Vlammen laaien in de Peel
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
I
Gelouterd
JZ
qMZETBp
TING
lg.
VIJFHONDERD HECTAREN
VERKOOLD
EN
WOENSDAG 22 AUGUSTUS 1934
UIT DEN OMTREK
BROEK OP LANGENDIJK
&-
KOEDIJK
Het lokkende vuur
DELFRITE
D E L F I A
r
naar
HET
SPAAN SCH
Mat vlammenden mail vertlindt da
vuurwolf turf grond, heide en
boaachen
Lange vuurtrein
MAYONNAISE IN POTJE*
70
«7»
DELFTSCHE SLAOLIE
gr. bug (Inh. 8 8.) f 3.80
kl. 3.) 2.40
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITEkLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Altyd weer vlammen
1 van
GEMEENTERAAD
Vee/ achade
ender
ZoeAen
Dat moet gesócht voeden. We komen een
SO oL per kg
•n
H 'Z.
•n
n
S3
daglicht
dusdanig
Ala
nog
week
ten—
iteel woedt, richt veel
enbevolklng. Ieder jaar
i
Het toestel slingerde en stampte geweldig
en het werd zoo donker, dat we alle lichten
In de cabine aan moesten steken, daar we an
ders de Instrumenten niet konden controlee-
ren. „Oom", zei ik „U vliegt verkeerd, U houdt
De brand, die ma
schade aan onder de
zetten tientallen imkers hier hun korven uit. Za
terdag liepen ruim 100 korven gevaar door de
vlammen aangetast te worden. Op het laatste
nippertje werden ze echter door de eigenaren
gered. Een O-tal buenhutten met Inhoud gingen
echter in de vlammen op. Van de geredde kasten
was de verf verbrand, het hout geschroeid, ter
wijl vele bijen den verstikkingsdood in den rook
gevonden hadden.
rmet
wer-
het
door
ider-
^et lijkt een lange vuurtrein. die langzaam
-----i bedekt
silhouet, de romp en lange vlek-
een plotseling opgedoken molen, het
vuurgezlcht. Dan zien we de vlammen
Enkele peelboeren houden de wacht. zy blij
ven op eerbiedigen afstand, want de hitte is
ondraaglijk.
Het roods licht werpt sombere schaduwen
Nog steeds gloeit het Hoe dichterbij, des
te maehtiger seboowspeL Het is een feériek
aspect Lange rijen tnrfhoopen, gereed veer
verzending, «ijn uit elkaar gevallen, ver
koold reed». zy ijjn het die al» fakkels
oplichten in den Achteiyken hemel, die
tot op verre afstanden hun roeden licht
gloed verspreiden. Mlllloenen vlammen «pe
len hier hun spel
gr. bus (Inh. 8 fl.) 3.00
kL w 3 N) 1.30
1055
Reg
entry
'0—
I to
Ivor
IOOl
.00.
latch
ogels
werd
t zy
ver
toon-
neds-
Aaa-
alie
■Un.
serd
like
x>r-
van r
1 *a
de°
'erd
reer
de
>lok-
men,
een
nl
isten
brug
gen-
wa-
spel
lug
het
het
volk
ven,
pen.
llef-
iaa-
men
Ikst
..Er is niets aan te doen.” vertelt er een.
.Afwachten tot er regen valt. Blusschen baat
niet. Waar haal Je water vandaan? Maar af-
wachten. Het gaat wel uit. Het brandt leder
jaar. We kunnen er niets tegen doen.”
„Loopen de plaggenhutten geen gevaar?”
..SommigeI Maar de bewoners wekken we
tijdig, als er gevaar dreigt. Enkele van ons
houden om beurten dag en nacht de wacht.”
,J> schade
,4a, veel schA. maar wat te doen? Kan-nie
helpen. Maar opnieuw graven, nieuwe hoopen
zetten. ...I”
Achter Blerick op het open veld wanen we
ons reeds dicht bij den Uahtenden hemel. Vijf
breede lichtbundels hangen in het zwarte fir
mament. vijf machtige schijnwerpers in de don
kere, rumoerzleke lucht.
ter en we ontdekten dat we boven een woest
sneeuwlandschap vlogen.
We vlogen verder, tot we eindelijk boven een
effen vlakte kwamen en hier besloot Oom Syd
ney te dalen, hetgeen uiterst voorzichtig moest
geschieden. Veilig en wel wist Oom het toe
stel op den gladden grond te krijgen.
Het toestel hield zich prachtig en het uit
zicht was uitstekend. Het was geweldig koud,
maar bet deerde ons niet, we hadden warme
kleedy. Opeens ontdekte ik land in de verte,
we konden echter niet nagaan wat het was.
Dichterbij komende bemerkten we. dat we ons
vergist hadden. Wat we voor land hadden aan
gezien. bleek een groote wolkenbank te zijn en
weldra zaten we in een hevigen sneeuwstorm.
Het vuur smeult voort op een diepte van 50
tot 00 cM. onder de grond. Op plaatsen heb
ben we self over den vuurhaard geloopen. Toen
we de hand tegen den grond hielden, konden
we de opstijgende warmte duidelijk voelen. Van
onderop werken de vlammen zich omhoog. Een
maal aan de oppervlakte vinden zij ruimschoots
voedsel in de dichte helde en het verdorde
grastapijt. Op veenplaataen, die in bewerking
«tin. tasten de vlammen direct de opgestapelde
turfhoopen aan. die in een oogwenk een prooi
der vlammen worden. Zoo blijven èn onder
gronds, èn In de helde in In de bovenste veen
lagen de vlammen voortkruipen. Som» dagen,
weken, zelfs wel maanden langt
brug voorbij en stoppen. Aan de overzijde Is
geen weg. We komen een sluis voorbij Geen
weg. Weer een brug. Nog geen weg. Sluis
brugen een weg, dien we Inslaan. MIs.
De weg loopt dood In het veen. Terug. Nieu
we sluis, nieuwe brug. Eindelijk no. 14. We
glijden er over heen. Weer liggen de vlammen
aan onze linkerhand. Aan de hand van een
kaart zoeken we uit, waar we ons bevinden.
Het blijkt, dat we bezig zijn In een groote
boog om den vlammenhaard heen te rijden.
Dat is de bedoeling niet. Het is twee uur....
midden in de Peel, midden in een stormlgen
nacht.
Doorzetten t We rijden door Nederweert en
probeeren voor de zooveelste maal een zand
weg. Vergeefs. HU had ons dwars de Peel
kunnen invoeren. Helpen en Leveroy laten we
achter ons liggen. Dan slaan we op goed geluk
een weg in
Het geluk is nu met ons. We bereiken den
vlammenhaard. Wel moeten we ruim een half
uur loopen. maar komen zullen we er.
mij af: kan ik tegelijkertijd nu zóó dicht bij
hem zijn, en zóó ver van hem af? Moet hij mij
heelemaal verwaarloozen, omdat hij aan die
„ééne" denkt, terwijl ik hier toch ook ben?
Dat kwetst mijn gevoel van eigenwaard- in niet
geringe mate Maar wat zal ik tegen hem be
ginnen? Ik ben een vaatje buskruit, en daar
Lorenzo ook een beetje kort aangebonden is, soul
het er mee eindigen, dat we allebei kopje-
onder gingen!
Over de zee, glad als een spiegel, glijdt de
„Plrulo" In snelle vaart. Lorenzo roeit al
zwijgend, zonder zich te vermoeien. Thans zie
Ik pas die schouders en die armen. Zou het
omhakken en afkappen van boomen eigenlijk
geen genoegen voor hem wezen? Hij heeft Zich
zóó vol goeden wil aangepast aan de alge
heels verandering. die het leven van hem
eischte, dat het me niets verwonderen zou als
hij bloemen tusschen de doornen plukte, en in
al dat ruwe werk de verrukking van eer. par
tijtje polo smaakte een heel wtisgeerlge
opvatting van de deugd der berusting t Als we
tóch ons kruis moeten dragen, is het dan niet
beter, dat we het flink dragen, in plaats van
met tegenzin?
We hebben ons tamelijk ver van het strand
verwijderd, maar nog altijd zijn we onder bet
bereik van den kijker van de hertogin.
Gaan we niet om den vuurtoren heen.
Lorenzo? vroeg ik.
Neen, het is beter, dat we hier blijven lig,
gen. in het gezicht van die oude daar telde hti.
met iets als afkeer in zijn stem, terwijl hij
naar hst optrekje wees, waar de hertogin ons
Vaandel. Door het onlangs opgerichte co
mité tot aanbieding van een vaandel aan het
plaatoeiyk fanfarecorps, zijn 0e plannen dien
aangaande in zulk een vergevorderd stadium
gekomen, dank zU de spontane medewerking
der burgerij, dat reeds Maandagavond a* de
uitreiking officieel zal plaats vinden in het
bollengebouw der Langendijker groen tencen
trale. Nadien sullen door het corps eenlge num
mers ten gehoore gebracht worden.
Baggerwerk. Ever.aU het vorige Jaar, wordt
reeds weer door verschillende bouwers van de
gelegenheid gebruik gemaakt tot het verkrijgen
van bagger in werkverschaffing, als bemesting
voor het land.
Na een wegkromming achter Horst kunnen we
«en openvlakte aan onze linkerhand oversten.
Den gloed hebben we benaderd. Het is een
breede. langgetrokken streep geworden, die hel
rood fonkelt en staroogt. Na nog een paar krom
mingen van den weg nabij Venray krijgen we
plotseling de vlammen van heel dichtbij te zien.
Het lijkt een lange vuurtrein, die langzaam met
breeds dampwolken voortstoomt. Even
«*n swart
wieken vah
helder
toornig, aan toe voegde: Laat ze naar de
weerlicht loopen met haar boeken I Kon ze een
enkelen keer niet een» haar snoet houden?
Waar maak je Je druk om, man? Dat zijn
héér zaken, zei ik, met een poging, om zijn
boosheid te doen bedaren.
Laat ze ze vóór zich houden. Omdat ze
er alles uitgooit, Is ze dikwijls ongemanierd ook,
^en bovendien zit er ook wel eens een bedoe-
Bng achter. Heb Je Peréda wel een» gelezen?
zei hij plotseling.
Ik? Neen alleen: „De smaak van het
buitenleven, dat ik bij mevrouw Lugue in de
bibliotheek gevonden heb. Ia dat geen groot
schrijver, Peréda?
Een groot schrijver, zonder twijfel, zei
Lorenzo. En „De eerste zeiltocht" Is een van
zijn mooiste werken. Maar de hertogin heeft
onaangenaam schijnt te vinden, om op dat
incident van de hertogin door te gaan. Ik zal
nog vandaag alle romans van Peréda bestellen,
om te zien, of ik de verborgen beteekenia van
de woorden van de oude dame kan ontdekken.
Regen is de eenlgste kans, dat het blus-
schlngswerk afdoende wordt. Soms, zoo vertel
len ons de boeren, veroorzaakt de dichte
samenpersing van de heete lucht een regenval,
die speciaal boven de Peel neerkomt. Dan is
het vuur spoedig gedoofd.
De wind is nu nog sterk. De lucht kondigt
geen regen aan. De peelboeren moeten af-
wachten tot het getij hun gunstiger is. Zelf
Ingrijpen kunnen ze niet. Alleen sleuven graven
kan in sommige gevallen nog redding brengen.
Maar daarvoor is de wind thans te heftig.
De vlammen worden nu over de greppels héén
gestuwd. En dan worden veel moeite en zware
inspanning vergeefsch.
De geheele Peel, de geheimzlnlge streek, on
herbergzaam en haast onbekend, met haar on
begrensde zwarte einders, laaide Maandag
nacht op in een wilden vuurgloed, die tot op
vele kilometers afstand zich baar was. Haast
over het geheele Noord-Llmburgsche land werd
de scherpe, penetrante brandgeur door den
stormwind voortgedragen. Tegen het aanbreken
van den morgen woedden de vlammen nog
voort. Doch het voedsel zal allengs vermin
deren....
De Peel brandt.
De Peel, die gemeden wordt, die anders door
een dichten sluier voor het oog verborgen blijft,
Min we gaan bezoeken in een stormachtigen
macht. De vuurgloed, die reeds in Venlo zicht
baar was, trok met magnetisch geweld....
SO h
Ondanks hun momenteel verlies waren de
imkers echter niet pessimistisch gestemd. Of
schoon zU vele bijen verloren hadden en of
schoon veel honing waardeloos jeworden was,
hadden de imkers veel hoop op het komend Jaar.
als de thans verbrande oppervlakte geheel met
jong opgeschoten, frtssche helde begroeid is.
Voornamelijk aan dit jong gewas zit de bloesem,
waaruit de bijen de meeste honing weten te
zuigen.
De brand heeft aan den turfbódem veel schade
aangericht. Het verwoeste Peelland la grooten-
deels eigendom der gemeente Helenaveen.
Als in het Oosten de ochtend omhoog klimt
verlaten we het trieste oord van vernieling. De
eens zoo prachtvolle vlakte, vooral in Augustus,
als de hel volop bloeit en het geheele landschep
een lichtblauw en paars bloembouquet schijnt,
is zwart geblakerd.
Oom Sydney, er schijnt met het kompas iets
niet in orde te ztjn. mogelijk la de storm daar
debet aan. Voorlooplg zullen we maar door
80
88 M
88
(Inelualef Hesoh an tows)
van de landerijen-commissie mededeellng is
Ingekomen, dat de landerijen in de beste orde
waren;
van den Minister van Sociale Zaken mede
deellng geen beswaar bestaat, dat de gemeente
een gedeelte der contributie voor de zieken
fondsen voor rekening der gemeente neemt;
van Gedeputeerde Staten mededeellng is
ontvangen, dat in het vervolg door noodlijdende
gemeenten een bijdrage voor steunverleenlng
B mag worden beschikbaar gesteld.
In verband hiermede werd besloten een gelijke
bijdrage als door het N.C.C. beschikbaar gesteld
wordt, ter beschikking van het Crisiscomité B
te stellen.
De heer Mulder vroeg hoe groot dat be
drag was; de voorzitter zei, dat *t voor t tweede
halfjaar fltt.bedroeg.
De heer Mulder meent, dat de Regeertng
niet ver genoeg gaat met de bepaling inzake
nfondsoontributle; behalve de werk
leesten ook andere personen ervoor In
ing komen. Overigens Juicht spr. den
;1 toe, die ongeveer 1 Jaar geleden door
Dankt u eraan, dat stilstaande
auto’s tegenwoordig weder
verlicht moeten zijn?
De storm bleef echter aanhouden We voel
den ons tamelijk ongerust, daar we nu felte-
te veel op het Oosten aan." „Ja Jongen", zei lijk niet wisten welken koen we hielden. Om
beurten wisselden we elkander in den stuur
stoel af en vlogen verder, uur na uur. Einde
lijk bedaarde de storm en het slcht werd be-
EXTHA 1/1 fleeeh 88 oL
1/2
SUPRA 1/1
1/2
1/1
I a 1/2
De oorzaak weet men niet. Soms ontstaat de
brand door kwaadwilligheid. Dan weer zyn
achtelooss toeristen de schuldigen. En de boe
ren zelf, vooral de ouderen, gelooven, dat de
brand vanzelf, „vandges” ontstaat. Zij zijn van
meenlng dat al kan men boven den grond ook
geen vlammen zien, ondergronds de vlammen
toch blijven voortsmeulen om vooral bij dagen
met sterken wind plotseling te voorschijn te
komen. Deze brand woedt thans ruim een week
lang. 500 HA turf-, heide- en boachgrond is
verbrand. Gebluscht is hij nog geenszins. In
tegendeel, bij een wind als desen kunnen de
vlammen makkelijk nog groote afstanden af
leggen.
Een kleine wegen suist over den weg. De
wind beukt, huilt en giert om bet blinkend
ding, dat in rappe snelheid tegen de storm
vlagen laveert en ondanks allen tegenstand bUo-
meters vreet. Soms lijkt bet, alsof de joelende
windvlagen het kleine ding willen opnemen,
hoog van den gladden Wsg, om bet met een
termen smak tegen de breede boomen langvrij
te smakken. Doch de auto suist voort en houdt
zijn vaart. Ginds lokken de felle vlammen. De
hemel is rood gekleurd. Ginds brandt bet en
fel ook. De wind speelt vannacht gevaarlijke
parten. Misschien loopen boeschen gevaar en
hebben de kronkelende vlammen in baar wreed
fonkelenden golvendans de armoedige plaggen
hutten der Peelwerkers reeds geplunderd.
Deze sombere overpeinzing valt over ons, nu de
wind fluitend giert. Zulk een aanmoediging
gunnen I v
De vuumfif zal breed zUb vlammenden muil
opensperren. Gretig zal hij turfgrond, beide en
boeschen verslindensonder ze te tellen, de
vele hectaren, die armen peelbewerkers een
schamel bestaan moeten geven
De Peel brandt.
vliegen, misschien bedaart de storm wel spoe
dig."
oplettend met haar kijker volgde. Als we
voorbij den vuurtoren gingen, zou ze in staat
zijn, om wat mlsaelijks te zeggen.
Man, overdrijf niet! Ik geloof niet, dat
het zóó'n adder is. lachte ik hartelük. En,
op slot van rekening, ik lach om haar onbebbe-
Itikheden. Ze kennen haar allemaal.
Wat niet wegneemt, dat se haar allemaal
zouden gelooven, als se wat zei, wat ons in een
verkeerd daglicht sou plaatsen. Geloof mijn
ervaring.
Dat kan mij allemaal niets schelen, zei Ik.
uit de hoogte, dat Carvajal er om
moest glimlachen.
MU w*L verklaarde hU ernstig. Hét
moet iemand altijd kunnen schelen, wat andere
menschen van hem denken.
Natuurlijk, dat begrijp ik. Het sou niet pret
tig voor hem zijn, als se met een of ander
praatje bij die Jongedame van het portret aan
kwamen! Alsof die gedachte by Lorerzo een
plotselinge behoefte opwekte, om het portret te
bekijken, haalde hij den sigarettenkoker, die
voor mij den vorm van een tntereesant raad
sel begint aan te nemen, uit der. zak van zijn
zijn pantalon, keek er een oogenbllk naar met
dezelfde onverschilligheid, als waarmee h’J den
heelen morgen naar mij gekeken had, haalde
er een sigaret uit. er. stak die langzaam aan.
terwijl hij het portret op de bank van de
„Plrulo" Het liggen, waar de son tallooee von
ken aan het glanzend metaal ontlokte Het had
er veel van, dat hU het met onset gedaan
had, om me op de proef te stellen In mijn
oogen blonk natuurlijk een geweldige
De Peel brandt. Weer voor de
zooveelste maal. Nadat in de afge-
loopen week reeds enkele honder
den hectaren verbrand zijn, is Maan
dagavond de felle vuurgloed op
nieuw opgelaaid. Over een uitge
strektheid van meer dan 500 H.A.
is de grond verkoold. Een felle
stormwind heeft de vlammen voort
gezwiept over den bodem, die zulk
rjjk voedsel geeft Op vjjf plaatsen
tegelijk woedden de vlammen in het
gebied, liggend tusschen de Noord
en Midden-Limburgsche dorpen
Sevenum, Maasbree, Meyel, Some-
ren. Asten en Deurne.
nieuwsgierigheid, dis hem klaarblijkelijk ver
maakte. en in mijn handen voelde ik de nei
ging, om het kleine voorwerp op te pekken.
Ik weet niet, hoe het zoo kwam.... DM
dingen zijn altijd plotseling en onberekenbaar.
Op een gegeven oogenbllk was ik mij bewust
dat de sigarettenkoker In mijn handen lag,
en begeerlg nam ik. tol de laatste bijzonderheid
toe. het prachtige kopje in me op. dat zoo
vrlendelijk-brutaal de wereld tnkeek. Toen ik
mij verzadigd had aam de beschouwing van
het lieve portret, sloeg ik verschrikt mijn oogen
op, in afwachting van de geweldige onweerabuL
die Lorenao, allesbehalve nrettig gestemd,
over me zou uitstorten. Doch ik zag zijn oogen
vol treurlgen ernst, en met de stem, die hij
op zulke oogenbllkken heeft, zei hij langzaam,
terwijl hij een weinig op den rand van O»
boot ging leunen:
Heb Je haar gekend?
Neen. Maar toch heb Ik een Idee, dat tk
wel eens iemand gealen heb, <üe veel op haar
lijkt....
De boot lag wiegelend op de silveren see.
Wat wee het heerlijk, ons midden op die door
schijnende vlakte te weien, met don hemel en
de son boven ons hoofd, en de meeuwen om ons
hoenfladderond, In do verte het etrand en sijn
huisjes aan den gezichteinder een stoomboot
mat zijn pluim van rook, er. wij self in vol
kanen rust de zuivere lucht insdemend.
Lorenao deed een paar trekjes aan zijn sigaret
en tikte de aeeh af. Aan één vinger droeg hij
een eenvoudiger, gouden ring, met het wapen
dar carvajala. (Wordt vervolgd?
de ziel
loosen
aanmej
maataj
den Baad met 41 st. was verworpen.
Ook de heer Hart zag gaarne, dat ook voor
de arbeiders in werkverschaffing de fonds
contributie gedeeltelijk betaald werd.
De heer Mulder zag gaarne een uitspraak
van den Raad.
De Voorzitter zegde voor de eerstvolgende
raadsvergadering een pree-advies van B. en W.
toe.
in de richting
-aan onze linker
hand. We komen al dichter en dichter bjj. Weer
schatten we enkele kilometers. Doch weer is het
gezichtsbedrog. De vlammen zijn nog even ver
We rjjden door een open vlakte. Hier heeft de
wind vrij spel met onzen wagen, die zijn speel
bal wordt. De motor zwoegt en dendert zwaar.
De wind giert in sarcastisch grijnslachen om het
bllkke ding op raderen, dat {ijn vaart doorklle-
ven wil. De grauwe boomen langs den smallen
veldweg schudden rillend hun zwaarbeladen
takken. Een kat sluipt plotseling snel den weg
over, een donkere flits in het booglicht der auto-
lampen. Een hond vult met zijn klagelijk wee
gehuil het stormorkest «en
De Raad dezer gemeente vergaderde gisteren
voltallig.
Medegedeeld werd, dat op 23 Juni 1934 heeft
plaats gehad de opneming van kas en boeken
vsn den Gemeente-ontvanger.
In kas moest zijn en was f292302.
Van Gedeputeerde Staten goedgekeurd zijn
terugontvangen de raadsbesluiten tot het ver
huren van bouwland en van een gemeente-
wonlng;
dat mededeellng van aanneming der benoe
ming is Ingekomen van de leden der commissie
tot wering van schoolverzuim en van Jan v. d.
Een zestal personen had verzocht zand tg
mogen weghalen bij de Krogt tegenover Ottink.
Voorgesteld werd aan de eerste twee verzoe
kers de heeren H. Beers en N. Zonneveld toe
stemming te geven 5499 M3, weg te halen vooc
111 cent per M3.
De heer Groen voelt er niets voor, het af
gezande terrein voor tuin of bouwgrond te be
stemmen; hij zag het graag 1 M. afgezand; het
gedeelte bij den weg een halven Meter. Voorts
sou hij het terrein de bestemming willen laten
voor de circa 100 kinderen, die er dagelijks op
spelen Wellicht zal er in de toekomst een
voetbalvereenlglng in Zuid komen, die het kan
huren; als 1 geen speelterrein voor de kin
deren blijft, komt er een storm van klachten
uit de Zuid.
De heer Mulder Is er niet voor alle zand-
gelegenheld uit te zanden; spr. wil iets bewa
ren voor de gemeente voor de toekomst.
De heer Groen vond afgraving tot 1J0 M.
te veel, als t voor openbaar terrein gebruikt
moet worden.
De Voorzitter wil de toekomstige bestemming
nog bulten bespreking laten.
Weth. W. Visser wilde tot afzending over
gaan, omdat de gemeente gebrek aan het geld
heeft.
De heer Groen zou dat geld aan het terrein
willen besteden.
De Voorzitter geloofde niet dat de Raad zou
besluiten om zóó'n bedrag voor de Klnder-
speelplaats te bestemmen.
Het voorstel van B. en W. om de Klugt 1.30
M. uit zanden, werd aangenomen met 5 tegen
5 stemmen. Tegen Mulder en Groen.
Een voorstel om maatregelen te nemen, om
de Kerkelaan van den legger der wegen af te
Woude als lid van het Burgerlijk Armbestuur; voeren, werd s. h. st. aangenomen. Na een jaar
zal dan voorgesteld worden den weg aan den
openbaren dienst te onttrekken en aan P.
Leering voor f 100 te verkoopen.
Op een verzoek van de afd. Koedijk van den
Ned. Bond van Arb. In het Land- en Tuinbouw
en Winkelbedrijf werd besloten gratis zichten
beschikbaar te stellen voor arbeiders, dl» thans
In de steunregeling loopen. Op een vraag van
den heer Smit werd medegedeeld, dat de zich
ten eigendom der gemeente blijven.
Besloten werd de nog leegstaande gemeente-
woning aan A de Vries te verhuren, nadat de
huur is gewaarborgd.
Besloten werd den grond, waarop het trans-
formatorgebouwtje bU de Wed. Bos staat, aan
het P E N te verkoopen voor f 10.
Van Ged. Staten was de mededeellng ontvan
gen, dat aanstelling van een kweekellng niet
kan worden bestendigd.
De heer Mulder zegt, dat het hem zeer veel
leed gedaan heeft dat de vrljzinnlg-democra-
tische minister, die als Kamerlid altijd *t open
baar onderwijs heeft verdedigd, nu als Minis
ter het zoo benadeelt.
De Voorzitter zelde, dat dit bulten de zaak
omgaat.
In behandeling kwam voorts een verzoek
van K Slooten om verhooging van salaris in
verband met de korting voor pensloenverhaal.
De heer Groen herinnerde eraan, dat 6 Jaar
geleden een voorstel om het salaris van Slooten
Sr. te verlagen niet Ie goedgekeurd; toen wae t
hoogconjunctuur; nu Is het anders en daarom
kan spr. niet met het voorstel van B. en W.
meegaan.
De Voorzitter zegt, dat hier niet van salaris-
verhooging sprake ie; bovendien heeft hij als
bode genoeg werk.
De heer Hkrt wil alle ambtenaren gelijk be-
handelen.
De Voorzitter zegt, dat van andere zijde geen
veraoek Is Ingekomen.
Weth. W. Visser weee er ook op, dat Slooten
aw bode vanUB OS» heel vee! «ft heeft
als gevolg van de sleclfte tijden.
Conform voorstel van B. en W. werd besloten
het salaris van K. Slooten als bode van het
G E B. en B. Slooten als veldwachter te ver-
hoogen met het bedrag, dat na 1 Juli voor bij
drage voor pensioen wordt ingehouden van die
salarissen.
B. en W. stelden verder voor het salaris van
de nlet-pensloengerechtlgde schoonmaakster
van f 215 80 met 10 pCL te verlagen.
De Voorzitter wees er op, dat In vergelijking
met omliggende gemeenten het salaris aan den
hoogen kant ts; het is bijna het dubbele van
het salaris In die plaatsen.
De heer Mulder is er niet voor.
Weth. J. Viseer zegt, dat er ook minder werk
Is dan by de aanstelling; toen waren er 5 lo
kalen, nu 3. Het voorstel van B. en W. werd
verworpen met 4 tegen 3 st. Tegen Hart, Mulder,
Groen en Smit.
Aan O. Delis werd fl.50 bijdrage per maand
verleend voor vervoer van zijn kind naar de
school te Alkmaar.
De politieverordening werd in dier voege ge
wijzigd. dat In het verlichte deel van het dorp
auto's des avonds en 's nachts onverlicht langs
de wegen mogen stasm.
Na.v een aantal vragen van de heeren Hart
en Mulder deelde de voorzitter mede, dat de
nieuwe nummering op de begraafplaats niet In
strijd Is met een eerder genomen raadsbesluit;
er Is een afzonderlijk gedeelte voor z.g. armen
begraafplaats.
Er Is nooit besloten, dat de zg armen-graven
tusschen de andere graven komen.
De heer Hart zei dat dit wel uit de notulen
blijkt, doch dat die niet klopten met het daar
toe genomen raadsbesluit.
Spr. heeft er bezwaar tegen, dat er weer
soon „armen-akkertje" komt.
De voorzitter merkt op. dat er niets tegen de
verordening op de begraafplaats gedaan Is,
doch de heer Hart kan voorstellen de veror
dening te wijzigen, zoodat de eigen graven en
de gemeentegraven door elkaar komen te lig
gen. Hiertoe wordt besloten, waarna sluiting.
weer, die traag voortkruipen aan den einder
gluiperig als valsche slangen.
Voor Venray buigen we af
Deurne. De vuurhaard blijft
Ginds brandt dg Peel. Ginds worden de vlam
men voortgezwiept! Doch waar? Waar Is de
haard? We trachten den afstand te schatten.
5 tot 10 KM.? We zouden het wel willen,
maar de feiten zijn anders! Het „waar” Is het
fata-morgana der Peel, een wreed geheim. Haar
raadsel verschilt slechts van de bekende «oes-
ttinverschljnselen, dat men hier zeker weet, dat
het niet enkel luchtspiegeling is, ontstaan on
der bepaalden atmosferischen druk. Het is géén
zinsbedrog De breede vuurgloed, die boven de
sombere einders samengepakt is. doelt met vol
strekte zekerheid erop, dat er brand is en een
felle ook.
De Peel *”andt.
Boomen en palen, hulzen en schuren vliegen
voorbij in eentonig gelid. Achter dichte bos-
schen zien we een oogenbllk den vuurgloed
schuilgaan.
d l]a op dit blad zijn Ingevolge de verzekertngsvoorwasrden tegen f b(j levenslange geheele ongeachlktheld t vt werken door Z 7C/1 by een ongeval met Z OCH by verlies van een hand Z 3ti vertlea van een Z Cdl »y een brvuk van Z 4J) bH vertlaa van H
saste UUOrlnC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodeiyaen afloop f een voel at een oog f jA«Je"duini ol wyavlnger I O”«”been ot arm f anderen vinger
S hem dat, en hy lachte vroolük om myn
“Otorachtlgheld, met dien helderen lach van
y1' Wa&r hy niet kwistig mee Is. Toen we
"««nover het optrekje van markiezin Souza
”®ren, die op het terras zat te lezen, wuifde
n»** t** mel h““r zakdoek. Achter haar,
balkon, richtte de verschrikkelijke
"*™J5jn haar kijker op ons, wat ontsnapt er
nter oogen! en vervolgens haar handen als
trompet voor haar mond houdend,
“«reeuwde zy ons toe, met haar scherpe en
”““*ngename stem, die als een kanonschot In
■i inrondom heerschende stilte klonk, en die
bMéi♦.<!2or *Ilen 111 hula gehoord werd, die
don hi d °P het terr“8 «tonden te kijken, en
de zeven kinderen van den dokter, en door
«chtpaar, met de respectievelijke
“«nstbodes van de vier villa's:
U*enzo-o-ol Voorzichtig met die tochtjes
Denk aan dien jongeman uit
eerste zeiltocht”! Hoor je me?
-u J*wel, mevrouw, antwoordde Carvajal met
“tohtlge stem, zonder zich bijzonder
ie «pannen, terwjji hy er zachter, en ietwat
en de levendige ontstemdheld van Carvajal
daarover. Maar die Lorenzo moet zich ook
altijd boos maken! Ik zou hem graag een paar
draaien om zijn ooren geven, en die oude kaka-
toe ook, die ons nog altyd onbeschaamd met
haar kijker van af het balkon volgt.
Ze moest ook net een oude vrijster wezen,
om de vrome uit te hangen, prevelde Lor-nso
met een wrsaklustlgen blik. Als ze Kaan de
Goede Hoop voorbij zijn, durft niemand ze meer
aan te pakken.
Wat murmel Je daar nou. van Kaap de
Goede Hoop?
De dertig, Jongedame. Als ze de dertig
voorbij zyn.... pas dan maar onl
Pas jy maar on, dat Je met je kwaad
sprekerij niet met een helleveeg opgescheept
komt te zitten)
Ik? Ik hoor toch zeker ook tot de broeder
schap van de eeuwige vrijgezellen
Het is natuurlijk allemaal scherts, maar tk
kan niet helpen, dat de herinnering aan dat
portretje nog altijd by me biyft hangen.
.Eeuwige vrij gesel": het is mogelifk, maar niet
uit gebrek aan liefde, alleen misschien wegens
flnancieele moeilijkheden, gezien de omstandig
heden. Arme Jongen! Ik meen te zier., dat zyn
oogen vol droefheid staren op een niet al te
aangename herinnering, die zijn verbeelding
wellicht In scherpe lynen aan den vlekkelooaer.
gezichteinder van dezen heerlijken dag doet her
leven. Maar: terwijl Ik In zlfn oogen. die mooie
bruine oogen. die nog enkele oogenbllkker.
tevoren al de vrooiykheid van onze omgeving
weerspiegelden, die droefheid bemerk, vraag ik
daar een toespeling op gemaakt met een heel
leeiyke bedoeling. Die verwenachte oude kat!
Vertel me den inhoud eens.
Waarom? Als je het boek tóch niet
kent.
Is het dan Iets slechts?
Neen, Juist heel goed.
Dan....
Dr kan niet goed praten, onderwijl ik roei.
Dan vermoei Ik me teveel. Reine.
Ik geloof hem niet. Hy heeft kortweg het
gesprek afgebroken, omdat hy het büeonder
Deurne. Nog steeds de vlammen aan de lin
kerhand. vór ons uit! Richting Asten, na eerst
tot groote ontstemming van den dampenden
auto een diep karspoor van een veldweg, die
doodliep, beproefd te hebben. Dan krijgen we
de vlammen van zeer dlchtby te zien. We stop
pen en meten den afstand met de oogen. Het
Is nog ver, wel twee uur gaans! Ertusschen ligt
een breed moeras, verraderlijk diep!
Opnieuw voort. Opnieuw een veldweg Inge
slagen. ook ditmaal vergeefs. Dan maar Bo
rneren en het kanaal probeeren te bereiken, dat
111 de p**l voeren kan. over hun verweerde gezichten.
De weg, vlak langs het kanaal is smal. Enkele
maanden geleden verdronken hier vier men
schen by een nachtelijken tocht. De wind
idertDoch ginds lokken de vlammen, die
Bevoelens Verstompen. En langs het kanaal
gaat de tocht Voort. De vuurgloed wordt bloed
rood weerkaatst In het donkere water. De wind
spoelt en slaat spattende golven, die tegen de
loodrechte wanden beuken. De wagen snort
voort. Vlak naast ons liggen het donker ka
naal en de roode gloed. Het water ligt met
den weg gelijkOvermoedige autobestuur
ders worden zonder de minste hindernis gast
vrij opgenomen.
We probeeren het water weg te denken.
Het vlammen-spel aan de overzijde levert
een machtig gezicht. Fellaaiend klimmen ze
omhoog, kronkelen en werpen fantastische ge
stalten van zich af. Onverwacht zinken ze weer
weg, rook dampend, In den grauwen bodem
Die dan opnieuw begint te gloeien in steeds
wijder reikenden kring
Daarboven stijgen dichte rookwolken op
Tot *n breeden bundel strengelen ze samen.
Rood beschenen spreiden ze zich uit en deinen
weg naar den grauwen achtergrond zonder eind.
We ontmoeten twee maréchaussees, twee
fietsten en 'n hond. De mannen der wet wij
zen ons den weg naar den vuurhaard. Brug-
sluis 14 moeten we overstekenI