Uit de Septembermaand 1917 PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd I Dr. MICHAËLIS I M ID ID rr 1 Het bewijs ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1934 De Belgische kwestie Gevoelige thermometer Daad van een waan zinnige Groot meer ontdekt in woestijn Historisch document Laffe daad SPAANSCH HET NAAR Byzantijnsche munten te Venetië gevonden i De vredespoging van den Paus moest naar zyn meening dilatorisch worden be handeld GROOTE MOGELIJKHEDEN worden O geboden door advertentle-reclame m de rubriek „Omroepers”. Laat die U niet ont glippen. De prijs kan geen bezwaar zijn, want voor slechte SO cent per regel komt Uw Zaken- Omroeper onder de aandacht van 75.000 ge- zinnen. Oude nederzetting ont dekt AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL MARTIN BERDEN je werkelijk niet dat Souza num- Februari zlgheld klaagt; XVII (Wordt vervolgd) i 4 Basileus, beeldenaar eensklaps een schip. Dat beteekenoe redding, indien we opgemerkt «ouden worden. Ijlings zochten we een flinke massa hout bij elkaar, staken het in brand en hadden weldra een flink vuur, waar we door toevoeging van nat hout groote rookwolken aan onttrokken. Zou men ons bemerken? En de manhij heeft te buigen Om een scène te voorkomen.' I I I 1 1 1 I i 1 1 i 1 I 1 i wat gebeurt, maar ik geloof, oogenblik Vanavond heb Het met de hand geschreven ontwerp van het Belgische antwoord’ op het Duitsche ultimatum van Augustus 1914. dat den geheelen oorlog in een Antwerpschen tuin heeft gelegen, is aan de Belgische regeering overhandigd, om in de landsarchieven te worden bewaard. De opstelling van het antwoord was opgedra gen aan den toenmaligen minister van Justitie, Carton de wiart en de ministers van Staat Van den Heuvel en Hymans, nadat koning Albert op 2 Augustus een Kroonraad had bijeengeroepen. Het handschrift van Carton de Wiart ver toont talrijke correcties. Toen de Belgische re geering haar zetel naar Antwerpen had ver plaatst en besloten was. dat Carton de Wiart aan het hoofd van een delegatie naar de Ver- eenlgde Staten zou vertrekken, vertrouwde de minister het ontwerp toe aan een rechter in Antwerpen, die het uit veiligheid in zijn tuin begroef. Tijdens de gevechten zijn er granaten vlak by de plek neerkekomen, maar na den oorlog is het historisch document ongeschonden terug gevonden. muiiiimiiiiiimtimi België aan uns dit LENINGRAD, 5 Sept. Het Instituut voor toe gepaste Natuurkunde heeft een electrische huld- thermometer vervaardigd, waarmede men de temperatuur op iedere gewenschte plaats aan de oppervlakte van de huid kan vaststellen, en waardoor het ontstaan van rheumatlsche aan doeningen kan worden geconstateerd, alvorens symptomen van deze zieicte merkbaar zyn. Deze thermometer kenmerkt zich door bui tengewone gevoeligheid; temperaturen kunnen ermede tot op 0.02 graad gemeten worden. --- Zij besteden daar méér tijd «erycrw uju vuur, siecrus voor m De vervulling har er droomen.... laag aesl zyn.Jde ziekaBhu Het polltie-onderzoek wees uit, dat iemand de paal had losgemaakt, waaraan de touwen voor de acrobaten bevestigd waren. Men vermoedt dat het hier een misdadige aanslag van vyanden der acrobaten betreft. Een groot aantal toeschouwers moest zich onder medische behandeling stellen, daar na het on geluk in de tent een paniek was ontstaan. We konden echter niet ontdekken of ons signaal aan boord van het schip bemerkt was. Daar lag het te ver voor uit de kust. Toen be sloten we om boven op het plateau seinen te geven, maar toen we daar na een moeiiyken klimtocht aankwamen, bleek dat het schip al weer verdwenen was. Dat was een teleurstelling groote confectiefabriek bestond, die ook .i dan ook. dat F— “?*-*-* De portefeuille bevatte verder ’n wat en Tijdens een circus-voorstelllng in het dorp Tomalja aan de grens van Tsjecho-Slowakye zijn vier acrobaten uit de nok van de tent om stort. Drie hunner waren buiten bewust- vierde stierf tydens vervoer naar het tuis. Twee knapen, die aan den oever van een der Venetiaansche kanalen aan het spelen waren, hebben daar eenige gouden en zilveren mun ten gevonden. Na het onderzoek by bevoegde instanties bleken de geldstukken van Byzan- tynschen oorsprong te zyn. Eenige der munten dateeren uit de regeerings- periode van Theophilos Basileus, (829 842), andere vertoonen den beeldenaar tan Mlohael III en Theodora <842-856). Voorts had den de Jongens een herlnneringsmedallle uit het Jaar 1830 gevonden. Daar men aanneemt, dat zich ter plaatse nog meerdere geldstukken zullen bevinden, zal het betreffende gebied thans systematisch worden onderzocht. OOTZ' VANTI knappe Op het durende mijn ve in Werkeiykheid g'.' Toen een vrome Hindoe. Pendit R. Upadya. die tydens een pelgrimstocht naar de heilige stad Benares door cholera was besmet, naar zyn geboorteplaats Ahi, in de Vereenigde Pro vincies, terugkeerde, vond hy niemand bereid, hem te drinken te geven. Waanzinnig van dorst sprong hy in den dorpsput en deed zich te goed aan het water. Men haalde hem uit den put. doch spoedig daarop stierf hy. Binnen 48 uur waren vele der dorpelingen, die uit den put gedronken hadden, lydende aan cholera, met net gevolg, dat 25 hunner stierven. Met Souza?.... Niets, natuuriyk. Souza is geen pretendent. Neen? Neen. Nu, kind, dat zou dan niemand zeggen. Hy loopt Je achterna als een bezetene. Heb je dan niet gemerkt, dat we hem overal ont moeten? Neen, dat leek me heel natuuriyk, ant woordde ik, heelemaal In de war gebracht Dat is het ook, dat ter zyde gelaten. Het is heel natuuiiyk, dat Souza smaak vindt in een knap en braaf en heelemaal niet ydel meisje, als jy. Ach, neen, Isabel, ik heb tot nog toe nog nooit gedacht, dat Souza me met opzet zocht. Maar dan zul Je toch met me eens zyn, dat het heel toevallig is, dat je hem tot zelfs in Je soep aantreft. Hy heeft oogen voor nie mand anders dan voor Jou. En dan die gesprek ken, Reina. die ellenlange gesprekken! Wil je wel gelooven, dat er in al die ge sprekken niet zóóveel is, wat ook maar in de verte iets met genegenheid heeft te maken? Geen woord, geen gebaar, geen blik zelfs. Dé verhouding, die tusschen ons beiden ontstaan is, is niets anders dan een vriendschappeiyke verhouding. Hy zegt, dat hy graag met me spreekt, omdat ik erg serieus ben, en omdat ik hem, door myn manier van doen, heel vee! aan een andere vrouw doe denken, waarvan hy wel gehouden heeft, en ik heb er een enorm genoegen in, om hem van zyn reizen en veld- Inderdaad, Marllena ontving den brief van Reina, maar was er niet biy mee, zooals het meisje verondersteld had. Integendeel, de geestdrift, waarmee ze haar over Pablo Souza Altijd houden nog de menschen Van een beetje variatie, Maar vooral toch raakt een mode, Al heel spoedig uit de gratie! Niet te lang luidt hier de leuze Hoeden, mantels en japonnen! Dus bij ieder jaargetijde Moet iets anders weer verzonnen! Nu de zomer dan voorbij is En de herfst komt aangetreden. Richt de mode, gansch natuurlijk. Naar dit jaargetij haar schreden. Wat nog gister werd gedragen Is dus morgen uit de mode.... En geen vrouw zal zich onttrekken Aan 't gebod van die geboden. Want al stónd een hoedje prachtig, En al sprak men van een snoesje, En al dwèèpte men geweldig Met een streepje of een moesje Deze meening is veranderd Vlug, op slag, haast zienderoogen. Geen verstand of kort-bij-cassa Kan hiertegen iets betoogen! Dus de dames zie je neuzen Langs de mode-magazijnen Naar modellen, kleuren, nieuwtjes En de keur van nieuwe lijnen. En zij passen, kijken, kiezen, Wikken, wegen, praten, meten.... Zij bzztzdc- dzzr rr.iór tijd aan f Dan bijvoorbeeld aan het eten! En zij koopen knippatronen, Spelden, naaien, stikken, strijken, En zij staan zich halve dagen In den spiegel te bekijken! Nergens tijd voor, slechts voor mode, J. H. Couradie, de administrateur van de Kaap-provincie. heeft een beschryving gegeven van een groot meer, dat zich gevormd heeft in de Kalaharl-woestyn en dat hy aangetroffen heeft toen hy op de terugreis was van een grooten teer, welke hy in 't Noord-Westen van Zuid-Afrika gemaakt heeft. Hy zeide dat het meer gevormd werd door twee rivieren, die samenkwamen in een ge weldige vallei, waar het water als t ware tus schen duinen vastgehouden werd. Men veron derstelt, dat het water daar zal biyven liggen en dat het langzamerhand in den grond zal dringen en verdampen, maar dat dat wel zes jaar zal uren. Er is zelfs al graan gezaaid aan de oevers van het meer, dat zich over een 30 myi in het vierkant uitstrekt en op sommige plaatsen een diepte van zes meter heeft. Het water, dat steeds dieper in den grond zal doordringen, zal de bronnen en wellen in' de Kalahari en het land ten Zuiden daarvan ver sterken en ondergrondsche reservoirs vormen voor wel 30 jaar. Men zal dan ook niet -meer zoo diep naar water behoeven te graven. De Zweedsche archaeoloog prof O. Jan.se heeft aan de Valdemar Baai, op de Oostkust van Zweden, een 4000 jaar oude nederzetting ontdekt. Er is hier blijkbaar sprake van een verzameling hutten van jagers en visschers uit bet Steenentydperk. De ontdekker heelt op deze plaats resten van vischgraten en dierenbeen deren gevonden. Hy gelooft in dit district, dat een van de oudste cultuurcentra van Zweden is, meer nederzettingen te zullen ontdekken. By Birka, de oude hoofdstad van Zweden, die 1000 Jaar geleden een bloeiend handelscen- trum voor het geheele Noorden was. heeft men een 1000-Jaar oude versterking voor de stad- wacht gevonden. (Nadruk verboden) ëiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii!iiitiiiiiiii»>ic smullen van een lekker soepje, dat vooral om dat het warm was, uitstekend smaakte. Op het strand lag heel wat aangespoeld hóut soodat we voldoende brandstof en ook mate riaal voor het versterken van onze verbiyf- plaats hadden. Toen wy den volgenden dag over de zee statuien te turen ontdekten we ik aan tante Marllena ge schreven. En in myn brief heb ik haar ook over Souza gesproken. Ze wil graag altyd alles van me weten. Met wien dan, Isabel? Nu. kyk eens kind, dat weet ik niet. Dat zyn van die geschiedenissen, die wy meisjes de oudere menschen maar half hooren vertel len, en waar wy dan voor de rest maar naar moeten raden. Hoeveel heb ik er zoo al niet gehoord, goede genage? En daar het me toen niet by zonder interesseerde, heb ik geen moei te gedaan om het te weten te komen. Maar het zal wel bekend worden, heb daar maar geen zorg over. Maar dat het Lorenzo zou zyn o neen. Daar moet Je niet eens over droomen. Mocht het niet zoo wezen, dan zien we wel weer. Wil je me dan misschien vertellen, waar om ze met uit Aledo weggetroond hebben? Wel kind, om Je de wereld te laten zien. I4Jkt Je dat zoo .mln? Ik geloof, dat de rede nen van Je grootvader eeriyk zyn. Hy wil, dat je een ruimeren kyk op de dingen krygt. dat de menschen kennis met Je maken, en dat jy de menschen leert kennen.,.. Goed, goed En nu ik er aan denk.... hoe sta je met Mendizabal? Praat"-me niet over dien ventl Het is een idioot, nummer zooveel van het stelletje suf ferds, dat me het hof maakt. Dat wil zeggen: niet my, maar myn geld. Vanavond heb ik hem definitief den bons gegeven. En Souza? Wat denk je met Souza te doen? Isabel "is myn beste vriendin, en ongetwyfeld omdat ze veel van me houdt, klonk er zooveel Marllena schryft me. En haarTJrief is alleen maar in staat, om myn gedachten nog meer in de war te sturen. Ze zegt, dat de Kerstdagen buitengewoon treurig waren in Aledo; dal grootvader in al^ toonaarden over myn afwe zigheid klaagt; dat Francisquin lang zulke mooie verhaaltjes niet kan vinden, als die ik hem vertelde; en dat Lorenzo zich myn afwe zigheid erg moet hebben aangetrokken, daar hy ernstiger, en in zich zelf gekeerder is, dan ooit. Bovendien heb ik gisteren een onderhoud ge had met Isabel Lugue, dat me eenvoudig per plex deed staan. Ik vertelde haar „alles" wat er tusschen Lorenzo en my geweest was. ge- verbiyf in Aledo. Dat .Alles" was „J niets, maar Isabel vond, aal het „veel” had kunnen zijn, als Lorenzo tot n verklaring had kunnen komen. Voor haar be- op iets bedacht was, voelde hy eensklaps een koud metaal aan z'n pols, hoorde een klik en., was volgens alle regelen der kunst geboeid. ..Wat beteekent dat?” stoof hy verontwaar digd op. ..Dat beteekent dat u gevangen genomen bent wegens moord op uw vrouw, gepleegd in Januari jl,” klonk het kort. Jn de stilte, die na deze woorden volgde, kwamen Pat Macy verschillende dingen voor den geest, maar duidelyk zag hy z’n mismaak ten pink, waardoor hy z'n eigen doodvonnis had geteekend. dat plannetje om ons te scheiden, tot niets ge diend zou hebben. En wat de vermoedens van Souza betrof, daar moest ze om lachen. Dat moet je niet gelooven.... Waarom niet? Het is al een heelen tyd, dat ze fluiste ren, zooals ze over dat soort dingen fluiste ren kunnen, dat een jonge man met een heel goede positie, en van aanzieniyken komaf, met zekere gevoelens voor haar rondliep. Een ver onderstelling maar, zooals zoovele andere. De menschen kyken overal naar, en maken overal gevolgtrekkingen 'ilt, en zoo hebben ze ook op gemerkt, dat je tante, hoewel ze een huis heeft in Madrid, en in alle kringen erg gezien is. dikwyis vermeed om in gezelschappen te ver- schynen en zich in Aledo opsloot. En wat zou dat? Dat was heel natuuriyk, in haar positie.... Ja, maar de kwestie is, dat die plotse linge verdwyningen van Marllena Tallares al tyd plachten samen te vallep- met de verschy- ning in Madrid van den jongeman, waarover ik het straks had. Bovendien, hoe ridderiyk en hoe discreet een man ook mag wezen, gene genheid kan men dlkwyis raden uit duizend kleinigheden, en de genegenheid van dien jon geman werd dan ook door den een of ander .geroken’’." En zy moet bepaald niet voldoende vertrouwen in zichzelf gehad hebben, en haar toevlucht genomen hebben tot een er-tusschen- ult-trekken. Een heel verstandig middel. Maar fh heel Madrid wordt gezegd, dat Marllena Tallares weer heel gauw gaat trouwen, en niet Uit de correspondentie die de portefeuille be vatte, bleek, dat de verhouding tusschen man en vrouw, althans in den laatsten tyd, niet al te best scheen te zyn. Pat leidde dit vooral af uit den laatsten brief van mevrouw Blatchford, die luidde: „Reg, stuur direct bericht. Waarom ging Je weg. zonder me iets te zeggen? Ik hoop dat je gauw terug komt en me niet langer voor spot laat staan tegenover onze kennissen Je ontstemde vrouw. Hilda." Eenigen tyd bleef Pat aandachtig staren op het gelaat van den doode, en hoe langer hy keek, hoe meer hy de gelykenis opmerkte. Daarna richtte hy zich op en sprak vastberaden tot zich zelf: „Dat doe ik! Niemand weet dat hy hier dood Is gevonden. We lyken In alles op elkaar. Ik trek z'n kleeren aan. begraaf hem op liet eiland en ga terug als Reg Blatchford. Natuuriyk neem ik bezit van z'n eigendommen en treed in z'n rechten. De groote moeilijkheid is z'n vrouw; maar enfin, we zullen zien. Laat ik nu zien of hy geen byzondere kenteekenen aan zich heeft, zoodat ik die desnoods ook by my kan tan brengen.” Nauwkeurig bestudeerde hy daarna het lyk en kwam al gauw tot de ontdekking, dat daar van het bovenste lid van den pink aan de rech terhand ontbrak. .Drommel," peinsde hy, „daar zit niets an ders op dan dat ik zelf m’n pink ga verminken. Wat een geluk dat ik de byi meegenomen heb, die Lou Duffy me achterna wierp.” Een half uur later liep Pat Macy rond in de kleeren van Reg Bladchford. Z'n pink zat in een bloedig verband, dat hy gemaakt had van z'n eigen hemd, z'n eigen kleeren had hy Bladch ford aangedaan en natuuriyk ook z'n papieren in z'n zakken laten zitten. Van nu af had Pat Macy opgehouden te be staan en was hy Reg Bladchford geworden. Een half jaar later betrok Pat Macy alias Reg Blatchford. een keurig gemeubelde suite in een der eerste hótels van New-York. Hy was in 't bezit van een groot bedrag aan geld, alsmede van eenige kostbare parels, die hy nog niet te gelde gemaakt bad. In gedachten rag hy zich reeds als den koning der confectie- industrie. 's Avonds na het diner trok hy zich in z'n appartementen terug, om onder het genot van een geurige havana z'n verdere houding te be palen. Hy werd door een geklop op de deur uit z'n.mymer^ng opgeschrikt en vóór hy nog iets had kunnen zeggen, traden twee heeren binnen. „Mijnheer Reg Blatchford?” vroeg een hun ner snel. „Om u te dienen." antwoordde Pat Macy, terwyl hy met z'n mismaakten pink de asch van z’n sigaar tikte. De beide heeren wezen elkaar gelyktydig op By de hut aangekomen, bleek dat oom ver schillende berekeningen en metingen had- ver richt en dat we hoogstwaarschyniyk op een onbewoond eiland waren terechtgekomen. Dat zag er bedenkelyk uit. Maar kom, we moesten maar niet den moed verliezen. Inmiddels be reidde ik het eten, en weldra zaten we te aanhoudende pogingen om haar gezelschap te zoeken, en van de groote vertrouwelykheid, die de geregelde, omgang tusschen hen beiden had doen ontstaan, vervulde Marllena met’ n onbe- stemden angst en bezorgdheid. Om haar ge moedsrust totaal te verstoren, vond zy Reina's naam ook in de brieven van Souza. De warme lofpryzingen van haar aanstaande ten opzichte van haar nichtje maakten haar niet weinig 'ongerust. Wie ongelukkig is, is geneigd tot argwaan en vertrouwt zyn geluk niet, en zoo kwam Marllena nooit op de gedachte, dat Souza Reina’s gezelschap zocht, omdat hy aangetrok ken werd door de moreele gelykenis tusschen de belde vrouwen, die heel opmerkeiyk was, en die in werkeiykheid ook de n 1 g e reden was, die den Jongeman tot het meisje voerde. Hy zag in Reina niet dit meisje zelf-, doch Ma- rilena. Barones Tallares wist daar niets van. zy werd gekweld door het vermoeden, dat Pa blo zich had laten verblinden door de heeriyke Jeugd en de gezonde opvattingen van het meis je, dat hem een ongerept hart kon aanbieden, en niet een wrak, dat moe was van UJden en liefhebben, zooals haar hart, zy voelde zich verbitterd en ongelukkiger dan ooit, onder dien last van twyfel. Den eenen keer verwierp zU dien krachtig, doch een andermaal werd zy weer bevangen door een afschuweiyken angst, en maakte zy aanstalten, om zich terug te trekken in de liefde voor haar kind, teneinde haar hart tegen mogeiyke teleurstellingen te beveiligen. secretaris van den toenmaligen Beier- I 1 schen nuntius té München, Mgr. Pa- celli, had de plannen van Z. H Paus Benedlctus XV, om tot een algëmeenen vrede te kamen, uitvoerig mondeling medegedeeld aan den Botschaftrat Von Hindenburg, die door Buitenlandsche Zaken was aangewezen, om 's Pausen boodschap in ontvangst te nemen. Rykskanselier was in dien tyd Dr. Michaelis, die na den val van Bethmann Hollweg de can- dldaat was geweest van het opperste legerbe stuur. van Hindenburg en Ludendorff, maar die na honderd dagen reeds moest aftreden, om dat hy de meest ongeschikte man in absoluten zin van het woord was voor het ambt van kan selier in dien tyd. Deze man was van meening, dat men de aanvrage van den Paus naar Dultschland's houdingdilatorisch moest behandelen, om tyd te winnen, terwyi van Pauseiyke zyde Juist met allen nadruk er op werd gewezen, dat alles zoo snel mogelyk in zyn werk moest gaan, wilde de actie kans van slagen hebben, wat biykt uit het verdere ver loop der geschiedenis. Na het mondelinge onderhoud met den Bot- schaftsrat Von Hindenburg zond de secretaris van Pacelll en vertegenwoordiger van den Paus („ein Ausserst rtthriger Vertreter”) een te Ber- iyn in 1917 aangekomen brief aan den Ryks kanselier, waarin een afschrift was van een telegram van den Engelschen gezant, by wiens verklaringen zich de Pransche regeering aan sloot. Ten opzichte van het standpunt der curie schryft Monsignore: ,De Kardinaal-staatssecretarls is vol verlan gen, om de pogingen voor het tot stand komen van een rechtvaardigen en durenden vrede voort te zetten. Hy verheugt zich over het te gemoetkomen der keizerlijke regeering. Daar om heeft zyne Eminentie my de opdracht ge geven, om de aandacht van Uwe Excellentie vooral te vestigen op België en te bereiken. Ie. een duidelyke verklaring over de plannen van Dultschland ten opzichte der volledige onaf- hankeiykheid van België en der te geven schadevergoeding aan dit land; 2e een even eens duidelyke verklaring over de waarborgen voor politieke, economische en militaire onaf- hankeiykheld. die Dultschland verlangt. Als deze verklaring bevredigend is, meent Z. Em., dat de weg tot een gewichtigen stap tot verdere onderhandeling is gebaand. De Engel- sche gezant heeft zyn regeering er reeds van op de hoogte gebracht, dat de H. Stoel antwoor den zal op de mededeellngen van zyn telegram, zoo spoedig als de H. Stoel in het bezit zal zyn van het antwoord der keizeriyke regeering." Deze brief eindigt daarmede, dat Monsignore M. als zyn overtuiging uitspreekt, dat de kan selier Michaelis onsterfeiyke verdiensten zich zal verwerven, als hy door een verzoenend ant woord het goede verloop der onderhandellngen lichter zal maken. Den 6en September 1917 bericht de Pauseiyke vertegenwoordiger streng vertrouweiyk aan den gezant van Bergen in Beriyn: „Ik acht het nuttig, u mede te deeien, dat de Kardinaal-staatssecretarls in een aan my gerichten brief vooral aandringt op 'n gun stig antwoord omtrent België. De Engelsche gezant zeide my heden, dat dit voor Engeland het gewichtigste punt was”. (Dit schryven uitvoerig is ook te vinden in het boek van Erzberger: Erlebnisse lm Weltkrieg p. 277 11) en is van de hand van Monseigneur Pacelll, nuntius te München. Zooals bekend is was het antwoord der Duitsche regeering allertreurigst. Het be helsde niets anders dan vage termen, ging, niet tegenstaande er ultdrukkeiyk voor wlas ge waarschuwd, op de schuldkwestie in en bevatte niets tastbaars over België, ofschoon de Regee ring aan de Ryksdag-commissie het tegendeel had beloofd. De Duitsche regeering was vol slagen blind, zy stond in deze kwestie geheel onder Invloed van den reeds snel kindsch wor denden grysaard Hertling, toen nog minister president van Beleren, die met ouwe-manne- „Hm,” mompelde Pat, „hy had er dus op ge rekend dat hy zwemmend het schip moest ver laten.” Nu kwam hy tot de ontdekking, dat hy met het stoffeiyk overschot van een zekeren Reg Blatchford te doen had. Deze naam kwam hem zeer bekend voor. Hy wist dat er in New-York een groote confectiefabriek bestond, die ook dien naam voerde. Uit de papieren bleek dan Reg Blatchford er de eigenaar van waa rtefeuille •••••MMseMntra •MSNstsMMiMzsM9anasaaH(nn. „Voor myn man van chêqueboek, privé-brieven X portret van 'n j - vrouw. portret l stond het volgen- de opschrift te lezen: zyn vrouw. Hilda Blatchford-Russell.” DE MODE iiiiHiiiiHiiiiifiimuc j p een vreemde manier had Pat Macy het I eiland Entrance verlaten. Niet alleen dat hy z'n patroon Lou Duffy bestolen had. maar vooral het feit, dat hy Duffy’s vrouw had belasterd, was de oorzaak van z'n over- haast vertrek geweest. Lou Duffy had zich toen in een aanval van woede met een byi op Macy geworpen. Pat weerde echter den slag af i en had de vlucht genomen, achterna gezeten door den verbolgen echtgenoot. Als in een wed- len liepen de beide mannen naar het strand en toen Duffy z’n kans schoon zag, wierp hy de byi met kracht naar het achterhoofd van z'n vijand. Een kreet, gevolgd door een plons in ’t water, was alles wat Duffy nog hoorde en toen hij dichterby was gekomen, aanschouwde hy slechts een gladde oppervlakte. Zoo verliet Pat Macy het eiland Entrance. In werkeiykheid echter was Pat niet dood, zelfs niet eens gewond. Begunstigd door de duisternis, was hy snel weggezwommen van de kust met in zyn hand de byi. die vlak naast hem in het water was terecht gekomen. Toen hy een paar minuten gezwommen had, ontdekte hy een roeiboot. Vlug maakte hy zich daar meester van, totdat hy na uren roeien op een ander eiland belandde. Hy trok de boot cp het aroge en nadat hy eenigszins de omgeving had opgenomen, strekte hy zich vermoeid in de boot uit en viel weldra in een vasten slaap. Toen hy ontwaakte, kon hy niet zeggen hoe laat het was. De zon stond echter reeds hoog. Om zich heen bespeurde hy een weelderigen plantengroei, die aan een paradijs deed denken. Hy zegende z’n gelukkig ges>ernte en begon welgemoed aan z’n maaltyd van vruchten en water. Daarna ging hy op onderzoek uit. Aan den oostkant ontdekte hy een grooten ‘water plas. zóó helder, dat hy tot op den bodem kon kyken. Enkele minuten stond hy in ’t water te staren naar alles wat er in ’t water viel waar te nemen, toen eensklaps z’n aandacht op een punt gevestigd bleef, terwyi hy voor zich heen mompelde: „oesters!” Direct kleedde hy zich uit en dook naar den bodem. Toen Pat Macy zich dien avond op een be schut plekje ter ruste legde, bevond zich in z’n vestzak een groote parel en naast hem een aan tal oesters, waarin hij nog meerdere kostbare I>arels hoopte aan te treffen. „Wat een geluk!” lachte hy. Na drie dagen op het eiland vertoefd te heb ben. werd Pat op een morgen gewekt door het geluid van een voorbijvarende boot. Duidelyk kon hy den naam .Albatros” op den voorsteven zien. Deze naam kwam hem bekend voor, daar die boot altyd de partyen copra van z'n vroe- geren patroon innam. Al de herinneringen aan den laatsten dag, dien hy op het eiland Entrance had mee gemaakt, kwamen weer voor zyn geest, en met een grijns van voldoening sprak hy in zich zelf: „Ik zou 't gezicht van Lou Duffy wel eens wil- len zien, als hy wist dat z’n doodgewaande vyand zoo dicht in z’n buurt was en dan nog wel als rijk geworden parelbezitter.” Na deze alleenspraak haalde hy de j>arels te voorschyn. die hy in die paar dagen in de oes terschelpen gevonden had en bekeek ze met welgevallen. Inderdaad, de fortuin was Pat Macy wel gunstig; er waren verscheidene pracht-exemplaren by. Toen Pat dien morgen een wandeling op het strand maakte, zag hy eensklaps op een zand bank het lichaam van een man, die daar met z’n gezicht op den grond lag ultgestrekt. Na- derby gekomen, keerde hy het lichaam om en zag direct dat de man nog niet lang geleden gestorven kon zyn. Vanwaar en hoe kwam die man op 't eiland? Pat kon geen andere oplossing van het raad sel vinden dan dat die man geweten moest hebben dat het eiland een parelbank bezat en den korten en Vóó^pS dat hy in de vroege morgenuren de .Albatros had verlaten ën naar het strand was gezwom men. Door uitputting was hy daar waarschyn- lyk gestorven. Hy streek het haar van den doode van het voorhoofd weg. Plotseling hield hy verbaasd op Het gelaat van den onbe kende leek als twee droppelen water op dat van hem zelf. ,Jiy zou m'n tweelingbroeder kunnen zyn,” mompelde Pat Macy verbaasd. Hy begon nu de zakken van den dooden vreemdeling te onder zoeken. Al gauw kwam hem een gummizakin handen, waarin de portefeuille van den onbe kende bleek te zitten. J ff I *9 op dit blad «yn ingevolge de verzekerlngsvoorwraarden tegen Z O/j/J/l b(j levenslange geheele ongeschiktheid t»t werken door f by een ongeval met O 4T/1 by verlies van een hand f 1 oy verlies van een f Cfï by een breuk van A fl by verlies van H ^l<Cc ttOO/l/lc ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verliaa van belda armen, beide beenen of belde oogen f doodeiyken afloop f een voet of een oog f 1 duim ot wyavlnger f «f(/»”been of arm f anderen vinger tjes-styfkoppighel<t aan het vulstpand vasthield en over de Pauseiyke vredesactie Erzberger schreef: „Der Nuntius bringt nicht viel Brauch bares” De man, die schreef, werd kort daarop Rykskanselier als opvolger van Michaelis en voerde dapper het Ryk mee naar den afgrond. Scheidemann publiceert een telegram, uit- drukkeiyk „Ohne Namensnennung” van 20 September uit München, dat laat zien, welk een verlammenden Indruk het antwoord van Beriyn heeft gemaakt: .....vertegenwoordiger Paus buitengewoon teleurgesteld en gedepri meerd. Hy las my telegram van Kardlnaal- Staatssecretaris voor, dat nóg pregnanter dan in brief voorspelt mislukken vredesactie. als het by den huldigen modus procedendl biyft aan Entente-zyde zoo weinig goedé wit dat „Unbestimmthelt unserer Konzession” tot abso lute verwerping leidt. Hy smeekte, of wyziging niet mogelyk De H. Vader gaf zyn nobele pogingen nog niet op. Den 21sten September volgt nog een laat ste poging. Dit biykt uit volgend telegram: „Tn belang van vrede zal H. Stoel antwoord van Dultschland niet publiceeren, tot Beriyn laat ste woord heeft gesproken”. Beriyn sprak dit laatste woord, dat het Duit sche volk voor onnoemeiyk leed zou hebben bewaard, niet. Integendeel. Beriyn zette zich op het hooge paard. Kühlmann telegrafeerde aan den Prui- sischen gezant in München: Ik hoor, dat de vertegenwoordiger van den Paus heeft gezegd, dat wy aan de voorstellen van den Paus vooral moesten tegemoetkomen, omdat wy den vrede hebben gewenscht. Laat vertegenwoordiger van den Paus geen twyfel daarover, dat uit onze bereidwilligheid tot vrede niet de conclusie mag worden getrokken, dat de vrede voor ons nood- zakeiyk is.” De vroegere Rykskanselier. Scheidemann. de uitgever der documenten, zegt terecht: .Het is niet noodig, om by deze documenten veel te zeg gen. Sie sprechen eine erschütternde Sprache.” Ook wy voegen hier niets aan toe. Inderdaad, de „Sprache” dier documenten is ook nu nog „erschütternd”. dansen met een van die kwasten, die me het hof maken. Geloof mer zooveel is op de lyst? Hy zou het kunnen wezen later mis schien, maar dan zou de aard van onze tegen woordige betrekkingen heel wat moeten ver anderen. Op het oogenblik: beslist niet. Meer nog: ik geloof niet, dat hy aan iets dergeiyks gedacht heeft. Wie zou dat beter kunnen be- oordeelen dan ik? En ik, op myn woord van eer, ben ook niet op de gedachte gekomen.... Best. dan zullen we wel zien wat het wordt, besloot Isabel Lugue. Maar als je hem in het vizier- krfjgt, laat hem dan niet ont snappen, want hy is de beste die er te krij gen is: een goede Jongen, knap ontwikkeld, ryk.... En den dag dat dat ongeluk van een tante van hem het hoekje omgaat, wordt hy hertog Ordague. Goed, ik zal Je wel waarschuwen als er dat voor het I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 22