RUSSISCHE GALGENHUMOR BOOTZ PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND ill li o Jit a I wifaal aan den dag BI 1 n 11 t IIH til MESSEN EN VORKEN AAN KETTINGEN Het Geheim van het open Raam hi1 VRIJDAG 27 APRIL 1934 T naam 5 Een begraven kanon KIJK NIET "MAN ZOO SIPl DRINK I R (Wordt v«rvolg<V H Feesten in de Sovjet unie Een terugzien na zes en twintig jaar DE MONT BLANC IS HOOG, het hoogste punt van Europa! En toch, als wij een toren bouwden van al de Sunlight Zeep die in één jaar wordt verbruikt, zou deze 521 maal hooger zijn! Dit enorme verbruik bewijst hoezeer de Neder* landsche huisvrouw Sunlight Zeep op prijs stelt, hoezeer de ervaring haar van de voortreffelijke kwaliteit van Sunlight Zeep heeft overtuigd! >r s n n Is Detective-verhaal door ANTHONIE GILBERT Van Het >r ft 1 s Belangrijke prae-histo- rische vondsten LIEVER EEN TIP!” Met doffe gelatenheid neemt de Ruteitche moejik alle elagen dee onheil» op De onheilvolle ^Arthur! Ben je krankslnnlsl” 1HANS WOK 4 (illOOI I SI I KkEX. HUX l-NIHI N CTS. OP I I.K PAK I I N BÓN VOOR I RA \lll Gl SCHI Xhl X AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Q 1. is ir haar n h n Lt de le „Zullen we tueel cadeautje. R !t N Als h« Arthur l- n HU stak de lamp aan en zette zich aan het werk. Het vervullen van zün plicht elschte den heelen nacht op. Eerst den veleenden ochtend om 9 uur was de man klaar. Doodmoe verliet hij zijn werkkamer om wat rust te nemen. sr e. Ie Ie b. r- i: lucht in te slingeren. Ik schreeuwde van ont zetting en vloog op een hooge stoep. Juist toen het beest zijn horens zou planten in de kleeren van den heer Bey. sprong deze op zü en duwde net mes In de borst van den stier. Een ijzing wekkend gebrul steeg op. Het beest, dat nog eenige meters was doorgehold, keerde zich om om zich op zijn aanvaller te wierpen. Maar op 't self de oogenblik had oom Bey zijn revolver te voorschijn gehaald en maakte met een wel gemikt schot een einde aan het leven van het fel-bloedende beest. Luide boera’s stegen op uit de menigte, die pas nog hevig ontsteld was geweest. Men verdrong zich rond den triumfator. maar deze, niet gesteld op eerbewijzen, drong zich Ier eens te komen bezoeken, die over zou verheugen dat hij na tijd weer eens met een landsman st >r n is te h n Oom Sidney keek me aan. ik zag. dat hij niet boos was, wat ik eerst wel had gevreesd. Jon gen, zei hU. ik ga ook niet. We gaan samen wat wandelen en een museum bezien. WU... plotseling klonken verschrikte kreten. Een stier, die uit een stal zou worden geleld, had kans gezien te ontsnappen en rende door de straat. HU had reeds een kar ondersteboven geloopen en er dreigde groot onheil te gebeuren. Oom Sidney bedacht zich geen oogenblik. HU greep uit zün jaszak een dolkmes, dat hjj steeds bü zich droeg, met ’t oog op de gevaren van een wereldreis en sprong midden op den weg. ie Ie Ie it n ir 1 n el n iu m n ■L Ie te tn ST MsssseseeessssseststeseeeesseesssssssMseeseessssssss „HU kan je niet dwingen, bü hem te blUven. Indien JU zün hulp niet opelscht. We zullen vannacht weggaan. Je moet me tot zoo lang ergens verstoppen. Kan hier Iemand binnen komen? Kun je niet zeggen dat je hoofdpün hebt? „Ik kan niet verhinderen dat Sir Hector bin nenkomt." ,JCn ik durf me niet meer naar beneden te laten glijden, omdat hij wellicht aan het ven ster van zün bibliotheek staat. Als hier iemand binnenkomt, zal Ik me achter de gordijnen ver stoppen. Ze hangen gelukkig tot op den grond. Luister eens goed. Wat er ook gebeuren moge, je moet zorgen, dat je hier niet meer bent, als hU weer terugkomt uit Frankrijk." „We kunnen nergens heengaan, cf hij aal ons achterna komen." riep zü wanhopig uit. „We zullen naar het buitenland trekken Daar sullen we veiliger zijn, en dan zal hü je wel vrUlaten. Al was het alleen maar om zijn eigen trots te redden.” „Dat zal hü niet, zoolang hü mijn geld vast kan houden. Indien hü me liet trouwen, zou hU geen penning meer kunnen beheeten. HU wil me dwingen met hem te trouwen, om zich daardoor van mün erfenis meester te maken.” „Ja, het ziet er slecht voor je uit.” Ze had al haar weerstandsvermogen verloren en spoedig begonnen ze een plan tot ontsnap ping in elkaar te zetten. ,J4eem morgen den trein van 10 1 uit Chan- celbury,” vel hij. „Zorg vooral dat je dien niet mist. Ik zal op je wachten, maar men moet ons niet samen zien, anders alt ja voogd ons betrof een inzameling voor het plaataeUjk Cottage Hospital. De dame deed erg overtui gend en vriendelUk en zat als maar te lachen. Paula schreef haastig een chèque ter dubbele waarde van de gewone jaarlUksche inschrij ving en stelde de vrouw dus gauw tevreden. Toen de voordeur achter haar dichtviel, kwam Ascher zenuwachtig uit de bibliotheek geloopen. HU deed erg gejaagd en opgewonden. „Wie was dat?" vroeg hü ruw, maar wachtte haar antwoord niet eens af. „Blane," riep hü verder. „Waar zit dia kerel nu weer? Blane verscheen op het tooneel en het twee tal ging terug naar de bibliotheek en Het Paula vol schrik en angst staan. Aarzelend ging zü terug naar de ontbUtkamer, zich afvragende, hoe lang het nog sou duren voordat haar voogd zou vertrekken. Elk moment dat hü in huls bleef was een gevaar voor Newnham. HU kwam gewootUUk even naar haar kamer, voordat hü vertrok, om goeden dag te zeggen en soms eenige aanwUzingen te geven voor dingen, die tUdens zUn afwezigheid moesten worden gedaan of konden gebeuren. Ze was vast besloten hem thans beneden goeden dag te zeggen. Ze zei tegen haar be diende. dat ze thee zouden drinken In de ont bUtkamer, daar het boven voor haar te warm was geworden. Terwül ze wachtte op het thee blad liep ze half gek van angst in de deftige keurig gemeubelde kamer op en neer, aan niets anders denkend dan aan het telkens drei gend gevaar. BU de groote aardbeving van Messina in het jaar 1908, werd ook het huis, waarin An gelo Inferrera met zUn vrouw en zün vier kinderen woonde, door de lavamassa's bedol ven. De man werd niet levensgevaarlijk ge wond van onder de pulnhoopen te voorschUn ge haald. BU zün zoeken ontdekte hU weldra het lUk van zün vrouw, maar zUn kinderen vond hü niet en niemand kon hem vertellen of zü gered waren en waar zü zich in dat geval bevonden. Aan het reddingswerk werd door schepen van velerlei landaard deelgenomen. Inferrera werd opgenomen door een Russisch stoomschip, dat op weg was was Genua naar Odessa. De man, die in de meenlng verkeerde dat zUn geheele gezin was omgekomen, bleef in Odessa wonen. ZUn belde dochters en zün zoon Andrea hadden echter op tüd kunnen vluchten en waren met den stroom der ver schrikte bewoners In een der naburige dorpen terecht gekomen, waar zU onderdak vonden. Op hun beurt verkeerden zü In de meenlng dat hun beide ouders omgekomen waren. Toen de Jonge Andrea groot geworden was, werd hU zeeman en maakte eens een reis op een schip, dat Italiaansche goederen naar de Zwarte Zee bracht. Toen Andrea Inferrera in Odessa aan land was gegaan, vroeg hü. daar hU de stad niet kende, een meisje naar den weg. Tot zUn groote verbazing antwoordde zU hem in rasecht Blclllaansch. ZU noodigde hem uit haar vi zich er zee zoo’n lange! in de eigerttaaal zou kunnen spreken. De Jonge zeeman voldBrtl gaarne aan het verzoek en tot zUn verbazing vernam hü dat de vader van het meisje evenals hU uit Messina geboortig was En weldra was nu het raadsel opgelost. De man was de vader van den jongen Andrea HU was in Odessa getrouwd met een vrouw, die evenals hü als vluchtelinge op het Russi sche schip naar Odessa was gekomen. over het weer, over boeken, schilderijen en al lerlei onderwerpen. Hun smaak was dezelfde en belden hadden dezelfde lievelingsschrijvers, Jap werd meer en meer verliefd op het goudharig meisje. ZU was er stellig van overtuigd, dat hü hemelsbreed verschilde van andere mannen. Met zekerheid wist ze. dat ze haar geluk vol komen aan hem zou durven toevertrouwen. In haar geest bouwde ze reeds geweldige lucht- kasteelen. Aan het eind van den dag was het als een onuitgesproken gedachte tusschen hen. Ze was zeker van zich zelf en vroeg zich ang stig af, of hU het begreep. HU was minstens even zeker van zichzelf, en vroeg zich eveneens ••essisMessssteeassseaa teetMeeMeeeeeMM99MM*M*6 ,4a. zoo is t," sprak Truus 14 dagen later tot een vriendin, „de mannen sUn nooit te ver trouwen. Ik dacht stellig, dat hü oen keurige Jongen was. Heelemaal geen gewoon type. HU deed zich alleraardigst voor. Ik heb hem ook gezegd, dat ik veel van hem hield. Alles heb ik hem van me zelf verteld. HU zei, dat hU ont zettend veel van me hield.” Hier kon ze niet verder; tranen verstikten liaqr stem. Toen ze wat bedaard was, vervolg de zü: „En toen Ik hem m'n naam noemde, merkte Ik pas z’n waren aard, ’t Viel me direct op. dat hü zich even bedacht vóór hU zei: „Ik heet Jan Janssen; zoo noemen ze zich altUd, als ze voor de aardigheid kennis aanknoopen met een meisje." sóó op de hielen. Probeer iets te dragen, waarin men Je niet zoo vlug zal herkennen. Als het eenlgszlns mogelUk is, moeten wü niet gezien worden.” „Arthur,” riep ze Ineens verbaasd uit. .Je hebt je snor afgeechoren." „Ja,” lachte hü. „En ik zou mün haar heb ben laten bleeken en mün baard hebben laten staan Indien er tüd voor geweest was. We moeten ons beslist zien te vermommen, anders kraalt morgen heel de buurt ons vertrek uit. Hoe langer wü onze bestemming kunnen ver bergen, des te beter. Wat is dat?** Men hoorde bulten schreden. „Best. Steek geen licht aan, niemand zal mü zien.” Een oogenblik later was hü door het half geopend venster naar bulten gesprongen en had hU zich verborgen in een hoek van het ba Icon. De zware overgordünen zouden hem vol doende beschutten als men tenminste niet te dicht bü het venster kwam. Maar wie het ook mocht rijn, waarschünlük een bediende, hü kwam In leder geval niet verder dan de deur want Paula ging vlug naar bulten en een oogenblik later hoorde hü de deur sluiten en wist hü dat de kamer leeg was. Z’n eigen posi tie. stelde hü ontevreden vast, was heusch niet benüdenswaardlg. HU was er dankbaar voor, dat, het dien middag zoo buitengewoon donker en bewolkt was. Paula ging vlug naar beneden. In de hall zat een bezoekster op haar te wachten, erg veel belang waa het bezoek niet. ’3 Intusschen was het nieuws van het stieren gevecht spoedig verspreid. In de couranten Tsaar Paul I gewroken; hü heeft Rusland bü Oroerië ingelüfd”. De bevolking, die dlkwüls nachten en dagen lang queue moest maken, om brood, boter, ha ring en zoo voorts machtig te worden, kreeg vroeger bons, zoodat zü in de rij kon wachten, om geholpen te worden. Later is men er toe overgegaan, om bü het enorme gebrek aan pa pier den menschen op den rug van hun hand een stempel te geven, welke als bewüs moest dienen voor recht op levensmiddelen. En daar teekent de sovjet-caricaturist Ellssejew in een courant een teekenlng, die een bekende stads schoonheid voorstelde, In felle verontwaardiging en daarnaast haar tandenknersende 'aanbid der: „Wat *n ezel!” roept zü uit, „om zoo lomp mün hand te kussen, dat mün heele boter- stempel naar de maan is!” In Moskousche restaurants is men tot den maatregel gedwongen om messen, vorken en le pels aan kettingen te verbinden, omdat men machteloos stond tegenover den massadiefstal van deze artikelen. Dezelfde teekenaar Ehssejew heeft ook dit in de carieatuur vastgehouden. Een man verlaat een restaurant en sleept een heele tafel achter zich aan: „Wat een pech, ik wou alleen den lepel maar eerlük gappen." „Iwan, Je bevalt me niet, je bent zoo triest en Je kükt zoo sip en Je bent toch pas voor de vüfde maal getrouwd." „Ja. dat is Juist de pech. Het huwelUk was pas gesloten en wü bespraken het een en ander. En toen bleek, dat we het vorige jaar al getrouwd geweest waren.” Ook de bureaucratie wordt kostelük gehekeld: De „Prawda" vertelt: De stationschef van een der spoorwegen in Rusland kreeg een invulllngs- biljet met 3697 vragen, die onverwüld beant woord moesten worden. „Ik zal vannacht niet kunnen slapen,” zei de stationschef tegen zün ondergeschikten. „De directie heeft mU een papier gezonden, dat on- middellük beantwoord moet worden. Ik laat alles in den steek en zal mUn plicht vervullen!" ze ten slotte allemaal hun plaats hadden ge kregen, werden ze stuk voor stuk in de oude omslagen gewikkeld om te voorkomen, cat ze langs elkander zouden wrijven en alle openln- gen werden zorgvuldig met kranten toegestopt, teneinde het schudden onderweg tegen te gaan. Paula zat in haar kamer, met haar rug naar het open venster, te luisteren naar het zwak doorkomende geluid beneden uit de bibliotheek. Ofschoon het tamelijk vroeg was, lag er een donkerte over dezen middag, zwart en dreigend. Een groote wolk hing als een somber gordün voor het daglicht en vanuit de verwüderde heuvels naderde dof gerommel. Ze kon t niet bepaald jammer vinden, dat Sir Ascher voor enkele dagen weg ging De verachrikkelüke uren. die zü met hem had doorgebracht, sedert Arthur Newnham s ontslag, deden baar zelfs nu nog rillen. Haar gedachten gingen naar haar minnaar. Ze had de kaart ontvangen, maar met ’n bedrukt hart en toen zü zün boodschap had gelezen, was er een melancholieke glimlach over Haar lippen ge komen. Want hoe kon hü ooit terugkomen en haar opelscben? Dat was immers onmogelük, dat zag toch Iedereen In Ze sprak deze woorden hard op en schrok toen ze de echo van haar eigen stem vernam. „OnmogeUjk? Wat beteetent dat nu?” ZU draalde zich snel om en zag, hoe een been over de balconleunlng kwam. De man waar aan ze dacht, verscheen voor haar venster. Verschrikt riep ze: De stier kwam snuivend en brullend op hem af. Het beest had zün nek gekromd, gereed om oom Sidney op zün horens te nemen en de y y et feit, dat de gecollectlveerde Russl- l—l sche mensch buitengewoon gevoelig op A -*■ elke nieuwe verslechtering van zün toestand in de „Volkswlts” reageert, dat hü on telbare anecdoten in omloop brengt en bü allen jammer en ellende nog Iets aardigs. Iets geestigs weet te ontdekken, zou men als toeken kunnen beschouwen, dat zün ziel nog niet geheel Is ge broken en dat hü beschikt over een onverwoest- baren humor. Kükt men echter scherper, dan ertdekt men den ouden RussuxJ.tn moejik, die alle slagen des onheils met doffe gelatenheid op neemt. Het merkwaardigste is, dat de alles ver biedende Sovjet-regeering de politieke anec dote niet verbiedt, ook al is zü zeer bedenkelük voor het aanzien van t regiem. Een noodige veiligheidsklep. Hier volgen eenige recente anec doten. die overgenomen zün uit sovjet-bladen De ongedierteplaag is in Rusland als het ware tot een probleem geworden. Een landgoedbezit- ter klaagt tegenover een vriend: „Wat moet ik doen? De luizen verslinden me.” „Heel een voudig!” zegt deze, „schrijf een briefje: hier worden nog nieuwe leden in het collectieve be drijf opgenomen en alles gaat in panlschen schrik aan den haaL* In een ontspanningspark is een zoogenaamd dood uur ingevoerd, dat gewüd moet zün aan de abeolute rust. Op een bank echter maakte een bezoeker allerlei onrustige bewegingen, kükt send, krabt zich. „Rustig zün!” beveelt een col lectief wachter. „Ik Un niet, ik mis de luizen, in de gangen daar zün geen law&alende stem men te hooren, uit de kamers hoor je door de luidsprekers geen programreden neem me niet kwalük, partügenoot, maar dat la toch te ongewoon”. In de „Krasnaja Oazéta” van Leningrad staat een geschiedenis in versvorm, die een schel licht werpt op de sovjet-producten. „Om 10 uur kocht ik schoenen in de ledertrust, om 13 uur timmerde ik de hakken er opnieuw aan, om 3 uur lieten de solen onbarmhartig los van bet bovenleer, om 9 uur zaten er twee spükers in mün hiel, om 5 uur trad ik met mün bloote voeten in het slUk, totdat ik om 7 uur begreep, dat de producten van de ledertrust maar be rekend zün voor één dag”. ^De sovjetcensoren dat is een hoofdstuk op zich zelf. Op een tentocnstelling staan twee dezer machtigen voor een volslagen leeg doek: „Tegen dit werk is toch werkelük zoo goed als niets in te brengen; de kunstenaar heeft het gegeven uitermate voorzichtig aangepakt." De goede grootvader aan de wieg van aün kleinzoon: „Hier, mün jongen, heb Je een ac- een lidmaatschapskaart der Moskousche regeering voor woningzoekenden. Als JU het ook misschien niet mag beleven, laat het dan je zoon na, opdat het in de manne- lüke lün bluft In een stad van den Kaukasus wordt een der schier dagelUksche feesten gehouden, die in de Bovjet-unle nog talrijker gevierd moeten worden dan mirablle dlctu in het Derde Rdk. Een aanwezige leider der Groeslërs (Groesiérs vor men een Kaukasische volksstam) kon zich niet weerhouden in zün feesttoast met een duideiü- ken wenk in de richting van een aanwezigen Moskouschen commissaris te zeggen: „Wü, be woners van den Kaukasus. zün het groote Rus land tot dank verplicht. Want het heeft Bakoe in ons bezit gelaten, maar de petroleum ons ont nomen, de yelden hooren van ons, ofschoon het graan in bezit overgaat van Rusland, de wün- bergen hooren van ons, maar de wün hoort van Rusland”. De commissaris had gevoel voor hu mor en antwoordde: ,JEn wü zün tot dank ver plicht, omdat het centrale comité van ons is. maar de commissaris van jullie, de zware in dustrie is van ons, maar de commissaris is van jullie, en de partü is van ons, maar haar lei der Stalin is van jullie." Toen de „Kaukasische mode” in de leidende Sovjet-posities voortdurend toenam, werd in Moskou verteld: „Elndelük heeft Stalin zich op Het papier handelde over inrichtingen, die het station niet bezat en waarvan de stations chef weinig verstand had, maar het bevel van de directie was duidelük: hü moest dus gehoor zamen en alle 2697 vrager, beantwoorden. Den heelen nacht kraste de pen van den stations chef en schreef 3697 maal het woord „neen" neer. Y an Janssen naatte z’n naam. Wie zou ook I aan zoon naam geen hekel hebben? 't Ia en blüft een echt algemeene naam. Er Is niets romantisch aan verbonden. Toen hü dan ook met vacsntle naar een badplaats ging, huisden er absoluut geen dlchterlüke gedachten in s’n hoofd. HU ging op vacantle en daarmee uit. HU ging om rust te hebben. Heel gewoon kocht hü een serie prentbriefkaarten en zond die aan z’n kennissen; bezichtigde de ruïnes van een kasteel in den omtrek, bezocht het casino, üsbeerde langs het strand, gebruikte zonder veel trek een sorbet bü de schetterende klanken van een Jazzband. Totdat hü het goud-blonde meisje zag. Toen hü haar voor ’t eerst zag en zü tegen hem glimlachte, keerde hü z’n hoofd om. BU de tweede ontmoeting glimlachte ze weer en nam hü meer notitie van haar. HU was daar zelf verwonderd over, omdat hü zich self als vrü prozaïsch kende, maar nu....? Hü keek om. Zü keek om. ZU stopten en gingen terug, keken, glimlach ten kleurden en t einde van 1 lied was. dat hü vroeg of ze elkander reeds ontmoet hadden te Z. (Hü was nog nooit in Z. geweestI) ZU geloofde echter wel zich zoo iets te herinneren. „Hebt u de ruïnes al bezichtigd?" vroeg Jan diplomatiek, ,,’t Lükt me wel aardig daar eens naar toe te gaan. Vindt u ook niet?" Hlerbü verzweeg hü. dat hü de ruïnes het vervelendste plekje van de omgeving vond. „Wel, dat lükt me verrukkelük." antwoordde het goudharige meisje. ,Jk ben er nog nooit geweest." En ze verzweeg het feit dat ze er al zes maal vertoefde. Ze gingen naar de ruïnes van t Kasteel. Bel den vonden het prettig. Het goudharig meisje vond Jan leuk en Jan vond het goudharig meisje leuk. Toen ze van de ruïnes terugkeer den. waren ze hopeloos op elkaar verliefd. Maar zü was een meisje, en kon het dus niet zeg gen. En Jan Janssen was verlegen en wist niet, hoe hU t moest zeggen. Ze scheidden bü den toren en "t duurde wel 3 minuten vóór ze el kanders hand los konden laten. „Ik hoop, dat het morgen moot weer is," zei Jan. „Ik ook,” lispelde het aanvallige kind. „Morgenkunnenzien we elkaar mor gen?" hakkelde Jan. „Best!" „Op de pier?” vroeg Jan hoopvol. „O, dat is eenlg.” „Dus morgenochtend ongeveer tien uur dan maar.” „Goed." „Ik hoop dat het weer net zoo prettig zal worden,” ging Jan verder. „Ik hoop het ook.” „Ik weet zeker, dat het prettig wordt," Jan. „Ik ook,” antwoordde zü blozend. „Slaap wel! Ik ben blü, dat ik je ontmoet heb.” „Slaap wel! Ik vond het echt prettig!" „DM" ,DM” Zoo gingen ze van elkaar. Het goud-harige meisje had vóór de ontmoe ting met Jan Janssen al de hoop opgegeven, ooit haar ideaal te ontmoeten. Maar nu vroef ze zich af, of hü soms een uitsondering maakte. In ieder geval, ze hield van hem. Ze hadden afgesproken om 10 uur en ze was er om 10 uur. ,.Ik hoop, dat het moot blüft,” zei ze. „Ik hoop het ook,” zei Jan. ..Het riet er heel goed uit” ,Ja. prachtig." Toen stelde Jan Janssen voer: gaan?" „Ja, dat is goed.” Ze wandelden de pier af, volgden het strand en liepen ongemerkt steeds verder. Ze spraken door de menigte heen, pakte mü bU den arm, stapte in een auto en gelastte den chauffeur ons eqn eind weg te rüden, waaraan deze ge willig gehoor gaf. Oom hoe durft u, riep Ik, nog steeds bevend uit. Och Jongen, het moest. Er hadden groote ongelukken kunnen gebeu ren, waarbü tal van slachtoffers zouden zün gevallen. Het moest! Intusschen heb je nu toch een stierengevecht gezien. Ja oom, *t is waar, maar een ander dan gewoonlük geleverd wordt. Men begrijpt, dat van dit oogenblik af mün respect voor mün chef nog meer was ge stegen. Ik voelde mü veilig onder de hoede van zulk een dapper man. *s avonds stond een heele kolom. En merkwaar dig, het heele geval met betrekking tot onze arrestatie en onze vrijlating stond er bü ver meld. Ik voelde toen, dat het sterke beenen moeten zün, die de weelde kunnen dragen Want toen Ik mün naam in de krant zag. voel de Ik mü erg gewichtig. *t Liefst sou ik een exemplaar naar Amsterdam hebben gezonden, maar ik durfde daarop niet aandringen, ’k Vond het véat al te.... Intusschen wachtte ons in het hotel een heele verrassing. Het gemeen tebestuur had voor oom Sidney een grooten krans laten bezorgen, terwül de burgemeester op onze terugkomst zat te wachten. HU stak een reusen-speech af en hing oom Sidney den krans om. terwül mü een couvert met inhoud werd overhandigd. Te Auckland in Australië Is een groot, negen- inch kanon weggeruimd. Ruim een kwart eeuw geleden werd het kanon op den Mount Victoria aan den Noordkant van de haven van Auck land geplaatst om de hoofdstad van Nieuw Zeeland te verdedigen. Indertüd moest In den weg dien het kanon sou gaan, te weten van de hoofdstraat van de voorstad Devenport tot aan de berggloollng. een pad worden aangelegd, waarna het. met behulp van hydraulische katrollen, naar zün hooge plaats op den berg werd geheschen. Toen het kanon, geheel volgens voorschrift, was geplaatst, Is het ook even geprobeerd. Hier- bü werd de helft van alle ruiten in Devenport oogenblikkelük verbrüzeld, terwül een In nabüheld gelegen reservoir scheurde. Nadien beeft men het kanon nimmer meer afgevuurd. De kosten die moesten worden ge waakt om het kanon van den berg te halen, werden niet gedekt door het bedrag dat het als oud metaal sou opbrengen. Daarom heeft men het thans begraven en alleen een met gras be groeid heuveltje kan getuigen dat het er eens geweest is. af. of zü het be- greep. Ze spra- j ken weer af voor I den volgenden l dag. Ze wandel- den, bezochten ten de ruïnes en zaten bü de mu ziek in een café. Zoo kwam het einde van den dag. „Tot morgen?” vroeg Jan hoopvol. „Tot morgen," antwoordde z’n aangebedene. Toen schepte Jan moed en zei. met hand in de züne geklemd: „Ik bemin je" „En ik beminde jou al van af den eersten keer,” gaf ze blozend ten antwoord. Hand In hand wandelden ze verder. Ze dach ten aan geen tüd. Ongemerkt was het laat geworden. „O. Ik moet om 11 uur binnen zün!” riep ze verschrikt uit. Nu moet ik gauw gaan. Dag!" „Dag. Maar dat Is waar ook. Ik weet niet eens je naam,” lachte Jan. „En Ik niet dien van Jou." schaterde ze terug Ze noemden hun namen. Haar naam was Truus Vlnkel. Den volgenden dag liep Jan stralend van ge luk té wachten. In z’n hand hield hü een bou quet rozen. Ongemerkt ging z’n blik naar de klok. Wat is dat? Al kwart over tienen en nog geen Truus te bekennen Hü wachtte tot 11 uur. „Zeker hebben we pas om 2 uur afgesproken.” stelde hü zich gerust. Om 3 uur stond hü weer op de plaats der ontmoeting. Weer geen Truus. Tot 4 uur liep hü zenuwachtig op en neer. De voorbüganqers keken naar hem, maar dat merkte hij niet, 's Avonds stond hü van 8 tot 11 uur weer te vergeefs te wachten. Toen ging hü heen. Wie hem nu zag loepen, dacht, dat er een door ’s levens last gebroken man liep. Ook den an deren dag kwnm er geen Truus opdagen Woe dend schold hü rich zelf voor idioot. NatuurlUk had ze maar wat willen flirten. Toch had hü bet niet van haar gedacht. Z’n vacantle liep ten einde en verbitterd ging hü weer aan z’n Hü glimlachte tiiomfantelük en keek haar blü In de oogen. „Heb Ik je niet gezegd, dat Ik terug zou komen, lieveling?" „Maar vandaag, vanavond? hoort.” „Hü?" Arthur fronste de wenkbrauwen. „Je Voogd? Maar hü Is immers in Frankrijk. Hü is gisteravond overgestoken." „Neen, nee, dat is niet waar. HU moest nog een dag wachten. Er was Iemand, die hem een boek niet kon bezorgen en toen heeft hü zün reis uitgesteld. Ze zyn beneden aan het pak ken, hü en miss Marlowe. Ze zün er al den heelen dag mee bezig. Ze sullen nog minstens een half uur doorgaan. Nog wel langer mis schien." ^Je zegt 'dat se in de bibliotheek zün?" „Natuurlijk. Hoe ben JU naar boven geko men?” ,JO, heelemaal langs den anderen kant. Door het hek. Weet Je, dat je mü daar eenmaal den sleutel van gegeven hebt, liefste? Ik ben geko men om mün belofte te vervullen en Je mee te nemen. Het ia niet veilig voor jou, hier nog langer te blüven Je moet met mü mee komen. We zullen de zaken wel alen te regelen. Ik heb een beetje gespaard en Ik zal wel werk zien te krügen. Ik durf je hier niet achter laten. .Arthur,” fluisterde zQ wanhopig, „je hebt gelük. Ik durf niet te blüven. Je weet niet, wat hü die laatste dagen met mü heeft ge daan. Hü heeft me beleedlgd zooala geen mensch mü ooit zou kwetsen.” J 11 op dit blad zün Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TC/J bü een ongeval met f bü verlies van een hand f IOC OU vertlee van een f Cfï t>U een breuk van f A bU verlleovan ’n AllC UDOIlïie S verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen l ÜUVV»’ verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodehjken afloop SSaJVeT een voet of een oog f 1 «Je duim of wijsvinger 4 «Jl/.“bssn of anal anderen vinger 10. Bovenop legde hü *1 de gebonden deelen ▼an de Encyclopaedia Britannica. Verder werd de koffer gesloten met een apart slot, waarvan hQ den eenlgen sleutel op zün bloote borst droeg aan een ketting rond zün hals Bulten op de koffer stonden de letters geschilderd W. J. m. en Ruth Marlowe had Juist een tweedehands valles aangeschaft van zeer be scheiden afmetingen, waarop dezelfde letters waren aangebracht. HU had een paspoort ge kregen op den naam van Walter James Marchant en op dezen naam een kamer be steld in een onbeteekenend hotelletje aan den buitenkant van Parijs. HU was zelf tegenwoordig bü het inpak ken der boeken, terwül Ruth zün nauwkeu rige aanwüzlngen plichtgetrouw opvolgde. Alle boeken lagen in hooge stapels op het vloerkleed »an de bibliotheek. Hü ging er uiterst voor- ■tehtig mee om, pakte ze zorgvuldig tn. als was bet glaswerk, zoozeer vreesde hü, dat ze tüdens kat wglMBOrt zouden worden beschadigd, Toen De Zweedsche archeoloog dr. Ture Arm heeft In Perrië onderzoekingen verricht naar de oorspronkelüke woonplaats van het Indo- Europeeeche ras. Deze bekende archeoloog heeft aan den voet van de Elbrusbergen In Noord oost Perrië aan de Kaspische Zee uitgebreide opgravingen verricht. In den ouden berg ran Shah-Tepe heeft hü verscheidene zeer belang- rüke overblüfselen gevonden van een vüfdui- zend jaar oude stad, wier bestaan door een of andere oorzaak, waarschünlük tengevolge van een catastrophe of een klimaatverandering omstreeks tweeduizend Jaar voor Christus, op hield. Deze vroege nederzetting dateert uit het ko peren tüdperk. Zeer kunstig uit koper bewerkte voorwerpen, waaronder beelden, dolken, siera den en lampen werden door de Zweedsche ex peditie gevonden. Dr. Ame heeft eveneens ongeveer den veer tigtal geraamten gevonden. Uit oen vorm van de gevonden schedels van deze vroegere oe- woners blükt. dat zü hebben behoord tot de vroegst bekende Indo-Europeanen. Men heeft sporen gevonden die er op wüzen, dat bet brengen van menschenoffers deel uitmaakte van den godsdlenstigen ritus van de bewoners van Shah-Tepe. De mogelükheid wordt niet uitgesloten geacht, dat voort gezette opgravin gen In dezelfde streek sullen leiden tot de op- •lossing van verscheidene prae-historische pro blemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 29