Uit de Septembermaand 1917
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
I
Dr. MICHAËLIS
I
M
ID
ID
rr 1
Het bewijs
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1934
De Belgische kwestie
Gevoelige thermometer
Daad van
een
waan
zinnige
Groot meer ontdekt in
woestijn
Historisch document
Laffe daad
SPAANSCH
HET
NAAR
Byzantijnsche munten
te Venetië gevonden
i
De vredespoging van den Paus
moest naar zyn meening
dilatorisch worden be
handeld
GROOTE MOGELIJKHEDEN
worden O geboden door advertentle-reclame m
de rubriek „Omroepers”. Laat die U niet ont
glippen. De prijs kan geen bezwaar zijn, want
voor slechte SO cent per regel komt Uw Zaken-
Omroeper onder de aandacht van 75.000 ge-
zinnen.
Oude nederzetting ont
dekt
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
MARTIN BERDEN
je werkelijk niet dat Souza num-
Februari
zlgheld klaagt;
XVII
(Wordt vervolgd)
i
4
Basileus,
beeldenaar
eensklaps een schip. Dat beteekenoe redding,
indien we opgemerkt «ouden worden.
Ijlings zochten we een flinke massa hout bij
elkaar, staken het in brand en hadden weldra
een flink vuur, waar we door toevoeging van
nat hout groote rookwolken aan onttrokken.
Zou men ons bemerken?
En de manhij heeft te buigen
Om een scène te voorkomen.'
I
I
I
1
1
1
I
i
1
1
i
1
I
1
i
wat gebeurt, maar ik geloof,
oogenblik
Vanavond heb
Het met de hand geschreven ontwerp van het
Belgische antwoord’ op het Duitsche ultimatum
van Augustus 1914. dat den geheelen oorlog in
een Antwerpschen tuin heeft gelegen, is aan
de Belgische regeering overhandigd, om in de
landsarchieven te worden bewaard.
De opstelling van het antwoord was opgedra
gen aan den toenmaligen minister van Justitie,
Carton de wiart en de ministers van Staat Van
den Heuvel en Hymans, nadat koning Albert op
2 Augustus een Kroonraad had bijeengeroepen.
Het handschrift van Carton de Wiart ver
toont talrijke correcties. Toen de Belgische re
geering haar zetel naar Antwerpen had ver
plaatst en besloten was. dat Carton de Wiart
aan het hoofd van een delegatie naar de Ver-
eenlgde Staten zou vertrekken, vertrouwde de
minister het ontwerp toe aan een rechter in
Antwerpen, die het uit veiligheid in zijn tuin
begroef.
Tijdens de gevechten zijn er granaten vlak
by de plek neerkekomen, maar na den oorlog
is het historisch document ongeschonden terug
gevonden.
muiiiimiiiiiimtimi
België
aan
uns
dit
LENINGRAD, 5 Sept. Het Instituut voor toe
gepaste Natuurkunde heeft een electrische huld-
thermometer vervaardigd, waarmede men de
temperatuur op iedere gewenschte plaats aan
de oppervlakte van de huid kan vaststellen, en
waardoor het ontstaan van rheumatlsche aan
doeningen kan worden geconstateerd, alvorens
symptomen van deze zieicte merkbaar zyn.
Deze thermometer kenmerkt zich door bui
tengewone gevoeligheid; temperaturen kunnen
ermede tot op 0.02 graad gemeten worden.
---
Zij besteden daar méér tijd
«erycrw uju vuur, siecrus voor m
De vervulling har er droomen....
laag aesl
zyn.Jde
ziekaBhu
Het polltie-onderzoek wees uit, dat iemand
de paal had losgemaakt, waaraan de touwen
voor de acrobaten bevestigd waren.
Men vermoedt dat het hier een misdadige
aanslag van vyanden der acrobaten betreft. Een
groot aantal toeschouwers moest zich onder
medische behandeling stellen, daar na het on
geluk in de tent een paniek was ontstaan.
We konden echter niet ontdekken of ons
signaal aan boord van het schip bemerkt was.
Daar lag het te ver voor uit de kust. Toen be
sloten we om boven op het plateau seinen te
geven, maar toen we daar na een moeiiyken
klimtocht aankwamen, bleek dat het schip al
weer verdwenen was. Dat was een teleurstelling
groote confectiefabriek bestond, die ook
.i dan
ook. dat F— “?*-*-*
De portefeuille
bevatte verder ’n
wat
en
Tijdens een circus-voorstelllng in het dorp
Tomalja aan de grens van Tsjecho-Slowakye
zijn vier acrobaten uit de nok van de tent om
stort. Drie hunner waren buiten bewust-
vierde stierf tydens vervoer naar het
tuis.
Twee knapen, die aan den oever van een der
Venetiaansche kanalen aan het spelen waren,
hebben daar eenige gouden en zilveren mun
ten gevonden. Na het onderzoek by bevoegde
instanties bleken de geldstukken van Byzan-
tynschen oorsprong te zyn.
Eenige der munten dateeren uit de regeerings-
periode van Theophilos Basileus, (829
842), andere vertoonen den beeldenaar tan
Mlohael III en Theodora <842-856). Voorts had
den de Jongens een herlnneringsmedallle uit
het Jaar 1830 gevonden. Daar men aanneemt,
dat zich ter plaatse nog meerdere geldstukken
zullen bevinden, zal het betreffende gebied
thans systematisch worden onderzocht.
OOTZ'
VANTI
knappe
Op het
durende mijn ve
in Werkeiykheid
g'.'
Toen een vrome Hindoe. Pendit R. Upadya.
die tydens een pelgrimstocht naar de heilige
stad Benares door cholera was besmet, naar
zyn geboorteplaats Ahi, in de Vereenigde Pro
vincies, terugkeerde, vond hy niemand bereid,
hem te drinken te geven. Waanzinnig van dorst
sprong hy in den dorpsput en deed zich te goed
aan het water. Men haalde hem uit den put.
doch spoedig daarop stierf hy. Binnen 48 uur
waren vele der dorpelingen, die uit den put
gedronken hadden, lydende aan cholera, met
net gevolg, dat 25 hunner stierven.
Met Souza?.... Niets, natuuriyk. Souza is
geen pretendent.
Neen?
Neen.
Nu, kind, dat zou dan niemand zeggen.
Hy loopt Je achterna als een bezetene. Heb je
dan niet gemerkt, dat we hem overal ont
moeten?
Neen, dat leek me heel natuuriyk, ant
woordde ik, heelemaal In de war gebracht
Dat is het ook, dat ter zyde gelaten. Het is
heel natuuiiyk, dat Souza smaak vindt in een
knap en braaf en heelemaal niet ydel meisje,
als jy.
Ach, neen, Isabel, ik heb tot nog toe nog
nooit gedacht, dat Souza me met opzet zocht.
Maar dan zul Je toch met me eens zyn,
dat het heel toevallig is, dat je hem tot zelfs
in Je soep aantreft. Hy heeft oogen voor nie
mand anders dan voor Jou. En dan die gesprek
ken, Reina. die ellenlange gesprekken!
Wil je wel gelooven, dat er in al die ge
sprekken niet zóóveel is, wat ook maar in de
verte iets met genegenheid heeft te maken?
Geen woord, geen gebaar, geen blik zelfs. Dé
verhouding, die tusschen ons beiden ontstaan
is, is niets anders dan een vriendschappeiyke
verhouding. Hy zegt, dat hy graag met me
spreekt, omdat ik erg serieus ben, en omdat ik
hem, door myn manier van doen, heel vee!
aan een andere vrouw doe denken, waarvan
hy wel gehouden heeft, en ik heb er een enorm
genoegen in, om hem van zyn reizen en veld-
Inderdaad, Marllena ontving den brief van
Reina, maar was er niet biy mee, zooals het
meisje verondersteld had. Integendeel, de
geestdrift, waarmee ze haar over Pablo Souza
Altijd houden nog de menschen
Van een beetje variatie,
Maar vooral toch raakt een mode,
Al heel spoedig uit de gratie!
Niet te lang luidt hier de leuze
Hoeden, mantels en japonnen!
Dus bij ieder jaargetijde
Moet iets anders weer verzonnen!
Nu de zomer dan voorbij is
En de herfst komt aangetreden.
Richt de mode, gansch natuurlijk.
Naar dit jaargetij haar schreden.
Wat nog gister werd gedragen
Is dus morgen uit de mode....
En geen vrouw zal zich onttrekken
Aan 't gebod van die geboden.
Want al stónd een hoedje prachtig,
En al sprak men van een snoesje,
En al dwèèpte men geweldig
Met een streepje of een moesje
Deze meening is veranderd
Vlug, op slag, haast zienderoogen.
Geen verstand of kort-bij-cassa
Kan hiertegen iets betoogen!
Dus de dames zie je neuzen
Langs de mode-magazijnen
Naar modellen, kleuren, nieuwtjes
En de keur van nieuwe lijnen.
En zij passen, kijken, kiezen,
Wikken, wegen, praten, meten....
Zij bzztzdc- dzzr rr.iór tijd aan
f Dan bijvoorbeeld aan het eten!
En zij koopen knippatronen,
Spelden, naaien, stikken, strijken,
En zij staan zich halve dagen
In den spiegel te bekijken!
Nergens tijd voor, slechts voor mode,
J. H. Couradie, de administrateur van de
Kaap-provincie. heeft een beschryving gegeven
van een groot meer, dat zich gevormd heeft in
de Kalaharl-woestyn en dat hy aangetroffen
heeft toen hy op de terugreis was van een
grooten teer, welke hy in 't Noord-Westen van
Zuid-Afrika gemaakt heeft.
Hy zeide dat het meer gevormd werd door
twee rivieren, die samenkwamen in een ge
weldige vallei, waar het water als t ware tus
schen duinen vastgehouden werd. Men veron
derstelt, dat het water daar zal biyven liggen
en dat het langzamerhand in den grond zal
dringen en verdampen, maar dat dat wel zes
jaar zal uren.
Er is zelfs al graan gezaaid aan de oevers
van het meer, dat zich over een 30 myi in het
vierkant uitstrekt en op sommige plaatsen een
diepte van zes meter heeft.
Het water, dat steeds dieper in den grond zal
doordringen, zal de bronnen en wellen in' de
Kalahari en het land ten Zuiden daarvan ver
sterken en ondergrondsche reservoirs vormen
voor wel 30 jaar. Men zal dan ook niet -meer
zoo diep naar water behoeven te graven.
De Zweedsche archaeoloog prof O. Jan.se
heeft aan de Valdemar Baai, op de Oostkust
van Zweden, een 4000 jaar oude nederzetting
ontdekt. Er is hier blijkbaar sprake van een
verzameling hutten van jagers en visschers uit
bet Steenentydperk. De ontdekker heelt op deze
plaats resten van vischgraten en dierenbeen
deren gevonden. Hy gelooft in dit district, dat
een van de oudste cultuurcentra van Zweden
is, meer nederzettingen te zullen ontdekken.
By Birka, de oude hoofdstad van Zweden,
die 1000 Jaar geleden een bloeiend handelscen-
trum voor het geheele Noorden was. heeft men
een 1000-Jaar oude versterking voor de stad-
wacht gevonden.
(Nadruk verboden)
ëiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii!iiitiiiiiiii»>ic
smullen van een lekker soepje, dat vooral om
dat het warm was, uitstekend smaakte.
Op het strand lag heel wat aangespoeld hóut
soodat we voldoende brandstof en ook mate
riaal voor het versterken van onze verbiyf-
plaats hadden. Toen wy den volgenden dag
over de zee statuien te turen ontdekten we
ik aan tante Marllena ge
schreven. En in myn brief heb ik haar ook
over Souza gesproken. Ze wil graag altyd alles
van me weten.
Met wien dan, Isabel?
Nu. kyk eens kind, dat weet ik niet. Dat
zyn van die geschiedenissen, die wy meisjes
de oudere menschen maar half hooren vertel
len, en waar wy dan voor de rest maar naar
moeten raden. Hoeveel heb ik er zoo al niet
gehoord, goede genage? En daar het me toen
niet by zonder interesseerde, heb ik geen moei
te gedaan om het te weten te komen. Maar het
zal wel bekend worden, heb daar maar geen
zorg over. Maar dat het Lorenzo zou zyn o
neen. Daar moet Je niet eens over droomen.
Mocht het niet zoo wezen, dan zien we wel
weer.
Wil je me dan misschien vertellen, waar
om ze met uit Aledo weggetroond hebben?
Wel kind, om Je de wereld te laten zien.
I4Jkt Je dat zoo .mln? Ik geloof, dat de rede
nen van Je grootvader eeriyk zyn. Hy wil, dat
je een ruimeren kyk op de dingen krygt. dat
de menschen kennis met Je maken, en dat jy
de menschen leert kennen.,..
Goed, goed
En nu ik er aan denk.... hoe sta je met
Mendizabal?
Praat"-me niet over dien ventl Het is een
idioot, nummer zooveel van het stelletje suf
ferds, dat me het hof maakt. Dat wil zeggen:
niet my, maar myn geld. Vanavond heb ik hem
definitief den bons gegeven.
En Souza? Wat denk je met Souza te
doen?
Isabel "is myn beste vriendin, en ongetwyfeld
omdat ze veel van me houdt, klonk er zooveel
Marllena schryft me. En haarTJrief is alleen
maar in staat, om myn gedachten nog meer in
de war te sturen. Ze zegt, dat de Kerstdagen
buitengewoon treurig waren in Aledo; dal
grootvader in al^ toonaarden over myn afwe
zigheid klaagt; dat Francisquin lang zulke
mooie verhaaltjes niet kan vinden, als die ik
hem vertelde; en dat Lorenzo zich myn afwe
zigheid erg moet hebben aangetrokken, daar hy
ernstiger, en in zich zelf gekeerder is, dan ooit.
Bovendien heb ik gisteren een onderhoud ge
had met Isabel Lugue, dat me eenvoudig per
plex deed staan. Ik vertelde haar „alles" wat
er tusschen Lorenzo en my geweest was. ge-
verbiyf in Aledo. Dat .Alles" was
„J niets, maar Isabel vond, aal
het „veel” had kunnen zijn, als Lorenzo tot n
verklaring had kunnen komen. Voor haar be-
op iets bedacht was, voelde hy eensklaps een
koud metaal aan z'n pols, hoorde een klik en.,
was volgens alle regelen der kunst geboeid.
..Wat beteekent dat?” stoof hy verontwaar
digd op.
..Dat beteekent dat u gevangen genomen bent
wegens moord op uw vrouw, gepleegd in Januari
jl,” klonk het kort.
Jn de stilte, die na deze woorden volgde,
kwamen Pat Macy verschillende dingen voor
den geest, maar duidelyk zag hy z’n mismaak
ten pink, waardoor hy z'n eigen doodvonnis
had geteekend.
dat plannetje om ons te scheiden, tot niets ge
diend zou hebben. En wat de vermoedens van
Souza betrof, daar moest ze om lachen.
Dat moet je niet gelooven....
Waarom niet?
Het is al een heelen tyd, dat ze fluiste
ren, zooals ze over dat soort dingen fluiste
ren kunnen, dat een jonge man met een heel
goede positie, en van aanzieniyken komaf, met
zekere gevoelens voor haar rondliep. Een ver
onderstelling maar, zooals zoovele andere. De
menschen kyken overal naar, en maken overal
gevolgtrekkingen 'ilt, en zoo hebben ze ook op
gemerkt, dat je tante, hoewel ze een huis heeft
in Madrid, en in alle kringen erg gezien is.
dikwyis vermeed om in gezelschappen te ver-
schynen en zich in Aledo opsloot.
En wat zou dat? Dat was heel natuuriyk,
in haar positie....
Ja, maar de kwestie is, dat die plotse
linge verdwyningen van Marllena Tallares al
tyd plachten samen te vallep- met de verschy-
ning in Madrid van den jongeman, waarover
ik het straks had. Bovendien, hoe ridderiyk en
hoe discreet een man ook mag wezen, gene
genheid kan men dlkwyis raden uit duizend
kleinigheden, en de genegenheid van dien jon
geman werd dan ook door den een of ander
.geroken’’." En zy moet bepaald niet voldoende
vertrouwen in zichzelf gehad hebben, en haar
toevlucht genomen hebben tot een er-tusschen-
ult-trekken. Een heel verstandig middel. Maar
fh heel Madrid wordt gezegd, dat Marllena
Tallares weer heel gauw gaat trouwen, en niet
Uit de correspondentie die de portefeuille be
vatte, bleek, dat de verhouding tusschen man
en vrouw, althans in den laatsten tyd, niet al
te best scheen te zyn. Pat leidde dit vooral af
uit den laatsten brief van mevrouw Blatchford,
die luidde: „Reg, stuur direct bericht. Waarom
ging Je weg. zonder me iets te zeggen? Ik hoop
dat je gauw terug komt en me niet langer voor
spot laat staan tegenover onze kennissen Je
ontstemde vrouw. Hilda."
Eenigen tyd bleef Pat aandachtig staren op
het gelaat van den doode, en hoe langer hy
keek, hoe meer hy de gelykenis opmerkte.
Daarna richtte hy zich op en sprak vastberaden
tot zich zelf:
„Dat doe ik! Niemand weet dat hy hier dood
Is gevonden. We lyken In alles op elkaar. Ik
trek z'n kleeren aan. begraaf hem op liet eiland
en ga terug als Reg Blatchford. Natuuriyk
neem ik bezit van z'n eigendommen en treed
in z'n rechten. De groote moeilijkheid is z'n
vrouw; maar enfin, we zullen zien. Laat ik nu
zien of hy geen byzondere kenteekenen aan zich
heeft, zoodat ik die desnoods ook by my kan
tan brengen.”
Nauwkeurig bestudeerde hy daarna het lyk
en kwam al gauw tot de ontdekking, dat daar
van het bovenste lid van den pink aan de rech
terhand ontbrak.
.Drommel," peinsde hy, „daar zit niets an
ders op dan dat ik zelf m’n pink ga verminken.
Wat een geluk dat ik de byi meegenomen heb,
die Lou Duffy me achterna wierp.”
Een half uur later liep Pat Macy rond in de
kleeren van Reg Bladchford. Z'n pink zat in een
bloedig verband, dat hy gemaakt had van z'n
eigen hemd, z'n eigen kleeren had hy Bladch
ford aangedaan en natuuriyk ook z'n papieren
in z'n zakken laten zitten.
Van nu af had Pat Macy opgehouden te be
staan en was hy Reg Bladchford geworden.
Een half jaar later betrok Pat Macy alias
Reg Blatchford. een keurig gemeubelde suite
in een der eerste hótels van New-York. Hy
was in 't bezit van een groot bedrag aan geld,
alsmede van eenige kostbare parels, die hy nog
niet te gelde gemaakt bad. In gedachten rag
hy zich reeds als den koning der confectie-
industrie.
's Avonds na het diner trok hy zich in z'n
appartementen terug, om onder het genot van
een geurige havana z'n verdere houding te be
palen. Hy werd door een geklop op de deur
uit z'n.mymer^ng opgeschrikt en vóór hy nog
iets had kunnen zeggen, traden twee heeren
binnen.
„Mijnheer Reg Blatchford?” vroeg een hun
ner snel.
„Om u te dienen." antwoordde Pat Macy,
terwyl hy met z'n mismaakten pink de asch
van z’n sigaar tikte.
De beide heeren wezen elkaar gelyktydig op
By de hut aangekomen, bleek dat oom ver
schillende berekeningen en metingen had- ver
richt en dat we hoogstwaarschyniyk op een
onbewoond eiland waren terechtgekomen. Dat
zag er bedenkelyk uit. Maar kom, we moesten
maar niet den moed verliezen. Inmiddels be
reidde ik het eten, en weldra zaten we te
aanhoudende pogingen om haar gezelschap te
zoeken, en van de groote vertrouwelykheid, die
de geregelde, omgang tusschen hen beiden had
doen ontstaan, vervulde Marllena met’ n onbe-
stemden angst en bezorgdheid. Om haar ge
moedsrust totaal te verstoren, vond zy Reina's
naam ook in de brieven van Souza. De warme
lofpryzingen van haar aanstaande ten opzichte
van haar nichtje maakten haar niet weinig
'ongerust. Wie ongelukkig is, is geneigd tot
argwaan en vertrouwt zyn geluk niet, en zoo
kwam Marllena nooit op de gedachte, dat Souza
Reina’s gezelschap zocht, omdat hy aangetrok
ken werd door de moreele gelykenis tusschen
de belde vrouwen, die heel opmerkeiyk was,
en die in werkeiykheid ook de n 1 g e reden
was, die den Jongeman tot het meisje voerde.
Hy zag in Reina niet dit meisje zelf-, doch Ma-
rilena. Barones Tallares wist daar niets van.
zy werd gekweld door het vermoeden, dat Pa
blo zich had laten verblinden door de heeriyke
Jeugd en de gezonde opvattingen van het meis
je, dat hem een ongerept hart kon aanbieden,
en niet een wrak, dat moe was van UJden en
liefhebben, zooals haar hart, zy voelde zich
verbitterd en ongelukkiger dan ooit, onder dien
last van twyfel. Den eenen keer verwierp zU
dien krachtig, doch een andermaal werd zy
weer bevangen door een afschuweiyken angst,
en maakte zy aanstalten, om zich terug te
trekken in de liefde voor haar kind, teneinde
haar hart tegen mogeiyke teleurstellingen te
beveiligen.
secretaris van den toenmaligen Beier-
I 1 schen nuntius té München, Mgr. Pa-
celli, had de plannen van Z. H Paus
Benedlctus XV, om tot een algëmeenen vrede
te kamen, uitvoerig mondeling medegedeeld
aan den Botschaftrat Von Hindenburg, die door
Buitenlandsche Zaken was aangewezen, om
's Pausen boodschap in ontvangst te nemen.
Rykskanselier was in dien tyd Dr. Michaelis,
die na den val van Bethmann Hollweg de can-
dldaat was geweest van het opperste legerbe
stuur. van Hindenburg en Ludendorff, maar die
na honderd dagen reeds moest aftreden, om
dat hy de meest ongeschikte man in absoluten
zin van het woord was voor het ambt van kan
selier in dien tyd. Deze man was van meening,
dat men de aanvrage van den Paus naar
Dultschland's houdingdilatorisch moest
behandelen, om tyd te winnen, terwyi van
Pauseiyke zyde Juist met allen nadruk er op
werd gewezen, dat alles zoo snel mogelyk in
zyn werk moest gaan, wilde de actie kans van
slagen hebben, wat biykt uit het verdere ver
loop der geschiedenis.
Na het mondelinge onderhoud met den Bot-
schaftsrat Von Hindenburg zond de secretaris
van Pacelll en vertegenwoordiger van den Paus
(„ein Ausserst rtthriger Vertreter”) een te Ber-
iyn in 1917 aangekomen brief aan den Ryks
kanselier, waarin een afschrift was van een
telegram van den Engelschen gezant, by wiens
verklaringen zich de Pransche regeering aan
sloot. Ten opzichte van het standpunt der
curie schryft Monsignore:
,De Kardinaal-staatssecretarls is vol verlan
gen, om de pogingen voor het tot stand komen
van een rechtvaardigen en durenden vrede
voort te zetten. Hy verheugt zich over het te
gemoetkomen der keizerlijke regeering. Daar
om heeft zyne Eminentie my de opdracht ge
geven, om de aandacht van Uwe Excellentie
vooral te vestigen op België en te bereiken. Ie.
een duidelyke verklaring over de plannen van
Dultschland ten opzichte der volledige onaf-
hankeiykheid van België en der te geven
schadevergoeding aan dit land; 2e een even
eens duidelyke verklaring over de waarborgen
voor politieke, economische en militaire onaf-
hankeiykheld. die Dultschland verlangt.
Als deze verklaring bevredigend is, meent
Z. Em., dat de weg tot een gewichtigen stap tot
verdere onderhandeling is gebaand. De Engel-
sche gezant heeft zyn regeering er reeds van
op de hoogte gebracht, dat de H. Stoel antwoor
den zal op de mededeellngen van zyn telegram,
zoo spoedig als de H. Stoel in het bezit zal zyn
van het antwoord der keizeriyke regeering."
Deze brief eindigt daarmede, dat Monsignore
M. als zyn overtuiging uitspreekt, dat de kan
selier Michaelis onsterfeiyke verdiensten zich
zal verwerven, als hy door een verzoenend ant
woord het goede verloop der onderhandellngen
lichter zal maken.
Den 6en September 1917 bericht de Pauseiyke
vertegenwoordiger streng vertrouweiyk aan den
gezant van Bergen in Beriyn:
„Ik acht het nuttig, u mede te deeien,
dat de Kardinaal-staatssecretarls in een aan
my gerichten brief vooral aandringt op 'n gun
stig antwoord omtrent België. De Engelsche
gezant zeide my heden, dat dit voor Engeland
het gewichtigste punt was”.
(Dit schryven uitvoerig is ook
te vinden in het boek van Erzberger:
Erlebnisse lm Weltkrieg p. 277 11) en is van
de hand van Monseigneur Pacelll, nuntius te
München. Zooals bekend is was het antwoord
der Duitsche regeering allertreurigst. Het be
helsde niets anders dan vage termen, ging, niet
tegenstaande er ultdrukkeiyk voor wlas ge
waarschuwd, op de schuldkwestie in en bevatte
niets tastbaars over België, ofschoon de Regee
ring aan de Ryksdag-commissie het tegendeel
had beloofd. De Duitsche regeering was vol
slagen blind, zy stond in deze kwestie geheel
onder Invloed van den reeds snel kindsch wor
denden grysaard Hertling, toen nog minister
president van Beleren, die met ouwe-manne-
„Hm,” mompelde Pat, „hy had er dus op ge
rekend dat hy zwemmend het schip moest ver
laten.”
Nu kwam hy tot de ontdekking, dat hy met
het stoffeiyk overschot van een zekeren Reg
Blatchford te doen had. Deze naam kwam hem
zeer bekend voor. Hy wist dat er in New-York
een groote confectiefabriek bestond, die ook
dien naam voerde. Uit de papieren bleek dan
Reg Blatchford er de eigenaar van waa
rtefeuille
•••••MMseMntra •MSNstsMMiMzsM9anasaaH(nn.
„Voor myn man van
chêqueboek,
privé-brieven
X portret van 'n j
- vrouw.
portret l
stond het volgen-
de opschrift te lezen:
zyn vrouw. Hilda Blatchford-Russell.”
DE MODE iiiiHiiiiHiiiiifiimuc j
p een vreemde manier had Pat Macy het I
eiland Entrance verlaten. Niet alleen dat
hy z'n patroon Lou Duffy bestolen had.
maar vooral het feit, dat hy Duffy’s vrouw
had belasterd, was de oorzaak van z'n over-
haast vertrek geweest. Lou Duffy had zich
toen in een aanval van woede met een byi op
Macy geworpen. Pat weerde echter den slag af
i en had de vlucht genomen, achterna gezeten
door den verbolgen echtgenoot. Als in een wed-
len liepen de beide mannen naar het strand
en toen Duffy z’n kans schoon zag, wierp hy
de byi met kracht naar het achterhoofd van
z'n vijand. Een kreet, gevolgd door een plons
in ’t water, was alles wat Duffy nog hoorde en
toen hij dichterby was gekomen, aanschouwde hy
slechts een gladde oppervlakte. Zoo verliet Pat
Macy het eiland Entrance.
In werkeiykheid echter was Pat niet dood,
zelfs niet eens gewond. Begunstigd door de
duisternis, was hy snel weggezwommen van de
kust met in zyn hand de byi. die vlak naast
hem in het water was terecht gekomen. Toen
hy een paar minuten gezwommen had, ontdekte
hy een roeiboot. Vlug maakte hy zich daar
meester van, totdat hy na uren roeien op een
ander eiland belandde. Hy trok de boot cp het
aroge en nadat hy eenigszins de omgeving had
opgenomen, strekte hy zich vermoeid in de
boot uit en viel weldra in een vasten slaap.
Toen hy ontwaakte, kon hy niet zeggen hoe
laat het was. De zon stond echter reeds hoog.
Om zich heen bespeurde hy een weelderigen
plantengroei, die aan een paradijs deed denken.
Hy zegende z’n gelukkig ges>ernte en begon
welgemoed aan z’n maaltyd van vruchten en
water. Daarna ging hy op onderzoek uit. Aan
den oostkant ontdekte hy een grooten ‘water
plas. zóó helder, dat hy tot op den bodem kon
kyken. Enkele minuten stond hy in ’t water te
staren naar alles wat er in ’t water viel waar
te nemen, toen eensklaps z’n aandacht op een
punt gevestigd bleef, terwyi hy voor zich heen
mompelde: „oesters!” Direct kleedde hy zich
uit en dook naar den bodem.
Toen Pat Macy zich dien avond op een be
schut plekje ter ruste legde, bevond zich in z’n
vestzak een groote parel en naast hem een aan
tal oesters, waarin hij nog meerdere kostbare
I>arels hoopte aan te treffen.
„Wat een geluk!” lachte hy.
Na drie dagen op het eiland vertoefd te heb
ben. werd Pat op een morgen gewekt door het
geluid van een voorbijvarende boot. Duidelyk
kon hy den naam .Albatros” op den voorsteven
zien. Deze naam kwam hem bekend voor, daar
die boot altyd de partyen copra van z'n vroe-
geren patroon innam.
Al de herinneringen aan den laatsten
dag, dien hy op het eiland Entrance had mee
gemaakt, kwamen weer voor zyn geest, en met
een grijns van voldoening sprak hy in zich zelf:
„Ik zou 't gezicht van Lou Duffy wel eens wil-
len zien, als hy wist dat z’n doodgewaande
vyand zoo dicht in z’n buurt was en dan nog
wel als rijk geworden parelbezitter.”
Na deze alleenspraak haalde hy de j>arels te
voorschyn. die hy in die paar dagen in de oes
terschelpen gevonden had en bekeek ze met
welgevallen. Inderdaad, de fortuin was Pat
Macy wel gunstig; er waren verscheidene
pracht-exemplaren by.
Toen Pat dien morgen een wandeling op het
strand maakte, zag hy eensklaps op een zand
bank het lichaam van een man, die daar met
z’n gezicht op den grond lag ultgestrekt. Na-
derby gekomen, keerde hy het lichaam om en
zag direct dat de man nog niet lang geleden
gestorven kon zyn.
Vanwaar en hoe kwam die man op 't eiland?
Pat kon geen andere oplossing van het raad
sel vinden dan dat die man geweten moest
hebben dat het eiland een parelbank bezat en den korten en Vóó^pS
dat hy in de vroege morgenuren de .Albatros
had verlaten ën naar het strand was gezwom
men. Door uitputting was hy daar waarschyn-
lyk gestorven. Hy streek het haar van den
doode van het voorhoofd weg. Plotseling hield
hy verbaasd op Het gelaat van den onbe
kende leek als twee droppelen water op dat
van hem zelf.
,Jiy zou m'n tweelingbroeder kunnen zyn,”
mompelde Pat Macy verbaasd. Hy begon nu de
zakken van den dooden vreemdeling te onder
zoeken. Al gauw kwam hem een gummizakin
handen, waarin de portefeuille van den onbe
kende bleek te zitten.
J ff I *9 op dit blad «yn ingevolge de verzekerlngsvoorwraarden tegen Z O/j/J/l b(j levenslange geheele ongeschiktheid t»t werken door f by een ongeval met O 4T/1 by verlies van een hand f 1 oy verlies van een f Cfï by een breuk van A fl by verlies van H
^l<Cc ttOO/l/lc ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verliaa van belda armen, beide beenen of belde oogen f doodeiyken afloop f een voet of een oog f 1 duim ot wyavlnger f «f(/»”been of arm f anderen vinger
tjes-styfkoppighel<t aan het vulstpand
vasthield en over de Pauseiyke vredesactie
Erzberger schreef: „Der Nuntius bringt
nicht viel Brauch bares” De man, die
schreef, werd kort daarop Rykskanselier als
opvolger van Michaelis en voerde dapper het
Ryk mee naar den afgrond.
Scheidemann publiceert een telegram, uit-
drukkeiyk „Ohne Namensnennung” van 20
September uit München, dat laat zien, welk
een verlammenden Indruk het antwoord van
Beriyn heeft gemaakt: .....vertegenwoordiger
Paus buitengewoon teleurgesteld en gedepri
meerd. Hy las my telegram van Kardlnaal-
Staatssecretaris voor, dat nóg pregnanter dan
in brief voorspelt mislukken vredesactie. als het
by den huldigen modus procedendl biyft
aan Entente-zyde zoo weinig goedé wit dat
„Unbestimmthelt unserer Konzession” tot abso
lute verwerping leidt. Hy smeekte, of wyziging
niet mogelyk
De H. Vader gaf zyn nobele pogingen nog niet
op. Den 21sten September volgt nog een laat
ste poging. Dit biykt uit volgend telegram: „Tn
belang van vrede zal H. Stoel antwoord van
Dultschland niet publiceeren, tot Beriyn laat
ste woord heeft gesproken”.
Beriyn sprak dit laatste woord, dat het Duit
sche volk voor onnoemeiyk leed zou hebben
bewaard, niet.
Integendeel. Beriyn zette zich op het hooge
paard. Kühlmann telegrafeerde aan den Prui-
sischen gezant in München: Ik hoor, dat de
vertegenwoordiger van den Paus heeft gezegd,
dat wy aan de voorstellen van den Paus vooral
moesten tegemoetkomen, omdat wy den vrede
hebben gewenscht. Laat vertegenwoordiger van
den Paus geen twyfel daarover, dat uit onze
bereidwilligheid tot vrede niet de conclusie mag
worden getrokken, dat de vrede voor ons nood-
zakeiyk is.”
De vroegere Rykskanselier. Scheidemann. de
uitgever der documenten, zegt terecht: .Het is
niet noodig, om by deze documenten veel te zeg
gen. Sie sprechen eine erschütternde Sprache.”
Ook wy voegen hier niets aan toe. Inderdaad,
de „Sprache” dier documenten is ook nu nog
„erschütternd”.
dansen met een van die kwasten, die me het
hof maken.
Geloof
mer zooveel is op de lyst?
Hy zou het kunnen wezen later mis
schien, maar dan zou de aard van onze tegen
woordige betrekkingen heel wat moeten ver
anderen. Op het oogenblik: beslist niet. Meer
nog: ik geloof niet, dat hy aan iets dergeiyks
gedacht heeft. Wie zou dat beter kunnen be-
oordeelen dan ik? En ik, op myn woord van
eer, ben ook niet op de gedachte gekomen....
Best. dan zullen we wel zien wat het
wordt, besloot Isabel Lugue. Maar als je hem
in het vizier- krfjgt, laat hem dan niet ont
snappen, want hy is de beste die er te krij
gen is: een goede Jongen, knap ontwikkeld,
ryk.... En den dag dat dat ongeluk van een
tante van hem het hoekje omgaat, wordt hy
hertog Ordague.
Goed, ik zal Je wel waarschuwen als er
dat voor het
I