Bisschop Egbert van Trier f565. PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd I I I, u&Aaal van den dag f82.155.- V keerden uit I I LEERLING VAN EGMOND WIJ SPAREN™» Alleabonné’s Wl| geldende ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1934 •4 P f565- Oud kasteel vernield NAAR HET SPAANSCH f 125.- f 50- Beschermer van kunst en wetenschap 50— 50- 50— 25- Eugene O’Neill werd Katholiek Nieuwe pogingen tot redding van Byrd Hij legde den grondslag voor de later zoo beroemde bibliotheek der abdy f 50— f 40— HIERMEDE STEEG WAARMEDE De autoweg Keulen- Bonn f 125— f f f f I Gewonnen en toch.. I verloren I ingevolge de voor onze abonnes gratis-ongevallenverzekering aan: C. P. Vreeburg, Langebuurt 5, Uitgeest L Verhaar, Waverveen, Nessersluis W. G. J. Custers, Langenweg 29, Noordwijkerhout J. Ceelie, Plantsoenstraat 2, Purmerend P. J. van den Berg, Hyacinthenlaan 40zw. Haarlem R. van Balen, Cr. Houtweg 81, Beverwijk B B. Pieters, Paus Leostraat 32, Haarlem Mej Dubois, Lijnderdijk 24, Halfweg W. A. Res, Ruiterweg 3, Castricum ONS AANTAL THANS EEN TOTAAL aan onze verzekerde abonne s is uitgekeerd. DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL UITKEERINGEN TOT 328, BEDRAG VAN met den t bovenvermelde IIINIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIUUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII llllllllllllllllllllllll woorden. „Kom nu even binnen, Dickl de onbewust krommer loopt,” hij nog was 1. U sa be th van Thüringen verbonden en verkleed moest en groen te Carvajal 30 VI (Wordt vervolgd) hè? Grootvader (egt, huls BDOTZ' QVQNTI i i i r s die in haar werk en in' haar nederig berustte, met haar goedlgen glimlach, Hoewel ook de tweede poging om vice-admi- raal Byrd, die geïsoleerd zit in zijn waarnemings post 123 m(jl ten Zuiden van Little America, te redden, Is mislukt, is dr. Thomas Poulter opnieuw vertrokken naar het kamp van Byrd. De nieuwe tractor waarmee de reddingspoging wordt ge daan is voorzien van een speciaal verwarmings apparaat. Bovendien is Byrd er in geslaagd de draad- looze verbinding met Little America, zij het ook gebrekkig, te herstellen. Eenlge dagen geleden seinde hij, dat alles In orde was. bjj verlies van *n anderen vinger n n ir 3 I Het bleek thans dat ons overhaast vertrek de achterdocht der Sovjet autoriteiten had op gewekt. Wat we redeneerden en pleitten, het gaf ons niets. In plaats van te gehoorzamen aan het bevel van den ambtenaar op het vlieg veld te Lenlnggrad, waren ze kalm opgestegen en dat vergrijp moest zwaar gestraft worden. Voert ze weg, beval de opgewonden man. k. I blikken laten kwamen er twee soldaten onz<= cel binnen die ons gelastten mede te gaan. We werden in een vertrek gevoerd waar een of andere hooge ambtenaar zat. Deze begon direct woedend uit te varen, waarom we niet gehoor zaamd hadden aan het bevel van den amb tenaar te Leningrad, om te blijven wachten toen hij ons op het vliegveld achterna holde. Het oude kasteel van Alcacer do Bal, asm den oever van de Sado in Portugal, is tengevolge van een bergstorting zoo goed als geheel ver nield. Een der zware muren werd ondermünd en stortte onder donderend geraas naar beneden. Verschillende beneden aan de rivier liggende hulzen werden door het zware gesteente ernstig beschadigd. blad droeg waar water en brood op stond Thans was de man wat spraakzaam en h1] hoonde en treiterde ons op velerlei wijze, het geen Oom eindelijk het geduld deed verliezen en den man een gevoelige opstopper deed ver- koopen. Woedend verdwene de man, met de woorden: ..Daar zul je voor boeten, man”. Eenlge oogen- een hij °P had Per kee- rende poet ontving hij het reglement, alsmede z'n bewijs met de mededeellng, dat ze blij waren nu eens zaken te doen met den zoon van een oud vriend. Ingewijden verzekerden, dat het onmogelijk was voor Rose Mary om te winnen. Het was een rennen w*d door ^Kweerde iBFaarvan i klampten an Dirk I, Graaf van Holland, weten we weinig meer, dan dat hij in 023 van Konlng Karei nl goederen in leen mocht ontvangen en zich heeft beijverd de christelijke beschaving in zijn gebied te bevorderen door het gebeente van Sint Adelbert, Apostel van Kennemerland, te doen opgraven en overbren gen naar een nonnenklooster, door hem Ooste lijk van Egmond gebouwd. Meer is ons bekend van zijn zoon. Dirk II en diens gade Hildegar- dia dochter van den Burgraaf van Gent. Deze veranderde het klooster in een abdij voor mon niken en schonk rijke gaven voor onderhoud en om de kerkelijke diensten te verzekeren. Wt dit huwelijk werden twee zoons geboren, Egbert en Arnoud. De eerste was zeer begaafd en heeft een zoo buitengewonen Invloed gehad op het beschavingsleven van zijn tijd, dat het voorzeker de moeite waard ia, nu de belang stelling in den lande naar Egmond uitgaat, iets meer over deze merkwaardige figuur mee te deelen, te meer, daar zijn invloed zich ook tot op het graafschap en de voormalige abdij heeft uitgestrekt. Voordat hij zijn zegenrijke loopbaan als Aartsbisschop van Trier begon, vinden we hem vanaf 5 Juli 978 tot 30 Juli 877 als Kanselier bü bet Keizerlijk Hof, welke kanselarij onder de hoofdleiding stond van den H. Willigis. den tateren Aartsbisschop van Mainz. Zijn uitge sproken gaven als bestuurder, zijn degelijke theologische vorming en edele Inborst, deden het oog op Egbert vallen, toen Theoderlk I. Aartsbisschop van Trier, m 977 kwam te vallen. Egbert vond het diocees in meer dan een op zicht in treurigen toestand, gevolg van de bar- baaiache strooptochten der Noormannen, die tot op het eind der negende eeuw zelfs tot hier, toe waren doorgedrongen. Kerken en kloosters lagen verwoest, wereldlijke vorsten hadden een groot deel der Bisschoppelijke goederen weder rechtelijk In bezit genomen, zoodat de Kerk vorst zoo goed als uitsluitend moest leven van de kloostergoederen, die Aartsbisschop Heinrich na de opheffing van enkele kloostergemeen schappen tot zich had getrokken. De gevolgen der barbaarsche invallen waryn echter veel verder gegaan. De studiën waren in verval geraakt, de tucht was verslapt, de ziel zorg verwaarloosd, doordat zich leeken-abten in de kloosters, die tegelijk vele kerken bedien den, hadden weten binnen te dringen. Een degelijke hervorming was derhalve drin gend noodlg. Wat Egbert, toen hü in 877 den blsschoppe- Hjken stoel van Trier innam, te doen stond, was derhalve de beroofde en vervallen kerken en kloosters weer op te bouwen, de tucht te herstellen, de kunsten en wetenschappen te be vorderen. Sparen kun je toch alleen maar Als er ook wat over schiet, Want van enkel lucht te happen. Zelfs des zomers, leef je niet! Sparen is alleen maar moog’lijk Als je niet van alles koopt En wanneer je niet geregeld Al je tijd verbioscoopt! Sparen doe je, als je nimmer Roek’loos omspringt met je geld, Doch wanneer je altijd zuinig Dubbeltjes en centjes telt! Sparen duidt niet slechts op welstand, Doch voornamelijk op dit: Dat de mensch de vele deugden. Die versiering zijn, bezit! En nu zien wij, dat die lofspraak Op ons, Nederlanders, past, Daar het cijfer op de Spaarbank, Ook de laatste jaren, wast! Ja, zelfs nog in drie en dertig, Legden wij zoovéél apart. Dat het Cijfer vérre uitgaat Boven ‘t halve milliard! Dus men moge concludeeren Uit dit meer dan gulden feit. Dat wij inderdaad nog leven In een idealen tijd! wasschen worden Het arme kind! zei Reina, zoodra de jon gen weer uit het gezicht was, na een geduchte schrobbeering te hebben ontvangen. HU heeft hier ook heelemaal geen vriendjes. Het is heel natuurlUk, dat hl) nu en dan in de verleiding komt, om er eens tusschen uit te trekken. Meneer de markies had het er laatst over, om hem op kostschool te doen, maar mevrouw de barones wilde er niet van hooren. HU is nog zoo klein! zei de oude Olave, die het heele tooneeltje had aangezien. Wat een heerlUke tocht door het begroeide park met zUn zuivere lucht, bezwangerd met den geur van wilde rozen I Insecten zoemden In een gouden waas. Nu en dan kwam een hert In dolle vaart van tusschen de boomen door over den weg gerend. Bü het meertje rustten zU een oogenbük uit. Toen zU ten laatste bü bet paviljoen van den rentmeester kwamen, kon digde een foxterrier hun komst al aan, met luid gekef. Een klein dienstmeisje, het eeni re personeel, dat markiezin Carvajal er op na hield, bracht hen door een met bloemen versierde hal naar een kleinen salon op de eerste verdieping, die uitzag op de elndelooze uitgestrektheid van slnaasappelboomen en olUven, en op de rivier in de verte, met aan den overkant een ander dorpje met zUn kerktoren en witte nulsjes. De salon had een prachtige veranda, die op den muur van het park rustte. Op de betonnen balustrade bevond zich een menigte hortensia's In bloei, naast geraniums en sleutelbloemen Er wm ook een parasol, benevens een paar rieten De man vertrok zonder een woord te zeggen en we waren weer alleen. Toen de avond was gevallen, probeerden we zoo goed en zoo kwaad als bet ging ons te slapen te leggen, hetgeen met bet oog op de vele ratten, die er waren niet bepaald makkelUUk viel, Den volgenden morgen werd de deur weer geopend door denzelfden bewaker die weer een van het stond. „1 LUkt wel. of merkte Will Daily op. Toen hU dlchterbU was gekomen, riepen Dick en Will haast gelUktUdig: „Hallo Geof frey!” en begonnen om den verbaasden man een rondedans uit te voeren. „Alles is in orde, Geoffrey; ik kan je hel pen. Je hebt me eens een ontschatbaren dienst bewezen en nu kan ik je helpen”, begon Dick. „Ik kreeg onverwacht 100 pond en heb ze gezet op .Rose Mary", ’t Paard heeft gewonnen en nu krUg ik 10.000 pond van Dodson en Fogg uit Warringfield”. „Ik wist het al. Dick”, antwoordde de oude man met een gedwongen lach. „Dodson en Fogg waren op ’t punt failliet te gaan en JU hebt ze den genadestoot toegebracht. Ik was van die firma de voornaamste deelgenoot.” geluk van m’n vriend zal toevertrouwen.” „Ik heb ook geen verstand van paarden,’ lachte Daily, .maar hier is het avondblad. La ten we samen eens kUken.” Aandachtig keken onze vrienden de kolom men na tot Daily ineens uitriep: „Wat zou je hier van zeggen, Dick?” Met z’n vinger wees hij op het paard „Rosé Mary”, waarop de bookmakers 100-1 Wilden no- teeren. ..Als je wint, krUg je 100 X 100, dat is 10.000 pond.” Top!” riep Pears, verheugd. „Dat doen we! Stel je voor 10.000 pond!” En hü klopte z’n vriend op de schouders. „BU wien geef je ze nu op?" vroeg Daily. „Dat is in orde. Ik weet toevallig een be trouwbaar kantoor in Warringfield, Dodson en Fogg. Daar heb ik m’n vader wel eens over hoo ren spreken.” Den volgenden dag schreef Dick Pears aan de firma Dodson en Fogg en vroeg tevens waar hü ass«ssssn«*sssesssuMassss)(ss*sse*s(ssasssiisssss9^ MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) iHiiiiiiiiiiiiiimiiiitHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiinuiiiiiiiiii^ de school van Reichenau zijn beïnvloed, zijn school, waaruit die van Echtemach is voort gekomen en welke die van Reichenau overleef de, heeft een geheel eigen Trierschen aard. Reichenau en Trier-Echternach zUn de mid delpunten der Dultsche schilderkunst in den tUd der Ottonen, waarnaast alle andere, als die van Keulen. Fulda, Regensburg, van minder be lang blüken te zün. Egbert’s bemoeiingen Inzake de kunsten strek ten zich niet minder uit over de edelsmeed- en emallle-kunst. Nog altUd is in de schatkamer van den Dom te Trier de kostbare reüekscbrU- nen van den H. Andreas en van den heiligen nagel, waarmee de Heiland aan ‘het Kruis is gehecht, te bewonderen en in die van Limburg het kunstvolle omhulsel van den staf van Petrus. Teneinde deze staf, uit welks bezit moest blUken, dat de Triersche Kerk van Apos- tolischen oorsprong was, terug te krügen. heeft Egbert zich alle mogelüke moeite gegeven. Egbert legde ook voor de Egmonder abdU den grondslag van de tater zoo vermaarde biblio theek. Niet minder dan zestien codies, waar onder een kostbaar missaal, schonk hjj met waarlUk vorstelUke edelmoedigheid. Herinneren we er tenslotte nog aan, dat het ook Egbert is geweest, die Ruopertus, monnik van Metttaeh, naar Egmond heeft gezonden, om aldaar de gegevens te verzamelen voor een Vita van Sint Adelbertus. Kort voor zUn dood werd aan de Kerk van Trier de Sint Servaas van Maastricht, haar Haar füne vingers zetten handig en vlug een stukje op een overhemd van streepjesgoed van twintig cent de meter. Je moet het erg onderhouden, zei ze.. Het te allemaal ontzettend duur. Het is vreeselUk! Hier vooral, knikte Rein*. In haar eenvoudige crème japonnetje met rood borduursel vond mevrouw Carvajal naar zóó knap, en zóó gelükend op haar moeder, lat zU het meisje over deze begon te spreken, met liefdevolie uitweiding. Toen het dienstmeisje de thee binnenbracht, vielen Francisquin en de hond met ware geest drift op een stapel koekjes aan. Het was een leven van waar-ben-je-me. Men zou niet ge zegd hebben, dat de schaduw van het noqdlot over dat huis lag, aoo*n vroolUk gelach als er nu opklonk. Tot slot speelde Reina nog een vroolUk stukje op de fraaie piano, die alleen een beetje slecht gestemd was, en met enkele andere goede meubelstukken uit de schipbreuk gered scheen. De zon was zoo juist aan den gezichteinder verdwenen, en vóór bet avond werd, moesten Francisquin en Reina op het kasteel zün, daar grootvader zich anders ongerust zou maken. Diepe stilte lag over het park uitgespreid. De vogels waren naar hun nest gegaan. Ginds, op het station, floot een trein. Van den weg klonk de hoorn van een automobiel. Ben belletje duidde op den nabUen stap van «en paar koelen Hand In hand liepen Francisquin en Reina Zondagsmorgens kwam pater "jsteban den markies nooit bezoeken, daar hij het dan te druk had. Doch éénmaal zün taak geëindigd zUnde, wat gewoonlük tegen den avond het geval was, sloeg de priester den weg tn naar het kasteel, en kwam daar aan, net op het □ogenblik, dat de markies zün rondgang door den tuin maakte, in zün wagentje, dat zün trouwe kamerdienaar voortduwde. Wanneer hü den pastoor zag aankomen, wachtte hü hem op. Dan liet hU zich naar een bekoorlUk plekje brengen, zond den bediende weg, en diór eleven ze dan praten, tot de gong het eerste :eeken voor het diner gaf. en de bediende weer ver scheen, om zün meester terug te rüden. Fran cisquin, Lorenzo en de beide dames waren dan bUna altUd op het terras. Want eiken Zondag dineerde mevrouw Carvajal met haar zoon op het kasteel -g—e Amerfkaansche tooneelsehrüver Eugene 1 O’Neill, die ook in Nederland herhaalde- lUk gespeeld is, wU herinneren aan „Lief de onder de Olmen”, geregisseerd door A. van Dalsum, aan .Anna Christie” onder Verkade, aan de Utrechtsche Studentenopvoering van ..Kelzer Jones” onder leiding van Ad. Hooy- kaas, heelt zich bekeerd tot het Katholicisme. Deze overgang Verbaast eigenlUk niemand, die met het werk van den bekwamen dramaturg bekend Is, want onbewust, of zoo gU wilt: on derbewust. gaf hU aan zUn spelen steeds een religieuze tendenz, die sterk heen wees in dt richting van het Katholicisme. Het duldelUkst blUkt dit uit zUn jongste werk, getiteld Tbc Day Without End” (De dag zonder einde), dat in Amerika en Engeland met groot succes wordt opgevoerd en waarvan de N.V. Amsterdanuch Tooneel In het as. seizoen de première zal brengen onder regie van Aug. Defresne. Over dit spel schreef G. K. Chesterton: „In zUn Jongste drama beschouwt O'Neill het feit, dat de christelUke levensbeschouwing steeds een wereld vol wilde, dwalende, wanhopige, wan trouwende en ontkennende theorieën overleeft, terwijl die theorieën niet den moed ontwik kelen om deze waarheid onder het oog te zien." Verder zegt hU „van al de vele belangwekkende dingen, die uit Amerika overkomen naar Euro pa. vind ik zelfs gedurende deze hevig belang wekkende periode van Roosevelt’s mannelijk en avontuurlUk Presidentschap niets zoo be langwekkend als het nieuws over het Jongste drama vjy den gemalen schrüver O'Neill”. Noc niet in Nederland opgevoerd Is het lange, maar mooie stuk „Strange Interlude” (Vreemd Tus- schenspel). Laat ons hopen, dat ook dit drama eens een Nederlandsch gezelschap aantrekt. op dit blad ZUn ingevolge de venekerlngavoorwaarden tegen Z t>U levenslange gaheala ongeschiktheid >t werken door 7C/) bij een ongeval met Z bij verlies van een hand Z 1 9C ofl verlies van een Cfl bij een breuk van Aft ongevallen verzekerd voor een der volgenoe nltkeerlngen f verllea van belde armen, belde beenen of belde oogen oU.' doodelUken afloop f een voet of een oog f 4 A*/s-luim of wtjevinger f v(/«**been of arms TrlZ.” duister hen zou verrassen, vóór zU de seringen- haag bereikt hadden. Francisquin dacnt aan het gezellige uurtje, dat hU juist ge no. en had. Reina aan alles, wat ze gezien had. En ae zei tot zichzelf met overtuiging, dat alleen een diep godsdienstig gevoel zulk een echte tevredenheid met den bestaanden toestand kon teweeg brengen. MarUena op gedempten toon, alsof ze die op merking tot zichzelf richtte. Bovendien doen ze tegenwoordig zulke won deren, in de geneeskunde. Nu, ik laat u het rUk alleen, tante. Slaap u maar lekker, en zie. dat u morgen weer goed bent, en aan tafel kunt komen, we missen ul En Francisquin? Die gedraagt zich als een man. We gaan nu juist naar tante Carmen. Ik heb haar gis teren beloofd, dat ik een kopje thee bU haar zou komen drinken. Doe haar de groeten. Reina boog zich over haar heen, en zocht in bet donker haar gezicht, om haar te kussen. Marilena drukte het meisje aan haar hart. ZU voelde een onmetelUke dankbaarheid uit haar hart opwellen, dat God het leven van 8ovza gespaard had. Niet omdat sU ooit iets van dat leven kon verwachten maar omdat zU wist, dat, nta de jongen gestorven was haar zclfver- wUten haar toch altUd weer zouden hebben gekweld. Intusschen begaf Reina zich, vroolUk als een vogeltje, met Francisquin voorbU de seringen- haag in het park. De Jongen was dien middag in een allerbest humeur. Gebruik makend van de koetelUke vergetelheid, waarvan hU den heelen morgen het voorwerp was geweest, was hU er al vroeg vandoor gegaan, en tegen den middag in een ontzettenden staat thuisgekomen vuil, met een gat in zUn knie, en zonder een knoop aan sUn goed, aoodat hll heelemaal ga- z’n 100 pond moest deponeeren om In 't bezit te komen van bewijs, dat 100 tegen 1 Rose Mary gezet. Op menig gebied bewoog zich de veelzijdige Egbert, üit een brief van Bisschop Gerbert van Reims, den tateren paus Silvester H, leeren we hem als een beschermer der schoone kunsten kennen. Trouwens daarvoor pleiten verschillende handschriften, die met fraaie miniaturen zUn opgesierd: De Codex Eg bert!, waarin hU zelf, in blsschoppelUk or naat, zittend op een troon, is afgebeeld. welk handschrift dat te Reichenau werd géschreven de Evangeliën bevat en in de stadsbibliotheek te Trier met zorg wordt bewaard. Verder het Psalterium Egbert!, in 881 geschreven en nu te vinden in de bibliotheek van Civldale in Italië, waaraan het werd geschonken door de H. Eli- (het wordt ook wel Codex Gertrudlanus geheeten naar de Russi sche Groothertogin Gertrudta, die er in 1085 de bezitster van werd). Niet mogen worden vergeten de Codex Epter- nacends, die eveneens de Evangeliën bevat, en de verschillende Sacramentaria, copieën van 1 Sacramentarlum van Gregorius den Grooten, thans te Parijs te vinden. De schepper van dit Registrum Gregorii was een buitengewoon be gaafd meester in de boéksierkunst. Mag hU door driejarig paard, dat nog nooit op de was uitgekomen en bovendien bereden een onbekenden jockey. Dick Pears J echter, dat juist die paarden wonnen' niemand het verwachtte en vol hoop «U zich aan deze mogelUkheid vast. ElndelUk was de groote dag aangebroken. Pears had van spanning en opwinding haast niet kunnen werken. NauwelUks had hU het kantoor verlaten, of hij kocht aan de kiosk een avondblad, liep vlug de kolommen door en schreeuwde het eensklaps uit, toen hU met groote letters zag staan: „Rose Mary komt als eerste aan. Een span nende race”. De menschen keken hem na, toen hU als een gek door de straten rende met een geopende krant in z’n hand. Toen Will Daily, die ook nu, zooals lederen avond aan 't hek van z’n voor tuintje stond te wachten, totdat Dick voorbU kwam, om dan een praatje te maken, z’n vriend zoo zag aankomen, schoot hem te binnen, dat t de dag van de rennen was en begreep direct wat er was gebeurd. „Gewonnen! Gewonnen!” riep Dick hem al van verre toe. Ze schudden elkaar de hand en stonden als kinderen van vreugde in t rond te springen. stelde. Daily voor, „dan kunnen we er een glaasje op drin ken.” „Neen kerel, ik wilde wachten tot de oude Geoffrey Durden straks voorbU komt, dan deel ik hem direct het nieuws mede.” ElndelUk kwam de oude heer aan, groote nieuws, dat hem te wachten _JMarUen< 8*“» opeens recht op ia bod zitten. Dank zu het feit, dat het donker was in de “®er, kon het schrandere meisje die onge wone beweging, heel ongewoon voor een vrouw, die zóó volleerd was in de kunst van lich te “fiterscheu als barones Tailarea, niet op merken. En. Nu, dis jongeman, waarvan ze gisteren avond zelden, dat hU vermist wm>. hebben ze gevonden. HU ligt heel zwaar gewond in een hospitaal in Melilla.... MarUena begreep, dat ze wat zeggen moest. Maar hoe zou ze het brok wegslikken, dat .laar *n de keel geschoten was, zonder In snikken “it te barsten? Nu, ik denk, dat u daar blU om zult zl’n ne? Grootvader zegt, dat het een heele >este J“>ren is, en dat hU altijd veel bU ons over «ewaest Is. Op slot van rekening is toch beter, dan dat je weet, dat hü dood of vermist is, hè? NatuurlUk. Gewonden kunnen beter wor- maar dooden staan niet op.... yeraekerde Eenlge maanden geleden is de prachtige autoweg tusschen Keulen en Bonn ook voor motorrijders opengesteld, op voorwaarde dat zU de regels van den weg ln<cht zouden nemen. De motorrUders hebben echter den weg als een racebaan gebruikt en zooveel ongelukken veroorzaakt, dat deze weg thans voor hen ver boden ta. stoelen met cretonnen kussens, die tot oen zit je noodigden echt om eens de oogen half dicht te doen, en zich aan die zee van vergasten. Mevrouw Carvajal liet haar naaimandje staan, legde haar lorgnet neer, en stond op, om Reina te begroeten. Onwillekeurig keek het meisje, toen ze door de kamer naar de veranda kwam, naar den ouderwetachen divan, met het versleten kleed, en andere dingen, die aan ver gane glorie herinnerden. Francisquin en de hond waren al in dolle pret met elkaar aan het stoeien. Ze waren allebei Jong, en begrepen elkaar opperbest. Je excuseert me toch, dat ik doorga met mUn werk. Reina? zei mevrouw Carvajal. Dit is een niéuw overhemd van Lorenzo, dat hU gisteren gescheurd heeft en ik moet er een stuk opzetten, als ik niet wil, dat hu straks thuis komt met het hemd, dat hU nü aan heeft, aan flarden. Ze zUn boomen aan het omhakken en hu moet er natuurlUk bU wezen. Het schUnt, dat hU er veelal in zUn hemdsmouwen bü staat, en dan kun je zoo ge makkeluk je goed scheuren. Dot allee sprak van groote zuinigheid, zU het dan ook niet direct van armoede, dank zij de edelmoedigheid van markies Aledo. Wat een bewonderenswaardige vrouw, die mevrouw Car vajal, - -■ - leven haar voorkomen van echte dame, en dien be koorlijken eenvoud, die haar ertoe bracht, om open voor haar bescheiden positie uit te komen, zonder yataciM schaamte. wederrechtelUk ontnomen, weer door den keizer teruggeschonken. Na een heilzaam en vruchtbaar bestuur van zestien jaar stierf Egbert den achtsten Decem ber 883; hij werd met veel statie begraven In de kapel van den H. Andreas, door hemzelf aan de domkerk gebouwd. DOM. A. BEEKMAN t -w wat zou er toch gebeurd zUn yy ouden Gsoffrey Durden?” T „Ik weet het niet, maar Ik heb me het zelfde al afgevraagd." ,Men beweert, dat hU z’n villa heeft verkocht en op kamers gaat wonen." Geoffrey Durden bewoonde een der grootste villa's van Ladington. was in t bezit geweest van twee schitterende limousines en had een klei nen staf van uitstekend personeel tot z’n be schikking gehad. Na den oorlog had hü zich in het plaatsje gevestigd. HU was afkomstig uit Warringfield, waar hü ook z’n zaak had. Twee driemaal per week ging hü daar naar toe. Wat hü feitelük precies uitvoerde wist nie mand. Algemeen stond WJ als zéér rük bekend HU had veel goed gedaan en daar hU boven dien voor leder altUd een vriendelUk woord over had, was hü een populaire figuur in het plaatsje. De laatste maanden echter .was hü heelemaal veranderd. Gebogen liep hU door de straten. Z'n voorhoofd was diep gerimpeld en Iedereen kon het hem aanzien, dat hü zorgen had. Toen hü dan ook, zonder erg. langs W1U Daily en Dick Pears liep,die voor het huls van laatstge noemden stonden te praten, werden door dit tweetal de bovenvermelde opmerkingen ge maakt. - ,Jk geloof wel, dat hU er beroerd voor staat,” mompelde Will Dally. „Ja,” zei Dick medelüdsnd. .naar wat je zoo hoort, moet je het haast wel aannemen.” In een kleine plaats is men precies van el kanders omstandigheden op de hoogte. Men be merkt *t direct aan kleine dingen als: bler- drinken in plaats van whisky, geen dure sigaren meer, maar een gewone PÜP enz. Als daar dan nog bü komt, dat men z'n auto's en villa ver koopt, dan geldt het als een uitgemaakte zaak dat men er slecht voorstiat. Niemand durfde het echter direct aan Geof frey Durden te vragen. Aangezien men even wel in Ladington niet erg füngevoelig was. waren er echter genoeg indirecte zinspelingen gemaakt, zooals: ,,De zaken gaan slecht, man heer Durden; of: „wat een tüd! wat een tüd! Enfin, u zult het ook wel merken." Men be reikte er echter niets mee daar hü steeds ten antwoord gafJa, ja, het is slecht in zaken.” „Ik kan Je niet zeggen, hoe jammer ik het vind.” ging Dick Pears voort. „Voor iedereen was hU een vriend in den nood, en ik heb veel aan hem te danken. Toen ik in de penarie zat, was hü het die me niet alleen met doch ook met daden toonde, hoe hü met mü en mün gezin te doen had door mü aan een positie te helpen. Wist ik maar, hoe 1 k hem nu kon helpen!” ,Ja kerel.” zei Willy Daily, „dat begrüp Ik best. Laten we intusschen hopen, dat het niet zoo erg met hem gesteld is.” Hierop scheidden de vrienden en ging Daily met haastige schreden naar huls. Enkele dagen na dit onderhoud, kwam Dlck Pears 's avonds laat onverwacht bü z'n vriend Daily opgeloopen. HU gunde zich nauwelijks den tüd behoorJük te gaan zitten en leek erg opgewonden. „Wat scheelt jou?” vroeg Daily verbaasd. .X>at zal Ik Je gauw vertellen. Je weet dat we 1 den laatsten keer over den ouden Geof frey hadden en dat ik hem zoo graag wilde hel pen.” ,Ja, en „Nou goed, luister verder Gisteren kreeg Ik bericht, dat Ik 100 pond geërfd heb van een ver famlelld. Ik wist niet eens, dat hü bestond. Toen ik over m’n eerste verbazing heen was. dacht ik zoo bü me zelf: „Dick, jongen, nu heb je kans om Geoffrey Durden te helpen en „Maar met zoo’n klein bedrag zal hU toch niet te helpen zün,” viel de ander hem In de rede. „Laat me uitspreken. Ik dacht zoot is voor mü een bedrag, waar ik heelemaal niet op ge rekend had. Nu zag ik toevallig in de krant staan, dat de groote Derby-rennen weer plaats hebben en kan men z’n geluk beproeven.” „Ah zoo! Nu begrüp ik waar je heen wilt.” „Niet waar? Ik waag nu een kans met die 100 pond, en als ik win, ta alles voor den ouden Geoffrey. Ik heb heelemaal geen verstand van paarden en weet niet waar ik op zal zetten. Nu moet JU me maar zeggen aan welk paard ik het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 17