Hoe de Lampe’s groot werden persi Drie trouwe helpers bij de schoonmaak rATA het radicale [Schuur poeder Raadselen in de Nijenrode-zaak Theater in brand Henkel KJIPMAN BENEDICTUS’ INITIATIE? HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL I MAANDAG 9 APRIL 1934 Tooneel verwoest De tweede party Een soort lijfdeuntje l Verhoor rechercheur Abdij van Egmond Giften voor het Bouwfond* Meineed? G DE BOLLEN SAN EERING ZN 1 Na de pauze Weinig verachU in maak Relatie* met Amtterdam PATER BENEDICTUS t Een welbesteed priesterleven Opkomst der confectie ONGEDULDIGE ARBEIDER Valt n De werking van den Merapi 7* er in het inatructiegebouw tua- *chen Johanknegt en zyn aecretareaae contact geweeat? Voorbijganger» bemerkten tydig het groote gevaar en grepen direct in Loftuiting niet uit tot oordeelen bevoegde vakkringen Ook hier weer wa* Sneek de baker mat van een groot katholiek kleed ingbed ryf o—s n zu is het De aecretareeee van den defectieve een controleur der werk verschaffing aan Receptie Mgr. Cobben naar Rome 7/ Wat de LT3. zegt De detective gehoord Verwarring r PW 4 1 Cooten brei voor iemand waar je „van Officier te luiden: er dat een !S- het Benedikt Lampe Vol l was goed te spreken. Nog altijd is deze Na de pauze wordt getuige Van Cooten weer voor het bekje geroepen De president wenscht hem nog eenlge vragen te stellen. De kwestie van het contact tusschen Johan knegt en Juffrouw N. komt weer ter sprake. lp n n r- 3— 1 4— 3 2—2 8—0 re e ds L. man Lampe is reeds op den dijk.” In 1834 opende Benedikt Lampe te Sneek een zaak in laken, linnen, katoen en duffel. (Bovenstaand bericht werd reeds geplaatst in een deel van onze vorige oplaag) n Is t» I- 0 ir en 5.) 1—1 1—1 3—1 3—1 0—1 1—2 0—0 3—2 3—0 len idb ras les ijd 0—0 1—1 3—0 3—2 een tart tn- na- be- ko- I nen den am M. ts~ a- tte n- n- 3: ui sr- ke >as or or lm a- land trtj- er- sd- te r- Ujk oor es- »- de it in sm en. igd ats er- ec. m tn it n n Zelfwerkend Waschmiddel Eenvoudig in hu» febeuik Ben zeldzaam zakenjubileum wordt dezer da gen herdacht. Het algemeen bekende modecon cern der firma gebroeders Lampe kan terugzien op een bestaansperiode van 100 jarenl Naar aanleiding van bet bericht dat in de algemeene vergadering der Ned. Bloembollen kweekerscentrale warme hulde is gebracht aan den minister van Economische Zaken voor de genomen saneeringsmaatregelen en aan bet be stuur der Centrale voor de uitvoering, bevat het Weekblad voor Bloembollencultuur een re dactioneel artikel, waarin betoogd wordt men daarin niet een uitspraak van het bloem bollen bedrijf mag zien. Het blad w*Ust op de vele gebreken, zoowel van de in Den Haag ontworpen maatregelen als van de wijze waarop deze zijn uitgevoerd, met als gevolg: „ontduiking op groote schaal, moei- lijke of onmogelijke gpntróle, gemodder en ge- Omtrent den brand in de Centrumbioscoop aan de Vlamingstraat vernemen wij nog, dat de operateur en de portier, die volgens den di recteur van het theater tijdens den brand in het gebouw hadden moeten zijn, aan commis saris Kramer hebben verklaard, dat zij op dat tijdstip geen dienst hadden, wel in het gebouw waren geweest, maar, niets 'bijzonders bespeurd hebbende, het hadden verlaten, het hek niet sluitende, omdat de zoon van den heer Fresco er nog schilderwerk had te doen en anders niet weg had kunnen komen. Ook de inlichtingen van laatstgenoemde hebben niet tot een ver klaring van den brand geleld. Het is mogelijk, dat de brand ontstaan is. doordat een zinken kachelpijp van een perceel aan de Groote Markt zes meter boven de plaats uitkomt, waaronder bet tooneel zich bevindt en er misschien vonken uit die pijp door een luchtkoker naar beneden zijn gezogen. Een werkvrouw in een huis naast de bioscoop heeft een slag gehoord en vlammen gezien; haar patrones heeft daarna de brandweer op gebeld. nebben Aanvan met De verdachte Onnes verklaart er prijs op te Stellen, dat de verklaringen van zijn vrouw ter zitting worden voorgelezen. Hij kent die ver klaringen niet en zou ze willen kennen, om naar aanleiding daarvan vragen te stellen, zoo- als verd. meent, dat de Officier, die deze ver klaringen heeft overgelegd, al gedaan heeft. President mr. J. O. de Vries zegt toe, dat verd. Dinsdag kennis van de verklaringen zal kun- nen nemen. ©r r De belangstelling voor deze Zaterdagsche Onnes-zitting was weer groot. De publieke tri bune zit stampvol en ook de gereserveerde ban ken zijn goed bezet, al kunnen we niet van een „uitverkocht huls" spreken. Als getuigen zullen vanmorgen oa. gehoord worden de detective Johanknegt en zijn vroe gere assistente, juffrouw N. Deze laatste heeft vanmorgen officieel bericht gekregen dat de Officier haar buiten vervolging heeft gesteld. Zij zal dus niet in het bankje der verdachten plaats nemen. Zij heeft in voorarrest gezeten van 22 April tot 13 Juni en werd onder ver- - schillende beperkende voorwaarden in vrijheid gesteld. De handel was goed en de relaties breidden zich steeds uit. Ook in Amsterdam deed Lampe zaken. Hij logeerde er in de veertiger jaren geregeld in het logement van de Wed. Kloos terman In de Warmoesstraat en betrok zijn goederen bij bekende grossiers als de firma Bonse, Wannoesstraat 145 bij de Oudebrug- steeg en B. F. Strikter, Warmoesstraat 195. In 1869 trok Benedlctus zich terug ult^zijn zaak, welke toen reeds een der beste was in wijde omgeving. Bjj het uitbetalen der loonen asm de ar beiders In werkverschaffing te Oss, scheen de arbeider v. O. zijn beurt niet te kunnen afwach ten Herhaaldelijk viel hij de andere vrachten den lastig. Toen de controleur der werkver schaffing, de heer de Werd, hem hierop wees, ontstak van G. in woede en trachtte de W. zijn snor uit te rukken Woedend van pijn probeer de deze met zijn gummistok de aanvaller terug te drijven. Spoedig was hulp van gemeentepoli tie aanwezig en werd de woesteling overmand en in bet politiebureau ingealoten. SOLO, 7 April (Aneta). De wacht van den Vucanologischen Dienst te Solo meldde gister nacht 3.04 een gloedwolk van den Merapi. Te 3.10 werd een aschwolk m Oostelijke richting waargenomen. Te 3.30 vpnd weer een eruptie plaats. In Solo is weinig, in Tjepago en omlig gende dessa s en para's is veel asch gevallen. niet gesteld en er werd nogal in gefantaseerd. Dat moest wel, aldus getuige N„ omdat Johan knegt zijn „schakel" niet wilde noemen. „Hoe is Johanknegt’s bezoek aan Onnes ver- loopen?” vraagt de president bij het verhoor van de secretaresse. Herat heeft Johanknegt een brief aan Onnes geschreven, daar kwam echter geen antwoord op. Later zijn getuige en haar chef per auto In Hotel „l’Europe” heeft Zaterdagmiddag de directie van de fjfma Lampe ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan der zaak receptie ge houden. Wegens <jen nationalen rouw Is deze des tijds uitgesteld moeten worden, maar de be langstelling die de firma van alle zijden mocht ondervinden heeft daar niet onder geleden. De zaal, waar de heeren Paul, Frans. Willem, Bene dlctus en Ludgart Lampe de gelukwenschen der vele bezoekers in ontvangst namen was in een bloementuin herschapen. Ook het gemeente bestuur heeft, In de personen van den loco-bur- gemeester Kropman en de wethouders Baas en Rustige van zijn sympathie voor de tientallen Jaren hier gevestigde firma blijk gegeven. On der de vele familieleden der jublleerende di recteuren was ook aanwezig de heer F. G. lampe, consul der Nederlanden te Dortmund. Zeer veel persoonlijke vrienden en zakenrelaties hebben in den loop der middag nog de receptie van dg heeren Lampe bezocht. Twee voorbijgangers bemerkten rook en snel den bet gebouw, waarvan bet hek kon worden open geschoven, binnen. Achter in de zaal ge komen, zagen zij vlammen aan de zoldering van het tooneel. Zij hebben zich gehaast, de beide slangen, welke zich in de zaal bevonden, aan de bluschlelding te koppelen en water te geven. Maar het vuur had reeds om zich heen gegrepen, vermoedelijk aangewakkerd ten ge volge van den trek door een gat in het plafond. De brandweer was aanstonds ter plaatse. Het tooneel werd echter verwoest en leverde een troostelooaen aanblik. De brandweer moest in het dak hakken om de vlammen te kunnen dooven. Commissaris P. Kramer was aanwezig om een onderzoek naar de oorzaak van den brand in te stellen, maar dit onderzoek kon niet aanstonds resultaat hebben, omdat nie mand van het personeel aanwezig was. De ope rateur en de portier waren namelijk niet ter plaatse. De directeur van het theater, de heer L. Fresco, die ook elders in Den Haag een zaak heeft, kwam toevallig eens aanloopen met de bedoeling om te controleeren, of het personeel op zijn post en alles in orde was, en moest toen constateeren, dat zijn zaal voor een deel door de vlammen verwoest en zijn personeel afwezig was. Hij is verzekerd tegen brandschade, maar niet tegen bedrijfsschade. Nog niet lang ge leden had hij het gebouw laten opknappen. naar het kasteel gegaan. Johanknegt had bij die gelegenheid een portret van Konings ge toond aan Onnes. Pres.: „Schrok Onnes?" Getuige: ,Ja, hij schrok, dat merkte ik di rect. Ook heeft Johanknegt de wissel, die btj Konings was gevonden, getoond aan Onnes- Het was wel merkwaardig, dat bet onderhoud Het verhoor van getuige-rechercheur Bleijen burg wordt dan voortgezet. Pres.: „Zijn er „lolletjes’’ gemaakt bij het opmaken van de verbalen van Johanknegt?" Getuige: ..WeIneen, absoluut niet. De scène tusschen juffrouw N. en Johanknegt komt weer op de proppen." Pres.: „Waarom hebt u over dat zg.n. con tact in het constructiegebouw nooit gesproken tegenover den rechter-commissaris?” Getuige: ,Jk «rilde niemand compromltteeren, maar ik heb 1 wel gezegd aan mijn superieuren Brandt en Hamoen in Utrecht.” Pres.: „Maar niet aan den Utrecht." ling overleg is het proces-verbaal in elkaar ge draaid. Johanknegt had de rechercheurs steeds getroost met de woorden: „Alles komt in orde. De daders zal ik jullie óók leveren". President: „En dat liedje „hoe lang moeten we nog liegen. Get.: „Oh. dat is door v. Bleijxburg herhaal delijk gezongen. In Utrecht ook.” Officier: „Op het Hoofdbureau?” Get: „Och, het was een soort lijfdeuntje ge worden.” Pres.: ,Js er op 34 Januari 1933 bij U aan huis met de rechercheurs besproken waar de tweede partij sou worden „teruggevonden?" Get.: .Ja, daar hebben we er den heelen dag over gesproken.” Pres.: .Kwam van Cooten met het voorstel „Hollandsche Rading?" Get.: „Neen, wel was het plan uitgewerkt van het vinden ergens in het bosch. De Holland sche Rading werd pas op 26 Januari het doel, toen van Cooten er ons den weg heen wees”. Pres.: „En is dien dag ook de proef met het schietkatoen genomen?” Get,.: .Jaik weet niet of het op dien dag was. Ik had een heels hoeveelheid van dat schietkatoen van Bleslng gekregen. Die zei toen nog: „Stel je voor dat je daar een Totaal vorige opgave t 20.606.39. Ingekomen giften van 12 Januari 19346 April 1934: H. v. I te W. f 7; Mevr. A. 8. 8. 8. te ’s-G. f 1; Heer en Mevr. A. L. te D. f 10; Heer en Mevr A. te D. f 10; Dames R. te D. f 2.50; Kap. B. te D. f 2.50; Kap. v. E. te D. f 250; Heer en Mevr V. L. 8. te R. f 20; Mej. M. B. te H f 250; Nü- meegsce bijdragen f 1350; Kap. W. N. te T. f 10; EO.M. teC.f 3; Prof, de 8. te S. f 1; Mej. P. J. te U. f 10; N.N. f 10; Mej M. v. d. B. te H. f 10; Past. L. W te B f 100; Dr K. R. te M. f 10; Uit spaarpot van Claartje en Erich Sch. te M. f 3; Mevr. 8. te M. f 250; B. P. Z. te A. f 65; Reet. A. N. te W. f 10; Mej 3 8 te N. f 2.50; Ir. Dr. E. B. te D. f 10; W. Z. te N f 1; L. v. B. te L. f 25; H. L. f 10; Mevr 8 V. W. te B. f 10; Mej. L. te O. f 4; N. N. f 3; J. te O. f 250; Leden Zuivelfabriek te O. f 750; Kinderen v. d. Maria- school te T. f 10; P. P. te W. f 2.50; N. N. te B. f 10; Dr. Ir. E. B. te D. f 250; St. Fr. K. te B. f 3.30; B. K te O f 5.10; H. J. C. v d. B.»te R. f 5; Busje St. Paulus Abdij f 6.67; Kerkcollecte Parochie H Jacobus den Meerdere, Den Haag f 90; Idem O. L. Vr. Onbv. Ontv. Den Haag f 244.46; Iden St. Paschalls Bay Ion Den Haag f 273.35; Idem H.H. Petrus en Paulus, Amster dam f 16650; Idem H. Laurentlus, Voorschoten f 41.33; Sub Comité Limburg f 65; Sub. Comité Amsterdam f 19.55; Opbrengst Propapandamate rlaal f-47.15; E. B. te A. f 100; C. J. v. d. Z. te ’s-G. f 10; W. H. B S te N. t 3; Mevr, de wed. E. A. F B T te B. f 10: A de W. te H. f 10; Not. v. M. te B. f 25; Mr. J. B. L. te H. f 250; L. Th. J. P. te H f 50; H N. te H. f 10; Mevr. K. C. te H. f 25; N. N. te N. f 1000: Door bemiddeling van mej. A. t. L. te L. f 50; G. Gest. St. M. te N. f 100; G. J te B. f 50; W. P. te N. f 100; A. G. D. te N f 10; A. B. t. H. te N. f 25; H. G. de B. te N. f 15; C. G J A Sr. te N. f 10; E. O. U. te N. f 5; J. B. V. M J v. d M. te N. f 35; Th. W. Z. te H. f 250; W v. d. L. te H. f 10; P. K. te H. f 25; J. B M te H f 50; Th. W. C. J. te H. f 100; G. J. W. M. te H. f 10; A L. te H. f 10; P W. L. te H. f 2 50; G. H. H. te H. f 30; G. H. H. te H f 20; C Ph F te H f 50; D E. P. te H. f 50. Totaal f 34 488 80 Giften voor dit doel worden aangenomen bjj de St. Paulus-Abdij te Oosterhout (N3.) Giro nummer 39167 en ten kantore van de Firma Theodoor Gilissen, Nieuwe Doelenstraat 1214 te Amsterdam, Gironummer 28485. ■Hij houdt vol, dat juffrouw N. hem onder steunde of ten minste gearmd met hem liep in de gang van het instructlegebouw; Johan knegt was onwel geworden. Pres.: „U sprak eerst van een flauwte.” Getuige: „Later heb Ik van onwel gesproken.” De getuige Bleijenberg, die tijdens dit ver hoor in de zaal was, wordt naar bulten ge stuurd; Johanknegt echter mag rustig blijven zitten, evenals gedurende de verklaringen van zijn vroegere assistente ih de ochtendzitting. Pres.: .Js er bU het opmaken van de verkla ringen van Johanknegt ca. gezegd, dat er wat „fantasie" gebruikt moest worden?” Getuige ontkent dit, ook is er over die ver klaring niet gelachen. Getuige mag gaan zitten om zijn plaats aan z’n collega Bleijenberg af te staan. Hem worden dezelfde vragen gesteld. Ook hij houdt vol, dat er in het Instructlegebouw tusschen Johanknegt en juffrouw N. contact is geweest. Ten aanzien van het opmaken van de verkla ringen van Johanknegt ca. bleef getuige bij zijn reeds eerder afgelegde verklaringen. Ook ont kende hij, dat de vondst bij Maartensdijk bij zjjn weten een quasi vondst was. Een afspraak hierover was niet gemaakt. Officier: „Waarom hebt U van de scène in het instructle-gebouw geen rapport gemaakt?” Get.: ,Jk vond het van niet genoeg belang.” Officier: „U vertelde het toch aan de com missarissen Brandt en Hamoen te Utrecht?” Get.: ,Jk vind het verschrikkelijk zooals ik hier behandeld word. m*n eer is door het slijk gesleurd...." Officier: ,Jk vraag antwoord op m’n vragen". Get.: „Ik heb over m’n verhoor bij den rech- ter-commlssaris een rapport opgemaakt, omdat ik voelde, dat ons onrecht werd gedaan. We werden als verdachten behandeld. Acht maan den hebben we in deze zaak gewerkt en we zijn in deze zaak niet door den Officier opge roepen.” Officier: „Over de oplichting door Onnes ge pleegd wist U niets.” Een heftige woordenwisseling tusschen Offi cier en getuige volgt. Dan wordt Van Cooten opnieuw opgeroe pen. Hij moet den Officier precies Vertellen, wat er in het Instructlegebouw is gebeurd. Hij doet opnieuw zijn verhaal. Officier: „U bent, toen U dat contact tus schen juffrouw N. en Johanknegt zag, kalm blijven zitten en hebt n*et Ingegrepen?” Getuige: .Keen, ik ben in het wachtkamertje gebleven”. De omset, ook per klant, ging snel omhoog, omdat voornamelijk in de steden de bur gerij zich allengs meer richtte naar de eischen van de mode. Het gouden oorijzer werd afgelegd en op de dorpen volgde het Jongere geslacht al heel spoedig het voorbeeld van de stedelingen. Ook kleederdrachten, als die van Hlndeloo- pen, geraakten op den achtergrond; kleedlng- stukken, welke eertijds van moeder op doch ter en van vader op zoon werden overgedra gen, hing men in de kast en een nieuwe „gar derobe” werd aangeschaft. Julius en August Lampe zetten het bedrijf huns vaders voort. In het jaar 1883 werd een belangrijk besluit genomen. De Gebr. Lampe vestigden zich te Amsterdam, Nleuwendljk 135, waar zij hoopten de vleugels breed uit te slaan. Het was ook in de tachtiger jaren, dat iets geheel nieuws op mode-gebied naar voren kwam: de confectie. Hierin zagen de Lampe’s toekomst, waarbij hun blik reikte over de moeilijkheden van het oogenbllk. Want de standaardkleeding bleek aanvankelijk weinig populair. De eerste confectlekleedlng was in hoofdzaak mantels; japonnen maakte men pas na 1900. De secretaresse van den rechercheur, mej. M. N„- wordt dan als getuige gehoord, vertelt, hoe zij in dienst bij Johanknegt gekomen en wanneer zij den detective eerst hoorde praten over NUenrode. Getuige merkt naar aanleiding van ▼an Cooten's verklaringen op, dat de eenlge waar heid. die hjj gesproken heeft is, dat hij ten huize van Johanknegt nooit oesters en cham pagne beeft geconsumeerd. Pres.: „Kwamen Mees Gerritsen en Blee- aing wel eens bij Johanknegt thuis?” Getuige: ,Ja zeker.” Pres.: .Maar wat kwamen ze dan doen?” Getuige: „We kregen tips en inlichtingen ean ze." Pres.: „Weet U er iets van, dat Onnes en Johanknegt apart zjjn gaan praten In „Louis XVI"? Getuige: „Ik weet absoluut zeker, dat ze apart zjjn gaan staan, maar of Johanknegt toen het flaconnetje heeft laten zien, weet ik niet." De reis naar Utrecht en Maartensdijk en het vinden van de tweede partij goederen, komt dan ter sprake. Getuige N. verklaart, dat zij met Johanknegt te ongeveer half elf uit Amsterdam is vertrokken per auto. Mr. Kappeyne: „Vroeger heeft getuige ver klaard, dat er te half tien is vertrokken." Z. H. Exc. Mgr. O. Cobben, apostollach-vtea- rta van Finland, vertrekt as. Dinsdag naar Romet schipper, stijgende onvoldaanheid.” De samenstelling der algemeene vergadering van de Centrale besprekende, betwijfelt het blad of de als leden vertegenwoordigende ver- eenlglngen, op één uitzondering na. wel voldoen aan den eisch der statuten, dat >0 de belan gen van de bloembollenteelt in den ruimen zin des «toords moeten bevorderen. Daar de statuten der centrale geen enkelen Invloed toekennen aan de leden, en dezen even min het bestuur benoemen, omdat aan den minister uitsluitend alle bevoegdheden zijn toe vertrouwd, doet ten slotte de samenstelling der algemeene vergadering er niet veel toe. Als men het maar niet doet voorkomen, alsof de huldebetuiging dier vergadering bet oordeel van het bloembollenvak zou zijn, aldus besluit het Weekblad voor Bloembollencultuur zijn be schouwingen. Naar aanleiding van het bovenstaande ves tigt de L. T. B. onze aandacht op het vol gende: In het artikel van „Bloembollencultuur'* wordt o. m. gezegd, dat de aangesloten ver- eenlglngen practlsch het vak niet vertegen woordigen. Zeer kortzichtig is dit zeker. Het H. B. G. telt 994 leden, en in den L. T. B. zijn 1550 bloembollenkweekers, terwijl de christe lijke patroonsbond twintig belangrijke bollen kweekers tot lid heeft, te zamen dus ruim 2500 leden. Verder zouden de arbeidersorgani saties er in 't geheel niet in thuis behooren. Over het algemeen zijn er meer arbeiders dan patroons. Hoe die verhouding In het bloem bollenvak is, laten wij bulten beschouwing, doch dat de arbeider en zijn gezin als menach evenveel belangen heeft bij een gezond bedrijf als de patroon en zijn gezin, geeft toch een leder toe, tenzijmen verdronken is in de uitvlucht: Het vak. Een en ander moge de redelijkheid aantoo- nen, dat de leden der bloembollenkweekers- oentrale gewettigd waren, hulde te brengen aan het bestuur dier centrale. En er was hulde te brengen, hoewel leder der aanwezigen er van overtuigd was, dat er door het bestuur geen volmaakt werk was afgeleverd. Doch dat verwachten wij vooralsnog niet. In hoeverre Den Haag hier omwille van de lijn In an dere saneeringsmaatregelen Invloed beeft uitgeoefend, ia in enkele woorden niet weer te geven. Ten slotte vragen wij ons af: Kan de Ne- derlandsche bloembollenkweekerscentrale wel ooit Iets goed doen bij de Algemeene Vereeni- glng? Iedereen kent het standpunt, dat deae vereenlglng aanvankelijk innam, en inen toont, door geen lid te worden van deae centrale, de voorkeur te geven aan aanvallen in plaats van mee te werken, mogelijke fouten van bet be stuur te voorkomen of te herstellen. De president zegt dan tegen getuige Bleijen- burg: „ik maak u attent op den ernst van de verklaringen, de rechter-commissaris verklaart het anders, dien zult u tegenover u krijgen.” Get.: „Ik kan er niets aan doen.” De president gaat dan verder met vragen te ■tellen over verschillende bijkomstigheden. Pres.: „Hebt u ten huize van Johanknegt wel eens het liedje meegezongen, waarvan de slotregels lulden: „Hoe lang zullen we nog liegen?" Get.: „Hebt u me wel eens booren zingen?” Pres: (boos): „Neen, hier niet natuurlijk, ik ■eg immsra; b(j Johanknegt." Getuige: „Och meneer, allemaal onzin. Wordt zóóveqj gelogen in deze zaak”. Officier: ,KU den rechter-commissaris ver klaart u. dat u op 24 Januari bij Johan knegt ben geweest en over niets anders dan ove rde zaak heeft gespjroken. Uw collega heeft verklaard, dat u er met hem dien dag van 11 tot 7 bent geweest.” Getuige: -Ik heb mijn verklaring later her roepen". Officier: „Oh zoo”. Het eerste decennium van de 20e eeuw bracht een volkomen overwinning voor de „confectie”, zoo zelfs dat de firma Lampe se dert 1910 de „manufacturen” aan den kant deed en zich tot den verkoop van confectie bepaalde. Inmiddels groeide het bedrijf tot een con cern. Op 26 December 1886 kocht men het pand Nleuwendljk 237 Amsterdam, In 1907 vestigde men zich te Rotterdam aan de Hoog straat, hoek Spui, in 1916 werd het pand Nieu- wendijk 225 Amsterdam bijgekoebt, twee ja- f OfrièU)"" 4 Co l Hondrl M'i M V Amverrfo** fabriekt i>* fulphoat - U?>*> M Vrijdagmorgen is te ’s Bosch, tijdig voorzien van de laatste H.H. Sacramenten overleden Pa ter Benedlctus O. M. Cap. P. Benedlctus. in de wereld Joseph Nlcolaas v. d Heuvel, werd ge boren te Handel, gemeente Gemert, 30 Maart 1884. Na zijn studies gemaakt te hebben aan de Latijnsche School te Gemert trad hij 3 Oct. 1900 in de Orde der Minderbroeders Capucijnen en ontving 13 Juni 1908 de heilige priesterwij ding. Op verschillende plaatsen heeft hij met ijver de priesterlijke bediening uitgeoefend, hoofdzakelijk door het preeken van retraites aan religieuze communiteiten en In retraltehui- hulzen en het verleenen van assistentles. Ge durende drie Jaar was hij Gardiaan te Uden- hout en werd daarna belast met de geestelijke zorg, eerst der Zusters Redemptorlstlnnen te Velp (N.-B.) en vervolgens der Broeders van St. Joannes de Deo te 's-Boech. Ongeveer twee jaar geleden vertoonden zich de eerste speren van de langdurige ziekte, welke thans een ein de heeft gemaakt aan zijn welbesteed leven. De detective Johanknegt wordt weer gehoord. Zijn stem is aanmerkelijk sterker geworden. Hij houdt vol, dat de eerste partij goederen per auto (de auto was van Mees Gerritsen) naar het hoofdbureau van politie is gereden. Het goed is toen aan de rechercheurs v. Cooten en Bleijenburg getoond. Uitdrukkelijk verklaart Johanknegt, dat hij de twee rechercheurs had verteld, dat een groot deel van de door hem afgelegde verklaringen fantasie was. Herhaaldelijk hadden de rechercheurs te ken nen gegeven, dat het hun vooral om de daders was te doen. Pres.: .Maar bent U punt voor punt door de rechercheurs gehoord?" Get.: „Neen, ik moest immers die zgn. „on bekende" in m’n verklaringen verwerken. Ik Nu zijn we eindelijk bij de tweede partij goederen gearriveerd. Op 24 Januari zjjn de twee rechercheurs. Van Cooten en Bleijenburg, bij Johanknegt thuis gekomen, om te bespreken, hoe de tweede partij goederen moest warden te ruggevonden. Eerst werd er over gesproken om het pakket te doen deponeeren in het bagage- depöt van een spoorwegstation. In overleg met de rechercheurs werd ten slotte besloten het goed z.g-n. te begraven bij Maartensdijk Pres.: „Is er door de rechercheurs nooit ge sproken over den brand bij v. d Lee?” Getuige: „Ja, er zijn zelfs nog proeven met schietkatoen genomen." Pres: „Wanneer is er over dien brand ge sproken?” Getuige: ,Jk meen op denzelfden dag, waarop werd besloten de tweede partij te Maartensdijk te begraven.” Op 26 Januari werd dan de reis naar Maar tensdijk aanvaard. Het pakket kostbaarheden lag achter in den auto. Er is dien dag koffie gedronken bij Van Cooten, daarna werd de reis naar Maartensdijk vervolgd. Van Cooten en Bleijenburg waren meegegaan. Pres.: „Wie wees den weg?” Getuige: „Van Cooten.” Onder leiding van Van Cooten werd in de na bijheid van café „de Hollandsche Radingeen geschikte plek gevonden Het pak werd er even neergelegden toen „gevonden”. Pres.„Dus 1 heeft er maar een oogenbllkje gelegen?’ Getuige: ,Ja, we hebben t onder sneeuw en bladeren begraven, maar we hebben 1 in t oog gehouden." Mr. Muller Massis: „Is er een boomstronk op gelegd?” Getuige: „Dat herinner ik mij niet meer.” Pres.: „En t vinden Getuige: „Oh.... een paar minuten later was dat plechtig oogenbllk daar. In optocht was het gezelschap toen naar café „Hollandsche Rading” gegaan, waar de recher cheurs zelfs nog een soort verhoor aan den baas en den kellner hadden afgenomen, om te hoo- ren of er ook nog „verdachte" personen in de buurt waren geweest. Getuige vertelt dan nog, dat het liedje „hoe lang moeten we nog liegen” is gezongen door de rechercheurs tijdens het opmaken van de verbalen in de kamer van Johanknegt. Juffrouw N. spreekt met klem het verhaal van v. Cooten en Bleijenburg tegen, waarin dezen vertellen, dat getuige in het instructlegebouw in contact was geweestmet Johanknegt. Ook het ftauwvallen van Johanknegt zou op fantasie n een soort onder berusten. Off.: „Dus van dat heele verhaal is niets waar?” Get.: „t Is straal gelogen.” De Officier stelt getuige danVog enkele vra gen, oa. over het onderhoud met Onnes in Louis XVI, waar de foto’s van bet flaconnetje zijn getoond aan den verdachte. Ook de verdediging stelt een aantal vragen aan' juffrouw N. Het blijkt, dat er tusschen den detective en zijn secretarresse op verschil lende punten een afspraak bestond betreffende verklaringen, die zij zouden afleggen. Pres.: „Waar was dat om?” Getuige: „Tegenover de buitenwereld; Johan knegt wilde absoluut zijn schakel niet noemen. Maar tegenover den rechter-commissaris heb ik de waarheid gesproken.” De zitting wordt tot kwart over twee geschorst. Wij hebben met de directie van de firm! Lampe een onderhoud gehad en haar enkele vragen gesteld nsar aanleiding van deze bij zondere gebeurtenis. Onze nieuwsgierigheid ging allereerst uit naar het merkwaardige feit, dat ook van dit groote katholieke kleedingbedrijf de bakermat lag in het kleine Friesche stadje Sneek. De heeren Lampe gaven ons hiervan de volgende verklaring: jaarlijks werd Friesland be zocht door de katholieke Westfaalsche „Hanne- kemaaiers". Deze Hannekemaaiers droegen Wee ding van een bijzonder soort linnen, het g- Hansmacherlelnen. welks kwaliteiten licht en toch warm, zeer in den smaak vielen bij de Friesche boeren. Een ondernemend „Hanneke- maaier”, zekere Be- nedictus Lampe uit Mettingen. vestigde zich blijvend te Sneek en begon een handel in Hansmacherlelnen. Dit was het begin van het thans zoo om vangrijk bedrijt. dat de geslachten Lampe in ons land opgebouwd, kelijk trok hij de mars op den rug. den boer op en strekte hem zeker tot eer. dat de Friezen van hem zelden: „Zoo vroeg kan niemand de seis strijken, of koop- /orMier mot'iic iiwxkpble» Krn ronder wrijven no krgr kohenecnul»! -« helder wit Ie wat(h Vol kome n OftMhode Bevat geen Chloor NIEU5V ONDERWERP tusschen Onnes en' Johanknegt twee uur heeft geduurd, terwijl mijnheer Onnes xnvznkeiyir geen tijd had.” Getuige zelf is bij het onderhoud niet aan wezig geweest, zij heeft in den auto gewacht Later zijn ze doorgereden naar Utrecht, waar ze Bleijenburg en Van Cooten van het onder houd op de hoogte hebben gesteld. Onnes heeft er tegen hen echter nooit over gepraat. truitje van houdt.” Pres.: „Maakten de rechercheurs nooit eens bezwaren tegen Uw fantasie?” Getuige: „Ja zeker!" Van de „zwempartij" in het Instructle-gebouw zegt Johanknegt niets te weten”. „Ik maak me er zoo nijdig om. omdat door dat verhaal weer met modder op twee rijks- veldwachters wordt gegooid. Er wordt al genoeg met modder gesmeten in deze affaire”. Mr. Muller Massis vraagt dan. waarom Jo hanknegt zich in verbinding heeft gesteld met den expediteur van de Lee in Utrecht om te informeeren naar den brand in 1921. Getuige weet alles niet meer precies, zijn pa pieren zijn door de politie in beslag genomn. Verdediger: „Wie gaf U de eerste inlichtin gen?" Getuige: „Van Witbraad! Maar ik kon er niet achter komen, of Koning er tusschen zat of niet”. Het onderzoek wordt geschorst tot Dinsdag tien uur. ren later de perceelen 229231, wélke in 1923 tot één fraai geheel zijn verbouwd. In 1926 was Utrecht aan de beurt, waar op 26 Septem ber een zaak werd geopend aan de Oude Gracht. Tot zoover de geschiedenis. Zaterdagmorgen omstreeks kwart over elf heeft een zware binnenbrand gewoed in het Centrumtheater aan de Vlamingstraat te Den Haag. Er ontstaat eenlge verwarring, want het blijkt, dat de President over een anderen dag ■preekt, dan waarop de verdedigers doelen. We zijn het spoor een oogenbllk bijster, doch het blijkt dan dat de president praat over de eerste partij goederen, en niet over de tweede Het verhoor springt van den hak op den tak. Plotseling wordt er weer over gouden tientjes gesproken, die in de Munt te Utrecht Waren gestolen. Officier: „Vroegen de rechercheurs aan Jo hanknegt om zich te belasten met het onder- ■oek van die zaak? Getuige: „Ja. dat hebben ze gezegd.” Officier: .Juist, ik wilde alleen maar aan- toonen. hoe nauw het verband tusschen de re chercheurs en Johanknegt was.” Het opmaken van de processen-verbaal van de „verhooren”, afgenomen door de recher- v eheurs aan Johanknegt, juffrouw N. en Reyen ga worden nu door den president besproken Getuige verklaart, dat de verbalen door den dectective en zijn assistenten zelf werden ge dicteerd. Vragen werden door de rechercheurs Nog veel belangrijks vertelden ons de heeren Lampe op onze vragen. Zoo is het opvallend, dat de smaak van het publiek in alle drie de steden volkomen dezéttde is. Koopt Amster dam blauw, dan ook Rotterdam. Is daar rood populair dan behoeft men ook elders niets andere te probeeren. Het huidige, na Benedlc tus, het derde geslacht der Lampe’s heeft daar bij de confectie „met de pap ingekregen”. Zij kennen de knepen van het vak en zijn volko men Ingesteld op den smaak van het Holland- ache publiek. Over den Nleuwendljk als winkelstand men zeer L-„ der beste winkelstraten van Amsterdam. Men kent er niet zoozeer de „pantoffelparade” van menschen, die toch niet koopen. Ook de provincie winkelt er gaarne. Ter gelegenheid van het 100-jarig Jubileum heeft de firma Lampe een bijzonder verzorgd jubileumboekje uitgegeven, waarin de geschie denis van die honderd jaar met fraaie illustra ties is vastgelegd. Een bewijs, hoe de bijzondere waarde van dit boek is begrepen, Is wel het feit, dat tal van cultureele instellingen Als de Handelshoogeacholen te Tilburg en Rotterdam, verschillende archieven enz., een exemplaar hebben aangevraagd. i Hel moderne Afwoschmiddel voor Vaatwerk Huis en Keukengerei

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7