St. Dominicus’ Heiligverklaring
H
Belasting op de Doode Hand
Auto rijdt in op
fietsen
Oud stokpaardje
Haar totstandkoming
Bij het zevende eeuw
feest
1.
I
STEMT HEDENAVOND 7.40
ALLEN AF OP HILVERSUM
'I
MAANDAG 2 JULI 1934
I
I
Te ver uitgehaald
I
De loterij-wet
L
ju
Een postuum kleinood
Wielrijdster ernstig gewond
1
I
De moord te Someren
EEN ZUIVEL TENTOONSTEL-
LING TE PURMEREND
SLACHTOFFER VAN EEN
SLECHTEN WEG
te
so.
r-
n
-
/n hooger beroep zes jaar
opgelegd
Vier personen min of meer
ernstig gewond
1
I—
i
St. Dominicus, naar een houtsnede van den Zeereerw. Pater
Raymundus van Bergen O.P.
a
riksjan?
1»
l
I
onverpoosd
L
(Ingezonden Mededeeling)
I
ie
Instellingen
a
I
rt
de
di
Stadhouderskade bU de
Xe Amsterdam heeft
tl
oe
in
I.
D
«K
Ut
!67
Geeft art. 3 der Wet op de belasting van
de Doode Hand 1034 nog een regeling voor
den aftrek van schulden, die we met het
oog op de plaatsruimte terzijde moeten
laten, art. 4 bevat de vrijstellingen, die we
evenmin uitvoerig kunnen weergeven. Zij
vinden hare rechtvaardiging in de omstan
digheid. dat de instituten, die er profijt van
■*1
11-
r-
Het gerechtshof te Den Bosch heeft beden
L. V. te Someren, zes jaar gevangenisstraf op
gelegd, met bevel tot onmlddeliyke gevangen
neming.
De rechtbank te Roermond had verdachte
vrijgesproken ter sake van het hem ten laste
gelegde feit, dat hü op 7 Januari van dit jaar
opaettelljk P. H. Bollen van het leven had be
roofd door op hem uit een met scherp geladen
revolver een schot te lossen, aan de gevolgen
waarvan B. ia overleden.
deze
beeft.
Wjj hoeven dan niet te letten op zijn
wondervolle geboorte, niet op zijn wonder
kracht, waarin hij dooden opwekte, niet op
den Rozenkrans zelfs, die, hoe oud ook, tot
de beste en soliedste devoties behoort en de
eeuwen door zich handhaaft. Dit alles be
schouw ik in Dominicus als bijzaak, waar-
devolle en troostende bijzonderheden, maar
toch niet als het kenmerkende van zijn
heiligheid.
„Seraphicus Pater Franclscus et apostoll-
cus Pater Dominicus ipsi nos docuerunt le
gem tuam Domine!” De apostolische Vader
Dominicus. ziedaar het karakter van den
Heilige in één woord geschetst!
Dominicus is apostel! En nu komt het er
weinig op aan, dat hij zijn apostolaat heeft
uitgeoefend in Z. Frankrijk, om de ketters
terug te voeren tot den waren schaapstal
en dat hij niet naar de Cumanen of Mo
hammedanen gegaan Is. Dominicus heeft
eerst voor het Kruis gemediteerd, zooals
Bozzanl ons den Heilige zoo roerend voor
stelt; uit de wonden van den Verlosser en
uit Zijn geopend Hart heeft hij die over
maat van liefde gedronken, die steeds nieu
wen llefdedorst opwekt, die zoo gelukkig
maakt, dat zij dwingt ook anderen aandeel
aan dat geluk te geven.
Daar heeft hij geleerd dat Jezus is onze
Weg. En hij heeft zich onmlddellljk op weg
begeven en den eerste den beste dien hij
tegenkwam heeft hij dien weg gewezen met
het Evangelie in de hand en met de liefde
in het hart. Een vaak harde weg; daarom
ging Dominicus gewoonlijk blootsvoets. Een
weg vaak vol ontbering; daarom was zijn
kleed arm en versteld en zijn voedsel karig.
Een weg vol gevaren; daarom was Domini
cus kulsch en nederig. En allen, die hem
volgden op dien weg, zagen de ruwe stee
nen, de ontbering en de gevaren verdwij
nen en proefden slechte de zoetheid van
met Jezus te zijn.
Daar heeft hij geleerd, dat Jezus is onze
Waarheid. Dominicus was afkeerlg van alle
schijnvertooning en heeft de waarheid zoo
liefgehad, dat hij op zijn sterfbed in alle ne-
Zondagavond omstreeks half elf is de 36-
jarige wielrijdster. mevr, van Ginkel uit Acht-
komende uit de
W. M. Kardinaal van Rosxum
Sint Alfonsus’ Lijdensgedachten
J. J. Romen en Zoon
RoermondMaaseyk.
i
hem niet gegeven had, het onderscheid tus-
schen oudere en jongere vrouwen niet meer
in zijn natuur te voelen. Daar heeft hij
ook geleerd, dat de mensch naar waarheid
moet streven door eigen studie, onderwor
pen altijd aan de leiding der Openbaring.
Aan den voet van dat Kruis heeft Domi
nicus begrepen, dat, als hij een orde moest
stichten, dit een ordé van waarheid moest
zijn, waarin met moeizame studie en in
gebed gezwoegd zou moeten
worden, om de waarheid en niets dan de
waarheid te verwerven. Daar eindelijk heeft
hij geleerd, dat de orde die hij zou stichten
een predikerorde zou zijn, om de verheven
geopenbaarde en natuurlijk verkregen waar
heid ook aan anderen bekend te maken.
Daar heeft hij geleerd, dat Jezus is ons
Leven. Mij is het leven Christus en ster
ven een gewin! Dominicus heeft niet ge
vreesd, jong, nauwelijks veertig jaar te ster
ven, omdat hij wist, dat de dood hem geen
verlies, maar een gewin zou zijn. Dominicus
heeft zijn leerlingen en eerste medebroe
ders niet geleerd, zichzelf te ontzien, om
van dit aardsche leven zoo lang mogelijk
te genieten, maar wel: zich te geven, geheel
en zonder reserve, apostelen te zijn, overal
en altijd waar de bisschoppen en de Paus
hen noodlg zouden hebben, ja zelfs het
leven des llchaams niet te ontzien, waar
het zou gelden, aan anderen het leven der
ziel te brengen.
Ja, Dominicus was apostel In hart en ziel-
En dat is niet alleen het karakter van dezen
ouden Heilige, maar ook van zijn orde,
waardoor hij Is blijven leven tot op onze
dagen.
Hebben zijne eerste leerlingen en latere
ordebroeders hun Vader begrepen? O, en
Jordanus van Saksen dan, die voortdurend
op reis, tusschen .Parijs en Bologna, zijn
voeten heeft stuk geloopen op jacht naar
zielen! En wa voor zielen! Als hij alleen
maar Albertus den Grooten had gewonnen,
was zijn inspanning dan reeds niet ruim
schoots beloond geweest? En Raymundus
van Pennaforte dan, die zelfs niet schroom
de, zijn mantel te leggen op de zee en zoo,
sneller dan het snelste luchtschip, naar de
Balearen over te steken? En Thomas van
Aquino dan, die zijn leven in prediking en
studie sleet, werkelijk opsleet, zoodat ook
hij te vroeg kwam te sterven, maar nala
tend een reeks werken, waartoe men een
veel langer menschenleven te kort zou ach
ten? En Petrus de martelaar dan, die In de
prediking van het woord Gods en op het
voorbeeld van zijn Jezus, het leven gegeven
heeft voor zijne schapen?
Ja, zijne leerlingen hebben dit begrepen,
tot op den dag van heden. Telkens weer,
in den loop der geschiedenis, zien wij Do-
minicus herleven in zijn opvolgers, de'ge
neraals zijner orde en in zijn kinderen.
Moet ik hier Humbertus de Romanis noemen
en al wat hij voor het naleven van de re
gels en tot heil van heel de Kerk heeft ge
schreven en gedaan? Of Leonardus Statius,
die de rechten van den Paus verdedigde op
het concilie van Constans, waar hij man
nen als Ailly en Gerson tegenover zich had?
Of de paters Lacordaire, Jandel en Cormier,
die zooveel gedaan hebben, om den geest
der orde weer In haar oorspronkelijke rein
heid en vurigheid te doen herleven? En zou
ik dan ten slotte niet den Nederlandschen1-
Magister-Generaal der Dominicanen moe
ten noemen. P. Theissling, die door zijn
apostolische reizen zoozeer het voorbeeld
van zijn H. Stichter en Voorganger heeft
nagevolgd?
BU gelegenheid van de feesten ter viering
van het 450-jarig bestaan der week- en jaar
markten te Punnerend op 6, 7, 8 en 9 Sep
tember as. zal aldaar ook een tentoonstelling
gehouden worden van zuivelproducten.
In het vraagprogramma dat daaromtrent
binnenkort verschijnen zal, staan o.m. vermeld:
Edammer Meikaas 40 plus. Edammer 40 plus,
gemaakt op 8, 7, 8 of 9 Augustus, resp. 13 en
8 stuks.
Deze soorten worden afzonderlijk gevraagd
van kaas gemaakt op de boerderij en gemaakt
in de fabriek.
Boter wordt gevragd: Gezouten boter, ge
maakt op de boerderij minstens 4 KG. in een
Keulschen pot.
Van boter gemaakt op de fabriek, wordt even
eens gevraagd 4 KG. in een Keulschen pot, n.l.
uit gepasteuriseerden room.
Omtrent de beschikbaar gestelde prUzen ver
nemen wij. dat deze zeer belangrijk zijn voor
wat de geldprijzen betreft zoowel als de medail
les.
Men schrijft ons:
et stokpaardje van sommige kerke-
Hjken tegen de loterij is bekend. Zij
denken nu eenmaal, dat de loterij
immoreel is, het is „den Heer beproeven",
zij gruwen er van. Hoevelen van hen aan
den grooten gok der Beurs mee doen, late
men er buiten, hoeveel op termijn hande
len eveneens. De loterij, alle kansspel is
hun een gruwel
Dat zij zoo denken en voelen is hun zaak.
Maar zij moesten toch eens bedenken, dat
zij een heel klein deel der bevolking zijn
en dat zij van de Roomschen toch niet
kunnen verwachten, dat deze dat onhan
dige stokpaardje mee berijden!
De Roomschen zien in de loterij en In
Lotlslco en andere instellingen, die zich
aanpassen aan de Staatsloterij, heelemaal
geen „beproeven van den Heer”....
Laten de bondgenooten zich nu eens
goed begrijpen! En laat dat bericht, dat de
Regeering er aan denkt, om de wet van
1905 op de Loterij in dien zin uit te brei
den, dat Lotisico en al dergelijke onderne
mingen bij de Wet verboden zullen zijn,
een canard zijn!
Moeten er nu weer om zoo’n fanatieke
drijverij een paar duizend menschen op de
keien komen! Hebben we nog geen werk-
loozen genoeg? Laat men dat onhandige
stokpaardje naar den zolder brengen!
wijze, waarop hij zoowel schrifteljjk als
mondeling de zaak heeft behandeld.
Aan het erbarmelijk figuur, dat de ver
blinde ds. Lingbeek sloeg, zullen we niet
veel woorden verspillen. Hij stemde tenslot
te tegen wat hij Jarenlang bepleit had. om
dat zijn wensch ten uitvoer gelegd was op
rechtvaardige wijze. Maar hoe heeft hij de
groote Protestantsche fracties in de Kamer
in verlegenheid gebracht! Juist hunne kerk
genootschappen en speciaal de Neder-
landsch Hervormde Kerk die ook de Kerk
is van ds. Lingbeek! worden het zwaarst
getroffen in de pastoralia, waaruit de kos
ten van vele hunner gemeenten worden be
streden. En tevergeefs hebben zij zich be
ijverd, om aan dezen fiscalen greep te ont
komen.
trekken, de Overheid ontlasten van allerlei
uitgaven. Zij hebben betrekking op gebou
wen voor onderwijs, weldadigheid, zorg voor
zieken, gebrekkigen, zwakke kinderen enz.,
op de erven en tuinen tot die gebouwen
behoorende, op wetenschappelijke en kunst
verzamelingen, op natuurmonumenten en
op het kapitaal, dat dient tot instand
houding en exploitatie van al deze instel
lingen.
Bedraagt de belastbare som minder dan
11000.dan is geen belasting verschul
digd. Bedraagt zij 11000.— of meer, doch
minder dan 30000.dan is verschuldigd
3.voor elke geheele som van f 1000.
waarmee de belastbare som 10000.tc
boven gaat. Bedraagt zjj 30000.— of meei
dan is de belasting 2.voor elke gehee’
som van 1000.—.
•Wat de verplichting tot aangifte door d
bestuurders der instellingen van de doode
hand betreft op verzoek wordt daarvoor
een formulier toegezonden door den inspec
teur is verder nog van belang, dat door
een amendement-Fleskens-Gosellng in de
wet gelegd is, dat de Inzage van boeken
en bescheiden, indien tegen het verleenen
daarvan bezwaar wordt gemaakt, achter
wege blijft, wanneer het bestuur officieel
in een mede door den inspecteur onder-
teekende acte verklaart, dat het bezwaar
is ontleend aan een tegenover derden be
staande en in geweten bindende verplich
ting tot geheimhouding. Dit geldt echter
alleen voor boeken en bescheiden, die ge
acht kunnen worden vóór 31 December 1933
te zijn opgemaakt.
De Heer Fleskens verklaarde in zijn rede,
dat hij alleen bedoelde een bevredigende
oplossing in de wet te leggen voor gevallen,
waarin de plicht tot inzage geven botst
tegen de door geestelijken soms om zeer
delicate motieven tegenover derden aan
vaarde verplichting tot geheimhouding.
Het kwam niet in hem op, ook maar eenlge
mogelijkheid tot ontduiking te scheppen.
Men kan er zeker van zijn, dat de Katho
lieke contribualen dezer belasting op de
doode hand die laatste uitspraak zullen
onderstreepen door zoo loyaal en oprecht
mogelijk him aandeel In het tijdelijk ge
vraagde noodoffer bij te dragen. Om hen
heen weeft anti-clericale en anti-papls-
tlsche verbeelding een waas van geheim-
zinnigen rijkdom, maar al zal een ge
borneerde figuur als ds. Lingbeek zeker tot
aan zijn dood Roomsche spoken blijven
zien de sportieve houding van de eigena
ren der „ongehoorde kapitalen” en klooster
schatten zal menigeen, zoowel ten aanzien
der geheimzinnigheid als ten opzichte van
den rijkdom, de oogen openen.
Op den dag van heden, waarop wij her
denken, dat een oude Heilige voor zeven
eeuwen heilig verklaard werd, wil ik een
oogenblik stilstaan bij dien bijzonderen
vorm van heiligheid, waardoor St. Domini
cus gekenmerkt wordt en bij de vraag, of
Heilige ook ons nog iets te zeggen
Dominikanerorde voor den dag gekomen; de
H. Stoel heeft aan zijn oorspronkelijk in
zicht veel gewijzigd en geschaafd en.Do
minicus heeft laten wijzigen en schaven.
Dót vooral is het, wat Dominicus ons nog
heden ten dage te zeggen heeft: het hoofd
te buigen, waar het gezag der bisschoppen
en van Christus* Stedehouder op aarde
spreekt. En als wij dan moeilijkheden on
dervinden van onzen trots en onze eigen
wijze natuur laten wij dan *t oog slaan
op het schilderij van Dominicus van Boz-
zani in Santa Sabina te Rome en het van
dien heiligen apostel afzien, hoe wij het
Kruis te beschouwen, lief te hebben, in ons
op te nemen hebben, om op zijn voorbeeld,
ware apostelen van Jezus te worden.
Nijmegen. W. MULDER S.J.
*te
rr ordinaal van Rossum, die zich tot aan
rC zijn dood een echten zoon der Con-
gregatie van den Allerheillgsten
Verlosser getoond heeft, was diep door
gedrongen in den geest van haar heiligen
stichter. Zoo vervulden hem in de laatste
weken van zijn leven Sint Alfonsus’ gedach
ten over den kruisweg van den Christus
Redemptor. Als een devotioneel kleinood
liet hij in handschrift na het werkje, waar
van de titel hier boven staat: zijn laatste
pennevrucht.
De secretaris van Zijne Eminentie, dr.
Jos. Maria Drehmanns, heeft de pieteit
gehad, het geschrift van zijn onvergete-
lljken meester-«te laten facsimlleeren, zoo
dat het nu vóór ons ligt weergegeven en
vermenigvuldigd naar het ongewijzigd
handschrift, in kwarto formaat op fijn
geschept papier en gebonden in witte ge-
ripte zijde met gouden opdruk van wapen
en titel. Welke opdruk zich herhaalt op
een kardlnaalrooden papieren omslag.
Het geschrift bevat behalve de Oefening
van den Kruisweg verschillende gebeden,
betrekking hebbende op *s Heeren Passie.
Het geheel is een zuiver voorbeeld van echt
Alfonsiaansche spiritualiteit.
Te recht spreekt de secretaris van den
Kardinaal In zijn voorwoord van ,,eene
blijvende gedachtenis van hem en aan
hem.” Wij cursiveerden het woord .blij
vende”. DE K.
Op de Stadhouderskade bij de P. C.
Hooftstraat Xe Amsterdam heeft Zondag
avond een ernstig verkeersongeluk plaats
gehad, waarbij vier inzittenden zijn gewond.
Uit de richting van het Vondelpark kwa
men twee auto’s, die naast elkaar reden;
daarachter kwam een derde, die probeerde
de beide wagens, die voor hem reden, voorbij
te komen. HU moest daardoor geheel links
van den weg rUden. BU der bocht van de
P. C. Hooftstraat kon hU onvoldoende den
weg voor zich uit verkennen en reed op ’n
groep wielrUders in, komende uit de rich
ting van het Museum. Vier wielrUders wer
den ondersteboven gereden «n bleven op
straat liggen.
Van alle kanten schoot hulp toe. De
brandweer werd gealarmeerd, terwUl de G.
G.D. met twee ziekenauto’s ter plaatse
kwam. Het bleek, dat er vier gewonden wa
ren. Een man van 27 Jaar had groote
vleeschwonden aan bovenarm en onderbeen.
HU werd met een 18-jarigen Jongen, die licht
gekwetst was, vervoerd naar het Tessel-
schade Ziekenhuis. Een man van 26 jaar,
die zUn 3 -jarig loontje achter op de fiets
had. was er ernstiger aan toe. HU had een
hersenschudding en een groote hoofdwonde.
Ook het kind was bewusteloos; het had een
hersenschudding, terwjjl het slaapbeen was
gebroken. Belden werden overgebracht naar
*t Wilhelmina Gasthuis. De moeder van het
kindje, die naast haar man reed, was ook
gevallen, maar kwam er zonder kwetsuren
af. Tegen den onvoorzlchtigen autobestuur
der is proces-verbaal opgemaakt, terwijl de
auto in beslag is genomen.
y -«r y Ij leven In een tijd van nieuwe hei-
\A/ llgen evenals van nieuwe armen. De
laatsten komen wel vanzelf, maar
de eersten moeten worden verklaard. En
dat gebeurt tegenwoordig veel. Misschien
zal op den duur geen pontificaat In de
kerkgeschiedenis aan te wijzen zijn waarin
zooveel heiligverklaringen hebben plaats
gehad als In dat van Pius XI.
Met dat al komt de vraag op de lippen:
Zijn de oude heiligen nog wel in staat, den
hedendaagschen mensch te boeien en wor
den ze niet vergeten? Het heeft er allen
achijn van, St- Antonius natuurlijk uitge
zonderd. En het ligt ook zoo voor de hand.
Een Theresia van Lisieux, een Con^ardo Fer-
rlnl, een Don Bosco, menschen, die onze
tljdgenooten genoemd kunnen worden, die
net als wij in den trein hebben gezeten;
boeken hebben gelezen, die wij nu nog in
handen nemen; geld hebben uitgegeven, dat
misschien nog in omloop is; menschen, die
net als wij kranten hebben opengevouwen
colleges hebben geloopen en gegeven; in
huizen hebben gewoond, die nog onveran
derd bestaan; zulke menschen staan ons
nader dan een Paulus de Kluizenaar of een
Simon Stylites.
En toch is het meer schijn dan werke
lijkheid. De Kerk lijkt wel mee te doen aan
de versterking van dien waan, daar zij vele
oude Heiligen, wier feest eens uitvoeriger
gevierd werd, onttroond heeft en ze met een
simpele commemoratie in Mis en officie ge
denkt. Maar de Kerk doet dit alleen, om
dat ze anders dagen te kort zou komen in
het jaar, om de heiligen, wier aantal groot
is als de zandkorrels aan het strand der
zee en als de sterren aan het firmament,
allen naar eisch te herdenken. Later zullen
wellicht die Heiligen, wier feesten thans
met den grootsten luister worden gevierd
en wier vereering heden nog groot is, op
dezelfde wijze, naar den achtergrond wor
den gedrongen. Lees hierin vooral geen
waardeeringsverschil. Marcus en Marcellia-
nus worden door de Kerk nlef als mindere
Heiligen geschat, omdat Ephrem de Syriër
sinds eenlge jaren als duplex op denzelfden
dag is gesteld, waarover zij voordien alleen
te beschikken hadden. En Irenaeus is niet
grooter dan Leo n, omdat de laatste zijn
oude plaats aan den eerste heeft moeten
af staan.
Als er een mode Is In het vieren van
sommige Heiligen, dan is dat niet de mode
der Kerk, maar slechts van sommige gees
telijken en geloovigen. Het nieuwe heeft
nu eenmaal altijd de kracht, te trekken en
het oude te doen vergeten, maar daarom
gaat de innerlijke waarde van het oude
niet verloren. En die innerlijke waarde bfj
alle Heiligen, zoo oude als nieuwe, is gelegen
juist in hun heiligheid.
De heiligheid, een heldhaftige liefde tot
God, is hun aller onvervreemdbaar eigen
dom en onverwelkbare lauwer. De uiter-
Hjke vormen, waarin die liefde zich uitte
tijdens hun leven, kan verschillend zijn en
den een meer, den ander minder aanstaan;
tot God hebben alle Heiligen zich getrok
ken gevoeld, aan Hem hebben zij allen zich
geheel overgegeven, Hem hebben zij boven
allen en alles lief gehad.
zasI de Eerste Kamer zal nu wel de
I I belasting op de goederen in de doode
hand accepteeren. Wijzigen kan zij
het ontwerp niet meer. En daarom geven
wij voor hen, die met de nieuwe heffing
in aanraking zullen komen, reeds thans
nog eens eenlge zeer groote hoofdzaken
weer uit het ontwerp, zooals het thans
luidt:
Instellingen van de doode hand in den
zin dezer wet zijn stichtingen, coöperatieve
en andere, al dan niet rechtspersoonlijk
heid hebbende vereenigingen, zedelijke
lichamen en alle andere rechtspersonen,
uitgezonderd vennootschappen, welker ka
pitaal geheel of gedeeltelijk in aandeelen
is verdeeld. De firma, de burgerlijke maat
schappij en de N.V. vallen er dus bulten.
De belasting wordt geheven van het
zuiver vermogen der binnen het Rijk ge
vestigde Instellingen van de doode hand.
Ook kan het voorkomen, dat zij geheven
wordt over een gedeelte van het zuiver
vermogen van buiten het Rijk gevestigde
instellingen van de doode hand, b.v. van
internationale organisaties, welker Neder-
landsche afdeellngen of onderdeden niet
zelfstandig een vereeniging of organisatie
vormen.
Niet als instellingen van de doode hand
worden beschouwd publiekrechtelijke licha
men, rechtspersonen, ingesteld bij of krach
tens wet, wettelijk voorschrift of besluit
van eenig openbaar vertegenwoordigend li
chaam (uitgezonderd de Rljkspostspaar-
bank), bedrijfsverenigingen, de Carnegie-
stichting en andere door de Kroon aan te
wijzen instellingen van Internationalen
aard.
Alle zaken, welke geldswaarde hebben,
komen als vermogen In aanmerking. Hare
waarde wordt bepaald overeenkomstig art. 7
der Wet op de Vermogensbelasting. Aan
zaken of gedeelten van zaken, uitsluitend
of nagenoeg uitsluitend bestemd voor den
openbaren eeredlenst, wordt echter geen
verkoop- of geldswaarde toegekend. De
verwijzing naar art. 7 der Wet op de Ver
mogensbelasting heeft tot gevolg, daj on
roerend goed naar de verkoopwaarde, welke
bij goederen In de doode hand vaak zeer
ig Is, wordt geschat en dat bij de schat-
ig ook de Natuurschoonwet kan worden
Met het voorgaande heb ik het antwoord
makkelijk gemaakt op de tweede vraag:
heeft St. Dominicus ook ons nog Iets te zeg
gen, of is hij een zoo oude en verouderde
heilige, dat onze tijd geen belangstelling
meer voor hem kan voelen?
Een Heilige, die een orde sticht, welke tot
op den dag van heden in vollen bloei staat
en tot heil van de Kerk werkzaam is, heeft
ook tót op den huldigen dag iets tot ons te
zeggen. Dit heeft hij des te meer, naar
mate de bijzondere trek zijner heiligheid
meer met onze bijzondere behoeften over
eenkomt, Welnu, het apostolaat is Domini
cus* eigenste vorm van Christusnavolging
en Godllefde; zijn persoon moet dus wel
zeer duidelijke taal spreken tot onzen tijd,
welke immers in zoo hooge mate behoefte
Jieeft aan goede apostelen.
Apostelen in dien wijden zin des woords,
die de wereld overgaan en de leer van het
Kruis verkondigen en diep Ingang doen vin
den. Maar ook apostelen in dien minder
luisterrijken, daarom niet minder verdien
stelijken vorm, die fle gevaren van het mo
derne leven troteeerend, den modernen
helden of den afgedwaalden Christen lee-
ren, langs welken Weg zij op moeten gaan
naar de Waarheid en het Leven.
Niet in de veroordeeling van al wat nieuw
is, of als nieuw zich poogt voor te doen!
Dominicus heeft de ideeëii van Waldes ook
niet alle verworpen, maar met wijsheid en
na vurig gebed geschift en behouden, wat
voor het apostolaat van waarde kon zijn.
Nog minder in de omhelzing van het mo
derne en van iedere modebeweging, omdat
het modem en mode is. Dominicus koel
denker, wanneer hij denken moest heeft
niet omhelsd, maar geschift. Zijn tijd, het
begin der 13e eeuw, was vol nieuwe gelui
den en kleuren. Had Dominicus ze alle op
zijn harp en op zijn palet genomen, dan
was hij zingend en schilderend, evenals
Waldes, van den rechten weg afgedwaald,
had hij de waarheid den rug toegekeerd
en ten slotte het ware Leven verloren, In
plaats van het aan anderen te brengen.
Neen, hij heeft niet omhelsd, maar ge
schift en dat niet alleen bij het licht van
eigen rede of beschouwing, maar vooral:
onder de leiding van het kerkelijk gezag.
Had Dominicus zijn eigen inzicht gevolgd,
tierigheid en waarheid bekende, dat God dan w&re M vermoedeUJk een heel andere
nrt'ien aan het einde van 1931 ds. Lingbeek
I iroor het eerst naar de kloostergoederen
tastte door bij Minister Ruys langs den
weg der schriftelijke vragen te Informeeren,
of deze mogelijkheid zag, „om te komen
tot kennis van de cijfers der kapitalen in
de doode hand, met verdeeling der bezit
ters en hun respectieve kapitalen in groe
pen naar hun kerkelijke of godsdienstige
gezindte”, kreeg hij ten antwoord, dat die
mogelijkheid wel aanwezig was, maar dat
een statistisch onderzoek moest worden af
gewezen om financieele redenen. De schat
kist was immers toen reeds zeer zwaar be
last.
De sociaal democratische Arbeiderspers
aanvaardde dat motief niet en insinueerde,
dat er iets anders achter zat. Kapitaal in
de doode hand, zoo stookte zij, was het ka
pitaal van de kerkelijke Instellingen. Het
waren de „ongehoorde kapitalen” van de
Katholieke kerken en kloosters, die hun
boeken maar liever niet openlegden. En ze
daartoe te dwingen, dat was een zelfopoffe
ring, die „toch waarlijk van een vroom man
als Ruys niet verlangd (kon) worden!’’
Wij hebben er toen het was op 15 Ja
nuari 1932 op gewezen, dat het begrip
„goederen in de doode hand” tegenwoordig
wel een eenigszins ruimer begrip is dan de
antl-clericaal erin ziet. We noemden o.a.
ook de vakbonden met hun In secure obli
gaties gestoken millioenen. En we waar
schuwden, dat het, wilde men een belasting
op de doode hand Invoeren, zeer moeilijk
zijn zou, om uit te maken, welke instellin
gen wél en welke niet voor vrijstelling in
aanmerking zouden komen.
Hoe merkwaardig zijn sedertdien de za
ken geloopen! Bij de sociaal-demociaten
groeide een rustiger inzicht, zoodat, toen
Minister Oud tenslotte kwam met een in
zijn uitwerking niet ongelukkig te noemen
ontwerp, dr. van den Tempel In eenlge sym
pathiek aandoende speeches een loyaal
standpunt kon innemen. Dat uit respect
voor den godsdienst de kerkgebouwen en
kerksieraden geheel buiten het kader dezer
belasting gelaten werden en dat musea, na
tuurmonumenten, Instituten voor onder
wijs en armenzorg met derzelver instand-
houdings- en exploltatiefondsen werden
vrijgesteld, omdat zij den Staat een aan
zienlijk stuk uitgaven uit handen nemen,
had zijne instemming. Hij prees het, dat
overigens de lasten zoo rechtvaardig en ob
jectief mogelijk verdeeld werden. En zijn
fractiegenoot Vliegen wees zelfs met nadruk
een communistisch amendement, om de
arbeidersorganisaties en -coöperaties vrij
te stellen, van de hand.
Loyaler nog was de Katholieke fractie.
Zij legde, zich neer bij de nieuwe heffing,
omdat zij er In zag: een noodoffer, dat
t ij d e 1U k ook van de Kerk gevergd mag
worden. Uit die formuleerlng blijkt reeds,
dat de Katholieken in tegenstelling met
de soclaal-democraten over een groot
principieel bezwaar heen moesten. Daarbij
komt, dat de doodehandsbelastlng. die In toegepast,
het verleden gemeenlijk niet vrij was van
antl-clericale smetten, In dit geval een spe
cifiek antl-Katholiek tintje geacht kon
worden te hebben door de voorgeschiede
nis, al heeft dan ook Minister Oud zelf zich
In zijn ontwerp zoo objectief mogelijk te
genover de materie gesteld en al verdient
hij zelfs een speciaal woord van lof voor de
Zondagavond omstreeks half elf is de
tienhoven, die met haar man op den Loos-
drechtschen Grintweg reed,
richting Hilversum, gevallen en door een juist
passeerenden auto aangereden. Met een sche
delbreuk is zU in ernstigen toestand naar het
Diaconessenhuls te Hilversum overgebracht. De
oorzaak van het ongeluk Is vermoedelUk te wU-
ten aan den slechten toestand van den weg.
Den chauffeur van den auto treft geen schuld.