St. Dominicus’ Heiligverklaring
Belasting op de Doode Hand
O
J
Oud stokpaardje
Haar totstandkoming
Bij het zevende eeuw
feest
Auto rijdt in op
fietsen
Autobus tegen
auto
STEMT HEDENAVOND 7.40
ALLEN AF OP HILVERSUM
MAANDAG 2 JULI 1934
w
Te ver uitgehaald
De loterij-wet
Een postuum kleinood
Twee zwaar- en vyf lichtgewonden
DE K. R. O.-VLOOT
Wielrijdster ernstig gewond
EEN ZUIVEL TENTOONSTEL
LING TE PURMEREND
Materiaal der vloot moet
goed zijn
SLACHTOFFER VAN EEN
SLECHTEN WEG
JAARVERGADERING VAN
„ONZE VLOOT’
DAME DOOR MOTORRIJDER
OVERREDEN
Vier portonen min of meer
ernstig gewond
(Ingezonden Mededeeltng)
instellingen
Hoofdbestuur
36-
ok de Eerste Kamer zal nu wel de
I belasting op de goederen in de doode
hand accepteeren. Wijzigen kan zij
het ontwerp niet meer. En daarom geven
wij voor hen, die met de nieuwe heffing
in aanraking zullen komen, reeds thans
nog eens eenige zeer groote hoofdzaken
weer uit het ontwerp, zooals het thans
luidt:
Instellingen van de doode hand In den
aan zijn dood Roomsche spoken blijven
zien de sportieve houding van de eigena
ren der „ongehoorde kapitalen” en klooster
schatten aal menigeen, zoowel ten aanzien
der geheimzinnigheid als ten opzichte van
den rijkdom, de oogen openen.
W. M. Kardinaal van Rossum:
Sint Alfonsus' Lijdensgedachten
J. J. Romen en Zoon
RoermondMaaseyk.
Vrijdagavond werd de St. Salvatorkerk t e Zuilen ingewijd en de pastoor, de Z. E.
heer Th. Ariëns door deken Knüvelder geïnstalleerd. Een overzicht van de plech
tigheid
Bij gelegenheid van de feesten ter viering
van het 450-Jarig bestaan der week- en Jaar
markten te Purmerend op 6, 7, 8 en 9 Sep
tember as. zal aldaar ook een tentoonstelling
gehouden worden van zuivelproducten.
In het vraagprogramma dat daaromtrent
binnenkort verschijnen zal, staan om. vermeld:
Edammer Meikaas 40 plus. Edammer 40 plus,
gemaakt op 6, 7, 8 of 9 Augustus, resp. 13 en
6 stuks.
Deze soorten worden afzonderlijk gevraagd
van kaas gemaakt op de boerderij en gemaakt
in de fabriek.
Boter wordt gevragd: Gezouten boter, ge
maakt op de boerderij minstens 4 K G. in een
Keulschen pot.
Van boter gemaakt op de fabriek, wordt even
eens gevraagd 4 K.G. in een Keulschen pot, nX
uit gepasteurlseerden room.
Omtrent de beschikbaar gestelde prijzen ver
nemen wij, dat deze zeer belangrijk zijn voor
wat de geldprijzen betreft zoowel als de medail
les.
Uit alle deelen van het land komen berich
ten binnen over de groote belangstelling welke
bestaat voor het K-R-O.-waterfeest op 23 JuH
te Rotterdam.
Ook voor den grooten vlaggenwedstrtfd blijkt
veel animo te bestaan.
De in het programma-boekje afgedrukte, spe
ciale KB-O -vloot-liederen. gemaakt door den
neer Jacq. van Tol, gaar er thans reeds goed
In. Zaterdagavond 7 Juli as. wordt een extra
generale repetitie gehouden van die liederen
voor de microfoon door de KJt.O.-Boys onder
leiding van Plet Lustenhouwer.
Als bijzonderheid kunnen wij nog mededee-
len, dat op het oogenbllk dat de KR.O -vloot
vertrekken zal. de K.R.O.-wimpel op officieel*
wfjze op het Vlaggeschlp zal worden geheschen.
terwijl alle stoomschepen van de KJVO.-vloot
op dat oogenbllk hun sirenen zullen doen
hooren.
hem niet gegeven had, het onderscheid tus
schen oudere en jongere vrouwen niet meer
in zijn natuur te voelen. Daar heeft hij
ook geleerd, dat de mensch naar waarheid
moet streven door eigen studie, onderwor
pen altijd aan de leiding der Openbaring.
Aan den yoet van dat Kruis heeft Domi
nicus begrepen, dat, als hij een orde moest
stichten, dit een orde van waarheid moest
zijn, waarin met moeizame studie en in
onverpoosd gebed gezwoegd zou moeten
worden, om de waarheid en niets dan de
waarheid te verwerven. Daar eindelijk heeft
hij geleerd, dat de orde die hij zou stichten
een predikerorde zou zijn, om de verheven
geopenbaarde en natuurlijk verkregen waar
heid ook aan anderen bekend te maken.
Daar heeft hij geleerd, dat Jezus is ons
Leven. MIJ is het leven Christus en ster
ven een gewin! Dominicus heeft niet ge
vreesd, Jong, nauwelijks veertig jaar te ster
ven, omdat hij wist, dat de dood hem geen
verlies, maar een gewin zou zijn. Dominicus
heeft zijn leerlingen en eerste medebroe
ders niet geleerd, zichzelf te ontzien, om
van dit aardsche leven zoo lang mogelijk
te genieten, maar wel: zich te geven, geheel
en zonder reserve, apostelen te zijn, overal
en altijd waar de bisschoppen en de Paus
hen noodig zouden hebben, Ja zelfs het
leven des llchaams niet te ontzien, waar
het zou gelden, aan anderen het leven der
ziel te brengen.
Ja, Dominicus was apostel In hart en ziel.
En dat is niet alleen het karakter van dezen
ouden Heilige, maar ook van zijn orde,
waardoor hij Is blijven leven tot op onze
dagen.
Hebben zijne eerste leerlingen en latere
ordebroeders hun Vader begrepen? O, en
Jordanus van Saksen dan, die voortdurend
op reis, tusschen Parijs en Bologna, zijn
voeten heeft stuk geloopen op jacht naar
zielen! En wa voor zielen! Als hij alleen
maar Albertus den Grooten had gewonnen,
was zijn inspanning dan reeds niet ruim
schoots beloond geweest? En Raymundus
van Pennaforte dan, die zelfs niet schroom
de, zijn mantel te leggen op de zee en zoo,
sneller dan het snelste luchtschip, naar de
Balearen over te steken? En Thoma^Pvan
Aquino dan, die zijn leven in prediking en
studie sleet, werkelijk opsleet, zoodat ook
hij te vroeg kwam te sterven, maar nala
tend een reeks werken, waartoe men een
veel langer menschenleven te kort zou ach
ten? En Petrus de martelaar dan, die in de
prediking van het woord Gods en op het
voorbeeld van zijn Jezus, het leven gegeven
heeft voor zijne schapen?
Ja, zijne leerlingen hebben dit begrepen,
tot op den dag van heden. Telkens weer,
in den loop der geschiedenis, zien wij Do
minicus herleven in zijn opvolgers, de ge
neraals zijner orde en in zijn kinderen.
Moet ik hier Humbertus de Romanis noemen
en al wat hij voor het naleven van de re
gels en tot heil van heel de Kerk heeft ge
schreven en gedaan? Of Leonardus Statius,
die de rechten van den Paus verdedigde op
het concilie van Constans, waar hij man
nen als Ailly en Gerson tegenover zich had?
Of de paters Lacordaire, Jandel en Cormier,
die zooveel gedaan hebben, om den geest
der orde weer in haar oorspronkelijke rein
heid en vurigheid te doen herleven? En zou
ik dan ten slotte niet den Nederlandschen
Magister-Generaal der Dominicanen moe
ten noemen, P. Theissling, die door zijn
apostolische reizen zoozeer het voorbeeld
van zijn H. Stichter en Voorganger heeft
nagevolgd?
Met het voorgaande heb ik het antwoord
makkelijk gemaakt op de tweede vraag:
heeft St. Dominicus ook ons nog iets te zeg
gen, of is hij een zoo oude en verouderde
heilige, dat onze tijd geen belangstelling
meer voor hem kan voelen?
Een Heilige, die een orde sticht, welke tot
op den dag van heden in vollen bloei staat
en tot heil van de Kerk werkzaam is, heeft
ook tot op den huldigen dag iets tot ons te
zeggen. Dit heeft hij des te meer, naar
mate de bijzondere trek zijner heiligheid
meer met onze bijzondere behoeften over
eenkomt, Welnu, het apostolaat is Domini
cus’ eigenste vorm van Chrlstusnavolging
en Godliefde; zijn persoon moet dus wel
zeer duidelijke taal spreken tot onzen tijd,
welke immers in zoo hooge mate behoefte
heeft aan goede apostelen.
Apostelen in dien wijden zin des woords,
die de wereld overgaan en de leer van het
Kruis verkondigen en diep ingang doen vin
den. Maar ook apostelen in dien minder
luisterrijken, daarom niet minder verdien
stelijken vorm, die ,de gevaren van het mo
derne levqn trotserend, den modernen
heiden of den afgedwaalden Christen lee-s
ren, langs welken Weg zij op moeten gaan
naar de Waarheid en het Leven.
Niet in de veroordeeling van al wat nieuw
is, of als nieuw zich poogt voor te doen!
Dominicus heeft de Ideeën van Waldes ook
niet alle verworpen, maar met wijsheid en
na vurig gebed geschift en behouden, wat
voor het apostolaat van waarde kon zijn-
Nog minder in de omhelzing van het mo
derne en van iedere modebeweging, omdat
het modem en mode is. Dominicus koel
denker, wanneer hij denken moest heeft
niet omhelsd, maar geschift. Zijn tijd, het
begin der 13e eeuw, was vol nieuwe gelui
den en kleuren. Had Dominicus ze alle op
zijn harp en op zijn palet genomen, dan
was hij zingend en schilderend, evenals
Waldes, van den rechten weg afgedwaald,
had hij de waarheid den rug toegekeerd
en ten slotte het ware Leven verloren, in
plaats van het aan anderen te brengen-
Neen, hij heeft niet omhelsd, maar ge
schift en dat niet alleen bij het licht van
eigen rede of beschouwing, maar vooral:
onder de leiding van het kerkelijk gezag.
Had Dominicus zijn eigen Inzicht gevolgd,
Men schrijft ons:
et stokpaardje van sommige kerke
lijke n tegen de loterij is bekend. Zij
denken nu eenmaal, dat de loterij
immoreel is, het is „den Heer beproeven”,
zij gruwen er van. Hoevelen van hen aan
den grooten gok der Beurs mee doen, late
men er bulten, hoeveel op termijn hande
len eveneens. De loterij, alle kansspel is
hun een gruwel....
Dat zij zoo denken en voelen Is hün zaak.
Maar zij moesten toch eens bedenken, dat
zij een heel klein deel der bevolking zijn
en dat zij van de Roomschen toch niet
kunnen verwachten, dat deze dat onhan
dige stokpaardje mee berijden!
De Roomschen zien in de loterij en In
Lotisico en andere instellingen, die zich
aanpassen aan de Staatsloterij, heelemaal
geen „beproeven van den Heer”....
Laten de bondgenooten zich nu eens
goed begrijpen! En laat dat bericht, dat de
Regeerlng er aan denkt, om de wet van
1905 op de Loterij in dien zin uit te brei
den, dat Lotisico en al dergelijke onderne
mingen bij de Wet verboden zullen zijn,
een canard zijn!
Moeten er nu weer om zoo’n fanatieke
drijverij een paar duizend menschen op de
keien komen! Hebben we nog geen werk-
loozen genoeg? Laat men dat onhandige
stokpaardje naar den zolder brengen!
In de te Den Helder gehouden Jaarvergadering
van „Onze Vloot" heeft de voorzitter herinnerd
aan de zuivering van de vloot van slechte in
vloeden. Maar dat is niet voldoende, er moet
ook goed materiaal zijn. Spr. was van oordeel,
dat het meerendeel van ministers en kamerle
den niet doordrongen is van het belang van een
goede marine. Het materiaal der zeemacht is
thans ver beneden het te stellen minimum.
Het aantal leden is In 1933 met 400 gedaald
en bedraagt thans ruim 4400.
De aftredende leden van het
werden bij acclamatie herkozen.
In de vacature J. Koster in het hoofdbestuur,
werd gekozen de heer Godfried Crone, Amster-
dam.
In de vacatureS. P. van Eeghen Algemeen*
Raad werd eveneens gekozen de heer Crone.
Een krans is gelegd aan den voet van bet
marine-monument.
tt t!J leven in een tijd van nieuwe hel-
\A/ llgen evenals van nieuwe armen. De
laatsten komen wel vanzelf, maar
de eersten moeten worden verklaard. En
dat gebeurt tegenwoordig veel. Misschien
zal op den duur geen pontificaat in de
kerkgeschiedenis aan te wijzen zijn waarin
aooveel heiligverklaringen hebben plaats
gehad als in dat van Pius XI.
Met dat al'komt de vraag 'op de lippen:
zijn de oude heiligen nog wel in staat, den
hedendaagschen mensch te boelen en wor
den ze niet vergeten? Het heeft er allen
schijn van, St. Antonlus natuurlijk uitge
zonderd. En het ligt ook zoo voor de hand.
Een Theresia van LLsieun-, een Contardo Fer-
rinl, een Don Bosco, menschen, die onze
tljdgenooten genoemd kunnen worden, die
net als wij in den trein hebben gezeten;
boeken hebben gelezen, die wij nu nog in
handen nemen; geld hebben uitgegeven, dat
misschien nog in omloop is; menschen, die
net als wij kranten hebben opengevouwen;
colleges hebben geloopen en gegeven; in
huizen hebben gewoond, die nog onveran
derd bestaan; zulke menschen staan ons
nader dan een Paulus de Kluizenaar of een
Simon Stylites.
En toch is het meer schijn dan werke
lijkheid. De Kerk lijkt wel mee te doen aan
de versterking van dien waan, daar zij vele
oude Heiligen, wier feest eens uitvoeriger
gevierd werd, onttroond heeft en ze met een
simpele commemoratie in Mis en officie ge
denkt. Maar de Kerk doet dit alleen, om
dat ze anders dagen te kort zou komen in
het jaar, om de heiligen, wier aantal groot
is als de zandkorrels aan het strand der
zee en als de sterren aan het firmament,
allen naar elsch te herdenken. Later zullen
wellicht die Heiligen, wier feesten thans
met den grootsten luister worden gevierd
en wier vereering heden nog groot is, op
dezelfde wijze naar den achtergrond wor
den gedrongen. Lees hierin vooral geen
waardeeringsverscb.il. Marcus en Marcellia-
nus worden door de Kerk niet als mindere
Heiligen geschat, omdat Ephrem de Syriër
sinds eenige jaren als duplex op denzelfden
leen
niet
zijn
Op den Na pol eons weg onder Grathem had
Zondagmidag te ongeveer vier uur een ernstige
autobotslng plaats tusschen een uit de richting
van de Belgische grens komende autobus uit
Asten en een personenauto, bestuurd door den
heer Schols uit Sittard.
In de autobus zaten 31 personen, alle leden
van een hengelaarsclub uit Asten, die nabij
Grathem gevischt hadden.
Van de inzittenden van de autobus werden
twee personen zwaar en vijf licht gewond. Vier
van hen zijn naar het ziekenhuis te Weert ver
voerd.
dag is gesteld, waarover zij voordiei
te beschikken hadden. En Irenaeus
grooter dan Leo n, omdat de laa,
oude plaats aan den eerste heeft moeten
af staan.
Als er een mode is In het vieren van
■ommige Heiligen, dan is dat niet de mode
der Kerk, maar slechts van sommige gees
telijken en geloovlgen. Het nieuwe heeft
nu eenmaal altijd de kracht, te trekken en
het oude te doen vergeten, maar daarom
Kttt de innerlijke waarde van het oude
niet verloren; En die innerlijke waarde bij
alle Heiligen, zoo oude als nieuwe, is gelegen
juist .in hun heiligheid.
De heiligheid, een heldhaftige liefde tot
God, is hun aller onvervreemdbaar eigen
dom en onverwelkbare lauwer. De ulter-
lijke vormen, waarin die liefde zich uitte
tijdens hun leven, kan verschillend zijn en
den een meer, den ander minder aanstaan;
tot God hebben alle Heiligen zich getrok
ken gevoeld, aan Hem hebben zij allen zich
geheel overgegeven, Hem hebben zij boven
allen en alles lief gehad.
Zondagavond omstreeks half elf is de
Jarige wielrijdster, mevr, vah Glnkel uit Acht-
tlenhoven, die met haar man op den Loos-
drechtschen Grintweg reed, komende uit de
richting Hilversum, gevallen en door een juist
passeerenden auto aangereden. Met een sche
delbreuk Is zij in emstlgen toestand naar het
Diaconessenhuis te Hilversum overgebracht. De
oorzaak van het ongeluk Is vermoedelijk te wij
ten aan den slechten toestand van den weg.
Den chauffeur van den auto treft geen schuld.
Zondagmiddag is op de faan van Meerder-
voort te Den Haag een 63-jarige dame, 8.
genaamd, door een motorrijder overreden. Zij
bekwam een schedelbasisfractuur en werd In
levensgevaarlijken toestand naar het ziekenhuis
aan den Zuldwal vervoerd. Zondagavond was
haar toestand nog zorgwekkend.
Domlnlkanerorde voor den dag gekomen; de
H. Stoel heeft aan zijn oorspronkelijk In
zicht veel gewijzigd en geschaafd en..Do
minicus heeft laten wijzigen en schaven.
DAt vooral is het, wat Dominicus ons nog
heden ten dage te zeggen heeft: het hoofd
te buigen, waar het gezag der bisschoppen
en van Christus’ Stedehouder op aarde
spreekt. En als wij dan moeilijkheden on
dervinden van onzen trots en onze eigen
wijze natuur.... laten wij dan t oog slaan
op het schilderij van Dominicus van Boz-
zanl in Santa Sabina te Rome en het van
dien heiligen apostel afzien, hoe wij het
Kruis te beschouwen, lief te hebben, in ons
op te nemen hebben, om op zijn voorbeeld,
ware apostelen van Jezus te worden.
Nijmegen. W. MULDER SJ
Op den dag van heden, waarop wij her
denken, dat een oude Heilige voor zeven
eeuwen heilig verklaard werd, wil ik een
oogenbllk stilstaan bij dien bijzonderen
vorm van heiligheid, waardoor St~ Domini
cus gekenmerkt wordt en bij de vraag, of
deze Heilige ook ons nog iets te zeggen
heeft. t
Wij hoeven dan niet te letten op zijn
wondervolle geboorte, niet op zijn wonder
kracht, waarin hij dooden opwekte, niet op
den Rozenkrans zelfs, die, hoe oud ook, tot
de beste en soliedste devoties behoort en de
eeuwen door zich handhaaft. Dit alles be
schouw ik in Dominicus als bijzaak, waar
devolle en troostende bijzonderheden, maar
toch niet als het kenmerkende van zijn
heiligheid.
„Seraphlcus Pater Franciscus et apostoll-
cus Pater Dominicus ipsi nos docuerunt le
gem tuam Domine!” De apostolische Vader
Dominicus, ziedaar het karakter van den
Heilige in éën woord geschetst!
Dominicus is apostel! En nu komt het er
weinig op aan, dat hij zijn apostolaat heeft
uitgeoefend in Z. Frankrijk, om de ketters
terug te voeren tot den waren schaapstal
en dat hij niet naar de Cumanen of Mo
hammedanen gegaan is. Dominicus heeft
eerst voor het Kruis gemediteerd, zooals
Bozzanl ons den Heilige zoo roerend voor
stelt; uit de wonden van den Verlosser en
uit Zijn geopend Hart heeft hij die over
maat van liefde gedronken, die steeds nieu
wen liefdedorst opwekt, die zoo gelukkig
maakt, dat zij dwingt ook anderen aandeel
aan dat geluk te geven,
Daar heeft hij geleerd dat Jezus is onze
Weg. En hij heeft zich onmiddellijk op weg
begeven en den eerste den beste dien hij
tegenkwam heeft hij dien weg gewezen met
het Evangelie in de hand en met de liefde
in het hart- Een vaak harde weg; daarom
ging Dominicus gewoonlijk blootsvoets. Een
weg vaak vol ontbering; daarom was zijn
kleed arm en versteld en zijn voedsel karig.
Een weg vol gevaren; daarom was Domini
cus kuisch en nederig. En allen, die hem
volgden op dien weg, zagen de ruwe stee
nen, de ontbering en de gevaren verdwij
nen en proefden slechts de zoetheid van
met Jezus te zijn.
Daar heeft hij geleerd, dat Jezus Is onze
Waarheid. Dominicus was afkeerlg van alle
schijnvertooning en heeft de waarheid zoo
liefgehad, dat hij op zijn sterfbed in alle ne
derigheid en waarheid bekende, dat God dan ware er vermoedeUJk een heel andere
ardinaal van Rossum, die zich tot aan
zijn dood een echten zoon der Con
gregatie van den Allerheiligsten
Verlosser getoond heeft, was diep door
gedrongen in den geest van haar heiligen
stichter. Zoo vervulden hem in de laatste
weken van zijn leven Bint Alfonsus’ gedach
ten over den kruisweg van den Christus
Redemptor. Als een devotioneel kleinood
liet hij in handschrift na het werkje, waar
van de titel hier boven staat: zijn laatste
pennevrucht.
De secretaris van Zijne Eminentie, dr.
Jos. Maria Drehmanns, heeft de pleteit
gehad, het geschrift van zijn onvergete-
Ujken meester te laten facsimileeren, zoo
dat het nu vóór ons ligt weergegeven en
vermenigvuldigd naar het ongewijzigd
handschrift, in kwarto formaat op fijn
geschept papier en gebonden in witte ge
tipte zijde met gouden opdruk van wapen
en titel. Welke opdruk zich herhaalt op
een kardlnaalrooden papieren omslag.
Het geschrift bevat behalve de Oefening
van den Kruisweg verschillende gebeden,
betrekking hebbende op 's Heeren Passie.
Het geheel is een zuiver voorbeeld van echt
Alfonsiaansche spiritualiteit.
Te recht spreekt de secretaris van den
Kardinaal In zijn voorwoord van ,,eene
blijvende gedachtenis van hem en aan
hem.” Wij cursiveerden het woord .blij
vende”. GE K.
Op de Stadhouderskade bij de F. C.
Hooftstraat te Amsterdam heeft Zondag
avond een ernstig verkeersongeluk plaats
gehad, waarbij vier inzittenden zijn gewond.
Uit de richting van het Vondelpark kwa
men twee auto’s, die naast elkaar reden;
daarachter kwam een derde, die probeerde
de beide wagens, die voor hem reden, voorbij
te komen. Hjj moest daardoor geheel links
van den weg rijden. Bij de» bocht van de
P. O. Hooftstraat kon hij onvoldoende den
weg voor zich uit verkennen en reed op ’n
groep wielrijders in, komende uit de rich
ting van het Museum. Vier wielrijders wer-
den ondersteboven gereden *n bleven ^op
«setraat liggen.
Van alle kanten schoot hulp toe. De
brandweer werd gealarmeerd, terwijl de G.
Q. D. met twee ziekenauto’s tey plaats*
kwam. Het bleek, dat er vier gewonden wa
ren. Een man van 27 jaar had groote
vleeschwonden aan bovenarm en onderbeen.
Hij werd met een 16-Jarigen jongen, die licht
gekwetst was, vervoerd naar het Tessel-
schade Ziekenhuis. Een man van 26 jaar,
die zijn 3 -Jarig zoontje achter op de fiets
had, was er ernstiger aan toe. Hij had een
hersenschudding en een groote hoofdwonde.
Ook het kind was bewusteloos; het had een
hersenschudding, terwijl het slaapbeen was
gebroken. Beiden werden overgebracht naar
’t Wilhelmina Gasthuis. De moeder van het
kindje, die naast haar man reed, was ook
gevallen, maar kwam er zonder kwetsuren
af. Tegen den onvoorzichtigen autobestuur
der is proces-verbaal opgemaakt, terwijl de
auto in beslag is’ genomen.
pr^oen aan het einde van 1931 ds. Lingbeek
I voor het eerst naar de kloostergoederen
tastte door bij Minister Ruys langs den
weg der schriftelijke vragen te informeeren,
of deze mogelijkheid zag, „om te komen
tot kennis van de cijfers der kapitalen in
de doode hand, met verdeeling der bezit
ters en hun respectieve kapitalen in groe
pen naar hun kerkelijke of godsdienstige
gezindte”, kreeg hij ten antwoord, dat die
mogelijkheid wel aanwezig was, maar dat
een statistisch onderzoek moest worden af
gewezen om flnancieele redenen. De schat
kist was immers toen reeds zeer zwaar be
last.
De sociaal-democratische Arbeiderspers
aanvaardde dat motief niet en insinueerde,
dat er iets anders achter zat. Kapitaal in
de doode hand, zoo stookte zij, was het ka
pitaal van de kerkelijke instellingen. Het
waren de „ongehoorde kapitalen” van de
Katholieke kerken en kloosters, die hun
boeken maar liever niet openlegden. En ze
daartoe te dwingen, dat was een zelfopoffe
ring, die „toch waarlijk van een vroom man
als Ruys niet verlangd (kon) worden!”
Wij hebben er toen het was op 15 Ja
nuari 1932 op gewezen, dat het begrip
„goederen in de doode hand” tegenwoordig
wel een eenigszir^s ruimer begrip is dan de
anti-clericaal erin ziet. We noemden o.a.
ook de vakbonden met hun in secure obli
gaties gestoken mlllioenen. En we waar
schuwden, dat het, wilde men een belasting
op de doode hand invoeren, zeer moeilijk
zijn zou, om uit te maken, welke instellin
gen wèl en welke niet voor vrijstelling in
aanmerking zouden komen.
Hoe merkwaardig zijn sedertdien de za
ken geloopen! BIJ de soclaal-demociaten
groeide een rustiger inzicht, zoodat, toen
Minister Oud tenslotte kwam met een in
zijn uitwerking niet ongelukkig te noemen
ontwerp, dr. van den Tempel in eenige sym
pathiek aandoende speeches een loyaal
standpunt kon innemen. Dat uit respect
voor den godsdienst de kerkgebouwen en
kerksieraden geheel buiten het kader dezer
belasting gelaten werden en dat musea, na
tuurmonumenten, instituten voor onder
wijs en armenzorg met derzelver instand-
houdlngs- en exploitatiefondsen werden
vrijgesteld, omdat zij den Staat een aan
zienlijk stuk uitgaven uit handen nemen,
had zijne instemming. Hij prees het, dat
overigens de lasten zoo rechtvaardig en ob
jectief mogelijk verdeeld werden. En zijn
fractiegenoot Vliegen wees zelfs met nadruk
een communistisch amendement, om de
arbeidersorganisaties en -coöperaties vrij
te stellen, van de hand.
Loyaler nog was de Katholieke fractie.
Zij legde', zich neer bij de nieuwe heffing,
omdat zij er in zag: een noodoffer, dat
t ij d e 1 ij k ook van de Kerk gevergd mag
worden. Uit die formuleering blijkt reeds,
dat de Katholieken in tegenstelling met
de sociaal-democraten over een groot
principieel bezwaar heen moesten. Daarbij
komt, dat de doodehandsbelasting,<die in
het verleden gemeenlijk niet vrij was van
anti-clericale smetten, in dit geval een spe
cifiek anti-Katholiek tintje geacht kon
worden te hebben door de voorgeschiede
nis, al heeft dan ook Minister Oud zelf zich
in zijn ontwerp zoo objectief mogelijk te
genover de materie gesteld en al verdient
hij zelfs een speciaal woord van lof voor de
wijze, waarop hij zoowel schriftelijk als
mondeling de zaak heeft behandeld.
Aan het erbarmelijk figuur, dat de ver
blinde ds. Lingbeek sloeg, zullen we niet
veel woorden verspillen. Hij stemde tenslot
te tegen wat hij jarenlang bepleit had. om
dat zijn wensch ten uitvoer gelegd was op
rechtvaardige wijze. Maar hoe heeft hij de
groote Protestantsche fracties in de Kamer
in verlegenheid gebracht! Juist hunne kerk
genootschappen en speciaal de Neder-
landsch Hervormde Kerk die ook de Kerk
is van ds. Lingbeek! worden het zwaarst
getroffen in de pastoralia, waaruit de kos
ten van vele hunner gemeenten worden be
streden. En tevergeefs hebben zij zich be
ijverd, om aan dezen fiscalen greep te ont
komen.
zin dezer wet zijn stichtingen, coöperatieve
en andere, al dan niet rechtspersoonlijk
heid hebbende vereenigingen, zedelijke
lichamen en alle andere rechtspersonen,
uitgezonderd vennootschappen, welker ka
pitaal geheel of gedeeltelijk inaandeelen
is verdeeld. De firma, de burgerlijke maat
schappij en de N.V. vallen er dus bulten.
De belasting wordt geheven van het
zuiver vermogen der binnen het Rijk ge
vestigde instellingen van de doode hand.
Ook kan het voorkomen, dat zij geheven
wordt over een gedeelte van het zuiver
vermogen van buiten het Rijk gevestigde
instellingen van de doode hand, b.v. van
internationale organisaties, welker Neder-
landsche afdeelingen of onderdeelen niet
zelfstandig een vereeniging of organisatie
vormen.
Niet als Instellingen van de doode hand
worden beschouwd publiekrechtelijke llcha-
men, rechtspersonen, ingesteld bjj of krach
tens wet, wettelijk voorschrift of besluit
van eenig openbaar vertegenwoordigend 11-
chaam (uitgezonderd de Rijkspostspaar-
bank), bedrijfsvereenigingen, de Carnegie-
stichting en andere door de Kroon aan te
wijzen instellingen van internationalen
aard.
Alle zaken, welke geldswaarde hebben,
komen als vermogen in aanmerking. Hare
waarde wordt bepaald overeenkomstig art. 7
der Wet op de Vermogensbelasting. Aan
zaken of gedeelten van zaken, uitsluitend
of nagenoeg uitsluitend bestemd voor den
openbaren eeredienst, wordt echtar geen
verkoop- of geldswaarde toegekend. De
verwijzing naar art. 7 der Wet op de Ver
mogensbelasting heeft tot gevolg, dat on
roerend goed naar de verkoopwaarde, welke
bij goederen in de doode hand vaak zeer
laag is, wordt geschat en dat bij de schat
ting ook de Natuurschoonwet kan worden
toegepast.
Geeft art. 3 der Wet op de belasting van
de Doode Hand 1934 nog een regeling voor
den aftrek van schulden, die we met het
oog op de plaatsruimte terzijde moeten
laten, art. 4 bevat de vrijstellingen, die we
evenmin uitvoerig kunnen weergeven. Zij
vinden hare rechtvaardiging in de omstan
digheid, dat de instituten, die er profijt van
trekken, de Overheid ontlasten van allerlei
uitgaven. Zij hebben betrekking op gebou
wen voor onderwijs, weldadigheid, zorg voor
zieken, gebrekkigen, zwakke kinderen enz.,
op de erven en tuinen tot die gebouwen
behoorende, op wetenschappelijke en kunst-
verzamelingen, op natuurmonumenten en
op het kapitaal, dat dient tot instand-
houding en exploitatie van al deze instel-
lingen.
Bedraagt de belastbare som minder dan
f 11000.dan is geen belasting verschuif,
digd. Bedraagt zij 11000.of meer, doen
minder dan f 30000.dan is verschuldigd
3.voor elke geheele som van 1000.
waarmee de belastbare som 10000.te
boven gaat. Bedraagt zij 30000.of meer,
dan is de belasting 2.voor elke geheele
som van 1000.
Wat de verplichting tot aangifte door de
bestuurders der instellingen van de doode
hand betreft op verzoek wordt daarvoor
een formulier toegezonden door den inspec
teur is verder nog van belang, dat door
een amendement-Fleskens-Goseling in de
wet gelegd is, dat de inzage van boeken
en bescheiden, indten tegen het verleenen
daarvan bezwaar wordt gemaakt, achter
wege blijft, wanneer het bestuur officieel
in een mede door den inspecteur onder-
teekende acte verklaart, dat het bezwaar
is ontleend aan een tegenover derden be
staande en in geweten bindende verplich
ting tot geheimhouding. Dit geldt echter
alleen voor boeken en bescheiden, die ge
acht kunnen worden vóór 31 December 1933
te zijn opgemaakt.
De Heer Fleskens verklaarde in zijn rede,
dat hij alleen bedoelde een bevredigende
oplossing in de wet te leggen voor gevallen,
waarin de plicht tot inzage geven botst
tegen de doer geestelijken soms om zeer
delicate motieven tegenover derden aan
vaarde verplichting tot geheimhouding.
Het kwam niet in hem op, ook maar eenige
mogelijkheid tot ontduiking te scheppen.
Men kan er zeker van zijn, dat de Katho
lieke contribualen dezer belasting op de
doode hand die laatste uitspraak zullen
onderstreepen door zoo loyaal en oprecht
mogelijk hun aandeel In het tiJdeUJk ge
vraagde noodoffer bij te dragen. Om hen
heen weeft anti-clericale en antl-papis-
tlsche verbeelding een waas van gehelm-
zinnlgen rijkdom, maar al zal een ge
borneerde figuur als ds. Lingbeek zeker tot