T PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd 4 -1 JCrf uckAaal can den dag Twee machtige Japansche concerns (f2.8 O w VAN BOOTZ GROOTE INVLOED OP DEN WERELDHANDEL Pacht-varia Alle abonné’s MAANDAG 20 AUGUSTUS 1934 Mitsoei en Mitsoebishi e l Handel in verdoovende middelen Krant na 15 eeuwen opgeheven koning Albert NAAR SPAAN SCH HET Tijger door inlander met ’n bijl gedood Zakbijbel na 17 jaar teruggekregen Eingenaardige gebruiken in Engeland De groote leider» der smokkelaars kan men niet op het spoor komen De voornaamste bedry ven van handel en industrie in Japan zyn sinds eeuwen in han den van twee families I 1PED HL., iiiiiiuumm OOGSTMAAND De boodschap i van m ’n vrouw AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL e presen- lllllllllll ver te Het bank! a i 1 als mijn waarde klein ia IX UIT REINA'S DAGBOEK 17 Augusta* Is er een, i F 1 r I 1 F De man hield woord. OnmlddelUJk na aan komst te Helsingfors werden wij voor den rech tercommissaris geleld, wlen wij ons wedervaren vertelden. De man was vreeseiyk boos pp de beide mannen, die ons weer over de grens had den willen voeren. Zulk eigenmachtig optreden moest gestraft worden en dit zou dan ook ge beuren. Inmiddels werden wij In vrijheid ge steld, met het verzoek ons voorloopig ter be den oorspronkeljjken eigenaar en zeventien Jaar den bijbel terug- De oudste gedrukte Chlneesche krant, het cagblad Peking Bao”, dat dezer dagen 1534 jaar bestond. Is voor de laatste maal versche nen. Omstreeks 400 na Christus werd het blad cp geel zijden papier gedrukt en verscheen op onregelmatige tijden. Sedert 1800 verschijnt het dagelijks. Herhaaldelijk moest de uitgave onder den druk der elkaar snel opvolgende politieke gebeurtenissen in China In den loop van de vorige eeuw gestaakt worden, doch dan ver scheen het na korten tijd onder anderen naam. om zoodra de omstandigheden zich weer ten gunste gewijzigd hadden, opnieuw als „Peking Bao" te verschijnen. e l l i t r V et o. Ir ST n n. *4 m van mach te be- 'Wordt vervolgd) n het Engelsche graafschap Warwickshire moet aan den landheer van KnlghtloW elk Jaar op Sint Maarten (11 November), bjj zonsopgang een pacht betaald verband met de aanstaande vlootconfe- en het groote belang hiervan voor Japan, schijnt er meer dan ooit een verlangefi te be staan bij de Japansche Jeugd om bij de marine te gaan. Bij de militaire academie te Edajlma hebben dit jaar 7.130 Jongemannen toelating gevraagd, hetgeen 1425 meer is dan het vorige jaar. Ook de machinisten- en andere scheepvaart- scholen hebben een grooten toeloop van leerlin gen. >en Indisch houthakker werd In een bosch Ranchi in Bihar plotseling verrast door tijger, die in de omgeving bekend stond als n-eater. De man had slechts zijn houthak- sbjjl by zich en wachtte den aanval van den er niet af. doch wierp zich op het dier en kte het met den bijl boven op den kop. Dit i waarschijnlijk echter teveel voor hem, want man bezwijmde en kwam pas gerulmen tijd t bjj. Hjj lag naast den tijger, die door den en slag met den bijl gedood was. Een Australisch soldaat. Wallace Grichton, die gedurende den wereldoorlog aan het Wes telijk front In Frankrijk vocht, werd In April 1917 tijdens een hevig gevecht nabij Bullecourt door een machinegeweecjkogel gewond en ge vangen genomen. Zijn bezittingen werden hem afgenomen. Dezer dagen ontving hij een brief van een Duitscher uit Breslau, die een zakbij bel in zijn bezit had met den naam en het adres van thans, na stuurde. i Toen na eenige dagen de zaken waren afge wikkeld. hadden wij volkomen vrijheid van handelen. Inmiddels was er nog van Russische zijde een poging gedaan om onze uitlevering te bewerkstelligen, doch de Flnsche autoritei ten dachten er niet over. Ternauwernood wa ren we hier aan een groot gevaar ontsnapt. De mannen der Lappo-beweging kregen nog een leelljke pijp te rooken. Wat een heerlijk strand, dat van Ruisclares! Wat Is het er mooi, en wat een zuivere luchtI Ik zou het mezelf nooit vergeven hebben, als Ik niet mee had willen gaan. Grootvader had gelijk, zooals altijd. Sinds ik hier ben, adem ik met volle teugen de zuivere zeelucht in, en ik acht me niets te groot, om door de duinen te rennen, en Irngult in de zon op het strand te gaan liggen, onder de beschutting van mijn parasol, zonder eenige andere bezigheid, dan naar Francisquln te kijken, die zandkasteelen maakt, of het ge kabbel der golven gade te slaan, die onophoude lijk af en aan rollen. Rulselaree is een vlaschersplaatsje klein, doch erg aardig. Er zijn vier villa’s langs het toe en teerde staaltje met gewone vraag. „Achterste tov>..Mo,ik links”, sel ze. Ik ging er heen en vroeg aan ’s morgens worden, die „Wraakgeld" wordt genoemd. De pachtschuldigen moeten driemaal om een kruis, dat daar staat, loopen, onder het zeggen van „Wraakgeld”, en het geld daar, In bet bijzijn van een getuige, in een gat van het kruis leg gen. Wordt dit niet behoorlijk gedaan, dan is een witte stier de boete. Waarvoor dat gebruik is ingesteld, weet niemand, en evenmin weet iemand, waarom bet in stand blijft. Een niet minder zonderlinge pacht heeft nog niet zoo lang geleden in Denemarken bestaan. Deze werd eveneens op 11 November, op het kasteel Breitemberg, bij Itzehoe, betaald. Een vroegere bewoner van het kasteel, graaf Rant- zau, zakte, terwijl hij op de Jacht was, in een moeras. Hij werd gered door een boer, wlen de graaf als belooning dat moerassig stuk land schonk, op voorwaarde, dat hij hem jaarlijks een Deenschen zilveren penning als pacht zou betalen. Het land, dat later ontgonnen werd werd „De Pennlngweide” genoemd. In het graafschap Lincolnshire is in Bourn een stuk land bekend als „De Wlttebrood- weide”, dat jaarlijks verpacht vtirdt als volgt: twee Jongens moeten een zekeren afstand loo pen, en terwijl zij aan 1 loopen zijn, wordt er geboden. De laatste bieder, voordat de Jongen: terug zijn, is pachter voor een jaar, terwjj de pachtgelden besteed worden om brood voor de armen te koopen. Te Fenny Stradford, in Buckingham, Is een huis, het St. Maartenshuis genaamd, dat in den muur een steen heeft, met het opschrift: „Dit huls is vermaakt aan de Parochiebesturen tot jaarlijksche viering van den St. Maartens- dag. Anno Domini 1752.” Het huis wordt tegen een zeer lage Jaarlijksche huur verhuurd, en na aftrek van de kosten voor reparatie wordt de huur besteed om den inwoners van de stad een feest te geven. De laagste huishuur is een shilling ’s Jaars. van bet volk ontvangen voor het bezit van Marlborough House. Dezen post kan men vaak In het financieel verslag, dat Jaarlijks ver schijnt, aantreffen onder de inkomsten als gr- kenteUJkheldshuur”. laatste boom hier omgehakt is, bij Jullie In Rulselares kom. Francisquln was reeds in den auto geklommen. Lorenzo boog, om juffrouw Solvadal de hand te kussen. Misschien legde hij in dat eenvou dig blijk van eerbied wat meer geestdrift dan anders, want Reina haastte zich, om in den auto te stappen. Toen de wagen de bocht om reed, richtte Reina zich nieuwsgierig op. DAAr stond Lorenzo nog, in de gloeiende zon, midden op den weg, terwijl hij den wagen nakeek, die in een stofwolk verdween. Een half uurtje later kwam Reina zegevierend op het kasteel terug. Nu? vroegen haar grootvader en Marilena met spanning. Ik heb gezegevierd over de heele linie maar het heeft ontzettende moeite gekost. U had eens moeten zien, hoe koppig die kerel was, en wat een stommerik! Hij hao in de Middeleeuwen moeten leven, met die ideeën van hem over zyn eer! Nu Ja, maar tenslotte Tenslotte: Is hij overtuigd, tot pap gesla gen. In Rulselares, zoodra hy den laatsten pijn boom heeft omgehakt. Nu, tante doe me het genoegen, even te vragen, dat ze wat water voor me halen, want mijn tong is droog van al het praten. Ik wist wel, dat Ik niet beter kon doen, dan Jou als gevolmachtigd minister uit te sturen, zei haar grootvader lachend, onderwijl Marilena in eigen persoon water voor Reina ging halen. Er Is geen man, die weerstand kan bieden aan een knap meisje, dat bovendien waren leden van de Lappo-beweging, die ieder een die uit Rusland afkomstig is en van wlen niet op duidelijke wijze blijkt dat hij geen com munist is, onverbiddelijk over de Russische grenzen terugzetten. Van alle kanten kwamen er thans mannen aanzetten, die ons over de grens wilden .werken. Plotseling klonken er kreten en geweerschoten. Voor we het wisten waren we gewikkeld in een gevecht tusschen 9 Voor het op te richten standbeeld van Koning Albert is reeds meer dan twee millloen francs bijeengebracht en nog steeds komen de bijdragen binnen. De middelen van dit fonds zullen gedeeltelijk worden gebruikt voor het standbeeld en voor de rest voor het stichten van een nationale bibliotheek, overeenkomstig den wensch van koning Leopold. Deze biblio theek zal den naam van den overleden koning dragen. ik zou nog één poging wagen. Ik betrad een ander groot m-iraziin, stapte naar een dame mijn de ’t Is vacantie en, natuurlijk, Werkt het weer daarbij wat mee, Dan is het uitgaan even logisch Als het heele A B C! En wij rijden graag per auto! ’t Is een uiting van den tijd. Wijl je in een auto prachtig En er uiterst snel mee rijdt. Auto’s zie je in de steden, Aan de badplaats, bosch en hei; Langs de mooie buitenwegen Rijden zij in lange rij. Auto’s zie je, die betaald zijn Of nog loopen op termijn, Doch het is gewoon verbazend, Zooveel auto’s als er zijn! En als droeve consequentie Van die machinale vloot Is het aantal ongelukken In de laatste weken gróót. Nooit werd zooveel „aangereden" Of werd in een sloot „geland". Nooit hield maag’re Hein inhalig Zóóveel troeven in de hand.' Ach, de dood heeft geen vacantie, Dok niet bij het schoonste weer.... Want hij oefent graag de doodstraf Op de zonden van ’t verkeer! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) „Neen meneer. Misschien In de gordynen- afdeellng, zesde verdieping.” Ik nam dus de lift en steeg naar *t dak. „Rood goed? Gordljnenafdeelihg, andere eind van deze etage.” zei een man. „Ik ging daarheen. ..Eerste etage, katoenafdeellng,” zei de ver- kooper Ik nam de lift, daalde af en stapte de straat op. Ik had m’n buik vol van rood katoen. Maar ment kwam de bepaling voor, dat zijn nakome lingen gezamenlijk-de zaken der firma zouden voortzetten, en nu, ruim twee eeuwen later, is de uiterste wilsbeschikking van den oprichter van de firma nog steeds van kracht en leeft voort in de stichting van de Mitsoei Partner ship Cy. Leden van deze vennootschap zijn de hoofden van de elf families Mitsoei. President Is de erfgenaam in rechte lijn van het geslacht Mitsoei. De leiders van de verschillende doch- ter-ondernemlngen van het concern worden door dezen familieraad benoemd. Ieder lid van deze elf families legt bij zijn meerderjarigheid een eed af, waarbij hij belooft den geest zijner voorvaderen getrouw te blijven, naar eer on ge weten de regels in acht te nemen, die de grond slagen zijn van de handelsorganlsatie van de firma. Zooals gezegd, is het Mitsoei-concern niet al leen een van de grootste ondemem!” Japan, doch kan gerekend worden UX tlgste concerns van de geheele wén hooren. De firma bezit groote rubberplantages op Malakka, reusachtige bosschen in Hokkaido, steenkoolmijnen, alsmede goud-, zilver-, zink- en kopermijnen. Het concern heeft zijn eigen K Filing met kantoren te Tokio, Yoko hama. Shanghai. Bombay. Londen en New- York. De maatschappij handelt in de meest uit- loopende producten, zooals: zijde, katoen, jute, papier, houtstof, vleeach in blik, thee, tabak, bier, lucifers, kamfer, zeep en geneesmiddelen. Het concern heeft eveneens zijn eigen vloot, be staande uit vijf en dertig stoomschepen met een totaal tonnage van 200.000 ton. Met deze vloot wordt een regelmatige dienst onderhouden met de PhilippUnen, Siam en de Vereenlgde Staten van Noord-Amerika. Mitsoei bezit voorts zjjn eigen dokken en loodsen In de voornaamste Japansche havens. De firma scheepswerven. Zij controleert de Japansche zware Industrie en heeft!* een groot aandeel in <Se leveranties ten behoeve van de nationale verdediging. Kortom, er Is geen tak van handel of industrie waar deze familiefirma geen aangevende plaats inneemt. Het concern niet minder dan honderdvljftig dochten nemingen, wier financieels en politieke 11 niet te schatten is. De Mltsoeblshi's wedijveren met de Mi In omvang en belangrijkheid. Dit concern öe meeste Industrieën gerationaliseerd er de uiterste lage productiekosten komen pansche artikelen tegen scherp concurrei prezen op de wereldmarkt. Als bijzonderheid dient hierbij vermeit nTIP Je wou wat anders zeggen.... Ik zag het op Je lippen. Ik wou zeggen, dat Je een stommerik was! riep Reina uit, geprikkeld door het kalme en ironische verzet van Lorenzo. Goed, laten we er niet meer over praten. Ik zal tegen groot vader zeggen: „Grootvader, ik ben niet ge slaagd. U hebt een slechte onderhandelaarster gekozen. Van een man, die verliefd is. kun Je tegenwoordig niet de minste galanterie ver wachten. Behalve die ,,ééne", verdient de rest van de vrouwen niet eens, dat Je ze aankijkt. Dus nu weet u het.” Lorenzo zag Reina vastberaden van den boom stronk opetaan. Een hevige blos kleurde zijn gelaat, toen hij de laatste woorden van het meisje hoorde. Doch bijna op hetzelfde oogen- bllk maakte die blos plaats voor een doodeiyk» bleekheid. Wie heeft jou gezegd, dat ik verliefd ben’ vroeg hjj met plotseling veranderde stem. Reina antwoordde niet. Zij wees slechts met haar ftfngevormde hand naar den sigaretten koker dien Lorenzo nog altijd spelenderwijze van tie eene hand in de andere liet gaan Dan vroeg zij op haar beurt, met spottende kalmte: En dat portretje? Lorenzo stopte snel den sigarettenkoker in den zak van zijn pantalon. Met een geweldige Inspanning van zijn wil dwong hij zich tot volmaakte kalmte, en op een toon, waaruit onverbiddelijke ernst en beslistheid sprak, ver klaarde hij Jk geef Je mijn woord, dat Ik, zoodra de zoo sympathiek dochter. De „waarde kleindochter” antwoordde niet teneinde de illusles nlet te verstoren, die haar grootvader aangaande haar macht scheen te koesteren, maar zy vond, dat ze met neele- maai op den juisten weg waren. Dat portretje op dien sigarettenkokeren die tegenstrib beling van Lorenzo! Het was niet alleen trots: het was ook wel vijandigheid tegenover eiken anderen vrouweiyken invloed! In leder geval was de „ééne” voor ditmaal in een hoek ge dreven. Even voelde zij toch haar Ijdelheid er. eigenliefde bevredigd. slechts zeventien procent van de uitgevoerde en in Japan gefabriceerde artikelen door de zware Industrie vervaardigd zijn. De rest, of 83 pCt. is het product* van handenarbeid. De Japanner is dan ook een uiterst geschoold handarbeider. De vlngervaardlgheid, die de Japanner bezit, tengevolge van het gebruik van het schryfpen- seel en de etensstokjes, komt hem bjj den hand arbeid uitstekend van pas. Een der industrieën van Japan, waarover wel het meest gesproken en geschreven wordt, is de rijwielindustrie. In geen enkel land van de we reld worden zooveel rijwielen bereden als in Japan. Het aantal rijwielen, dat in dit land in circulatie is, wordt op zeven millloen geschat. In Japan zjjn ongeveer tweehonderd rtfwiel- fabrieken. Slechts een tiental van deze fabrie ken werken met 100 tot 200 arbeiders De rest is bjjna hoofdzakelijk huisindustrie. Hier werkt Uien volgens oud patriarchaal familiesysteem. De arbeidstijd is 10 A 12 uren per dag. met slechts twee rustdagen in de maand. De in dustrie is in zooverre gerationaliseerd, dat iedere werkplaats zich gespecialiseerd heeft op de vervaardiging van een bepaald onderdeel. De grootindustrie houdt zich dan ook uitsluitend bezig met het monteeren van de op deze wijze vervaardigde onderdeden. De lage arbeidsloonen, ver doorgevoerde ra tionalisatie maken het mogelijk, dat de ver koopsprijs voor een In Japan vervaardigd rij wiel varieert van 20 tot 40 yen, hetgeen in Ne derlandsen geld ongeveer negen tot zeventlen- en-een-halve gulden is. „Anders!" riep ik. „Ja. ’t is anders. Je dacht, dat je 't zelfde wou hebben W«ar Je vergiste je. Turksch rood moest je hebben. Derde toonbank links! Ik wil zeggen, ze nemen allemaal Turksch rood.” M’n vrouw keek me verbaasd aan, en toen deed ik haar het verhaal mijner kwellingen. „Enfin,” zei ze, „dat Turksch rood is veel mooier dan wat ik eerst had en je hebt er zoo veel van meegebracht, dat ik 't andere heele maal niet hoef te gebruiken. Ik wou, dat ik maar eerder aan Turksch rood gedacht bad.” „Dat wou ik ook,” zei ik. Mar” van mijn grootvader. Het is een tamelijk klein gebouw, vergeleken bjj het kasteel, maar zóó vrooljjk, aardig ingedeeld, en met smaak gemeubeld, dat het een Intens knussen indruk maakt. De fundamenten worden omspoeld door de zee. want het staat vlak aan het water, en het prachtige terras aan den zeekant rust op een paar dikke Ijzeren zullen, en steekt een aantal meter in zee uit. Als men in een van de rieten stoeltjes zit, krijgt men den indruk; dat men aan dek van een schip is, daar de Caterer. van „Hé, dat is anders dan t lapje, dat ik je ge geven heb.” blijft loopen. Francisquln is zoo bruin als een tor, en Ik zelf Ik ben bang, dat het ook niet lang meer duren zal, tot ik er uitzie als een gebakken tegel. Truus. Ik liet haar het tintje zien, dat m’n vrouw me gegeven had. Ze keek er naar en gaf het me terug. Toen haalde ze een groote rol katoen naar benrttéfi en sloeg het ojjen. .Dat is niet t zelfde,” zei Ik. „Neen, niet precies,” zei ze. „maar t is veel mooier dan uw staaltje.” „Dat kan wel," zei ik, „maar 1 moet hier bij komen, ziet u. Er is al iets gemaakt van dat festoen en dat moet vergroot of versteld wor den of zooiets; dus ’t moet dezelfde tint zijn.” Het meisje antwoordde niet, maar haalde een andere rol. •Dit is dezelfde tint,” zei ze. „Ja, maar 't is gestreept." „Strepen worden tegenwoordig erg veel ge dragen.” „Jawel, maar t Is niet om te dragen. 1 Is iets voor meubels, geloof ik. In ieder geval moet 't heelemaal effen zijn." „Heelemaal effen zult u niet vinden, of u moet Turksch rood nemen." „Wat is Turksch rood?" vroeg ik. „Turksch rood is heelemaal effen katoen,” antwoordde ze. „Laat u me dat dan even zien." „We hebben op 't oogenbllk geen Turksch rood meer, maar we hebber, heel mooi effen katoen in andere kleuren.” „Aan andere kleuren heb ik niets, ’t Moet hier by komen.” „Zulk goedkoop goed vindt u haast nooit in dezelfde tint," zei ze en ik verliet haar. Ik ging een winkel In, een paar deuren der. Aan een heer, die met z'n handen op den rug voor in den winkel stond, gaf ik het staal tje en vroeg: „Hebt u ook zulk katoen?” „Zeker meneer, derde afdeellng rechts." Ik ging naar de derde afdeellng rechts en toonde mijn staaltje aan den bediende, die daar stond. Hjj bekeek hét aan beide kanten en zei: „Dat hebben we niet.” „Die meneer zei. dat u ’t wél had.” zei Ik. „We hebben ’t gehad, maar 't is uitverkocht." Het volgend adres dat ik bezocht, was een zeer groot stoffenmagazjjn. Ik vroeg aan den eersten verkooper, dien ik zag, of ze rood ka toen hadden, gelijk aan mijn staaltje. „Op de tweede verdieping." zei hjj. Ik ging de trap op en vroeg aan een man: „waar kan ik rood katoen vinden?" „Achterste kamer links. Hier schuin tegen over." En hij wees naar eer. verren hoek. Toen ik daar kwam, vroeg ik om rood katoen. „Tweede toonbank van hier af,” zei de man. Ik ging daarheen en toonde mijn staal. „Katoen beneden," zei de man. „En beneden zeiden ze, dat t hier was.” „Die effen stoffen niet. Beneden heel achter aan, aan dezen kant.” Ik ging naar beneden, heel achteraan, aan dezen kant. „Heb u ook zulk goed’” vroeg ik. „Volgende toonbank.” zei de aangesprokene. „Tripp, rood katoen." De heer Tripp nam mijn staaltje en keek. „Die tint hebben we niet in deze kwaliteit,” ze! hU. „Wel in andere kwaliteit?” vroeg ik. „Ja, we hebben ’t beter.” En hij nam een rol en ontvouwde een paar el. „Dat is de tint niet.” zei ik „Neen, maar 1 is fijner en de kleur is beter.” „Dus ’t zelfde hebt u niet?” oen ik van huis ging naar het kantoor, gaf m’n vrouw me ^en boodschap mee. Ze gaf me een klein stukje rood katoen en vroeg, of ik uit de stad twee en een kwart el van dit goed voor haar wou meebrengen, als ’t niet te veel moeite was. „Heelemaal geen moeite,” zei ik. stak het stukje katon in m’n zak en bolde naar m’n trein. Met lunchtijd gin? ik naar een grooten goed- wlnkel om de boodschap voor mjjn vrouw te doen. Er wandelde een heer rond tusschen de toonbanken, waar lange rijen meisjes nog lan gere rUen klanten stonden te bedienen, en ik vroeg hem of ik even wat rood katoen mocht zien. „Dezen kant meneer." leidde hjj me den win kel door. „Juffrouw Truus, laat meneer eens wat rood katoen zien.” „Welke tint wou u hebben?" vroeg Juffrouw Van de vier optrekjes, die er in Ruiselatct zijn, Is er een, „Villa del iiitiniiniiiiiniiiiiuiiii^ handel, die door haar bestreden wordt, dan ook is, wordt eerst geheel duidelijk, wanneer men weet, dat alle medici ter wereld voor genezings- aoeleinden Jaarlijks 320 ton opium noodig heb ben, 9 ton morphine, 9 ton heroïne en geen haschlsch. Inmiddels worden Jaarlijks verhan deld: 45000 ton opium, 50 ton morphine, 30 ton cocaïne, 60 ton heroïne en 40 ton haschlsch Voor deze bedwelmende vergiften die gedeelte lijk nog met andere chemische middelen ver dund worden, betaalt men in den sluikhandel ongeloofelijke sommen, en het Is geen wonder dat de leiders van dezen internationalen handel In ’t verre Oosten generaals en heele legers koo pen, om hun productie te beschermen, en dat zij zich met hun ongehoorde rijkdommen ge- makkelljk^j^vloed kunnen koopen op politiek en economlWEfcna in alle corruptieschandalen speelt de cocaïne een rol zooals men weet heeft ook Stavisky er zijn voordeel mee weten te doen. Deze cocalnemagnaten en opiumhan- delaars zijn de onbeperkte heerschers in een rijk waarvan men de geheimen nog lang niet doorgrond heeft. Want terwijl dagelijks voor de rechtbanken van alle landen kleine smok kelaars van cocaïne e.d. veroordeeld worden, is het nog nooit gelukt een der groote leiders de zer industrie en handel ook maar op het spoor te komen. de dame achter de toonbank: „Hebt u ook rood kattjen zooals dit?” „Neen mijnheer, wel Turksch rood." Eeuwig Turksch rood! Ik capituleerde. „Goed.” zei ik. „geeft u dat dan maar?" „Hoe veel wenscht ut” „Ik weet niet, geef me maar zes el." De dame keek me een beetje raar aan. maar ging zes el Turksch rood afmeten. Toen tikte ze op de toonbank en riep: „Cassa!" Een klein meisje met gele vlechten kwam aangeslenterd. De dame schreef op een brief het aantal ellen, den naam van het goed, haar eigen nummer, den prijs, de waarde van het bankbiljet, dat ik haar toereikte en nog een en ander, waarschijnlijk de kleur van m’n oogen en de windrichting. Toen schreef ze allea over in een klein boekje, dat ze bij zich had. Toen gaf ze den brief, het geld en het Turksche rcod aan het geelharige kind. Het kind schreef den^brief over in een boekje dat ze bij zich had en verdween toen met brief, Turksch rood en geld. Na een zeer lang tijdperk, waarin het kind, waarschijnlijk na tal van manipulaties, het goed, den brief en het geld naar een centralen lessenaar bracht, kwam het bij me, gaf 't geld terug en het pakje Turksch rood. Tijd om te werken was er dien middag niet veel over en toen ik thuis kwam, gaf ik bet pakje katoen aan m’n vrouw. Ze rolde het uit en riep: strand, een vuurtoren op een soort kaap, dan de huisjes van de kustwachters, en ten slotte een kraan, die opgevreten is van de roest, en daar Is blijven staan, na een mging, om een steiger aan te leggen, die het niet verder ge bracht heeft dan de teekenlngen. En wat een meeuwen! Bfj het krieken van den dag gaan ze naar zee, en dan is het verrukkelijk om te zien, hoe ze dan in zee gaan, met uitgeeprelde vleu gels boven hen de dageraad met karmjjn- roode tinten, en achter-hen-aan een zilveren zog van schuim. We hebben den grooten auto meegebracht, en maken nu en dan heerlijke uitstapjes langs den weg die voortdurend evenwijdig met de zee on dit blad zlln ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen f Dfïflfl bfl levenslange geheele ongeschiktheid tvt werken door f 7Cfk t»U een ongeval met f O Cfï b(J verlies van een hand f 1 OC 31) verlies van een f Cfk by een breuk van f Afk by verlies van H ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodeUJken afloop f een voet of een oog f I Ct »J.duim of wysvlnger <Jl/.”been of intil anderen vinger Als ik die zekerheid had.... prevelde hij, alsof hy tot zichzelf sprak, doch onbewust van de bezorgdheid, die in zijn oogen te lezen stond. O Ja? Nu, die zekerheid kan ik je geven. Ik zou me ontzettend vervelen, ais ik geen prettig gezelschap had In Rulselares Het Is dus uit egoïsme, om je niet te ver delen, dat je....? Lorenzo! riep Reina woedend! Wil Je, dat ik je ooren wasch? Goede hemel nog toe!. Nu, goed, Ja. ik stel ontzettend veel oelang in Je gezondheid, in je welzyn, in dat je op tyd mst krijgt. En daar ik geloof, dat je in die veertien dagen dat allemaal in Rulselares kunt genieten, heb ik hemel en aarde bewogen, om Je daar te brengen. En bovendien t hatuuriyk, ik ben ook een beetje egoïstisch wat betreft, dat ik prettig gezelschap wil hebben. Ik had nooit gedacht, dat iemand nrijn Sezelschap prettig zou vinden.... Nu, ik ben erg eigenaardig, zie je, en daarom vind ik jou betooverend Ik houd van •Hes, wat vreemd is. en JU bent heelemaal een wuitenmodel iemand de Middellandsche Zee op dit vreedzaam plekje voortdurend kalm blijver.. Het terras voert aan één kant naar een ruime trap, die onderaan als aanlegplaats dienst doet, en bovendien ver heft zich daar een slanke toren, van welks overdekte galerij men een interessant uitzicht heeft op het alles overweldigend landschap. Een ander optrekje, ook heel smaakvol en geriefelijk, is dat van markiezin Souza, die hier den zomer doorbrengt met haar zuster, hertogin Ordague, Mevrouw Souza is een erg knappe en lieve dame, die verbazend leuk met Francisquln kan spelen. Heur haren, die heelemaal wit zyn, doen haar Jonge teint er. haar mooie levendige oogen nog des te meer uitkomen. Naar ik van tante- Marilena hoor, is ze met achttien Jaar getrouwd en weduwe geworden toen ze 23 was; en is er geen menscheUjke kracht in staat geweest, om haar te doen besluiten, een tweede huwehjk aan te gaan. Ze heeft een zoon, die erg knap is, en byyonder op haar lykt ook wat karakter betreft, zooals tante Carmen zegt. Hy is offi cier, en als ik me niet vergis, moet hij die Pablo Souza wezen, die oom Rocamadre toen noemde als dood of vermist, by de laatste gevechten in Marokko. Eiken avond gaan we bij haar en haar zuster thee drinken. Het hikt haast niet te gelooven, dat ae zusters zyn. De hertogin is een dragonder groot en leeiyk. TT» en van de karakteristiekste bijzonderheden van het Japansche economische bestel Is dat de voornaamste bedryven van handel en industrie, alsmede het bankwezen, sinds eeuwen in handen ztfn van twee families Zon der eenige overdryvlng kan men zeggen, dat deze families het monopolie bezitten. Zy con- troleeren de productie, regelen in- en uitvoer en geven dientengevolge de richting aan van de door de Japansche regeering uit te oefenen handelspolitiek. In gansch Japan kan men geen stap doen ronder de namen Mitsoei of Mitsoebishi tegen te komen. Te Tokio bevindt zich in een van de drukste gedeelten van de stad een enorm kantoorgebouw. Met groote koperen letters staat de naam van de firma op den gevel .Mitsoei Gomel Kalsha”. Dit is de zetel van het machtigste Japansche concern. De oprichter van dit handelshuls was Mlt- soei Hacherobbcl, een eenvoudig dorpeling, die omstreeks het midden van de zeventiende eeuw geboren werd. Als kind muntte deze al uit door byzondere intelligentie, en op zyn zeven Jende Jaar verliet hy het ouderiyk huls, om zich te Kyoto, de voormalige hoofdstad van het Ja pansche keizerrijk, te vestigen. Na een verbiyf van eenige Jaren, vertrok hy in 1673 naar Yedo, *1 huidige Tokio, waar hU de grondslagen legde voor de in latere eeuwen zoo machtige wereld firma. Dat de fortuin hem niet ongunstig gezind was, bleek wel uit het feit, dat hy bij zyn dood een aanzieniyk vermogen nallet. In zjjn testa- -w—e handel in verdoovlngsmlddelen, in alle 1 cultuurstaaten vervolgd, beschikt nlette- mln over een bedrijfskapitaal van 2 mil liard gulden, over een leger van een paar dui zend menschen, uit alle naties gerecruteerd. en over politleken invloed, die wel achter de cou lissen werkt, maar daarom niet minder reëel is. De Volkenbond heeft reeds Jaren geleden een comité in het leven geroepen, om dezen wereldsluikhandel te bestryden, en aan hem danken wy de cyfers, waarover men thans be schikt. Het is gebleken, dat deze handel de derde economische factor In de wereld is, hy volgt onmlddeliyk na de petroleum en de oorlogsindustrieën. Zooeven vergaderde de ge noemde commissie die tilt 22 vakmensehen be staat te óenëve. Zy wordt bestuurd door mto nen als Sir Russel, den commandant der politie macht te Caïro. (waar, zooals men weet een der grootste smokkelcentra zich bevindt) en als Ausllnger, den chef van oe Amerikaansche com missie tot bestrijding van den handel in ver doovlngsmlddelen te Washington. Tot nu toe heeft zy aan de practyk weinig kunnen veran deren. Doch van welken omvang deze onwettige Het gevecht was spoedig beslist ten gunste van de gendarmes en weldra waren we allen geboeid in het douanekantoor samengebracht, waarna we allen op transport naar de hoofd stad werden gesteld. Tijdens de treinreis leg den we onzen bewaker uit hoe we in deze situatie verzeild waren geraakt. De man scheen ons te gelooven en beloofde ons by aankomst in de hoofdstad zich met zyn hoogsten chef In verbinding te stellen. Thans bleek het doel van beide heeren. Het der autoriteiten te willen stellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 19