J
DE - PICNIC
K
D
4
G
L,
r;
1
I
13
I
- '0
■J
i
J
j
IBl
lil
W
i 4*
Gebreide Slipover
Tennisjaponnen
Mantel voor Meisjes
van 8 tot 10 jaar
MOTIEF VAN LELIETJES VANDALEN
rt
J®
I
I
I
Dessertgerechten
voor den zomer
Hoe droog ik zomer*
bloemen?
1I
1/1
l -
s
HET GEBED DER WEDUWE
I
1
1
I
VOOR DE KEUKEN
I
1/
f'i
•111
I
J®h
I
Voor jongetje van ongeveer
drie jaar
5
■i
Ij
JÉ
WA
-
1
Bi-
-q-
1
sn-
en
de
l-
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL.
I
I
I
mg.
DINY.
Hij kende hear
i
DORA
4
i
i
Ft
A
HI
e
t
I
i
ng
iet
geen
die
O ja, dat heb ik u nog nooit verteld. Toen
ik pas getrouwd was, kwam mijn vrouw in
m U n stad, waar zij den weg niet wist, en
ik lei haar uit hoe ze gaan moest, om mij
van ’t kantoor af te halen.
Wijl ik meende de vrouw te kennen deed
ik *t zóó: „Je gaat rechtuit tot je twee hoe
denwinkels voorbij bent dan ga je langs
den schoenwinkel den hoek om, de eer
ste zijstraat voorbij Oerzon in en dan zie je
’t gebouw al."
's Avonds om tien uur zat ik nóg op het
kantoor.
Eiers en beiers. Dit is eveneens een kruis
bessengerecht, waarvoor men. bij 1)4 pond
onrijpe kruisbessen noodig Reeft 2 ons sui
ker en 4 eieren.
De kruisbessen worden met het aanhan-
gende water tot moes gekookt. De eieren
klopt men met de suiker. Als de kruisbes
sen goed gaar zijn, drukt men ze door een
zeef en roert er het eiermengsel door.
Dit gerecht kan men zoowel warm als
koud opdienen.
j
hij
ing.
be-
nte-
zijn
x>e-
snd
ige
ta
me
zer
de
>o,
ö-
b-
ng
as
te
ik
in
ik
te
n.
iat:
»g,
oen
iele
HMM
a
zena en ’n paar lepels van de melk. Als de
vanillemelk kookt roert men die voorzich
tig door dit mengsel, doet alles weer terug
in de pan en laat, onder voortdurend roe
ren, de vla nog even doorkoken.
Men legt het kruisbessenmoes onder in
een schaal en giet de vanillevla er over
heen wanneer ze is afgekoeld. Daarna laat
men het gerecht door en door koud wor
den.
werkt, op lengte naar binnen geslagen, en
stevig gezoomd. Bij het inzetten der
mouwtjes neemt ge den mouwnaad 3 c.M.
meer naar voren dan de mantelnaad. De
zoom onderaan wordt op lengte omgeregen,
en ingezoomd, zoom en terugslag tegen el
kaar in voor de dikte. De kraag wordt op
vorm geknipt en langs de rechte kanten
gestikt, waarna ge deze opzet op den goeden
kant, en aan den binnenkant overzoomt.
Ook bij den kraag worden kraag en tegen-
slag tegen elkaar Ingenaaid, zoodat de
naden zoo plat mogelijk blijven. De man
chetjes worden aan den achterkant met
satinet gevoerd, waarna ge het schuine
naadje tegen elkaar innaait en de manchet
één C-M lager dan de mouw aan den
binnenkant vast zoomt. De knoops-gaten
maakt ge in de rechterhelft op 33 c-M. en
48 c.M. vanaf den onderkant, en 2 c.M.
vanaf den kant, waarna ge op de daai voor
bestemde plaatsen de knoopen aanzet.
suf
kost alleen wat
DIE VROUW 1EW HAAR HUISHOUO1MG
Vanillevla met kruisbessen. Bij 1 pond
niet te rijpe kruisbessen heeft men noodig
een vanillevla van H liter melk, 15 gram
maïzena 1 el, 60 gram suiker en ’n half
stokje vanille.
Men ontdoet de kruisbessen van kroon
tjes en steeltjes, wascht ze en zet ze op
met het aanhangende water. Zoodra ze
even stuk gekookt zijn, voegt men er sui
ker bij naar smaak en laat alles tot moes
koken.
Voor de vanillevla laat men de melk
langzaam trekken met de vanille. Het ei
wordt flink geroerd met de suiker, de mai-
„Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo
dellen, die aan het mode-album „Zomerpracht” ontleend zijn, kunnen bij
het Patronenkantoor „Panora**, Nassauplein IHaarlem, patronen be
steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor
mantels en japonnen, en 20 ets. voor rokken, kleine avondjasjes en kin-
derkleedirig. Voor toezending per post, ook bjj bestelling aan de agen
ten, 10 ets extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 160 modellen bevat
tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar.”
i’E
Met een onzichtbaar steekje naaien we
het lint in bladvorm, op de stof langs de
smalle zelfkanten. U kunt dit zelfs heel
goed op de naaimachine doen. Het eene
blad valt een beetje langer dan het andere
zoodat we niet zoo’n stijf toefje krijgen.
De takjes worden geborduurd in een steel-
steek met groene zijde, en wanneer deze
klaar zijn, komen de lelietjes er aan.
U gebruikt daarvoor goedkoope parels en
begint met de kleinste boven aan ieder
takje, en naar beneden grooter op te
naaien, met groene borduurzijde. Er mag
nog een klein groen steekje loopen van
iedere kraal naar den tak, zoodat het is alsof
de bloempjes er los aan bengelen net als
bij echte lelietjes van dalen.
Onderaan ziet u een taschje waarvan
een middenbaan van 10 cJd. over een
lengte van 14 cM is ingeknipt en waar de
zijkanten met ruimte aan verwerkt worden.
De bovenkant welke daardoor hol komt
te loopen, wordt recht bijgeknipt.
Aan beide kanten is dit taschje *t zelfde.
De rechte baan wordt gegarneerd met een
paar enkele takjes lelietjes.
Onze teekening echter toont u nog meer
versierlngsmogelijkheden. In de eerste
plaats kunt u uw zomerhandschoenen er
mede versieren en dan uw batist of zijden
kraagje en ten laatste kunt u een buiten
gewoon fraaien schoorsteenlooper maken
van donkere zijde of velvet.
U kniptr het model in gelijke punten en
versiert iedere punt met een toefje le
lietjes, zooals beschreven.
Langs de schuine punten wordt zijden
franje genaaid. ANEMOON
Bessen-crême. Bij 1 pond roode bessen
heeft men 2 d L. slagroom noodig en sui
ker naar smaak.
De vruchten worden gewasschen, afge
rist en dik met suiker bestrooid eenige
uren weggezet.
Vlak vóór het opdienen roert men er vlug
de slagroom doorheen.
In plaats van bessen kan men ook aard
beien nemen, die echter minder suiker be
hoeven.
Bessenpudding. Hiervoor zet men roode
bessen, die men tevoren gewasschen en
afgerist heeft even .op ’n zacht vuurtje tot
het sap goed loskomt. Dan laat men door
een doek al het sap uitloopen, waarbij men
gerust mag drukken en wringen. Het uit-
geloopen sap vermengt men met suiker
naar smaak en brengt het aan de kook
met de zéér dunne schil van ’n citroen.
Als het vocht kookt voegt men er in wa
ter aangemaakte siam-sago bij, laai alles
even doorkoken, doet de massa over in ’n
omgespoelden puddingvorm en laat de pud
ding koud worden.
Bij deze roode pudding presenteert mep
vanillesaus.
-j-^w e tijd, dat we voor tennissen, roeien
1 en zeilen persé een witte piqué rok
IS en een witte overhemdblouse moes
ten hebben is lang voorbij. Wel zijn op het
oogenbllk de grof linnen rokken en mantel
pakjes weer bijzonder in trek, maar dan
dragen wij er toch bij voorkeur een roode
of blauwe, gestreepte of geruite blouse bij.
Wij hebben echter alleen al voor sport een
uitgebreide garderobe. Linnen, half-zij den,
witte, blauwe of rose jurken zien wij de
gladde tennisbaan sieren. Wij laten u hier
’n paar aardige modellen zien.
Fig. 731 is van shantung of sportlinnen.
De rok heeft een aangezet stuk, waarbij in
voor-, zij- en achternaad plooien gezet zijn,
De mouw is halflang met *n manchet. De
taille heeft ’n grooten kraag, die kan ge
maakt worden van gestreepte stof of opge
werkt met biezen in afstekende kleur. Wij
hebben 5 M. stof noodig van 80 c.M. breed.
Fig. 732. Japon van gekleurd linnen of
donkere stof. De taille heeft een ingezet
vest met losse punten, "n liggenden kraag
en breede biezen aan het armsgat. De rok
heeft van voren en aan de zijnaden op
gezette plooien. Het geheel geeft het idee
van een bolero-costume, doch zal zeker heel
sportief staan.
Benoodigde stof: 4.50 M. gekleurd en
1 M. wit linnen van 80 c.M. breed.
Fig. 730 is een zomersch toiletje voor
eventueele toeschouwsters. Het voorpand
der taille is in de voorbaan van den rok
gezet. De rok is glad met een stuk van
stolpplooien. De korte mouw heeft *n paar
uitstaande punten; de taille is versierd
met ’n geplisseerde jabot. Benoodigde stof
450 M. van 80 100 cJ4. breedte-
DORA
zijn echter Zelfgemaakte. Hier volgen en
kele heerlijke receptjes:
Kaas-paté: Klop één of meer eieren met
een kopje geraspte kaas per ei, en laat de
massa op een zeer zacht vuurtje roerend
dik worden en daarna afkoelen.
Paling-paté: Ontdoe stukjes gerookte
paling van vel en graat, wrijf ze fijn en
vermeng ze met hardgekookte eierdooiers,
een tikje boter en eenige druppels citroen
sap.
Ham- of tong-paté: Hak het vleesch zeer
fijn, maak een dik mengsel van twee dee-
len boter en één deel goede mosterd en
meng alles dooreen.
Pikante paté: Roer hardgekookte eier
dooiers met een lepel olijfolie tot een glad
de purée, voeg tafelzout, een weinig mos
terd en cayenne-peper toe. Vermeng dit
daarna met geraspte kaas, een lepel azijn
en een paar druppels uiensap.
Andere heerlijke vullingen zijn: torna-
tenpurée met geraspte kaas, héél dunne
schijfjes komkommer en rauwe tomaat,
tuinkers met citroensap en suiker, plakjes
hard ei, heel dun bestreken met mayon
naise en met wat kapertjes er tusschen.
Bij al deze vullingen behoeven de sneetjes
niet besmeerd te worden.
De sandwiches worden dun gesneden en
zorgvuldig van de korstjes ontdaan. Ze
kunnen vierkant, recht- of driehoekig ge
maakt worden. Men pakt ze *t handigst in
de bekende aluminium sandwich-doozen.
waarvan de zijkanten na gebruik platge
legd kunnen worden, zoodat de leege doos
nauwelijks een centimeter hoog is. Carton-
nen bordjes, die men wegwerpt, zijn veel
handiger voor picknickers zonder auto dan
de aluminium picknick-bordjes, die men vuil
mee naar huls moet sleepen. De driehoe
kige sandwiches zijn uitstekend uit de
hand te eten. Met een pakje papieren ser
vetjes zijn we dan verder klaar.
Een thermosflesch is verder onontbeer
lijk om limonade koud of koffie warm te
houden. De zindelijke papieren bekers, die
bijna niets wegen, zijn tegenwoordig al
heel goedkoop te krijgen.
De picknickmand zelf moet licht, stofdicht
en niet te breed zijn. Bij de keuze uit de
verschillende modellen, die nogal uiteen-
loopen, moet men er rekening mee houden,
of ze op de fiets, in den wagen of in de
hand moet worden meegenomen. In het
buitenland ziet men modellen, die als een
rugzak gedragen worden, maar hier te
lande hebben deze, voor zoover ik weet
nog niet hun intrede gedaan.
a 1 wordt er tegenwoordig in Holland
heel wat meer gepicknickt dan een
•AX jaar of wat geleden, en door ’n veel
meer ulteenloopend publiek toch hebben
we hier de ware kunst, zooals de Engelsch-
man die verstaat, op geen stukken na te
pakken.
Er wordt op de eerste plaats te zinloos
gepicknickt door menschen, die met véél
minder gezeul precies evenveel frissche
lucht en smakelijker eten zouden kunnen
krijgen. En verder weten we den julsten
middenweg niet te vinden. Of we bepalen
ons tot het „boterhammen mee”, zoo grof
en onappetijtelijk als maar even mogelijk
is óf we laten ons een peperdure picknick
mand met compleet toebehooren aansme
ren, nauwelijks te torsen en natuurlijk niet
aangepast aan de speciale verlangens van
ons gezin, zoodat de helft van het „garni
tuur” overtollig is en het meest gewensch-
te ontbreekt.
Wie komen voor geregeld picknicken in
aanmerking? Allereerst de stedelingen
zonder eigen tuin, die het voor hun ge
zondheid over hebben, op eiken zonnigen
Zaterdag of Zondag naar bulten 'te trek
ken. Wie bulten woont, doet echter ver
standiger, een tafeltje onder de boomen te
dekken! Bezit men een auto, dan heeft
picknicken weer zin, zelfs al woont men
buiten. Het is altijd aardig, op vrije dagen
een grooten tocht te maken en op een lan
delijk plekje een economlschen maaltijd te
verorberen. Bovendien vervalt het zeulen,
dat anders den picknick tot zoo’n gemengd
genoegen kan maken. Men kan een enorme
mand meevoeren, desverlangd met een
spiritus-koker er in en allerlei ingrediënten
voor een gedeeltelijk-warmen maaltijd.
Zelfs kan een opvouwbare tafel meegeno
men worden en dito stoeltjes, een tafella
ken en het eigen serviesgoed. Moet men
zijn plcknick-spullen echter zelf dragen of
achter op een fiets binden, dan zullen ze
zoo beknopt mogelijk moeten zijn, de eet
waren geheel van te voren klaargemaakt
en het eetgerei tot een minimum beperkt.
Maar hoe ook. de picknick moet feestelijk
WWJn, smakelijk, aantrekkelijk. Geen depri-
meerende, onbehouwen boterhammen,
dubbel op elkaar gekwakt met iets er tus
schen, geen hardgekookte eieren in de
schaal, die maar moeten worden afge
knaagd uit de hand, geen kleverig fruit,
dat niet behoorlijk te hanteeren is. Een
huisvrouw, die ’n picknick wil organiseeren,
moet haar vindingrijkheid zoowel als haar
handen weten te gebruiken. Als de mand
wordt uitgepakt, moet de inhoud voor allen
een verrassing zijn, een nieuwtje, dat den
eetlust en de stemming animeert. Dat kan
met precies dezelfde kosten van een
boterhammenmaal. Het
meer.... werk en zorg.
Voor *n picknick, die dien naam verdient,
gijn sandwiches het aangewezen ding. Bij
Verschillende groote bakkerijen is tegen
woordig z.g. sandwichbrood te krijgen:
lange, rolvormige brooden, die kleine, zui-
Ver-ronde sneetjes geven, met practisch
geen korst. Men kan er blikken „uitste-
kertjes” bij krijgen om plakjes vleesch
precies op maat te snijden. Het resultaat
M keurig „af”.
Doch met boter besmeerde sandwiches
met "n plakje vleesch er tusschen, zijn wel
het allersimpelste en lang niet het meest
smakelijke. Veel aardige; en verrassender
Hjn de zelfgemaakte, of klaargekochte
sandwich-paté’s. Met boter besmeerd brood
wordt, vooral bij heet weer, bizonder gauw
onsmakelijk. Men doet daarom beter, wan
neer men vleesch als belegging gebruikt
dit heel fijn te snipperen, met een weinig
boter te vermengen en zóó uit te strijken.
Ben en ander blijft dan appetijtelijker.
De juist genoemde sandwich-paté’s kan
men klaar koopen, in tubes of kleine blik
jes, die slechts een dubbeltje kosten. Nog
goedkooper en gemakkelijker te varieeren
unstbloemen en gedroogde bloemen,
zij missen het veranderlijke, het In
’t oog vallende kleureneffect, dat
juist de echte natuurlijke bloemen zoo be
koorlijk doet zijn.
Iedereen is niet in staat, om den ge-
heelen winter levende bloemen te bezitten.
Gebrek aan plaatsruimte, een tekort aan
plantenkennis en ten slotte geen geld zoe
ken naar de kunst om eenigszlns het levende
te doen vervangen. Zij, die de handigheid
bezitten, levende bloemen in den zomer te
drogen, kunnen ’s winters met trots op d’r
bloemen vaasje staren dat dan het doede,
maar toch mooie zomerbloempje bevat.
Daarom moet men ’s zomers enkele bloe
men trachten te krijgen, die goed te dro
gen zjjn. Onder de planten zijn er vele zeer
geschikt en wel vooral, omdat ze d’r kleur
behouden, als het drogen goed is geschied-
Bekende planten voor dit doel zijn: Viool
tjes, Kamillen, Afrlkaantjes, Zinnia’s,
Korenbloemen, Stroobloemen e.a.
Hoe moet men te werk gaan? Het aller
beste gaat dit in een kistje, waarvan de
bodem is bedekt met droog helder duin
zand of uitgewasschen fijn rivierzand.
Daarop legt men een laagje bloemen naast
elkaar, maar men moet zorgen, dat de
bloemdeelen elkaar niet raken. Vervolgens
strooit men droog zand tusschen en over
de uitgespreide bloemen. Hierop kan men
wederom een nieuwe laag bloemen leggen
enz. De kist zet men op een droge, tegen
regen beschutte plaats en als ’t kan in de
zon- Het is daarenboven nog goed het zand
voor ’t gebruik te mengen met paraffine
(1 gram op 1 L. zand) en dan goed te ver
hitten. Hoe droger het weer is, hoe eer de
bloemen droog zijn en des te beter zal de
kleur behouden blijven.
De genoemde planten zijn zaailingen,
doch onder de vaste planten treft men een
mooie collectie aan, die zich voor de ge
noemde bewerking leent.
Zoo zijn ’t Gipskruid, de Erica, Lampion-
plant heel goed te behandelen. Men snijdt
ze af, als de bloemen tamelijk goed epen
zijn, dat is vooral na den middag en hangt
ze op een koele, donkere plaats. De Lam
pion snijdt men af, als de ballonnetjes be
ginnen te gelen en ontdoet ze dan van de
bladeren. Ten slotte is de blauwe Distel
ook zeer goed te drogen, mits men ze af
snijdt, voordat de binnenste bloempjes zich
beginnen te openen. BOTANICUS
e hieronder beschreven slipover, die
gemakkelijk ook grooter of kleiner
gebreid kan worden heeft een een
voudig te breien doch zeer aardig patroon
van dwarse strepen.
Beginnende met 76 steken, breit men
eerst ongeveer 7 c M. 1 r. 1 aver, voor den
boord. Dan begint het patroon, dat uit 8
toeren bestaat.
Men breit eerst 5 toeren in tricotsteek,
dus: 1ste toer r., 2de toer: aver., 3de toer:
r.. 4de toer aver5de toer r.
6de toer: 1 r-, 1 aver., 7de toer: 1 aver.
1 r- 8ste toer: 1 r. 1 aver.
Deze 8 toeren van het patroon herhaalt
men nog 7 keer. Dan begint men aan de
armsgaten. Aan het begin van de eerst
volgende 4 toeren kant men daarvoor tel
kens 4 st. af, zoodat er dus nog 60 st. op
de naald overblijven.
Men breit dan recht door, in patroon, tot
de armsgaten 13 14 cM. hoog zijn. Nu
kant men, aan het begin van eiken toer,
telkens 5 st. af voor het afschuinen van
de schouders, tot men in het midden nog
20 st. overhoudt voor den hals, dien men
dan eveneens afkant.
Hiermee is de rug klaar.
Het voorpand wordt precies eender ge
breid tot na de minderingen voor de arms
gaten. In den daaropvolgenden toer breit
men 30 st. en laat de overige 30 st. voor-
loopig op de naald staan. Men breit nu,
in patroon, verder op de eerste 30 st., waar
bij men, aan den kant van den hals, in
eiken 4den toer 2 st- samenbreit, tot er
nog 20 st. op de naald overblijven. Dan
breit men verder, in patroon, recht door
tot het armsgat even hoog is als bij den
In eiken toer, beginnende bij het
armsgat, kant men nu telkens 5 st. af, tot
alle steken voor den schouder zijn af ge
kant.
Dan breit men den tweeden schouder, op
de overgebleven 30 st., op dezelfde wijze,
beginnende aan den kant van de hals
opening.
Voor de randjes rondom de armsgaten
zet men 7 st. op en men breit ongeveer
160 toeren aldoor r„ tot het randje lang
genoeg is voor de armsgaten.
Het randje voor langs de halsopening
begint mep met 1 st. en men meerdert, om
den anderen toer, dus steeds aan denzelf-
den kant, 1 st. tot men 7 st. op de naald
heeft. Dan breit men verder ongeveer 186
toeren r- op deze 7 st- en mindert dan om
den anderen toer 1 st., aan denzelfden kant
van het randje waar men bij het begin
gemeerderd heeft, tot er nog 1 st. overblijft
dien men afkant.
De schoudemaden worden nu aan el
kaar genaaid, waarna men het breiwerk
strijkt eer men ook de zijnaden dicht naait.
Dan naait men de gebreide randjes langs
armsgaten en halsopening- Voor de hals
opening worden de schuine uiteinden van
het randje tot ’n puntje aan elkaar ge
naaid voor den voorkant.
enomen maten: bovenw. 72 C.M.,
lengte pl.m. 80 cAf., mouwl. 45
c.M. Benoodigd: 1.80 M. stof van 130
cA4. breedte, 60 c.M. satinet, 4 knoopen.
Ge maakt het patroon op de aangegeven
maten, waarna ge het op de vaste Ifjnen
uitknipt. Van het tegenbeleg maakt ge
nog even apart een patroontje. Vervolgens
legt ge de patronen op de stof, en wel zoo,
dat ge naast de belde voorpanden nog de
tegenbeleggen en de manchetten, naast
het rugpand de beide mouwen en den kraag
weg kunt knippen. Onder aan den mantel
wordt een 5 c M- breede zoom bij gerekend,
terwijl verder alles met een naad wordt
uitgeknipt. Ge begint middenachter de
4 c.M. breede stolpplooi in te maken, en
deze op H cM. breedte 32 cM. lang in te
stikken. Hierna rijgt ge schouder-, zij- en
mouwnaden dicht, en past dan even. Als
het manteltje goed zit worden de naden
gestikt en plat geperst. Van satinet knipt
ge biezen van 3 c.M. breedte. Deze wor
den langs de naden gestikt, en overge
stikt. De tegenbeleggen worden langs ge
stikt tot aan het kruisje, en glad op den
mantel geregen- De onderkant der mouw
tjes wordt ook met een schuin biesje afge-
r *w y anneer we een klein wandeltasch-
yy je of avondtaschje willen maken
van zijde of velvet in jade groen,
blauw of zwart, dan is bovenstaande ver
siering heel fijn.
Wanneer u het model van het taschje
hebt geknipt, een rond of vierkant model
letje zooals u bad gedacht, wordt het mo
tief opgewerkt alvorens de voering er in
komt. Voor de lange smalle bladeren neemt
u zeer fijn groen ribllnt, en vouwt ze zoo
als In a. en b. aangegeven.
I
öiiuilllllllllllllllllllllllllllllllllillltlllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllliwilllltllllllllllllllllllllii^
i