-aan. en met een beteekenlsvol gebaar sloeg hjj slch op de borat. En hoe kwam deae weer bij je terug? vroeg Pta-ban met verbazing. Je bent niet uit de wigwam geweest. Dt kreeg het van don bode van Rn Mystery. Noe-da-boy Het bet mU brengen. Bat ia werkelijk mUn talisman, dton ik vroeger had, ik zal hem echter nu niet meer verlieaen. Hoe verloor je hem? zoo worden degenen go- dle de magische geneeskunde ultoe- en van desen enkele talismannen Leopold Harris bezat te Londen een firma, die de taak op zich had genomen de brand schade te schatten voor alle personen, die een aanspraak maakten op vergoeding door een verzekeringsmaatschappij en zich daartoe tot hem wendden. Het was den verzekeringsmaat schappijen In de laatste laren opgevallen, dat de branden veel meer geld kostten dan vroeger Het resultaat van het onderzoek was een aan klacht tegen Harris, die er van beschuldigd werd de schade stelselmatig te hoog te hebben geschat, waarvoor hij zich dan door de belang hebbenden liet betalen. Maar uit het volgende proces b'eek nog meer, n.l. dat Harris bil slapte in branden er door individuen uit Eastend eenlge Het aansteken De rechtbank zond hem veertien jaar naar een tuchthuis. Daar had hij er wroeging over, dat andere menechen. die niet beter waren dan hij. vrif rond Hepen, ter wijl hi) in de enge cel opgesloten zat. Fn zoo kwam het. dat op grond van ziin aanwijzingen Trie Miles, leider van het ..Reddlngscorps". dat Hllgen van meu- le. zich voor het WET MOpr WEE >N \ZUN,MAAP/p 'iPEET WAAP- ACMT/Ó N/ET VyVVU? /K MOP) Terwijl zuster Hortentla de verschillende flesch jes, potjes en busjes van *t wagentje rang schikte en zuster Meilink mijn voet verbond, klonk uit Hops’ bed een klaaglijke zucht. De suiksrman had s’n „dieet", bestaande uit ette lijke boterhammen met spek en wat blad groente verorberd en gevoelde zich nadien blijk baar somber gestemd. ..Zuster, ik gevoel m'n einde naderen,” zei Hops. „Wel,” antwoordde zuster Hortensia lachend, •dan zou Ik m'n testament maar maken." -Dat is al klaar, zuster, maar ik heb nog een wensch ik heb n.1. Overwogen alvast den tekst van m'n bidprentje vast te stellen. Ik wil aan de voorzijde m'n portret hebben en aan den achterkant toepaaseiyke teksten laten drukken”. t Geval verwekte almeene deelneming en belangstelling, met 1 resultaat, dat onderge tekende zich edelmoedig beschikbaar stelde cm het bewuste portret van den overledene in •Pt te vervaardigen om dit, voorzien van de noodlge franje, aan de voorzijde te laten druk ken. terwijl de andere patiënten er slch mëe belastten de noodlge spreuken te verzamelen. Denselfden dag was het prentje in plan gereed, den volgenden dag nam Hops afscheid om thuis, onder 1 genot v«m een sigaar s’n einde •f te trachten. H|j kreeg nx ontslag, omdat hjj „ontsulkerd" was Den avond van dien zelfden dag verscheen een nieuwe patient, een maaglijder, Kruyt ge- naamd. 't Was een jonge man, pas drie weken getrouwd. Z’n vrouwtje en hij waren erg se- nuwachtlg, hetgeen niet te verwonderen was, btf de zekerheid voorloopig gescheiden te moe ten leven met de kans elkaar pas na dit leven te mogen terugzien. Toen manlief goed en wel onder de wol lag. beijverden we ons allemaal om beiden te kal- meeren. hetgeen vrij spoedig gelukte, zoodat vrouwlief met een hart onder den riem afscheid nam en haar man blijmoedig wuifde tot ze weg was. Den volgenden morgen vroeg reeds werd Kruyt met een brancard gehaald door broeder Wilhelm, daar s’n maag met Röntgen stralen moest worden gefotografeerd. Broeder Wilhelm gaf hem den raad vooral een vroolijk gezicht te zetten bjj 1 fotografeeren. Daar t midden-zomer was, waren de balcon- deuren van ons zaaltje open. 1 Zonnetje speel de lustig tusschen de boomen in den tuin en op de steenen balustrade van het balcon zaten een rijtje musschen lustig te sjilpen en heel bedrijvig te doen In afwachting van hetgeen volgen sou. Pas was Wilhelm met z'n maag lijder verdwenen of ze vlogen één voor één naar binnen en trippelden tusschen de bedden om zich tegoed te doen aan de kruimeltjes van 't ontbijt, die op den vloer waren gevallen. Rovers, die niet veel trek had dien morgen, zorgde ervoor, dat ze steeds bezig kenden blij ven en één brutale rakker wipte pardoes op de stang aan 1 voeteinde van z'n ledikant en waagde zich zelfs op z'n bed. We keken allen gespannen naar de bewegingen van den kleinen waaghals en toen meneer Rovers behoedzaam z*n hand met wat koek erop vooruitstak, werd de verleiding hem te sterk en pikte hij met vlugge beweginkjes één voor één de kruimels tFvetal wlskedjaks geruiachloos naar een tak e lagen er met vijven in kamer 107, die uitzag op den tuin van 1 ziekenhuis. Ik maakte spoedig kennis met m’n en lotgenooten. Naast me lag Pietersen, gTëbef-kok en in den hoek rechts tegenover BS Hops, die .jsulker” had. Aan den anderen kant lag ,X>^st", maar die was vrijwel uitge- ^vkald. tenminste wat het discours betrof, vanwege z'n klndschheid. Naast den chef-kok Mn den anderen kant lag, of liever zat, meneer Rovers. Mieneer Rovers zat liever, omdat ie niet gemakkelijk kon liggen, vanwege z’n hart. Zelfs Jliep Ie nachts noodgedwongen in dezelfde houding. lederen morgen om half acht deed mster Meilink haar „joyeuse entrée”. Luchtig als ‘n vlinder fladderde ze door de kamer om ons te uneteren". Daarna knielde ze devoteHjk op den vloer om t morgengebed te bidden en ver dween vervolgens weer om toebereidselen te maken voor ons ontbijt. Inmiddels hadden de patiënten tollet ge maakt, behalve Ik. die vanwege m’n gebroken arm In rekverban^ en m'n geblesseerden voet, tevoren door de nachtzuster behandeld waa Hops, de sulkerman, sprong, gedreven door overmatige beleefdheid en hulpvaardigheid, uit z'n bed om den een of den ander, die dit wenschte. een glas frlsch water aan te bieden. Hjj maakte, in s’n wijden salefon (wij noemdep dit een plus-four) en met een slaapmuts op in den vorm van een vUegkap, nu niet bepsudd een verbeffenden Indruk, maar als de zuster weg ta, neemt men in t ziekenhuis die dingen aoo nauw niet t Was dien dag operatie en de chef-kok lag geduldig te wachten tot hjj met den brancard gehaald zou worden. Hij kneep 'm een beetje, ofschoon t een een voudige blindedarm-operatie gold. Maar je kunt nooit weten en htf zag er nu niet bepaald naar uit dat hjj reeds onthecht was aan hetgeen van deze aarde is. Hjj probeerde een heel tuchtigen toon aan te slaan toen ie riep, terwijl ie werd weggereden: „Nou lui, tot in de toopgraven”! Toen hij een uuf later teruggebracht werd, stak alleen z'n rt»ie neus tusschen den doek die z’n hoofd bedekte, uit. Hij snurkte als een os en bleef het eerste kwartier roerloos liggen. •t Is een heel werk voor "m. om dien dikken boom door te zagen." zei meneer Roven. Het snurken hield op en hjj antwoordde vaag op hetgeen de zuster en wjj hem vroegen. Plot seling lispelde hij echter goed hoorbaar: ,g^ef me gauw een schnitzel met aardappelen, maar dubbel gebakken”! De stumper meende in z'n bedrijf te zijn. Toen ie heelenuml b(j was. was z’n trek In een schnitzel over. Hjj wist er zich niets meer van te herinneren Weldra sliep htf weer in en zette s’n werkzaamheden aan den dikken boom voort. Opa, van den overkant, lag inmiddels alle moeite te doen om t verband van z’n pas ge opereerde knie te trekken. Zuster Hortentla, die *t bijtijds bemerkte, belette hem dit voor goed, door hem een paar kokers om de armen te bin den. 't Was wel een mal gezicht, die oude kindsche opa, met de kokers om z’n armen en handen, maar er was geen ander middel om den stakker z’n euveldaad te beletten. Tegen 12 uur verscheen lederen dag de dok ter-directeur met z'n 3 assistenten, asn speette te houden over de verschlUende patiën ten. -- t Was altijd een geweldig oogenblik, wanneer dit drietal de ronde deed. De eene assistent droeg altjjd een witte jas met een keurig op- staanden stijf gestreken kraag, hetgeen hem een deftig ulterljjk gaf en de ander maakte den Indruk alsof hij t erg op prijs stelde, dat ie eek mee mocht. Met gepaste vriendelijkheid liLonneerde de directeur naar den toestand van de verschil lende lijders en verdween dan weer met s’n Onlangs werd door de N. V. Philips een 400.000 Volt Röntgentherapie-lnstallatle geleverd aan den bekenden Spaanachen medicus Dr. Vicente Carulla, hoogleeraar in de Röntgenkunde van de medische faculteit der universitelt te Bar celona. Deze installatie voor zeer hooge spanning be- teekent een belangrijke vooruitgang op het ge bied van het onderzoek en de genezing van kanker. ZE/ Tit^AAN JOMN, O^T/y/j HET /EMAND zceaate^ïe ZE/y NA AP M/J W7CDE SP N/ErM£t NAAP> OE 0>7~AO OAAN A/EEM, uit z'n hand. *t Duurde niet lang of ze zaten I met vieren elkaau het lekkers uit Rovers’ hand te betwisten. Toen even daarna t zustertje binnenkwam waren ae in een wip verdwenen om een paar minuten later het spelletje te herhalen. Kruyt werd den dag na *t fotografeeren ge opereerd en de stakker was er niet best aan toe. Er was hem een maagzweer weggenomen. Toen hij uit z'n verdooving ontwaakt was, keek Ié lang niet vroolijk en we hadden allen met den jongeling te doen.' temeer omdat hl/ zeel* hooge kberts kreeg De MJeten waarop koorts en polsslag genoteerd stonden, hingen buiten aan het voeteinde van leder bed. zoodat de patiën ten zelf hun temperatuur enz. niet nagaan, hetgeen ook maar beter is. De chef-kok was zoodanig hersteld, dat hjj af en toe wat mocht opzitten en rondscharrelen in de zasd en nu nam hij deze gelegenheid waar om te zien hoe 't met Kruyt stond. Hij schudde bedenkelijk het hoofd maar verklapte verder niets. Kruyt’s koorts verminderde echter langza merhand en t vrouwtje dat hem trouw van- noemd, die dan de krta^t «Mtan bMtttoh (M Toen a* middags uitrustten, vlogen een ••eetal wlskedjaks geruiachloos naar een tak fcown hun hoofden en wachtten ongeduldig op zijn varhaal de resten van hun maal. Verder hoorden of gene ■Men se niets. Van de geheels woudbevolking Vi-— ntote te bespeuren. (Korte tnhoud van bet voorafgaande David Patterson Ie do stasnaar no sen Woelenden pelshendel In Noord-Canade kiln szpansie-sueht vindt slscbta één bin derpad de machtige Hudsons Bav Oom- nanv aön grootste concurrent Deas beset sen post -Port Mystery" genaamd so door Herbert Corlev beheerd waar PattenM ondanks herhaalds pogingen nooit tg ge: staand to vasten voet te verkrUeen trues Hocnette dis sen diepen baat koestert te- een de Hudson's, aal dan voor Psttsrson trachten een handetooost te vestigen in het veelomstreden gebied Hl) vertrekt toet Joe Snowbird en wordt hartaiyk door Mor ley on attn echtgeaoote ontvangen Bruoe geeft voor belast te zyn met het doen vjn waarnemingen voor oen aardrykekundlg genootechap). de brandweer helpt bil het t beis tegen vuur- en watergei gerecht had te verantwoorden in verband met de tegen hem dbor Harris ingediende aan klacht. dat hij verschelden honderden ponden als ..geschenk” had aangenomen. De tegen prestatie zou dan daaruit bestaan hebben, dat hij bij groote branden te laat kwam, zoodat er niets meer te redden viel Het geval heeft in Londen zeer veel opzien gebaard, want Mlles was een zeer gezien man en men meende, dat hij in gunstige omstandig heden leefde. Op 32-jarigen leeftijd was hij reeds leider van het Reddingscorps geworden en hij had een salaris van meer dan t 1000 •s jaars met vrij wonen. Het is echter gebleken, dat hij steeds in geldverlegenheid verkeerde Harris had hem toen zelf voorgesteld zijn winstgevend bedrijf op te zetten. De verleider heeft nu de genoegdoening, dat Miles zijn lot deelt: hij is veroordeeld tot vier jaar gevan genisstraf. taachje waarin de bezitter alle talismannen, die hy noodig acht, opbergt en met zich draagt. Op verschillende manieren komen deae talismannen in hun bezit In zijn jeugd droomt bijvoorbeeld een Indiaan van een of ander klein diertje en van dien tild af bevindt zich het vel van dit beestje altijd in zijn ptnd-JI- gos-aan Is een Indiaan «lek. aoo «al hij een gaf hij aan alle aanwezigen de hand, niet alléén wabeno raadplegen aan Joe en Pta-ban doch ook aan Bruoe- Voortdurend praatte hij en met een eigenaar- „Hou je mond over m'n fazant,” nijdigde Janus. „Sommige menechen zijn toch gelukkig." her nam Dorren; ,Jk had dat dier zoo graag willen hebben, maar Janus won t natuurlijk. Wil je hem aan mij verkoopen?” Een verdachte glans tintelde plotseHng in Janus’ oogen. „Ik eet hem never zelf op,” mompelde hij. .JH) bedoelt dat hij het dier verl begon de waard, maar Janus viel hem direct in de rede. „Ik bedoel precies wst ik zeg.” .De fazant heeft jou niet meer dan een kwartje voor het lot gekost," zei Piet Dorren. „Ik geef je er drie gulden voor; dat is toch schappelijk, zou ik denken." „Bah,” mlnachte Janus, „een van de fijnste, vetste fazanten, die ik...." .Drie gulden." herhaalde Dorren; .Ja of neen?' „Goed dan.” antwoordde Janus; ,Je moogt hem hebben.” De waard keek my en nummer drie aan. maar Dorren kwam al naar Janus toe en legde drie gulden voor hem neer. „Pak ze op. Janus,” drong bij asn. De man met de stroo-gele snor draaide slch om en nam de drie zilverstukken op. ,Dte pracht-fazant was voor Jou en voor Je vrouw tóch ti veel." hernam Dorren, „en voor ons en m'n twee jongens is hij precies geschikt „Best Dorren.” lachte Janus. „JU mag den fazant hebben, ten minste als ja hem vinden kunt.” „Vinden?” herhaalde Dorren verwonderd: „Je wilt toch niet aeggen dat je den fazant verlo ren hebt?” „Precies, maar ik zal oppaasen dat ik ntet m'n drie gulden verlies." .Dat is geen werk. Janus," mengde de waard zich in 't gesprek. „t Is best in orde." lachte Dorren. .Je moet weten dat Janus op bier trseteerde in de .Drie Baarsjes nadat hij den fazant ge wonnen had.” Janus trok zenuwachtlg aan s’n snor „Welnu, toen Janus uit de tram stapte, waar in we allen hadden plaats genomen,” vervolgde Dorren, „had hjj het dier heelemaal vergeten en ik vond het naast me liggen." Janus stond van z’n stoel op ..MUn fazant!” riep hU; JU dief! De fijnste, vetste fazant....” ..Neen, m U n fazant.” verbeterde Dorren. „Ik ben je heelemaal hier komen opeoeken om het dier te betalen en het geld heb je al opgestreken. Maar 1 wordt m'n tijd, ik moet weg Hier liggen de dertig cent voor m'n ver tering, kastelein. Dag heeren. zalig uiteinde!" hun drieën In zUn wigwam zouden komen, om deel te nemen aan het feest, dat men er sinds den vorigen dag zonder onderbreking had ge vierd. onmlddellUk na de aankomst van den bode van Fort-Mystery. Bruce deed, alsof hU niets begreep van de heele situatie, keek van den een naar den ander, alsof hU trachtte te verstaan, wat se zelden, doch deed aoo goed mogeUjk mee met de feestvierders. Thans wiet hll. dat MJ slechte geduldig behoefde te wachten, cm de details te weten te komen, want Ash-wan-a- mak sou in «Un blUheld wel losUpptg worden. TerwUl de Indianen druk praatten, bemerkte Bruce, dat de rechterhand van Ash-wan-s-mak dikwyis een beweging maakte in de richting van diens borst «n hU dan iets onder sUn kleeren scheen te omklemmen. Bruoe wist natuurUJk. dat alle Indianen een nind-ji-goe- san dat aan een touwje om hun hals hangt bU zich dragen. Dit is een klein lederen zakje, dat bU de blanken bekend staat als een^ tnedicUn- noodlg acht, opbergt en met zich patiënt te genesen. Zelf maakt de Indiaan ook wel eens een of andere medlcUn; verder vindt men in deze lederen zakjes een groote verscheidenheid van dingen. Er zUn kleaelstee- nen in tegen maagpUnen. een veer om hoofd- pUn weg te vegen, een berenklauw, waardoor rheumattoche pynen worden genezen Bruoe was goed bekend met het geloof der Indianen in de macht van dorgelUko taliamsm- nen, doch hU wist, dat deze jacht-talismannen. die door de jagers van Fort-Mystery gebruikt werden, een heel andere beteekenls hadden: dat het dingen waren, die van veel grooter be lang waren dan de gewone talismannen door een wabeno afgegeven. DlkwUls droegen de jagers in hun nlnd-ji-goe-san een soort ge- luks-steentje, doch Bruce had nog nooit ge hoord. dat een geheels stam onder den invloed van dergelUke amuletten stond. Ofschoon hU geduldig afwachtte, en Ash-wan- a-mak en Pta-ban heel veel praatten, kon hU toch nleta bijzonders opmaken uit de gezegden van Aah-wan-a-mak. Het werd Bruee ten slotte duidelijk, dat de tegenwoordigheid vsn Joe Snowbird daarop waarachynHJk van Invloed was. Indianen zUn gewoonlUk tegenover vreemden van het eigen ras even terughoudend als tegenover blanken. Daarby kwam nog. dat Joe voor een blanke arbeidde. Engetach smak, van een ver afgelegen plaats kwam, en zelf als het ware, een blanke geworden was. Toen de ge legenheid gunstig was zond Bruoe «Un gids naar bulten, om de kamptent on te slaan, zeg gend dat hy hier verschlUende dagen zou blijven om aantoekaningen te maken. Mij sou bibberend rond de kampvuren, terwyl de dieren zich in hun legers hadden teruggetrok ken. Zelfs al hadden de Indianen willen jagen, dan sou dit toch nutteloos zyn geweest. Wan neer er geen leven te bespeuren Is. dan komt er ook geen pelsdier In de val. Tegen den avond van den tweeden dag ont moetten Bruoe en «Un mannen den bode van den post op zyn terugtocht naar Fort-Mystery en men kampeerde gesameniyk. HU was een halfbloed, die groot gebracht was in den dienst der maatechappU. iemand, die trotsch was op de poslUe die hU bekleedde een zwijgzaam, en <an bekwaam reiziger voor het noorden. rr—t was een droeve geschiedenis die hy ver telde over Aah-wan-a-mak en ziin van honger stervende familie Ze hadden zelfs leder ge kookt en ook hun leeren sandalen waren daarby niet gespaard gebleven. Toen hy ze bereikte zaten zé to hun wigwam, verzwakt door den honger en wachtten hun einde af. HU deed het verhaal op eenvoudige wU«e en zonder eenlg commentaar Voor hem had zich hier een der vele tragedies uit het Noorden af- gespeeld waar de hongerdood steeds dreigend hangt bóven het hoofd van iedere familie, die in haar eigen kleine strUd om het bestaan voert Bruee luisterde aandachtig toe, ofschoon hU deed alsof hU druk bezig was met «Un instru menten en siln «anteekenlngen. terwUl de bode de OJibwa-taal vervolgde. Vol- Joe Snowbird te Fort-Mystery had. was het niet de ongekende die oorzaak was dat Aah-wan-a-mak Ja, wij hebben prima boter, Heerlijk, geurig, roomig, frisch. Ieder weet dan ook, dat Neerland Juist het land der boter is! ‘t Blijkt wel, dat de combinatie Van dit geurige product, Koe en gras als onderdeden, Zoo uitstekend is gelukt! Maar ondanks die combinatie Gaat het inderdaad verkeerd, Want er wordt de laatste Jaren Veel te suinig aan gesmeerd. Veel te zuinig op de boot’ram, Veel te weinig voor de sju, Veel te sober op het rooster Van het dagelijksch menu- Het gebruik beweegt zich dalend. In procenten afgerond Smeert men bijna tweemaal langer Met een pakje van een pond! Daarom smeer en smeer wat dikker! Want het schaadt maar ons Crediet, Als men zegt: in ’t land der boter Botert het warempel niet! MARTIN BIRDZN (Nadruk verboden) niet meer ging Jagen, doch het verlies van zU” talisman. En Bruee wist, dat die talisman, dien ook al de andere Jagers van Fort-Mystery be- zaten de sleutel was van het geheim dat hU moest ontdekken. Doch geen enkele maal repten Pta-ban of de bode dor maatechappU tets over dat punt. Het was voor Bruoe een Tantaluskwelling te weten dat beide mannen, die daar naast bom zaten, tot in alle bijzonderheden alles zouden hebben kunnen vertellen aangaande het ge heim. waarvoor hU de reis naar Fort-Mystery had gemaakt. HU brandde van verlangen om dien mannen hun geheim af te dwingen HU had zooveel wilskracht noodig om zUn onbekendheid met hun gesprekken te blUven slmuleeren. dat het hem werkeiyk opluchtte te zien dat de bode zich In zUn deken rolde en ging slapen Voor den middag van den volgenden dag be reikten Bruee en zUn mannen den wigwam van Ash-wan-a-mak Niet alleen het gezicht van de kinderen, doch ook het gelaat van den jag» was een en al glimlach. De tegenwoordigheid van een voor ben vreemden blanks een nieuwigheid voor deze Indianen had thans niet het gewone effect, dat hun gelaatstrekken als hét ware zich verstrakten tot een ondoM- grondelUk masker. Se waren te OP— gelukkig. Niets was to staat hun geestdrift te beteugelen. Ash-wan-a-mak leek wel dol OnonhoudelUk .jdaar wat zeiden ze dan aan de remise?" vroeg Ik. .Je bent dronken!" antwoordde Janus. „Nou nou...." begon de waard. „Dat is nou precies wat ze daar zelen.” ver klaarde Janus. „Maar daar zUn se gek. In ieder geval ben ik mUn fazant kwUt." Op dit oogenblik werd de deur van het café opengeworpen en een man trad binnen. „Genavend. samen." groette de nieuw geko- mene. „Geef me gauw wat warms, kastelein." Janus zat direct overeind. „Piet Dorren!” riep hU- .Dat ben ik! Wel, Janus,” «ei Dorren. „Ik dacht wel dat ik je hier sou vin den. Is Je fazant al gebraden?" nHIIIHIIHI uit BeverwUk kwam bezoeken, ging lederen dag hoopvoller en met meer opgewektheid naar huls, totdat na vier weken het Jeugdig echt paar te «amen vertrok met allerlei wenken en raadgevingen van onzen kant, die echter voor het grootste deel overbodig waren, want ge loof maar dat se zuinig op hem was. Dé chef-kok maakte vóór hU vertrok, nog den Koninginnedag mee. HU zette ’«morgens de radio aan en terwUl wy genoten van de aubade der kinderen, versierden Wilhelm en hy ons zaaltje met kleurige guirlandes en vlaggetjes en staken op leder bed een gouds bloem uit het bouquet, dat zuster Meilink des morgens in de vroegte had geplukt en op onze tafel had gezet. Zóó gingen de dagen, de zonnige en de som bere in vaste regelmaat voorby. De radio zorgde er af en toe voor den opgewekten geest erin te houden, echter was dit meestal over bodig. want de zusters beyverden zich om ons zooveel mogelifk afleiding te bezorgen. Vooral broeder Wilhelm was onbetaalbaar door z’n eindelooss grappen en koddige invallen. Als we onze herstelde collega's één voor één zagen vertrekken, troostten we ons met het vooruitzicht, dat voor <jns de tyd toch ook weer zou aanbreken, dat we in het dageiyksch leven zouden kunnen terugkeeren en onze levenstaak weer opnemen met nieuwen moed en het hart vol dankbaarheid voor de ge zondheid die we weer hadden terugontvangen van den goeden God. et was Oudejaarsavond en de doordrin gende motregen bulten maakte dat men de warmte binnen meer waardeerde. Ik voelde er daarom niets voor, om alleen voor een paar, nieuwjaarskaartjes de straat op te gaan, maar m'n vrouw voorzag onaangenaamheden met tante Mina en drong er op aan dat ik toch maar gaan sou. Ik deed opnieuw m’n doornatte schoenen en doornatte overjas aan en greep in de hal m'n druipende parepluie. De dichtst byzljnde brievenbus Is slechts 100 meter van m'n woning verwyderd, maar in ■oo'n weer scheen de afstand driemaal aoo groot. De bus was Juist tegenover het café „De Schimmel" geplaatst en ik kon de verleiding niet weerstaan even een warm groeje te nemen. In de gelagkamer waren, de kastelein meege rekend. drie personen, waarvan er één in nogal opgewonden toestand verkeerde. Deae was een klein mannetje, met een stroogete snor; in z'n onzekere hand hield hy een glas bier. „Een fijne, vette fazant was het.” mompelde hU; ,4e fUnste en vetste die Ik ooit in m’n leven gezien heb. Ik weet seker dat Iemand hem heeft gestolen." „Kom, kom. Janus," jg/l de kastelein. „Je bent er de man niet naar, om je zoo maar een fazant uit de handen te laten nemen. Zelfs al sou Je een glaasje te veel op hebben. Wat «egt u nou. mUnheer?" „Geef me maar eerst een cognac-groc.” ant woordde ik. By het hooren van m'n stem keek de man met de gele «nor me achterdochtig aan. „Hebt u misgphlen m'n fazant gezien?” vroeg hy. „Het lykt me een gekke geschiedenis." zei de waard, vóór ik kon antwoorden. „Gekke geschiedenis." herhaalde gemeiyk de kleine man. .Ja. dat is *t. Waar kwam u van daan, mynheer?" „Een paar huizen hier vandaan,” antwoordde ik. „Waarom?" „Ik kan het me niet voorstellen, dat ik dien fazant heb verloren, werkeiyk niet," gromde Janus weer; „gewoon ongeloof el Uk! Hebt u mis schien een fijnen, vetten fazant voor morgen?” „Om u de waarheid te zeggen, hebben we voor morgen een paar fyne kippen.” antwoord de Ik; „maar hoe zit die zaak eigenlUk in elkaar?” „Zoover ik er wijs uit kan worden.” ant woordde de waard, „heeft Janus een fazant gewonnen In de „Drie Baarsjes”. „Een fyne, vette fazant,” zei Janus weer, „een van de fUnste en vetste." „Goed, goed." viel nu de man in, die nog niet gesproken had. ,JU won den fazant fn hebt hem weer verloren, zoodat Je bet dier evengoed niet hadt kunnen winnen." „Ik heb het dier niet verloren," mompelde Janus. „Ik heb nog nooit wat verloren, laat staan een fazant. Ik zeg dat ze hem gestolen hebben. In de tram lag hy nog op m'n knieën en waar hy verder gebleven is. weet ik niet.” „In de tram?” echoode de waard; „daar heb Je heelemaal niet over gesproken „NatuurlUk was het In de tram." luidde het antwoord verontwaardigd. „Hoe kon ik anders van de .Drie Baarsjes" hier gekomen zyn?” „Geloopen, natuuriyk.” zei nummer drie, „1 zou je misschien een beetje ontnuchterd heb ben.” „Ik heb geen ontnuchtering noodig.” gromde Janus. „Denk Je dat Ik in dien vullen regen ga loopen voor Jouw plezier? Ben ik al niet doorweekt genoeg?” .Dat sul je zelf het beste weten,” lachte de ander. „MUn opinie is,” meende de waard weer, „dat je den fazant in de tram hebt laten liggen. Wanneer miste je het dier voor 't eerst?” „Na m'n derde biertje,” antwoordde Janus; „t kan ook m’n vierde of vUfde geweest «Un Enfin, toen ik het dier aan een paar vrienden wilde laten zien, was het verdwenen.” ,J3el de tramremise op,” stelde Ik voor; „mis schien ligt de fazant daar op Je te wachten." „Waar ziet u me Voor aan?” mompelde Ja- nus; „de tramremise opbellen!” „Misschien heb Je hem wel in de „Drie Baars jes" laten liggen." mompelde de herbergier. .Misschien zit ik zelf nog In de „Drie Baars jesbromde Janus kwaad „Misschien heb ik nooit dien fazant gewonnen! Misschien to 1 een droom geweest! Misschien ben ik een idioot!" VüNPEN:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7