Uit de Septembermaand 1917
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
l
u&fiaal van den day
ID
ID"
Dr. MICHAËLIS
Het bewijs
Alle abonné
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1934
K
f
De Belgische kwestie
I
Gevoelige thermometer
Daad van een waan
zinnige
Groot meer ontdekt in
woestijn
Historisch document
Laffe daad
SPAANSCH
HET
NAAR
xvn
Byzantijnsche munten
te Venetië gevonden
De vredespoging van den Paus
moest naar zyn meening
dilatorisch worden be
handeld
GROOTE MOGELIJKHEDEN
fa
Oude nederzetting ont
dekt
1 (Nadruk verboden)
I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ft-
illllllllllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllllIlllllllliiliiiiiiiiiiiiuiiiiitDIli;
2
43
Februari
.(Wordt vervolgd)
OOTZ
Baslleus,
beeldenaar
eensklaps een schip. Dat beteekende redding,
Indien we opgemerkt zouden worden.
Ijlings zochten we een flinke massa hout bij
elkaar, staken het in brand en hadden weldra
een flink vuur, waar we door toevoeging van
nat hout groote rookwolken aan onttrokken.
Zou men ons bemerken?
We konden echter niet ontdekken of ons
signaal aan boord van het schip bemerkt was.
Daar lag het te ver voor uit de kust. Toen be
sloten we om boven op het plateau seinen te
geven, maar toen we daar na een moelijken
klimtocht aankwamen, bleek dat het schip al
weer verdwenen was. Dat was een teleurstelling.
vrouw,
portret
■v
wat
en
wat gebeurt, maar ik geloof,
oogenbllk.
Vanavond heb
worden U geboden door advertentie-reclame in
de rubriek „Omroepers". Laat die U niet ont
glippen. De prijs kan geen bezwaar zijn, want
voor slechts 50 cent per regel komt Uw Zaken-
Omroeper onder de aandacht van 75.000 ge-
ydnrw»n
kringen erg gezien is.
gezelschappen te ver-
LENINGRAD, 5 Sept. Het Instituut voor toe
gepaste Natuurkunde heeft een electrische huid-
thermometer vervaardigd, waarmede men de
temperatuur op iedere gewenschte plaats aan
de oppervlakte van de huid kan vaststellen, en
waardoor het ontstaan van rheumatlsche aan
doeningen kan worden geconstateerd, alvorens
symptomen van deze ziekte merkbaar zijn.
Deze thermometer kenmerkt zich door bui
tengewone gevoeligheid; temperaturen kunnen
ermede tot op 0.03 graad gemeten worden.
Het met de hand geschreven ontwerp van het
Belgische antwoord op het Duitsche ultimatum
van Augustus 1914, dat den geheelen oorlog in
een Antwerpschen tuin heeft gelegen, is aa.i
de Belgische regeering overhandigd, om in de
landsarchleven te worden bewaard.
De opstelling van het antwoord was opgedra
gen aan den toenmallgen minister van Justitie.
Carton de wiart en de ministers van Staat Van
den Heuvel en Hymans, nadat koning Albert op
3 Augustus een Kroonraad had bijeengeroepen.
Het handschrift van Carton de Wiart ver
toont talrijke correcties. Toen de Belgische re
geering haar zetel naar Antwerpen had ver
plaatst en besloten was, dat Carton de Wiart
aan het hoofd van een delegatie naar de Ver-
eenigde Staten zou vertrekken, vertrouwde de
minister het ontwerp toe aan een rechter in
Antwerpen, die het uit veiligheid in zün tuin
begroef.
Tijdens de gevechten zijn er granaten vlak
bij de plek neerkekomen. maar na den oorlog
is het historisch document ongeschonden terug
gevonden.
Met Souza?.... Niets, natuurlijk. Souza is
geen pretendent.
Neen?
Neen.
Nu, kind, dat zou dan niemand zeggen.
Hij loopt je achterna als een bezetene. Heb je
dan niet gemerkt, dat we hem overal ont
moeten?
Neen, dat leek me heel natuurlijk, ant
woordde Ik, heelemaal in de war gebracht.
Dat is het ook, dat ter zijde gelaten. Het is
heel natuurlijk, dat Souza smaak vindt in een
knap en braaf en heelemaal niet ijdel meisje,
als Jij.
Ach, neen, Isabel, Ik heb tot nog toe nog
nooit gedacht, dat Souza me met opzet zocht.
Maar dan zul je toch met me eens zijn,
dat het heel toevallig is, dat je hem tot zelfs
In Je soep aantreft. Hij heeft oogen voor nie
mand anders dan voor jou. En dan die gesprek
ken, Relna. ,dle ellenlange gesprekken!
WU je wel gelooven, dat er In al die ge
sprekken niet zóóveel is, wat ook maar In de
verte iets met genegenheid heeft te maken?
Geen woord, geen gebaar, geen blik zelfs. De
verhouding, die tusschen ons beiden ontstaan
is, is niets anders dan een vriendschappelijke
verhouding. HU zegt, dat hij graag met me
spreekt, omdat ik erg serieus ben. en omdat Ik
hem, door mijn manier van doen, heel veel
aan een andere vrouw doe denken, waarvan
hij wel gehouden heeft, en Ik heb er een enorm
genoegen in, om hem van zijn reizen en veld
tochten te hoeren vertellen, méér, dan om te
Twee knapen, die aan den oever van een der
Venetiaansche kanalen aan het spelen waren,
hebben daar eenige gouden en zilveren mun
ten gevonden. Na het onderzoek bij bevoegde
instanties bleken de geldstukken van Byzan-
tljnschen oorsprong te zijn.
Eenige der munten dateeren uit de regeerings-
periode van Theophllos Baslleus, <839
843), andere vertoonen den beeldenaar van
Michael III en Theodora <842-856). Voorts had
den de jongens een herinneringsmedaille uit
het jaar 1830 gevonden. Daar men aanneemt,
dat zich ter plaatse nog meerdere geldstukken
zullen bevinden, zal het betreffende gebied
thans systematisch worden onderzocht.
De Zweedsche archaeoloog prof O. Janse
heeft aan de Valdemar Baai, op de Oostkust
van Zweden, een 4000 jaar oude nederzetting
ontdekt. Er is hier blijkbaar sprake van een
verzameling hutten van jagers en visseners uit
het Bteenentjjdperk. De ontdekker heeft op deze
plaats resten van viachgraten en dierenbeen
deren gevonden. Hij gelooft in dit district, dat
een van de oudste cultuurcentra van Zweden
is, meer nederzettingen te zullen ontdekken.
Bij Birka, de oude hoofdstad van Zweden,
die 1000 jaar geleden een bloeiend handelscen-
trum voor het geheele Noorden was, heeft men
een 1000-jaar oude versterking voor de stad-
wacht gevonden.
Tijdens een circus-voorstelllng in het dorp
Tornalja aan de grens van Tsjecho-Slowakije
zijn vier acrobaten uit de nok van de tent om
laag gestort. Drie hunner waren bulten bewust
zijn; de vierde stierf tijdens vervoer naar het
ziekenhuis.
Het politle-onderzoek wees uit, dat iemand
de paal had losgemaakt, waaraan de touwen
'oor de acrobaten bevestigd waren.
Men vermoedt dat het hier een misdadige
aanslag van vijanden der acrobaten betreft. Een
(root aantal toeschouwers moest zich onder
medische behandeling stellen, daar na het on
geluk In de tent een paniek was ontstaan.
Toen een vrome Hindoe. Pendit R. Upadya.
die tijdens een pelgrimstocht naar de heilige
stad Benares door cholera was besmet, naar
zijn geboorteplaats Ahi, in de Vereenigde Pro
vincies, terugkeerde, vond hij niemand bereid,
hem te drinken te geven. Waanzinnig van dorst
sprong hij in den dorpsput en deed zich te goed
aan het water. Men haalde hem uit den put,
doch spoedig daarop stierf hij. Binnen 48 uur
waren vele der dorpelingen, die uit den put
gedronken hadden, lijdende aan cholera, met
net gevolg, dat 25 hunner stierven.
,Jïm,” mompelde Pat, „hij had er dus op ge
rekend dat hij zwemmend het schip moest ver
laten.”
Nu kwam hjj tot de ontdekking, dat hij met
het stoffelijk overschot van een zekeren Reg
Blatchford te doen had. Deze naam kwam hem
zeer bekend voor. Hij wist dat er in New-York
groote confectiefabriek bestond, die ook
e secretaris van den toenmallgen Beier-
I 1 schen nuntius te München, Mgr. Pa-
cell!, had de plannen van Z. H Paus
Benedictus XV, om tot een algemeenen vrede
te komen, uitvoerig mondeling medegedeeld
aan den Botschaftrat Von Hindenburg, die door
Buitenlandsche Zaken was aangewezen, om
's Pausen boodschap in ontvangst te nemen.
Rijkskanselier was in dien tijd Dr. Michaelis,
die na den val van Bethmann Hollweg de can-
didaat was geweest van het opperste legerbe
stuur. van Hindenburg en Ludendorff, maar die
na honderd dagen reeds moest aftreden, om
dat hij de meest ongeschikte man in absoluten
zin van het woord was voor het ambt van kan
selier in dien tijd. Deze man was van meening,
dat men de aanvrage van den Paus naar
Dultschland’s houdingdilatorisch moest
behandelen, om tijd te winnen, terwijl van
Pauselijke zijde juist met allen nadruk er op
werd gewezen, dat alles zoo snel mogelijk in
zijn werk moest gaan, wilde de actie kans van
slagen hebben, wat blijkt uit het verdere ver
loop der geschiedenis.
Na het mondelinge onderhoud met den Bot-
schaftsrht Von Hindenburg zond de secretaris
van Pacelll en vertegenwoordiger van den Paus
(„ein ausserst rühriger Vertreter”) een te Ber-
Ujn in 1917 aangekomen brief aan den Rijks
kanselier, waarin een afschrift was van een
telegram van den Engelschen gezant, bij wiens
verklaringen zich de Fransche regeering aan
sloot. Ten opzichte van het standpunt der
curie schrijft Monsignore:
„De Kardlnaal-staatssecretaris is vol verlan
gen. om de pogingen voor het tot stand komen
van een rechtvaardigen en durenden vrede
voort te zetten. Hij verheugt zich over het te
gemoetkomen der keizerlijke regeering. Daar
om heeft Zijne Eminentie mij de opdracht ge
geven, om de aandacht van Uwe Excellentie
vooral te vestigen op België en te bereiken. Ie.
een duidelijke verklaring over de plannen van
Duitschland ten opzichte der volledige onaf
hankelijkheid van België en der te geven
schadevergoeding aan dit land; 2e een even
eens duidelijke verklaring over de waarborgen
voor politieke, economische en militaire onaf
hankelijkheid, die Duitschland verlangt.
Als deze verklaring bevredigend is, meent
Z. Em., dat de weg tot een gewichtlgen stap tot
verdere ondêrhandellng is gebaand. De Engel-
sche gezant heeft zijn regeering er reeds van
op de hoogte gebracht, dat de H. Stoel antwoor
den zal op de mededeellngen van zijn telegram,
zoo spoedig als de H. Stoel in het bezit zal zijn
van het antwoord der keizerlijke regeering.”
Deze brief eindigt daarmede, dat Monsignore
M. als zijn overtuiging uitspreekt, dat de kan
selier Michaelis onsterfelijke verdiensten zich
zal verwerven, als hij door een verzoenend ant
woord het goede verloop der onderhandellngen
lichter zal maken.
Den 6en September 1917 bericht de Passelijke
vertegenwoordiger streng vertrouwelijk aan den
gezant van Bergen in Berlijn:
.Ik acht het nuttig, u mede te deelen,
dat de Kardlnaal-staatssecretaris in een aan
mij gezichten brief vooral aandringt op ’n gun
stig antwoord omtrent België. De Engrische
gezant zelde mij heden, dat dit voor Engeland
het gewichtigste punt was”.
(Dit schrijven uitvoerig Is ook
te vinden in het boek van Erzberger:
Erlebnlsse lm Weltkrieg p. 277 11) en is van
de hand van Monseigneur Pacelll, nuntius te
München. Zooals bekend is was het antwoord
der Duitsche regeering allertreurigst. Het be
helsde niets anders dan vage termen, ging, niet
tegenstaande er uitdrukkelijk voor was ge
waarschuwd, op de schuldkwestie in en bevatte
niets tastbaars over België, ofschoon de Regee
ring aan de Rjjksdag-commissie het tegendeel
had beloofd. De Duitsche regeering was vol
slagen blind. Zij stond in deze kwestie geheel
onder Invloed van den reeds snel klndsch wor
denden grijsaard Hertllng, toen nog minister
president van Beleren, die met ouwe-manne-
Richt de mode, gansch natuurlijk,
Naar dit jaargetij haar schreden.
Wat nog gister werd gedragen
Is dus morgen uit de mode....
En geen vrouw zal zich onttrekken
Aan ‘t gebod van die geboden.
Want al stónd een hoedje prachtig,
En al sprak men van een snoesje,
En al dwèèpte men geweldig
f Met een streepje of een moesje
Deze meening is veranderd
Vlug, op slag, haast zienderoogen.
Geen verstand of kort-bij-cassa
f Kan hiertegen iets betoogen!
Dus de dames zie je neuzen
x Langs de mode-magazijnen
Naar modellen, kleuren, nieuwtjes
En de keur van nieuwe lijnen.
En zij passen, kijken, kiezen,
f Wikken, wegen, praten, meten....
g Zij besteden daar méér tijd aan
Dan bijvoorbeeld aan het eten!
En zij koopen knippatronen,
Spelden, naaien, stikken, strijken,
En zij staan zich halve dagen
f In den spiegel te bekijken!
Nergens tijd voor, slechts voor mode,
De vervulling harer droomen
En de man.... hij heeft te buigen
Om een scène te voorkomep!
MARTIN BERDEN
3. H. Couradie, de administrateur van de
Kaap-provincle, heeft een beschrijving gegeven
van een groot meer, dat zich gevormd heeft in
de Kalahari-woestün en dat hij aangetroffen
heeft toen hij op de terugreis was van een
grooten toer, welke hij in ’t Noord-Westen van
Zuid-Afrika gemaakt heeft.
Hij zeide dat het meer gevormd werd door
twee rivieren, die samenkwamen in een ge
weldige vallei, waar het water als t ware tus
schen duinen vastgehouden werd. Men veron
derstelt, dat het water daar zal blijven liggen
en dat het langzamerhand In den grond zal
dringen en verdampen, maar dat dat wel zes
Jaar zal uren.
Er is zelfs al graan gezaaid aan de oevers
van het meer, dat zich over een 30 mijl in het
vierkant uitstrekt en op sommige plaatsen een
diepte van zes meter heeft.
Het water, dat steeds dieper in den grond zal
doordringen, zal de bronnen en wellen in de
Kalahari en het land ten Zuiden daarvan ver
sterken en ondergrondsche reservoirs vormen
voor wel 30 jaar. Men zal dan ook niet meer
zoo diep naar water behoeven te graven.
Altijd houden nog de menschen
Van een beetje variatie,
Maar vooral toch raakt een mode,
Al heel spoedig uit de gratie!
Niet te lang luidt hier de leuze
Hoeden, mantels en japonnen!
Dus bij ieder jaargetijde
Moet iets anders weer verzonnen!
Nu de zomer dan voorbij is
En de herfst komt aangetreden,
dat plannetje om ons te scheiden, tot niets ge
diend zou hebben. En wat de vermoedens van
Souza betrof, daar moest ze om lachen.
Dat moet je niet gelooven....
Waarom niet?
Het is al een heelen tijd, dat ze fluiste
ren, zooals ze over dat soort dingen fluiste
ren kunnen, dat een jonge man met een heel
goede positie, en van aanzienlijken komaf, met
zekere gevoelens voor haar rondliep. Een ver
onderstelling maar, zooals zoovele andere. De
menschen kijken overal naar, en maken overal
gevolgtrekkingen uit, en zoo hebben ze ook op
gemerkt, dat Je tante, hoewel ze een huls heeft
in Madrid, en in alle
dikwijls vermeed om in
schijnen en zich in Aledo opsloot.
En wat zou dat? Dat was heel natuurlijk,
In haar positie....
Ja, maar de kwestie is. dat die plotse
linge verdwijningen van Marllena Tallares al
tijd plachten samen te vallen met de verschij
ning in Madrid van den Jongeman, waarover
ik het straks had. Bovendien, hoe ridderlijk en
hoe discreet een man ook mag wezen, gene
genheid kan men dikwijls raden uit duizend
kleinigheden, en de genegenheid van dien jon
geman werd dan ook door den een of ander
„geroken”. En zij moet bepaald niet voldoende
vertrouwen in zichzelf gehad hebben, en haar
toevlucht genomen hebben tot een er-tusschen-
ult-trekken. Een heel verstandig middel. Maar
in heel Madrid wordt gezegd, dat Marllena
Tallares weer heel gauw gaat trouwen, en niet
bepaald met Lorenzo Carvajal....
ik aan tante Marllena ge
schreven. Én in mijn brief heb ik haar ook
over Souka gesproken. Ze wil graag altijd alles
van me weten.
een groote confectiefabriek bestond, die ook
dien naam voerde. Uit de papieren bleek dan
Reg Blatchford er de eigenaar van was.
„rtefeullle
bevatte verder n
chêqueboek wat
1 portret van i Het bewijs
knappe vrouw,
Op het portret
stond het volgen-
de opschrift te lezen: „Voor mijn man van
zijn vrouw. Hilda Blatchford-Russell”
Uit de correspondentie die de portefeuille be
vatte, bleek, dat de verhouding tusschen man
en vrouw, althans in den laatsten tijd, niet al
te best scheen te zijn. Pat leidde dit vooral af
uit den laatsten brief van mevrouw Blatchford,
die luidde: „Reg, stuur direct bericht. Waarom'
ging je weg, zonder me iets te zeggen? Ik hoop
dat je gauw terug komt en me niet langer voor
spot laat staan tegenover onze kennissen. Je
ontstemde vrouw, Hilda.”
Eenigen tijd bleef Pat aandachtig staren op
het gelaat van den doode, en hoe langer hij
keek, hoe meer hij de gelijkenis opmerkte.
Daarna richtte hij zich op en sprak vastberaden
tot zich zelf:
,Dat doe ik! Niemand weet dat hij hier dood
Is gevonden. We lijken in alles op elkaar. Ik
trek z’n kleeren aan, begraaf hem op het eiland
en ga terug als Reg Blatchford. Natuurlijk
neem ik bezit van z'n eigendommen en treed
in z'n rechten. De groote moeilijkheid is s*n
vrouw; maar enfin, we zullen zien. Laat ik nu
zien of hij geen bijzondere kenteekenen aan zich
heeft, zoodat ik die desnoods ook bij mij kan
canbrengen.”
Nauwkeurig bestudeerde hij daarna het lijk
en kwam al gauw tot de ontdekking, dat daar
van het bovenste lid van den pink aan de rech
terhand ontbrak.
„Drommel, peinsde hij, „daar zit niets an
ders op dan dat ik zelf m’n pink ga verminken.
Wat een geluk dat ik de bijl meegenomen heb,
die Lou Duffy me achterna wierp.”
Een half uur later liep Pat Macy rond in de
kleeren vgn Reg Bladchford.’Z'n pink zat ineen
bloedig verband, dat hij gemaakt had van z'n
eigen hemd, z’n eigen kleeren had hij Bladch-
ford aangedaan en natuurlijk ook z'n papieren
in z'n zakken laten zitten.
Van nu af had Pat Macy opgehouden te be
staan en was hij Reg Bladchford geworcen.
Een half Jaar later betrok Pat Macy alias
Reg Blatchford. een keurig gemeubelde suite
in een der eerste hótels van New-York. Hjj
was in 't bezit van een groot bedrag aan geld,
alsmede van eenige kostbare parels, die hij nog
niet te gelde gemaakt had. In gedachten zag
hij zich reeds als den koning der confectie-
industrie.
's Avonds na het diner trok h(j zich In z'n
appartementen terug, om onder het genot van
een geurige havana z’n verdere houding te be
palen. Hjj werd door een geklop op de deur
uit z'n mijmering opgeschrikt en vóór hü nog
iets had kunnen zeggen, traden twee heeren
binnen.
„Mijnheer Reg Blatchford?” vroeg een hun
ner sneL
„Om u te dienen.” antwoordde Pat Macy,
terwijl hij met z'n mismaakten pink de asch
van s*n sigaar tikte.
De beide heeren wezen elkaar gelijktijdig op
den korten pink aan de rechterhand en vóór Pat
op iets bedacht was, voelde hij eensklaps een
koud metaal aan z'n pols, hoorde een klik en.,
was volgens alle regelen der kunst geboeid.
„Wat beteekent dat?” stoof hij verontwaar
digd op.
„Dat beteekent dat u gevangen genomen bent
wegens moord op uw vrouw, gepleegd in Januari
J.I.,” klonk het kort.
In de stilte, die na deze woorden volgde,
kwamen Pat Macy verschillende dingen voor
den geest, maar duidelijk zag hij z’n mismaak
ten pink, waardoor hij z'n eigen doodvonnis
had geteekend.
smullen van een lekker soepje, dat vooral om
dat het warm was, uitstekend smaakte.
Op het strand lag heel wat aangespoeld hout
zoodat we voldoende brandstof en ook mate
riaal voor het versterken van onze verblijf
plaats hadden. Toen wij den volgenden dag
over de zee stonden te turen ontdekten we
Bij de hut aangekomen, bleek dat oom ver
schillende berekeningen en metingen had ver
richt en dat we hoogstwaarschijnlijk op een
onbewoond eiland waren terechtgekomen. Dat
zag er bedenkelijk uit. Maar kom, we moesten
maar niet den moed verliezen. Inmiddels be
reidde ik het eten, en weldra zaten we te
aniiiiiiiiiiiininiiiiii DE MODE ■imHiHiimitminc
aanhoudende pogingen om haar gezelschap te
zoeken, en van de groote vertrouwelijkheid, die
de geregelde omgang tusschen hen belden had
doen ontstaan, vervulde Marilena met’ n onbe-
stemden angst en bezorgdheid. Om haar ge
moedsrust totaal te verstoren, vond zjj Reina's
naam ook in de brieven van Souza. De warme
lofprijzingen van haar aanstaande ten opzichte
van haar nichtje maakten haar niet weinig
ongerust. Wie ongelukkig is, is geneigd tot
argwaan en vertrouwt zijn geluk niet, en zoo
kwam Marilena nooit op de gedachte, dat Souza
Reina’s gezelschap zocht, ómdat hij aangetrok
ken werd door de moreele gelijkenis tusschen
de beide vrouwen, die heel opmerkelijk was,
en die in werkelijkheid ook de éénlge reden
was, die den jongeman tot het meisje voerde.
HU zag in Reina niet dit meisje zelf, doch Ma
rilena. Barones Tallares wist daar niets van.
ZU werd gekweld door het vermoeden, dat Pa
blo zich had laten verblinden door de heerlUke
jeugd en de gezonde opvattingen van het meis
je, dat hem een ongerept hart kon aanbieden,
en niet een wrak, dat moe was van lUden en
liefhebben, zooals haar hart. ZU voelde zich
verbitterd en ongelukkiger dan ooit, onder dien
last van twUfel. Den eenen keer verwierp zU
dien krachtig, doch een andermaal werd zU
weer bevangen door een afschuwelUken angst,
en maakte zU aanstalten, om zich terug te
trekken in de liefde voor haar kind, teneinde
haar hakt tegen mogelUke teleurstellingen te
beveiligen.
Met wien dan, Isabel?
Nu, kUk eens kind, dat weet ik niet. Dat
zUn van die geschiedenissen, die wU meisjes
de oudere menschen maar half hooren vertel
len. en waar wU dan voor de rest maar naar
moeten raden. Hoeveel heb ik er zoo al niet
gehoord, goede genade? En daar het me toen
niet bijzonder Interesseerde, heb ik geen moei
te gedaan om het te weten te komen. Maar het
zal wel bekend warden, heb daar maar geen
zorg over. Maar dat het Lorenzo zou zUn o
neen. Daar moet Je niet eens over droomen.
Mocht het niet zoo wezen, dan zien we wel
weer.
Wil je me dan misschien vertellen, waar
om ze met uit Aledo weggetroond hebben?
Wel kind, om Je de wereld te laten zien.
Lijkt Je dat zoo mln? Ik geloof, dat de rede
nen van je grootvader eerlük zUn. HU wil, dat
Je een ruimeren kUk op de dingen krUgt. dat
de menschen kennis met Je maken, en dat JU
de menschen leert kennen....
Goed, goed....
En nu ik er aan denk.... boe sta je met
Mendizabal?
Praat me niet over dien vent! Het is een
idioot, nummer zooveel van het stelletje suf
ferds, dat me het hof maakt. Dat wil zeggen:
niet mU, maar mUn geld. Vanavond heb Ik hem
definitief den bons gegeven.
En Souza? Wat denk Je met Souza te
doen?
Isabel is mUn beste vriendin, en ongetwUfeld
omdat ze veel van me houdt, klonk er zooveel
ongerustheid uit baar vraag.
dansen met een van die kwasten, die me het
hof maken.
Geloof je werkehjk niet dat Souza num
mer zooveel is op de lUst?
HU zou het kunnen wezen later mis
schien. maar dan zou de aard van onze tegen
woordige betrekkingen heel wat moeten ver
anderen. Op het oogenblik: beslist niet. Meer
nog: ik geloof niet, dat hU aan iets dergelUks
gedacht heeft. Wie zou dat beter kunnen be-
oordeelen dan ik? En ik, op mUn woord van
eer, ben ook niet op de gedachte gekomen
Best, dan zullen we wel zien wat het
wordt, besloot Isabel Lugue. Maar als je hem
in het vizier krUgt, laat hem dan niet ont
snappen, want hU is de beste die er te krij
gen is: een goede jongen, knap, ontwikkeld.
rUk.... En den dag dat dat ongeluk van een
tante van hem het hoekje omgaat, wordt hU
hertog Ordague.
Goed, ik zal je wel waarschuwen als er
dat voor het
Inderdaad, Marllena ontving den brief van
Relna, maar was er niet blU mee, zooals bet
meisje verondersteld had. Integendeel, de
geestdrift, waarmee ze haar over Pablo Souza
sprak, en het relaas, dat ze haar gaf van zjjn
Marilena schrijft me. En haar brief is alleen
maar in staat, om mUn gedachten nog meer in
de war te sturen. Ze zegt, dat de Kerstdagen
buitengewoon treurig waren in Aledo; dat
grootvader in alle toonaarden over mUn afwe
zigheid klaagt; dat Francisquln lang ÏUike
mooie verhaaltjes niet kan vinden, als die ik
hem vertelde; en dat Lorenzo zich mUn afwe
zigheid erg moet hebben .aangetrokken, daar hu
ernstiger, en in zich zelf geleerder is, dan ooit.
Bovendien heb ik gisteren een onderhoud ge
had met Isabel Lugue, dat me eenvoudig per
plex deed staan. Ik vertelde haar „alles” wat
er tusschen Lorenzo en mU geweest was. ge
durende mjjn verblijf in Aledo. Dat .alles” was
in werkelijkheid niets, maar Isabel vond, jat
het „veel” had kunnen-zijn, als Lorenzo tot n
verklaring had kunnen komen. Voor haar be
teekent het feit niets, dat mijn grootvader me
naar Madrid gestuurd heeft. Zij gelooft (en mei
recht) dat, gjg Lorenzo bad durven spreken,
ook, dat 1
De portefeuille
p een vreemde manier had Pat Macy het
I I eiland Entrance verlaten. Niet alleen dat
hU z’n patroon Lou Duffy bestolen had.
maar vooral het> feit, dat hij Duffy’s vrouw
bad belasterd, was de oorzaak van z’n over-
haast vertrek geweest Lou Duffy had zich
toen in een aanval van woede met een bijl op
Macy geworpen. Pat weerde echter den slag af
en had de vlucht genomen, achterna gezeten
door den verbolgen echtgenoot. Als in een wed-
ten liepen de beide mannen naar het strand
en toen Duffy z’n kans schoon zag, wierp hij
de bijl met kracht naar het achterhoofd van
z'n vijand. Een kreet, gevolgd door een plons
a in t water, was alles wat Duffy nog hoorde en
toen hij dichterbij was gekomen, aanschouwde hij
slechts een gladde oppervlakte. Zoo verliet Pat
Macy het eiland Entrance.
In werkelijkheid echter was Pat niet dood,
zelfs niet eens gewond. Begunstigd door de
duisternis, was hij snel weggezwommen van de
kust met in zijn hand de bjjl. die vlak naast
hem in het water was terecht gekomen. Toen
hij een paar minuten gezwommen had, ontdekte
hij een roeiboot. Vlug maakte hij zich daar
meester van, totdat hij na uren roeien op een
ander eiland belandde. Hij trok de boot op het
aroge en nadat hij eenlgszlns de omgeving had
opgenomen, strekte hij zich vermoeid in de
f boot uit en viel weldra in een vasten slaap.
Toen hij ontwaakte, kon hij niet zeggen hoe
laat het was. De zon stond echter reeds hoog,
x Om zich heen bespeurde hij een weelderigen
x plantengroei, die aan een paradijs deed denken,
f H(j zegende z’n gelukkig gesternte en begon
x welgemoed aan z'n maaltijd van vruchten en
x water. Daarna ging hij op onderzoek uit. Aan
den oostkant ontdekte hij een grooten water-
E plas, zóó helder, dat hij tot op den bodem kon
x kijken. Enkele minuten stond hij in 't water te
staren naar alles wat er in t water viel waar
te nemen, toen eensklaps z’n aandacht op een
punt gevestigd bleef, terwijl hij voor zich heen
mompelde: „oesters!” Direct kleedde hij zich
uit en dook naar den bodem.
Toen Pat Macy zich dien avond op een be
schut plekje ter ruste legde, bevond zich in z’n
vestzak een groote parel en naast hem een aan
tal oesters, waarin hij nog meerdere kostbare
parels hoopte aan te treffen.
„Wat een geluk!” lachte hij.
Na drie dagen op het eiland vertoefd te heb
ben. werd Pat op een morgen gewekt door het
geluid van een voorbijvarende boot. Duidelijk
kon hij den naam .Albatros" op den voorsteven
zien. Deze naam kwam hem bekend voor, daar
die boot altijd de partijen copra van z’n vroe-
geren patroon innam
Al de herinneringen aan den laatsten
dag. dien hij op het eiland Entrance had mee
gemaakt, kwamen weer voor zijn geest, en met
een grijns van voldoening sprak hü in zich zelf:
„Ik zou ’t gezicht van Lou Duffy wel eens wil
len zien, als hjj wist dat z'n doodgewaande
vijand zoo dicht in z’n buurt was en dan nog
wel als rijk geworden parelbezltter.”
Na deze alleenspraak haalde hij de parels te
voorschijn, die hij in die paar dagen in de oes
terschelpen gevonden had en bekeek Ze met
welgevallen. Inderdaad, de fortuin was Pat
Macy wel gunstig; er waren verscheidene
pracht-exemplaren bjj.
Toen Pat dien morgen een wandeling op het
strand maakte, zag hij eensklaps op een zand
bank het lichaam van een man. die daar met
z’n gezicht op den grond lag uitgestrekt. Na
derbij gekomen, keerde hü het lichaam om en
zag direct dat de man nog niet lang geleden
gestorven kon zün.
Vanwaar en hoe kwam die man op 't eiland?
Pat kon geen andere oplossing van het raad
sel vinden dan dat die man geweten moest
hebben dat het eiland een perclbank bezat en
dat hü in de vroege morgenuren de „Albatros”
had verlaten en naar het strand was gezwom
men. Door uitputting was hü daar waarschün-
lük gestorven. Hü streek het haar van den
doode van het voorhoofd weg. Plotseling hield
hü verbaasd op.... Het gelaat van den onbe
kende leek als twee droppelen water op dat
van hem zelf.
„Hü zou m’n tweelingbroeder kunnen zün.”
mompelde Pat Macy verbaasd. Hü begon nu de
zakken van den dooden vreemdeling te onder
zoeken. Al gauw kwam hem een gummizak in
handen, waarin de portefeuille van den onbe-
kende bleek te zitten.
9 op dit blad zün ingevolge de verzekerlngevoorwaarden tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid t at werken door f '7Efl bij een ongeval met f bij verlies van een hand f 1 fiC oü verlies van een f Cfi bü een breuk van f Afi bü verlies van "n
S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen t doodelyken afloop een voet of een oog f s&t/»-duim of wysvlnger been of arm crC/e** anderen vinger
tjes-stüfkopplgheld aan het vuistpand België
vasthield en over de Pauselüke vredesactie aan
Erzberger schreef: „Der Nuntius bringt uns
nicht viel Brauchbares” De man, die dit
schreef, werd kort daarop Rükskanselier als
opvolger van Michaelis en voerde dapper het
Rük mee naar den afgrond.
Scheidemann publiceert een telegram, uit-
drukkelük „Ohne Namensnennung” van 30
September uit München, dat laat zien.' welk
een verlammenden indruk het antwoord van
Berlün heeft gemaakt: .....vertegenwoordiger
Paus buitengewoon teleurgesteld en gedepri
meerd. Hü las mü telegram van Kardlnaal-
Staatssecretaris voor, dat nóg pregnanter dan
in brief voorspelt mislukken vredesactie, als het
bü den huldigen modus procedendi blüft
aan Entente-züde zoo weinig goede wil. dat
„Unbestimmtheit unserer Konzesslon” tot abso
lute verwerping leidt. Hü smeekte, of wijziging
niet mogelük
De H. Vader gaf zün nobele pogingen nog niet
op. Den 21sten September volgt nog een laat
ste poging. Dit blükt uit volgend telegram: „In
belang van vrede zal H. Stoel antwoord van
Duitschland niet publiceeren, tot Berlün laat
ste woord heeft gesproken”.
Berlün sprak dit laatste woord, dat het Duit
sche volk voor onnoemelük leed zou hebben
bewaard, niet.
Integendeel. Berlün zette zich op het hooge
paard. Kühlmann telegrafeerde aan den Prui-
slschen gezant in München: ,Ut hoor, dat de
vertegenwoordiger van den Paus heeft gezegd,
dat wü aan de voorstellen van den Paus vooral
moesten tegemoetkomen, omdat wü den vrede
hebben gewenscht. Laat vertegenwoordiger van
den Paus geen twüfel daarover, dat uit onze
bereidwilligheid tot vrede niet de conclusie mag
worden getrokken, dat de vrede voor ons nood
zakelijk is.”
De vroegere Rükskanselier, Scheidemann, de
uitgever der documenten, zegt terecht: .Het is
niet noodlg, om bü deze documenten veel- te zeg
gen. Sie sprechen eine erschüttemde Sprache.”
Ook wü voegen hier niets aan toe. Inderdaad,
de „Sprache” dier documenten is ook nu nog
„erschütternd”.