Karl May het Derde Rijk v&Aaal «on den dag PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND in KWIEK EN VIEF DE VILLA SHATTERHAND TE RADEBEUL Het Geheim van het open Raam 3? Z kind I Alle abonné’s ^e/^v^ena^^UUceerlngên f3000»~ tmU»» rm armen. &lde beenen of belde oogen I7S0.doodelüken afloop f250.- een voet of een oog X 125»” duim of wijsvinger /5ö.-bbunb<r>^ f 40»“ anderen vinger DINSDAG 10 JULI 1934 Sympathieën van Hitler 7eer Oude Genever van Bootz Studentenleven In de 16e en 17e eeuw Gorcums martelaren In den volksmond Examen voor radiozend-amateur Academische examens I Nieuw goudgebied in Rusland Detective-verhasl dooi ANTHONIE GILBERT Zeer groote verzameling van voor werpen, die aan de reizen van den schryver herinneren L LICHTFEESTonhmhhmh AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL PittigVol aroma PER LITER Fl. 3.60 leed gelezen uit de 1 er inner lijke den J. LAMMERT8E La. Amsterdam-Oost. Daar gaan zich droevige trekken afteekenen Juist wilde ik mij op weg begeven naar onze j r. w a. (Wordt vervolgd) 1 van ge- daarop- [enomen Ing voor Zeer logisch in de lucht.' Het feest wordt zeer frappant verlucht haar Ijlend ventje, het hersenvlles-ont- Door het ritselen van de bladeren was de stier ep mij opmerkzaam gemaakt en met een woedend gebrul maakte hij zich tot den aan val gereed. Ik had geen tijd meer om mijn geweer in gereedheid te brengen. Ik wierp het opzij in de planten en drukte mjj zoover mogelijk weg. Het was mijn redding. Het beest stoof langs me heed en bonkte met z’n breeds lichaam tegen het mijne. MUn been was alleen leelljk geschaafd, maar *t gevaar was tenminste voorbij, want ik wist, dat een aanvallende buffel zich niet omkeert, maar als dol voortstormt tot hij zijn zinnen terugkrijgt of ergens met den kop tegen te pletter loopt! Er komt een groote luchtvaartdag Op ’t Soesterberg-terrein, Wat met dit warme zomerweer Wel luchtigjes zal zijn. Het slagen van zoo’n luchtvaartdag Gaat zonder vloek of zucht, Want reeds bij voorbaat hangt dit hier over heeft. Ik heb i huis van krenk ten. toen ik deaa vroegere vele J waren negentien in getal de martelaren van Gorcum, de H. Nikolaas en de achttien die met hem den marteldood stierven. Minder- istreprd, •4eid schillende papieren in de kamer heeft achter gelaten, die voor haar erg veel waarde had den. Hebt u ondertusschen al een nieuwe huur ster gevonden?" „Den volgenden dag was de kamer al ver huurd. In mijn huls staan de kamers niet lang leeg, dat heb ik tegen mijnheer al gezegd. Het een ging maar keerde altijd met schralen buit terug: vee bezat men niet en een enkel laag en smal duin stond nog slechts tusschen het arme gehucht en de zee en dreigde bij lederen storm te zullen bezwijken. In de omliggende dorpen bedelden de bewoners van het eens zoo rijke Terhelde Er leefde toen ook een voorspelling onder bet volk, dat in Terhelde nimmer meer de H. MIs zou gelezen worden; evenmin In de Lier, waar de man woonde, die den Geuzen den weg wees naar de pastorie kampplaats, toen ik een heele kudde buffels zag naderen. Voor de beesten bü mij waren had ik nog juist tijd in een boom te klimmen en nauweljjk had ik den eersten tak bereikt, toen de buffels met hun dikke hulden langs den boom schoven. gezworven. Engelsch sprak hü altijd met Amerikaansch accent, zijn Arabisch was goed, dat hjj in Jeruzalem door zijn kennis de taal opviel.” De Russen hebben in het Kasakstangebied groote hoeveelheden goud gevonden. Een expe ditie is thans onderweg om deze streek nauw keurig te onderzoeken. Reeds in 1917 kwam bü de Kerenski-regeerjng een aanvraag binnen van Engelschen, die verlof wilden hebben in het Kasakstangebied naar goud te zoeken. Maar als.... realiteit! Doch 't vreemde van dit luchtfeest is, Dat ’t lucht tot titel draagt. Maar komt men veilig op den grónd, Dan heet het feest geslaagd! Met lucht-acrobatiek Voor ’n opzienbarend en daarbij Halsreikend vlieg-publiek! De luchtvaart wordt gedemonstrj En dit geeft bovendien Ons zeer subliem de werk’lfjkl Van 't luchtkasteel te zien! De toekomst hangt toch in de lucht, Maar dit keer zeer concreet, Want vliegmachien en luchtigheid Zijn immers up-to-date? Wat eens tot luchtbespiegeling En sprookje werd herleid. Beschouwt men thans niet meer aldus, LEIDEN Candldaate-examen wis- en natuur kunde, letter A, da heeren A. F. van Dorp en C. M Westermann: idem letter F. mej. E wege- TU en de heer G. F. Wilmink. Doctoraal-examen rzchten, mej R. X. Hooft van Iddeklnge en de heer G. P. van Merk. Elf behoorden tot het Gorcumsche broedersklooster en Nikolaas Pieck was hun gar diaan; twee Norbertijnen, een Augustijn, en een Dominicaan deelden hun lot, evenals vier wereldsheeren. allen is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw spreekt hl) in 75.000 gezinnen, waar hij steeds een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50 ct. per regel. Particuliere Omroepers 30 ct. per regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden) 10 ct. per regeL amelljk algemeen bekend is. dat Dultsch- lands Führer een groot vereerder w van Wagners kunst. WU weten niet vf deze kennis bijdraagt tot begrip van zijn persoon lijkheid en hoogstderzelver verschijning In de Dultsche en Europeesche geschiedenis Denge nen, die zich echter interesseeren voor de meer vreedzame en gemoedelijke trekken van gewel dige persoonlijkheden, ook al dragen dese niet bij tot begrip van de overige trekken, ztj be kend gemaakt, dat de Führer niet slechts veel smaak vindt In de kunst van Richard Wagner, maar ook In de reisavonturen van Karl May. de welke in tegenstelling b.v. met den „ongejude- ten Ariër” Thomas Mann, zeer persona grata is in bet Derde Rijk. De Führer heeft Karl May zelfs in zijn slaapkamer op het landhuis bl) Berchtesgaden. De .verzamelde werken” natuurlijk. Aldus kwam mevrouw May, de weduwe van den grooten avonturenschrjjver, te weten uit de mond van Hitler zelf tijdens een ontmoeting te Bayreuth. En vanzelfsprekend kwam de persman het te weten uit den mond van mevr, de weduwe May zelf, toen hij haar aan den vooravond van haar zeventlgsten verjaardag, 4 Juli jl. inter viewde. De weduwe van Karl May heeft in navol ging van haar echtgenoot zoo Juist een reis om de wereld gemaakt van 4% maand en heeft nu weer haar intrek genomen op de Villa Shat terhand te Radebeul bij DHSfen, welke een bedevaartoord van de zeer groote Karl-May- gemeente. zooals de vanhuisuit zeker protes- tantsche persman het uitdrukt, Is geworden. In Duitschland heeft het getal der oplagen, welke de boeken van den schrijver beleefden, reeds lang de 6 millioen overschreden. Het schijnt dat onder de paedagogen het Derde Rijk een verwoede strijd heeft woed, of met name zijn Old Shatterhand wel aan de jeugd ten voorbeeld kan worden ge steld. Blijkbaar is de strijd beslist in d<en zin, dat bjj motie werd aangenomen, dat Old Shat terhand zich als een richtiger German In de wouden van Noord-Amerlka had gedragen. Feit is dat de bond van nationaal-wwialtMi echo leeraren,Old Shatterhand en een reeks'andere werken van Karl May onder de goede jeugd boeken heeft opgenomen. Karl May heeft thans den zegen van de Oermanenbeweging. In de villa Old Shatterhand stelde Karl May zijn phantasieën op schrift. Mevrouw May self leidt de bezoekers rond. De wanden van hal, trappenhuis en kamers zijn behangen met wapens uit alle luchtstreken, met jachttro- peeën, lasso’s en vredespijpen. Op pbotographieën ziet men Karl May op reis, oa. temidden van een groep Tuscarora- Indianen De bibliotheek bevat grammatlka’s van In- dlaansche idloma’s, van het Klswahlll, Malelsch Arabisch, Chlneesch en Turksch. Bovendien veel reisbeschrijvingen en veel over mystiek en occultisme. Aan de eenvoudige schrijftafel staande, vertelde mevr. May den interviewer: ,MUn man werkte veel ‘s nachts en hield zich daarbij monter met behulp van zwarte koffie en droog brood. Uit zijn armoedige Jeugd had hij een voorliefde voor die eenvoudige voeding over gehouden. De sigaren, waarvan hjj zooveel in zijn werken spreekt, mochten echter nooit ont breken. Zijn werken rijpten In de stilte, hij sprak met vreemden niet over wat nog niet klaar en in wording was.” Daar nog telkens de bewering bleef opdui ken, dat Karl May nooit bulten Duitschland zou zijn geweest, vroeg de persman mevrouw May naar zjjn reizen. En het antwoord was: „Zooals uit de voor handen zjjnde paspoorten bljjkt, heeft mijn man ox een groote Oriëntreis gemaakt wn ongeveer anderhalf jaar, waarop hjj tot op Sumatra kwam. Zijn laatste groote reis naar Amerika ondernam hij met mij in 1908. WIJ bezochten Colorado, Nleuw-Mexlco en het Apachengebled. Volgens wat hij zelf vertelde heeft hij ook in zijn jeugd veel door de wereld een zoo van De geheele inventaris van zekeren student te Groningen bestond uit „ses kelckjens”. Boeken werden niet eens aangetroffen. De kamerhuren varieerden sterk al naar ge lang bruintje trekken kon. Te Leiden tusschen twintig en honderd gulden per Jaar, te Gronin gen gemiddeld veertig per Jaar. (a. w. 37). Zooals de kamerhuren varieerden, varieer den ook de studenten-delicten en de daarop gevolgde straffen. Uit de chronische dronkenschap vsm vele studenten kwamen nog al eens vergrijpen voort tegen de openbare orde. „Niet allen werden zoo zwaar gestraft als de Franeker student, die de Godsdienstoefening verstoorde met den blooten degen in de hand en tot honderd rüksdaalders boete veroordeeld en van de academie wegge jaagd werd. Een ander die dronken de avond kerk inliep en de kaarsen uitblies, kreeg slechts een boete van tien ducatons. En een derde, die lachende en dansende de kerk binnenkwam en „door hard gesloot met zjjn stok" verstoring teweeg bracht, werd nog lichter gestraft, n.l. met f 35 boete.... Het was wel erg, dat Jelto Acbema te Groningen in den nacht tusschen 31 en 33 October 1851 met zijn mes een bur ger den neus afsneed, waardoor hjj veroordeeld werd tot f 145 schadevergoeding aarp den mis vormde te betalen „behalve het meestertoon” en bovendien tot een boete „van 25 guldens, ends de kosten van sün apprehensie met hetgene den pedell toekomt, tot 17 gul dens”.... In 1610 werden twee theologen voor den tijd van twee Jaren (te Franeker) verbannen, om dat zij eenlge buitenlandse!» studenten op straat hadden aangevallen en een van hen een dier buitenlanders doodelijk had gewond. Ge nadiger nog kwam Jacob Gilles er af in 1604. Hjj had met behulp van andere Franeker stu denten onrust verwekt, vóór en in een herberg iemand met zijn degen aangevallen en een ra- tehnaa, die toegeachoten was aan zijn been gewond. Deze werd voor dood opgenomen en overleed reeds den volgenden dag. De student zelf Uep „uit verbaasdheid" in t water. Hij werd er uitgehaald en gevangen gezet. Op zijn verklaring, dat hij zeer dronken was, sprak het' Hof hem vrij, maar veroordeelde hem in de kosten (Dr. Veen, Het academieleven, 39). Duellen waren niet van de lucht, want.... de studenten warena soms zwaar gewapend. Daar door wisten de Leldenaars in 1593 eens zeven Op Dinsdag 31 Juli as. en aoo noodi volgende dagen, zal examen worden a voor het verkrijgen van een eendmachtl„ radlo-amateur of een verklaring van bevoegdheid voor het bedienen van een amateurzender. Het examen aal gehouden worden te 'e-Graven- hage en te 19 uur aanvangen. 21). die aan dit examen wenschen deel te nemen, moeten bun verzoek om een zendvergunning aan den minister van Binnenlandsebe Z^ken. of om een verklaring van bevoegdheid aan den directeur- generaal der PTT. richten, ulterljjk 23 Juli M MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) fiiiiiiiiiiiiiiiitiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnmtm: vrij- II ge- mej. Brou wers zelf te vra gen: „Hoe is nee?” „Och. De hospita richtte haar woedenden blik op den vreemdeling. „Wie bent u?” vroeg ze brutaal. „Ik ben mr. Fletsch advocaat. HU heeft mij gevraagd om hem te vergezellen.” „Wat heeft de wet daarmee uit te staan?” riep Mrs. Pope uit. „Als die gekke zuster van u iets tegen 'mU heeft, dan zeg je maar, dat ze haar in een dwangbuis moeten sluiten, be grepen. Ze was gewoon krankzinnig van den eersten dag af. Ze zal wel ergens in een rivier liggen. Goed beschouwd, heb ik al drie jaren geen moment rust gehad." „wu weten, waar ze is," zei Egerton kalm. „Mogen we misschien even binnenkomen? WU begrijpen zeer goed, Mrs. Pope, dat het ver bazend onaangenaam voor u moet geweest zün, al die drukte, en dan de politie en de men schel! van de krant, maar Mr. Fletsch is be sloten. u daarvoor schadeloos te stellen. Als we de zaak goed beschouwen, heeft u groot gelUk, als u zegt, dat Miss Ferris elgenlUk niet heelemaal normaal was en wU be danken u natuurlUk voor de buitengewone zorgen, die u aan het arme vrouwtje heeft gewUd. We zUn er gelukkig in geslaagd om haar weer op het spoor te komen, maar ze is er zeer slecht aan toe en bluft er maar bü. dat ze een erg rUke vróuw moet zün.” „Zoo dat Is werkelUk iets nieuws,’’ ant woordde Mrs Pope vinnig „Ik kan u anders wel vertellen, dat ik nooit een juweeltje van haar gezien heb. Waar zaten die dan? Onderin den kolenbak?" „Verder heeft as ook gezegd, dat ze nog ver- Korte mboud van bet voorafgaande Blr Hector Ascber gaat door voor een ver woed verzamelaar van kostbare boeken In Merlin St Hugh, waar bU op stin bul ten woont, leeft nü eeer afaeaonderd met stin nicbtle Paula Parkston, die in bet geheim verloofd wae met den eeoretarle van ur Hector Arthur Newnham Dool een handlangster komt Ascber in het ba alt van eon kuetbaar werk, dat uit de bi bliotheek van Burgoyne is gestolex Ascber reist naar Frankrijk om een aantal boeken te verkoopen. nagereisd door Bur goyne en den letterkundige Egerton. In een luguber hotelletje te Partje wordt Aacher dan vermoord. Omtrent don dader toet men in bet duister WaarscblinlUk is Aacher reeds in den trein vermoord en in Mln boekenkoffer door iemand die elcb voor hem uiteet naar het hotel ver voerd Hot nwutioel onderzoek wordt na leid door den detective Leetraneel Veronderstel, dat ze eens heelemaal gek ge worden was en ons achterna had gezeten mat oen tafelmes.” „Maar dat heeft sa toch niet gedaan, hè?” mompelde Egerton. weken lang de school in bezetting te houden, zoodat er geen colleges gegeven konden wor den! Veel oproerigheden ontstonden door het ont staan van de collegia of conventicula natlo- nalia, groepsvormingen van stad- en provln- clegenooten. Nergens werden deze collegia door den academischen Senaa ge^. ctlon- neerd, maar even vrooilfk bleven ze bestaan. Ze werden ook wel „drinckcollegles” of „auy- pers-collegies’’ genoemd. VechtpartUen tusschen deze groepen behoorden niet tot de zeldzaamhe den, maar waren vrUwel regel. Te Utrecht stond op het lidmaatschap honderd en op een be stuursfunctie tweehonderd gulden boete. Zon der baat evenwel. Eén verschUnsel leeft tot op dezen dag hoewel niet in zoo hevige mate voort; de deposito, de ontgroening. Steeds trad men er tegen op, maar het leek wel, of de tegenkan ting het verschUnsel Juist nieuw leven gaf De bursalen, meer afhankeUjk, hadden „bU eede ende acte” zich verbonden zich van de ontgroenlngspractUken te onthouden. Hel eind van het feitelUke studentenleven is de promo tie. De promovendus werd opgesierd met toga en steek. Voor hU die droeg, dus vóór hU tot de promotie toegelaten werd, moest, althans te Franeker. de promovendus alle professoren en ieder afzonderlUk, ultnoodlgen tot het promotie- diner, dat later soms „de slemp" genoemd werd, vanwege de overdadige weelde. Tenslotte waren er ook nog studenten die studeerden WU allen kennen uit de geschiedenis de woordbreuk van oen aanvoerder der Geuzen, die beloofd had allen in Gorcum vrü uit te laten gaan; de brief van den prins, bevelend de pries ters te sparen, die terzUde wordt gelegd want de prins is ver; de weergalooze wreedheid van Lumey en de zUnen. ’t Is beter over de legenden te spreken. Niet lang nadat de lichamen der martelaren in de donkere turfschuur van het klooster Ter Rugge rustten, sproten sneeuwwitte bloempjes uit hun graf op. Een pastoor uit Utrecht die een plantje pluk te, waaraan een vUftal bloempjes bloeiden, sloot het weg in een houten doos. Toen hU bUna twee Jaar later de doos bU toeval opende, zag hjj dat het wortellooze steeltje nu veel meer bloe men droeg en zoo groot was geworden, dat 7 niet meer opnieuw in de doos gesloten kon wor den. De pastoor telde de bloemen en kon zijn oogen niet gelooven. HU telde nog eens en nog eens, het waren er negentien. Dit is de legende van de Marteiaarsbloemen. die nog bewaard worden In de 8t. Goedele te Brussel. Volgens het volksgeloof, is een zware straf opgelegd aan hen. die aan den dood der martela ren schuldig waren. Voor eenige jaren pleegde in het Westland een vrouw zelfmoord en men wist in Delft te vertellen, dat zU de vijftiende van haar ge slacht was, die zich te kort deed; er sullen nu nog vier de hand aan zichzelf moeten slaan, eer hun zonden geboet zUnwant een hun ner voorvaderen heeft tot de beulen der negen tien Gorcumsche martelaren behoord. Onder de vier wereldheeren waren de pastoor en de kapelaan van Monster die *s nachts door Geuzen uit hun pastorie waren gehaald. Toen de bende hen door het dorpje Terhelde voerde, dat met Monster één parochie vormde kwamen ze een paar visschers tegen en boden hun aan hun geestelUken voor dertig stuivers terug te koopen. Maar de visschers hechtten te veel aan het geld en weigerden. Sinds dat uur ligt een vloek op Terhelde, een groot deel van het dorp werd door de zee ver zwolgen en vele vlsschersschepen vergingen. In het midden der negentiende eeuw maar één scheepje ter vischvangst uit, is een dame, die van buiten komt en rustig verbluf in Londen wil hebben.” Egerton scheen even na te denken. „Is zU boven?” „Ja ze is op haar kamer.” „Zou zU er veel bezwaar tegen hebben, Indien wU even rondkeken, en ons dus over tuigden, dat er niets meer van Miss Ferris is achtergebleven? Ze is werkelUk zeer ziek, ziet u, en zU drong er zoo op aan. Het is een kwestie van een minuut.” „Zoo maar bü een vreemde dame binnen breken? MUnheer, dat heb ik nog nooit op een viool hooren spelen. Waar ziet u mUn huis toch voor aan?” .Misschien zou u zoo vriendelUk willen zjjn. met ons mee te koenen. Als u de zaak hebt uitgelegd, zal de 'dame er niet zooveel bezwaar tegen hebben Mrs. Pope scheen een oogenbllk te aarzelen. Ondanks haar hooghartige houding werd ze verteerd van nieuwsgierigheid naar die ge heimzinnige papieren en Egerton's voora'e) om hem In de kamer te vergezellen, brak haar laatsten weerstand. Een beetje mopoerend bromde ze: „Daar zit natuurlijk niets in, om even te vragen maar ik kan niet zeggen, wat ze doen zal. Ik zal in leder geval even naar boven gaan,” „Hoe heet die dame?” vroeg Egerton, toen het drietal de trap opging. „Miss Trefusis. ZU was vroeger verpleegster In een hospitaal. Wat die meisjes allemaal te zien krUgen..,,” Met dpze geheimzinnige woorden was ze juist asm de bewuste kamer gekomen op de tweede verdieping en ze klopte. Een levendige, opgewekte stem riep: „Binnen” en Mrs. Pope draalde de kruk om. Miss Trefusis was een flinke vrouw, die een costuum droeg, dat werkelUk aangenaam afstak bU de convenltoneele dingen, vaar-' mee de Engelache vrouw zich toetakelt. Ze was verre van mager en droeg een in het oog loopende verhevenheid op haar hoofd die zelfs door een neopiilet voor een pruik zou worden versleten. In haar ooren droeg ze ontzettend groote ringen met gekleurde steenen en een ketting met valsche parels lag driemaal om haar hals gewikkeld, en viel bUna tot op haar knieën, waardoor het bizarre effect van haar kleedlng nog meer uitkwam. De lichte zUden kousen staken in glimmende lakschoenen en ze droeg een grooten bril van rood schildpad. Beaumont keek haar verbaasd aan „Ohaumler’s goede Samaritaan." mompelde hU. terwUl hU Egerton aan zUn mouw trok. Egerton schudde hem. ongemerkt maar zeker, van zich af. Beaumont kreeg den Indruk, dat zjjn vriend om de een of andere reden ver bazend prikkelbaar was. Egerton zelf scheen niets bijzonders ta hebben opgemerkt. et studentenleven van vandaag Is keu rig. vergeleken bU vroeger. Zeklen komt dronkenschap voor in verhouding met twee eeuwen geleden. Duellen en vechtpartUen met wapens zUn voorbij. Studenten-Jool en rumoer is kinderspel In vergelUk bü twintig decenniën terug. „Student" komt van het Latün studere, d. w. z. zich met Uver op iets toe leggen. Stu denten tn dien zin waren er toch ook nog vroeger. Maar die vielen mln of meer buiten het studentenleven, dat, alhoewel de academi sche wetten vele en streng genoeg waren, vrij wel ontaardde in losbandigheid. Die academische wetten hielden bepalingen ta, die wü geheel niet verwachten en die elgen- lük bü zulk een troepleven ietwat komisch aandoen. Te Fmneker werd büv. bepaald, dat getrouw kerkbezoek behoorde tot de verplich tingen van den student, en om te voorkomen, dat zulke plichten ontaardden ta vermakelük- heden werd vastgesteld, dat men zich, ta de kerk zünde, eerbiedig te gedragen had. Het bü- wonen van begrafenissen van hoogleeraren gold ook als een plicht zonder meer, zoodat de vrees uitgeschakeld scheen, dat de studen ten die óók nog als attracties beschouwen zou den. Diezelfde wetten bevatten bepalingen te gen dronkenschap, straat-slenteren en buren gerucht; tegen het dragen van wapenen. Win keliers en herbergiers vooral werden gewaar schuwd, zonder medeweten van ouders of voog den van de studenten, geen goederen op cre- diet te verstrekken. Er waren veel arme stu denten. die als repetitoren, barbiers en wit niet meer, hun kostgeld en vertering verdie nen moesten. Wanbetaling kwam ontzettend veel voor, gevolgd door beslagleggingen. Die beslaglegging leverde ta den regel niets op. zooveel mogelUk af te luisteren wat Egerton te vertellen had. ging de bel opnieuw. „Ik ben geen minuut weg, hoor," zei ze heel haas tig, „üo kan zoo met de menaeben ópschie ten. Toen ze de kamer verlaten had, trad Egerton snel naar de deur, draaide den sleutel om. en bleef er toen met zün rug tegen staan. „Wat is hü van plan, hü is toch geen film art 1st?" vroeg Miss Trefusis aan Beaumont. „Ze zal binnen een oogenbllk terug zUn,” legde Egerton uit. Jk geef er de voorkeur aa/^ de zaak tusschen ons te houden Miss Ferris, Ik heb u enkele dingen te vragen.” Er volgde een oogenbllk van een verplet terende en gespannen stilte „Miss Ferris.stotterde Beaumont, als een verdwaasde. Egerton nam niet de minste notitie van hem en ging tamelijk afgemeten verder „Ik voel er niets voor om de politie in deze zaak te mangen. maar ik moet u toch vertellen dat zü u natuurlijk spoedig genoeg rullen komen opsoeken. Burgoyne büvoorbeeld heeft er zün half fortuin voor over om de hand op u te leggen.” Miss Trefusis. die zich inmiddels van «ton onverhoedschen aanval had herteld, merkte tamelük vervelend op: „Ik weet niet, waar hU nooit geweten, dat ik tn zinnlgen terecht sou kamer huurde.” •j—e kinderen van mej. Brouwers hebben op I 1 zekeren noodlottlgen Woensdagmiddag een ruit ingegooid bü de naaste buur vrouw: mej. Güzels. Ingegooid is nu eigenlük het woord niet. Er werd met een bal gespeeld, er werd geschopt onder luidruchtige vroolük- held, tot opeens.een rinkelend geraas. Een ruit kapot! Onder angstige stilte werd het spel gestaakt, bange klnderoogen keken onthutst naar de aangerichte vernieling. Nu was mej. Güzels er het mensch niet naar, gezien haar rustige bezadigdheid, haar schommelende, omvangrijke corpulentie, om zich door zoo’n enkel nietig voorvalletje als een kapotte ruit direct uit haar evenwicht te laten slaan. Maar toen zü ta haar massale dikte, handen op de heupen, in de deur kwam staan en in de beteuterde rakkers de kinderen van haar buur vrouw mej. Brouwers herkende, veranderde dat. U moet weten dat zü géén kinderen had en mej. Brouwers wél; zü geen witte hortensia ta een koperen pot voor de opengeschoven gor- dünen kon zetten, en haar buurvrouw wel; dat zü geen nieuwen mantel en hoed kon koopen. wegens de geringe verdiensten van haar man en „die opschepster" naast haar wel. Al die voordeelen aan den eenen kant en al dat gemis aan den anderen kant doen lang zaam ta een afgunstig vrouwenhart een stille ergernis en een opgekropten nijd groeien, een r>Ud die op bepaalde tüden te hoog stUgt en dus tot uiting dwingt. Alzoo gebeurde het. „Snotpleken. dat je daar staat! Gooi bü Je moeder de ruiten in. Trap daar een bal door het huls heen, kale herrie-makers De kinderen zwegen. Ze hadden graag hun bel terug, dan konden ze op een andere plaats weer verder spelen. Een deur werd opengerukt en een lange, ma gere vrouw, met scherpen neus en dunne ar men kwam te voorschijn. Zü kruiste haar ar men over de borst en zet: „Als Je wat te zeggen hebt, zeg het mü dan, maar scheldt m’n kinderen niet uit.” „Zoo, zoo; hare hoogheid mevrouw Brouwers. Houd je snotapen maar binnen, dan kunnen ze thuis de rommel verreneweeren." „Rommel, rommel? Daar kun Je naar kijken met Je kale boel. Kom kinderen, laat dat mensch staan; ga mee naar binnen." En terwül mej Güzels een vloed van woor den stroomen liet, zoodat haar lippen trilden en haar dikke hoofd akelig bleek werd, trokken de kinderen Brouwers als schuwe hondjes ni binnen, gevolgd door de wrekende gerechtig heid. die de deur zwügend dichtsloot. Sindsdien is er een kloof gevallen tusschen mej. Brouwers en mej. Güzels, een kloof die wellicht nooit meer overbrugd zal worden „Ik haat dat mensch," zegt mej. Brouwers tegen haar andere buurvrouw. Zoo’n jaloersch mensch kan je niet tot vriend houden." ,XMe?" wüst mej. Güzels met oogen en hoofd in de richting barer vijandin, telkens als zü met iemand in gesprek komt, „die? Een on nut I Verprult alles in huis en laat haar kinde ren voor galg en strop opgroeien." De buurvrouwen groeten elkander niet meer als ze toevallig samen aan de voordeur zün; haar oogen küken star langs elkander heen; ze gaan elkaar zwügend voorbü, de eene ta haar nieuwen mantel en met haar nieuwen hoed, de andere ta haar ouden mantel en haar ouden hoed. Daar Is nk dien grievenden woordenstroom op den noodlottlgen Woensdagmiddag een hevi ge stilte gekomen tusschen de twee kwaad sprekende vrouwen: de stilte der zwijgende vüandschap. op het magere gelaat van mej. Brouwers. Haar oogen staan moe en zorglük, een smartelüke uitdrukking ligt om haar mond. Haar oudste jongske is ziek thuis gekomen, schreiend van pün ta zün hoofd. Moeder Brou wers waakt ’s nachts bü Zoo de dokter zegt, is steking. Mej. Güzels heeft het oogen barer buurvrouw en achterom geïnfor meerd naar het welzün van het Jongske. Ze heeft de vrij- „„„„„„„„„„„„„„„„„mmu-i,,! moedigheid ge- j had mej Brou- Qm wel. t Wordt niet erger”, zet de buurvrouw. Daarna was er tusschen hen weer de ge wone stilte, de afstand der InnerUjke ver- wüdering. Doch op een morgen, toen mej. Güzels de deur achter zich dicht trok e« haar langzamen gang naar de kerk aanvaarden wilde, ziet zü buurvrouw Brouwers de witte valgordünen neerlaten In de voorkamer. Haar roode oogen zün betraand en haar magere handen beven. Aarzelend treedt mej Güzels bü haar binnen. Tallooze malen Is zü hier geweest, in den blinde weet zü er den weg. Zü doet de kamerdeur open. Vader, moeder ep kinderen staan rond een bedje geschaard. Daarop ligt stil gestrekt, het bleeke mondje even geopend, een jongske. Het licht eener waschkaars beschünt zün teer gezicht. Mej. Güzels en moeder Brouwers küken el kander ta de betraande oogen. Zü drukken elkaar de hand en bidden fluis terend aan het doodsbedje van het jonge kind „Wel Mrs. Pope,” riep de verbaasde huur ster. die ook geen onraad rook, „wat be- teekent dat allemaal? Brengt u die heeien niet ta een verkeerde kamer?” Toen wendde zü zich tot den koelen en zwügzamen Egerton en voegde daar vertrouwelük aan toe. „Maakt u zich maar niet ongerust hoor, zooiets kan den besten jongeman overkómen.” Zü gaf hem bemoedigend een knipoogje. Toen zei Mrs. Pope: „Deze meneer is een broer van de dame die de kamer vóór u had. Ze is in een inrichting en ze heeft zoon idee dat as milllonnalre was en hier zeer belangrüke papieren heeft achter gelaten. Mr. Fletsch en zün advocaat wilden nu graag even küken of ze al of niet gelUk heeft. Als u daar natuurlUk geen bezweer tegen hebt. Miss Trefusis. Het arme ding is verbazend ziek en ze 'zullen u niet langer dan een minuut lastig vallen.” Miss Trefusis lachte, een helderen, opgewek- ten lach. „Dot is ta orde,” zei ze. „Ik wou dit wel een uur eerder geweten hebben. Dan hadden ze vast geen kostbare Juweelen gevonden, dat verzeker Ik Je.” Egerton ging naar den haard. „Welnu,” zei Miss Trefusis gastvrij. „Laten we dan eene gaan küken, waar die begraven schat zich bevindt." Op dat oogenbllk klonk de bel. Mrs Pope was onmlddellük het slacht offer van een tweestrüd tusschen haar nieuwsgierigheid en den niet minder hevigen weneeh. om toch vooral geen mogeliike huur ster ta varUeaen. Terwijl aa nog aaraakla, oot n n a a k a n t- s «5,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7