Vlammen laaien in de Peel PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND I Gelouterd JZ qMZETBp TING lg. VIJFHONDERD HECTAREN VERKOOLD EN WOENSDAG 22 AUGUSTUS 1934 UIT DEN OMTREK BROEK OP LANGENDIJK &- KOEDIJK Het lokkende vuur DELFRITE D E L F I A r naar HET SPAAN SCH Mat vlammenden mail vertlindt da vuurwolf turf grond, heide en boaachen Lange vuurtrein MAYONNAISE IN POTJE* 70 «7» DELFTSCHE SLAOLIE gr. bug (Inh. 8 8.) f 3.80 kl. 3.) 2.40 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITEkLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Altyd weer vlammen 1 van GEMEENTERAAD Vee/ achade ender ZoeAen Dat moet gesócht voeden. We komen een SO oL per kg •n H 'Z. •n n S3 daglicht dusdanig Ala nog week ten— iteel woedt, richt veel enbevolklng. Ieder jaar i Het toestel slingerde en stampte geweldig en het werd zoo donker, dat we alle lichten In de cabine aan moesten steken, daar we an ders de Instrumenten niet konden controlee- ren. „Oom", zei ik „U vliegt verkeerd, U houdt De brand, die ma schade aan onder de zetten tientallen imkers hier hun korven uit. Za terdag liepen ruim 100 korven gevaar door de vlammen aangetast te worden. Op het laatste nippertje werden ze echter door de eigenaren gered. Een O-tal buenhutten met Inhoud gingen echter in de vlammen op. Van de geredde kasten was de verf verbrand, het hout geschroeid, ter wijl vele bijen den verstikkingsdood in den rook gevonden hadden. rmet wer- het door ider- ^et lijkt een lange vuurtrein. die langzaam -----i bedekt silhouet, de romp en lange vlek- een plotseling opgedoken molen, het vuurgezlcht. Dan zien we de vlammen Enkele peelboeren houden de wacht. zy blij ven op eerbiedigen afstand, want de hitte is ondraaglijk. Het roods licht werpt sombere schaduwen Nog steeds gloeit het Hoe dichterbij, des te maehtiger seboowspeL Het is een feériek aspect Lange rijen tnrfhoopen, gereed veer verzending, «ijn uit elkaar gevallen, ver koold reed». zy ijjn het die al» fakkels oplichten in den Achteiyken hemel, die tot op verre afstanden hun roeden licht gloed verspreiden. Mlllloenen vlammen «pe len hier hun spel gr. bus (Inh. 8 fl.) 3.00 kL w 3 N) 1.30 1055 Reg entry '0— I to Ivor IOOl .00. latch ogels werd t zy ver toon- neds- Aaa- alie ■Un. serd like x>r- van r 1 *a de° 'erd reer de >lok- men, een nl isten brug gen- wa- spel lug het het volk ven, pen. llef- iaa- men Ikst ..Er is niets aan te doen.” vertelt er een. .Afwachten tot er regen valt. Blusschen baat niet. Waar haal Je water vandaan? Maar af- wachten. Het gaat wel uit. Het brandt leder jaar. We kunnen er niets tegen doen.” „Loopen de plaggenhutten geen gevaar?” ..SommigeI Maar de bewoners wekken we tijdig, als er gevaar dreigt. Enkele van ons houden om beurten dag en nacht de wacht.” ,J> schade ,4a, veel schA. maar wat te doen? Kan-nie helpen. Maar opnieuw graven, nieuwe hoopen zetten. ...I” Achter Blerick op het open veld wanen we ons reeds dicht bij den Uahtenden hemel. Vijf breede lichtbundels hangen in het zwarte fir mament. vijf machtige schijnwerpers in de don kere, rumoerzleke lucht. ter en we ontdekten dat we boven een woest sneeuwlandschap vlogen. We vlogen verder, tot we eindelijk boven een effen vlakte kwamen en hier besloot Oom Syd ney te dalen, hetgeen uiterst voorzichtig moest geschieden. Veilig en wel wist Oom het toe stel op den gladden grond te krijgen. Het toestel hield zich prachtig en het uit zicht was uitstekend. Het was geweldig koud, maar bet deerde ons niet, we hadden warme kleedy. Opeens ontdekte ik land in de verte, we konden echter niet nagaan wat het was. Dichterbij komende bemerkten we. dat we ons vergist hadden. Wat we voor land hadden aan gezien. bleek een groote wolkenbank te zijn en weldra zaten we in een hevigen sneeuwstorm. Het vuur smeult voort op een diepte van 50 tot 00 cM. onder de grond. Op plaatsen heb ben we self over den vuurhaard geloopen. Toen we de hand tegen den grond hielden, konden we de opstijgende warmte duidelijk voelen. Van onderop werken de vlammen zich omhoog. Een maal aan de oppervlakte vinden zij ruimschoots voedsel in de dichte helde en het verdorde grastapijt. Op veenplaataen, die in bewerking «tin. tasten de vlammen direct de opgestapelde turfhoopen aan. die in een oogwenk een prooi der vlammen worden. Zoo blijven èn onder gronds, èn In de helde in In de bovenste veen lagen de vlammen voortkruipen. Som» dagen, weken, zelfs wel maanden langt brug voorbij en stoppen. Aan de overzijde Is geen weg. We komen een sluis voorbij Geen weg. Weer een brug. Nog geen weg. Sluis brugen een weg, dien we Inslaan. MIs. De weg loopt dood In het veen. Terug. Nieu we sluis, nieuwe brug. Eindelijk no. 14. We glijden er over heen. Weer liggen de vlammen aan onze linkerhand. Aan de hand van een kaart zoeken we uit, waar we ons bevinden. Het blijkt, dat we bezig zijn In een groote boog om den vlammenhaard heen te rijden. Dat is de bedoeling niet. Het is twee uur.... midden in de Peel, midden in een stormlgen nacht. Doorzetten t We rijden door Nederweert en probeeren voor de zooveelste maal een zand weg. Vergeefs. HU had ons dwars de Peel kunnen invoeren. Helpen en Leveroy laten we achter ons liggen. Dan slaan we op goed geluk een weg in Het geluk is nu met ons. We bereiken den vlammenhaard. Wel moeten we ruim een half uur loopen. maar komen zullen we er. mij af: kan ik tegelijkertijd nu zóó dicht bij hem zijn, en zóó ver van hem af? Moet hij mij heelemaal verwaarloozen, omdat hij aan die „ééne" denkt, terwijl ik hier toch ook ben? Dat kwetst mijn gevoel van eigenwaard- in niet geringe mate Maar wat zal ik tegen hem be ginnen? Ik ben een vaatje buskruit, en daar Lorenzo ook een beetje kort aangebonden is, soul het er mee eindigen, dat we allebei kopje- onder gingen! Over de zee, glad als een spiegel, glijdt de „Plrulo" In snelle vaart. Lorenzo roeit al zwijgend, zonder zich te vermoeien. Thans zie Ik pas die schouders en die armen. Zou het omhakken en afkappen van boomen eigenlijk geen genoegen voor hem wezen? Hij heeft Zich zóó vol goeden wil aangepast aan de alge heels verandering. die het leven van hem eischte, dat het me niets verwonderen zou als hij bloemen tusschen de doornen plukte, en in al dat ruwe werk de verrukking van eer. par tijtje polo smaakte een heel wtisgeerlge opvatting van de deugd der berusting t Als we tóch ons kruis moeten dragen, is het dan niet beter, dat we het flink dragen, in plaats van met tegenzin? We hebben ons tamelijk ver van het strand verwijderd, maar nog altijd zijn we onder bet bereik van den kijker van de hertogin. Gaan we niet om den vuurtoren heen. Lorenzo? vroeg ik. Neen, het is beter, dat we hier blijven lig, gen. in het gezicht van die oude daar telde hti. met iets als afkeer in zijn stem, terwijl hij naar hst optrekje wees, waar de hertogin ons Vaandel. Door het onlangs opgerichte co mité tot aanbieding van een vaandel aan het plaatoeiyk fanfarecorps, zijn 0e plannen dien aangaande in zulk een vergevorderd stadium gekomen, dank zU de spontane medewerking der burgerij, dat reeds Maandagavond a* de uitreiking officieel zal plaats vinden in het bollengebouw der Langendijker groen tencen trale. Nadien sullen door het corps eenlge num mers ten gehoore gebracht worden. Baggerwerk. Ever.aU het vorige Jaar, wordt reeds weer door verschillende bouwers van de gelegenheid gebruik gemaakt tot het verkrijgen van bagger in werkverschaffing, als bemesting voor het land. Na een wegkromming achter Horst kunnen we «en openvlakte aan onze linkerhand oversten. Den gloed hebben we benaderd. Het is een breede. langgetrokken streep geworden, die hel rood fonkelt en staroogt. Na nog een paar krom mingen van den weg nabij Venray krijgen we plotseling de vlammen van heel dichtbij te zien. Het lijkt een lange vuurtrein, die langzaam met breeds dampwolken voortstoomt. Even «*n swart wieken vah helder toornig, aan toe voegde: Laat ze naar de weerlicht loopen met haar boeken I Kon ze een enkelen keer niet een» haar snoet houden? Waar maak je Je druk om, man? Dat zijn héér zaken, zei ik, met een poging, om zijn boosheid te doen bedaren. Laat ze ze vóór zich houden. Omdat ze er alles uitgooit, Is ze dikwijls ongemanierd ook, ^en bovendien zit er ook wel eens een bedoe- Bng achter. Heb Je Peréda wel een» gelezen? zei hij plotseling. Ik? Neen alleen: „De smaak van het buitenleven, dat ik bij mevrouw Lugue in de bibliotheek gevonden heb. Ia dat geen groot schrijver, Peréda? Een groot schrijver, zonder twijfel, zei Lorenzo. En „De eerste zeiltocht" Is een van zijn mooiste werken. Maar de hertogin heeft onaangenaam schijnt te vinden, om op dat incident van de hertogin door te gaan. Ik zal nog vandaag alle romans van Peréda bestellen, om te zien, of ik de verborgen beteekenia van de woorden van de oude dame kan ontdekken. Regen is de eenlgste kans, dat het blus- schlngswerk afdoende wordt. Soms, zoo vertel len ons de boeren, veroorzaakt de dichte samenpersing van de heete lucht een regenval, die speciaal boven de Peel neerkomt. Dan is het vuur spoedig gedoofd. De wind is nu nog sterk. De lucht kondigt geen regen aan. De peelboeren moeten af- wachten tot het getij hun gunstiger is. Zelf Ingrijpen kunnen ze niet. Alleen sleuven graven kan in sommige gevallen nog redding brengen. Maar daarvoor is de wind thans te heftig. De vlammen worden nu over de greppels héén gestuwd. En dan worden veel moeite en zware inspanning vergeefsch. De geheele Peel, de geheimzlnlge streek, on herbergzaam en haast onbekend, met haar on begrensde zwarte einders, laaide Maandag nacht op in een wilden vuurgloed, die tot op vele kilometers afstand zich baar was. Haast over het geheele Noord-Llmburgsche land werd de scherpe, penetrante brandgeur door den stormwind voortgedragen. Tegen het aanbreken van den morgen woedden de vlammen nog voort. Doch het voedsel zal allengs vermin deren.... De Peel brandt. De Peel, die gemeden wordt, die anders door een dichten sluier voor het oog verborgen blijft, Min we gaan bezoeken in een stormachtigen macht. De vuurgloed, die reeds in Venlo zicht baar was, trok met magnetisch geweld.... SO h Ondanks hun momenteel verlies waren de imkers echter niet pessimistisch gestemd. Of schoon zU vele bijen verloren hadden en of schoon veel honing waardeloos jeworden was, hadden de imkers veel hoop op het komend Jaar. als de thans verbrande oppervlakte geheel met jong opgeschoten, frtssche helde begroeid is. Voornamelijk aan dit jong gewas zit de bloesem, waaruit de bijen de meeste honing weten te zuigen. De brand heeft aan den turfbódem veel schade aangericht. Het verwoeste Peelland la grooten- deels eigendom der gemeente Helenaveen. Als in het Oosten de ochtend omhoog klimt verlaten we het trieste oord van vernieling. De eens zoo prachtvolle vlakte, vooral in Augustus, als de hel volop bloeit en het geheele landschep een lichtblauw en paars bloembouquet schijnt, is zwart geblakerd. Oom Sydney, er schijnt met het kompas iets niet in orde te ztjn. mogelijk la de storm daar debet aan. Voorlooplg zullen we maar door 80 88 M 88 (Inelualef Hesoh an tows) van de landerijen-commissie mededeellng is Ingekomen, dat de landerijen in de beste orde waren; van den Minister van Sociale Zaken mede deellng geen beswaar bestaat, dat de gemeente een gedeelte der contributie voor de zieken fondsen voor rekening der gemeente neemt; van Gedeputeerde Staten mededeellng is ontvangen, dat in het vervolg door noodlijdende gemeenten een bijdrage voor steunverleenlng B mag worden beschikbaar gesteld. In verband hiermede werd besloten een gelijke bijdrage als door het N.C.C. beschikbaar gesteld wordt, ter beschikking van het Crisiscomité B te stellen. De heer Mulder vroeg hoe groot dat be drag was; de voorzitter zei, dat *t voor t tweede halfjaar fltt.bedroeg. De heer Mulder meent, dat de Regeertng niet ver genoeg gaat met de bepaling inzake nfondsoontributle; behalve de werk leesten ook andere personen ervoor In ing komen. Overigens Juicht spr. den ;1 toe, die ongeveer 1 Jaar geleden door Dankt u eraan, dat stilstaande auto’s tegenwoordig weder verlicht moeten zijn? De storm bleef echter aanhouden We voel den ons tamelijk ongerust, daar we nu felte- te veel op het Oosten aan." „Ja Jongen", zei lijk niet wisten welken koen we hielden. Om beurten wisselden we elkander in den stuur stoel af en vlogen verder, uur na uur. Einde lijk bedaarde de storm en het slcht werd be- EXTHA 1/1 fleeeh 88 oL 1/2 SUPRA 1/1 1/2 1/1 I a 1/2 De oorzaak weet men niet. Soms ontstaat de brand door kwaadwilligheid. Dan weer zyn achtelooss toeristen de schuldigen. En de boe ren zelf, vooral de ouderen, gelooven, dat de brand vanzelf, „vandges” ontstaat. Zij zijn van meenlng dat al kan men boven den grond ook geen vlammen zien, ondergronds de vlammen toch blijven voortsmeulen om vooral bij dagen met sterken wind plotseling te voorschijn te komen. Deze brand woedt thans ruim een week lang. 500 HA turf-, heide- en boachgrond is verbrand. Gebluscht is hij nog geenszins. In tegendeel, bij een wind als desen kunnen de vlammen makkelijk nog groote afstanden af leggen. Een kleine wegen suist over den weg. De wind beukt, huilt en giert om bet blinkend ding, dat in rappe snelheid tegen de storm vlagen laveert en ondanks allen tegenstand bUo- meters vreet. Soms lijkt bet, alsof de joelende windvlagen het kleine ding willen opnemen, hoog van den gladden Wsg, om bet met een termen smak tegen de breede boomen langvrij te smakken. Doch de auto suist voort en houdt zijn vaart. Ginds lokken de felle vlammen. De hemel is rood gekleurd. Ginds brandt bet en fel ook. De wind speelt vannacht gevaarlijke parten. Misschien loopen boeschen gevaar en hebben de kronkelende vlammen in baar wreed fonkelenden golvendans de armoedige plaggen hutten der Peelwerkers reeds geplunderd. Deze sombere overpeinzing valt over ons, nu de wind fluitend giert. Zulk een aanmoediging gunnen I v De vuumfif zal breed zUb vlammenden muil opensperren. Gretig zal hij turfgrond, beide en boeschen verslindensonder ze te tellen, de vele hectaren, die armen peelbewerkers een schamel bestaan moeten geven De Peel brandt. vliegen, misschien bedaart de storm wel spoe dig." oplettend met haar kijker volgde. Als we voorbij den vuurtoren gingen, zou ze in staat zijn, om wat mlsaelijks te zeggen. Man, overdrijf niet! Ik geloof niet, dat het zóó'n adder is. lachte ik hartelük. En, op slot van rekening, ik lach om haar onbebbe- Itikheden. Ze kennen haar allemaal. Wat niet wegneemt, dat se haar allemaal zouden gelooven, als se wat zei, wat ons in een verkeerd daglicht sou plaatsen. Geloof mijn ervaring. Dat kan mij allemaal niets schelen, zei Ik. uit de hoogte, dat Carvajal er om moest glimlachen. MU w*L verklaarde hU ernstig. Hét moet iemand altijd kunnen schelen, wat andere menschen van hem denken. Natuurlijk, dat begrijp ik. Het sou niet pret tig voor hem zijn, als se met een of ander praatje bij die Jongedame van het portret aan kwamen! Alsof die gedachte by Lorerzo een plotselinge behoefte opwekte, om het portret te bekijken, haalde hij den sigarettenkoker, die voor mij den vorm van een tntereesant raad sel begint aan te nemen, uit der. zak van zijn zijn pantalon, keek er een oogenbllk naar met dezelfde onverschilligheid, als waarmee h’J den heelen morgen naar mij gekeken had, haalde er een sigaret uit. er. stak die langzaam aan. terwijl hij het portret op de bank van de „Plrulo" Het liggen, waar de son tallooee von ken aan het glanzend metaal ontlokte Het had er veel van, dat hU het met onset gedaan had, om me op de proef te stellen In mijn oogen blonk natuurlijk een geweldige De Peel brandt. Weer voor de zooveelste maal. Nadat in de afge- loopen week reeds enkele honder den hectaren verbrand zijn, is Maan dagavond de felle vuurgloed op nieuw opgelaaid. Over een uitge strektheid van meer dan 500 H.A. is de grond verkoold. Een felle stormwind heeft de vlammen voort gezwiept over den bodem, die zulk rjjk voedsel geeft Op vjjf plaatsen tegelijk woedden de vlammen in het gebied, liggend tusschen de Noord en Midden-Limburgsche dorpen Sevenum, Maasbree, Meyel, Some- ren. Asten en Deurne. nieuwsgierigheid, dis hem klaarblijkelijk ver maakte. en in mijn handen voelde ik de nei ging, om het kleine voorwerp op te pekken. Ik weet niet, hoe het zoo kwam.... DM dingen zijn altijd plotseling en onberekenbaar. Op een gegeven oogenbllk was ik mij bewust dat de sigarettenkoker In mijn handen lag, en begeerlg nam ik. tol de laatste bijzonderheid toe. het prachtige kopje in me op. dat zoo vrlendelijk-brutaal de wereld tnkeek. Toen ik mij verzadigd had aam de beschouwing van het lieve portret, sloeg ik verschrikt mijn oogen op, in afwachting van de geweldige onweerabuL die Lorenao, allesbehalve nrettig gestemd, over me zou uitstorten. Doch ik zag zijn oogen vol treurlgen ernst, en met de stem, die hij op zulke oogenbllkken heeft, zei hij langzaam, terwijl hij een weinig op den rand van O» boot ging leunen: Heb Je haar gekend? Neen. Maar toch heb Ik een Idee, dat tk wel eens iemand gealen heb, <üe veel op haar lijkt.... De boot lag wiegelend op de silveren see. Wat wee het heerlijk, ons midden op die door schijnende vlakte te weien, met don hemel en de son boven ons hoofd, en de meeuwen om ons hoenfladderond, In do verte het etrand en sijn huisjes aan den gezichteinder een stoomboot mat zijn pluim van rook, er. wij self in vol kanen rust de zuivere lucht insdemend. Lorenao deed een paar trekjes aan zijn sigaret en tikte de aeeh af. Aan één vinger droeg hij een eenvoudiger, gouden ring, met het wapen dar carvajala. (Wordt vervolgd? de ziel loosen aanmej maataj den Baad met 41 st. was verworpen. Ook de heer Hart zag gaarne, dat ook voor de arbeiders in werkverschaffing de fonds contributie gedeeltelijk betaald werd. De heer Mulder zag gaarne een uitspraak van den Raad. De Voorzitter zegde voor de eerstvolgende raadsvergadering een pree-advies van B. en W. toe. in de richting -aan onze linker hand. We komen al dichter en dichter bjj. Weer schatten we enkele kilometers. Doch weer is het gezichtsbedrog. De vlammen zijn nog even ver We rjjden door een open vlakte. Hier heeft de wind vrij spel met onzen wagen, die zijn speel bal wordt. De motor zwoegt en dendert zwaar. De wind giert in sarcastisch grijnslachen om het bllkke ding op raderen, dat {ijn vaart doorklle- ven wil. De grauwe boomen langs den smallen veldweg schudden rillend hun zwaarbeladen takken. Een kat sluipt plotseling snel den weg over, een donkere flits in het booglicht der auto- lampen. Een hond vult met zijn klagelijk wee gehuil het stormorkest «en De Raad dezer gemeente vergaderde gisteren voltallig. Medegedeeld werd, dat op 23 Juni 1934 heeft plaats gehad de opneming van kas en boeken vsn den Gemeente-ontvanger. In kas moest zijn en was f292302. Van Gedeputeerde Staten goedgekeurd zijn terugontvangen de raadsbesluiten tot het ver huren van bouwland en van een gemeente- wonlng; dat mededeellng van aanneming der benoe ming is Ingekomen van de leden der commissie tot wering van schoolverzuim en van Jan v. d. Een zestal personen had verzocht zand tg mogen weghalen bij de Krogt tegenover Ottink. Voorgesteld werd aan de eerste twee verzoe kers de heeren H. Beers en N. Zonneveld toe stemming te geven 5499 M3, weg te halen vooc 111 cent per M3. De heer Groen voelt er niets voor, het af gezande terrein voor tuin of bouwgrond te be stemmen; hij zag het graag 1 M. afgezand; het gedeelte bij den weg een halven Meter. Voorts sou hij het terrein de bestemming willen laten voor de circa 100 kinderen, die er dagelijks op spelen Wellicht zal er in de toekomst een voetbalvereenlglng in Zuid komen, die het kan huren; als 1 geen speelterrein voor de kin deren blijft, komt er een storm van klachten uit de Zuid. De heer Mulder Is er niet voor alle zand- gelegenheld uit te zanden; spr. wil iets bewa ren voor de gemeente voor de toekomst. De heer Groen vond afgraving tot 1J0 M. te veel, als t voor openbaar terrein gebruikt moet worden. De Voorzitter wil de toekomstige bestemming nog bulten bespreking laten. Weth. W. Visser wilde tot afzending over gaan, omdat de gemeente gebrek aan het geld heeft. De heer Groen zou dat geld aan het terrein willen besteden. De Voorzitter geloofde niet dat de Raad zou besluiten om zóó'n bedrag voor de Klnder- speelplaats te bestemmen. Het voorstel van B. en W. om de Klugt 1.30 M. uit zanden, werd aangenomen met 5 tegen 5 stemmen. Tegen Mulder en Groen. Een voorstel om maatregelen te nemen, om de Kerkelaan van den legger der wegen af te Woude als lid van het Burgerlijk Armbestuur; voeren, werd s. h. st. aangenomen. Na een jaar zal dan voorgesteld worden den weg aan den openbaren dienst te onttrekken en aan P. Leering voor f 100 te verkoopen. Op een verzoek van de afd. Koedijk van den Ned. Bond van Arb. In het Land- en Tuinbouw en Winkelbedrijf werd besloten gratis zichten beschikbaar te stellen voor arbeiders, dl» thans In de steunregeling loopen. Op een vraag van den heer Smit werd medegedeeld, dat de zich ten eigendom der gemeente blijven. Besloten werd de nog leegstaande gemeente- woning aan A de Vries te verhuren, nadat de huur is gewaarborgd. Besloten werd den grond, waarop het trans- formatorgebouwtje bU de Wed. Bos staat, aan het P E N te verkoopen voor f 10. Van Ged. Staten was de mededeellng ontvan gen, dat aanstelling van een kweekellng niet kan worden bestendigd. De heer Mulder zegt, dat het hem zeer veel leed gedaan heeft dat de vrljzinnlg-democra- tische minister, die als Kamerlid altijd *t open baar onderwijs heeft verdedigd, nu als Minis ter het zoo benadeelt. De Voorzitter zelde, dat dit bulten de zaak omgaat. In behandeling kwam voorts een verzoek van K Slooten om verhooging van salaris in verband met de korting voor pensloenverhaal. De heer Groen herinnerde eraan, dat 6 Jaar geleden een voorstel om het salaris van Slooten Sr. te verlagen niet Ie goedgekeurd; toen wae t hoogconjunctuur; nu Is het anders en daarom kan spr. niet met het voorstel van B. en W. meegaan. De Voorzitter zegt, dat hier niet van salaris- verhooging sprake ie; bovendien heeft hij als bode genoeg werk. De heer Hkrt wil alle ambtenaren gelijk be- handelen. De Voorzitter zegt, dat van andere zijde geen veraoek Is Ingekomen. Weth. W. Visser weee er ook op, dat Slooten aw bode vanUB OS» heel vee! «ft heeft als gevolg van de sleclfte tijden. Conform voorstel van B. en W. werd besloten het salaris van K. Slooten als bode van het G E B. en B. Slooten als veldwachter te ver- hoogen met het bedrag, dat na 1 Juli voor bij drage voor pensioen wordt ingehouden van die salarissen. B. en W. stelden verder voor het salaris van de nlet-pensloengerechtlgde schoonmaakster van f 215 80 met 10 pCL te verlagen. De Voorzitter wees er op, dat In vergelijking met omliggende gemeenten het salaris aan den hoogen kant ts; het is bijna het dubbele van het salaris In die plaatsen. De heer Mulder is er niet voor. Weth. J. Viseer zegt, dat er ook minder werk Is dan by de aanstelling; toen waren er 5 lo kalen, nu 3. Het voorstel van B. en W. werd verworpen met 4 tegen 3 st. Tegen Hart, Mulder, Groen en Smit. Aan O. Delis werd fl.50 bijdrage per maand verleend voor vervoer van zijn kind naar de school te Alkmaar. De politieverordening werd in dier voege ge wijzigd. dat In het verlichte deel van het dorp auto's des avonds en 's nachts onverlicht langs de wegen mogen stasm. Na.v een aantal vragen van de heeren Hart en Mulder deelde de voorzitter mede, dat de nieuwe nummering op de begraafplaats niet In strijd Is met een eerder genomen raadsbesluit; er Is een afzonderlijk gedeelte voor z.g. armen begraafplaats. Er Is nooit besloten, dat de zg armen-graven tusschen de andere graven komen. De heer Hart zei dat dit wel uit de notulen blijkt, doch dat die niet klopten met het daar toe genomen raadsbesluit. Spr. heeft er bezwaar tegen, dat er weer soon „armen-akkertje" komt. De voorzitter merkt op. dat er niets tegen de verordening op de begraafplaats gedaan Is, doch de heer Hart kan voorstellen de veror dening te wijzigen, zoodat de eigen graven en de gemeentegraven door elkaar komen te lig gen. Hiertoe wordt besloten, waarna sluiting. weer, die traag voortkruipen aan den einder gluiperig als valsche slangen. Voor Venray buigen we af Deurne. De vuurhaard blijft Ginds brandt dg Peel. Ginds worden de vlam men voortgezwiept! Doch waar? Waar Is de haard? We trachten den afstand te schatten. 5 tot 10 KM.? We zouden het wel willen, maar de feiten zijn anders! Het „waar” Is het fata-morgana der Peel, een wreed geheim. Haar raadsel verschilt slechts van de bekende «oes- ttinverschljnselen, dat men hier zeker weet, dat het niet enkel luchtspiegeling is, ontstaan on der bepaalden atmosferischen druk. Het is géén zinsbedrog De breede vuurgloed, die boven de sombere einders samengepakt is. doelt met vol strekte zekerheid erop, dat er brand is en een felle ook. De Peel *”andt. Boomen en palen, hulzen en schuren vliegen voorbij in eentonig gelid. Achter dichte bos- schen zien we een oogenbllk den vuurgloed schuilgaan. d l]a op dit blad zijn Ingevolge de verzekertngsvoorwasrden tegen f b(j levenslange geheele ongeachlktheld t vt werken door Z 7C/1 by een ongeval met Z OCH by verlies van een hand Z 3ti vertlea van een Z Cdl »y een brvuk van Z 4J) bH vertlaa van H saste UUOrlnC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodeiyaen afloop f een voel at een oog f jA«Je"duini ol wyavlnger I O”«”been ot arm f anderen vinger S hem dat, en hy lachte vroolük om myn “Otorachtlgheld, met dien helderen lach van y1' Wa&r hy niet kwistig mee Is. Toen we "««nover het optrekje van markiezin Souza ”®ren, die op het terras zat te lezen, wuifde n»** t** mel h““r zakdoek. Achter haar, balkon, richtte de verschrikkelijke "*™J5jn haar kijker op ons, wat ontsnapt er nter oogen! en vervolgens haar handen als trompet voor haar mond houdend, “«reeuwde zy ons toe, met haar scherpe en ”““*ngename stem, die als een kanonschot In ■i inrondom heerschende stilte klonk, en die bMéi♦.<!2or *Ilen 111 hula gehoord werd, die don hi d °P het terr“8 «tonden te kijken, en de zeven kinderen van den dokter, en door «chtpaar, met de respectievelijke “«nstbodes van de vier villa's: U*enzo-o-ol Voorzichtig met die tochtjes Denk aan dien jongeman uit eerste zeiltocht”! Hoor je me? -u J*wel, mevrouw, antwoordde Carvajal met “tohtlge stem, zonder zich bijzonder ie «pannen, terwjji hy er zachter, en ietwat en de levendige ontstemdheld van Carvajal daarover. Maar die Lorenzo moet zich ook altijd boos maken! Ik zou hem graag een paar draaien om zijn ooren geven, en die oude kaka- toe ook, die ons nog altyd onbeschaamd met haar kijker van af het balkon volgt. Ze moest ook net een oude vrijster wezen, om de vrome uit te hangen, prevelde Lor-nso met een wrsaklustlgen blik. Als ze Kaan de Goede Hoop voorbij zijn, durft niemand ze meer aan te pakken. Wat murmel Je daar nou. van Kaap de Goede Hoop? De dertig, Jongedame. Als ze de dertig voorbij zyn.... pas dan maar onl Pas jy maar on, dat Je met je kwaad sprekerij niet met een helleveeg opgescheept komt te zitten) Ik? Ik hoor toch zeker ook tot de broeder schap van de eeuwige vrijgezellen Het is natuurlijk allemaal scherts, maar tk kan niet helpen, dat de herinnering aan dat portretje nog altijd by me biyft hangen. .Eeuwige vrij gesel": het is mogelifk, maar niet uit gebrek aan liefde, alleen misschien wegens flnancieele moeilijkheden, gezien de omstandig heden. Arme Jongen! Ik meen te zier., dat zyn oogen vol droefheid staren op een niet al te aangename herinnering, die zijn verbeelding wellicht In scherpe lynen aan den vlekkelooaer. gezichteinder van dezen heerlijken dag doet her leven. Maar: terwijl Ik In zlfn oogen. die mooie bruine oogen. die nog enkele oogenbllkker. tevoren al de vrooiykheid van onze omgeving weerspiegelden, die droefheid bemerk, vraag ik daar een toespeling op gemaakt met een heel leeiyke bedoeling. Die verwenachte oude kat! Vertel me den inhoud eens. Waarom? Als je het boek tóch niet kent. Is het dan Iets slechts? Neen, Juist heel goed. Dan.... Dr kan niet goed praten, onderwijl ik roei. Dan vermoei Ik me teveel. Reine. Ik geloof hem niet. Hy heeft kortweg het gesprek afgebroken, omdat hy het büeonder Deurne. Nog steeds de vlammen aan de lin kerhand. vór ons uit! Richting Asten, na eerst tot groote ontstemming van den dampenden auto een diep karspoor van een veldweg, die doodliep, beproefd te hebben. Dan krijgen we de vlammen van zeer dlchtby te zien. We stop pen en meten den afstand met de oogen. Het Is nog ver, wel twee uur gaans! Ertusschen ligt een breed moeras, verraderlijk diep! Opnieuw voort. Opnieuw een veldweg Inge slagen. ook ditmaal vergeefs. Dan maar Bo rneren en het kanaal probeeren te bereiken, dat 111 de p**l voeren kan. over hun verweerde gezichten. De weg, vlak langs het kanaal is smal. Enkele maanden geleden verdronken hier vier men schen by een nachtelijken tocht. De wind idertDoch ginds lokken de vlammen, die Bevoelens Verstompen. En langs het kanaal gaat de tocht Voort. De vuurgloed wordt bloed rood weerkaatst In het donkere water. De wind spoelt en slaat spattende golven, die tegen de loodrechte wanden beuken. De wagen snort voort. Vlak naast ons liggen het donker ka naal en de roode gloed. Het water ligt met den weg gelijkOvermoedige autobestuur ders worden zonder de minste hindernis gast vrij opgenomen. We probeeren het water weg te denken. Het vlammen-spel aan de overzijde levert een machtig gezicht. Fellaaiend klimmen ze omhoog, kronkelen en werpen fantastische ge stalten van zich af. Onverwacht zinken ze weer weg, rook dampend, In den grauwen bodem Die dan opnieuw begint te gloeien in steeds wijder reikenden kring Daarboven stijgen dichte rookwolken op Tot *n breeden bundel strengelen ze samen. Rood beschenen spreiden ze zich uit en deinen weg naar den grauwen achtergrond zonder eind. We ontmoeten twee maréchaussees, twee fietsten en 'n hond. De mannen der wet wij zen ons den weg naar den vuurhaard. Brug- sluis 14 moeten we overstekenI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 11