PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
I
I
DE GESCHAAKTE BRUID
Alle abonné’s
I
Het beleg van Belgrado
Kloetske
Autobusdiensten in
Afghanistan
Mgr. Pereira
De zee behoudt haar
schatten
SPAANSCH
HET
NAAR
a
r
V
Oudste taxi-chauffeur
van Londen
De eerste blsschop van Kottar
in ons land
Hoe generaal d*AspremontReck-
heim huwde met prinses
Juliana Rókókcy
Het goad van de „Hampshire?*
en de „Lusitania**
I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ZATERDAG 21 JULI 1934
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
te slapen.1
Dan kom je t verste In de wereld, zegt moeder
autobusdienst
eerste
ópstond, sel hü
H. P.
gemoea
ot
wendde MarUena zich tot haar
1
Pater Esteban's gevoel van onprettigheid wm
A
V
<1
Uw eeer toegenegen in Christo
Moeder Maravillas de la Ooncepción
struikgewas kwam een tamelijk oude neger met
speer boog en pijl. De zwarte man viel op z'n
knieën en boog heel diep om een begroeting te
maken en verdween weer even plotseling als hü
gekomen was. „Wel dat kannibalisme hier valt
nogal mee, de negers schijnen respect voor ons
blanken te hebben" zei oom Sidney.
V
V
1
I
1
<1
I
V
t
1
V
V
1
I
1
1
I
1
1
1
1
1
I
3
1
t
1
1
aantal kleine ronde hutten uit klei gemaakt en
met rietgras afgedekt. Voor de hutten zagen we
vrouwen gekleed in een rok van groote boesen
bladeren, welke zü aan een kralengordel droe
gen. Ook liepen er heele leuke kleine zwarte
negertjes rond, die ons vol verbazing aanstaar
den.
Met een der bewoners waren we overeengeko-
In Afghanistan is de
opgericht.
De dienst gaat door de nauwe straten van
Kaboel van het eene eind der stad naar het
andere en verder naar Paghman. Het nieuwe
vervoermiddel is zeer populair en de bussen
zijn altijd overvol. In verband hiermede hebben
de autoriteiten besloten den dienst uit te brei
den.
mers van de hoogere school; maar bij zijn terug
komst kan hü daar niet meer zijn Intrek nemen
en weet niet waar hjj zich moet vestigen.
Een zesde der bevolking is Katholiek; maar
de andere vijf zesden moeten nog bekeerd wor
den. Het volk is arm en de streek is arm. Maar
het armste van al is de Blsschop. Toch heeft
Monseigneur veel hoop op de toekomst, vooral
wat de lagere klassen aangaat, de andere zijn
te hoogmoedig.
Z. H. Excellentie verblijft enkele dagen in
het klooster der Carmelleten te Oeleen (L.).
pakken?"
•Jk doe alles wat t_
beer directeur en ik kan goed
bij een der familieleden, terwijl wij dan voor
een nacht zijn hut in beslag zouden nemen.
V oor oom Sidney was een gevlochten slaapmat
opgehangen en Ik zou Slapen in een bedstede
tan klei, waarin wat droge bladeren dienst de
den als matras. Voor te gaan slapen lagen we
nog wat te praten, als we plotseling bij de ope
ning van onze hut geritsel hoorden.
een inlandsche kano. ,,Er is hier betrekkelijk
weinig te beleven, oom”, zei Bok, „en zouden we
niet een paar zwarten rijn tegengekomen dan
zou ik werkelijk niet gelooven dat we In het
dichtst <bevolkte deel van Afrika zijn.” „Je hoeft
neusch niet zoo naar avonturen te verlangen
Bok, deze komen vanzelf wel; we hebben toch
reeds zooveel beleefd.”
men der moeilijkheden, die hun huwelijk nog
in den weg stonden. De Kardinaal verklaarde
daarop, dat direct alle maatregelen moesten
genomen worden, opdat de prinses wellicht niet
zou worden gecompromitteerd en dat hl) alles
In het werk zou stellen, om hen zoo spoedig
mogelijk bij elkaar te brengen, om te kunnen
huwen. Nu knielden belden voor den Kardinaal,
gaven elkaar de hand en kusten zijn ring. De
Kardinaal nam belde handen in de zijne en
gaf hun plechtig zijn zegen.
Den volgenden dag waren zoowel Aspremont
als prinses Juliana uit Weenen verdwenen. De
vertoornde keizer zond overal zijn emlssairen
heer, om hen te zoeken. Ze werden gevonden
in St. Pölten. Zij hadden den zegen van den
Kardinaal bona of mala fide daarover staat
in de kronjjken niets opgevat als een huwe
lijksinzegening. De monarch raadpleegde den
kerkvorst, die van meenlng was, dat cp het
voldongen feit het kerkelijk huwelijk moest
volgen, te meer wijl de bruidegom als heer van
een .Jteichsunmittelbar” graafschap Ir. geenen
deele een mésalliance was voor de Hongsarsche
koningsdochter. Daar inmiddels de krijgsraad
Aspremont vrij had gesproken van schuld aan
de Belgraadsche catastrofe, liet de keizer zijn
plannen, om de prinses elders uit te huwelijken,
varen en keurde het huwelijk goed. Alaus kwa
men de Hongaarsche latlfundlën aan het huis
Reckhelm. De nieuwe gravin schonk haar echt
genoot twee zonen, die het geslacht voortretten.
Het graafschap Reckhelm, aan den linker Maas
oever dicht bU Maastricht, kwam bij den vrede
van Lunévllle in 1801 aan Frankrijk. De beeren
van Reckhelm kregen als schadeloosstelling de
heerlijkheid Balndt bij Ulm. Het geslacht
AspremontLynden leeft heden nog in België
voort,
Ma is niet zooals ze zijn moet,
Doch beslist uit haar humeur.
En met iets bevelends zegt ze:
„Sluit eerst ramen en de deur".
Pa sluit netjes deur en ramen,
Daar ook hij dit raadzaam vindt
En waarna, och u begrijpt het,
’t Lieve leventje begint!
„Wacht, ik zal je dit keer krijgen!’’
Zegt ma opgewonden kwaad
En ze rent meteen naar voren.
Aarzelt, dreigt, tenslotte slddi....
Pa is op een stoel gesprongen,
Daar hij de methode ként
En ook hij bromt zeer krijgshaftig:
„Wacht, ik krijg je wel, serpent!”
't Raam, dat trilt nu in de sponning,
Dus de slag kwam blijkbaar adn
Pa zegt dan„het was je bijna
Op een ruitje komen staan!"
Slechts een oogenblik is 't rustig.
Daarna gaan ze weer te keer.
Pa zoowel als mama rennen
Door de kamer heen en weer!
„Dat’s voor jou!" en ,,hier jij engerd"
Met bewegingen van slaan....
En gehoord de doffe ploffen
Komen deze klappen ddn!
Dan weer staan ze uit te blazen,
Want zoo’n huiselijk tooneel.
Ieder zal het ook begrijpen.
Vergt soms van je kracht te veel!
Wat? u meent, dat ’t ongehoord is?
Maar.wat heeft u dan gedacht?
Zóó gaan Pa en Ma des avonds
Altijd op de muggenjacht!
Thomas H. Collison is bekend als de oudste
londensche taxi-chauffeur. Ondanks zijn 84
jaar kan men hem eiken morgen om zes uur
aan *t stuur van zijn taxi zien zitten. Hl) is in
geheel Londen bekend onder den bijnaam Old
Bottles. HU oefent zijn beroep reeds 44 jaar
uit. Elk Jaar overweegt men bjj Scotland Yard
of men zijn vergunning nog wel zal verlengen,
doch tot nu toe heeft men dat steeds weer ge
daan. Collison heeft n.l. nog nooit een ernstig
ongeluk veroorzaakt. Er zijn nog een paar an
dere taxi-chauffeurs van meer^dan 65 jaar in
Londen. w*
het tastbare wonder dat hü steeds bij zich
droeg: zijn bezienswaardlge hand. De vingers
van zjjn rechterhand zaten met elkander ver
groeid; de duim was apart, maar de wijs- en
middelvinger, de ringvinger en pink vormden
twee aan twee één geheel. We stonden hier
dus voor het raadsel van drie vingers aan één
hand, terwijl er toch duidelijk vijf te tellen
waren. U moet niet denken dat het smoezelig
gezicht van Kloetske, zijn kapotte kousen en
gescheurde klompen, zjjn te ruime broek en
versleten jasje voor ons een beletsel vormden
om met hem om te gaan. Kloetske had een
goed hart, oprechte oogen enhet vreemde
van zijn bezienswaardlge hand. Dit alles was
genoegzame grond voor onze vriendschap en
onze bestendige achting.
Doch dit niet enkel.
Als niemand een rekensom kende, dan kende
Kloetske ze; als iedere scholier in gebreke
bleef om de landen van Europa met hun
hoofdsteden op te noemen en aan te wijzen,
dan Kloetske niet. Hij was de schranderste
en vlugste onder ons allen; hij verliet de lage
re school met enkel „tienen” op zijn rapport.
Het eigenaardige was dat wf) nooit afgunstig
tegenover hem gestaan hebben.
Hoeveel lof hem ook ten deel viel, welke
prachtige prijzen hjj door zijn bekwaamheid
vnor onzen neus ook weg sleepte, we gunden hem
dat van harte en waren gelukkig om zijn
blijheid. Jaloersch konden we zijn op een
schoolmakker, die een pluimpje kreeg; op één,
die kon buikspreken of zijn ooren kon laten
piepen: op een ander, die op zijn hoofd kon
staan of den tongslag kende bij een mond-
harmonlka.
Maar nimmer ontwaakte er Ijverzucht in
ons hart, als het Kloetske betrof. In trouwe
vriendschap hebben we met hem onsen school
tijd doorleefd en na de beëindiging daarvan
namen we als hechte kameraadjes afscheid,
om met de beste wederzljdsche gevoelens het
leven in te gaan
Oudere menschen maken plaats voor jon
geren; leerlingen worden knechts en wij. als
allerjongsten, vullen de leeggevallen plaatsen
der leerlingen aan. De een wordt smid en de
andere timmerman: die bankwerker en die
schilder, die kantoorbediende en die journalist.
zult vragen: „Wat is Kloetske geworden?"
Ik zal het u vertellen.
Op een prachtlgen Septembermorgen kwam
ik hem tegen in de hoofdstraat van ons stadje.
Hjj had zijn Zondagsche kleeren en zijn glan-
»ehd-gepoetste schoenen aan: zijn gezicht wns
frlsch gewasachen en zijn haren netjes ge
kamd.
Ha. Kjpetske.” zei jk. „Waar ga je Zoo
piekfijn naar toe?"
HU keek mü ooHJk aan en vroeg onderzoe
kend:
„Zul je t niet verklappen aan de anderen?”
„Wel nee, zeg maar op."
„Ik ga op een betrekking uit van leerling-
zetter bü" de firma Kolman Co. Niemand
zeggen, hoor,” fluisterde Kloetske geheimzin
nig. ..Straks zal ik je alles wel vertellen.”
En met deze woorden spoedde hij zich ver
der. Toen hij voor de groote étalage stond van
de drukkerij en boekhandel der fa. Kolman ét
er was voorgevallen,
klein was, toen de
familie moet goed verstaan, dat als een meisje
geen roeping voor het klooster heeft (en die
heeft Reina niet) het klooster niet de meest
geschikte plaats is, om haar Jeugd door de
brengen, voor een meisje, dat tot een hooge
klasse van de maatschappij behoort, en alle
ulterlüke en Innerlijke gaven bezit, om in de
wereld de plaats in te nemen, die haar rechtens
toekomt.
Het valt mij niet in, de familie van Reina
er een verwijt van te maken, hoe zij het meisje
aan haar lot heeft overgelaten sinds haar vader
gestorven is. Niemand kan een oordeel uit
spreken zonder, beide partijen gehoord te heb
ben, en als markies Juan Aledo aldus gehan
deld heeft met betrekking tot zijn kleindoch
ter, zal hij daarvoor wel zijn redenen gehad
hebben. Doch de opvoeding van Reina Is ten
einde, zü kan nipts meer leeren van haar
onderwijzeressen, en het is mijn plicht, de
aandacht van haar voogd er op te vestigen,
dat hl) een beslissing aangaande haar behoort
te nemen en mü zijn besluit kan meedeelen
vóór den 16 Juni as.. als wanneer de meisjes
met vacaqtle gaan. De regel van het pensionaat
laat geen meisje, ouder dan 18 jaar toe.
Ik hoop, Eerwaarde, dat u zoo goed wilt zijn
bovenstaande ter kennis van den markies te
brengen, en in afwachting van uw antwoord
verblijf ik,
gaandeweg afgenomen, naarmate hü las. Toen
hjj gereed was; slaakte hjj een zucht van ver
lichting als iemand, wlen men een zwaren
last van de schouders heeft genomen. MarUena
was weer het vuur gaan oppoken Juan de
Aledo zei niets. Ontelbare tegenstrijdige en
heftige gevoelens streden in hem. Die brief was
als een stilet, dat midden in een nog nauwe
lijks geheelde wond gestoken werd in d»
smartelijke wond van heel een leven, die altijd
bloedde, zich altijd deed gevoelen, en thans
opeens weer pijnlijk werd opengereten. Toen de.
minuten verstreken, en niemand iets zeide,
raadpleegden MarUena en de priester elkander
met een snellen blik De oogen van den markies
stonden strakker dan ooit. Het leven scheen
ultgebluscht in die oogappels, die onbewust en
onafgebroken op zijn bevende, geaderde handën
staarden.
Eensklaps
vader.
Zegt u niets, i>apa?
De markies richtte zich op, als iemand, die
uit een droom ontwaakt. Hjj was op dat
oogenblik zoo ver weg! Zoo ver weg van dien
somberen en majestueuaen salon l Hl) riep dc
oogenbltkken van ontroering voor zUn geest op.
die hl) Jaren te voren doorleefd had. Een
ander meisje, dat ook Reina heette, sou de
muren van het pensionaat verlaten, vroolljk en
levenslustig als een vogel. De elf jaren van
scheiding, die in het hart van den vader een
waren honger naar teederheld en naar bet
geselschap van zijn kind (een beeldschoon
meisje, het evenbeeld van haar moeder, die bü
imiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHmiiiiiiiiiiHHniiiiiiiiimiiiniiniiimmtaml
Op 5 Juni 1916 verdween de Engelsche pant
serkruiser ..Hampshire” bij de Orkney-eilanden
in de golven. Hl) was op een Duitsche mijn
geloopen. Bjj deze ramp kwam Lord Kitchener
om het leven, die zich in opdracht van de En
gelsche regeering naar Rusland zou begeven,
om daar over gezamenlijke operaties te be
raadslagen. Thans, nu de ramp ruim 18 jaar
achter ons ligt, weten wU nog niet hoe zl) on
danks alle beveiligingsmaatregelen kon voor
komen. doch men zoekt nu tenminste naar een
verklaring. De Engelsche admiraliteit heeft lil
van de maatschappij, die sedert drie jaar met
de grootste voorzichtigheid pogingen doet cm
in het wrak af te stijgen, voor zes jaar het
bergingswerk afgekocht. Ongetwijfeld zal zij nu
zelf de werkzaamheden ter hand nemen, om
behalve belangrijk politiek en militair bewijs
materiaal, de mllUoenen aan goud te redden,
die met den kruiser op den bodem der zee zijn
gezonken.
Tegelijkertijd wordt een ander belangrijk ber
gingswerk ondernomen. Dit betreft den ooeaan-
stoomer ..Lusitania”, die op 7 Mei 1918 voor de
lersche kust door een lersch oorlogsschip in
den grond werd geboord- Zooals bekend, ver
oorzaakte dit een ongekende verontwaardiging
in de Vereenlgde Staten, die toen nog neutraal
waren, temeer waar het een passagiersschip
was. Het schip had een groote goudlading aan
boord men sprak van 300 mlllloen dollar.
Wanneer het gelukken zou om de kostbare la
ding. waaronder zich ook een aantal fraaie dia
manten bevond, te bergen, dan wacht de be
trokken maatschappij een fabelachtig rijke
winst.
Overal rusten in de zeeën nog schatten van
onmetelljke waarde. Van het trotsche fregat
„Lutlne” tot de ..Hampshire” toe vindt men
nog genoeg onopgeloste raadsels op den zee
bodem.
xr y ergeelde familiepapieren bevatten dikwijls
\f aanteekeningen over famillegebeurtenis-
sen, die in den tijd, waarin zij gebeurden,
geheim werden gehouden, omdat daar de fami
lie belang bij had. Zulk een geval deed zich
voor in het jaar 1691 aan het hof van Keizer
Leopold I. Het „Relchsunmlttelbare” graafschap
Reckhelm was in de 16e eeuw overgegaan op
een tak van het Waalsche gravenhuis Aspre-
mont-Lynden, welk huis aan Oostenrijk ver
schillende veldheeren heeft geschonken onder
wie veldmaarschalk Ferdinand Karei, graaf von
Aspremont-Lynden. Ook de held van deze ga
lante historie was een Oostenrljksche generaal,
namelijk veldmaarschalk-luitepant Ferdinand-
Gobert d’Aspretnont-Reckheim.
Hij verdedigde in 1690 Belgrado tegen de
Turken. Niettegenstaande de eminente betee-
kenis van deze stelling, telde Aspremont's leger
maar 5000 man. Het was vooruit te zien, dat
de Turken zouaen pogen, Belgrado op de Kei-
aerlljken te veroveren, vooral toen aan de spits
der Turksche Armeeën getreden was de ener
gieke groot-vlzler Achmed Koprillü. Toen deze
in September 1690 „an der téte” van 50.C00 man
tegen Belgrado oprukte, versterkte Keizer
Leopold het Belgraadsche garnizoen, maar zond
een prul van een veldmaarschalk, den hertog
von Croy, onder wiens bevel Aspremout voor
de verdedigingswerken moest zorgen. De bele
gering duurde maar acht dagen, want op den
achtsten dag viel een gloeiende kanonskogel in
het kruitmagazijn en veroorzaakte een dusda
nige explosie, dat het heele infanterie-regiment
Aspremont met al zijn officieren in de lucht
vloog. De Turken namen stormenderhand de
stad in. Slechts 500 man ontkwamen, waaronder
Croy eA Aspremont.
Keizer Leopold was over den val van Bel
grado buiten zichzelf en toen Croy en Aspre
mont in Weenen verschenen, ontving hü hen
■eer ongenadig. De keizer liet dadelijk een
krijgsraad bijeenkomen er werd namelijk ook
van verraad gesproken maar wegens zün
vroegere verdiensten liet de monarch Aspremont
op vrijen voet. HU mocht zich vrU in Weenen
bewegen, mits hij zich ter beschikking hield van
den krijgsraad. Hij mocht ook in uniform rond-
loopen. Van dit recht maakte Aspremont. die
weduwnaar was. rtjkeljjk gebruik. Zijn gade,
een prinses van Nassau-Dillenburg, die hem op
züh veldtochten altijd begeleidde, wis bü de
belegering van Ofen gestorven. Het huwelijk
<as maar met één dochter gezegend geweest en
de heer van Reckhelm ging nu op „Freiers-
ftlsse”. En nu volgt de vermakelijke historie,
die Dr. Gaston Bodart in de „Reichspost” ver
telt. In een Weensch adellijk stift vond de heer
Aspremont, wat hl) zocht, maar het huwelijk
stonden schier onoverkomelijke moeilijkheden
in den weg. De jonge dame, die als bijzonder
mooi wordt geschilderd, stond onder bescher
ming van den keizer. Zij was In zijn hand als
een soort gijzelaarster. De monarch bad be
paalde plannen voor haar huwelijk. ZD was
namelijk de zuster van den in Weenen gehaten
en gevreesden Hongaarschen rebel, den vorst
van Zevenbergen, Frans II RAkókcy, die het
met de Turken hield. De liefelijke jonge dame,
Juliana Barbare RAkókcy was dus de zuster
van ’s keizers grootsten vijand. Hij hield dus
een waakzaam oog op haar en bet liet hem ab
soluut niet onverschillig, wie met de hand der
prinses tevens haar enorme goederen in Zeven
bergen en Hongarije zou krijgen.
Twee geliefden vinden wel wegen, om elkaar
te zien. De forsche keizerlijke generaal had een
diepen indruk gemaakt op het gemoea der
prinses en spoedig vonden zij het mladel. om
elkaar in het adellijke stift te ontmoeten. Op
•n goeden dag werd hun samenkomst gestoord
door den Kardlnaal-Prinsbisschop van Weenen,
graaf Kolonltz, die onverwachts het stilt kwam
inspecteeren.
De Kardinaal, die beiden goed kende, kon
niet nalaten, den generaal tamelijk energiek te
wijzen op het onvoegzame dier samenkomsten
in het damesstlft. Het verliefde paar antwoord
de echter, dat het in het geheim was verloofd
en dat bet alleen maar wachtte op het oprul-
altljd.”
„Juist," en terwijl de directeur hem vriend
schappelijk toelachte en langzaam van zijn stoel
opetond, sel hü: „Kom je Woensdagmorgen
dsn maar melden. Hoe heet je, vent?"
.Kloetske, mijnheer."
,Ku, Kloetske tot Woensdag dan.”
De directeur strekte een joviale hand naar
hem toe. Kloetske pekte die en voelde even
den warmen druk Maar op hetzelfde oogen
blik ontspanden zich de vingers en een vreemd,
misvormd kinderhandje rustte in de blanke
hand van den directeur. Diens oogen keken,
keken verwonderd en daarna zacht-tnedelü-
dend. HIJ schudde het hoofd.
,Koo ehnee. nu hoeft bet niet vent.
Zoo kan het niet. Kloetske."
Kloetske's oogen stonden groot. Van zün
eigen handje keek Iflj naar den directeur en
dan weer terug. Toen rees er voor bet eerst
een pünlljk begrijpen in zijn jonge hart.
Zün oprechte oogen vulden zich met tra
nen
Dien dag heeft Kloetske vele malen ge
schreid; lang en smartelijk geschreid in de
eenzaamheid van zün zolderkamertje.
de vrijmoedige conversatie
In-toekomst, „slapen moet
doen.”
„Nee, nee. Ik ral aanpakken en luisteren.
„Ik weet werkelük niet, of ik me tot u moet
richten, of tot markies Juan de Aledo, den
voogd en grootvader van juffrouw Reina Sol-
Vadal. Doch daar ik me reeds bü zekere ge
legenheid, toen ik u schreef over onderwerpen
in verband met de opvoeding van het meisje,
tot u gewend heb. zoo heb ik gemeend
temeer daar ik me in allee, wat op Reina
betrekking heeft, met u heb verstaan dat
het niet te veel gevergd zal zün, als ik u dit
maal ook de kwestie voorleg, die aanleiding is
tot dit schrüven.
Reina Solvadal is reeds achttien Jaar gewor
den. Het ia niet, dat baar aanwezigheid op bet
pensionaat een beswaar voor mü is O. L.
Heer weet maar al te goed, boe bedroefd ik
zal zün den dag dat zü een van mün liefste
leerlingen, dit huis aal verlaten doch baar
gebouwd, en een kerk van lateren datum, die
aan dien Heilige is toegewijd. Het is een van de
grootste bedevaartplaatsen van het Zuiden van
Indié.
De eerste Blsschop van Kottar is Z. H. Exc.
Mgr. Laurentius Pereira, die heel zün pries
terlijke opleiding ontving in het Seminarie der
Ongeschoeide Carmelleten te Quilon. Hü werd
tot priester gewijd door Mgr. Ossi, Cann., Bis-
schop van Quilon. enkele dagen voordat deze
naar Rome en België afreisde, waar hü te Gent
óp een tragische wüze om het leven kwam en
begraven werd. Mgr. Pereira was gedurende vele
Jaren werkzaam als pastoor In het bisdom Qui
lon uitgekozen om het werk der bekeering der
Jacobieten te beginnen. Gedurende de 25 Jaren
van zün priesterschap heeft hü meer dan twee
duizend heidenen* bekeerd en meer dan duizend
Jacobieten, waarvan zes priesters, tot den waren
schaapstal van Christus teruggebracht. Zoo was
hü de eerste Latünsche Missionaris, die de her-
eeniging der Jacobieten met de Katholieke Kerk
inzette. Door een voorbeschikking der Godde-
lüke Voorzienigheid werd hü tot Blsschop ge-
wüd een week, nadat Mgr. Ivanios en Mgr.
Theophilos. twee Jacobietische Bisschoppen, in
de Katholieke Kerk werden opgenomen. Zoo
smaakte hü den troost die twee bekeerde Bis
schoppen bü zün wijding aanwezig te zien.
In het Nieuwe bisdom hebben de Protestan
ten, de Lutheranen en het Leger des hells reeds
sedert lang hun hoofdkwartieren gevestigd. Met
al tiet geld, waarover zü beschikken, kunnen zü
propaganda maken door hun Hoogere, Middel
bare en Lagere scholen, door hun hospitalen en
drukkersen. De Katholieken bezitten er lagere,
twee middelbare en één hoogere school voor
meisjes. Ze zün arm en weinig steun komt hun
van Europa en elders toe.
Vooral het ontbreken van een hoogere school
voor Jongens doet zich büzonder gevoelen. Eigen
lijk is de school reeds gebouwd, maar de Bis-
schop kan ze niet voorzien van de noodlge boe
ken, Instrumenten en meubels, zooals die door
het staatsbestuur voor zulke scholen wordt ver-
eischt.
Voor zün meer dan 100.000 Katholieken be
schikt de Blsschop slechts over 34 priesters, met
110 Kerke nen 15 Kapellen. In de laatste drie
jaar *ün er meer dan 6.000 bekeerlngen uit het
zün. MarUena wm thans vastbesloten, om baar
schepen achter zich te verbranden, ten bate
van den familie-vrede Zachtjes drong zü «an,
met haar welluidende stem, terwijl at) den
markies vast in de oogen zag:
U moet toch Iets zeggen, papa. U boort
toch, dat de Moeder-Overste schrüft, dat Reina
niet op het pensionaat kan blüven.
Juist, viel peter Esteban bü- «n oe
redenen, die zü opnoemt, laten geen tegen
spraak toe. Als het meisje geen zuster wil wor
den, dan is het dAAr niet bepswld de plaats,
waar se weaen moet, temeer daar se een tehuis
en familie hoeft.
Beiden zagen, boe de oogen van den mar
kies flikkerden van toorn, en hoe hü «Ich
nauwelüks wist te beheerschen. Terwijl hij zün
blik, op dat oogenblik hard als staal, op den
priester vestigde, protesteerde hü verontwaar
digd.
Zou u misschien in staat zün, mü te raden
om haar hier te halen?
Ja jeker, münneer. Waarom niet? an t
woordde de priester op zün kalme, vaste manier
van spreken. Als voogd bent u verplicht, om
u te bemoeien met de heele inrichting van uw
pupil an haar in zulke omstandigheden te
plaatsen als overeenkomt met haar vermogen
en haar maatachappelüke positie Dat is, wat
de wet van u eischt, en dat is ook, wat u voor
ieder ander meisje sou doen, als u de rechten
en plichten van de voogdüschap op u geno
men had Rondweg gesproken, ziedaar dus, wat
u tegenover Reina moet doen.
(Wordt vervolgd)
MarUena bespiedde de gelaatsuitdrukking
van den oude. Zün trekken werden hard. Zün
fünverzorgde handen klemden zich bevend om
de leuning van zün stoel, en zün stem, een
weinig gesmoord door het begin van tdorn. dat
Sltüd bü hem werd opgewekt door het ncomen
alleen al van den naam Bolvadal, dien hü soo
hartgrondig verwenschte, beet als het ware de
woorden af:
En is het beslist noodzakelük. dat u me
dat komt meedeelen?
Als het dat niet wm, zou ik het zeker
niet gedaan hebben, münhser. Dat sou veel
prettiger voor me geweest zün, gelooft u ook
niet? Het is nooit aangenaam met iemand te
spreken over dingen, die hü hoogst ongaarne*
hoort. Uit den Inhoud van den brief suit u
kunnen beoordeelen of ik er het swügen toe
kon doen.
En de welveraorgde hand van pater Esteban
wilde hem reeds het blad papier reiken; doch de
markies weerde hem heftig af.
Noen, neen, mijnbeer. Leest u bsm maar
-r t kent natuurlük Kloetske niet. In ons
I J kleine, rustige stadje worden de wonder-
lükste menschen geboren en leven de
meest markante typen en sterven de vrlende-
lükste en verstandigste en beroemdste heden,
zonder dat de groote wereld van bun bestaan
geweten heeft.
Nü kunnen we ons dat heel goed begrijpen;
maar als kind was ik er heilig van overtuigd,
dat alle menschen ter wereld tot koningen en
vorsten toe, óns Kloetske kennen zouden en
gelük wü, kinderen, voor hem een eerbiedige
bewondering zouden koesteren.
Omdat ik thans weet dat de wereld te wüd
en te uitgestrekt is om iets van het leven van
Kloetske af te weten, heb ik mü neergezet om
u een episode uit zün bestaan te vertellen.
Komt Kloetske dan ooit ter sprake, zoo kunt
ge déze geschiedenis van hem althans naar
voren brengen.
Door ons werd Kloetske geacht en eerbiedig
aangekoken. bemind en nageloopen wegens
hard op, als u er geen bezwaar tegen hebt.
Dat zal beter wezen.
Pater Esteban zette zün calotje op, dat hü
had algenomen, om den markies te begroeten,
haalde zün goudgeranden bril uit het etui,
en zette dien op zün fünbesnetjjp neus. MarUena
had tegenover haar vader P^Pts genomen. Zü
was ietwat in de war en ongerust, en om haar
opwinding een weinig te verbergen, pookte zü
het kwünend vuur in dé grooten haard wat op
Het geknetter, dat daarvan het gevolg was,
maakte de stem van den priester bü het begin
van zün lectuur ietwat onduldeUJk. en zoo
kon de markies niet opmerken, dat die stem
lichtehjk heeach klonk van ontroering. Na den
aanhef luidde de brief als vlogt:
u mü vragen zal, mün-
1 leeren. Op
school had ik
„Zoo, nou dat is veel waard. Hoe oud ben
Reeds verschillende dagen vertoeft in ons
land Z. H. Exc. Mgr. Laurentius Pereira en be
zoekt de verschillende kloosters der Onge
schoeide Carmelleten en Carmelitessen.
Het bisdom Kottar, waarvan Mgr. Pereira de
eerste blsschop is, is in het Zuid-Westelük ge
deelte van Engelsch-Indlë gelegen. Het strekt
zich uit tusschen den Indischen Oceaan en het
Gratgebergte, over de meest Zuidelüke provincie
van den staat Travancore. Deze provincie en
het bisdom worden bevolkt door ongeveer zes
honderd duizend inwoners: Hindoes, Mahome-
danen en Protestanten. Meer dan honderddui
zend zün er echter Katholiek en behooren tot
den Latünschen ritus.
Het bisdom Kottar maakte tot in 1930 deel
uit van het bisdom Quilon en was aan de
Ongeschoeide Carmelleten toevertrouwd Sedert
1908 zün er de Vlaamsche Carmelleten werk
zaam. Ook vertoefden er gedurende eenlgen tüd
enkele Hollanders.
Omdat de Katholieke Kerk er zoo bloeide,
maakte Z. H. Paus Plus XI, door zün bulle
„Ad pastorale ministerlum" van 26 Mei 1930
dat zuidelük deel van het bisdom Quilon tot een
zelfstandig bisdom, dat aan de Inlandsche gees-
telükheid der streek is toevertrouwd.
Het nieuwe bisdom werd „van Kottar” gehee-
ten, naar de plaats waar de H. Franclscus Xa-
verius zün groot bekeeringswerk begon. Daar
staat nu nog het kapelletje, dat door hem is
Co., klopte Kloetske het hart in de keel. Moe
dig draaide hü de winkeldeur open en stapte
binnen.
„Zoo, jonge man." sel de bediende.
„Ik moet den directeur even spreken," be
gon Kloetske.
„Nu direct?"
.Asjeblief.”
De bediende ging hem voor, tikte op een
deur en liet Kloetske een groote kamer bin
nen. Daar lagen boeken en papieren; achter
een schrijfbureau zat een deftig heer met
breed-omranden bril op. Hü keek naar Kloetske
en wenkte hem.
,^eg het eens ventje." vroeg de directeur,
toen Kloetske naast zün bureau stond. Kloetske
slikte, neep zün handjes op zün rug samen en
set:
,Jk kwam vra
gen om leerling-
zetter te worden, j
münheer direc- i
de geboorte van MarUena gestorven was) had
den opgewekt, souden dan nu eindigen met de
onultsprekelüke vreugde van haar thuiskomst.
Alles leek den vader te klein en te gering, om
zün dochter te ontvangen en het was een over
vloed van weelde en liefde, waarmee hü Reina
verwelkomde. Wat werd hü er slecht voor be
loond.
Toen MarUena zich tot hem wendde, verbrak
Don Juan den draad van zün herinneringen, en
zün oogen opheffend, waaruit een slele-angst
sprak, dat men er medelüden mee moest heb
ben. antwoordde hü op gebroken toon:
En wat wil Je, dat ik zeggen zal. MarUena?
Er klonk iets smeekends in de stem van den
ouden man. dat den priester diep ontroerde.
Het wm, alsof dat levenswrak, afgetobt van
het heen en weer gesleept worden door de
smart, om genade vroeg. En pater Esteban
begreep, dat het uit dezen laatsten strüd meer
gehavend te voorachün zou komen dan ooit,
daar de krachten van den grijsaard reeds waren
aangetast. MarUena op haar beurt begreep nog
iets andere: nl. dat men alle middelen te
baat moest nemen, om elndelük sens af te
rekenen met dien haat en die rancune on die
sctieiding, waarvan haar nichtje Reina het
slachtoffer wm. zonder dat zü eenlge schuld
had Wat had het meisje voor schuld aan wat
ar tusschen haar ouders en haar grootvader
was voorgevallen? Om de waarheid te seggen.
wist barones Tallares zelf ook niet goed. w«'
daar zü nog maar heel
onaangenaamheden plaats
hadden. Doch wat er dan ook gebeurd moohé
je elgenlük?”
,Jk ben er dertien, münheer. Onze Plet Is
de oudste thuis. Maar die rookt sigaretten en
leest zich suf. Vader zegt dat hü altüd loopt
te slapen
rflw." lachte de directeur, die schik kreeg In
van den leerUng-
je bü ons niet
op dit blad zijn ingevolge de verzekertngzvoorwaarden tegen f bü levenslange gebeele ongeschiktheid t Jt werken door f yCfl bü een ongevat met OCfï bü verlies van een hand f 1 JÜ verlies van een f Cfi bü een breuk van bü verlies van *n
ongevallen verzekerd voor een der volgonoe ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen f g doodelüken afloop f een voet of een oog 1 luim of wüavlnger «z</.”been at arm f anderen vlngw
„O, zoo," knik- j
te hü en leunde 1
In zün stoel ach- i*
terover. Hü nam Kloetske van kop tot teen op
en met een goedkeurende beweging van zün
hoofd, vroeg hü:
,^en je nog al gezeglijk en vlug van aan
had hü dit gezegd of uit het
heldendom geweest. Voor hen en andere be
keerlingen moeten nieuwe kerken worden ge
bouwd en de bestaande ultgebreld.
De Blsschop zelf heeft nog niet eens
iiimnuuiiiiiii TOONEELTJE