Karl May
het Derde Rijk
v&Aaal «on den dag
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
in
KWIEK EN VIEF
DE VILLA SHATTERHAND
TE RADEBEUL
Het Geheim van
het open Raam
3? Z
kind I
Alle abonné’s ^e/^v^ena^^UUceerlngên f3000»~ tmU»» rm armen. &lde beenen of belde oogen I7S0.doodelüken afloop f250.- een voet of een oog X 125»” duim of wijsvinger /5ö.-bbunb<r>^ f 40»“ anderen vinger
DINSDAG 10 JULI 1934
Sympathieën van Hitler
7eer Oude Genever van Bootz
Studentenleven
In de 16e en 17e eeuw
Gorcums martelaren
In den volksmond
Examen voor radiozend-amateur
Academische examens
I
Nieuw goudgebied in
Rusland
Detective-verhasl dooi
ANTHONIE GILBERT
Zeer groote verzameling van voor
werpen, die aan de reizen van
den schryver herinneren
L LICHTFEESTonhmhhmh
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
PittigVol aroma
PER
LITER
Fl. 3.60
leed gelezen uit de
1
er
inner lijke
den
J. LAMMERT8E La.
Amsterdam-Oost.
Daar gaan zich droevige trekken afteekenen
Juist wilde ik mij op weg begeven naar onze
j r. w a.
(Wordt vervolgd)
1
van
ge-
daarop-
[enomen
Ing voor
Zeer logisch in de lucht.'
Het feest wordt zeer frappant
verlucht
haar Ijlend ventje,
het hersenvlles-ont-
Door het ritselen van de bladeren was de
stier ep mij opmerkzaam gemaakt en met een
woedend gebrul maakte hij zich tot den aan
val gereed.
Ik had geen tijd meer om mijn geweer in
gereedheid te brengen. Ik wierp het opzij in
de planten en drukte mjj zoover mogelijk weg.
Het was mijn redding. Het beest stoof langs
me heed en bonkte met z’n breeds lichaam
tegen het mijne.
MUn been was alleen leelljk geschaafd, maar
*t gevaar was tenminste voorbij, want ik wist,
dat een aanvallende buffel zich niet omkeert,
maar als dol voortstormt tot hij zijn zinnen
terugkrijgt of ergens met den kop tegen te
pletter loopt!
Er komt een groote luchtvaartdag
Op ’t Soesterberg-terrein,
Wat met dit warme zomerweer
Wel luchtigjes zal zijn.
Het slagen van zoo’n luchtvaartdag
Gaat zonder vloek of zucht,
Want reeds bij voorbaat hangt dit
hier
over heeft. Ik heb
i huis van krenk
ten. toen ik deaa
vroegere
vele
J waren negentien in getal de martelaren
van Gorcum, de H. Nikolaas en de achttien
die met hem den marteldood stierven.
Minder-
istreprd,
•4eid
schillende papieren in de kamer heeft achter
gelaten, die voor haar erg veel waarde had
den. Hebt u ondertusschen al een nieuwe huur
ster gevonden?"
„Den volgenden dag was de kamer al ver
huurd. In mijn huls staan de kamers niet lang
leeg, dat heb ik tegen mijnheer al gezegd. Het
een
ging
maar
keerde altijd met schralen buit terug: vee bezat
men niet en een enkel laag en smal duin stond
nog slechts tusschen het arme gehucht en de zee
en dreigde bij lederen storm te zullen bezwijken.
In de omliggende dorpen bedelden de bewoners
van het eens zoo rijke Terhelde
Er leefde toen ook een voorspelling onder bet
volk, dat in Terhelde nimmer meer de H. MIs
zou gelezen worden; evenmin In de Lier, waar de
man woonde, die den Geuzen den weg wees
naar de pastorie
kampplaats, toen ik een heele kudde buffels
zag naderen. Voor de beesten bü mij waren had
ik nog juist tijd in een boom te klimmen en
nauweljjk had ik den eersten tak bereikt,
toen de buffels met hun dikke hulden langs
den boom schoven.
gezworven. Engelsch sprak hü altijd met
Amerikaansch accent, zijn Arabisch was
goed, dat hjj in Jeruzalem door zijn kennis
de taal opviel.”
De Russen hebben in het Kasakstangebied
groote hoeveelheden goud gevonden. Een expe
ditie is thans onderweg om deze streek nauw
keurig te onderzoeken. Reeds in 1917 kwam bü
de Kerenski-regeerjng een aanvraag binnen van
Engelschen, die verlof wilden hebben in het
Kasakstangebied naar goud te zoeken.
Maar als.... realiteit!
Doch 't vreemde van dit luchtfeest is,
Dat ’t lucht tot titel draagt.
Maar komt men veilig op den grónd,
Dan heet het feest geslaagd!
Met lucht-acrobatiek
Voor ’n opzienbarend en daarbij
Halsreikend vlieg-publiek!
De luchtvaart wordt gedemonstrj
En dit geeft bovendien
Ons zeer subliem de werk’lfjkl
Van 't luchtkasteel te zien!
De toekomst hangt toch in de lucht,
Maar dit keer zeer concreet,
Want vliegmachien en luchtigheid
Zijn immers up-to-date?
Wat eens tot luchtbespiegeling
En sprookje werd herleid.
Beschouwt men thans niet meer
aldus,
LEIDEN Candldaate-examen wis- en natuur
kunde, letter A, da heeren A. F. van Dorp en
C. M Westermann: idem letter F. mej. E wege-
TU en de heer G. F. Wilmink. Doctoraal-examen
rzchten, mej R. X. Hooft van Iddeklnge en de
heer G. P. van Merk.
Elf behoorden tot het Gorcumsche
broedersklooster en Nikolaas Pieck was hun gar
diaan; twee Norbertijnen, een Augustijn, en
een Dominicaan deelden hun lot, evenals vier
wereldsheeren.
allen
is onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw
spreekt hl) in 75.000 gezinnen, waar hij steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50
ct. per regel. Particuliere Omroepers 30 ct. per
regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden)
10 ct. per regeL
amelljk algemeen bekend is. dat Dultsch-
lands Führer een groot vereerder w van
Wagners kunst. WU weten niet vf deze
kennis bijdraagt tot begrip van zijn persoon
lijkheid en hoogstderzelver verschijning In de
Dultsche en Europeesche geschiedenis Denge
nen, die zich echter interesseeren voor de meer
vreedzame en gemoedelijke trekken van gewel
dige persoonlijkheden, ook al dragen dese niet
bij tot begrip van de overige trekken, ztj be
kend gemaakt, dat de Führer niet slechts veel
smaak vindt In de kunst van Richard Wagner,
maar ook In de reisavonturen van Karl May. de
welke in tegenstelling b.v. met den „ongejude-
ten Ariër” Thomas Mann, zeer persona grata
is in bet Derde Rijk. De Führer heeft Karl
May zelfs in zijn slaapkamer op het landhuis
bl) Berchtesgaden. De .verzamelde werken”
natuurlijk.
Aldus kwam mevrouw May, de weduwe van
den grooten avonturenschrjjver, te weten uit
de mond van Hitler zelf tijdens een ontmoeting
te Bayreuth.
En vanzelfsprekend kwam de persman het
te weten uit den mond van mevr, de weduwe
May zelf, toen hij haar aan den vooravond van
haar zeventlgsten verjaardag, 4 Juli jl. inter
viewde.
De weduwe van Karl May heeft in navol
ging van haar echtgenoot zoo Juist een reis
om de wereld gemaakt van 4% maand en heeft
nu weer haar intrek genomen op de Villa Shat
terhand te Radebeul bij DHSfen, welke een
bedevaartoord van de zeer groote Karl-May-
gemeente. zooals de vanhuisuit zeker protes-
tantsche persman het uitdrukt, Is geworden.
In Duitschland heeft het getal der oplagen,
welke de boeken van den schrijver beleefden,
reeds lang de 6 millioen overschreden.
Het schijnt dat onder de paedagogen
het Derde Rijk een verwoede strijd heeft
woed, of met name zijn Old Shatterhand wel
aan de jeugd ten voorbeeld kan worden ge
steld. Blijkbaar is de strijd beslist in d<en zin,
dat bjj motie werd aangenomen, dat Old Shat
terhand zich als een richtiger German In
de wouden van Noord-Amerlka had gedragen.
Feit is dat de bond van nationaal-wwialtMi echo
leeraren,Old Shatterhand en een reeks'andere
werken van Karl May onder de goede jeugd
boeken heeft opgenomen. Karl May heeft thans
den zegen van de Oermanenbeweging.
In de villa Old Shatterhand stelde Karl May
zijn phantasieën op schrift. Mevrouw May self
leidt de bezoekers rond. De wanden van hal,
trappenhuis en kamers zijn behangen met
wapens uit alle luchtstreken, met jachttro-
peeën, lasso’s en vredespijpen.
Op pbotographieën ziet men Karl May op
reis, oa. temidden van een groep Tuscarora-
Indianen
De bibliotheek bevat grammatlka’s van In-
dlaansche idloma’s, van het Klswahlll, Malelsch
Arabisch, Chlneesch en Turksch. Bovendien
veel reisbeschrijvingen en veel over mystiek en
occultisme.
Aan de eenvoudige schrijftafel staande,
vertelde mevr. May den interviewer: ,MUn man
werkte veel ‘s nachts en hield zich daarbij
monter met behulp van zwarte koffie en droog
brood. Uit zijn armoedige Jeugd had hij een
voorliefde voor die eenvoudige voeding over
gehouden. De sigaren, waarvan hjj zooveel in
zijn werken spreekt, mochten echter nooit ont
breken. Zijn werken rijpten In de stilte, hij
sprak met vreemden niet over wat nog niet
klaar en in wording was.”
Daar nog telkens de bewering bleef opdui
ken, dat Karl May nooit bulten Duitschland
zou zijn geweest, vroeg de persman mevrouw
May naar zjjn reizen.
En het antwoord was: „Zooals uit de voor
handen zjjnde paspoorten bljjkt, heeft mijn
man ox een groote Oriëntreis gemaakt wn
ongeveer anderhalf jaar, waarop hjj tot op
Sumatra kwam. Zijn laatste groote reis naar
Amerika ondernam hij met mij in 1908. WIJ
bezochten Colorado, Nleuw-Mexlco en het
Apachengebled. Volgens wat hij zelf vertelde
heeft hij ook in zijn jeugd veel door de wereld
een
zoo
van
De geheele inventaris van zekeren student te
Groningen bestond uit „ses kelckjens”. Boeken
werden niet eens aangetroffen.
De kamerhuren varieerden sterk al naar ge
lang bruintje trekken kon. Te Leiden tusschen
twintig en honderd gulden per Jaar, te Gronin
gen gemiddeld veertig per Jaar. (a. w. 37).
Zooals de kamerhuren varieerden, varieer
den ook de studenten-delicten en de daarop
gevolgde straffen.
Uit de chronische dronkenschap vsm vele
studenten kwamen nog al eens vergrijpen voort
tegen de openbare orde. „Niet allen werden zoo
zwaar gestraft als de Franeker student, die de
Godsdienstoefening verstoorde met den blooten
degen in de hand en tot honderd rüksdaalders
boete veroordeeld en van de academie wegge
jaagd werd. Een ander die dronken de avond
kerk inliep en de kaarsen uitblies, kreeg slechts
een boete van tien ducatons. En een derde, die
lachende en dansende de kerk binnenkwam en
„door hard gesloot met zjjn stok" verstoring
teweeg bracht, werd nog lichter gestraft, n.l.
met f 35 boete.... Het was wel erg, dat Jelto
Acbema te Groningen in den nacht tusschen
31 en 33 October 1851 met zijn mes een bur
ger den neus afsneed, waardoor hjj veroordeeld
werd tot f 145 schadevergoeding aarp den mis
vormde te betalen „behalve het meestertoon”
en bovendien tot een boete „van 25 guldens,
ends de kosten van sün apprehensie met
hetgene den pedell toekomt, tot 17 gul
dens”....
In 1610 werden twee theologen voor den tijd
van twee Jaren (te Franeker) verbannen, om
dat zij eenlge buitenlandse!» studenten op
straat hadden aangevallen en een van hen een
dier buitenlanders doodelijk had gewond. Ge
nadiger nog kwam Jacob Gilles er af in 1604.
Hjj had met behulp van andere Franeker stu
denten onrust verwekt, vóór en in een herberg
iemand met zijn degen aangevallen en een ra-
tehnaa, die toegeachoten was aan zijn been
gewond. Deze werd voor dood opgenomen en
overleed reeds den volgenden dag. De student
zelf Uep „uit verbaasdheid" in t water. Hij
werd er uitgehaald en gevangen gezet. Op zijn
verklaring, dat hij zeer dronken was, sprak het'
Hof hem vrij, maar veroordeelde hem in de
kosten (Dr. Veen, Het academieleven, 39).
Duellen waren niet van de lucht, want.... de
studenten warena soms zwaar gewapend. Daar
door wisten de Leldenaars in 1593 eens zeven
Op Dinsdag 31 Juli as. en aoo noodi
volgende dagen, zal examen worden a
voor het verkrijgen van een eendmachtl„
radlo-amateur of een verklaring van bevoegdheid
voor het bedienen van een amateurzender.
Het examen aal gehouden worden te 'e-Graven-
hage en te 19 uur aanvangen.
21). die aan dit examen wenschen deel te nemen,
moeten bun verzoek om een zendvergunning aan
den minister van Binnenlandsebe Z^ken. of om
een verklaring van bevoegdheid aan den directeur-
generaal der PTT. richten, ulterljjk 23 Juli M
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
fiiiiiiiiiiiiiiiitiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnmtm:
vrij-
II
ge-
mej. Brou
wers zelf te vra
gen:
„Hoe is
nee?”
„Och.
De hospita richtte haar woedenden blik op
den vreemdeling.
„Wie bent u?” vroeg ze brutaal.
„Ik ben mr. Fletsch advocaat. HU heeft mij
gevraagd om hem te vergezellen.”
„Wat heeft de wet daarmee uit te staan?”
riep Mrs. Pope uit. „Als die gekke zuster van
u iets tegen 'mU heeft, dan zeg je maar, dat
ze haar in een dwangbuis moeten sluiten, be
grepen. Ze was gewoon krankzinnig van den
eersten dag af. Ze zal wel ergens in een rivier
liggen. Goed beschouwd, heb ik al drie jaren
geen moment rust gehad."
„wu weten, waar ze is," zei Egerton kalm.
„Mogen we misschien even binnenkomen? WU
begrijpen zeer goed, Mrs. Pope, dat het ver
bazend onaangenaam voor u moet geweest zün,
al die drukte, en dan de politie en de men
schel! van de krant, maar Mr. Fletsch is be
sloten. u daarvoor schadeloos te stellen. Als
we de zaak goed beschouwen, heeft u groot
gelUk, als u zegt, dat Miss Ferris elgenlUk
niet heelemaal normaal was en wU be
danken u natuurlUk voor de buitengewone
zorgen, die u aan het arme vrouwtje heeft
gewUd. We zUn er gelukkig in geslaagd om
haar weer op het spoor te komen, maar ze
is er zeer slecht aan toe en bluft er maar bü.
dat ze een erg rUke vróuw moet zün.”
„Zoo dat Is werkelUk iets nieuws,’’ ant
woordde Mrs Pope vinnig „Ik kan u anders
wel vertellen, dat ik nooit een juweeltje van
haar gezien heb. Waar zaten die dan? Onderin
den kolenbak?"
„Verder heeft as ook gezegd, dat ze nog ver-
Korte mboud van bet voorafgaande
Blr Hector Ascber gaat door voor een ver
woed verzamelaar van kostbare boeken
In Merlin St Hugh, waar bU op stin bul
ten woont, leeft nü eeer afaeaonderd met
stin nicbtle Paula Parkston, die in bet
geheim verloofd wae met den eeoretarle
van ur Hector Arthur Newnham Dool
een handlangster komt Ascber in het ba
alt van eon kuetbaar werk, dat uit de bi
bliotheek van Burgoyne is gestolex
Ascber reist naar Frankrijk om een aantal
boeken te verkoopen. nagereisd door Bur
goyne en den letterkundige Egerton. In
een luguber hotelletje te Partje wordt
Aacher dan vermoord. Omtrent don dader
toet men in bet duister WaarscblinlUk
is Aacher reeds in den trein vermoord
en in Mln boekenkoffer door iemand die
elcb voor hem uiteet naar het hotel ver
voerd Hot nwutioel onderzoek wordt na
leid door den detective Leetraneel
Veronderstel, dat ze eens heelemaal gek ge
worden was en ons achterna had gezeten mat
oen tafelmes.”
„Maar dat heeft sa toch niet gedaan, hè?”
mompelde Egerton.
weken lang de school in bezetting te houden,
zoodat er geen colleges gegeven konden wor
den!
Veel oproerigheden ontstonden door het ont
staan van de collegia of conventicula natlo-
nalia, groepsvormingen van stad- en provln-
clegenooten. Nergens werden deze collegia
door den academischen Senaa ge^. ctlon-
neerd, maar even vrooilfk bleven ze bestaan.
Ze werden ook wel „drinckcollegles” of „auy-
pers-collegies’’ genoemd. VechtpartUen tusschen
deze groepen behoorden niet tot de zeldzaamhe
den, maar waren vrUwel regel. Te Utrecht stond
op het lidmaatschap honderd en op een be
stuursfunctie tweehonderd gulden boete. Zon
der baat evenwel.
Eén verschUnsel leeft tot op dezen dag
hoewel niet in zoo hevige mate voort; de
deposito, de ontgroening. Steeds trad men er
tegen op, maar het leek wel, of de tegenkan
ting het verschUnsel Juist nieuw leven gaf
De bursalen, meer afhankeUjk, hadden „bU
eede ende acte” zich verbonden zich van de
ontgroenlngspractUken te onthouden. Hel eind
van het feitelUke studentenleven is de promo
tie. De promovendus werd opgesierd met toga
en steek. Voor hU die droeg, dus vóór hU tot de
promotie toegelaten werd, moest, althans te
Franeker. de promovendus alle professoren en
ieder afzonderlUk, ultnoodlgen tot het promotie-
diner, dat later soms „de slemp" genoemd werd,
vanwege de overdadige weelde.
Tenslotte waren er ook nog studenten die
studeerden
WU allen kennen uit de geschiedenis de
woordbreuk van oen aanvoerder der Geuzen, die
beloofd had allen in Gorcum vrü uit te laten
gaan; de brief van den prins, bevelend de pries
ters te sparen, die terzUde wordt gelegd
want de prins is ver; de weergalooze wreedheid
van Lumey en de zUnen.
’t Is beter over de legenden te spreken.
Niet lang nadat de lichamen der martelaren
in de donkere turfschuur van het
klooster Ter Rugge rustten, sproten
sneeuwwitte bloempjes uit hun graf op.
Een pastoor uit Utrecht die een plantje pluk
te, waaraan een vUftal bloempjes bloeiden, sloot
het weg in een houten doos. Toen hU bUna twee
Jaar later de doos bU toeval opende, zag hjj
dat het wortellooze steeltje nu veel meer bloe
men droeg en zoo groot was geworden, dat 7
niet meer opnieuw in de doos gesloten kon wor
den.
De pastoor telde de bloemen en kon zijn
oogen niet gelooven. HU telde nog eens en nog
eens, het waren er negentien.
Dit is de legende van de Marteiaarsbloemen.
die nog bewaard worden In de 8t. Goedele te
Brussel.
Volgens het volksgeloof, is een zware straf
opgelegd aan hen. die aan den dood der martela
ren schuldig waren.
Voor eenige jaren pleegde in het Westland
een vrouw zelfmoord en men wist in Delft te
vertellen, dat zU de vijftiende van haar ge
slacht was, die zich te kort deed; er sullen
nu nog vier de hand aan zichzelf moeten slaan,
eer hun zonden geboet zUnwant een hun
ner voorvaderen heeft tot de beulen der negen
tien Gorcumsche martelaren behoord.
Onder de vier wereldheeren waren de pastoor
en de kapelaan van Monster die *s nachts door
Geuzen uit hun pastorie waren gehaald. Toen
de bende hen door het dorpje Terhelde voerde,
dat met Monster één parochie vormde
kwamen ze een paar visschers tegen en boden
hun aan hun geestelUken voor dertig stuivers
terug te koopen.
Maar de visschers hechtten te veel aan het geld
en weigerden.
Sinds dat uur ligt een vloek op Terhelde, een
groot deel van het dorp werd door de zee ver
zwolgen en vele vlsschersschepen vergingen.
In het midden der negentiende eeuw
maar één scheepje ter vischvangst uit,
is een dame, die van buiten komt en
rustig verbluf in Londen wil hebben.”
Egerton scheen even na te denken.
„Is zU boven?”
„Ja ze is op haar kamer.”
„Zou zU er veel bezwaar tegen hebben,
Indien wU even rondkeken, en ons dus over
tuigden, dat er niets meer van Miss Ferris
is achtergebleven? Ze is werkelUk zeer ziek, ziet
u, en zU drong er zoo op aan. Het is een
kwestie van een minuut.”
„Zoo maar bü een vreemde dame binnen
breken? MUnheer, dat heb ik nog nooit op
een viool hooren spelen. Waar ziet u mUn huis
toch voor aan?”
.Misschien zou u zoo vriendelUk willen zjjn.
met ons mee te koenen. Als u de zaak hebt
uitgelegd, zal de 'dame er niet zooveel bezwaar
tegen hebben
Mrs. Pope scheen een oogenbllk te aarzelen.
Ondanks haar hooghartige houding werd ze
verteerd van nieuwsgierigheid naar die ge
heimzinnige papieren en Egerton's voora'e) om
hem In de kamer te vergezellen, brak haar
laatsten weerstand. Een beetje mopoerend
bromde ze:
„Daar zit natuurlijk niets in, om even te
vragen maar ik kan niet zeggen, wat ze doen
zal. Ik zal in leder geval even naar boven
gaan,”
„Hoe heet die dame?” vroeg Egerton, toen
het drietal de trap opging.
„Miss Trefusis. ZU was vroeger verpleegster
In een hospitaal. Wat die meisjes allemaal te
zien krUgen..,,”
Met dpze geheimzinnige woorden was ze
juist asm de bewuste kamer gekomen op de
tweede verdieping en ze klopte. Een levendige,
opgewekte stem riep: „Binnen” en Mrs. Pope
draalde de kruk om.
Miss Trefusis was een flinke vrouw, die een
costuum droeg, dat werkelUk aangenaam
afstak bU de convenltoneele dingen, vaar-'
mee de Engelache vrouw zich toetakelt. Ze was
verre van mager en droeg een in het oog
loopende verhevenheid op haar hoofd die zelfs
door een neopiilet voor een pruik zou worden
versleten. In haar ooren droeg ze ontzettend
groote ringen met gekleurde steenen en een
ketting met valsche parels lag driemaal om
haar hals gewikkeld, en viel bUna tot op haar
knieën, waardoor het bizarre effect van haar
kleedlng nog meer uitkwam. De lichte zUden
kousen staken in glimmende lakschoenen en
ze droeg een grooten bril van rood schildpad.
Beaumont keek haar verbaasd aan
„Ohaumler’s goede Samaritaan." mompelde hU.
terwUl hU Egerton aan zUn mouw trok.
Egerton schudde hem. ongemerkt maar zeker,
van zich af. Beaumont kreeg den Indruk, dat
zjjn vriend om de een of andere reden ver
bazend prikkelbaar was. Egerton zelf scheen
niets bijzonders ta hebben opgemerkt.
et studentenleven van vandaag Is keu
rig. vergeleken bU vroeger. Zeklen komt
dronkenschap voor in verhouding met
twee eeuwen geleden. Duellen en vechtpartUen
met wapens zUn voorbij.
Studenten-Jool en rumoer is kinderspel In
vergelUk bü twintig decenniën terug.
„Student" komt van het Latün studere,
d. w. z. zich met Uver op iets toe leggen. Stu
denten tn dien zin waren er toch ook nog
vroeger. Maar die vielen mln of meer buiten
het studentenleven, dat, alhoewel de academi
sche wetten vele en streng genoeg waren, vrij
wel ontaardde in losbandigheid.
Die academische wetten hielden bepalingen
ta, die wü geheel niet verwachten en die elgen-
lük bü zulk een troepleven ietwat komisch
aandoen. Te Fmneker werd büv. bepaald, dat
getrouw kerkbezoek behoorde tot de verplich
tingen van den student, en om te voorkomen,
dat zulke plichten ontaardden ta vermakelük-
heden werd vastgesteld, dat men zich, ta de
kerk zünde, eerbiedig te gedragen had. Het bü-
wonen van begrafenissen van hoogleeraren
gold ook als een plicht zonder meer, zoodat
de vrees uitgeschakeld scheen, dat de studen
ten die óók nog als attracties beschouwen zou
den. Diezelfde wetten bevatten bepalingen te
gen dronkenschap, straat-slenteren en buren
gerucht; tegen het dragen van wapenen. Win
keliers en herbergiers vooral werden gewaar
schuwd, zonder medeweten van ouders of voog
den van de studenten, geen goederen op cre-
diet te verstrekken. Er waren veel arme stu
denten. die als repetitoren, barbiers en wit
niet meer, hun kostgeld en vertering verdie
nen moesten. Wanbetaling kwam ontzettend
veel voor, gevolgd door beslagleggingen. Die
beslaglegging leverde ta den regel niets op.
zooveel mogelUk af te luisteren wat Egerton
te vertellen had. ging de bel opnieuw. „Ik
ben geen minuut weg, hoor," zei ze heel haas
tig, „üo kan zoo met de menaeben ópschie
ten.
Toen ze de kamer verlaten had, trad Egerton
snel naar de deur, draaide den sleutel om. en
bleef er toen met zün rug tegen staan.
„Wat is hü van plan, hü is toch geen
film art 1st?" vroeg Miss Trefusis aan Beaumont.
„Ze zal binnen een oogenbllk terug zUn,”
legde Egerton uit. Jk geef er de voorkeur
aa/^ de zaak tusschen ons te houden Miss
Ferris, Ik heb u enkele dingen te vragen.”
Er volgde een oogenbllk van een verplet
terende en gespannen stilte
„Miss Ferris.stotterde Beaumont, als een
verdwaasde.
Egerton nam niet de minste notitie van hem
en ging tamelijk afgemeten verder
„Ik voel er niets voor om de politie in deze
zaak te mangen. maar ik moet u toch vertellen
dat zü u natuurlijk spoedig genoeg rullen
komen opsoeken. Burgoyne büvoorbeeld heeft
er zün half fortuin voor over om de hand op
u te leggen.”
Miss Trefusis. die zich inmiddels van «ton
onverhoedschen aanval had herteld, merkte
tamelük vervelend op:
„Ik weet niet, waar hU
nooit geweten, dat ik tn
zinnlgen terecht sou
kamer huurde.”
•j—e kinderen van mej. Brouwers hebben op
I 1 zekeren noodlottlgen Woensdagmiddag
een ruit ingegooid bü de naaste buur
vrouw: mej. Güzels. Ingegooid is nu eigenlük
het woord niet. Er werd met een bal gespeeld,
er werd geschopt onder luidruchtige vroolük-
held, tot opeens.een rinkelend geraas.
Een ruit kapot! Onder angstige stilte werd
het spel gestaakt, bange klnderoogen keken
onthutst naar de aangerichte vernieling.
Nu was mej. Güzels er het mensch niet
naar, gezien haar rustige bezadigdheid, haar
schommelende, omvangrijke corpulentie, om
zich door zoo’n enkel nietig voorvalletje als een
kapotte ruit direct uit haar evenwicht te laten
slaan.
Maar toen zü ta haar massale dikte, handen
op de heupen, in de deur kwam staan en in de
beteuterde rakkers de kinderen van haar buur
vrouw mej. Brouwers herkende, veranderde dat.
U moet weten dat zü géén kinderen had en
mej. Brouwers wél; zü geen witte hortensia ta
een koperen pot voor de opengeschoven gor-
dünen kon zetten, en haar buurvrouw wel; dat
zü geen nieuwen mantel en hoed kon koopen.
wegens de geringe verdiensten van haar man
en „die opschepster" naast haar wel.
Al die voordeelen aan den eenen kant en al
dat gemis aan den anderen kant doen lang
zaam ta een afgunstig vrouwenhart een stille
ergernis en een opgekropten nijd groeien, een
r>Ud die op bepaalde tüden te hoog stUgt en
dus tot uiting dwingt.
Alzoo gebeurde het.
„Snotpleken. dat je daar staat! Gooi bü Je
moeder de ruiten in. Trap daar een bal door
het huls heen, kale herrie-makers
De kinderen zwegen. Ze hadden graag hun
bel terug, dan konden ze op een andere plaats
weer verder spelen.
Een deur werd opengerukt en een lange, ma
gere vrouw, met scherpen neus en dunne ar
men kwam te voorschijn. Zü kruiste haar ar
men over de borst en zet:
„Als Je wat te zeggen hebt, zeg het mü dan,
maar scheldt m’n kinderen niet uit.”
„Zoo, zoo; hare hoogheid mevrouw Brouwers.
Houd je snotapen maar binnen, dan kunnen ze
thuis de rommel verreneweeren."
„Rommel, rommel? Daar kun Je naar kijken
met Je kale boel. Kom kinderen, laat dat
mensch staan; ga mee naar binnen."
En terwül mej Güzels een vloed van woor
den stroomen liet, zoodat haar lippen trilden
en haar dikke hoofd akelig bleek werd, trokken
de kinderen Brouwers als schuwe hondjes ni
binnen, gevolgd door de wrekende gerechtig
heid. die de deur zwügend dichtsloot.
Sindsdien is er een kloof gevallen tusschen
mej. Brouwers en mej. Güzels, een kloof die
wellicht nooit meer overbrugd zal worden
„Ik haat dat mensch," zegt mej. Brouwers
tegen haar andere buurvrouw. Zoo’n jaloersch
mensch kan je niet tot vriend houden."
,XMe?" wüst mej. Güzels met oogen en hoofd
in de richting barer vijandin, telkens als zü
met iemand in gesprek komt, „die? Een on
nut I Verprult alles in huis en laat haar kinde
ren voor galg en strop opgroeien."
De buurvrouwen groeten elkander niet meer
als ze toevallig samen aan de voordeur zün;
haar oogen küken star langs elkander heen;
ze gaan elkaar zwügend voorbü, de eene ta
haar nieuwen mantel en met haar nieuwen
hoed, de andere ta haar ouden mantel en haar
ouden hoed.
Daar Is nk dien grievenden woordenstroom
op den noodlottlgen Woensdagmiddag een hevi
ge stilte gekomen tusschen de twee kwaad
sprekende vrouwen: de stilte der zwijgende
vüandschap.
op het magere gelaat van mej. Brouwers. Haar
oogen staan moe en zorglük, een smartelüke
uitdrukking ligt om haar mond.
Haar oudste jongske is ziek thuis gekomen,
schreiend van pün ta zün hoofd. Moeder Brou
wers waakt ’s nachts bü
Zoo de dokter zegt, is
steking.
Mej. Güzels heeft het
oogen barer buurvrouw en achterom geïnfor
meerd naar het welzün van het Jongske. Ze
heeft de vrij- „„„„„„„„„„„„„„„„„mmu-i,,!
moedigheid ge- j
had mej Brou- Qm
wel. t Wordt niet erger”, zet de buurvrouw.
Daarna was er tusschen hen weer de ge
wone stilte, de afstand der InnerUjke ver-
wüdering.
Doch op een morgen, toen mej. Güzels de
deur achter zich dicht trok e« haar langzamen
gang naar de kerk aanvaarden wilde, ziet zü
buurvrouw Brouwers de witte valgordünen
neerlaten In de voorkamer. Haar roode oogen
zün betraand en haar magere handen beven.
Aarzelend treedt mej Güzels bü haar binnen.
Tallooze malen Is zü hier geweest, in den
blinde weet zü er den weg.
Zü doet de kamerdeur open. Vader, moeder
ep kinderen staan rond een bedje geschaard.
Daarop ligt stil gestrekt, het bleeke mondje
even geopend, een jongske. Het licht eener
waschkaars beschünt zün teer gezicht.
Mej. Güzels en moeder Brouwers küken el
kander ta de betraande oogen.
Zü drukken elkaar de hand en bidden fluis
terend aan het doodsbedje van het jonge kind
„Wel Mrs. Pope,” riep de verbaasde huur
ster. die ook geen onraad rook, „wat be-
teekent dat allemaal? Brengt u die heeien
niet ta een verkeerde kamer?” Toen wendde
zü zich tot den koelen en zwügzamen Egerton
en voegde daar vertrouwelük aan toe. „Maakt
u zich maar niet ongerust hoor, zooiets kan
den besten jongeman overkómen.” Zü gaf hem
bemoedigend een knipoogje.
Toen zei Mrs. Pope:
„Deze meneer is een broer van de dame die
de kamer vóór u had. Ze is in een inrichting
en ze heeft zoon idee dat as milllonnalre was
en hier zeer belangrüke papieren heeft achter
gelaten. Mr. Fletsch en zün advocaat wilden
nu graag even küken of ze al of niet gelUk
heeft. Als u daar natuurlUk geen bezweer
tegen hebt. Miss Trefusis. Het arme ding is
verbazend ziek en ze 'zullen u niet langer dan
een minuut lastig vallen.”
Miss Trefusis lachte, een helderen, opgewek-
ten lach.
„Dot is ta orde,” zei ze. „Ik wou dit wel
een uur eerder geweten hebben. Dan hadden
ze vast geen kostbare Juweelen gevonden, dat
verzeker Ik Je.”
Egerton ging naar den haard.
„Welnu,” zei Miss Trefusis gastvrij. „Laten
we dan eene gaan küken, waar die begraven
schat zich bevindt." Op dat oogenbllk klonk
de bel. Mrs Pope was onmlddellük het slacht
offer van een tweestrüd tusschen haar
nieuwsgierigheid en den niet minder hevigen
weneeh. om toch vooral geen mogeliike huur
ster ta varUeaen. Terwijl aa nog aaraakla, oot
n
n
a
a
k
a
n
t-
s
«5,