PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
I
1 wtfaal van Am daq
-l
I
Bescherming tegen gasaanvallen
ZIJ KEUREN
i
ERNSTIGE OEFENINGEN
IN DUITSCHLAND
Alle abonné’s
ZATERDAG 28 JULI 1934
zakenman
Alarm in Mannheim
I
zijn
ruines
Het ontstaan van het
copyright
Naar het Paascheiland
SPAANSCH
NAAR
HET
Beleefdheid en zakelijk
heid
Vrouw van brandweer
man als brandstichtster
Carthago’s
geplunderd
Vrouwen in het Sovjet-
leger
Ooievaars zijn niet
schadelijk
P
fa
n
b
«i
Bi
*i
n
Systematisch wordt overal voor
lichting gegeven inzake de
af weer van lucht
aanvallen
lEen slecht
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
B
ontdekte
De kaken van bet monster, dat door deze
baar
(Wordt vervolgd)
zult, om van dien armen ouden man te houden,
die zéker op jou al zijn teederheid zal over
brengen Wil je me dat beloven. Reina? Als
je me Iets verschuldigd meent te zijn voor.de
genegenheid en de zorgen, die Ik voor je ge
had heb, sinds ze je héél klein op het pen
sionaat gebracht hebben, beloof me dat dan.
Reina, drong de Zuster heftig aan. Met die
belofte zal ik me rijk beloond achten.
Ik geef u mijn woord. Zuster, dat Ik zal
trachten, om een echte liefhebbende en bezorgde
kleindochter voor mijn grootvader te zijn, zei
Reina Impulsief.
God zegene Je, kind, zei de Moeder-
Overste vurig.
En het meisje naar zich toetrekkend, Het ze
haar eens goed uitschreien.
Bjj de regeering van Tunis Is een schrijven
binnen gekomen van een aantal archaeologen,
waarin fel geprotesteerd wordt tegen de vernie
ling van de pas ontdekte en opgegraven ruïnes
van Carthago. Père Lapeyre, missionaris en be
roemd archaeoloog, verklaart, dat zuilen, daken
en heele muren weggeroofd zijn. Daarbij komt
nog, dat de bevolking de ruïne blijkbaar als
steenpuin beschouwt, waarvan men naar har
telust kan halen wat men als bouwmateriaal
noodig heeft.
z
W
11
k
Je
K<
hc
le>
tl<
kc
u
al
f
oi
n
dl
b
E
bl
8i<
1
i
i
1
c
i
i
1
v
e
a
I
a
zwakke wapenen In het minst niet gekwetst
scheen, klapten dicht, woedend zweepte de
staart heen en weer, doch toen het dier zijn
aanvallers ontwaarde, strompelde het ijlings In
de richting van het water, om beter tegen zijn
vjjanden opgewassen te zijn. Thans begon er
een woedend gevecht.
De Belgische hoogleeraar en custos van het
Koninklijke Museum voor kunst en geschiede
nis te Brussel, de heer Lavechery, is in gezel
schap van den bekenden Franschen oudheid
kundige dr. Métraux naar de Stille Zuidzee ver
trokken om een bezoek te brengen aan het ge
heimzinnige Paascheiland, dat ongeveer 4000
K.M. van de Chileensche kust verwijderd is. De
reis zal een half jaar duren.
Het eiland heeft zijn roem te danken aan de
ruïnes van oude tempels, de kolossale steenen
beelden en de met beeldschrift bedekte steenen
tafels, waarvan niemand tot nu toe dt betee-
kenis heeft kunnen vinden.
Sinds de Nederlandsche admiraal Roggeveen
in het Jaar 1722 dit oostelijkste van de Polyne
sische eilanden ontdekte, houdt de geleerde
wereld zich met de geheimzinnige schatten er
van bezig. De groote standbeelden, die uit lava
gehouwen zijn, behooren wellicht tot de over-
blijfselexi van een duizenden jaren oude be
schaving. De beroemde schrijver Pierre Lotl. die
in 1872 als officier aan boord van de „Flore”
aan een expeditie naar het eiland heeft deel
genomen. nam het geweldige hoofd van een der
standbeelden mee en schonk het aan het eth-
nografisch museum te Parijs.
Hoe uitvoerig ook over de steenen beelden
op het Paascheiland geschreven Is. toch blijft
de vraag naar den oorsprong van deze myste
rieuze getuigenissen eener verdwenen oescha-
ving onbeantwoord. Daar er nöch water noch
plantengroei op het eiland Is aan te tref ten, kan
de bevolking nooit meer dan tienduizend kop
pen groot geweest zijn. De gelaten der stand
beelden hebben een bijna tragische uitdruk
king.
De inscripties op de steenen tafels vertoonen,
naar tpgn meent, verwantschap met de afbeel-
Behoedzaam gleden we met onze kano's in
de richting van het beest. De bogen werden ge
spannen, pijlen gereed gelegd, en op een wenk
van den aanvoerder, daalde een hagel van
pijlen op het watermonster neer.
Somtijds werden er groote Jachtpartijen ge
organiseerd en eens kreeg ik een uitnoodiging
om mee te gaan op de krokodillen Jacht. Dit
leek mj) wel, en zoo togen we op een goeden
dag met pijl en boog en kapmes gewapend het
oerwoud in.
We bereikten spoedig een rivier, de Binue-
rivier, zooals ik vernam. Lang behoefden we
niet te zoeken, want het krioelt in deze omge
ving van groote monsterachtige krokodillen. Al
spoedig bemerkten we een groot exemplaar, dat
op een zandplaat met wjjd opengesperden muil
lag te slapen.
h een Fransch blad vertelt een collega over
jn gasaanal, dien hij toevallig mocht „mee
vieren” in de stad Mannheim. Het huidige
regiem, aldus deze collega, wil
Uit Parijs verneemt men. dat sinds eenige
weken de gemeente Franvillers door talrijke
branden geteisterd werd. Aanvankelijk waren
het kleine vuurtjes, maar later namen ze groo-
tere afmetingen aan. Het was ^duidelijk, dat
hier van boos opzet sprake moest zijn.
De verdenking viel op mevrouw Marie Ma
thot), en wel, toen haar echtgenoot, een brave
brandweerman, werd begraven en bij die ge
legenheid haar eigen huisje in vlammen op
ging.
De weduwe legde ten laatste de volgende
verklaring af: „Mijn huis heb ik aangestoken,
omdat ik met wil, dat de neven van mijn man
iets van de erfenis krijgen. De andere huizen
heb ik in vlammen doen opgaan, omdat mijn
man den heelen dag in het café zat te drin
ken; als er alarm werd gemaakt, moest hij zijn
glas wel laten staan en kwam hij tenminste
met dronken thuis."
De brandweermansvrouwbrandstichtster is in dlngen’dle Marshall in het dal van de Ind js
de gevangenis van Corbie ondergebracht.
In vele kringen wordt de ooievaar nog als
een schadelijk dier beschouwd, omdat hij blijk
baar jacht maakt op kleine nuttige dieren. Om
klaarheid te brengen in deze kwestie, werd
verleden Jaar in Oost-Prutsen een groot aantal
ooievaars neergeschoten. Bij 109 steltloopers, die
op deze wijze als slachtoffer vielen, onderzocht
men den Inhoud der maag. Naar het „Nach-
richtenblat für Naturdenkmalpflege” dezer da
gen mededeelde, bestond de inhoud van deze
magen voor niet minder dan 90 pet. uit over
blijfselen van insecten, vooral van kevers en
sprinkhanen. Bij 21 gevallen vond men gave
muizen, ratten of klkvorschen. in 70 andere
overblijfselen van werveldieren en staarten van
hagedissen. In 68 ooievaarsmagen werden been
deren van muizen, kikkers en hagedissen ge
vonden. Naar al deze bevindingen kan van de
schadelijkheid van den ooievaar geen sprake
meer zijn en het is dus te hopen, dat ook in
het vervolg alles gedaan zal worden, oen den
mooien vogel voor het landschap te behouden.
iiiuiiiiiiiiiuni
In Engeland is onlangs een vereenlglng ter
handhaving van auteursrechten opgericht. Bjj
deze gelegenheid kwam ook het ontstaan van
het tegenwoordig over de geheele wereld be
kende copyright ter sprake. Een der leden van
de vereenlglng, Oerman ggheeten, deelde mee,
dat volgens zijn onderzoekingen het auteurs
recht het eerst in het oude lersche koninkrijk
Ta ra heeft gegolden.
Er waren daar twee kloosters, die beide dik
wijls door burgers bezocht werden. In een dezer
godshuizen leefde een monnik, die artistiek
was aangelegd en op bijzonder fraaie wijze een
psalm had overgeschreven. Het werk beviel den
abt zoo goed, dat hij het boven het altaar liet
hangen. In het andere klooster verwonderde
men er zich zeer over, dat de toeloop van vreem
delingen aldaar steeds afnam, terwijl het andere
klooster zich in groote populariteit verheugde.
De abt trachtte te weten te komen, wat hiervan
de oorzaak was en men vertelde hem van den
prachtig uitgevoerden psalm, die boven het
altaar was aangebracht. Hij gaf daarop een
zijner monniken instructie om het kunstwerk
van het naburige klooster volledig na te boot
sen. Dit geschiedde en thans kon ook de andere
abdij op een aantrekkelijk schriftstuk bogen.
Degenen, die er het eerst mee geweest waren,
vroegen zich evenwel af, of ze zich dit zoo maar
moesten laten welgevaBen. Zij wendden zich
tot den koning, die hun gelijk gaf en de ver
nietiging van de copie beval.
en aangemoedigd door den
.- Carmen, die ongetwijfeld
er mln of meer naast zijn? Hoor eens. Reina,
Je bent een domkop. Ik heb al de eer gehad,
om Je dat den vorigen zomer in Zwitserland te
zeggen, tóen je Lord Franklay de bons gaf. en
Ik zeg het je nu weer. Je bent een domkop.
Neen, spreek me niet tegen, en doe niet ver
ontwaardigd het zou Je niets geven. WAArom
lijkt het Je onzinnig, onlogisch, enz. enz., dat
je grootvader Je opelscht, voor de oogen van de
menschen, die denkenenfin, voor de oogen
van die stomme Carolina en een stuk of wat
andere mispunten van hetzelfde soort, en Je
een genegenheid en bescherming aanbiedt, die
Je méér noodig hebt, dan een middageten? Ik
heb altijd gezegd, dat Je de ware beteekenls
van het leven niet te pakken hebt. Neen, Juf
frouw, al voel Je Je gekwetst in Je eigenliefde,
en al komt je trots in opstand, dat je nu gaat
wonen, waar je ouders niet mochten blijven,
toch ben Je te fellciteeren. Ik feliciteer je hierbij
en de anderen zullen het nu ook doen.
En het sympathieke meisje, groot en sterk
als ze was, trok de andere zonder complimen
ten met zich mee, en Reina kon niet anders,
dan aan dien drang gevolg geven.
Jongedames! riep Isabel met haar krach
tige stem, terwijl zij den opeengedrongen kring
van meisjes met een paar flinke duwen van
haar ellebogen uit elkaar dreef. Geachte
Jongedames van het niet minder geachte pen
sionaat van Benasar! Ik heb het genoegen u
mee te deelen, dat gravin Reina Solvadal, die
tot nog toe zoo ongeveer als een hond zonder
meester geweest is....
Hier hield se even op, om de algemeens span-
BOOTZ'
AVANTI
Niet alleen vermeldt de krant u
Wat er eiken dag gebeurt,
Evenzeer wat door den keurdienet
Voor ’t gebruik wordt afgekeurd.
Deze keurdienet is een keur-dienst.
Daar hij ’t keuren keurig doet,
Overal te kust en keur gaand
Keurt hij af of keurt hij goed.
Is de melk te veel verwaterd,
Dus niet eerlijk van de koe,
Dan doet deze dienst der keuring
Er ’n bekeurinkje aan toe!
Wordt het brood te licht bevonden
Door te weinig droge stof.
Dan waait stof op voor den bakker,
Wat niet lijkt op keur van lof!
Zit er aan de visch een luchtje.
Doch wat meer dan als normaal,
Dan ruikt weldra de verkooper
't Luchtje van procesverbaal!
Kortom alles wordt beroken
En gewogen en betast,
Anders gaat u, doodonschuldig.
Aan die viezigheid te gast!
Deze keurdienet toont zich daag’lijks
Van den consument een vriend.
Dus de naam, maar óók als lofspraak,
Van een keur-korps, is verdiend!
Een interessante proef werd door een groot
warenhuis in Chicago genomen. Alle verkoopers
kregen bevel, op een bepaalden dag de klanten
met buitengewone voorkomendheid te be
dienen. Den volgenden dag moesten zij zich
van iedere overdreven beleefdheid onthouden
en zoo zakeljjk mogelijk tegen de klanten op
treden. Daarop werd de omzet der beide dagen
vergeleken en het bleek dat deze op den „be
leefden” dag ruim driemaal zoo groot was als
op den „zakelfjken”.
Zachtjes trok de religieuze het mooie kopje
van Reina Solvadal naar zich toe, en sprak op
•achten, maar daarom niet minder vasten toon
-v- Dat heb ik niet gedaan, omdat dAAr je
natuurlijke en rechtmatige plaats Is, omdat Je
recht hebt op de genegenheid van je familie
en omdat de eer van de familie iets heiligs is.
waar men niet zoo lichtzinnig mee om mag
gaan Denk je, dat het een meisje van jouw
leeftijd, en in jouw omstandigheden, goed zou
doen, afzijdig van de familie te leven van
zulke naaste familie, en dan zoo onberispelijke
familie? Zouden de kwaadsprekers, die nooit
ontbreken, er zich niet aan vastklampen, om
aieb met de goede reputatie van Je ouders
bezig te houden? Je bent nog veel te Jong om
te begrijpen wat een huiselijke haard, een
zedelUke steun, de bescherming van -en ach-
tenswaardig man als marklee Aledo, waard Is.
in Jouw heel bijzondere omstandigheden, en in
le wereld, waarin je gaat verkeeren.
Ja, zuster, ja Dt begrijp het, ik ben
er ook dankbaar voor....
Nu nog niet. Later misschien....
Nu ook. Maar het stuit me tegen de borst,
Heb Je gehuild, Reina? Je hebt oogen als
tomaten, meid!
Het heele troepje staakte zijn vroolijk gebab
bel, en keerde zich eenparig naar Reina Sol
vadal, die na haar onderhoud met de Moeder-
Overste zoo juist weer in de studiezaal ver
schenen was. Een vuurroode blos overtoog
haar toch al gloeiende wangen, en voelend,
dat ze niet in staat zou zyn om maar één
woord te spreken, zonder in snikken uit te
barsten, keerde zij zich haastig om. en nam
de wijk naar een hoekje van de galerij, die
op het park uitsag. Doch Isabel Luque giug
haar onverstoorbaar achterna.
Ben Je van de trap gevallen, toen je de
slingers ophing, kind? Neen? Wat is er dan?
Heeft Zuster Magdalena je beknord? Dat sou
y-v e heer Luigi Persano was een fantast van dan wel voor den man die er in handelde inte-
I I het zuiverste water. Toen ik enkele jaren resseerde. Dat stelde hem even teleur, maar zijn
trnlorion waesé hom nlri» UU O Q r» tra hnrOh hrtf f hpm hfial
dan wel voor den man die er in handelde inte
resseerde. Dat stelde hem even teleur, maar zijn
aangeboren hoffelijkheid zette hem heel spoe
dig over die teleurstelling heen.
,,U blijft in ieder geval mijn gast”, besloot hl)
„en mijn archieven staan tot uw beschikking.
Tusschen haakjes: de zeldzaamste collectie be
schrijvingen van spookhuizen.”
Zooals het echter in het leven veelal gaat:
na een tUd verloor ik den makelaar uit het oog,
ik verliet Parijs en had wel iets anders te doen
dan aan spookkasteelen te denken. Maar enkele
maanden geleden
trof ik den Ita- i”
liaan weer in een
rustig Belgisch
badplaatsje,
moest echter
mijn krachten in
spannen om in
den bleeken, holoogigen lijdenden man my le-
vendigen, onultputtelijken Italiaanschen vriend
te herkennen.
„Maar Signor Persano?" tracht ik er ten
slotte uit. „U bent het werkelijk?”
Hjj herkende me dadelijk. Een droefgeestige
glimlach plooide zjjn lippen en met een gra
cieus, maar vermoeid gebaar noodlgde hij me
uit plaats te nemen. Na een heelen tijd over
alles en nog wat gesproken te hebben, waagde
ik het te vragen naar zijn spookhuizen.
Even kwam er een glimp van werkelyken
angst in zijn oogen. Dan antwoordde h|j:
„Ja, dat was het ideale beroep dat Ut zoo lang
gezocht hem, maar thans is bet afgeloopen met
die zaken."
„De crisis?" opperde ik. „Of de toenemende
nuchterheid?"
„In geen geval, jongeman.” zei Persano,
„MUn beroep zou door de crisis gespaard blij
ven, en juist in deze dagen haakt de mensch-
held weer naar de romantiek die ze zoo lang
verafschuwd heeft. Kijk er de moderne romans
maar eens op na. Maar als je de werkelijke
reden wilt weten: het heeft me zeer aangegre
pen. Een zakenman moet geen hart hebben. Ik
echter leefde met mijn beroep mee, mjjn brein
zat volgestampt met spookgeschiedenissen, ik
voelde me één met mijn klanten. Ik had slechte
hulzen: d wz. onroerende goederen moeten zien,
maar ik zag geheime kamers en donkere gan
gen, bevolkt door helrlegers van geesten en
schimmen, afgehouwen hoofden, bloedende le
dematen. Ik hoorde het ijselijke gillen, het ziel
doorborend kermen en het koudmakend geram
mel van ijzeren ketenen.... En het gevolg zie
Je thans vóór Je. Mijn zenuwen zjjn kapot, ik
ben uitgeput en met mijn mooie zaken is het
voor altijd gedaan.
me niets verwonderen van dien brompot! Geef
dan toch antwoord, mensch! Ik sta op heete
kolenAch, ik ben eigenlijk gek, dat Ik me
met Jouw zaken bemoei, als Je tóch niet
praten wilt
Isabel trachtte vergeefs de reden van het
zenuwachtige gedrag van haar boezemvriendin
te raden. Doch reeds droogde deze haar tranen
en probeerde zij een uitleg te geven.
Zuster Maravillas, Isabel, Zuster Maravil
las.... zei ze, met een nieuwe huilbui, die een
eind maakte aan Isabel's geduld.
Juist. Zuster Maravillas. Nu, wat is
het daarmee?
Ze heeft me op haar kamer geroepen....
Om je een aanzoek over te brengen?
probeerde Isabel te schertsen.
Néén! protesteerde Reina verontwaardigd.
^_Jii neemt altijd een loopje met iémand.
Neen, maar om me te zeggen, dat ik nog dezen
avond naar mijn grootvader ga.
Wat? zei Isabel, terwijl ze haar tóch al
groote blauwe oogen nog wijder opensperde.
Ja. mensch dat mUn grootvader me
opelscht, dat hij me met open armen verwacht,
dat hjj «ooveel geleden heeft.dat alles vergeven
en vergeten moet zijn, dat ik hoogmoedig ben,
als ik niet naar hem toega, en dat vanavond
vanavond Isabel! tante Marllena me komt
halen. Lijkt Je dat niet allemaal onzinnig en
vrééseiyk? zei de arme Reina, nog geheel over
stuur.
Neen maar, die is goed! lachte Isabel, in
den grootsten schik. Waarom doe Je er niet
nog een half dozijn andere benamingen uU. die
ken, dat men een Franschen aanval vreest? De
bevolking schijnt Inderdaad te meenen, dat een
oorlog met den ouden vijand niet tot de on
mogelijkheden behoort. Het is al zoo vaak ge
zegd en het wordt nooit officieel tegengespro
ken. De bescherming tegen de luchtaanvallen
is dan ook de grootste organisatie van het
huidige regiem in Duitschland. Gemeenten,
dorpen, stenen en provincies, zijn In districten
verdeeld, die alle ruim voorzien zjjn van be
tonnen kelders. Ieder huis moet minstens één
betonnen kelder bezitten, alsmede een ..Luft-
schutzhauswart”. een soort concierge, die tot
taak heeft nauwkeurig toe te zien op het doen
en laten der bewoners tijdens een „luchtaan
val”. Aan dezen concierge zijn de mannelijke
bewoners de diepste gehoorzaamheid verschul
digd, op straffe van zeer ernstige maatregelen.
De bevolking zelf Is niet van gasmaskers
voorzien. Voor haar dient de kelder. De gas
maskers zijn alleen voor de bovengenoemde
concierges en voor hun chefs, welke laatsten
wérden gerecruteerd uit oud-officieren. Wel
wordt de bevolking voortdurend op de hoogte
gehouden over de vorderingen der techniek en
de vorderingen der verdediging. Steeds weten
te bewoners, waar en wanneer een gasaanval
wordt geënsceneerd, zoodat zij voortdurend hun
aandacht te geven hebben aan het verschijnsel
en zonder ophouden den ernst van den lucht
oorlog voor zich zien. Daartoe dient een perio
diekje genaam „De Sirene".
Soms wordt de oefening, als hierboven om
schreven, opgeluisterd door een cursus en bo
vendien trekt voortdurend een reizende ten
toonstelling rond, waarop de verschillende gas
maskers te zien zijn. De Jeugd wordt systema
tisch de beteekenis Vkn een luchtaanval en de
afwering daarvan voor oogen gehouden. Iedere
school moet dan ook voorzien zjjn van een rui
men gasvrijen kelder, en behalve dat van eerf
speciale leerkracht in de wetenschap van den
gasoorlog. Die is op iedere school, hoe klein
ook. te vinden. Naar men aanneemt zijn er in
Duitschland ongeveer 40.700 onderwijzers, als
hier bedoeld.
Wanneer uit deze ver doorgedreven verde
diging maar geen neigingen ontstaan om haar
in aanvallen om te zetten, dan kan men de
regeering nageven, dat zij uitstekend zorgt voor
het veege Ijjf der onderdanen
I
5iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiinimiitiiiiiiiiiimiiiiiiiiniiiiimiiiumiiiiiii
nlng te verhoogen, e
glimlach van Zuster
van de situatie afwist, en er vanaf haar
katheder van genoot, ging zU voort:
....vol liefde is opgevraagd door
grootvader en voogd, den eveneens geachten
markies Aledo, en nog dezen avond, aan den
schoot van haar familie zal worden terugge
geven. Ik heb gezegd.... <Ik heb het er nogal
goed afgebracht, hé, Carolina?)
Carolina Mendizabal had het ongeluk, dat ze
aan jaloezie leed. De klassieke lijnen van haar
ietwat koud gelaat vertrokken een oogenbllk, en
een doodelijke bleekheid bedekte haar wangen.
Zij kon geen woord uitbrengen. Intusschen werd
de bevende Reina eenvoudig verpletterd door een
geweldige uitbarsting van toejuichingen, kreten
en gelach een sprekend bewijs van de sym
pathie en genegenheid, die zij onder haar klas-
genooten had weten te verwerven.
Dat tref je, meld!
Wat ben ik daar blij om. Reina!
Ik feliciteer Je, mensch, geloof me!
Wel gefeliciteerd!
En zjj omhelsden haar tot verstikking toe,
terwijl het meisje tot in haar ziel bewogen ward
door al die blijken van genegenheid.
Isabel verloor Carolina Mendizabal niet uit
het oog. Deze was de eenige, die haar lippen
niet had bewogen, om baar Uoedverwante ge
luk te wenschen.
En JU, Carolina, moet JU Reina ook niet
fellciteeren?
geleden met hem kennis maakte, had hij
zjjn geboorteland Italië verwisseld voor Frank-
rifk, in 1 bijzonder Parijs, waar hij met behulp
van een klein kapitaaltje en een groote
fantasie bezig was fortuin te maken. En
het spreekt vanzelf dat ik onder zijn
bekoring kwam. Trouwens, was er wel
iemand die zich niet tot den kleinen,
levendlgen Italiaan aangetrokken voelde? Zijn
geestdriftige, meesleepende manier van spreken
bracht al zijn toehoorders in verrukking en zijn
donker uiterlijk en mysterieuze bruine oogen
deden schilders naar een penseel of potlood
grijpen. En onder zijn gloeiende betoogen ver
schaalde de wjjn in de glazen.
Toen Luigi Persano nog in Italië woonde, had
hU een massa beroepen uitgeoefend, maar er
was er geen die hem volkomen bevredigde.
„Ik ben onder andere hotelhouder geweest,”
vertelde hi), „maar dat leek mooier dan het
was. De cosmopolitlsche sfeer van een hotel
werkte op mijn geest als gist in het meel, maar
telkens moest ik mij daaraan onttrekken, want
bU het opmaken der rekeningen is, sinds de
Duce aan de regeering is, fantasie uit den
booze. Getallen zijn droog en zwaar te verwer
ken voor iemand die van drootnen houdt. En
daarom heb ik een ander beroep gezocht.”
Een beroep dat voor hem geschikt was bleek
echter moeilijk te vinden. Dan naar Parijs,
dacht Persano en reeds op zijn doorreis langs
de Riviera had hU het ideale beroep gevonden.
Dadelijk greep hjj het aan. In een minimum
van tijd had h(j rich in de hoofdstad geïnstal
leerd in een keurig bureau en tegelijkertijd
breidde hU een net van relaties uit over de
halve wereld. Door een van zijn advertenties
werd ik aangetrokken en op die manier maakte
ik kennis met den kleinen Italiaan. Alles wat
bizar, dwaas, absurd en romantisch is. interes
seert mij. Geen wonder dus dat ik wilde kennis
maken met den man die rich gespecialiseerd
had als makelaar van spookhuizen.
Die man was Luigi Persano.
Zooals je b(j iemand anders kwam infor-
meeren of hy een landhuisje met warm en
koud stroomend water voor je te huur had. zoo
stapte je naar Persano met de vraag of hij je
kon helpen aan een spookkasteel met een bis-
torischen geest, aan een huls, waar een ver
moorde vrek ronddwaalde, aan een villa die be
rucht was om haar droefgeestige verlatenheid.
„Ik heb de meest verschillende huizen voor
de meest verschillende menschen.” beweerde
Persano met niet geringen trots. Twee maan
den geleden installeerde ik een Amerikaansch
zakenman in een kasteel, waar de schim van
den vermoorden vorst. Karei den Eerste, rond
dwaalde met het afgehouwen hoofd in den arm.
Zooeven is het contract geteekend, waarbij een
Russische grootvorst eigenaar werd van een
stok-oud patriciërshuis in Stettin, waar hy
nachten achtereen kon luisteren naar het zuch
ten en kermen van twee beeldschoons vrouwen
die voor honderd jaar daar op gruwehjke wyse
werden vermoord. Een van mijn vaste klanten
is een Engelsche oud-mllttair die bezig is een
boek te schrijven over alle duistere en sinistere
dingen die er op dit ondermaansche te koop zyn.
Om wille van die studie gaat die man in alle
spookhuizen wonen die ik hem kan leveren.
Steeds probeert hy de raadsels van die oude
gebouwen op te lossen, maar dat is hem na-
tuuriyk nog nooit gelukt."
„Waarom niet?” waagde ik te vragen.
Luigl Persano keek me doordringend aan.
„Omdat al mUn spookhuizen echt zyn, me
neer,” gaf hij ten antwoord. „Met trucs houd ik
my niet op. En vertelt u me nu maar eens
waarmee ik u kan dienen. Bent u blasé van
gruweltooneelstukken en detectlve-verhalen?
Dan kan ik u aanraden het huis van den graan
handelaar Joachim in Keulen. In myn archie
ven kunt u er de geschiedenis van naslaan.
Voordat u het echter huurt of koopt bent u ver
plicht uw zenuwgestel te laten onderzoeken. Aan
menschen met zwakke zenuwen wil ik dat huis
niet verhuren, 'n Kwestie van principieel za
kendoen. Of interesseert u zich misschien voor
het landhuis van de Groene Dame in Somer
setshire?.
Ik bracht den actleven Italiaan aan het ver
stand dat ik me minder voor de spookhuizen,
dat ik zal moeten leven op de plaats, waar
mUn ouders vandaan gejaagd zyn. Ik kan bet
niet helpen
Waardigheid is een groote deugd. Reina,
zei de Overste ernstig maar ze wordt menig
maal verward met hoogmoed, en hoogmoed is
een zonde.
Wilt u daarmee zeggen, dat ik hoogmoe
dig ben? peinsde het meisje ongerust
Ik wil alleen zeggen, dat markies Aledo
zUn onverzoeniyke houding laat varen, en ik
geen enkele reden zie, waarom jy, die op slot
van rekening het meest moet toegeven, omdat
je de Jongste bent, aan een dwaas verzet zou
moeten vasthouden. Ongetwyfeld, al denk JU
het tegendeel, meent je grootvader, dat hU
heelemaal geiyk heeft, en niettegenstaande dat
verwacht hy Je met open armen. Je weet, dat
je ouders geleden hebben. Maar heb je er ooit
wel eens aan gedacht, hoe hy geleden moet
hebben? En als hy niet heelemaal rechtvaardig
geweest is stel hem dan in de gelegenheid,
om het kwaad, dat hy gedaan heeft, goed te
maken. Dat zal héél edelmoedig van je zyn,
als je hem op die manier in staat stelt, om
zyn geweten van een last te bevrijden. En zelf
zul je er niets by verliezen...,
De senuwachtlge spanning van Reina Sol
vadal was tot uiting gekomen in een paar groote
tranen, die langzaam over haar gloeiende wan
gen rolden. Zuster Maravillas ging zachtjes
voort:
Beloof me, dat Je moeite zult doen, om
dien ouden wrok te vergeten. Waartoe oudé ge-
echledenisiwi ophalen? en dat Je probeeren
Duitsche regiem, aldus deze collega, wil de
bevolking zooveel mogeiyk doen begrijpen en
voelen wat een gasaanval in oorlogstyd be-
teekent. Daarom houdt men van tyd tot tyd
oefeningen, waarby het even ernstig toegaat
als in de werkeiykheid, behalve natuuriyk in
het opricht van doodeiykheid.
Om half twaalf des avonds, aldus vertelt de
Franschman. ging plotseling het licht uit. Te-
geiykertyd loeide een sirene over de stad. De
gasaanval was begonnen. De schrUver vertoef
de bU een vriend. Overal was het donker, ook
in de huizen aan den overkant van de straat.
De gast brulde om lucifers en om zyn sigaret
ten. Maar de gastheer stoof op. 's hemels
naam, geen vuur, men zou kunnen denken, dat
je den vyand teekens wil geven." zyn vrouw
wachtte ons aan de trap. Toen ging het naar
beneden naar den kelder. Met de rechterhand
zochten de vluchtelingen langs den muur. In
de diepste stilte trok de kleine stoet, die aan
groeide by iedere verdieping. Vage schimmen
klommen omhoog. Het waren de brand
wacht*, die naar de bovenverdiepingen gingen
om hulp te verleenen, wanneer het vyandeiyke
vuur het huls zou aantasten.
Alle vluchtelingen waren in nachtkleeren.
Moeders hielden schreiende baby's in de armen,
pas uit den slaap gerukt Geiykvloers stond
de portier, met een gasmasker voor het gezicht
en' een omfloerste lantaren In de hand. HU
nam den somberen stoet de revue af.
In den kelder verzamelde zich de menigte
Een menigte Inderdaad, wanneer men de groot
te van den kelder in aanmerking neemt De
betonnen ruimte nam spoedig meer dan vestig
- menschen op. De kleine Jongetjes schreeuw
den, dat zy bang waren en vroegen, of de vy
and weer kwam. Een zwak licht brandde in
een der hoeken. Allen keken ernstig, gedwee
en onderworpen. En. al wist iedereen, dat dit
alles slechts comedie was en dat er van ge
vaar geen sprake kon zyn, toch gedroeg men
zich als ifi de ellendigste oorlogsomstandig
heden. Een man trad binnen en schreeuwde
om stilte. En zelfs de baby’s zwegen, geïmpo
neerd door de stem en door de ernstige ge
zichten.
Toen stelde de man allen in keurige rijen
op en begon de namen der bewoners van het
complex op te noemen. Een ontbrak er Toen
keek hy den Franschman aan en vroeg wie hy
was. „Een gast van my” antwoordde de gast
heer. De man noteerde den naam, toen er aan
de deur werd geklopt. Een vrouw in pyama
verscheen. Het was de ontbrekende van daar
juist. ZU werd uitgescholden door den almach
tige. Daarna begon hy een angstig verhaal
over een gasaanval, dien de Franschen boven
de stad ondernomen hadden. Iedereen beefde
van angst en keek den spreker somber aan.
Maar hy ging onverstoorbaar verder en slin
gerde de vrees door den kelder heen.
Een goed uur werden de gevangenen aan den
doodsschrik overgelaten, opdat zy zich toch
maar deugdeiyk zouden wennen aan alle mo-
geiykheden. Toen klonk elndeiyk de kreet
„Gasvrij!” en de stakkers werden weer op eigen
beenen gezet en mochten naar huis terugkeeren.
En zoo speelt men om hoogere belangen
ongetwyfeld met de zenuwen van deze brave
lieden. Als zy beven, is het doel bereikt. Het
gaat er maar om hun tegenstand te breken
en hen aan de psychose te onderwerpen. Zoo
was het op dien dag in de geheele stad en in
vele steden van Fommeren. Wie op het oogen
bllk van hei sirenengeloei op straat is. wordt
opgepakt en in een of anderen kelder gedre
ven. In alle straten patroullleeren troepen,
aanvalstroepen en beschermingstroepen. gewa
pend met gasmaskers. ZU letten er op, of alle
lichten gedoofd zUn, zy vervoeren de slacht
offers, die reeds bedwelmd zijn.
Of men hieruit de gevolgtrekking mag ma-
De vrouwenbatalllons van de Sovjet-Unie
zyn volgens de berichten uit Moskou thans offi
cieel erkend als formaties van het Roode Leger.
Een vrouweiyke officier van hoogen rang weid
den Russischen generalen staf toegevoegd.
Rusland gaat er thans ook toe over vrouweiyke
machinegeweer-compagnieën op te stellen.
Vrouwenregimenten werden reeds tydens de
Russische revolutie in het vuur gebracht. De
Februarl-RevoluUe van 1917 wilde niet alleen
een einde aan den oorlog maken, zooals de
October-Revolutie van 1917 wel deed. Miljoekow
en Kjrenski wikten seifs een nieuw offensief
op de Duitsche troepen inzetten. Om de
oorlogsmoede legers aan te vuren besloot men
vrouwenregimenten te formeeren. Over haar
werk aan het front kan men van meenlng ver
schillen. Maar toen het winterpaleis te Petrograd
bestormd werd verlieten het alle mannelyke
beschermers. Slechts een vrouwenregiment bleef
Kerenski trouw. Dat de vrouwen later ook aan
den burgeroorlog deelnamen is overbekend.
Men weet, dat er in Rusland vrouweiyke
jeugdorganisaties zyn, waarvan de leden in het
hanteeren der wapens onderricht krijgen. Zoo
zag men ook by de laatste groote parade te
Chabarowsk vrouwen met staalhelmen op mar-
cheeren.
op dit blad zyn ingevolge de verzekeringevoorwaarden tegen f by levenslange geheele ongeschiktheid t»t werken door t 7CJI by een ongeval met t by verlies van een hand f 1 *)C oU verlies van een f Cfl by een breuk van f Afï by verlies van "n
ongevallen verzekerd voor een der volgenae ultkeeringen f «J verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen f f Olr»~ doodeiyken afloop T ZvU." een voet of een oog f wijsvinger «zl/e“bëen at arm» TrlZ»- anderen vinger