T
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
4
-1 JCrf uckAaal can den dag
Twee machtige Japansche
concerns
(f2.8 O
w
VAN
BOOTZ
GROOTE INVLOED OP
DEN WERELDHANDEL
Pacht-varia
Alle abonné’s
MAANDAG 20 AUGUSTUS 1934
Mitsoei en Mitsoebishi
e
l
Handel in verdoovende
middelen
Krant na 15 eeuwen
opgeheven
koning Albert
NAAR
SPAAN SCH
HET
Tijger door inlander
met ’n bijl gedood
Zakbijbel na 17 jaar
teruggekregen
Eingenaardige gebruiken in
Engeland
De groote leider» der smokkelaars
kan men niet op het spoor
komen
De voornaamste bedry ven van
handel en industrie in Japan
zyn sinds eeuwen in han
den van twee families
I
1PED HL.,
iiiiiiuumm OOGSTMAAND
De boodschap
i van m ’n vrouw
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
e
presen-
lllllllllll
ver
te
Het
bank!
a
i
1
als mijn waarde klein
ia
IX
UIT REINA'S DAGBOEK
17 Augusta*
Is er een,
i
F
1
r
I
1
F
De man hield woord. OnmlddelUJk na aan
komst te Helsingfors werden wij voor den rech
tercommissaris geleld, wlen wij ons wedervaren
vertelden. De man was vreeseiyk boos pp de
beide mannen, die ons weer over de grens had
den willen voeren. Zulk eigenmachtig optreden
moest gestraft worden en dit zou dan ook ge
beuren. Inmiddels werden wij In vrijheid ge
steld, met het verzoek ons voorloopig ter be
den oorspronkeljjken eigenaar en
zeventien Jaar den bijbel terug-
De oudste gedrukte Chlneesche krant, het
cagblad Peking Bao”, dat dezer dagen 1534
jaar bestond. Is voor de laatste maal versche
nen. Omstreeks 400 na Christus werd het blad
cp geel zijden papier gedrukt en verscheen op
onregelmatige tijden. Sedert 1800 verschijnt het
dagelijks. Herhaaldelijk moest de uitgave onder
den druk der elkaar snel opvolgende politieke
gebeurtenissen in China In den loop van de
vorige eeuw gestaakt worden, doch dan ver
scheen het na korten tijd onder anderen naam.
om zoodra de omstandigheden zich weer ten
gunste gewijzigd hadden, opnieuw als „Peking
Bao" te verschijnen.
e
l
l
i
t
r
V
et
o.
Ir
ST
n
n.
*4
m van
mach
te be-
'Wordt vervolgd)
n het Engelsche graafschap Warwickshire
moet aan den landheer van KnlghtloW elk
Jaar op Sint Maarten (11 November),
bjj zonsopgang een pacht betaald
verband met de aanstaande vlootconfe-
en het groote belang hiervan voor Japan,
schijnt er meer dan ooit een verlangefi te be
staan bij de Japansche Jeugd om bij de marine
te gaan.
Bij de militaire academie te Edajlma hebben
dit jaar 7.130 Jongemannen toelating gevraagd,
hetgeen 1425 meer is dan het vorige jaar.
Ook de machinisten- en andere scheepvaart-
scholen hebben een grooten toeloop van leerlin
gen.
>en Indisch houthakker werd In een bosch
Ranchi in Bihar plotseling verrast door
tijger, die in de omgeving bekend stond als
n-eater. De man had slechts zijn houthak-
sbjjl by zich en wachtte den aanval van den
er niet af. doch wierp zich op het dier en
kte het met den bijl boven op den kop. Dit
i waarschijnlijk echter teveel voor hem, want
man bezwijmde en kwam pas gerulmen tijd
t bjj. Hjj lag naast den tijger, die door den
en slag met den bijl gedood was.
Een Australisch soldaat. Wallace Grichton,
die gedurende den wereldoorlog aan het Wes
telijk front In Frankrijk vocht, werd In April
1917 tijdens een hevig gevecht nabij Bullecourt
door een machinegeweecjkogel gewond en ge
vangen genomen. Zijn bezittingen werden hem
afgenomen. Dezer dagen ontving hij een brief
van een Duitscher uit Breslau, die een zakbij
bel in zijn bezit had met den naam en het
adres van
thans, na
stuurde.
i
Toen na eenige dagen de zaken waren afge
wikkeld. hadden wij volkomen vrijheid van
handelen. Inmiddels was er nog van Russische
zijde een poging gedaan om onze uitlevering
te bewerkstelligen, doch de Flnsche autoritei
ten dachten er niet over. Ternauwernood wa
ren we hier aan een groot gevaar ontsnapt. De
mannen der Lappo-beweging kregen nog een
leelljke pijp te rooken.
Wat een heerlijk strand, dat van Ruisclares!
Wat Is het er mooi, en wat een zuivere luchtI
Ik zou het mezelf nooit vergeven hebben, als
Ik niet mee had willen gaan. Grootvader had
gelijk, zooals altijd.
Sinds ik hier ben, adem ik met volle teugen
de zuivere zeelucht in, en ik acht me niets te
groot, om door de duinen te rennen, en Irngult
in de zon op het strand te gaan liggen, onder
de beschutting van mijn parasol, zonder eenige
andere bezigheid, dan naar Francisquln te
kijken, die zandkasteelen maakt, of het ge
kabbel der golven gade te slaan, die onophoude
lijk af en aan rollen.
Rulselaree is een vlaschersplaatsje klein,
doch erg aardig. Er zijn vier villa’s langs het
toe en
teerde
staaltje met
gewone vraag.
„Achterste
tov>..Mo,ik links”,
sel ze.
Ik ging er heen
en vroeg aan
’s morgens
worden, die „Wraakgeld" wordt genoemd. De
pachtschuldigen moeten driemaal om een kruis,
dat daar staat, loopen, onder het zeggen van
„Wraakgeld”, en het geld daar, In bet bijzijn
van een getuige, in een gat van het kruis leg
gen. Wordt dit niet behoorlijk gedaan, dan is
een witte stier de boete. Waarvoor dat gebruik
is ingesteld, weet niemand, en evenmin weet
iemand, waarom bet in stand blijft.
Een niet minder zonderlinge pacht heeft nog
niet zoo lang geleden in Denemarken bestaan.
Deze werd eveneens op 11 November, op het
kasteel Breitemberg, bij Itzehoe, betaald. Een
vroegere bewoner van het kasteel, graaf Rant-
zau, zakte, terwijl hij op de Jacht was, in een
moeras. Hij werd gered door een boer, wlen de
graaf als belooning dat moerassig stuk land
schonk, op voorwaarde, dat hij hem jaarlijks
een Deenschen zilveren penning als pacht zou
betalen. Het land, dat later ontgonnen werd
werd „De Pennlngweide” genoemd.
In het graafschap Lincolnshire is in Bourn
een stuk land bekend als „De Wlttebrood-
weide”, dat jaarlijks verpacht vtirdt als volgt:
twee Jongens moeten een zekeren afstand loo
pen, en terwijl zij aan 1 loopen zijn, wordt er
geboden. De laatste bieder, voordat de Jongen:
terug zijn, is pachter voor een jaar, terwjj
de pachtgelden besteed worden om brood voor
de armen te koopen.
Te Fenny Stradford, in Buckingham, Is een
huis, het St. Maartenshuis genaamd, dat in
den muur een steen heeft, met het opschrift:
„Dit huls is vermaakt aan de Parochiebesturen
tot jaarlijksche viering van den St. Maartens-
dag. Anno Domini 1752.” Het huis wordt tegen
een zeer lage Jaarlijksche huur verhuurd, en
na aftrek van de kosten voor reparatie wordt
de huur besteed om den inwoners van de stad
een feest te geven.
De laagste huishuur is een shilling ’s Jaars.
van bet volk ontvangen voor het bezit van
Marlborough House. Dezen post kan men vaak
In het financieel verslag, dat Jaarlijks ver
schijnt, aantreffen onder de inkomsten als gr-
kenteUJkheldshuur”.
laatste boom hier omgehakt is, bij Jullie In
Rulselares kom.
Francisquln was reeds in den auto geklommen.
Lorenzo boog, om juffrouw Solvadal de hand
te kussen. Misschien legde hij in dat eenvou
dig blijk van eerbied wat meer geestdrift dan
anders, want Reina haastte zich, om in den
auto te stappen. Toen de wagen de bocht om
reed, richtte Reina zich nieuwsgierig op.
DAAr stond Lorenzo nog, in de gloeiende zon,
midden op den weg, terwijl hij den wagen
nakeek, die in een stofwolk verdween.
Een half uurtje later kwam Reina zegevierend
op het kasteel terug.
Nu? vroegen haar grootvader en Marilena
met spanning.
Ik heb gezegevierd over de heele linie
maar het heeft ontzettende moeite gekost.
U had eens moeten zien, hoe koppig die kerel
was, en wat een stommerik! Hij hao in de
Middeleeuwen moeten leven, met die ideeën van
hem over zyn eer!
Nu Ja, maar tenslotte
Tenslotte: Is hij overtuigd, tot pap gesla
gen. In Rulselares, zoodra hy den laatsten pijn
boom heeft omgehakt. Nu, tante doe me het
genoegen, even te vragen, dat ze wat water
voor me halen, want mijn tong is droog van
al het praten.
Ik wist wel, dat Ik niet beter kon doen,
dan Jou als gevolmachtigd minister uit te
sturen, zei haar grootvader lachend, onderwijl
Marilena in eigen persoon water voor Reina
ging halen. Er Is geen man, die weerstand
kan bieden aan een knap meisje, dat bovendien
waren leden van de Lappo-beweging, die ieder
een die uit Rusland afkomstig is en van wlen
niet op duidelijke wijze blijkt dat hij geen com
munist is, onverbiddelijk over de Russische
grenzen terugzetten. Van alle kanten kwamen
er thans mannen aanzetten, die ons over de
grens wilden .werken. Plotseling klonken er
kreten en geweerschoten. Voor we het wisten
waren we gewikkeld in een gevecht tusschen
9
Voor het op te richten standbeeld van
Koning Albert is reeds meer dan twee millloen
francs bijeengebracht en nog steeds komen de
bijdragen binnen. De middelen van dit fonds
zullen gedeeltelijk worden gebruikt voor het
standbeeld en voor de rest voor het stichten
van een nationale bibliotheek, overeenkomstig
den wensch van koning Leopold. Deze biblio
theek zal den naam van den overleden koning
dragen.
ik zou nog één poging wagen. Ik betrad een
ander groot m-iraziin, stapte naar een dame
mijn
de
’t Is vacantie en, natuurlijk,
Werkt het weer daarbij wat mee,
Dan is het uitgaan even logisch
Als het heele A B C!
En wij rijden graag per auto!
’t Is een uiting van den tijd.
Wijl je in een auto prachtig
En er uiterst snel mee rijdt.
Auto’s zie je in de steden,
Aan de badplaats, bosch en hei;
Langs de mooie buitenwegen
Rijden zij in lange rij.
Auto’s zie je, die betaald zijn
Of nog loopen op termijn,
Doch het is gewoon verbazend,
Zooveel auto’s als er zijn!
En als droeve consequentie
Van die machinale vloot
Is het aantal ongelukken
In de laatste weken gróót.
Nooit werd zooveel „aangereden"
Of werd in een sloot „geland".
Nooit hield maag’re Hein inhalig
Zóóveel troeven in de hand.'
Ach, de dood heeft geen vacantie,
Dok niet bij het schoonste weer....
Want hij oefent graag de doodstraf
Op de zonden van ’t verkeer!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
„Neen meneer. Misschien In de gordynen-
afdeellng, zesde verdieping.”
Ik nam dus de lift en steeg naar *t dak.
„Rood goed? Gordljnenafdeelihg, andere eind
van deze etage.” zei een man.
„Ik ging daarheen.
..Eerste etage, katoenafdeellng,” zei de ver-
kooper
Ik nam de lift, daalde af en stapte de straat
op. Ik had m’n buik vol van rood katoen. Maar
ment kwam de bepaling voor, dat zijn nakome
lingen gezamenlijk-de zaken der firma zouden
voortzetten, en nu, ruim twee eeuwen later, is
de uiterste wilsbeschikking van den oprichter
van de firma nog steeds van kracht en leeft
voort in de stichting van de Mitsoei Partner
ship Cy. Leden van deze vennootschap zijn de
hoofden van de elf families Mitsoei. President
Is de erfgenaam in rechte lijn van het geslacht
Mitsoei. De leiders van de verschillende doch-
ter-ondernemlngen van het concern worden
door dezen familieraad benoemd. Ieder lid van
deze elf families legt bij zijn meerderjarigheid
een eed af, waarbij hij belooft den geest zijner
voorvaderen getrouw te blijven, naar eer on ge
weten de regels in acht te nemen, die de grond
slagen zijn van de handelsorganlsatie van de
firma.
Zooals gezegd, is het Mitsoei-concern niet al
leen een van de grootste ondemem!”
Japan, doch kan gerekend worden UX
tlgste concerns van de geheele wén
hooren. De firma bezit groote rubberplantages
op Malakka, reusachtige bosschen in Hokkaido,
steenkoolmijnen, alsmede goud-, zilver-, zink- en
kopermijnen. Het concern heeft zijn eigen
K Filing met kantoren te Tokio, Yoko
hama. Shanghai. Bombay. Londen en New-
York. De maatschappij handelt in de meest uit-
loopende producten, zooals: zijde, katoen, jute,
papier, houtstof, vleeach in blik, thee, tabak,
bier, lucifers, kamfer, zeep en geneesmiddelen.
Het concern heeft eveneens zijn eigen vloot, be
staande uit vijf en dertig stoomschepen met
een totaal tonnage van 200.000 ton. Met deze
vloot wordt een regelmatige dienst onderhouden
met de PhilippUnen, Siam en de Vereenlgde
Staten van Noord-Amerika. Mitsoei bezit voorts
zjjn eigen dokken en loodsen In de voornaamste
Japansche havens. De firma
scheepswerven. Zij controleert de Japansche
zware Industrie en heeft!* een groot aandeel in
<Se leveranties ten behoeve van de nationale
verdediging. Kortom, er Is geen tak van handel
of industrie waar deze familiefirma geen
aangevende plaats inneemt. Het concern
niet minder dan honderdvljftig dochten
nemingen, wier financieels en politieke 11
niet te schatten is.
De Mltsoeblshi's wedijveren met de Mi
In omvang en belangrijkheid. Dit concern
öe meeste Industrieën gerationaliseerd er
de uiterste lage productiekosten komen
pansche artikelen tegen scherp concurrei
prezen op de wereldmarkt.
Als bijzonderheid dient hierbij vermeit
nTIP
Je wou wat anders zeggen.... Ik zag het
op Je lippen.
Ik wou zeggen, dat Je een stommerik was!
riep Reina uit, geprikkeld door het kalme en
ironische verzet van Lorenzo. Goed, laten we
er niet meer over praten. Ik zal tegen groot
vader zeggen: „Grootvader, ik ben niet ge
slaagd. U hebt een slechte onderhandelaarster
gekozen. Van een man, die verliefd is. kun Je
tegenwoordig niet de minste galanterie ver
wachten. Behalve die ,,ééne", verdient de rest
van de vrouwen niet eens, dat Je ze aankijkt.
Dus nu weet u het.”
Lorenzo zag Reina vastberaden van den boom
stronk opetaan. Een hevige blos kleurde zijn
gelaat, toen hij de laatste woorden van het
meisje hoorde. Doch bijna op hetzelfde oogen-
bllk maakte die blos plaats voor een doodeiyk»
bleekheid.
Wie heeft jou gezegd, dat ik verliefd ben’
vroeg hjj met plotseling veranderde stem.
Reina antwoordde niet. Zij wees slechts met
haar ftfngevormde hand naar den sigaretten
koker dien Lorenzo nog altijd spelenderwijze
van tie eene hand in de andere liet gaan Dan
vroeg zij op haar beurt, met spottende kalmte:
En dat portretje?
Lorenzo stopte snel den sigarettenkoker in
den zak van zijn pantalon. Met een geweldige
Inspanning van zijn wil dwong hij zich tot
volmaakte kalmte, en op een toon, waaruit
onverbiddelijke ernst en beslistheid sprak, ver
klaarde hij
Jk geef Je mijn woord, dat Ik, zoodra de
zoo sympathiek
dochter.
De „waarde kleindochter” antwoordde niet
teneinde de illusles nlet te verstoren, die haar
grootvader aangaande haar macht scheen te
koesteren, maar zy vond, dat ze met neele-
maai op den juisten weg waren. Dat portretje
op dien sigarettenkokeren die tegenstrib
beling van Lorenzo! Het was niet alleen trots:
het was ook wel vijandigheid tegenover eiken
anderen vrouweiyken invloed! In leder geval
was de „ééne” voor ditmaal in een hoek ge
dreven. Even voelde zij toch haar Ijdelheid er.
eigenliefde bevredigd.
slechts zeventien procent van de uitgevoerde en
in Japan gefabriceerde artikelen door de zware
Industrie vervaardigd zijn. De rest, of 83 pCt. is
het product* van handenarbeid. De Japanner
is dan ook een uiterst geschoold handarbeider.
De vlngervaardlgheid, die de Japanner bezit,
tengevolge van het gebruik van het schryfpen-
seel en de etensstokjes, komt hem bjj den hand
arbeid uitstekend van pas.
Een der industrieën van Japan, waarover wel
het meest gesproken en geschreven wordt, is de
rijwielindustrie. In geen enkel land van de we
reld worden zooveel rijwielen bereden als in
Japan. Het aantal rijwielen, dat in dit land in
circulatie is, wordt op zeven millloen geschat.
In Japan zjjn ongeveer tweehonderd rtfwiel-
fabrieken. Slechts een tiental van deze fabrie
ken werken met 100 tot 200 arbeiders De rest
is bjjna hoofdzakelijk huisindustrie. Hier werkt
Uien volgens oud patriarchaal familiesysteem.
De arbeidstijd is 10 A 12 uren per dag. met
slechts twee rustdagen in de maand. De in
dustrie is in zooverre gerationaliseerd, dat
iedere werkplaats zich gespecialiseerd heeft op
de vervaardiging van een bepaald onderdeel. De
grootindustrie houdt zich dan ook uitsluitend
bezig met het monteeren van de op deze wijze
vervaardigde onderdeden.
De lage arbeidsloonen, ver doorgevoerde ra
tionalisatie maken het mogelijk, dat de ver
koopsprijs voor een In Japan vervaardigd rij
wiel varieert van 20 tot 40 yen, hetgeen in Ne
derlandsen geld ongeveer negen tot zeventlen-
en-een-halve gulden is.
„Anders!" riep ik. „Ja. ’t is anders. Je dacht,
dat je 't zelfde wou hebben W«ar Je vergiste je.
Turksch rood moest je hebben. Derde toonbank
links! Ik wil zeggen, ze nemen allemaal Turksch
rood.”
M’n vrouw keek me verbaasd aan, en toen
deed ik haar het verhaal mijner kwellingen.
„Enfin,” zei ze, „dat Turksch rood is veel
mooier dan wat ik eerst had en je hebt er zoo
veel van meegebracht, dat ik 't andere heele
maal niet hoef te gebruiken. Ik wou, dat ik
maar eerder aan Turksch rood gedacht bad.”
„Dat wou ik ook,” zei ik.
Mar” van mijn
grootvader. Het is een tamelijk klein gebouw,
vergeleken bjj het kasteel, maar zóó vrooljjk,
aardig ingedeeld, en met smaak gemeubeld, dat
het een Intens knussen indruk maakt. De
fundamenten worden omspoeld door de zee.
want het staat vlak aan het water, en het
prachtige terras aan den zeekant rust op een
paar dikke Ijzeren zullen, en steekt een aantal
meter in zee uit. Als men in een van de rieten
stoeltjes zit, krijgt men den indruk; dat men
aan dek van een schip is, daar de Caterer. van
„Hé, dat is anders dan t lapje, dat ik je ge
geven heb.”
blijft loopen. Francisquln is zoo bruin als een
tor, en Ik zelf Ik ben bang, dat het ook niet
lang meer duren zal, tot ik er uitzie als een
gebakken tegel.
Truus.
Ik liet haar het tintje zien, dat m’n vrouw
me gegeven had. Ze keek er naar en gaf het
me terug. Toen haalde ze een groote rol katoen
naar benrttéfi en sloeg het ojjen.
.Dat is niet t zelfde,” zei Ik.
„Neen, niet precies,” zei ze. „maar t is veel
mooier dan uw staaltje.”
„Dat kan wel," zei ik, „maar 1 moet hier bij
komen, ziet u. Er is al iets gemaakt van dat
festoen en dat moet vergroot of versteld wor
den of zooiets; dus ’t moet dezelfde tint zijn.”
Het meisje antwoordde niet, maar haalde een
andere rol.
•Dit is dezelfde tint,” zei ze.
„Ja, maar 't is gestreept."
„Strepen worden tegenwoordig erg veel ge
dragen.”
„Jawel, maar t Is niet om te dragen. 1 Is
iets voor meubels, geloof ik. In ieder geval moet
't heelemaal effen zijn."
„Heelemaal effen zult u niet vinden, of u
moet Turksch rood nemen."
„Wat is Turksch rood?" vroeg ik.
„Turksch rood is heelemaal effen katoen,”
antwoordde ze.
„Laat u me dat dan even zien."
„We hebben op 't oogenbllk geen Turksch
rood meer, maar we hebber, heel mooi effen
katoen in andere kleuren.”
„Aan andere kleuren heb ik niets, ’t Moet
hier by komen.”
„Zulk goedkoop goed vindt u haast nooit in
dezelfde tint," zei ze en ik verliet haar.
Ik ging een winkel In, een paar deuren
der. Aan een heer, die met z'n handen op den
rug voor in den winkel stond, gaf ik het staal
tje en vroeg: „Hebt u ook zulk katoen?”
„Zeker meneer, derde afdeellng rechts."
Ik ging naar de derde afdeellng rechts en
toonde mijn staaltje aan den bediende, die daar
stond. Hjj bekeek hét aan beide kanten en zei:
„Dat hebben we niet.”
„Die meneer zei. dat u ’t wél had.” zei Ik.
„We hebben ’t gehad, maar 't is uitverkocht."
Het volgend adres dat ik bezocht, was een
zeer groot stoffenmagazjjn. Ik vroeg aan den
eersten verkooper, dien ik zag, of ze rood ka
toen hadden, gelijk aan mijn staaltje.
„Op de tweede verdieping." zei hjj.
Ik ging de trap op en vroeg aan een man:
„waar kan ik rood katoen vinden?"
„Achterste kamer links. Hier schuin tegen
over." En hij wees naar eer. verren hoek.
Toen ik daar kwam, vroeg ik om rood katoen.
„Tweede toonbank van hier af,” zei de man.
Ik ging daarheen en toonde mijn staal.
„Katoen beneden," zei de man.
„En beneden zeiden ze, dat t hier was.”
„Die effen stoffen niet. Beneden heel achter
aan, aan dezen kant.”
Ik ging naar beneden, heel achteraan, aan
dezen kant.
„Heb u ook zulk goed’” vroeg ik.
„Volgende toonbank.” zei de aangesprokene.
„Tripp, rood katoen."
De heer Tripp nam mijn staaltje en keek.
„Die tint hebben we niet in deze kwaliteit,”
ze! hU.
„Wel in andere kwaliteit?” vroeg ik.
„Ja, we hebben ’t beter.” En hij nam een rol
en ontvouwde een paar el.
„Dat is de tint niet.” zei ik
„Neen, maar 1 is fijner en de kleur is beter.”
„Dus ’t zelfde hebt u niet?”
oen ik van huis ging naar het kantoor, gaf
m’n vrouw me ^en boodschap mee. Ze gaf
me een klein stukje rood katoen en vroeg,
of ik uit de stad twee en een kwart el van dit
goed voor haar wou meebrengen, als ’t niet te
veel moeite was. „Heelemaal geen moeite,” zei
ik. stak het stukje katon in m’n zak en bolde
naar m’n trein.
Met lunchtijd gin? ik naar een grooten goed-
wlnkel om de boodschap voor mjjn vrouw te
doen. Er wandelde een heer rond tusschen de
toonbanken, waar lange rijen meisjes nog lan
gere rUen klanten stonden te bedienen, en ik
vroeg hem of ik even wat rood katoen mocht
zien.
„Dezen kant meneer." leidde hjj me den win
kel door. „Juffrouw Truus, laat meneer eens
wat rood katoen zien.”
„Welke tint wou u hebben?" vroeg Juffrouw
Van de vier optrekjes, die er in Ruiselatct
zijn, Is er een, „Villa del
iiitiniiniiiiiniiiiiuiiii^
handel, die door haar bestreden wordt, dan ook
is, wordt eerst geheel duidelijk, wanneer men
weet, dat alle medici ter wereld voor genezings-
aoeleinden Jaarlijks 320 ton opium noodig heb
ben, 9 ton morphine, 9 ton heroïne en geen
haschlsch. Inmiddels worden Jaarlijks verhan
deld: 45000 ton opium, 50 ton morphine, 30 ton
cocaïne, 60 ton heroïne en 40 ton haschlsch
Voor deze bedwelmende vergiften die gedeelte
lijk nog met andere chemische middelen ver
dund worden, betaalt men in den sluikhandel
ongeloofelijke sommen, en het Is geen wonder
dat de leiders van dezen internationalen handel
In ’t verre Oosten generaals en heele legers koo
pen, om hun productie te beschermen, en dat
zij zich met hun ongehoorde rijkdommen ge-
makkelljk^j^vloed kunnen koopen op politiek
en economlWEfcna in alle corruptieschandalen
speelt de cocaïne een rol zooals men weet
heeft ook Stavisky er zijn voordeel mee weten
te doen. Deze cocalnemagnaten en opiumhan-
delaars zijn de onbeperkte heerschers in een
rijk waarvan men de geheimen nog lang niet
doorgrond heeft. Want terwijl dagelijks voor
de rechtbanken van alle landen kleine smok
kelaars van cocaïne e.d. veroordeeld worden, is
het nog nooit gelukt een der groote leiders de
zer industrie en handel ook maar op het spoor
te komen.
de dame achter de toonbank:
„Hebt u ook rood kattjen zooals dit?”
„Neen mijnheer, wel Turksch rood."
Eeuwig Turksch rood! Ik capituleerde.
„Goed.” zei ik. „geeft u dat dan maar?"
„Hoe veel wenscht ut”
„Ik weet niet, geef me maar zes el."
De dame keek me een beetje raar aan. maar
ging zes el Turksch rood afmeten. Toen tikte
ze op de toonbank en riep:
„Cassa!" Een klein meisje met gele vlechten
kwam aangeslenterd. De dame schreef op een
brief het aantal ellen, den naam van het goed,
haar eigen nummer, den prijs, de waarde van
het bankbiljet, dat ik haar toereikte en nog een
en ander, waarschijnlijk de kleur van m’n
oogen en de windrichting. Toen schreef ze allea
over in een klein boekje, dat ze bij zich had.
Toen gaf ze den brief, het geld en het Turksche
rcod aan het geelharige kind. Het kind schreef
den^brief over in een boekje dat ze bij zich had
en verdween toen met brief, Turksch rood en
geld.
Na een zeer lang tijdperk, waarin het kind,
waarschijnlijk na tal van manipulaties, het
goed, den brief en het geld naar een centralen
lessenaar bracht, kwam het bij me, gaf 't geld
terug en het pakje Turksch rood.
Tijd om te werken was er dien middag niet
veel over en toen ik thuis kwam, gaf ik bet
pakje katoen aan m’n vrouw. Ze rolde het uit
en riep:
strand, een vuurtoren op een soort kaap, dan
de huisjes van de kustwachters, en ten slotte
een kraan, die opgevreten is van de roest, en
daar Is blijven staan, na een mging, om een
steiger aan te leggen, die het niet verder ge
bracht heeft dan de teekenlngen. En wat een
meeuwen! Bfj het krieken van den dag gaan ze
naar zee, en dan is het verrukkelijk om te zien,
hoe ze dan in zee gaan, met uitgeeprelde vleu
gels boven hen de dageraad met karmjjn-
roode tinten, en achter-hen-aan een zilveren
zog van schuim.
We hebben den grooten auto meegebracht, en
maken nu en dan heerlijke uitstapjes langs den
weg die voortdurend evenwijdig met de zee
on dit blad zlln ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen f Dfïflfl bfl levenslange geheele ongeschiktheid tvt werken door f 7Cfk t»U een ongeval met f O Cfï b(J verlies van een hand f 1 OC 31) verlies van een f Cfk by een breuk van f Afk by verlies van H
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodeUJken afloop f een voet of een oog f I Ct »J.duim of wysvlnger <Jl/.”been of intil anderen vinger
Als ik die zekerheid had.... prevelde hij,
alsof hy tot zichzelf sprak, doch onbewust van
de bezorgdheid, die in zijn oogen te lezen stond.
O Ja? Nu, die zekerheid kan ik je geven.
Ik zou me ontzettend vervelen, ais ik geen
prettig gezelschap had In Rulselares
Het Is dus uit egoïsme, om je niet te ver
delen, dat je....?
Lorenzo! riep Reina woedend! Wil Je,
dat ik je ooren wasch? Goede hemel nog toe!.
Nu, goed, Ja. ik stel ontzettend veel oelang in
Je gezondheid, in je welzyn, in dat je op tyd
mst krijgt. En daar ik geloof, dat je in die
veertien dagen dat allemaal in Rulselares kunt
genieten, heb ik hemel en aarde bewogen,
om Je daar te brengen. En bovendien
t hatuuriyk, ik ben ook een beetje egoïstisch wat
betreft, dat ik prettig gezelschap wil hebben.
Ik had nooit gedacht, dat iemand nrijn
Sezelschap prettig zou vinden....
Nu, ik ben erg eigenaardig, zie je, en
daarom vind ik jou betooverend Ik houd van
•Hes, wat vreemd is. en JU bent heelemaal een
wuitenmodel iemand
de Middellandsche Zee op dit vreedzaam plekje
voortdurend kalm blijver.. Het terras voert aan
één kant naar een ruime trap, die onderaan
als aanlegplaats dienst doet, en bovendien ver
heft zich daar een slanke toren, van welks
overdekte galerij men een interessant uitzicht
heeft op het alles overweldigend landschap.
Een ander optrekje, ook heel smaakvol en
geriefelijk, is dat van markiezin Souza, die hier
den zomer doorbrengt met haar zuster, hertogin
Ordague, Mevrouw Souza is een erg knappe en
lieve dame, die verbazend leuk met Francisquln
kan spelen. Heur haren, die heelemaal wit
zyn, doen haar Jonge teint er. haar mooie
levendige oogen nog des te meer uitkomen.
Naar ik van tante- Marilena hoor, is ze met
achttien Jaar getrouwd en weduwe geworden
toen ze 23 was; en is er geen menscheUjke
kracht in staat geweest, om haar te
doen besluiten, een tweede huwehjk aan te
gaan. Ze heeft een zoon, die erg knap is,
en byyonder op haar lykt ook wat karakter
betreft, zooals tante Carmen zegt. Hy is offi
cier, en als ik me niet vergis, moet hij die Pablo
Souza wezen, die oom Rocamadre toen noemde
als dood of vermist, by de laatste gevechten
in Marokko. Eiken avond gaan we bij haar en
haar zuster thee drinken. Het hikt haast niet
te gelooven, dat ae zusters zyn. De hertogin
is een dragonder groot en leeiyk.
TT» en van de karakteristiekste bijzonderheden
van het Japansche economische bestel Is
dat de voornaamste bedryven van handel
en industrie, alsmede het bankwezen, sinds
eeuwen in handen ztfn van twee families Zon
der eenige overdryvlng kan men zeggen, dat
deze families het monopolie bezitten. Zy con-
troleeren de productie, regelen in- en uitvoer
en geven dientengevolge de richting aan van de
door de Japansche regeering uit te oefenen
handelspolitiek.
In gansch Japan kan men geen stap doen
ronder de namen Mitsoei of Mitsoebishi tegen
te komen. Te Tokio bevindt zich in een van
de drukste gedeelten van de stad een enorm
kantoorgebouw. Met groote koperen letters
staat de naam van de firma op den gevel
.Mitsoei Gomel Kalsha”. Dit is de zetel van het
machtigste Japansche concern.
De oprichter van dit handelshuls was Mlt-
soei Hacherobbcl, een eenvoudig dorpeling, die
omstreeks het midden van de zeventiende eeuw
geboren werd. Als kind muntte deze al uit door
byzondere intelligentie, en op zyn zeven Jende
Jaar verliet hy het ouderiyk huls, om zich te
Kyoto, de voormalige hoofdstad van het Ja
pansche keizerrijk, te vestigen. Na een verbiyf
van eenige Jaren, vertrok hy in 1673 naar Yedo,
*1 huidige Tokio, waar hU de grondslagen legde
voor de in latere eeuwen zoo machtige wereld
firma.
Dat de fortuin hem niet ongunstig gezind
was, bleek wel uit het feit, dat hy bij zyn dood
een aanzieniyk vermogen nallet. In zjjn testa-
-w—e handel in verdoovlngsmlddelen, in alle
1 cultuurstaaten vervolgd, beschikt nlette-
mln over een bedrijfskapitaal van 2 mil
liard gulden, over een leger van een paar dui
zend menschen, uit alle naties gerecruteerd. en
over politleken invloed, die wel achter de cou
lissen werkt, maar daarom niet minder reëel
is. De Volkenbond heeft reeds Jaren geleden
een comité in het leven geroepen, om dezen
wereldsluikhandel te bestryden, en aan hem
danken wy de cyfers, waarover men thans be
schikt. Het is gebleken, dat deze handel de
derde economische factor In de wereld is, hy
volgt onmlddeliyk na de petroleum en de
oorlogsindustrieën. Zooeven vergaderde de ge
noemde commissie die tilt 22 vakmensehen be
staat te óenëve. Zy wordt bestuurd door mto
nen als Sir Russel, den commandant der politie
macht te Caïro. (waar, zooals men weet een
der grootste smokkelcentra zich bevindt) en als
Ausllnger, den chef van oe Amerikaansche com
missie tot bestrijding van den handel in ver
doovlngsmlddelen te Washington. Tot nu toe
heeft zy aan de practyk weinig kunnen veran
deren. Doch van welken omvang deze onwettige
Het gevecht was spoedig beslist ten gunste
van de gendarmes en weldra waren we allen
geboeid in het douanekantoor samengebracht,
waarna we allen op transport naar de hoofd
stad werden gesteld. Tijdens de treinreis leg
den we onzen bewaker uit hoe we in deze
situatie verzeild waren geraakt. De man
scheen ons te gelooven en beloofde ons
by aankomst in de hoofdstad zich met
zyn hoogsten chef In verbinding te stellen.
Thans bleek het doel van beide heeren. Het
der autoriteiten te willen stellen.