wtfiaal aan den dag EEN HISTORISCH FREGAT De Bey Tunis van op reis A PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd -OUDE GENEVEN y Cv bedenkt het telkens weer. ook uit zijwegen komt verkeer j5.6_0 inbreker BEZOEK AAN FRANKRIJK I DE „OLD IRONSIDES" a MAANDAG 30 JULI 1934 Thans gerestaureerd De Bey van Tunis n Rechtvaardig heerscher Sint Dominicus er Examen Engelach L. O. i A m NAAR SPAANSCH HET Noord Brabantzche commissie ter bestrijding van de T.B.C. Met groet ceremonieel werd de sprookjesvorst in Marseille ontvangen Het oudste en merkwaardigste schip van de oorlogsvloot der Vereenigde Staten \PER LITER Kvep Uier bracht bet zroht geroen yaa b«t Een gedenkboek f 1iiüm ot 40.- SST vinger AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 5’ w Christus. tiaar ar- (Nadruk verboden.) H. Rld- - Hü beduidde haar te blijven op de plek, waar Echter hadden mijn makken, zoo maf Ik UIT REINA’S DAGBOEK Juni 19.... 9» Jon» Gisteren (Wordt vervolgd.) I* 4- le s t n a i I tt an als n. le i 1 Rozenhoedje een kalmeerende stemming In het vredige en atllle gebouw, dat een oogenbllk te voren getuige was geweest van zoon heftige uitbarsting van menschelük» hartstochten. Eindelijk klom bet beest weer uit het water met sljn vreemden passagier op den rug. Ik voelde ml) Verre van behaaglijk. Ik durfde mjj nog niet los te laten, uit vrees dat het dier mij dan tusschen zijn kaken kon verpletteren. Salve, mundl salutare. Salve, salve, lesu chare: Cruel tuae me aptare Vellem vere, tu seis quare, Praeeta mihl coplam. Dinsdag ss. Is de eigenlijke dag van het 25- jarlg bestaan, dan sal In Lohengrin in Den Bosch de feestvergaderlng gehouden worden. lens M. hop Het werd een zware strijd. Het beest hapte woedend naar alle kanten, vanwaar het door ons bestookt werd, met pijlen, messen, enz. Op eens schoot het dier op de kano af waarin ik ml) bevond en kwam pardoes er dwars over heen te liggen. In mijn overmoed sprong Ik boven op den rug van het beest ring Ond mg” sa ting roer oor dng □rd, een ten. iteL be- 135. de or- ien yen aga ild ur ng er ia sn 1- bü en ve- tg- d t i. n t 1 th fn or et P- in Til at In n, xt >P ie 1» Ludwig Th. Br H. bij verlies vsn een hand •en voet of een oog neer voor de huisdeur. Wat treuzelde Jan toch! Waren er te vee! Inbrekers om ze tegen te houden bij hun werk? Waarom kwam Jan dan niet liever terug? Opeens klonk een lulde stem In den donke ren nacht. Jan beval den Inbreker zijn handen omhoog te houden. Het lichtje verdween op ite een bange K’s stem weer. En tjoep, daar dook het met mij het water In. Kopje onder ging Ik, doch direct daarop kwam het dier weer boven. Zoo ging bet eenige malen achtereen. Gelukkig hield Ik mij stevig vast en het beest kon mij niet betelken. De mannen in de kano’s dreven bet dier geleidelijk naar het ondiepe water. van mijn tante zou dia uit natuurlijk aesthetlsch Instinct al verwerpen zooals men een grof heid verwerpt als haar diep Christelijk ge voel er zich bovendien niet tegen verzette. En na een wandeling van twee dagen langa de elegante zaken, waarbij we al bet noodlge en ook heel wat onnoodlgs, gekocht hebben, zijn we In den trein gestapt, op weg naar het onbekende. Het was negen uur avond». Een gevoel van verlatenheid en treurigheid maakte zich van mij meester Onwillekeurig zuchtte ik. Tante Marilena keek me een oogenbllk begrij pend aan Intusschen snelde de trein over de trotsche vlakte van Castlllë. rekenschap gegeven, dat zoon weifelend wezen, als jk, getrouw den raad moet opvolgen van wie ze boven zich acht, en daarom heb ik besloten, om tante Marilena een genoegen te doen, an nu en dan in dit boek te schrijven. Ik weet niet, wat het worden zal, daar Ik me nooit van litterair talent bewust ben geweest. Maar in leder geval hoef Ik met niet bang te maken voor de kritiek, daar ik alleen door mezelf zal worden gelezen. Ik sla dus mijn roede misboek open, zoek de eerste pagina, neem een snoezig potlood, schrijf den datum en begin. Waarmee zal ik beginnen? Natuurlijk met het begin, en dat waren de tranen bil het afscheid van het pensionaat, waar ze me ge bracht hadden, toen mijn moeder stierf Dat zich losmaken van de dingen, waar we van houden, gaat niet zonder een zekere pijn, en ik moest dat sterker voelen dan de anderen, daar ik door mijn heel bijzondere omstandig heden die oude muren en de goede Zusters als mijn éénig tehuis en mijn éénige familie was gaan beschouwen. Buiten en behalve de ont roering van het oogenbllk, voelde ik bovendien den angst voor het onbekende Zeker, tante Marilena, die Ik al kende, daar ze mU een paar keer bezocht had, toonde zich van het eerste oogenbllk af heel hartelijk, wat er voel toe btjdroeg, om mij wat op te beuren; maar met dat al leek er aan de reis wel geen einde te komen, tot we in Madrid kwamen, waar tante Marilena een paar dagen met me gebleven Is, om me van het noodlge te voorzien. Wat ma bet meest verontrustte, was de gedachte aan de ontvangst vauwego mUa grootvader, paar hü ze wel noemen, ook de zandplaat bereikt en spoedig was het monster door eenige welge mikte schoten en messteken gedood. Ik was gered, doch zoo uitgeput door angst en ver moeienis, dat men mij naar de kano moest dragen. moest ik mijn verhaal afbreken, daar ae mij kwamen roepan, om het bezoek van pater Esteban, den pastoor van Aledo, te ontvangen. Deze ia een groot vriend van mijn grootvader, naar het schijnt. Pater Esteban ia al op zekeren leeftijd eerder oud, dan Jong. HU is eenvoudig, vriendelijk en ronduit. Ik sou er een eed op kunnen doen, dat de goede man me al kent, en dat mUn komst hem niet ver rast heeft, wat toch eigenlijk het geval zou moeten zUn. Zou mUn grootvader hem soms wel eens over me gesproken hebben? Maar wat kon hij van me vertellen, als hjj me niet eens kende? Toen we afscheid namen, bad ik den indruk, eC Ik een ouden vriend gezien haz* UTRECHT Geslaagd de dames T. Buiten- huys, Enschede; A. P. Kok en A. de Vries, bei den Amsterdam: J. G. C. Nordmann, E. J. M Pauwels. A. J. M. E. Hofstra, allen Den Haag; F. Hartsuiker. Krimpen a. d. IJasel; derlng, Meppel en de heeren O. Boerstoel. Njj- verdal; G. van Dijk. Zutphen; J. G. Oeradts, Den Haag; W A. van GinkeL Baarn, en L. J. J. Palar, Den Haag. - i Tijdens ons oponthoud in Madrid heeft tante Marilena me, onder vele andere dingen, een prachtig boek in rood leeren band met zilveren beslag gegeven. Het ziet er heelemaal uit als een misboek, hoewel het natuurlijk heel wat kleiner is. Waar is dat voor, tante? vroeg Ik. Dat is Je dagboek, waar Je eiken dag in kunt schrijven. Ik? Ja, JU. Op het kasteel hebben we maar weinig afleiding, en dat kan er één wezen. Bovendien is het heel interessant. Als er een tijdje overheen gegaan Is, vind je het leuk, om te lezen, wat Je een paar weken geleden gedaan of gedacht hebt. Het la net of Je nóg eens gaat leven. En dan Je ontwikkelt Je styi ermee. Tante Marflena is een bewonderenswaardlje vrouw, In welk opzicht men haar ook be schouwt. Ze is knap, heeft een goed figuur, B buitengewoon ontwikkeld, en heeft dien echten zin van het leven te pakken, waaraan bet mij. volgen» Isabel Luqu», ontbreekt. Jk teto mü groote, bruine kerels in rood-blauwe uniform. Zl) wekken hun heer lederen ochtend met marschmuziek en herhalen dit ’s middags om vier uur, wanneer de heerscher zijn siesta be ëindigd heeft. De Bey van Tunis ontvangt zelden bezoek.. Niet Iedereen wordt zoo maar waardig geacht' met hem te mogen praten. Zelfs de post wordt hem niet overhandigd als een gewonen sterve ling. De strenge ceremonie elscht, dat een zijner officieren de brieven te paard uit Tunis brengt. Van Tunis naar La Marsa zijn 15 KM en twee tramlijnen zorgen voor een verbinding om het balve uur. Iedere bewoner van La Marsa kan om negen uur zijn brieven lezen, slechts Zijne Hoogheid moet tot elf uur, b\j groote hitte zelfs tot ’s middags, er op wachten. 's Namiddags vertoeft de Bey op de daktuinen, waaruit hjj zijn heerschersbllkken op Tunis kan richten Op den achtergrond strekt zich de on eindige zee uit. Wanneer in dit landschap de zon ondergaat, moet dit dagelijks aanschouwen hem wel vrede en gemoedsrust schenken. Geen wonder dat Ahmed Pasja ver boven de intngee van zijn bof staat, dat om zün listen en jalou- zietwisten bekend is. De Bey is niet alleen opperste priester van alle Mohammedanen In Tunis, maar ook ko- ning van eenige millloenen burgers van ander ras, die zich in zijn rijk en vruchtbaar land ge kruist, gemengd en gevestigd hebben. Evenals voor zijn geloofsgenooten is hij voor de Mal- tezers, Grieken, Joden, Syriërs, Wltrussen, Ita lianen, Corslkanen en tegenwoordig ook Duit- sche emigranten een wijze en rechtvaardige meester. ze stond en zich vooral stil te houden. HU maakte zich los uit haar krampachtigen greep en het volgende oogenbllk was hU in de duis ternis verdwenen. Annie wachtte in groote spanning. Haar hart bonsde hevig. Als Jan eens voor de overmacht moest bukken. Duizend gevaren doemden voor haar verbeelding op en het werd j In 1905 leek het einde onherroepelijk geko men: het schip moest namelijk gaan dienen als schietschijf voor het zware geschut der At lantische vloot. En weer herhaalde zich de ge schiedenis: publiek en pers protesteerden, met het gevolg, dat het Congres een bedrag van 100.000 dollar voteerde voor de restauratie van het fregat. z Twintig jaar lang heeft het schip In de haven van Boston gelegen; de herinnering aan de heldenfeiten, waarbij het betrokken is geweest, bleef levendig; in 1935 werd opnieuw tot restau ratie besloten, die In 1931 werd voltooid. Toen ontwaakte de „Constitution” tot nieuw leven. Op eigen kracht zeilde het naar de Paciflc- kust; het werd een triomf-tocht, in alle ha vens had een geestdriftige ontvangst plaats, 3H mlllioen menschen bekeken de oude batterijen. Nu keert het fregat onder commando van zijn kapitein Louis J. Gulliver weer naar zijn ge boorteplaats terug, om geëerd te worden, zoo lang de Amerikanen trotsch blijven op hun oude vloot. ■met op Jouw ouders, en dus ook op Jou, rustte. Begrijp je wel? En daarom feliciteer ik je dub bel, omdat die oproep van Je grootvader nu zoo veel als een démenti is op al die praatjes zoo iets als een rehabilitatie. Deze brutale beleediging (niettegenstaande den hoffelijken vorm, waarin ze gekleed werd) drong als de punt van een dolk in Reina’s hart. Zóó bitter was de indruk, "dat zij geen woorden kon vinden, om er op' te antwoorden. Een vijandig zwijgen gaf niet dan voedsel asm de diepe ver ontwaardiging. die zich van al de meisjes had meester gemaakt. Isabel vond eindelijk haar spraak terug Zij greep Carolina bjj haar kraag, en beet haar toe- ZwUg. adder! Spreek JU van kwade tongen? Jammer, dat ze van de jouwe geen riem ge maakt hebben, om ongedierte dood te slaan! Zuster Oarmen kwam vlug van haar katheder af. haalde de strijdenden van elkaar, terwijl zij Reina vol teederheld aan haar hart drukte, en riep met al de kracht van haar verontwaar diging: Wees zoo goed, onmlddelUJk de aaal te verlaten, en midden in de vestibule oo je knieën te gaan zitten, waar iedereen je zien kan. Juffrouw Carolina Mendlzabal! En Jl), juffrouw Luque, doe wat minder heftig. Je bent veel te Impulsief, en de beste opwellingen krUgen het te kwaad, als men zich te voel laat gaan. Iedereen op zijn plaats, jongedames; de drukte is afgeloopen. We gaan het Rozen hoedje bidden. En JU. Reina, ga JU Je koffers vast pakken. er niet beter op, TIz? naarmate de tUd voortging en alles stil bleef Het lichtje bewoog nog steeds op en De diepe stilte, die op dien ronduit gesproken oproep van de jonge hertogin Luque de Azuara aolgde, had Iets prikkelends. Het heele troepje hield de oogen op juffrouw Mendlzabal ge richt, wier afkeer voor Reina overbekend waa Ik? O ja, waarom niet? antwoordde Carolina, zich met een reeds vroeg ontwikkelde gewoonte, om zich als vrouw van de wereld te gedragen, beheerschend, hoewel de woorden met moeite en ietwat sissend tusschen haar opeen geklemde tanden vandaan kwamen. Ik wachtte, dat jullie allemaal klaar waren. Hoewel Jk Je beklaag om het leven, dat Je op dat saaie kasteel gaat lelden, het is een woestUn daar, kind! en om de onhebbelUkheden, die je van Je grootvader zult moeten verdragen, die den isatsten tUd een beetje malende is, kan ik toch niet anders, dan Je mUn oprechten geluk- aan bieden. Geloof me. Reina. je Positie maakte me een beetje ongerust. Br waren kwade tongen, die partU trokken van den af- keer, dien je grootvader voor je aan den dag tegde, om, ik geloofde er niets van hoor! .mi veronderstelling te ulteQg d&t mh of 1» feestgave en ter herinnering aan het zevende eeuwfeest der heiligverklaring van Sint Dominicus, heeft JDe Rozen krans”, het bekende godsdienstige tVdschrlft, een gedenkboek uitgegeven. Kort Ingeleid door de redacteuren pater dr. L. M. Fr. Daniël» O. P. en pater Rem. Th. Brulneman O. P„ bevat deze aflevering vele waardevolle bijdra gen. Men vindt er het Apostolisch schrijven in. door Z. H. den Paus afgezonden aan peter Gillet, den Magister-Generaal van de Orde der PredlkbToeders, men vindt er een geluk wensen in van den Aartsbisschop, een schrij ven van den Generaal, een Inleidend woord van pater Basllius Schaab, Provinciaal der Ne- derlandsche Dominicanen en verder bijdragen van de paters dr. L. M. Fr. Daniels, Lr. J. W. dr. J. Sassen, dr. G. P. Krellng. R. ‘uiheman, dr. C. H. Lambermond, prof. B. H. Molkenboer, Mag. dr. M. A. van dan Oudenrijn en Lr. P. van den Tempel, allen Do minicanen. De studie van prof. Molkenboer handelt, bU tal van reproducties, over den H Dominicus in de beeldende kunst. De grootste meesters, vooral Italianen, blijken door het levan van den H. Dominicus met zjjn vele hemelsche momenten te zUn geïnspireerd tot sublieme werken. WU beelden hierbü af 8t. Dominicus aan den voet van Christus’ Kruis, door Fra Ange lico. Niemand, zegt prof. Molkenboer, heeft inni ger en devoter het contemplatief karakter van den H. Dominicus door de kunst laten spreken dan zün vrome zoon Giovanni da Flesole, die aan de hemelsche puurheid zUner werken de overal bekende namen van Fra Angelico en Beato Angelico dankt. Vooral in het monu mentale klooster van San Marco te Florence zUn de machtige uitingen van zUn Dominicua- psychologie te zien. Onder het prioraat van den H. Antonlus, die later aartsbisschop van de Arno-stad zou worden, schilderde de zalige meester in Iedere cel al fresco (d.i. In de natte kalk) één der geheimen van de Passie onzes Heeren en zelden verzuimde hU daar den H. Vader Dominicus af te beelden, als een voorbeeld voor rUn zonen, hoe zU den lUden- den Christus altijd voor oogen moesten heb ben. BU den ingang van het dormitorium her haalde Fra Angelico het motief, dat wU ook in het kloosterpand door hem behandeld zien: den H. Dominicus aan de voeten van den ster venden Christus. Het is een groot stuk van meer dan twee en een halven meter hoogte en bijna anderhalven meter breed. Maar het valt terstond op, dat de aangrijpende voorstelling met de sterkste zelfbeheersching, immers in alle soberheid eener wereldverstorven ascese geschilderd is. Dominicus en wij met hem vin den tegen den grijzen achterwand niets an ders dan het bleeke verbloedende lichaam van den gealachtofferden Verlosser. Er is geen diepte of verte, geen boom of geen bloem, geen lucht en horizon zelfs: er is alleen de harde naakte rots van Golgotha, overstroomd met de roode plassen van Jezus’ rozenbloed. En Sint Dominicus houdt knielend den kruisstam, met de bloedstrepen van dat goddelijk bloed getee- kend, In 'n mystieke vervoering van liefde om vademend. HU ziet op naar Hem, dien de beu len hebben doorstoken. LetterlUk woet de hei lige met Bint Paulus niets anders dan Jesus en dien gekruist. We zien, hoe hU zich vormt in de school van zfjn gemartelden Meester; hoe hU met al de kracht van zUn sterke liefde zUn levend Voorbeeld poogt af te drukken op zijn menschenhart. En een half ultgewischt onderschrift leert ons, wat hü bad: de rhyth- mische bede van den H. Bemardus. wiens poëzie van het kruis door Dominicus niet al leen werd nageflulsterd, maar vooral werd na geleefd Dit door Fra Angelico omstreeks 1440 ge schilderd tafereel is na 500 jaar nog gaaf op dezelfde plek te zien. De vertaling van dé bede van den H. Ber nardus luidt: „Wees gegroet, heil der wereld, wees gegroet, wees gegroet geliefde Jesiu. Gü weet waarom ik mU waarachtig aan Uw kruis zou willen aan.passen; geef mij de kracht er- toe." mU riep, zou hU zich wel correct gedragen. Maar riep hU me eigenlijk wel? Neen, neenl Uit de woorden van Zuster Maravillas had ik duMelUk kunnen afleklen. dat niet markies Aledo de behoefte gevoeld had, om naar »Un verlaten kleindochter to vragen, maar »U. Zuster Maravillas, voor mU om een plaatsje in dat huls gevraagd had. De markies had toegestemd en me geroepen, ja, maar niet van harte. Zou mUn positie niet geforceerd zijn? Zou ik me niet omringd sten door een Uzlge hoffelijkheid? Met deze weinig aanlokkeHjke gedachte aangaande mUn toekomst, kwam ik om negen uur avonds met tante Marilena in Madrid aan, na de ondraaglijke hitte van een zomerdag. Ik was op van de zenuwen en van vennoetenl» en sliep als een os In het onwennig» bed van een deftig hotel zoo geheel verschillend van mijn witte bedje tn het pensionaat. Den volgenden morgen gingen we winkelen. Het was niet den eersten keer, dat ik een derge- lüken tocht langs de mode-hulzen ondernam. Ik kende reeds dat voor leder meisje Interessante gebeuren, daar ik het met Isabel’s moeder aoo vaak had meegemaakt, gedurende de twee vacanties, die ik bU haar in Zwitserland heb doorgabraoht. Maar niettemin heb ik gebeefd van verrukking, voor al die mooie modellen, die mijn tante met haar onbetwistbaren smaak voor mfj uitaocht. Tante Marilena beeft er een vluggen kUk op, wat iemand goed staat. Ik heb nu een volledige garderobe, van de meest strikte elegantie. Het achUnt. dat de ultra moderne stroomlng een reeks van buitensporig heden teelt Ingevoerd. Dg yooniame smaak miktbeld tet werken door bij een ongeval met f ftZfl boenen ot belde oogen f t tJU»" doodslaken afloop hetzelfde moment. Even heersql stilte en daarna hoorde Annie Ji •Rechtsomkeert, marsch,” luidde'^tetaJ^ta:h> beveL Annie hoorde stappen naderen en kort daarop passeerde de inbreker, die de handen boven het hoofd hield, op de hielen gevolgd door Jan, met het pistool grimmig op den rug van den Inbreker gericht. „Kom maar voor den dag, Annie,” zei hU bij het hek. .Jki JU." vervolgde hU tegen den in breker, ,Je loopt nog minstens honderd meter met Je armen omhoog vooruit, anders schiet ik Als je zoover bent, kan Je gaan waar je wilt; begrepen?" De inbreker, een zwerver, die van Annie het vorige Jaar wel eens wat aan de deur had ge had. gaf geen antwoord. ZwUgend volgde hU het bevqi op en hU verdween met de armen op geheven, spoedig in de duisternis. Aanie keerde zich toen verwonderd haar man. „Waar heb Je al dien tUd op gewacht Jan?" vroeg zU- „Ik heb duizend angsten uitgrstaan." „Ja. kind, toen ik onderweg naar dien kerel was, viel het me in, dat ik hem liever niet moest storen, eer hU de voordeur open gewurmd had. HU kwam als geroepen, nietwaar?” ,En waarom heb je hem niet laten resteeren?" Jan schoot in een vroolUken lach. „Gauw tevreden ben je niet, Annie,” zei hU- „Waar haal ik zoo gauw* de politie vandaan? En vind je ook niet, dat hij wel iet» mocht hebben voor de hulp, die hU ongevraagd ge geven heeft?” „Ja, als je zoo redeneert,” zei Annie, nog maar half tevreden over het vrU uitgaan van den zwerver. „Toe, neem nu maar gauw dien koffer op. Jan. Het wordt veel te laat met al die grapjes." ,Jk ben bang voor die kerels, ze staan voor nlete.” „Laat tas," gebood Jan. „Ik sta ook voor niets en ze zijn knap als ze me hooren aan komen op het gras.” enige weken geleden is een merkwaardig L schip de haven van Boston binnengeloo- pen het oudste en zeldzaamste, dat thans de vlag der sterren en strepen voert, n.l. de „Constitution”, in de Vereenigde Staten meer bekend onder den naam ^Old Ironsides”. Het is het eerste en roemrjjkste schip der Amerikaansche oorlogsvloot, dat na een wissel vallige loopbaan van 140 Jaar te Boston voor anker gaat, niet om gesloopt te worden, maar om „zonder bUzondere opdriicht” opnieuw in dienst gesteld te worden. Het historische fregat, dat een nationaal symbool van Amerika is geworden, te reeds ver scheiden malen op het nippertje aan den on dergang ontkomen; thans wil men het als een bWvend monument van voorbUe glorierijke tijden laten voortbestaan, als rellqule der Ame rikaansche vloot. De kiel van dit oudste dienstdoende oorlogs schip van onzen tUd aldus „United Press” is in 1794 te Baston gelegd, dezelfde stad waar heen het thans voorgoed terugkeert. Overeen komstig bevel van bet Congres werd het uit prima eiken- en rood cederhout gebouwd; de doop geschiedde op 21 October 1797 door com modore James Sevor, die een flesch Madeira stuk sloeg tegen den trotschen boeg van het schip geen champagne, want het was nog de oude zuinige tüd. waarin men met cham pagne spaarzaam omging. ZUn eerste roemrijke overwinning behaalde bet fregat in Augustus 1812 op het Engelsche linieschip „Guerrier”, dat den Amerikaan hevig onder vuur nam. De stevige romp hield echter aoo goed stand tegen de ronde kogels, dat men het schip wegens zUn „Uaeren zUden” den yi«am gaf van Old T~Tïide». Eenige maanden later voerde de „Constitution” aan de Brazl- llaansche kust strijd tegen het Britsche fregat ^Java”. dat het ondersptt moest delven en buit gemaakt werd. In 1814 maakte de „Constitu tion” weer vier Britsche oorlogsbodems bult en een jaar later weer twee. Tot 1826 diende het daarna als vlaggeschlp van het Amerikaansche Mlddellandsche Zee- eskader; toen vond de bevelhebber, dat de .Constitution” wegens zUn ouderdom niet zee waardig meer was en gesloopt moest worden. Dat was meer dan een eeuw geleden; dit bevel veroorzaakte echter toen reeds zulk een opwtn- Cir.g onder de bevolking, dal -liet ministerie van~ Marine van besluit moest veranderen en het schip liet repareeren. Hersteld, werd het weer vlaggeschlp, na drie jaar volgde Indeellng bU de vloot in de Stille Zuidzee en fervolgens bU de thuisvloot. D» geheel» eeuw door is de „Constitution” voor allerlei doeleinden gebezigd, os. als ten- toonstelllngsvaartuig. en wel In 1878, toen bet de Amerikaansche inzending op de Parijsche tentoonstelling overbracht. Toen verklaarde de marine opnieuw, dat de „Constitution” nu haar laatsten tocht had volbracht en wederom kwam de openbare meenlng In het geweer. Hat schip word toen te Portsmouth gestatlonneerd als oefenschip; In 1897 op zijn honderdsten verjaar dag echter mocht het naar Boston zeilen, waar de bevolking het met geestdrift ontving. A ‘9^.00 dit blad «Un Ingevolge de vereekerlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeachl Jllle QOOnflt S ongevallen verankerd voor een der volgende ultkeerlngen f JU UW»’’ verlies van beide armen, belde Eenige dagen geleden landde tijdens het heete middaguur in de haven vui Marseille een prachtig wit jacht met roode schoorsteenen en zilveren emblemen. Een reeks stevige barkassen stoomde ter begroeting tegemoet. De sirenes van de omringende stoomers en fabrieken maakten een oorverdoovend lawaai Van alle buizen aan de kade wapperde de driekleur. Een militaire kapel speelde de Marseillaise en ge heel Marseille zwaaide met zakdoeken, toen Ahmed Pasja, de Bey van Tunis, zUn voet op Franschen bodem zette. Over een bloementapUt schreden hü en zün gevolg naar hun wagens. Het was voor het eerst sedert jaren. dat de Afrikaansche vorst weer in een auto zat. In zijn vaderland rijdt hü zelden uit en als hü a(jn paleis verlaat, dan gebruikt hü een kales. Parijs ontving den grüaen koning uiterst har- telük. De vlaggen van de twee bevriende rüken tooiden het raadhuis. Een eerewacht In gala- unlform stond opgesteld; ministers hielden redevoeringen: officieel Parijs was en bloc aan wezig De Bey schreef zich in in het gouden boek der stad en reed dan naar.het Elyseé waar hü bfj den prvSdent dlneertlë Wie is deze merkwaardige Afrik.aan.sche mo narch. die met roode fez. zwart vest en roode gcudbestikten broek deze reis beeft ondernomen? Waarom bewüst men bem in Frankrük zoo veel eer? Ahmed Pasja leeft bescheiden en rustig. Zijn residentie Is La Marsa, waarvan de tuinen als het ware over de Mlddellandsche Zee hangen. Er in staan talrüke gebouwen: rococo villa’s wisselen af met de modernste bouwwerken; een breede galerij ®et groene ruiten leidt naar het binnenhof van het paleis In de schaduw der laurierboomen staat de Wfwacht van den Bey, Zondag vierde de Noord-Brabantecb» com missie ter bestrüdlng van de TB.C. haar 25- jarlg bestaan. Om drie uur kwamen talrüke leden uit Eind hoven en omstreken met een extra-treln In Til burg aan. Begeleid door twee muziekkorpsen trokken de leden naar het hui» van dr. Deeten, waar qen_ serenade werd gebracht aan dezen voorzitter, die ook zün 25-Jairg voorzitterschap vierde. Hierna werd naar het tentoonstellingsterrein gegaan, waar des avond» geconcerteerd werd door de harmonie van het R.K. Jongenspatro- naat ,Bt. Lanü>ertu»”, de banjoclub ,JBt. There sia" en de harmonie „8t. Trudo”. Elndelük was de lang verbelde dag aangebro ken. Heel vroeg was bet echtpaar al uit de veeren gekomen. T Was een heele rei» naar hun buitenhuisje; wel drie uren met den auto. Er moest nog zooveel geregeld worden, eer ze kon den gaan. Niet voor vier uur konden ze er op rekenen op weg te kunnen gaan en de dagen waren al kort. T Werd half vUf, eer ze gereed waren en in den auto stapten, die er in vollen gang van door ging. Jan zat aan het stuur en Annie naast hem. Na drie uur rijden kwamen ze aan de brug over 't breede scheepvaartkanaal, waar de weg aan den overkant een büzonder gevaarlüke bocht maakte. *t Begon al te schemeren, maar Dekker kende den weg op zün duimpje. Voorzichtig, Jan, vermaande Annie, zoodra ze de brug achter den rug hadden. Maar Jan sloeg geen acht op haar waarschuwing en de auto vervolgde zün weg met onverminderde snelheid en een oogenbllk later reed hü op den berm van den weg. rakelings langs het water. Annie kneep Jan in zün arm; de wagen maakte een zwenking, kwam dwars over den weg te staan en reed tegen een boom op. Beide inzit tenden kwamen er met een paar bullen en den schrik af. De auto was bulten gevecht gesteld Laten we maar niet probeeren den motor op gang te brengen, zei Jan. Neem het kleine koffertje en die paar pakjes, Annie. Ik zal de rest nemen. Belast en beladen gingen zü op weg. Het buitenhuisje lag gelukkig op een korten afstand. Tien minuten gaans verder op den rüksweg leidde een door een hek afgesloten pad. door kreupelhout omzoomd, naar den tuin, waarin het huisje lag. In het halfdonker konden zü de boomen nog vrü duidelük onderscheiden. Af en toe een woord sprekend, bereikten zü elndelük het doel van de lange reis en belden zetten, met een zucht van verlichting, de ba gage op de stoep voor het huls. „Geef mü nu even den sleutel. Annie,” zei Jan, terwül hü zich het voorhoofd met zün zakdoek afdroogde. .Dien heb ik niet,” zei Annie. „Hü lag op het buffet en ik heb je nog zoo gezegd hem vooral in je zak te steken.” Jan mompelde eenige onverstaanbare woor den. Wist hü van een sleutel op het buffet aft Dat kon ze gemakkelük zeggen. Maar in leder geval, ze zaten er nu mee en er moest raad ge schaft worden. De üzeren luiken, die ze het vo rig» jaar voor de ramen hadden laten plaat sen, konden ze niet omhoog krügen, en om een deur open te peuteren, geen denken aan. Jan stelde voor, dat ze samen maar in een nabüge- legen gehucht hulp zouden gaan halen. Al was er geen smid mülen. in den omtrek te vinden, de een of andere boer had wel gereedschap om den toegang te forceeren. Nadat ze de bagage xoorzichtigheidshalve in een boachje hadden verborgen, begaven ze zich op weg. Het was een heel eind, naar de naaste boerderü Toen ze er aan kwamen, lag de familie al In bed en de waakhond liet niet met zich sollen. Op zün ver woed geblaf, werd een venster opgeschoven en een grove stem dreigde met een Jachtgeweer De tweede boerderü leidde tot geen beter resultaat. En het geblaf van de waakhonden plantte zich mülen ver in den omtrek voort. „Laten we teruggaan. zei Annie, geschrok ken. .Straks breekt er een hond los en ik kan niet in een boom klimmen. Jan begreep, dat zü geUjk had en zü gingen terug naar hun huisje. Vastbesloten, zich een toegang te verschaffen aan de achterzüde, al moesten ze de keukendeur afbreken. „KUk eens Jan, een lichtje bü het huls! Zit bleven stilstaan bil den ingang van de_ lange laan aan h»C hek btj den rijweg. Annie had goed gezien. Een lichtje ging op en neer op de plek, waar de voordeur zich moest be vinden. „Inbrekers.” zei Jan, kalm, maar grimmig „Ook toevallig van avond! Gelukkig, dat ik een revolver op zak heb. Annie hield hem aan den mouw van zün jas stevig vast. JBlüf nu hier, Jan." smeekte ze. ,17/F

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 19