PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd I I DE GESCHAAKTE BRUID Alle abonné’s I Het beleg van Belgrado Kloetske Autobusdiensten in Afghanistan Mgr. Pereira De zee behoudt haar schatten SPAANSCH HET NAAR a r V Oudste taxi-chauffeur van Londen De eerste blsschop van Kottar in ons land Hoe generaal d*AspremontReck- heim huwde met prinses Juliana Rókókcy Het goad van de „Hampshire?* en de „Lusitania** I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ZATERDAG 21 JULI 1934 MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) te slapen.1 Dan kom je t verste In de wereld, zegt moeder autobusdienst eerste ópstond, sel hü H. P. gemoea ot wendde MarUena zich tot haar 1 Pater Esteban's gevoel van onprettigheid wm A V <1 Uw eeer toegenegen in Christo Moeder Maravillas de la Ooncepción struikgewas kwam een tamelijk oude neger met speer boog en pijl. De zwarte man viel op z'n knieën en boog heel diep om een begroeting te maken en verdween weer even plotseling als hü gekomen was. „Wel dat kannibalisme hier valt nogal mee, de negers schijnen respect voor ons blanken te hebben" zei oom Sidney. V V 1 I 1 <1 I V t 1 V V 1 I 1 1 I 1 1 1 1 1 I 3 1 t 1 1 aantal kleine ronde hutten uit klei gemaakt en met rietgras afgedekt. Voor de hutten zagen we vrouwen gekleed in een rok van groote boesen bladeren, welke zü aan een kralengordel droe gen. Ook liepen er heele leuke kleine zwarte negertjes rond, die ons vol verbazing aanstaar den. Met een der bewoners waren we overeengeko- In Afghanistan is de opgericht. De dienst gaat door de nauwe straten van Kaboel van het eene eind der stad naar het andere en verder naar Paghman. Het nieuwe vervoermiddel is zeer populair en de bussen zijn altijd overvol. In verband hiermede hebben de autoriteiten besloten den dienst uit te brei den. mers van de hoogere school; maar bij zijn terug komst kan hü daar niet meer zijn Intrek nemen en weet niet waar hjj zich moet vestigen. Een zesde der bevolking is Katholiek; maar de andere vijf zesden moeten nog bekeerd wor den. Het volk is arm en de streek is arm. Maar het armste van al is de Blsschop. Toch heeft Monseigneur veel hoop op de toekomst, vooral wat de lagere klassen aangaat, de andere zijn te hoogmoedig. Z. H. Excellentie verblijft enkele dagen in het klooster der Carmelleten te Oeleen (L.). pakken?" •Jk doe alles wat t_ beer directeur en ik kan goed bij een der familieleden, terwijl wij dan voor een nacht zijn hut in beslag zouden nemen. V oor oom Sidney was een gevlochten slaapmat opgehangen en Ik zou Slapen in een bedstede tan klei, waarin wat droge bladeren dienst de den als matras. Voor te gaan slapen lagen we nog wat te praten, als we plotseling bij de ope ning van onze hut geritsel hoorden. een inlandsche kano. ,,Er is hier betrekkelijk weinig te beleven, oom”, zei Bok, „en zouden we niet een paar zwarten rijn tegengekomen dan zou ik werkelijk niet gelooven dat we In het dichtst <bevolkte deel van Afrika zijn.” „Je hoeft neusch niet zoo naar avonturen te verlangen Bok, deze komen vanzelf wel; we hebben toch reeds zooveel beleefd.” men der moeilijkheden, die hun huwelijk nog in den weg stonden. De Kardinaal verklaarde daarop, dat direct alle maatregelen moesten genomen worden, opdat de prinses wellicht niet zou worden gecompromitteerd en dat hl) alles In het werk zou stellen, om hen zoo spoedig mogelijk bij elkaar te brengen, om te kunnen huwen. Nu knielden belden voor den Kardinaal, gaven elkaar de hand en kusten zijn ring. De Kardinaal nam belde handen in de zijne en gaf hun plechtig zijn zegen. Den volgenden dag waren zoowel Aspremont als prinses Juliana uit Weenen verdwenen. De vertoornde keizer zond overal zijn emlssairen heer, om hen te zoeken. Ze werden gevonden in St. Pölten. Zij hadden den zegen van den Kardinaal bona of mala fide daarover staat in de kronjjken niets opgevat als een huwe lijksinzegening. De monarch raadpleegde den kerkvorst, die van meenlng was, dat cp het voldongen feit het kerkelijk huwelijk moest volgen, te meer wijl de bruidegom als heer van een .Jteichsunmittelbar” graafschap Ir. geenen deele een mésalliance was voor de Hongsarsche koningsdochter. Daar inmiddels de krijgsraad Aspremont vrij had gesproken van schuld aan de Belgraadsche catastrofe, liet de keizer zijn plannen, om de prinses elders uit te huwelijken, varen en keurde het huwelijk goed. Alaus kwa men de Hongaarsche latlfundlën aan het huis Reckhelm. De nieuwe gravin schonk haar echt genoot twee zonen, die het geslacht voortretten. Het graafschap Reckhelm, aan den linker Maas oever dicht bU Maastricht, kwam bij den vrede van Lunévllle in 1801 aan Frankrijk. De beeren van Reckhelm kregen als schadeloosstelling de heerlijkheid Balndt bij Ulm. Het geslacht AspremontLynden leeft heden nog in België voort, Ma is niet zooals ze zijn moet, Doch beslist uit haar humeur. En met iets bevelends zegt ze: „Sluit eerst ramen en de deur". Pa sluit netjes deur en ramen, Daar ook hij dit raadzaam vindt En waarna, och u begrijpt het, ’t Lieve leventje begint! „Wacht, ik zal je dit keer krijgen!’’ Zegt ma opgewonden kwaad En ze rent meteen naar voren. Aarzelt, dreigt, tenslotte slddi.... Pa is op een stoel gesprongen, Daar hij de methode ként En ook hij bromt zeer krijgshaftig: „Wacht, ik krijg je wel, serpent!” 't Raam, dat trilt nu in de sponning, Dus de slag kwam blijkbaar adn Pa zegt dan„het was je bijna Op een ruitje komen staan!" Slechts een oogenblik is 't rustig. Daarna gaan ze weer te keer. Pa zoowel als mama rennen Door de kamer heen en weer! „Dat’s voor jou!" en ,,hier jij engerd" Met bewegingen van slaan.... En gehoord de doffe ploffen Komen deze klappen ddn! Dan weer staan ze uit te blazen, Want zoo’n huiselijk tooneel. Ieder zal het ook begrijpen. Vergt soms van je kracht te veel! Wat? u meent, dat ’t ongehoord is? Maar.wat heeft u dan gedacht? Zóó gaan Pa en Ma des avonds Altijd op de muggenjacht! Thomas H. Collison is bekend als de oudste londensche taxi-chauffeur. Ondanks zijn 84 jaar kan men hem eiken morgen om zes uur aan *t stuur van zijn taxi zien zitten. Hl) is in geheel Londen bekend onder den bijnaam Old Bottles. HU oefent zijn beroep reeds 44 jaar uit. Elk Jaar overweegt men bjj Scotland Yard of men zijn vergunning nog wel zal verlengen, doch tot nu toe heeft men dat steeds weer ge daan. Collison heeft n.l. nog nooit een ernstig ongeluk veroorzaakt. Er zijn nog een paar an dere taxi-chauffeurs van meer^dan 65 jaar in Londen. w* het tastbare wonder dat hü steeds bij zich droeg: zijn bezienswaardlge hand. De vingers van zjjn rechterhand zaten met elkander ver groeid; de duim was apart, maar de wijs- en middelvinger, de ringvinger en pink vormden twee aan twee één geheel. We stonden hier dus voor het raadsel van drie vingers aan één hand, terwijl er toch duidelijk vijf te tellen waren. U moet niet denken dat het smoezelig gezicht van Kloetske, zijn kapotte kousen en gescheurde klompen, zjjn te ruime broek en versleten jasje voor ons een beletsel vormden om met hem om te gaan. Kloetske had een goed hart, oprechte oogen enhet vreemde van zijn bezienswaardlge hand. Dit alles was genoegzame grond voor onze vriendschap en onze bestendige achting. Doch dit niet enkel. Als niemand een rekensom kende, dan kende Kloetske ze; als iedere scholier in gebreke bleef om de landen van Europa met hun hoofdsteden op te noemen en aan te wijzen, dan Kloetske niet. Hij was de schranderste en vlugste onder ons allen; hij verliet de lage re school met enkel „tienen” op zijn rapport. Het eigenaardige was dat wf) nooit afgunstig tegenover hem gestaan hebben. Hoeveel lof hem ook ten deel viel, welke prachtige prijzen hjj door zijn bekwaamheid vnor onzen neus ook weg sleepte, we gunden hem dat van harte en waren gelukkig om zijn blijheid. Jaloersch konden we zijn op een schoolmakker, die een pluimpje kreeg; op één, die kon buikspreken of zijn ooren kon laten piepen: op een ander, die op zijn hoofd kon staan of den tongslag kende bij een mond- harmonlka. Maar nimmer ontwaakte er Ijverzucht in ons hart, als het Kloetske betrof. In trouwe vriendschap hebben we met hem onsen school tijd doorleefd en na de beëindiging daarvan namen we als hechte kameraadjes afscheid, om met de beste wederzljdsche gevoelens het leven in te gaan Oudere menschen maken plaats voor jon geren; leerlingen worden knechts en wij. als allerjongsten, vullen de leeggevallen plaatsen der leerlingen aan. De een wordt smid en de andere timmerman: die bankwerker en die schilder, die kantoorbediende en die journalist. zult vragen: „Wat is Kloetske geworden?" Ik zal het u vertellen. Op een prachtlgen Septembermorgen kwam ik hem tegen in de hoofdstraat van ons stadje. Hjj had zijn Zondagsche kleeren en zijn glan- »ehd-gepoetste schoenen aan: zijn gezicht wns frlsch gewasachen en zijn haren netjes ge kamd. Ha. Kjpetske.” zei jk. „Waar ga je Zoo piekfijn naar toe?" HU keek mü ooHJk aan en vroeg onderzoe kend: „Zul je t niet verklappen aan de anderen?” „Wel nee, zeg maar op." „Ik ga op een betrekking uit van leerling- zetter bü" de firma Kolman Co. Niemand zeggen, hoor,” fluisterde Kloetske geheimzin nig. ..Straks zal ik je alles wel vertellen.” En met deze woorden spoedde hij zich ver der. Toen hij voor de groote étalage stond van de drukkerij en boekhandel der fa. Kolman ét er was voorgevallen, klein was, toen de familie moet goed verstaan, dat als een meisje geen roeping voor het klooster heeft (en die heeft Reina niet) het klooster niet de meest geschikte plaats is, om haar Jeugd door de brengen, voor een meisje, dat tot een hooge klasse van de maatschappij behoort, en alle ulterlüke en Innerlijke gaven bezit, om in de wereld de plaats in te nemen, die haar rechtens toekomt. Het valt mij niet in, de familie van Reina er een verwijt van te maken, hoe zij het meisje aan haar lot heeft overgelaten sinds haar vader gestorven is. Niemand kan een oordeel uit spreken zonder, beide partijen gehoord te heb ben, en als markies Juan Aledo aldus gehan deld heeft met betrekking tot zijn kleindoch ter, zal hij daarvoor wel zijn redenen gehad hebben. Doch de opvoeding van Reina Is ten einde, zü kan nipts meer leeren van haar onderwijzeressen, en het is mijn plicht, de aandacht van haar voogd er op te vestigen, dat hl) een beslissing aangaande haar behoort te nemen en mü zijn besluit kan meedeelen vóór den 16 Juni as.. als wanneer de meisjes met vacaqtle gaan. De regel van het pensionaat laat geen meisje, ouder dan 18 jaar toe. Ik hoop, Eerwaarde, dat u zoo goed wilt zijn bovenstaande ter kennis van den markies te brengen, en in afwachting van uw antwoord verblijf ik, gaandeweg afgenomen, naarmate hü las. Toen hjj gereed was; slaakte hjj een zucht van ver lichting als iemand, wlen men een zwaren last van de schouders heeft genomen. MarUena was weer het vuur gaan oppoken Juan de Aledo zei niets. Ontelbare tegenstrijdige en heftige gevoelens streden in hem. Die brief was als een stilet, dat midden in een nog nauwe lijks geheelde wond gestoken werd in d» smartelijke wond van heel een leven, die altijd bloedde, zich altijd deed gevoelen, en thans opeens weer pijnlijk werd opengereten. Toen de. minuten verstreken, en niemand iets zeide, raadpleegden MarUena en de priester elkander met een snellen blik De oogen van den markies stonden strakker dan ooit. Het leven scheen ultgebluscht in die oogappels, die onbewust en onafgebroken op zijn bevende, geaderde handën staarden. Eensklaps vader. Zegt u niets, i>apa? De markies richtte zich op, als iemand, die uit een droom ontwaakt. Hjj was op dat oogenblik zoo ver weg! Zoo ver weg van dien somberen en majestueuaen salon l Hl) riep dc oogenbltkken van ontroering voor zUn geest op. die hl) Jaren te voren doorleefd had. Een ander meisje, dat ook Reina heette, sou de muren van het pensionaat verlaten, vroolljk en levenslustig als een vogel. De elf jaren van scheiding, die in het hart van den vader een waren honger naar teederheld en naar bet geselschap van zijn kind (een beeldschoon meisje, het evenbeeld van haar moeder, die bü imiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHmiiiiiiiiiiHHniiiiiiiiimiiiniiniiimmtaml Op 5 Juni 1916 verdween de Engelsche pant serkruiser ..Hampshire” bij de Orkney-eilanden in de golven. Hl) was op een Duitsche mijn geloopen. Bjj deze ramp kwam Lord Kitchener om het leven, die zich in opdracht van de En gelsche regeering naar Rusland zou begeven, om daar over gezamenlijke operaties te be raadslagen. Thans, nu de ramp ruim 18 jaar achter ons ligt, weten wU nog niet hoe zl) on danks alle beveiligingsmaatregelen kon voor komen. doch men zoekt nu tenminste naar een verklaring. De Engelsche admiraliteit heeft lil van de maatschappij, die sedert drie jaar met de grootste voorzichtigheid pogingen doet cm in het wrak af te stijgen, voor zes jaar het bergingswerk afgekocht. Ongetwijfeld zal zij nu zelf de werkzaamheden ter hand nemen, om behalve belangrijk politiek en militair bewijs materiaal, de mllUoenen aan goud te redden, die met den kruiser op den bodem der zee zijn gezonken. Tegelijkertijd wordt een ander belangrijk ber gingswerk ondernomen. Dit betreft den ooeaan- stoomer ..Lusitania”, die op 7 Mei 1918 voor de lersche kust door een lersch oorlogsschip in den grond werd geboord- Zooals bekend, ver oorzaakte dit een ongekende verontwaardiging in de Vereenlgde Staten, die toen nog neutraal waren, temeer waar het een passagiersschip was. Het schip had een groote goudlading aan boord men sprak van 300 mlllloen dollar. Wanneer het gelukken zou om de kostbare la ding. waaronder zich ook een aantal fraaie dia manten bevond, te bergen, dan wacht de be trokken maatschappij een fabelachtig rijke winst. Overal rusten in de zeeën nog schatten van onmetelljke waarde. Van het trotsche fregat „Lutlne” tot de ..Hampshire” toe vindt men nog genoeg onopgeloste raadsels op den zee bodem. xr y ergeelde familiepapieren bevatten dikwijls \f aanteekeningen over famillegebeurtenis- sen, die in den tijd, waarin zij gebeurden, geheim werden gehouden, omdat daar de fami lie belang bij had. Zulk een geval deed zich voor in het jaar 1691 aan het hof van Keizer Leopold I. Het „Relchsunmlttelbare” graafschap Reckhelm was in de 16e eeuw overgegaan op een tak van het Waalsche gravenhuis Aspre- mont-Lynden, welk huis aan Oostenrijk ver schillende veldheeren heeft geschonken onder wie veldmaarschalk Ferdinand Karei, graaf von Aspremont-Lynden. Ook de held van deze ga lante historie was een Oostenrljksche generaal, namelijk veldmaarschalk-luitepant Ferdinand- Gobert d’Aspretnont-Reckheim. Hij verdedigde in 1690 Belgrado tegen de Turken. Niettegenstaande de eminente betee- kenis van deze stelling, telde Aspremont's leger maar 5000 man. Het was vooruit te zien, dat de Turken zouaen pogen, Belgrado op de Kei- aerlljken te veroveren, vooral toen aan de spits der Turksche Armeeën getreden was de ener gieke groot-vlzler Achmed Koprillü. Toen deze in September 1690 „an der téte” van 50.C00 man tegen Belgrado oprukte, versterkte Keizer Leopold het Belgraadsche garnizoen, maar zond een prul van een veldmaarschalk, den hertog von Croy, onder wiens bevel Aspremout voor de verdedigingswerken moest zorgen. De bele gering duurde maar acht dagen, want op den achtsten dag viel een gloeiende kanonskogel in het kruitmagazijn en veroorzaakte een dusda nige explosie, dat het heele infanterie-regiment Aspremont met al zijn officieren in de lucht vloog. De Turken namen stormenderhand de stad in. Slechts 500 man ontkwamen, waaronder Croy eA Aspremont. Keizer Leopold was over den val van Bel grado buiten zichzelf en toen Croy en Aspre mont in Weenen verschenen, ontving hü hen ■eer ongenadig. De keizer liet dadelijk een krijgsraad bijeenkomen er werd namelijk ook van verraad gesproken maar wegens zün vroegere verdiensten liet de monarch Aspremont op vrijen voet. HU mocht zich vrU in Weenen bewegen, mits hij zich ter beschikking hield van den krijgsraad. Hij mocht ook in uniform rond- loopen. Van dit recht maakte Aspremont. die weduwnaar was. rtjkeljjk gebruik. Zijn gade, een prinses van Nassau-Dillenburg, die hem op züh veldtochten altijd begeleidde, wis bü de belegering van Ofen gestorven. Het huwelijk <as maar met één dochter gezegend geweest en de heer van Reckhelm ging nu op „Freiers- ftlsse”. En nu volgt de vermakelijke historie, die Dr. Gaston Bodart in de „Reichspost” ver telt. In een Weensch adellijk stift vond de heer Aspremont, wat hl) zocht, maar het huwelijk stonden schier onoverkomelijke moeilijkheden in den weg. De jonge dame, die als bijzonder mooi wordt geschilderd, stond onder bescher ming van den keizer. Zij was In zijn hand als een soort gijzelaarster. De monarch bad be paalde plannen voor haar huwelijk. ZD was namelijk de zuster van den in Weenen gehaten en gevreesden Hongaarschen rebel, den vorst van Zevenbergen, Frans II RAkókcy, die het met de Turken hield. De liefelijke jonge dame, Juliana Barbare RAkókcy was dus de zuster van ’s keizers grootsten vijand. Hij hield dus een waakzaam oog op haar en bet liet hem ab soluut niet onverschillig, wie met de hand der prinses tevens haar enorme goederen in Zeven bergen en Hongarije zou krijgen. Twee geliefden vinden wel wegen, om elkaar te zien. De forsche keizerlijke generaal had een diepen indruk gemaakt op het gemoea der prinses en spoedig vonden zij het mladel. om elkaar in het adellijke stift te ontmoeten. Op •n goeden dag werd hun samenkomst gestoord door den Kardlnaal-Prinsbisschop van Weenen, graaf Kolonltz, die onverwachts het stilt kwam inspecteeren. De Kardinaal, die beiden goed kende, kon niet nalaten, den generaal tamelijk energiek te wijzen op het onvoegzame dier samenkomsten in het damesstlft. Het verliefde paar antwoord de echter, dat het in het geheim was verloofd en dat bet alleen maar wachtte op het oprul- altljd.” „Juist," en terwijl de directeur hem vriend schappelijk toelachte en langzaam van zijn stoel opetond, sel hü: „Kom je Woensdagmorgen dsn maar melden. Hoe heet je, vent?" .Kloetske, mijnheer." ,Ku, Kloetske tot Woensdag dan.” De directeur strekte een joviale hand naar hem toe. Kloetske pekte die en voelde even den warmen druk Maar op hetzelfde oogen blik ontspanden zich de vingers en een vreemd, misvormd kinderhandje rustte in de blanke hand van den directeur. Diens oogen keken, keken verwonderd en daarna zacht-tnedelü- dend. HIJ schudde het hoofd. ,Koo ehnee. nu hoeft bet niet vent. Zoo kan het niet. Kloetske." Kloetske's oogen stonden groot. Van zün eigen handje keek Iflj naar den directeur en dan weer terug. Toen rees er voor bet eerst een pünlljk begrijpen in zijn jonge hart. Zün oprechte oogen vulden zich met tra nen Dien dag heeft Kloetske vele malen ge schreid; lang en smartelijk geschreid in de eenzaamheid van zün zolderkamertje. de vrijmoedige conversatie In-toekomst, „slapen moet doen.” „Nee, nee. Ik ral aanpakken en luisteren. „Ik weet werkelük niet, of ik me tot u moet richten, of tot markies Juan de Aledo, den voogd en grootvader van juffrouw Reina Sol- Vadal. Doch daar ik me reeds bü zekere ge legenheid, toen ik u schreef over onderwerpen in verband met de opvoeding van het meisje, tot u gewend heb. zoo heb ik gemeend temeer daar ik me in allee, wat op Reina betrekking heeft, met u heb verstaan dat het niet te veel gevergd zal zün, als ik u dit maal ook de kwestie voorleg, die aanleiding is tot dit schrüven. Reina Solvadal is reeds achttien Jaar gewor den. Het ia niet, dat baar aanwezigheid op bet pensionaat een beswaar voor mü is O. L. Heer weet maar al te goed, boe bedroefd ik zal zün den dag dat zü een van mün liefste leerlingen, dit huis aal verlaten doch baar gebouwd, en een kerk van lateren datum, die aan dien Heilige is toegewijd. Het is een van de grootste bedevaartplaatsen van het Zuiden van Indié. De eerste Blsschop van Kottar is Z. H. Exc. Mgr. Laurentius Pereira, die heel zün pries terlijke opleiding ontving in het Seminarie der Ongeschoeide Carmelleten te Quilon. Hü werd tot priester gewijd door Mgr. Ossi, Cann., Bis- schop van Quilon. enkele dagen voordat deze naar Rome en België afreisde, waar hü te Gent óp een tragische wüze om het leven kwam en begraven werd. Mgr. Pereira was gedurende vele Jaren werkzaam als pastoor In het bisdom Qui lon uitgekozen om het werk der bekeering der Jacobieten te beginnen. Gedurende de 25 Jaren van zün priesterschap heeft hü meer dan twee duizend heidenen* bekeerd en meer dan duizend Jacobieten, waarvan zes priesters, tot den waren schaapstal van Christus teruggebracht. Zoo was hü de eerste Latünsche Missionaris, die de her- eeniging der Jacobieten met de Katholieke Kerk inzette. Door een voorbeschikking der Godde- lüke Voorzienigheid werd hü tot Blsschop ge- wüd een week, nadat Mgr. Ivanios en Mgr. Theophilos. twee Jacobietische Bisschoppen, in de Katholieke Kerk werden opgenomen. Zoo smaakte hü den troost die twee bekeerde Bis schoppen bü zün wijding aanwezig te zien. In het Nieuwe bisdom hebben de Protestan ten, de Lutheranen en het Leger des hells reeds sedert lang hun hoofdkwartieren gevestigd. Met al tiet geld, waarover zü beschikken, kunnen zü propaganda maken door hun Hoogere, Middel bare en Lagere scholen, door hun hospitalen en drukkersen. De Katholieken bezitten er lagere, twee middelbare en één hoogere school voor meisjes. Ze zün arm en weinig steun komt hun van Europa en elders toe. Vooral het ontbreken van een hoogere school voor Jongens doet zich büzonder gevoelen. Eigen lijk is de school reeds gebouwd, maar de Bis- schop kan ze niet voorzien van de noodlge boe ken, Instrumenten en meubels, zooals die door het staatsbestuur voor zulke scholen wordt ver- eischt. Voor zün meer dan 100.000 Katholieken be schikt de Blsschop slechts over 34 priesters, met 110 Kerke nen 15 Kapellen. In de laatste drie jaar *ün er meer dan 6.000 bekeerlngen uit het zün. MarUena wm thans vastbesloten, om baar schepen achter zich te verbranden, ten bate van den familie-vrede Zachtjes drong zü «an, met haar welluidende stem, terwijl at) den markies vast in de oogen zag: U moet toch Iets zeggen, papa. U boort toch, dat de Moeder-Overste schrüft, dat Reina niet op het pensionaat kan blüven. Juist, viel peter Esteban bü- «n oe redenen, die zü opnoemt, laten geen tegen spraak toe. Als het meisje geen zuster wil wor den, dan is het dAAr niet bepswld de plaats, waar se weaen moet, temeer daar se een tehuis en familie hoeft. Beiden zagen, boe de oogen van den mar kies flikkerden van toorn, en hoe hü «Ich nauwelüks wist te beheerschen. Terwijl hij zün blik, op dat oogenblik hard als staal, op den priester vestigde, protesteerde hü verontwaar digd. Zou u misschien in staat zün, mü te raden om haar hier te halen? Ja jeker, münneer. Waarom niet? an t woordde de priester op zün kalme, vaste manier van spreken. Als voogd bent u verplicht, om u te bemoeien met de heele inrichting van uw pupil an haar in zulke omstandigheden te plaatsen als overeenkomt met haar vermogen en haar maatachappelüke positie Dat is, wat de wet van u eischt, en dat is ook, wat u voor ieder ander meisje sou doen, als u de rechten en plichten van de voogdüschap op u geno men had Rondweg gesproken, ziedaar dus, wat u tegenover Reina moet doen. (Wordt vervolgd) MarUena bespiedde de gelaatsuitdrukking van den oude. Zün trekken werden hard. Zün fünverzorgde handen klemden zich bevend om de leuning van zün stoel, en zün stem, een weinig gesmoord door het begin van tdorn. dat Sltüd bü hem werd opgewekt door het ncomen alleen al van den naam Bolvadal, dien hü soo hartgrondig verwenschte, beet als het ware de woorden af: En is het beslist noodzakelük. dat u me dat komt meedeelen? Als het dat niet wm, zou ik het zeker niet gedaan hebben, münhser. Dat sou veel prettiger voor me geweest zün, gelooft u ook niet? Het is nooit aangenaam met iemand te spreken over dingen, die hü hoogst ongaarne* hoort. Uit den Inhoud van den brief suit u kunnen beoordeelen of ik er het swügen toe kon doen. En de welveraorgde hand van pater Esteban wilde hem reeds het blad papier reiken; doch de markies weerde hem heftig af. Noen, neen, mijnbeer. Leest u bsm maar -r t kent natuurlük Kloetske niet. In ons I J kleine, rustige stadje worden de wonder- lükste menschen geboren en leven de meest markante typen en sterven de vrlende- lükste en verstandigste en beroemdste heden, zonder dat de groote wereld van bun bestaan geweten heeft. Nü kunnen we ons dat heel goed begrijpen; maar als kind was ik er heilig van overtuigd, dat alle menschen ter wereld tot koningen en vorsten toe, óns Kloetske kennen zouden en gelük wü, kinderen, voor hem een eerbiedige bewondering zouden koesteren. Omdat ik thans weet dat de wereld te wüd en te uitgestrekt is om iets van het leven van Kloetske af te weten, heb ik mü neergezet om u een episode uit zün bestaan te vertellen. Komt Kloetske dan ooit ter sprake, zoo kunt ge déze geschiedenis van hem althans naar voren brengen. Door ons werd Kloetske geacht en eerbiedig aangekoken. bemind en nageloopen wegens hard op, als u er geen bezwaar tegen hebt. Dat zal beter wezen. Pater Esteban zette zün calotje op, dat hü had algenomen, om den markies te begroeten, haalde zün goudgeranden bril uit het etui, en zette dien op zün fünbesnetjjp neus. MarUena had tegenover haar vader P^Pts genomen. Zü was ietwat in de war en ongerust, en om haar opwinding een weinig te verbergen, pookte zü het kwünend vuur in dé grooten haard wat op Het geknetter, dat daarvan het gevolg was, maakte de stem van den priester bü het begin van zün lectuur ietwat onduldeUJk. en zoo kon de markies niet opmerken, dat die stem lichtehjk heeach klonk van ontroering. Na den aanhef luidde de brief als vlogt: u mü vragen zal, mün- 1 leeren. Op school had ik „Zoo, nou dat is veel waard. Hoe oud ben Reeds verschillende dagen vertoeft in ons land Z. H. Exc. Mgr. Laurentius Pereira en be zoekt de verschillende kloosters der Onge schoeide Carmelleten en Carmelitessen. Het bisdom Kottar, waarvan Mgr. Pereira de eerste blsschop is, is in het Zuid-Westelük ge deelte van Engelsch-Indlë gelegen. Het strekt zich uit tusschen den Indischen Oceaan en het Gratgebergte, over de meest Zuidelüke provincie van den staat Travancore. Deze provincie en het bisdom worden bevolkt door ongeveer zes honderd duizend inwoners: Hindoes, Mahome- danen en Protestanten. Meer dan honderddui zend zün er echter Katholiek en behooren tot den Latünschen ritus. Het bisdom Kottar maakte tot in 1930 deel uit van het bisdom Quilon en was aan de Ongeschoeide Carmelleten toevertrouwd Sedert 1908 zün er de Vlaamsche Carmelleten werk zaam. Ook vertoefden er gedurende eenlgen tüd enkele Hollanders. Omdat de Katholieke Kerk er zoo bloeide, maakte Z. H. Paus Plus XI, door zün bulle „Ad pastorale ministerlum" van 26 Mei 1930 dat zuidelük deel van het bisdom Quilon tot een zelfstandig bisdom, dat aan de Inlandsche gees- telükheid der streek is toevertrouwd. Het nieuwe bisdom werd „van Kottar” gehee- ten, naar de plaats waar de H. Franclscus Xa- verius zün groot bekeeringswerk begon. Daar staat nu nog het kapelletje, dat door hem is Co., klopte Kloetske het hart in de keel. Moe dig draaide hü de winkeldeur open en stapte binnen. „Zoo, jonge man." sel de bediende. „Ik moet den directeur even spreken," be gon Kloetske. „Nu direct?" .Asjeblief.” De bediende ging hem voor, tikte op een deur en liet Kloetske een groote kamer bin nen. Daar lagen boeken en papieren; achter een schrijfbureau zat een deftig heer met breed-omranden bril op. Hü keek naar Kloetske en wenkte hem. ,^eg het eens ventje." vroeg de directeur, toen Kloetske naast zün bureau stond. Kloetske slikte, neep zün handjes op zün rug samen en set: ,Jk kwam vra gen om leerling- zetter te worden, j münheer direc- i de geboorte van MarUena gestorven was) had den opgewekt, souden dan nu eindigen met de onultsprekelüke vreugde van haar thuiskomst. Alles leek den vader te klein en te gering, om zün dochter te ontvangen en het was een over vloed van weelde en liefde, waarmee hü Reina verwelkomde. Wat werd hü er slecht voor be loond. Toen MarUena zich tot hem wendde, verbrak Don Juan den draad van zün herinneringen, en zün oogen opheffend, waaruit een slele-angst sprak, dat men er medelüden mee moest heb ben. antwoordde hü op gebroken toon: En wat wil Je, dat ik zeggen zal. MarUena? Er klonk iets smeekends in de stem van den ouden man. dat den priester diep ontroerde. Het wm, alsof dat levenswrak, afgetobt van het heen en weer gesleept worden door de smart, om genade vroeg. En pater Esteban begreep, dat het uit dezen laatsten strüd meer gehavend te voorachün zou komen dan ooit, daar de krachten van den grijsaard reeds waren aangetast. MarUena op haar beurt begreep nog iets andere: nl. dat men alle middelen te baat moest nemen, om elndelük sens af te rekenen met dien haat en die rancune on die sctieiding, waarvan haar nichtje Reina het slachtoffer wm. zonder dat zü eenlge schuld had Wat had het meisje voor schuld aan wat ar tusschen haar ouders en haar grootvader was voorgevallen? Om de waarheid te seggen. wist barones Tallares zelf ook niet goed. w«' daar zü nog maar heel onaangenaamheden plaats hadden. Doch wat er dan ook gebeurd moohé je elgenlük?” ,Jk ben er dertien, münheer. Onze Plet Is de oudste thuis. Maar die rookt sigaretten en leest zich suf. Vader zegt dat hü altüd loopt te slapen rflw." lachte de directeur, die schik kreeg In van den leerUng- je bü ons niet op dit blad zijn ingevolge de verzekertngzvoorwaarden tegen f bü levenslange gebeele ongeschiktheid t Jt werken door f yCfl bü een ongevat met OCfï bü verlies van een hand f 1 JÜ verlies van een f Cfi bü een breuk van bü verlies van *n ongevallen verzekerd voor een der volgonoe ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen f g doodelüken afloop f een voet of een oog 1 luim of wüavlnger «z</.”been at arm f anderen vlngw „O, zoo," knik- j te hü en leunde 1 In zün stoel ach- i* terover. Hü nam Kloetske van kop tot teen op en met een goedkeurende beweging van zün hoofd, vroeg hü: ,^en je nog al gezeglijk en vlug van aan had hü dit gezegd of uit het heldendom geweest. Voor hen en andere be keerlingen moeten nieuwe kerken worden ge bouwd en de bestaande ultgebreld. De Blsschop zelf heeft nog niet eens iiimnuuiiiiiii TOONEELTJE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 6