Zwerven op zome PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND I rdagen F wïAaal <wwi den dag Bootz Record r in ECONOMIE Rondom een hei-ven Alleabonné’s Het Geheim van het open Raam i 3.60 PER LITER Jeer ©ufce genever MAANDAG 16 JULI 1934 tatis Een Christusfilm Opdracht van het Vaticaan 9 Begrafenis overste Froeling t I n Detective-verhaal dooi ANTHONIE GILBERT \,,Zijn laatste slag" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL voor MARTIN BERDEN probeerde Samuel Samuel rode ooa. Precies vier uur In den middag werd opnieuw L B. L. VENZELAAR. i s waar ia het dan?" vroeg Bur- gezelschap was een en al ver- Het heeft deze wie heeft dan Ascher toch ver- er een stilte. (Wordt vervolgd.) ▼an ist- m i m de werd rende den dat ferkt «e- srs- ge- be- en. des :rte reek drie reen elk ge- de gen. iren den. on- Zoo goed en zoo kwaad als het ging worstelden we door het oerwoud. Makkelijk ging het niet en af en toe moesten wU eens even rusten, maar we vorderden toch enwelk een uitkomst, vonden we de meloenenstruiken terug, waarmee we onsen honger en dorst konden stillen. le an ?r- de, en LT- en woede, vond hu niets dan waardelooss stukjes glas en blik. Terwijl hU zich woedend tegen het voorhoofd stond te timmeren, kwam juffrouw Sara Oom- pel de werkplaats binnen strompelen. Hoofd schuddend keek ze naar de opengebroken lijst en daarna naar het verscheurde schilderstuk en sprak meewarig: „Wel.... wel.... Sammy, ’t Wordt tijd dat je de zaakjes aan den kant doet. Je wordt ktndsch of bijziende. Wie koopt nu een schil derij om het daarna net als kleine kinderen uit elkaar te halen?" Samuel Compel gaf geen antwoord. HU moest zich geweld aandoen om niet aljes in de werk plaats aan gruzelementen te slaan, maar te genover zijn Sara bleef hjj de oude slimme rot. Zijn zaakjes gingen aan kant en Sara Gompel heeft nooit geweten dat haar man den laatsten slag glansrijk verloren heeft. Een enkelen bewogen dag uitgezonderd groeien Mer de jonge vogels in volle rust op, want zel den wordt dit gedeelte van de heide betreden. Het is er laag en vochtig en het vele water, dat vooral in den regentijd door de diepe water- loopen wordt aangevoerd, verzamelt zich in een tweetal vennen, die dén een behoorlijken omvang hebben, daar het water niet alleen de diepe kommen vult, maar ook een groot ge deelte van de soppige oevers overstroomt. Na een lange droogteperiode, zooals we die nu heb ben, is het Mosven bijna geheel droog, terwijl het grootere Afgelatenven voor minstens de helft is Ingekrompen. De breede strook veen mos, die heel wat water in zich kan bergen, is niet alleen droog gekomen, maar de krachtige zonnestralen hebben het water doen verdam pen tot uit het hart van de mos-kolonies. zoo- dat ze aanmerkelijk zijn Ingekrompen en de bovenste laag zeer broos is geworden. Het is nu heel gemakkelijk over de anders zoo drassige gronden, die gevaarlijk kunnen zijn door de tamelijk diepe met veenmos vol gegroeide veen-kuilen, een speurtocht te onder nemen, al zal de wandeling toch verre van rustig zjjn, omdat de hier broedende meeuwen alles in het werk stellen de menschelljke be lagers uit hun domein te verdrijven. Ze kunnen huiveringwekkende af schrik-ge luiden doen hooren, die rakkers. boven den krater zagen wij 'arte rookwolken gloeiende in de lucht geslingerd wor- niet langer te wachten en voort holden we weer, bergafwaarts. Waar we echter in de Christus-film een daad mogen zien, die een voorbeeld wil zijn voor de Katholieke fllmactle, zullen ongetwijfeld de gewenschte Invloeden zich doen gelden. Zoo dit het geval mocht zijn, zal de Christusfilm een daad zijn, die van de grootste beteekenis wordt, zoowel voor de Katholieke fllmverlangens als voor de beïnvloeding der totale cinematografie. bij verlies van *n anderen vinger losstaande feiten voorleggen tot ze passend naar de oplossing voeren." Scott Egerton lag achterovre in een diepen stoel in de bibliotheek Op eet) tafel naast hem stond whisky en soda. Alleen Beaumont en Burgoyne waren bij hem. Davidson was met Ruth Marlowe vertrokken. Rosemary zat bU de wanhopige Paula, in gezelschap van een in allerijl ontboden dokter en een even haastig ontboden verpleegster. „Natuurlijk heb je me een van de meest waardevolle aanwijzingen gegeven, Beaumont, toen je opmerkte, dat die boeken zoo verbazend dicht opeen op de planken zaten gepakt. Ik ben je daar verbazend dankbaar voor." „Wat voor bijzonders zag je daar in," vroeg Beaumont onschuldig. ,,Dat zul je spoedig genoeg zien. Laten we beginnen bij Newnham’s eigen verhaal. Van begin af aan. stond ik erg sceptisch tegenover die geschiedenis met den baard. Ik was er zeker van, dat Newnham dat ding nooit zelf gedragen had Het krioelde in zijn verklaringen van onwaarschijnlijkheden. Daar staat tegenover, dat ik er geen oogenbiik aan getwijfeld heb. dat Slane het bU het rechte eind had. Juist het feit, dat hu Newnham niet herkende aan zijn gezicht maar aan zijn manier van loopen, maakte zijn verklaringen sterker, dan hl) zelf vermoedde. We beginnen dus met Newnham In de kamer van Miss Parkton, terwijl Ascher en Miss Mar lowe beneden in de bibliotheek zitten. Miss Parkton verdwijnt en Newnham blijft alleen Een half uur later is de kamer leeg en hij is Ademloos moesten we eindelijk het loopen staken, en angstig keken wij om. Het gerommel bleef aanhoudet en temidden van Iwar steenen meters hoog den. We durfdemnlel „We moeten trachten, het woud in één dag door te reizen.” zei oom, „want buiten gevaar zjjn we nog niet. Wanneer het water Wilt het kratermeer den berg komt afstroomen, dan kan het er wel eens leelijk voor ons uit gaan zien.” Wij zwemmen in het geld! En bij dat „wij" zijn u en ik Natuurlijk meegeteld! Doch als u vraagt: hoe zit dat dan, Want wat ik er van zie..-.. Dan zegt men heel geleerd: u weet Niets van economie! Js mijnheer Hymans thuis?” vroeg hjj. Het hitje antwoordde bevestigend. ,,Zou ik hem even mogen spreken?” ,Jk denk het wel, mijnheer. Wie kan ik aan dienen?" ..Samuel Gompel. de antiquair." Even later zat hij tegenover den heer des huizes. „Wel, mijnheer Gompel," zei Hymans vrien delijk. „waarmee kan ik u van dienst zjjn?” ,Hm.kuchte Samuel. „Toen ik hier langs liep en toevallig r.aar binnen keek, viel mijn oog rp dit schlderlj. Gisteren had ik ’n goeden Nauwelijks liet het lommer van bet dennen- bosch me los en betrad ik de heide, of de meeuwen hadden mij in de gaten en wierpen zich, totaal in de war en angstig, de lucht in. zweefden hoog boven mijn hoofd en volgden me in afwachting van de komende dingen op mjjn wandeling rondom het ven. Het duurde een tijdje eer ik den oostelljken oever had be reikt, .waar Ik al direct de meeste broedpollen vermoedde, zonder evenwel het plan te hebben deze op te sporen. Echter naar den zin van enkele meeuwen-paren naderde ik wat Al te dicht hun broedplaats, want Juist had ik met een forschen sprong den breeden waterloop genomen, of ze namen een aanvals-houdlng aan. Vlug en zeker schoten ze uit de hoogte recht op me af, lieten vlak boven me een ijselljken ..Loopen Bok!! de krater gaat werken,” schreeuwde oom. We sprongen overeind en lie pen als bezetenen de helling af. Het gerommel werd heviger en zware rookwolken begonnen de lucht te verduisteren. We durfden geen van bei den omzien. waarin men het gekraak der planken kon hooren. Toen ging Egerton rustig verder: ..Daarom moest Jjj met me mee. Rosemary. Ik kan het niet over me verkrijgen, Miss Parkton met deze verschrikkelijke waarheid op de hoogte te brengen. Die taak heb ik voor Jou gereserveerd. Dat is alweer het voorrecht van de zwakke sekse.” Hij glimlachte bitter. De overigen namen echter weinig notitie van zjjn laatste woorden. „Newnham?" riep Beaumont uit. „Is die dan toch de moordenaar?" ,Jk veronderstel, dat men hem zoo zal noe men.” gaf Egerton onmiddellljk toe, omdat hU tenslotte den stoot gegeven heeft. Maar de eerste oorzaak van een schitterend en bijna onfeilbaar voorbereid plan, moeten we zoeken bij zijn verloofde.” En hij boog in de richting, waar even tevoren Miss Marlowe had gestaan. Toen schoot hij als oen pijl uit *n boog naar het kantoor. „Iets te laat. Miss Marlowe," zei hj) kalm, terwijl hjj haar den revolver uit de handen nam. gens verdween moet de grond nog vochtig ge noeg geweest zijn, om de laatste voetstappen, die hij toen zette, in zich op te nemen. Ik heb heel nauwkeurig gekeken of ik ook sporen kon vinden van voetstappen, die de hut verlieten maar het is me niet gelukt. Wie daar dus geweest is om de hut open te maken, heeft dit alles gedaan op een dag dat de grond zoo hard was dat hij niet den minsten indruk opnam, dat wil zeggen; op zijn minst twee of drie dagen na Aschers dood. Nu komen we tot de hut zelf. De grendel was wel degelijk weggeechoven Newnham had nog gezegd dat hjj verbazend moeilijk ging en dat hjj heel wat werk had om hem los te krijgen maar aan een kant hing een stuk van een loegcrukt spin- neweb. Welnu, indien dat web werkelijk m den nacht van den storm was loegerukt zou er vier en twintig uur later geen spoor meer van zijn overgebleven. De wind of de regen zou het hebben weggeslagen. Wie dus die lucifers heeft weggegooid en het stukje kaars in de hut heeft achtergelaten was ons maar enkele uren voor geweest. Maar in de hut ontdekte ik de eenige groote fout in heel deae true: die weggeworpen lucifers Bandliands werd in het restaurant in zjjn herkenning van Newnham geholpen door het feit, dat de jongeman zich bediende van een aansteker in plaats van luci fers. Iemand die een aansteker bij zich draagt, zal zoo goed als nooit een doosje lucifers bU zich hebben. Hij zal bovendien eerst de kaars aansteken en vervolgens al zijn sigaretten aan bet vlammetje ontsteken.” Be&umout kxiikXOe I andering brengen, kan vrij plotseling een on gekende frischheld en kleurenweelde doen ont staan tusschen het grijs en groen van moe en bies. Midden in het ven wijken de tallooze knop pen der witte waterlelies uiteen; de sneeuw blanke bloemblaadjes pullen als het ware uit den groenen kelk, spreiden zich uit en toonen de boter-gele harten, zachtjes dobberend op het even bewogen wateroppervlak. Aan den oeverkant zet de vleeschkleurige dopheide het bloeiseizoen van de helde in. In tegenstelling met de strulkheide, die op de hoogste gronden gemakkelijk bloeit en niet zelden juist daar de mooiste bloemen draagt, houdt de Erica meer van vochtige plaatsen; is daarvoor dan ook kenmerkend. Ter hoogte van de dopheide gelen de kleine boterbloemachtige tormentillaX prij ken de oranje-gele sterbloempjes van de been- breek en blauwt in forsche exemplaren de prachtige klokjes-gentlaan. En dan hebben we daar nog de talrijke bles- en juncus-soorten en de reeds uitgebloeide moeras-kartelblad, vleu- geltjesbloem en moeras-vlooltje. O. deze voch tige hei-hoekjes zijn zoo rijk aan plaqten, al zijn ze niet alle even mooi en even zeldzaam als de witbloemranonkel uit het Mosven. Tusschen de donkere stammen van het dich te dennenbosch wenkt contrastvol de witte watervlakte van het stille ven, waar eenden en meeuwen hun jongen groot brengen, waar ko nijnen en vogels uit verre omgeving hun dorst komen lesschen, waar lederen zomeravond een koor van kikkers het bosch in slaap zingt. Zoo’n heideplas is een land-juweel. OOVADEWA een beweert de riem zit ruim, De ander zegt hij knelt, Maar ieder denkt daarbij van zelf Op d’eerste plaats aan geld! En als u van de duitjes spreekt Dan kijkt 'ir goedgeluimd, Want officieel wordt thans gemeld: De geldmarkt is verruimd! Zoo’n geldvetruiming gaat gepaard Met toevloed^qan het goud, Hetwelk de NeMkrlandsche Bank Ten ons gerieve houdt. Het goud nam toe met twaalf millioen En daardoor, consequent, Is thans uw bankbiljet gedekt Met 80.1 procent! Maar heel voldaan wordt thans gezegd dotjes in een oogwenk onder water doken en zich onzichtbaar verscholen onder het sjiaar- zame groen of uitgeschuurden oeverkant. Zoo brengen de oude eenden hun kroost met de meeste zorg groot, totdat ze al verkennings tochten gaan ondernemen over het wijde heideland en de aangrenzende bosschen. *t Is dan een lust deze toch zwaargebouwde vogels te zien vliegen in snelle, rechte vlucht, den strekken, stijven hals in één Hjn met den bree den rug. Onevenwichtig schijnen deze vliegende vogels, omdat de kop, gescheiden door den langen hals, van het zware gevleugelde lichaam, zoover vooruit steekt. Zoo’n vlucht is een even koddig als sierlijk gezicht. De eei 1- schreeuw, keerden vliegensvlug en herhaalden de aanvallen al heftiger, naarmate ik meer de plaats naderde waar de eieren op een veen- blespol verborgen lagen. Ik houd er toch al niet van, vogels in hun huishoudelijke bezigheden te storen, maar nu ik bovendien het middel punt was van hun felle aanvallen, die, al zijn ze onschuldig, geenszins kalmeerend op de ze nuwen werken, haastte ik me nog meer uit de bewaakte zone, om verderop tegen een hoogen boschwal het tot rust komen van de gestoorde vogels gade te slaan. Nog even was er boven het ven een dwarreling van witte vogel-Hjven; dan keerde de rust weer terug in de kolonie. In de onmiddellijke omgeving van deze ven nen groeien prachtige exemplaren van het ty pische zonnedauw-plantje. Jammer dat de langdurige droogte ook aan deze plantjes wei nig goeds heeft gedaan. Nu staan ze er niet zóó fleurig bij, maar op vochtiger dagen kleu ren de kleine karmljn-roode blaadjes zoo in tens mooi tegen den van vochtigheid donkere moerasbodemOverigens heeft de zonnedauw als vleeschetend plantje weinig aan bekoorlijk heid verloren. Aan de fijne wimpers van de teere blaadjes, die, wanneer een Insect ze be roert, zich naar binnen buigen en zoo hun prooi gevangen houden, totdat ze verteerd is. Parelen als altijd heel kleine glasheldere drup peltjes. die glinsteren in het zonlicht. Het zjjn wel zeldzame juweeltjes in het drassige land. We hebben hier vlakbij nog zoo’n vleesch- etende plant, die er alweer andere vang-me- thoden op na houdt en in het water leeft. In het verderop gelegen Mosven en in een klein plasje, dat in het noordwesten aan het Afge latenven grenst, zal men rondom dezen tijd gemakkelijk het klein Blaasjeskruid ontdekken. Gehoorzamend aan de natuurkundige wetten drijft het half-ondergedoken aan de oppervlak te. Aan de dunne, sterk vertakte bladeren zitten kleine blaasjes, die ware moordholen zijn voor de haast onzichtbare waterdiertjes, die In vrij wel lederen plas te vinden zjjn. Zwemt zoo’n microscopisch diertje op een bepaalde plaats tegen het blaadje aan, dan ontstaat er een opening; het insect glipt naar binnen en is ten doode opgeschreven. De verrottings-producten van het doode diertje worden door den bin nenwand van het blaasje opgenomen en dienen tot voedsel van de plant. Die vennen zijn, ook wat de flora betreft, oasen in het overigens aan plantengroei vrij arme heideland. Op het oogenbiik ziet de plantenwereld er hier weliswaar doodsch en dor uit, maar een periode van fllnken regenval kan heel wat ver- -V... aawas ace aacv UIU1UHC1 VJJ, - --"W--- "V—-- het is nummer tachtig en toen ben ik later met tot ontsteltenis en zijn niet minder groote mijnheer Hymans gaan praten.” Samuel had genoeg gehoord, nog even luister de hij en ving nog juist enkele woorden op die van belang waren. „Laten we afspreken, morgenmiddag om vier uur. Dan gaan we er met z’n drieën heen.” Om tien uur ’s morgens van den volgenden dag belde Samuel aan het heerenhuls in de Bloemstraat nummer 80, na zich ervan te heb ben overtuigd, dat het schilderstuk met lijst nog aan den muur hing. HU zag dadelUk dat hét een minderwaardige Imitatie Van Gogh was. Het dienstmeisje opende de deur. en wederom opende het dienstmeisje de deur. Maar ditmaal vroeg ze niet wie ze aah mocht dienen. Vrijpostig stapten de drie heeren bin nen en begaven zich regelrecht naar de rook kamer van den heer des huizes, die glimlachend 2 in een luien stoel een sigaar zat te rooken. „En?.vroegen ze bUna gelUktUdlg. „Veertienhonderd. Jongens. Ik wilde ander half duizend hebben, maar per saldo vind ik een winst van veertienhonderd toch ook niet onaardig. Dat is voor ieder driehonderd vijftig gulden.” „Dat is een goede mop...." riep er een en de anderen stemden er schaterlachend mee in. „Nu hebben wU dien glimmen voe van een Gompel toch ook eens leelUk te pakken.” Intusschen was het den antiquair gelukt den achterwand van de lijst te verwUderen, maar „Ik heb al eens gezegd, dat een geval als dit veel weg heeft van een legplaat, waarvan de losse stukken niet het minste verband met elkaar houden. Omdat ik daar van overtuigd was wilde Ik niemand Vermoeien met de ver schillende onderdeelen, voordat ik tenslotte een verband zag. Het was een bUna onontwarbaar kluwen. Indian u me toastaat, aal Ik a da (Nadruk verboden) nmiinninnniiiiiiiiiiitiiiiiiiHniHiiiniimniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin men om de lijst te koopen, was het stuk ver- dwenen en had hU den bult binnen. Juist wilde hU opstaan en stilletjes verdwij nen. toen hU bedacht, dat de mannen nog niet gezegd hadden waar die mijnheer Hymans ergens woonde. Dat was leelUker en vragen? dat ging natuurlijk niet. Dan zou zUn plan netje onmiddellUk verraden zUn. Het geluk, dat hem zijn gansche leven ge diend had, kwam hem ook nu te hulp. „Hoe ben je er achter gekomen dat het stuk in het bezit was van mijnheer Hymans?” vroeg een der heeren. „BU toeval.” was het antwoord. „Gisteren liep ik door de Bloemstraat toen een werkster juist in een van de huizen de gordUnen afnam. Instinctmatig keek Ik naar binnen en dadelUk viel mUn oog op de lijst. Ik kon niet direct aanbellen en daarom nam ik het nummer op. T7 ens had Ik, terugkeerend van een verren H zwerftocht, ’n vroolUke ontmoeting met een moedereend en haar eigenwUze kui kens. De zomersche dagen hadden alweer hun Intrede gedaan en de felle zon blakerde het weinige, reeds half-verdorde groen op zij der karsporen, droogde de pUpestrootjes tot ze knapperden onder de voeten als zwavelstokken. De langdurige droogte en het vele zonlicht deden het groen op de weinig beschaduwde plaatsen al vroeg verdwUnen. De warmte danste zichtbaar boven den grond. Over den muilen zandweg vloog laag en angstig de oude eend, zwenkte langs den rand van het jonge dennenbosch, keerde onmid- dellUk terug en herhaalde de beweging In steeds korter en zenuwachtiger wendingen. Er was beslist onraad; er deed zich ongetwU- feld iets op met haar Jongen! En inderdaad, ’n kort onderzoek bracht aan het licht, dat een gedeelte van het eend-huishouden op avontuur was gegaan. Wat een moeite deed ze om de verdwaalde jongen weer in veilige haven te brengen. Hoe hadden die kleinen het ook dur ven wagen zich zóóver van het koele venwater te verwUderen, den gevaarlUken zandweg over te steken en het lichte, jonge dennenbosch binnen te dringen, waar het moeilUk was voor ze om te loopen en waar de gevaren allerminst denk beeldig waren! Met z’n zessen waren ze op avontuur ge gaan en scharrelden nu onwennig over den oneffen boschbodem met vlak boven hun kopje de laag-groelende takken. Ze hóórden moeder wel, maar konden haar niet zien! Het was voor ons lang niet gemakkelUk het jonge goedje te vangen en weer terug op den weg te brengen, maar toen ik ze achter elkaar in het diepe karspoor had gezet, gaven ze mU ruimschoots voldoening voor de buitgemaakte schrammen op armen en gelaat. Want daar liepen ze. achter elkaar, als oesterdragers, wag gelend als dronken mannetjes in halsbrekende haast achter de voor hen uit vliegende oude eend. die hen, nu blU, meelokte naar de diepe boschgreppel. die enkele meters verder onder den weg dook. Gelukkig was het karspoor daar zeer ondiep en gaf den kleintjes volop gelegenheid van koers te veranderen en in het water van de greppel een veilig heenkomen te zoeken. Zelden zag ik een grappiger optocht. Langs een omweg bereikte ik het Afgelaten ven. waarin de boschsloot uitwatert, en trof daar opnieuw de oude eend aan. in volle te vredenheid en statig zwemmend tusschen haar nu voltallig kroost. Toch was haar rust van korten duur, want een nieuw gevaar, in den vorm van mUn persoon, die voorzichtig en nieuwsgierig boven den slootberm te voor schijn kwam, ontlokte de moedereend een waar schuwenden roep, waarop de drijvende dqns- schllderstük op zichzelf een prul Is, waarvoor ik geen halven sou geef, maar de lUst heeft des te meer waarde. Er zijn maar weinig van dit soort gebeeldhouwde lusten. Toen mUnheer Hymans een oogenbiik uit de kamer was heb ik mij ervan overtuigd dat de lijst hol was en wat daarin zitdat behoef ik Jullie niet te ver tellen hé?..,.” Samuel voelde eenige opwinding. .Maar.vroeg een der andere heeren. .JZou mUnheer Hymans het niet weten en de schat er self al uitgehaaid hebben?” „Geen sprake van....” beweerde de eerste spreker. „Ongemerkt heb ik een vlschje uitge gooid, maar de man weet er volstrekt niets van, daar sta ik voor in. Maar wU krijgen de lUst niet voor niemendal. HU vraagt er nogal wat voor. Ik geloof dat hU in de veronderstelling is dat het een echte Van Gogh is en dat het groote waarde heeft. Duizend gulden heb ik ervoor geboden, maar ik kreeg het niet” „Duizend guldenvroeg de andere onge- loovlg. „Man. je bent krankzinnig. Stel je voor dat we dat waardelooze schilderstuk koopen voor dat bedrag en dan tot de ontdekking ko men. dat de schat al verdwenen is.” „Als JU soms van het zaakje af wilt, ga dan eerust je gang,” zei de andere onmiddellUk. „Zooveel meer hebben wU belden. Vele varkens maken de spoeling dun.” „Nu, vlieg maar niet zoo op. Wie ziet er nu van af? Ik niet, maar.... het sou toch kunnen nietwaar?" „Vertrouw gerust op mU.” was het antwoord. „Dat zaakje is wel safe.” „Tot welk bedrag zullen we gaan?" vroeg de derde. „Nu, ik heb er duizend gulden voor geboden. Laten we zeggenehehvüftlen- honderd?.... de winst bedraagt minstens het tienvoudige. Maar ik denk dat mUnheer Hymans wel voor elf of twaalfhonderd gulden te bewegen is de lUst van de hand te doen.” ,Als hU het nu maar niet tusschentUds ver kocht heeft.” „Och. welneen.:.. waarom zou hij het Juist vandaag verkoopen?" „Omdat hU gezegd heeft, dat hU het stuk wel wil verkoopen, als iemand hem meer biedt.” Samuel Gompel begon te transpireeren Het tienvoudige van anderhalf duizend. Kolossaal wat een zaak. Nagenoeg 1 geljeele gesprek had hU verstaan en inwendig lachte hu het stelletje uit, dat zU zoo idioot waren. dergelUke winstgevende zaak jes aan de groote klok te hangen en dan nog wel in bUzUn van hem, Samuel Gompel. Ze wisten natuurlUk niet wie hU was. anders had den ze hun mond wel dicht gehouden. Maar hl> zou zich dit onverwachte buitenkansje niet laten ontglippen en als de domooren dan kwa- •seenMssM«MSsssssss8(sssssaaesssesesssMsnMM8S8 klant, die al weken en weken zocht naar een Van Gogh. HU is een verwoed verzamelaar. Alle mogelUke meesters zUn reeds in zUn bezit, maar een echte Van Gogh heeft hU nog niet. Ik kon hem tot mUn sput niet helpen, maar ik beloofde hem als ik iets zag, het voor hem te koopen. Kan ik het stuk van u overnemen?” Peinzend keek de eigenaar van het schilderij naar het witgeschilderde plafond en Het den blauwen rook van zUn sigaar in kringetjes op stegen. ,,’t Hangt er maar vanaf, wat u er voor biedt.” zei bU langzaam. „VUfhonderd gulden?" voorzichtig. Da ander schaterlachte. „Bent u kenner?” vroeg hU spottend. ..Dat stuk is minstens driemaal zooveel waard. Gis teren kon ik er duizend gulden voor krijgen. Hoort u het goed. mUnheer Gompel?.... Dui zend gulden en daar krUgt u het evenmin voor.” „Mag ik het even bekUken?” vroeg Samuel, minachtend de schouders ophalend. „Ga gerust uw gang,” was het antwoord. Van een gunstig oogenbiik maakte de anti quair bliksemsnel gebruik om een tikje tegen de lUst te geven en nu was hU ervan overtuigd, dat de lUst een schat verborg. HU was bereid alles te geven, wat de ander vroeg. Het stuk moest tot eiken prUs zUn eigendom worden. „TtGeef u elfhonderd gulden,” zei hU vast beraden. ..Laat het dan maar hangen,” was het af- wUsende antwoord. .Het hangt mU niet in den weg. ’t Is dat u ernaar vraagt, maar ik loop er niet mee te koop Voor vUftienhonderd kunt u het meenemen.” Samuel zou geen goed koopman zijn geweest, als hjj er niets af had weten te krijgen en na loven en bieden, werden ze het voor veertien honderd met elkaar eens De gelukkige kooper betaalde contant, hU tele foneerde om een wagen, want het stuk was voor een klein mannetje als hU veel te groot om te dragen en een uur later prUkte de Van Gogh in de werkplaats van den antiquair. ooala bekend, heeft het Vaticaan bU ner- haling geprotesteerd tegen de slecnte films. Nog onlangs zond Kardinaal Pa- oelll een schrijven rond, waarin de Katholieken werden aangespoord om de slechte film te be strijden en de goede film te bevorderen. Het Vaticaan gaat blykens een bericht uit Rome nog verder en wil het groote voorbeeld geven door plannen te maken „voor de vervaardiging van een Christusfilm, waarin de geschiedenis van den Heiland zal verhaald worden. Nog deze maand zal men met de opnamen van het draai boek, dstt reeds gereed is, beginnen. De maker van de film is Commendatore Ambrosio, die ook de „Quo Vadis”-fllm op zUn naam heeft staan. De muziek voor de Christus-film werd gecomponeerd door den bekenden kerkcompo- (Korta inboud van het voorafgaande: Sir Hector Ascher gaat door voor een ver woed verzamelaar van kostbare boezen In Merlin 8t. Hugh, waar hu op tUn bul ten woont, leeft hb seer afgeaonderd met zijn nichtje Paula Parkston, die in het geheim verloofd was met den secretaris van sir Hector Arthur Newnham. Door een handlangster komt Ascher in het be zit van een kostbaar werk dat uit de bi bliotheek van Burgoyne is gestolen Ascher reist naar Frankrijk om een aantal boeken te verkoopen, nagereisd door Bur goyne en den letterkundige Kgerton. In een luguber hotelletje te Parijs wordt Ascher dan vermoord. Omtrent den dader tast men in bet duister WsarvcbUnlük la Ascher reeds in den trein vermoord en in rijn boekenkolfer. door iemand die Web voor hem uitgaf naar bet hotel ver voerd. Het justitieel ondersoek wordt sa leid door den detective Lastraneel Goeden morgen, Mr. Davidson. Ik vraag u excuus voor mUn bemoeizucht, maar ik oor deelde bet verstandiger, u bU de laatste acte tegenwoordig te doen zijn. ZUn we allemaal bereid? Goed zoo. Burgoyne" de man. tot Te Maastricht is Donderdag onder groote be langstelling ter aarde besteld het stoffelUk over schot van kolonel J. A. F. Froeling. Onder de aanwezigen merkten we oun. op mr. E O. J. M. Baron van Hövell van Weezeveld tot Weeterflier, Commissaris der Koningin in de Provincie Limburg, alsmede tal van autoritei ten op militair en charitatief gebied. Aan het open graf werd het woord gevoerd door den garnizoenscommandant van NUnatten. kolonel Hanecour, studiegenoot van den over ledene; mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van Maastricht; mr. dr. L. F. H. Regout, voor zitter van den BUzonderen Raad van St. Vin- centlus en een vertegenwoordiger der Rutten's Bierbrouwerijen, die allen de verdiensten van den overledene als mensch, als militair en op charitatief gebied in het volle licht stelden. De oudste zoon van den overledene sprak treffende dankwoorden. wien hU zich wendde, schrok plotseling op „Je hebt voortdurend gezocht naar je boek nietwaar? Ik heb herhaaldelUk gezegd en ver zekerd, dat Je het terug zou krijgen en Je hebt me.... noij Ja, wat zal ik zeggen, nooit ge loofd?” „Welnu, goyne. ,,Hler!" HU deed een stap naar voren en nam een boek van de plank. Juist boven zUn hoofd. ,Jk ben u eigenlUk dankbaar, dat u iets te laat gekomen bent,” zei hU tegen Davidson. „Dat gaf mU gelegenheid, om het boek terug te vinden.” Het heele basing. „Maarhoe is het daar in ’shemelsnaam gekomen?" vroeg Burgoyne. „Het is er altUd geweest, kamer nooit verlaten.” „Maar Ascher nam het toch met zich mee?" Egerton schudde zUn hoofd. „Ascher is evenmin uit dit vertrek gegaan; tenminste niet levend. Dit boek is alweer terug op de plank gezet, voordat zUn Hjk.... koud was. Je herinnert Je wellicht,” wendde hu zich tot Beaumont, „dat ik Je eens gezegd heb, dat de veiligste plaats om iets te verbergen, de eigen plaats te. Dat te weer voldoende be wezen." .Maar.... moord?" „Arthur Newnham." Een oogenbiik heerschte niet maestro Lorenzo Perosi. De interieur-op- namen zullen m Rome plaats hebben, de bui- ten-opnamen in Spanje en Palestina. Alle bc- noodigdheden voor de film worden door het Vaticaan ter beschikking gesteld en reeds wer den duizenden figuranten aangenomen. De Koren worden gezongen door de zangers van de SixtUnsche Kapel. Allereerst wordt de film opgenomen in de Itallaansche taal, later ook in het Fransch, Spaansch. Engelsch en Dultsch. De productie- leiding is in handen van den Weener Wilhelm Ritter von Lutschinsky. De première van de film zal plaats hebben in aanwezigheid van Z. H. den Paus, de Konlnk- Hjke Familie van Italië, de ministers en het college van Kardinalen. Men hoopt omstreeks Kerstmis met het werk klaar te zUn. De titel van de film zal zijn „Nazarenus Ziedaar een bericht omtrent een gebeurtenis, waarop alle kathoHeken, in het bUzonder alle katholieke filmvrienden hebben gewacht. Laten we hopen, dat de regisseur Ambrosio, wiens eerste groote film niet de allerbeste herinnerin gen heeft nagelaten, het verheven onderwerp van deze Christusfilm een waardigen vorm zal weten te geven. De film ..Quo Vadis” werd ge maakt in een tUd, toen vrijwel leder filmregis seur nog worstelde met den lUm-vorm. Spaar zaam waren de films, die van een dieper in dringen in het filmwezen getuigden. Men zocht err.aa» en meende het filmprinclpe te moeten zoeken in de picturale kwaliteiten van het beeldvlak, waarin voornamelijk de Duitsche film (Lubitsch en Lang) excelleerden. De ‘Itallaan- sehe film, die ver bij de Duitsche achterstond, trachtte zich op de Duitsche voorbeelden In te stellen en legde zich bUzonder toe op de ver vaardiging van historische films, die meestal in een larmoyant kUkspel, zander houding of vorm ontaardden. Intusschen evolueerde de film In alle landen met groote snelheid. De Jongste prestatie van Itallé, de film „Hemelbestormers”, toont even eens een voixuitgtmg lp dp Itallaansche cine matografie, doen bluft nog steeds Achter bU de productie van andere landen. oo dit blad riln Inge volg» d» verzekeringavoorwaarden tegen t bM levenslange geheele ongeschiktheid t >t werken door f ‘TCf! bij een ongeval met f O Cf) b,J verlies van een hand f IOC 31) verlies van een f Cf) bjj een breuk van f Af) ongevallen versekerd voor een der volgenae ultkeerlngen f JUUiJ»~ verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen f t doodeiyken afloop S&vl/e” een vost of een oog f 1 duim of wijsvinger vva-besn of arm I amuel Gompel stond bekend als een ge- wiekst sjacheraar, zonder veel last van een .geweten". Maar zeer weinigen konden er aanspraak op maken, slimmer te zUn dan hU Samuel was handelaar in oudheden, althans onder andere, want als er iets te verdienen was, ook op ander gebied, was hU van de partU- Met een beetje geluk en een flinke dosis durf, had hU het tot een zekeren welstand gebracht en Samuel peinsde erover, zUn zaak te verkoopen en stil te gaan leven. Maar er kwam iets tus- schenbeide, dat hem deed besluiten, nog één maal zUn befaamde slimheid in klinkende munt om te zetten. TerwUl hU in zUn stamcafé aan een tafeltje zat te overwegen, op welke manier hU het meeste voordeel van zUn zaak kon trekken, trad een drietal heeren de gelagkamer binnen, die zich aan een tafeltje zetten, op enkele passen af stand van hem. Samuel Gompel was buitengewoon scherp van gehoor en het gesprek, dat de heeren voerden, kon hU bUna woord voor woord verstaan. ZU van hun kant schenen den antiquair niet eens te merken, want ze namen niet de moeite hun woorden te dempen. Ongemerkt voor de anderen, zette zich tot luisteren. „Ik weet het nu zeker,” zei een der heeren. .MUnheer Hymans is in het bezit van het schilderU. waar wU al zoolang naar zoeken. Gisteren ben ik bU hem geweest en ik heb de Hjst nauwkeurig bekeken. JuUle weten dat het vertrokken. Maar hoe? HU te niet verdwenen door het hek waar langs hU gekomen was, want we kunnen er zoo goed als zeker van zUn, dat Slane bleef ultkUken. Evenmin kan hij vertrokken zUn door het tweede hek. waarvan het slot niet werkte, zonder door iemand ge zien te worden. Ook over den muur kon hU niet geklommen zUn, omdat hU beslist schade had moeten aan richten aan de dicht begroeide bloembedden, die echter na een nauwkeurig onderzoek niet de minste sporen vertoonden. Dus bleef er maar één andere weg over: door de bibliotheek. Daar heb ik onmiddellUk aan gedacht. Dat was mUn eerste punt. Dan krijgen we zUn verhaal over de hut. Beaumont en ik hebben die hut nauwkeurig onderzocht; het was duidelUk. dat iemand heel kort tevoren in die hut was geweest maar later dan Newnham heeft opgegeven." „Hoe ben Je daar achter gekomen?" vroeg Beaumont. ,JCr waren niet de minste voetstappen in de modder tusschen de braamstruiken en de hut, of op het pad, dat er naar toe leidde. We hebben wel indrukken van hoeven gezien, maar niet van menschenvoeten. Dat was een zeer ge wichtig punt. Op den nacht van Aschers’ dood en Newnham’s verdwijnen heeft het gegoten en Iemand die zich dus door de modder een weg had gebaand naar de hut moest wel degelijk voetindrukken hebben achtergelaten. Ik ben natuurlUk bereid om aan te nemen dat de verschrlkkelUke stortbui die sporen weer kan hebben uitgewtacht, maar toen hjj "b moe-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7