D
B
A
ISs
I
VOORJAAR 1934
rite®'
a
;rsg
Mg
3^
r 1
ifjH
1
DE NIEUWE MODE
De nieuwe hoedjes
1 V
Kruippakje voor
kinderen van 1 jaar
V ernieuwingen
in huis
1
Gebreid Damesvest
met lange mouwen en hoog aan den
hals, van voren met
Itnoopen gesloten.
I
Eieren
en aardappelen
H
Een snoezig voorjaarsjaponnetje
Een vroolijk avondtoilet
UIT DE KEUKEN
KNIPPATROON
1033
kn
i
i
i
3
‘1
i „.'J
l.
I WjÈH
v h'
O1E VROUW 1EM HAAR HUlKHOU»m<G
«1
D
t
f
DORA
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL
bestaat uit één mooien knoop of een gesp.
n
PO LA
S. A. T.
ANEMOON
enoodlgd: 1.20 M. stof van
breedte, 7 kleine knoopjes,
yjs
DINV
MARQUERITE
iLn rr»)vi*;ir4
I
t
i
i
J
a
a
a
a
a
a
Fig. 826 heeft schouder kleppen, die op den
rug doorloopen en hier In het midden ge
spleten zijn. Voor- en achterpand zijn op
gestikt. De mouwen hebben onder den el
leboog een kleinen ballon en het kraagje
staat van achteren een beetje op. Deze meer
gekleede mantel is gemaakt van *n modern
grof weefsel, dat poreus is, dus uitstekend
geschikt is voor zomerkleeding.
haald. De knoopsgaatjes worden ingemaakt
op de aangegeven plaatsen en mogen vooral
niet te groot zijn.
Aardappelkoek. By K kg. gekookte aard
appelen heeft men noodlg: 6 eieren, 1 ons
geraspte kaas, 2 afgestreken eetlepels bloem,
3 afgestreken eetlepels boter, 2 theelepels
Maggl’s aroma, 1 uitje, peper en zout.
De aardappelen worden In dunne plakjes
gesneden en het uitje fijn gesnipperd. In
2/3 van de boter laat men beide dan zacht
jes lichtbruin bakken.
Intusschen klopt men de eieren, mengt er
de met *n weinig el aangemaakte bloem
door, de geraspte kaas, Maggi en zout en
peper naar smaak. -
Men giet dit mengsel over de gebakken
aardappelen, bakt den koek aan den on
derkant mooi bruin, keert hem om en bakt
hem, met de rest van de boter, ook aan
den anderen kant.
Deze omelette, die men op een verwarm
den schotel opdient, smaakt uitstekend bij
sla, spinazie of boontjes.
„Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo
dellen, die aan het mode-album ..Zomerpracht" ontleend zijn, kunnen bij
bet Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be
steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor
mantels en japonnen, en 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en kin-
derkleeding. Voor toezending per post 10 ets. extra. Het fraai uitgevoer
de album zelf, 160 modellen bevattend, ie aan hetzelfde adres tegen den
prijs van 50 ets. verkrijgbaar."
evulde eieren kan men op allerlei ma
nieren klaar maken, en men kan
allerlei kleine restjes van vleesch,
ham, zalm, kreeft enz. productief maken
door ze bij het vulsel voor de eieren te ver
werken.
mag zjjn, moet toch steeds voor een half
jaar als onbruikbaar terzij worden gelegd.
Komt ze dan het volgend jaar weer voor
den dag, dan Is ze vaak, hoe solide de stof
ook gebleken Is, tóch niet meer d&t. Ze is
wat ouderwetsch geworden of heeft mis
schien aan frischheid Ingeboet. In elk geval,
ze staat ons niet meer zoo aan. Weggebor
gen kleeren vallen altijd tegen als men ze
terugziet. Is echter een jurk, die ons bij
zonder goed bevalt en die we steeds met
genoegen aandoen, van het type dat het
heele Jaar door bruikbaar Is, dan beleven we
het pleizier, ze ook werkelijk te kunnen ex-
ploiteeren, ze op te dragen vóór ze antiek
wordt.
Behalve de genoemde modetlnten van dit
voorjaar zijn voor zulke japonnen uitste
kend: niet té licht beige, zachtgrijs, licht,
maar toch gedekt groen, mlddenblauw, dof
rood, licht goudbruin.
knipt, alles met één cM. naad, uitgezonderd
de belde schoudertjes met 2 c.M. Wanneer
alles geknipt Is, worden de zljnaadjes van
onder- en bovenstuk met een platten naad
verbonden. Hierna wordt het broekje bo
venaan Ingerimpeld en passend op het bo
venstuk gemaakt. De rafels neemt ge naar
den verkeerden kant en werkt ze af met een
smal biesje. Tegen de schoudertjes set ge ’n
recht stukje, dat ge 9 cM. lang en 4 cM.
breed knipt, en dat aan- en op den ver
keerden kant opgestikt wordt. Het halsje en
de armsgaatjes werkt ge af met een schuin
biesje, dat ge 3 cM. breed knipt en dan
aan- en op den goeden kant opgestikt
wordt. Onderaan den voorkant wordt voor
de knoopsgaatjes een stukje aan den ver
keerden kant tegengestikt, dat 14 c.M. lang
en 4 c.M. breed is geknipt. Aan den achter
kant wordt voor het onderslagje in den
aangegeven vorm ook een stukje tégenge-
stikt. Het pijpje wordt dan afgewerkt óf
met een blesje óf met een smal zoompje,
terwijl hierdoor later het elastiek wordt ge-
aver.
men aan
staat.
le toer: 4 r. Verder telkens: 1 aver. 9 r.
tot de laatste 4 st. Dan 1 aver., 4 r.
2e toer: aver.
Men blijft in patroon breien, doch meer-
dert 1 st. aan beide kanten van de naald,
in eiken 8sten toer tot men 120 st. heeft.
Als het werk ongeveer 30 c.M. lang Is, be
gint men aan de armsgaten. Aan het be
gin van de eerstvolgende 2 naalden kant
men daarvoor 6 st. af. Verder breit men
nog 2 st. samen, aan het begin en aan het
einde van de eerstvolgende 8 toeren en breit
dan recht door tot het werk 45 cM. lang ia
Voor de schouders kant men, aan het be
gin van de eerstvolgende 8 toeren, 7 st. af.
Dan kant men ook de middelste st. af.
Rechter voorpand 64 st. opzetten en 8
toeren 1 r. 1 aver, breien. Dan maakt men
het eerste knoopsgat aldus: 4 st. breien, 3
st. afkanten. Verder de naald uitbreien. In
den daaropvolgenden toer zet men boven
de afgekante st. weer 3 st. bij op. Dit vormt
het eerste knoopsgat. Men blijft 1 r. 1 aver,
breien tot de boord even hoog is als bij den
rug. Dan begint men aan het patroon. De
12 st. aan den knoopsgatenkant blijft men
echter 1 r. 1 aver, breien voor *n randje.
Men breit daarin een knoopsgat om de 6
k 7 c.M.^n aan den kant van het armsgat
meerdert men, In eiken 8sten toer, 1 st. tot
men 6 keer gemeerderd heeft en breit dan
recht door tot aan het armsgat. Voor het
armsgat kant men 8 st. af en mindert dan
nog 8 keer 1 st. Dan breit men recht door
sur is zachtblauw, en
lel-tint zoo licht en
kan zoo’n costuumpje
zótter jurk voor meer
t onze over-
ipuwen hebben
srder dan
en ge-
voor
’e
No. 827 is gemaakt van dlagonaalstof,
heeft ook groote revers en een sjaal en
ceintuur van *n lichtere kleur stof. De man
tel heeft schuine zakken en de mouwen
hebben een regenmantel-sluitlng.
Om te beginnen worden de eieren hard
gekookt, in ongeveer 10 minuten, waarna
men ze in koud water legt en netjes pelt.
Ze worden dan, ofwel in de lengte, ofwel
dwars door midden gesneden, de dooiers
worden er voorzichtig uitgehaald, fijnge
maakt en vermengd met peper en zout en
met het een of andere smaakje. Men kan
daarvoor enkel een beetje fijngemaakte sla
nemen met mayonnaise, of wat fijn gehakte
peterselie met een stukje boter.
Heeft men *n restje zalm of kreeft of gar
nalen, dan roert men dat, met wat mayon
naise, door de fijn gewreven dooiers en vult
dan de eiwitten weer met dit mengsel, dat
men op smaak afmaakt met peper en zout,
nootmuscaat en, zoo men wil, wat Maggl’s
aroma.
Ook restjes vleesch of ham, fijngehakt,
kunnen uitstekend voor vulling dienen.
tot het werk ongeveer 39 c.M. lang is en
men 6 knoopsgaten heeft gemaakt. Dan
begint men aan den knoopsgatenkant met
de halsopening aldus:
De 12 steken van het randje afkanten.
Verder In patroon-de naald uitbreien. Nu
breit men, in, eiken toer, aan den kant van
den hals, 2 st. samen tot er nog 28 st. over-
e nieuwe mode heeft haar Intrede
gedaan. De modeshows zijn grooten-
deels voorbij, de magazijnen hebben
hun nieuwe collectie ontvangen; het wordt
tijd, dat ook wij onze garderobe gaan her
nieuwen. Wij zullen U weer Iedere week
hiermee een handje helpen.
No. 825 is zeer eenvoudig, maar keurig
van lijn. Deze mantel wordt gemaakt van
een goede kwaliteit stof. De vierkante kraag
en de breede revers geven zooiets flinks en
pittigs aan het figuur. De mouwen loópen
naar onderen iets wijder uit. De sluiting
-p^r zijn nog altijd degelijke, ouderwet-
H sche menschen, die al die „overgangs-
modellen’’ en „overgangshoeden” den
grootst mogelijken onzin vinden. Die van
meenlng zijn, dat ’n mensch zomergoed en
wintergoed behoort te hebben, liefst zóó
solide, dat ’t een jaar of wat mee kan, en
dat hij zich verder met al dien nleuwer-
wetschen onzin en die eendags-modesnuf-
jes niet heeft op te houden.
En er zijn ook vrouwen en heusch niet
altijd de meest gefortuneerde of de best-
gekleede die ’t andere uiterste huldigen:
die graag begin Januató met ’n nieuw stroo-
hoedje loopen en in Juli ’n herfst-complet
moeten hebben. Hun voorj aarsmantel kun
nen ze in den zomer onmogelijk meer dra
gen, omdat de kleur al weer vier maanden
oud is en er intusschen weer wat nieuws
gebracht is. Naar de kwaliteit van al hun
lorrige snufjes moet men gewoonlijk maar
niet al te veel vragen; ze dragen liever ’n
goedkoop prul van een hoedje, dat de mo
detint vertoont, waar iedereen mee loopt,
dan een goeden, duurderen en minder opi
vallenden hoed te koopen, die wat langer
mee moet.
De laatsten zijn dwaas maar de eersten
evenzeer. We komen ze dikwijls genoeg op
straat tegen, die menschen, die niet van
overgangskleeren willen weten. In April,
als iedereen gezellige, voorjaarsachtige din
gen draagt, ziet men ze schuiven in vale
dikke winterjassen met muf, vettig gewor
den kraagbont, omdat *t nog te frisch is
voor den zomermantel. Ook hun dikke wol
len winterjurken en truien dragen ze tot
die met één slag verwisselen voor gebloem
de japonnetjes met korte mouwtjes. Maar
dan moet t ook al flink warm zijn!
I Xi
Men hoeft heusch niet over een buiten-
sporig-rulme beurs te beschikken om ’t een
beetje anders in te richten. Met wat over
leg kan iedereen wat aardige overgangs
kleeren hebben, die zóó gekozen zijn, dat ze
ook verder nog dienst kunnen doen.
De modellen, stoffen en modekleuren van
dit speciale voorjaar van 1934 leenen zich
al bijzonder goed tot zoo’n experiment voor
wie zich daar nog nooit aan gewaagd heeft.
Laten we eens zien, hoe we zonder eenige
verkwisting onze garderobe zóó kunnen
hervormen, dat het resultaat fleurig en te
gelijk practlsch is.
Om te beginnen, een van d e modekleuren
le marineblauw. Wat is nu keuriger en te
gelijk nuttiger dan een donkerblauwe over-
gangs jas, zonder bont, die zoo heerlijk warm
zit op de vele kille, winderige voorjaarsda
gen en toch, door het ontbreken van den
rulgen kraag, schijnt te zeggen dat de win
ter voorbij is. Een andere tint, Zooals bij
voorbeeld het lichtbeige kameelhaar, dat
verscheidene seizoenen opgang deed, ^Is
vaak uitgesproken lente-achtig en staat
daarom in den herfst niet gezellig meer.
Maar dezen donkerblauwen mantel kunnen
we ook in het komend najaar, wanneer de
al wat koele wind door de dunne zomerjas
blaast en een wintermantel toch nog wat
pessimistisch staat, met het grootste succes
dragen.
Gevulde eieren met vleesch. Een uitste
kend recept hiervoor is het onderstaande,
waarvoor men bij 6 hard gekookte eieren
noodlg heeft: H ons kalfsvleesch en 1 ons
ossevleesch of ossetong, H ons bloem, 10
gram boter en S d-L. bouillon of melk.
Van boter, bloem en melk of bouillon
maakt men, op de gewone manier, *n saus
je. Men roert daar de fijngehakte vleeech-
resten doorheen, de fijngewreven eier-
Ook de marineblauwe japonnetjes, ont
worpen om op de eerste zachtere dagen zon
der mantel te dragen, zijn buitengewoon
practlsch voor de vrouw, die met haar klee
ren nogal lang moet doen. Wanneer we er
nu een koopen, dragen we t eerst voor
middagbezoeken onder de overgangsjas;
wat later als wandel jurk. Op koele, som
bere zomerdagen is zooiets de aangewezen
dracht; heel wat Juister dan de kleumlge
gebloemde floddertjes. In het najaar is het
alweer even keurig en ook in den winter
kunnen we het jurkje, dat van zeer soepele
dunne wollen georgette gemaakt is, uitste
kend doordragen. Onze overgangsjurk blijkt
zóó, inplaats van een onpractisch en extra-
r yanneer men zóó breit, dat er, ultge-
\A/ streken, 7 st. komen op 2S C.M.,
dan wordt bij het onderstaand op
gegeven aantal steken de wijdte onder de
armen 85 c.M. Men kan dus zelf nagaan
hoeveel men moet opzetten voor de ge-
wenschte maat.
De rug. 108 st. Opzetten en 7 c.M. 1 r. 1
breien voor een boord. Dan begint
het patroon, dat uit 2 toeren be-
blijven. Men breit dan recht door, in pa
troon, tot het werk 45 c.M. lang is. Voor
den schouder kant men nu, aan den kant
van het armsgat, 7 st. af aan het begin
van elke naald, tot alle st. zijn afgekant.
Het linker voorpand wordt op dezelfde
wijze gebreid, doch zonder knoopsgaten.
Men breit de 12 st. 1 r. 1 aver, in de recht-
sche toeren nu niet aan het begin maar
aan het einde van de naald, enz.
De mouwen. 56 st. opzetten en 7M c.M.
1 r. 1 aver, breien voor de manchet. Verder
breit men in patroon, beginnende met 3 r
Verder 1 aver., 9 r. En aan het einde van
de naald: 1 aver., 2 r. In eiken 8sten toer
meerdert men, aan weerskanten van de
naald 1 st., tot men 84 st. op de naald
heeft. Verder breit men recht door in pa
troon, tot de mouwen ongeveer 45 cM. lang
zijn. Dan breit men, aan het begin en aan
het einde van de naald 2 st. samen tot men
nog 28 st. in het midden overhoudt, die
hem afkant.
Opstaande boord. 16 st. opzetten en 1 r.
1 aver, breien tot men 40 cM. heeft. Dan
breit men 1 knoopsgat aldus: 6 st. breien,
4 st. afkanten, 6 st. breien. In den volgen
den toer boven de afgekante st. weer 4 st.
bij opzetten. Dan breit men nog ongeveer
1 4 IM cM. 1 r. 1 aver, en kant den boord
af.
Men strijkt dan het breiwerk onder een
vochtigen doek, naait de schoudemaden
dicht, de mouwen in en de zijnaden en
mouwnaden dicht. Dan naait men t boord
je op, met *t knoopsgat aan den knoops-
gatenkant.’Waarbij men den boord zoo noo
dlg even uitrekt. Tot slot de knoopen aan
naaien.
dooiers en zout, peper en noot naar smaak.
Men maakt het geheel nog smakelijker als
men er ’n stuk of 10 klein gesneden cham
pignons bijvoegt. Met deze massa vult men
dan, goed warm, de elhelften, die men op
een verwarmden schotel plaatst.
- Men kan ze opdienen bij rijst of maca
roni voor het middagmaal, ofwel als lunch-
schotel. i
Omelette met aardappelen. Men liêèft er
4 eieren voor noodlg, 1 grooten aardappel,
peper en zout, wat geraspte kaas en boter.
De 4 eieren worden, met peper en zout en
2 lepels water flink geklutst. De aardappel
wordt geschild en in zéér kleine dobbel
steentjes gesneden. - Die aardappelstukjes
braadt men mëVheete boter vlug lichtbruin.
eanTaat men in de koekenpan voldoende
boter voor de omelette smelten zonder dat
ze bruin wordt. Men laat dan de geklutste
eieren erin glijden, strooit de aardappel
stukjes erover heen en bedekt het geheel
met een laagje geraspte kaas. Op *n klein
vuurtje laat men de omelette langzaam
bruin bakken aan één kant, slaat ze dan
dubbel en dient ze op, op 'n verwarmden
schotel.
70 c.M.
breedte of 60 cM. stof van 100 c_M.
50 cM.
elastiek. Dit pakje kunt ge maken van
tobralco, vllsco en andere goed waschbare
stoffen. Het halsje en de armsgaatjes kunt
ge afwerken met een schuin biesje naar den
goeden kant, terwijl een gehaakt randje in
een bijpassende tint ook heel aardig kan
staan. Het pakje sluit op de schoudertjes
en onderaan, wat vooral bij kleine kinder
tjes het voordeel heeft, dat ge ze gemakke-
iyk kunt helpen. Bij warme zomerdagen
kunt ge het zoo aantrekken, terwijl bij kou
dere dagen een truitje er onderaan getrok
ken kan worden. Oe teekent het patroontje
op de aangegeven maten, waarna ge het op
de vaste lijnen uitknipt. Hlema legt ge het
patroon op de stof; bij de breede stof wor
den de patroontjes naast elkaar wegge-
Deze week beginnen we met de bakvis-
schen. WIJ laten voor deze meisjes tusschen
15 en 18 jaar drie leuke modellen zien.
vagant snufje, een aanwinst voor het heele
Jaar.
Een andere modekl
doordat deze laven
vroolijk is, hebben we
meteen een heerlijke
gekleede gelegenheden, ^ant
gangs jurk zal allicht lange mi
en effen staat altijd iets ge;
gebloemd. Die kleurige bespikkelde
patroonde dingetjes mogen ideaal zï
strand of hel In den vacantietijd
er menschen zóó mee door de stad zien loo^
pen, doen ze toch altijd een beetje non
chalant aan. Dan ia onze effen zachtblauwe
jurk voor dat doel heel wat fijner en er zul
len weinig dagen komen, dat we het er
warm in hebben.
We zijn zoo licht geneigd, te veel vast te
houden aan óf winterstoffen óf zomerstof
fen. En we vergeten, dat men altijd het
meest heeft aan een stof dié past bij het
type van weer, dat in een bepaald klimaat
nu eenmaal het meest voorkomt door het
Jaar. Ons klimaat nu brengt vele winter
dagen die niet koud, en vele zomerdagen
die niet warm zijn, ’n Jurk in gedekte tint,
van een dunne wollen stof, die behaaglijk-
warm zit en ons toch niet gauw doet „puf
fen”, en die bovendien niet kreukt, is voor
alle omstandigheden, niet het minst voor de
reis, in welk jaargetijde die ook valt, wel het
ideaal. We zullen er dus nooit spijt van
hebben, als we onze garderobe met een paar
van zulke jurken verrijken. Want dat is
het soort kleeding, die we eigenlijk nooit
weghangen omdat het seizoen er voor af-
geloopen is. Ze is in alle jaargetijden heer
lijk om bij de hand te hebben.
Dergelijke japonnen komen te kust en te
keur voor, juist onder de overgangs-model-
len. En wie ze er uit weet te pikken, die
„doordraag-jurken”, is zuinig inplaats van
verkwistend! Want ze zijn een schat juist
voor wie geen al te uitgebrelde garderobe
bezit. Een uitgesproken zomer- of winter
jurk immers, hoe mooi en degelijk ze ook
•pj IJ het decreteeren van de voorjaars-
[A m°de verviel Vrouwe Mode wederom
van het eene uiterste in het andere.
Zeer zeker waar het de hoeden betreft.
In tegenstelling met de ondeugende ba-
retmodellen, die gedurende de wintermaan
den zoozeer in zwang waren, en diep over
het rechteroog gedragen werden, hebben
de nieuwe voorjaarsdopjes neiging ach
terover hellen. Sommigen hebben *n op-
geslagen rand en laten het voorhoofd en
in vele gevallen een gedeelte van het kap
sel vrij. Deze dopjes zijn allercharmantst
doch eerlijk gezegd alleen geschikt voor
Trouwen en meisjes met een Jong en frisch
gezicht. Voor oudere dames zal een mo
delletje met een smallen rand of iets met
•en dun volletje stellig beter voldoen.
W nr janneer U in ’t bezit bent van een
^A/ kleine slaapkamer met erker, kunt
U de erkerruimte benutten voor "n
toilettafel. Het is een uitnemend plekje
voor een toilettafel, daar het licht goed op
het gelaat valt.
U kiest daar gordijntjes tot aan de ven
sterbank, meeloopend met den erker; van
boven een val voor afwerking.
In de erkerruimte komt precies passend 1
een blad, rustend op consoles, achter en
opzij bevestigd tegen den wand.
Onder dit blad, op dezelfde manier als *n
tafellade, komen twee ondiepe laden om
verschillende benoodigdheden in te doen.
De open ruimte van voren is afgeschut met
stof in een zelfde patroon als de gordijnen.
Deze ruimte kan benut worden voor het
opbergen van allerlei voorwerpen.
Voor een kleine» ruimte is het opklapta-
feltje de aangewezen oplossing. Het half
cirkelvormige blad wordt scharnierend ge
maakt aan een reep hout van 3 c.M., pre
cies op de helft. Onder den halven cirkel is
een kwart cirkel aangebracht, welke even
eens scharnierend zit aan een reep hout,
vertikaal geplaatst tegen den muur. U ge
bruikt piano-schamieren, een lange strook
scharnieren aaneen. Wanneer U het boven
blad oplicht, den kwart cirkel van den muur
afdraait naar voren, dan sluit deze precies
tusschen de smalle latjes hout (zie fig. A>
geplaatst In het midden aan den onderkant
van het bovenblad. Men krijgt aldus ’n ste
vig verband.
Een klein vouwstoeltje kan men gebrui
ken voor de slaapkamer, wanneer het met
een extra hoesje van cretonne wordt over
trokken en het houtwerk een lakverfje
krijgt.
Onderaan ziet U het soort vouwstoeltje,
dat reeds voor 85 ct. verkrijgbaar is. Ze
zijn van tamelijk glad hout, doch U kimt
ze nog een beetje schuren met schuurpapier.
Daarna krijgen ze een grond verf Je en wor
den ten slotte gelakt.
Op een kleine slaapkamer zal zoo’n rood
gelakt stoeltje met een hoes en zitting van
wit gebloemd cretonne zeer vriendelijk aaiF-
doen; ook de kleuren geel, blauw, groen of
oranje kunnen in aanmerking komen.
Voor de badkamer kunt U een gelakt rood
of blauw stoeltje, met een hoes en kussen
van badstof maken.
De hoes, welke over den rug wordt ge
schoven, is opgevuld met wol of kapok.
4WW»
024
g