Weggeven
r
«3
f
iWIIIIIIIIIIIIÏIBIIIIIIIIIIlllllllllllllllll
NIEUWIGHEDEN
Het verwerken der
resten
Na den arbeid
Heeren Slipover
SCHOUDERLIJN
Nuttige wenken
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Blouse voor jongens
van 5 jaar
*1
VOOR DE KEUKEN
BREIWERK
KNIPPATROON
>1
k i
tav,
f
Il
redt
DORA
in te
heer,
h. 0
b. L
»ert
loer.
M1W.
Ge
>ch-
DINY
breed
op
ADRIANA KNUISTPOLLEPEL
"KUUU'.iniiiim
lurt.
ge
ren.
SSS
10*
DM
Ben
ner-
ren-
iden
out:
•SS,
r.
Men
en
Paté van bruine boonen. BIJ ‘n rest ge
kookte bruine boonen ongeveer 3 kopjes
voi rekent men: 1 flinke ui, 1 af gestreken
eetlepel boter, y2 theelepel mosterd, 1 thee-
en 8.
h.
pel),
i W,
O. L.
«ijst,
nen?
zon
van
dur-
mUn
alles:
iheld,
aUJke
OE VROUW E¥ HAAR HUISHOUDING
■llllllllllllllllh
on-
mate-
tijd
en aardappelen,
bijv,
ge-
ter-
Jan
rode,
iarl.-
i ge-
i van
raagt
ver-
imid-
i dat
pewe-
huis-
bui-
IA
door
Deze eigenaardigheid heeft fig. 832, waar
de mouw met een paar plooitjes niet in het
armsgat maar boven op de schouders te ge
zet. We krijgen hierdoor natuurlijk een
ruime mouw, die van onderen met een ori
gineels manchet sluit. De rok heeft inge
zette klokstukken. Het costuum te gemaakt
uit één kleur. Dus geen afstekende tint voor
kraagje of das.
dicht en naait het halsrandje
langs de halsopening van den rug.
Fig. 624 te zeer eenvoudig van lijn. De
rok bestaat slechte uit twee banen. *t Lijf
je te glad, maar in de taille even gedra
peerd. De eenige versiering te de afsteken
de pelerine, die van achteren rond doorloopt
en waarover twee blezen loopen van de ja-
ponstof. Deze komen achter aan den hate
met een klein strikje bij elkaar.
Zwart en wit te voor *n dergelljk modél
x altijd een aardige combinatie.
Fig- 631 te ook een buitengewoon leuk
model, om te maken van effen en gestreep
te stof, wy moeten alleen zorgen, dat het
streepje niet te breed te of teveel afsteekt
bij de japonstof, want dan sou bet geheel
te druk worden, vooral omdat het schouder
stuk over den rug doorloopt. Wanneer we
b.v. 2)/i M. bruine wollen stof nemen voor
de japon en 114 M. streepstof (wit en bruin)
voor de mouwen, de das en de ceintuur,
sullen we een goed resultaat verkrijgen.
u POLA
Wanneer men zelf wollen goed breit, doet
men verstandig de verschillende deelen,
zooals mouwen, enz. afzonderlijk onder
een vochtigen doek te strijken, alvorens men
ze In elkaar zet. Het kleedlngstuk wordt dan
mooier dan wanneer men het na het
naaien strijkt. Hetzelfde geldt ook voor ge
haakt goed.
et verwerken van restjes tot allerlei
smakeUjke hapjes vormt een der
dankbaarste karweitjes voor de huis
vrouw. Daarvoor komt niet alleen vleesch
in aanmerking of visch, maar ook bijv, rest
jes van bruine of witte boonen, welke, wat
misschien slechte weinig bekend zal zyn,
nog tot smakelijke smeerseltjes voor de bo
terham verwerkt kunnen worden. Men
maakt er dan, met behulp van enkele krui
derijen en “n weinig boter, epn paté van,
die slechte weinig kost, smakelijk en voed
zaam te en die ook op vastendagen dienen
kan.
Paté van witte boonen. Bij ongeveer 3
kopjes, vol witte boonen rekent men hier-
wor: 1 flinke ui, 1 volle theelepel tomaten
puree of 1 tomaat in kleine stukjes gesne-
naad en wel over 2 cM., een smal zoom
pje. Hier sluit later het manchetje. Deze
knipt ge 21 cM. lang en 10 c.M. breed. Het
strookje wordt langs één kant van het
manchetje geregen, het mouwtje onderaan
Ingerimpeld, waarna het manchetje op
den verkeerden kant aan- en op den goe
den kant overgestikt wordt. De mouwen
zet ge in, waarvoor ge den mouwnaad 3
c.M. meer naar voren neemt dan den zij
naad. De rafels worden omgenaaid. De
knoopsgaten maakt ge in op 15 en 24 CM
vanaf den onderkant en wel 2 cJé. vana:
den kant. BIJ het manchetje maakt ge het
knoopsgat aan den kant van den onder
mouw, waarna ge de knoopjes aanzet en
het bandje of elastiek tot precies midden
voor, door het zoompje rijgt.
Vastendaagsche soepen. In antwoord
verschillende vragen het volgende:
Van de Maggl’s soepen kan men Konin
ginnesoep, Rumfordsoep, Tomatensoep,
Wlndsorsoep en Selderij soep op vastenda
gen gebruiken.
iele»- r
81,,
Luc
ste
ger-
zoompje inmaakt. Langs de kraag, welke
van dubbele stof wordt genomen, rijgt ge
een strookje, dat na afwerking 2 cM.
breed moet zyn. Dit wordt op den kant ge
stikt. De kraag wordt door middel van een
schuin blesje op het blousje gezet en aan
gestikt en plat opgezoomd. In het mouwtje
onderaan maakt ge precies tegenover den
e mode zoekt nog altyd de verras-
I 1 singen in de schouderhjn. Nu eens te
het een pelerine, dan te het een
«paillette. Ook te het vaak een aangeknipte
of hoog ingezette mouw.
breit dezen slipover met dikke
wol, op pennen no. 3J4. Het aantal
zetten seken kan nooit
worden opgegeven, daar de I jepei Maggl’s aroma en zoo noodig wat zout.
Men fruit de fyn gesnipperde ul In de
precies
een veel losser breit dan de ander. Wil men
heel veilig wezen, dan breie men eerst een I boter goudbruin, maakt de boonen goed fyn
en vermengt ze met de ul, mosterd, aroma
en zout naar smaak. Men roert alles door
een in de pan, tót het goed warm is, waar
door de verschillende bestanddeelen zich
gemakkehjker met elkaar vermengen, laat
het mengsel dan koud worden en smeert X
op brood.
fyn gesneden peterselie of seldery en
theelepel Maggl’s aroma.
Men smoort de fyn gesnipperde ul met
de boter en de tomaat tot het mengsel gaar
en byna droog te. Intusschen maakt men
de boonen goed fyn en men hakt of snydt
de peterselie of seldery fyn. Dan roert men
alles door elkaar, voegt ook de Maggl’s aro
ma erby en laat het mengsel even goed
warm worden.
Men laat het koud worden, waarna men
er het brood mee kan besmeren.
Hoe wollen goed gewasschen moet wor
den, heeft Iedere goede huisvrouw zeker
al vaak gelezen en toch gebeurt X nog vaak
dat zelfs by de zorgvuldigste behandeling
t een of ander kleedlngstuk biykt te zyn
gekrompen, of juist zoodanig uitgerekt,
dat we met de handen in het haar zitten,
hoe X weer goed te krijgen.
Daarom willen we 1 hier nog even over
t drogen hebben.
Voor we 1 wollen goed wasschen. schrij
ven we eerst nauwkeurig de diverse maten
op, sooate bovenwydte, lengte, mouwlengte,
enz. UJkt nogal omslachtig, maar de
practyk wijst uit, dat dit de eenige manier
te, om verrassingen te voorkomen.
Ate X goed gewasschen te, rollen we stuk
voor stuk in ’n rulgen badhanddoek, die *t
meeste vocht reeds absorbeert. Dan raad
plegen we ons lystje met de maten en rek
ken X goed op de veretechte afmetingen.
We laten X nu liggend drogen op den bad-
handdoek.
hond, die een paar vellen of botten krijgt
toegeworpen? Het moet wel heel zwaar val
len, voor zooiets beleefd en onderdanig te
bedanken! Niet om de geringe waarde van
de aalmoes, maar om het verregaand ge
brek aan fyn gevoel, oin de geringschatting
en onverschilligheid, die uit zulk „weldoen”
spreekt. De arme vindt ‘t misschien toch al
een vernedering, een kwelling, iets te moe
ten aannemen, dat anderen niet meer wil
len hebben.... en dan zóó!
Een arme te niet een soort van dankje-
zeggend vuilnisvat. Een arme te iemand van
wien Christus gezégd heeft: Wat ge hém
doet, dat hebt ge aan My gedaan. Wat ge
hém geeft, dat hebt ge aan My gegeven.
Is het mogeiyk, daar vyf minuten over
na te denken en dan nog ooit een arme
met iets totaal onooghjks „bhj te maken"?
Het goed mag flink gedragen zyn, zeker.
Maar kost het nu zóóveel moeite, de oude
japon even te wasschen en wat te verstel
len, den ouden mantel wat op te persen en
er eventueele vlekken uit te maken? Oude
schoenen gepoetst weg te geven? Is t
niet wat hard, knoopen en kraagje van de
Jurk te halen, omdat die nog „te goed" zyn?
Of van een jas den bontkraag te plukken,
omdat X „zonde” zou zyn? Nee, zonde zou
X niet zyn, integendeel....
Maar onze opvatting 'van weggeven
schynt zoo vaak in te houden, dat er aan
het weg te geven ding ook niets meer mag
zyn dat ons nog eenigszins zou kunnen
dienen. Anders vinden we X jammer I We
schynen soms zelfs niet te kunnen verdra
gen, dat X oude kleedlngstuk er nog goed
uitziet! Vóór X weg mag. moet X eerst nog
eens goed worden afgeslonst! De oude jurk,
die in aanmerking komt om te worden af
gedankt, wordt in den schoonmaaktyd eerst
nog eens ontoonbaar-gesjouwd, gebruikt by
verf-karweltjes en dergeiyke. Met den ou
den mantel gaan we eerst nog eens flink
in kletsbuien uit zonder paraplule en met
de oude schoenen werken we eerst nog een
poosje in den tuin. Dan mogen ze naar de
armen!
Er is zooveel onnadenkendheid by dat al
les. Heusch geen kwade wil! Daarom is er
ook met wat ernstig nadenken best ver
betering in te brengen!
Nu breit men den tweeden schouder te
genovergesteld aan den eersten.
Hiermee is het voorpand klaar.
Den rug breit men precies eender tot aan
de armsgaten.
Dan kant men, voor de armsgaten, aan
het begin van de eerste twee naalden 10 st.
af. Men houdt aan weerskanten van de
naald eenzelfde randje als by het voor
pand en mindert binnen dat randje, om
den anderen toer, aan weerskanten van
de naald, tot men nog 70 st. overhoudt. Dan
breit men zonder minderen door tot de
armsgaten even hoog zyn als by het
voorpand.
De schouders worden aldus afgeschuind.
Ie toer: 2 r„ 2 keer: 1 aver., 1 r„ 57 in pa
troon, omkeeren. 2e toer: 56 in patroon,
omkeeren. 3e toer: 49 in patroon, omkee
ren. 4e toer: 42 in patroon, omkeeren. 5e
toer: 36 in patroon, omkeeren. 6e toer: 30
in patroon, omkeeren. Dan breit men de
naald uit en kant het werk af.
Men strykt dan het breiwerk onder een
vochtigen doek, naait de zy naden en schou-
de maden
Paté van vleescbresten
By ongeveer ons vleeschresten,
soepvleesch, rekent men twee koude
kookte aardappelen, 1 ui, 1 theelepeltje
mosterd, 1 eetlepel sla-olle, 1 eetlepel azyn.
peper, zout en enkele druppels Maggl’s
aroma.
Men maalt of hakt het vleesch fyn met
de aardappelen en de ui, roert er mosterd,
zout, peper en aroma doorheen en vormt er
dan, met behulp van olie en azyn, een sa
menhangend geheel van, dat men weer als
’n smakeiyk smeersel voor het brood kan
gebrulkdh.
«—bloemen zullen het komend Jaar ge-
I-a dragen worden op den schouder, in
de ceintuur, in het haar; natuurUjke
en nagemaakte bloemen van velours en sa-
tyn. Anemonen, rozen, narcissen, anjers,
kleine bouquetjes bloemen in verschillende
kleur en voor avonddracht guirlandes van
bloemen. Bloemen in alle soorten, gedragen
in lange slingers om den hals, om de ar
men; ceintuurs van bloemen, ook slingers,
van klaprozen, korenbloemen, margrieten
en andere soorten, bloeiend op het veld.
De allernieuwste taschjes zyn voorzien
van een onbreekbaar spiegeltje, dat aan
den buitenkant bevestigd is. Zelfs hebben
enkele modellen vernuftig aangebrachte
portemonnaies aan den buitenkant, om
vlug tram- en busgeld by de hand te heb
ben. U ziet verder nog een flap-jack tasch-
je; de flap-jack zit nl aan den buitenkant
aan het taschje vast.
Vervolgens de nieuwste scheerspiegel,
dien men stevig plaatsen kan, zonder dat
hy omvalt, doordat er een groote gumml-
zuiger onder den voet zit, welke zich aan
het tafelblad vastzuigt. Deze scheerspiegel
is echter nog vernuftiger daar hy tegen
den wand te plaatsen is met behulp van
denzelfden zuiger: de verstelbare armpjes
brengen den spiegel in den gewenschten
stand.
Vervolgens teekenden we een theepot en
fllter-kan, zooals we ze zagen in het vuur
vast materiaal in bruin, oranje en donker
blauw. Deze artikelen, zooals vuurvaste
schaaltjes, melkkannen, koffiepotten enz„
kunnen nu verkregen worden in een prach
tige groene kleur.
Daarnaast ziet U een handigen houder
voor den sauslepel, welken we aan de saus
kom kunnen bevestigen, zoodat de lepel er
niet ingiydt
By al deze nieuwe artikelen teekenen 4e
ook het nieuwste mandje voor poes, dat nu
in een langwerpig model uitkomt.
Vervolgens een Thermos-kan van
breekbaar, slecht warmtegeleidend
rlaal. Deze kan zal uw melk langen
warm houden, wanneer de vloeistof er heet
in gedaan wordt.
Voor wie zich de weelde kan veroorloven
teekenen we daarnaast ’n koffiezetapparaat a
van onbreekbaar glas.
De koffie, die men er in kan zetten, moet
buitengewoon smakelijk zyn, doch de prijs
van dit voorwerp is nogal hoog en zal me
nigeen by het hooren ervan doen besluiten
het nog maar met den gewonen koffiefilter
te doen.
Naast de natuurgetrouw nagebootste
bloemen van glas, voor versiering van uw
kamer, zien we ook diepzee-monsters, ko
ralen, planten en verschillende vreemde
dingen welke de zeebodem herbergt, nage
bootst van glas: koraalriffen, visschen en
planten enz. van fyn gekleurd glas. Ze zyn
bestemd om uw kamer te sieren. Men
plaatst ze in een bowl, kom of aquarium
en vult de kom met water; de verschillende
prachtige kleuren zullen een betooverend
schynsel geven.
Geheel onderaan ziet U een van
nieuwe electrische bedwarmers.
wr -w yle niet zóó rijk met aardsche goe-
\A/ deren is gezegend, dat hy den
armen belangryke sommen gelds
kan schenken, of goede nieuwe kleeren, op-
zetteiyk voor dat doel gekocht, is voor zyn
liefdadigheid grootendeels aangewezen op
kleine aalmoezen en op het „weggeven”.
Het cadeau doen van afgelegde kleeren, af
gedankt speelgoed, overtollige meubelen.
Eft nu kan dat weggeven, de éénlge vorm
van weldoen, die velen zich kunnen per-
mltteeren, Inderdaad tot een verdiensteiyk
werk gemaakt worden. Het kan ook zóó
gebeuren, dat er ons later, by de groote
afrekening, eer een verwyt van zal worden
gemaakt dan dat X ons de verwachte be-
loonlng zal brengen.
Wanpeer we niets anders voor de armen
kunnen doen, geven we dan tenminste grif
en graag weg datgene wat we zelf niet meer
gebruiken kunnen? Minder kan toch al
niet van ons verlangd worden! Maar wat
zien we vaak gebeuren? Huismoeders ver
sjacheren aan de deur de afgedankte ja
ponnen en schoenen, regenjassen, kinder-
jekkers, hoeden en wat niet al, aan den
voddenkoopman. Ze krygen in X gunstigste
geval enkele dubbeltjes voor de weliswaar
niet meer fraaie, maar nog volstrekt niet
geheel onbruikbare stukken. Het is soms
belacheiyk weinig in verhouding tot den
staat waarin de artikelen zich nog bevin
den, maar daar denkt de spaarzame huis
vrouw niet aan. Ze ziet slechts de kleine,
maar zoete winst op dingen die voor haar
totaal geen waarde meer bezaten en waar
uit geenerlel nut meer te trekken viel. Die
dertig of veertig cent kan ze alweer van
den prijs der nieuwe kleedingstukken af
trekken!
Maar nu biyft het een feit, dat ze met
die paar dubbeltjes voor even zoovele gul
dens had kunnen weldoen! Misschien be
steedt ze in een paar weken evenveel aan
kleine aalmoezen als ze voor die heele be
zending oude kleeren heeft gekregen. Daar
let ze zoo niet op, want tenslotte is ze niet
gierig. Maar die dubbeltjes van den vod
denkoopman, daar is ze fel op, die kan ze
zich niet laten ontgaan, dat is zaken-doen!
Toch sou ze veel beter gedaan hebben,
wanneer ze dat bedragje aan achterdeur-
aalmoesje; in den zak had gehouden en in
plaats daarvan de verkochte kleeren aan
arme stumpers had uitgedeeld. Die dingen
zouden voor zulke menschen een zoo véél
hooger bedrag vertegenwoordigd hebben
dan zy er voor kreeg!
En hoe dikwijls ziet men niet *n over
compleet bed met ’n uitstekende, zy X wat
ouderwetsche matras, naar den opkooper
verhuizen voor *n niet minder belacheiyk
bedragje! Van hoe onschatbaar nut kan
echter zoo*n oud onpractisch tweepersoons
bed nog niet zyn in een arm gezin, waar
men behooriyke slaapplaatsen te kort
komt!
Wie er eens over nadenkt, zal Inzien dat
hy, zonder één cent meer uit te geven, véél
meer zou kunnen weldoen, door die ge
woonte van opruimen-door-verkoop af te
leeren en alles wat niet meer voor eigen
gebruik geschikt wordt geacht, weg te
geven!
Doch ook by het weggeven zelf liggen nog
voetangels en klemmen. Wordt niet al te
dikwijls vergeten, dat de armen geen ande
re menschen zyn dan wy, dat ze ook hun
trots, hun gevoel van eigenwaarde kennen?
In welken staat bevinden zich soms de din
gen, die weggegeven worden? Ik bedoel
daarmee niet den graad van slytage of
ouderdom. Maar hoe vuil, hoe slordig wor
den gedragen kleedingstukken en schoenen
den arme soms in de hand gestopt! Er ont
breken knoopen, er zitten winkelhaken in,
de stof is vol vlekken, de plooien zyn in
geen maanden meer geperst. Moet iemand,
die zooiets krijgt, zich niet voelen als een
proefstukje en ga na hoeveel steken er op
1 c.M. komen, waarna men precies kan af
meten hoeveel steken men heeft op te
zetten.
Beginnende met 94 steken, breit men
eerst voor den boord 7 a 8 c.M. 1 r. 1 aver.
Dan* kan men verder r. breien aan den r.
en aver, aan den linkerkant, ofwel men
breit het een of andere patroon. Heel een
voudig en mooi is het onderstaande:
le toer: 4 r., 2 aver.
2e toer: aver.
Is het werk, van het begin af. ongeveer I den> j afgestreken eetlepel boter, 1 eetlepel
30 cM. lang, dan begint men aan het fyn gesneden peterselie of seldery en 1
randje voor de armsgaten. Men breit dan-
2 r„ 7 maal: 1 aver.. 1 r. en verder in pa
troon tot de laatste 16 st. Dan 7 keer: I r.. I
1 aver, en tot slot: 2 r.
2e toer: 8 keer: 1 r., 1 aver. Verder in I
patroon tot de laatste 16 st. Dan 8 keer:
1 aver., 1 r.
Deze beide toeren herhaalt men nog 2
keer.
7e toer: Nu kant men 10 st. af voor het
armsgat. Dan breit men 2 r., 2 keer1 aver.,
1 r. Verder 31 st. In patroon. Dan; 3 keer
1 r. 1 aver., 1 meerderen, 2 keer: 1 r, 1
aver. Verder: 1 r., 31 in patroon, 7 keer
1 r, 1 aver, en tot slot 2 r.
8e toer: 10 afkanten, 3 keer: 1 r., 1 aver.,
31 in patrogn, 1 aver., 6 keer: 1 r, 1 aver.,
31 in patroon, 3 keer: 1 aver., 1 r.
9e toer: 2 r., 2 keer: 1 aver., 1 r„ 2 st.
samenbreien, 29 in patroon, 6 keer: 1 r., 1
aver. Dan: 1 r., 29 in patroon, 2 samenbr.,
2 keer: 1 r. 1 aver.; tot slot 2 r.
10e toer: 3 keer: 1 r., 1 aver.. 30 in pa
troon, 1 aver., 6 keer: 1 r., 1 aver., 30 in
patroon, 3 keer: 1 aver., 1 r.
He toer: 2 r., 2 keer: 1 aver., 1 r„ 2 sa
menbr., 28 in patroon, 6 keer: 1 r., 1 aver
Dan: 1 r., 28 in patroon, 2 samenbr., 2 keer:
1 r., 1 aver. Tot slot: 2 r.
12e toer: 3 keer: 1 r. 1 aver., 29 in pa
troon, 1 aver., 6 keer: 1 r„ 1 aver, 29 in pa
troon, 3 keer: 1 aver., 1 r.
Nu wordt het werk in tweeén verdeeld
voor de halsopening en werkt men du^^p
de eerste 41 st. als volgt:
le toer: 2 r„ 2 keer: 1 aver., 1 r., 2 sa
menbr 25 in patroon, 2 samenbr., 2 keer:
1 r., 1 aver. Dan 2 r. omkeeren.
Men breit zoo door, terwyi men aan
weerskanten hei randje houdt van 1 r., 1
aver. Aan den kant van het armsgat min
dert men, aan den binnenkant van dit
randje, 1 s^. om den anderen toer. Tegeiy-
kertyd mindert men aan den kant van den
hals, eveneens binnen het randje, 1 st. in
eiken 6den toer, tot er nog 33 st. overbiy-
ven. Dan mindert men alleen nog maar
aan den kant van den hals, in eiken 6den
toer, tot er nog 26 st. overbiyven.
breit dan 2 toeren zonder minderen
schuint dan den schouder af als volgt: I
le toer: 3 keer: 1 r, 1 aver., 13 in pa
troon, omkeeren.
2e en 4e toer: in patroon tot de laatste
6 st. Dan: 2 keer: 1 r, 1 aver, en tot slot
2 r.
3e toer: 3 keer: 1 r, 1 aver., 6 In patroon;
omkeeren.
5e toer: I keer: Ir, 1 aver.; omkeeren.
6e toer: 2 keer: 1 r., 1 aver. Dan: 2 r.
7e toer: 3 keer: 1 r., 1 aver, in patroon
tot de laatste 6 st. Dan: 3 keer: 1 aver„ 1 r.
8e toer: 20 st. afkanten. Op de overge
bleven 6 st. breit men het randje door voor
den rug tot men 5 c -M. heeft.
enomen maten: bovenwydte 68 c.M
mouwlengte 39 c.M. Benoodlgd: 1.30
M. stof van 90 k 100 cM. breedte,
4 grote knoopen, 2 kleinere knoopen, 70 cM.
elastiek.
Bovenstaand blousje maakt ge van soe
pele stof, zooals shantung, zyde, enz.
teekent het patroontje op de oangegevev
maten, waarna ge het op de vaste lijnen
ultknlpt. Hierna legt ge de patronen op de
stof, zoo eenigszins mogeiyk worden de ce-
genbeleggen aan den voorkant aangekmpt,
zoodat ge hier dan geen naad krijgt. Alles
wordt met een één c.M. breeden naad uit
geknipt; onderaan X blous
je 3 cM. voor het zoompje.
De strookjes, welke ge 4 cM.
breed knipt, laat ge ajouren
aan één kant. Wanneer ge ’n
gepllsseerd strookje neemt,
moet ge driemaal de ver
slechte lengte hebben; by
een gerimpeld strookje
ongeveer tweemaal de
lengte. Wanneer alles geknipt is, be
gint ge aan den voorkant de tegen-
beleggers om te rijgen. Hierna kunt ge
schouder-, zy- en mouwnaden verbinden,
waarna ge onderaan een 2 cJL