Wijsheden
D
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
KV
Gelouterd
van Rosenberg
u&fiaal aan cfcn dag
I
I
I
'N TROUWE KLANT
DE „MEDICIJNMAN”
DE MAN llHlltnilllllHlUlliiliiii:
o
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1934
u
i
Zeer Oude Genever van Bootz
Stratosfeertochten
Natuurbescherming
SPAANSCH
HET
NAAR
Opgravingen in het
Kremlin
PittigVol aroma
RECORD
PER
LITER
Fl. 3.60
De terugkeer van
Joseph Cardon
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Kranten bericht**
de
van
een
's hemelsnaam?
me-
zeer
HENR. VAN MANDELE:
da
het
(Wordt vervolgd!
Souza
Van de wrakstukken van ons toestel, dat
door het ongeluk geheel vernield was, gelukte
het ons een goede slede te vervaardigen. Daarop
zouden we onze bagage kunnen vervoeren tij
dens onzen gevaarlijken tocht over het ijs.
Van de berenhuiden maakten we vervolgens
zoo goed en zoo kwaad als *t ging een paar
pelzen. Deze werden erg primtief maar zouden
toch een prachtige beschutting tegen felle koude
bieden.
ik hun gedaan heb. Heb jij dat toen ook ge
vraagd?
Ik kon het niet vragen, omdat ik geen
papa en mama meer had, toen ik mijn eerste
Communie deed, zei Reina, terugdenkend aan
de bitterheid van haar jeugd. Maar als ze
het natuurlijk ook ge-
de
de
ze straling waargenomen verschijnselen, is
dus alleszins op haar plaats.
Dit aardige boekje bevat de interessante
geschiedenis van een stuk modern weten
schappelijk onderzoek, het verhgal van een
geleerde, die het plan, waarmede hij reeds
twintig jaar rondliep, ten uitvoer brengt
en. bij zijn behouden terugkomst op aarde
het nieuwe gebied, de stratosfeer voor ge
opend kan verklaren, die stratosfeer, waar
van de rustelooze luchttechnici van Jun-
Farman,
toekomst”
De tocht was uiterst moeilijk, daar de zware
Ijsschotsen die kris en kras over de vlakte lagen
een emstlgen hinderpaal vormden. Moedeloos
zetten wij ons na een urenlangen tocht op
enkele schotsen neer. Als het zoo moest gaan,
kwamen we nooit aan het doel van onze reis.
Nietwaar, bent H trouw lezer van onze ru
briek ..Omroepers" moogt er graag eens in
grasduinen. De zakenman weet van Uw speur-
lust te proflteeren. hij plaatst Zaken-Omroepers,
die onze rubriek Juist zoo veelzijdig doen zjjn en
die Uwe regelmatige belangstelling inderdaad
motiveeren.
1) Waarom naar de Stratosfeer? door O.
W. P. Mohr, (0.45), Baam Libellense
rie no. 45.
Pierre Cardon.
Maar hij vergiste zich. Voor de deur stonden
in korte capes gehuld.
geleefd hadden, zou
daan hebben
Luister, viel Francisquln haar levendig
in de rede, pater Esteban heeft ook gezegd, dat
alle kinderen tegen hun ouders moeten zeggen,
dat ze met hen mee te Communie moeten gaan.
Van mama weet Ik, dat ze „ja” zal zeggen....
Naturlijk.
Maar ik zou zoo graag willen, dat groot
vader, die net is, alsof hij mqn papa was, ook
te Communie ging
Een uitdrukking van bezorgdheid teekende
zich af op het gelaat van Reina bij de woor
den, die zoo juist van die onschuldige lippen
gekomen waren. Reina wist, dat haar groot
vader sinds vele Jaren niet meer tot de Sacra
menten naderde. De reden daarvan was niet
moeilijk te vinden. Het kon geen andere zijn,
dan de diepgewortelde wrok, die hij koesterde
tegen zijn overleden dochter, en vervolgens ook
tegen zijn kleindochter. Doch die wrok was
vervlogen door de warme liefde van Reina en
de oude man voelde voor haar een diepe en
bijzondere vereering. Was het uur thans geko
men, dat markies Aledo zich met God zou ver
zoenen. door te vergeven en te vergeten, wat
hem was aangedaan? ja, het uur der genade
moest gekomen zijn en zonder twijfel was FTan-
toevoegen, was Marilena, in haar elegante rouw
gewaad, in 1 halfdonker van de hall verdwenen.
Souza was met een paar sprangen de trappen
op, zjjn hart een en al vroolijkheid en optimis
me. Hij was niets verbaasd over de verwarring
van Marilena in die oogenblikken leek dat
zoo natuurlijk en evenmin over haar haast,
om het gesprek af te breken; want hij verbeelde
zich niet, dat zij het ontzettend druk moest
hebben met haar plichten als vrouw des huizes.
Onderwijl dit tusschen hen voorviel, had
Reina Lorenzo en Isabel aan hun gesprek over
gelaten, en zich langs de met bloemen bezette
paden in den tuin begeven. Verdiept in zoete
droomerijen zoet als die Mei-avond vol licht
en geuren wilde zij op een bank op haar
geliefkoosd plekje plaats nemen. Doch ziedaar,
rustig gezeten op die bank was Francisquln,
ernstig en in zichzelf gekeerd.
Wat doe je hier alleen, Francisvuln?
Nu, ik was hier, omdat ik niet wou pra
ten en toen ben ik hier alleen gaan zitten.
En waar denk je aan, lieverd?
Ik denk aan morgen
Reina vleide zich diep ontroerd door
antwoord, dat haar den tijd in herinnering
bracht, toen zij zich voorbereidde, net als nu
de jongen, om haar eerste Communie te doen.
Het kind ging voort:
En meneer pastoor heeft gezegd, dat
ik mijn Communie moet opdragen voor de ziel
van papa; en dat ik mama en grootvader ver
giffenis moet vragen voor al het verdriet, dat
Met dezen arbeid gingen weder ettelijke dagen
heen en het ijs had zich in de zee sterk vast
gezet. zoodat we den overtocht spoedig konden
wagen. Nadat we de noodige proviand en alles
wat maar eenlgszins te pas zou kunnen komen
op de slede hadden opgeladen, vertrokken we
eindelijk.
alle wereldsteden dus ook in Parijs ten. op een landhuis. Dat zal voor jullie ook wel
zoo leuk zijn!”
Pierre grinnikte. Alles kwam hem onwerke
lijk voor. Joseph was rijk geworden! Wildé bij
hen komen wonen!
„Ja, rentenieren,” vervolgde Joseph, alsof hij
de gedachten van zijn broer geraden had. -Alle
le maal! Of dacht je soms dat je nu nog voor
portier behoefde te spelen? Nee, jongen, mijn
reld is ook het jouwe. Net als vroeger thuis hè?
Kom, kerel, kijk me niet zoo dwaas aan. Kun
je 't je niet voorstellen? Kijk dan eens, hier
heb je m'n portefeuille. Zie je die bankbiljet
ten? Ja, ik be
grijp het wel, het
valt je moeilVk
het te gelooven,
maar wacht
maar, als je een
maal in je land
huisje zit en je
die hen in de gevangenis wierpen. Dr. Wilhelm
echter voegt hier aan toe, dat twee van deze
drie priester waren en dat zij alle drie Katho
liek bleven tot aan hun dood, een historische
waarheid, die Rosenberg óf niet kent, óf in Zijn
ridderlijkheid verzuimt te vermelden, zooals hij
trouwens ook vergat mede te deelen, dat Coper
nicus zijn werk aan Paus Paulus III zonder be
zwaar heeft kunnen opdragen, terwijl Luther
zoowel den Paus als Copernicus voor Idioten
uitschold. Luther deed dit niet als stichter, van
een religie maar als een blinde tijdgenoot en
zoo hebben andere blinde tjjdgenooten onder
de katholieken en protestanten heksen ver
brand. waarlijk niet wegens hun christen-zjjn,
maar wegens hun verblindheid. Dat Rosenberg
na zooveel eeuwen dit onderscheid nóg niet
ziet, maakt hem tot een gevaarlijk man, wiens
verblindheid eeuwen verdèr reikt dan zijn eigen
tijd, hetgeen overigens niet bijster bevorderlijk
is voor de lichtende wetenschap, die hij het
Dultsche volk moet bijbrengen. Zoo kon hij
ook nooit tot de ontdekking komen dat de eer
sten, die zich tegen den waanzin der heksen
verbranding richtten.... de Jezuïeten Spee en
Tanner zijn geweest, die daarbij zoo waar hun
leven in de waagschaal legden. Evenmin is bet
tot Rosenberg doorgedrongen, dat de Katho
lieke Romaansche landen nooit aan deze
dwaasheid hebben meegedaan en dat de laat
ste heks in het protestantsche Glarus werd
verbrand.
Dat het Jezuietendom de bekroning zou zijn
van de ..medicijnfllosofie” kan alleen beweerd
worden door iemand, die nooit een Jezuïet ge
sproken heeft. Waren de Jezuïeten dAArom
de eerste tegenstanders van de heksenverbran
ding? Waren zjj daarom de uitnemende model-
opvoeders, aan wie zelfs protestanten hun zo
nen hebben toevertrouwd? Zijn zjj daarom ste-ds
de orde geweest, die op alle gebieden van het
menschelijk leven haar erkende vakmannen
had? En waren zij daarom steeds de felste
bestrijders van het bijgeloof? Wilhelm haalt
dan ook «en citaat aan van Julian Duguid die
van de Jezuieten zegt: „Als missionarissen waren
de Jezuieten onovertrefbaar en misschien de
machtigsten en de meest verlichten, die ooit
hebben geleefd.”
Er zullen nog heel wat Rodenbergen moeten
opstaan, willen zij met eenige kans op succes
(Nadruk verboden)
öiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiniiii;
Hun wetenschappelijk nut
z-a, edert enkele jaren is de nimmer ver-
zadigde krantenlezer een steeds wel-
kome sensatie rijker geworden.
Zoo *s ochtends, tusschen zijn tweede
kopje thee en zijn zachtgekookt eitje door,
troost de twintigste eeuwsche crisisburger
zich, na een schuwen blik op de steeds mi
serabeler laagterecords van de New-York-
sche beurskolom, met de duizelingwekken
de hoogterecords van de wetenschappelijke
waaghalzen, door zijn dierbaar lijfblad aan
hem voorgesteld als de stratosfeervllegers.
Na een eenlgszins verwonderd wenk-
brauwoptrekken zijnerzijds, Ietwat geïnti
mideerd door de degelijke praedicaten
prof., dr-, of ir. waaronder deze nieuwe
helden bij hem geïntroduceerd werden,
heeft hjj, naar ik vermoed, al spoedig zijn
intelligentste speurdersgezicht getrokken.
Hij had immers juist een artikel gelezen
waarin een of ander zwaarwichtige hoogge
leerde zich kwam beklagen, dat de sport
de wetenschap uit de belangstelling van
het groote publiek had verdrongen en, van
tusbchen den warrigen groei van een ge
leend en profetenbaard ijselijk grommend,
kwam dreigen met den Untergang des
In de bekende Libellenserie 1) verscheen
een boekje van de hand van O. W. P
Mohr, dat een antwoord wil geven op de
welwlllend-nonchalante vraag van het
groote publiek: „Wat doen ze in de kou?”
Het is niet in de eerste plaats het onder
zoek naar de eigenschappen van de at
mosfeer zelf, die de Brusselsche hoogleeraar
Dr. A. Piccard zijn leven en dat van zijn
assistent op de waagschaal heeft laten zet
ten, zegt de schrijver. Zijn belangstelling
gold in hoofdzaak de „geheimzinnige” kos
mische straling. De uiteenzetting welke dé
schrijver geeft van de op het gebied van de-
blik naar Marilena te kijken, wat op zichzelf al
een verrassende ontdekking was? Eensklaps
kreeg de markies een helder Inzicht in alles,
wat er plaats greep. Marilena verliefd op Souza
en Souza verliefd op Marilena en niette
min in zekere betrekking met Reina. Voorwaar,
een prachtige verwikkeling!
Souza van zijn kantt begroette Reina, onder
den vorschenden en waakzamen blik van Mari
lena, en verbaasd moest de barones zichzelf be
kennen, dat er uit die begroeting niet anders
dan hartelijke vriendschap sprak. Huichelden ze
misschien? Zoodra zij zich aan haar gasten
onttrekken kon, die zich naar hun onderschei
dene vertrekken begaven, om zich voor het
diner te kleden, ging Marilena naar beneden,
om zich met de huishoudster te verstaan, die
vol ongeduld op haar wachtte. Zij wilde juist
het tweede gedeelte van de trap afgaan, toen
zij, in het halfdonker, Souza, ontmoette, die
naar boven kwam. Zij bleven allebei vol ont
roering staan; blijde ontroering van den kant
van Pablo Souza, een vreemde opgewondheld
van den kant van de barones, die zich ultte in
een smartelijk kloppen van haar hart en In een
kloetenden blos, die het halfduister belette, om
te zien.
Marilena! prevelde Souza teeder, terwijl hjj
de zachte hand greep, die op de leuning rustte
en die snel en eerbiedig aan zijn lippen brachtt.
In *s hemels naarn, Pabio, doe niet zoo
onvoorzichtig! stamelde zij, half onmachtig.
Het was nog altijd gewoonte, om zich voor
Abendlandes, omdat twee duizend menschen
wel bereid geweest waren den bokser Car-
nera een glorieuze entree te bezorgen,
maar professor Albert Einstein in volstrek
te verlatenheid zijn valiesje van den trein
naar zijn taxi gedragen had.
Zijn nooit falende scherpzinnigheid deed
onzen burger hier een complot der kamer
geleerden vermoeden, die nu de moderne
sporthelden op hun eigen terrein bestrij
den. En als goed opportunist bracht hij
in stilte een eeresaluut aan de boekenwur
men, die zoo volkomen het crisisfetisch
woord aanpassing begrepen, en zoo
volledig de kunst bleken te verstaan om,
gedwongen door den nood der tijden, het
roer om te gooien en de hulk te hangen
naar den wind.
Het moet gezegd, dat naderhand het
goedmoedige, onsportieve intellectueelen-
gezicht van Prof. Piccard, hem van de
fotopagina toelachend, in staat was zijn
prille overtuiging ietwat aan het wankelen
te brengen en hem min of meer van zijn
achterdocht te genezen. Was dit de uitver
koren pretendent, de sportieve bloem van
de geleerde wereld, uitgezonden om de
Schmelings en de Pljnenburgs te verslaan?
Doch hjj wende er spoedig aan, de adem
beklemmende relazen van het logboek en
het interview te genieten, louter om huns-
zelfs wil.
Edoch, het waarom van de zaak was en
bleef hem toch eenlgszins duister en zelfs
het feit van zijn onwetendheid bleef mis
schien min of meer verborgen aan den
half-bewusten buitenrand van zijn
verspreide belangstelling.
Mevrouw Mendizabal was met Carolina ge
komen. Rosa was in Madrid gebleven. Als vrouw
van meer ouderwetsche opvattingen, begreej
zij, dat zij haar oudste dochter en Carvajal niet
bij elkaar moest brengen, in de intieme sfeer
van een gelegenheid als deze. José was weer
naar zijn regiment teruggekeerd. Met de Roca-
madres waren ook markiezin Souza en haar
soon meegekomen. Het werd algemeen als een
troost opgevat, dat de hertogin bezigheden had,
die haar verhinderden om mee te komen, want
Bij was bü niemand bemind.
Marilena omgordde zich met al haar kracht
en deed een beroep op al haar trots, om niet
zwak te worden In tegenwoordigheid van Pablo
en de ontroering van het oogenblik met zorg
te verbergen. Ifcn Juan merkte de inspanning
op, zooals hfj ook het natuurlijke in de heele
manier van doen van Souza opmerkte. Maai,
was het mogelijk? of kreeg hij al slaap in zijn
oogen? Stond Souza daar niet met toederen
cisquln het onbewuste middel, waarvan
Voorzienigheid zich bediende.
Waarom vraag je het hem niet? Je zult
zien, dat hij „ja” zegt, moedigde het meisje
hem aan. Op het oogenblik moet hij heelemaal
alleen In den salon wezen. Waarom ga je niet
naar hem toe?
Een lichte aarzeling stond in de oogen van
den knaap te lesen. Hij begreep heel vaag, dat
hij zijn grootvader iets héél belangrijks ging
vragen.
Ga jij met me mee! smeekte hij.
Reina aarzelde een oogenblik, alvorens te
beslissen. Zou haar tegenwoordigheid een tegen
gestelde uitwerking hebben? Doch een innerlijke
stem scheen haar aan te raden, om Francis-
quln niet alleen te laten.
wu' je, dat Ik meega? Goed, ik zal met
Je meegaan, Francisquln.
De markies was Inderdaad alleen. In zijn
gemakkelijken stoel gedoken, keek hjj met va
gen blik naar den opgestapelden gloed, die op
de plaat van den haard in asch overging. Hoe
wel men in Mei was, brachten veelvuldige re
genbuien toch tamelijk veel vocht In at
mosfeer en In de groote vertrekken van het
kasteel werd het tegen den avond vrij koud,
ondanks de zware tapijten en gordijnen.
de wereld te verbergen, alsof hun liefde iets on
geoorloofds was.
Ik laat je al.... maar we moeten eens
lang en breed met elkaar spreken, l£arilena,
smeekte hij.
Spreken? Ja, het was waar, zij moesten
met elkaar spreken, vond zij.
Ja, Pablo, we zullen met elkaar spreken.
Vanavond? drong hij verlangend aan.
Men moest al geheel op zijn hoede zijn, als
Marilena op haar hoede was tegen Souza, om
zich niet gewonnen te geven voor de oprechte
en vurige liefde, die maar al te duidelijk uit de
oogen, den toon, de woorden en de heele hou
ding van den jongeman sprak.
Neen, antwoordde zij koel (een koelheid,
die hij voor verwarring aanzag). Morgen
wacht mij een diepe en zuivere ontroering, met
de eerste Communie van mijn kind. Laat nie
die genieten, zonder dat iets me daarvan at-
leldt. Overmorgen....
Hoe laat, Marilena? drong hij aan. Ik
kan het zoo niet langer uithouden. Ik moet Je
zeggenWe moeten allebei
Die woorden, afgebroken door een hevige ont
roering, werden verkeerd uitgelegd door Mari
lena, die zoozeer tegen Pablo was ingenomen.
Ja, ja, ik weet. Ik kan me voorstellen, dat
je me veel wilt zeggen. En ik jou ook. Hoe eer
der, hoe beter. Overmorgen, om elf uur, bij den
Zwanenvijver. Ik zal op je wachten.
Dank je, Marilena, antwoordde
vurig.
Doch voor hjj er nog een woord aan kon
Zooals een oude legende verhaalt, is het
Kremlin op de resten van een oude stad ge
bouwd. In wetenschappelijke kringen heeft
men dit tot nu toe ook als een legende be
schouwd, maar bij de restauratie, waarmee men.
onlangs is aangevangen, is men op belangrijke
vondsten gestuit. Men heeft oorspronkelijke
manuscripten van Cicero, Livius en Tacitus
gevonden en deze ter bestudeertng een oud
heidkundige commissie toegesonden. Men
heeft verder nog een zeer fraai bewerkte,
zware ijzeren kist gevonden. die een aantal
documenten en origineele brieven van Napo
leon bevat. Men vermoedt, dat Napoleon de
kist in zijn overhaaste vlucht uit Moskou in
1812 achtergelaten heeft. Ook heeft men een
prachtig tafelservies gevonden, dat Tsaar
Alexander I na de onderhandelingen van Tilsit
aan Napoleon ten geschenke heeft gegeven.
Nog interessanter is de ontdekking van een
deel van de bibliotheek van Iwan den Ver
schrikkelijker!. welke te tarnen met een grooten
schat door hem Ingemetseld moet zijn.
Prof. Steleckl, die belast is met de opgravin
gen hoopt ook den schat, die uit goud, edelstee-
nen en oude handschriften moet bestaan, te
zullen vinden.
kers, en een pionier als Henri
reeds den „straatweg van de
trachten te maken.
Reeds bevat dit boekje de herdenking
van de eerste slachtoffers: het In zijn so
berheid aangrijpende relaas van de lotge
vallen van den in Januari 1934 neergestor-
ten Russischen stratosfeerballon „Ossoa-
viachlm”.
Doch de kalme mannen der wetenschap
gaan onverschrokken voort met hun voor
bereidingen voor nieuwe tochten naar dit
verre, nog nagenoeg ongeëxploreerde lucht
gebied.
ssassMSSBjBsswssstsseszsssssssssszMeBsssssssssaasssB
dochter in een two-sfeater naar de stad gaat, of
naar de cinema!”
„Two-seater!" lachte Tine verheugd.
„En gaan we dan weg uit die nare straat
Her?” vroeg mevrouw Cardon. „Goeie hemel,
Joseph' Ik kan het bijna niet gelooven! Nu
krijgen we wat we altijd gewenscht hebben!”
En ineens heerscht er een dolle uitgelaten
heid, een gelach en gejuich, waartusschen oom
Joseph goedmoedig zat te knikken. De kinde
ren omhelsden hem en dansten om hem heen.
Pierre keek met verheugde oogen over zijn si
gaar. Het was alsof een gruwelijke last hem
plotseling van de schouders was genomen. Zijn
vrouw knikte hem toe, haar oogen lachten en
zt leek Jonger dan anders.
Heel den avond bleven zij om de tafel zitten
en maakten toekomstplannen.
Het was over elven toen er voor de. tweede
maal dien avond gebeld werd.
.Nog meer gasten!” lachte
Een wet. waarin aan de Catalaansche
vrouwen dezelfde rechten worden
toegekend als aan de mannen, la
door den voorzitter der Catalaan-
scha generaliteit onderte^kend.
Alfred Rosenberg, de hoofdredacteur
van de „Völklsche Beobachter” en de
vertegenwoordiger van de wereldbe
schouwing der Nazi’s, die, zooals Hitler immers
bij menige gelegenheid heeft verklaard, „op den
bodem van het positieve Christendom staan”,
heeft zelden een kans voorbij laten gaan cm
het tegenovergestelde te bewijzen.
Zijn aanvallen op het Katholicisme, op het
christendom hebben velen geërgerd en in net
harnas gejaagd. Een Zwitsersche geleerde, dr.
P. Bruno Wilhelm heeft onlangs het antweerd
gegeven op de vraag wlen men te verstaan heeft
onder den „medicijnman”.
Hieronder verstaat Rosenberg o.a. den Paus
van Rome. ,Xen medicijnman immers” aldus
de geleerde theoreticus van het nationaals
socialisme, „is Iemand, wiens gebed regen
brengt of verhindert, wiens vloek doodt, die
met God (of de góden) een overeenkomst heeft
gesloten en God (of de góden) door toover-
kracht beïnvloeden kan”.
Volgens Rosenberg zou de Katholieke Kerk
„met haar aflaten, haar scapulieren, haar hei
lige olie en hajr wonderbare relikwieën” de
wereldbeschouwing van den „medlcijnn.'an”
deelen.
Deze Wijsheid vindt de welwillende lezer in
het boek „Der Mythus des 20. Jahrhunderts”,
waaruit een groot aantal Dultsche bladen mo
menteel reeksen artikelen putten en deze nog
voorzien van heftige uitvallen tegen de Kerk
Van meer dan twintig mlllioen Dultschers
Het bewijsmateriaal van den heer Rosenberg
komt om. hierop neer, dat in 1929 te München
een Katholieke processie door een stortregen
verstoord was geworden, hetgeen kardinaal
Faulhaber aanleiding gaf om in een preek de
geloovigen aan te sporen hun godsvrucht met
door een onweer te laten vernietigen. En zie
wat Rosenberg hierop antwoordt: „Jezus wordt
hier dus als regemnaker voorgesteld en de ver
regende processie als een mislukte pogliig tot
tooverij. Hier toont zich dus de geest van den
medicijnman in de Roomsche Kerk”. In de Ka
tholieke Kerk bestaat geen zelfstandig de’.ken
en bewust handelen en om deze te bestrijden
heeft men angsten en heksenvoorstellingen,
duivelstoovenarij, Index, vuur en zwaard uit
gevonden en alle redelijk denken verboden De
Paus, vertegenwoordiger van God zelf, is vol
gens Rosenberg de opperste en almachtige
dicijnman in de Kerk enz. enz.
Wie dit alles leest, aldus dr. Wilhelm, ge
looft zijn oogen niet, en toch zijn al deze be
weringen betrouwbare weergaven van de door
Rosenberg geschreven wijsheden.
Nieuw is Alfred's opvatting niet. Door alle
tijden heen heeft men de Kerk met dezen onzin
lastig gevallen. Bekend is b.v. de geschiedenis
van een Bemer boer, een gereformeerde, die
een Capucijner pater uit Sörenberg vroeg urn
zijn boosaardige vrouw.... dood te bidden, het
geen de monnik natuurlijk weigerde, daar h(j
zooiets niet kon en zelfs niet mocht wensenen
het te kunnen. Twee jaar later kwam hij den
monnik weer opzoeken om hem te bedanken en
te beloonen. Zjjn vrouw was n.l. gestorven en
dit kon alleen de pater door zijn gebed hebben
bewerkt. De pater dankte voor de eer, maar
de boer bleef bij zijn vaste overtuiging.
Wie zal dezen onontwikkelder! man hard
vallen om zijn dwaze opvatting? Maar Rosen
berg is een gestudeerd man, een voorman, „de”
groote geestelijke leider van Duitschland, bo
vendien een man, die zegt „de eer” als l et
hoogste goed te beschouwen. Welnu, wanneer
hij *n wereldbeschouwing als het Katholicisme,
dat bijna tweeduizend Jaar voor alle stormen
ongevoelig bleef, dat helden, heiligen, marte
laars en belijders bij honderden voortbracht,
aanvalt, dan zou men van hem mogen ver
wachten, dat hij dit deed op een ridderlijke
wijze en niet op valsche gronden, op toevallige
anecdoten. Dan zou men mogen verwachten,
dat hij de woorden van Kardinaal Faulhaber
in hun juiste beteekenls gebruikt. Dat er inzeke
de aflaten enz. onder de 350 mlllioen Katho
lieken wel eens misbruiken te constateeren zijn,
moest voor een man met gezond verstand toch
geen reden zijn om de zuivere opvattingen der
Kerk, in flagrante tegenspraak met de uit
sonderingen, tot een soort medlcijnman-fi’ojo-
fle te maken. Wanneer Rosenberg te keer wil
gaan tegen het water van het H. Doopsel, dan
zal hij eerst tot de wetenschap moeten raken,
dat het Sacrament des Doopsels zijn genade
niet bepaald afwerpt door de macht van het
water. En dat men in de rijen der nationaal-
soclallsten zoo vijandig staat tegenover de
symbolen in de Katholieke Kerk, moet ieder
een verwonderen, die weet, hoe van de bruin
hemden tot aan den Führer alles in symbolen
zwemt. Rosenberg, de lichtende denker, ziet
het wezen van de Kerk liefst in de uiterlijk
heden. in strijd met de meest elementaire we
tenschap en daardoor valt zijn verachting voor
de religie in haar volle zwaarte op hem zelf
terug.
Kent de Kerk geen zelfstandig doen en den
ken? Laat Herr Rosenberg dan eens naar Kar
dinaal Faulhaber kijken, die als een ware be
lijder tegen een overmacht zijn geloof verde
digt, met een zekerheid en moed, die alle ver
toon van het nationaal-socialisme doen ver-
bleeken. Wat beteekenen eigenlijk, zoo vraagt
Wilhelm, die veertien jaren strijd van de
Nazi's naast een bloedige christenvervolg.ng
van drie eeuwen, zoolang er na die bloevlge
vervolging nog mannen overblijven als de moe
dige Kardinaal die zijn meenlng zegt onder de
oogen van tnillioenen vijanden?
Sprekend over Galilei, Roger Bacon en Co
pernicus, zegt Rosenberg, dat zij een bewijs
vormen van de onmacht der medicijnmannen.
Dus de Catalaansche vrouwen
Hebben nu hetzelfde recht,
Zooals dit reeds voor de mannen
Bij de wet was vastgelegd.
Is dit werk'lijk een vooruitgang,
Kan men spreken van succes?
Is dit Catalagnsche voorbeeld
Voor de wereld soms een les?
t Zelfde recht voor man- en vrouwen
U begrijpt wel, dit beduidt
Voor de vrouwen géén vooruitgang,
Maar een stapje.... achteruit!
Want naar hoflijkheidsbeginsel
Staat de vrouw in 't algemeen
Niet op één lijn met de ntannen,
Doch veeleer als.... nummer één!
Zij heeft doorgaans méér te zeggen,
Zij staat altijd in haar recht.
Dok wanneer de wet bijvoorbeeld
Dit niet eens zoo ronduit zegt!
Want de man mag al ge-recht zijn,
Zij, de vrouw, is de bazin.
En in elk geordend huishou’
Brengt men niets daartegen in!
Dus de 'Catalaansche vrouwen
Zijn ten slotte nog bedot.
Want door haar gelijkberecht zijn,
Zijn haar rechten juist beknót!
't Is de Catalaansche man dus,
Die nu door gelijke macht,
Met het recht zelfs aan zijn zijde,
Hart’Hjk in zijn vuistje lacht!
MARTIN BERDEN
twee donkere figuren
Politle-agenten!
„Wij zoeken Joseph Cardon," zei
hen, „Is hij nog hier?”
Joseph? Maar waarvoor in
Wat? Wegens inbraak?
Het duizelde Pierre. De agenten stapten langs
hem heen naar binnen, waar zij Joseph ar
resteerden.
Alle vroolijkheid was van Joseph's gelaat ver
dwenen. Hij stond verlegen te kijken als een
betrapte schooljongen. Ja, hij had ingebroken,
een pak kleeren en wat geld gestolen.
Maar waarom dan toch?
Joseph zuchtte: „M’n leven lang ben ik een
mislukking geweest." zei pij zacht, „en nu wou
ik eens één keer jullie verrassen, je blij maken.
Ik was zoo graag de teruggekeerde weldoener
van de familie geweest. Niet voor mezelf, maar
voor Jou en de kinderen....”
Toen hij weggeleld was, heerschte er doodsche
t til te. Moeder snikte.
Pierre Cardon zag. dat zjjn portierrpet nog
op de kapstok hing en zijn gezicht stond strak.
het betoog van Wilhelm aanvallen.
Eenige jaren geleden werd opgericht de
Nederlandsche Commissie voor Internationale
Natuurbescherming, welke commissie herhaal
delijk van groote activiteit blijk gaf.
Aan haar streven Is het te danken, dat o. a.
op Sumatra enkele uitgestrekte gebieden als
wildreservaat werden aangewezen, zooals in de
Gajoe- en Alaslanden, groot ongeveer 700.000
H.A..
Dat het werk der Commissie ook bulten ons
land gewaardeerd wordt, moge blijken uit het
feit, dat z. M. Ferdinand, ex-koning van
Bulgarije, dezer dagen als donateur toetrad en
een aanzienlijk bedrag aan de Commissie deed
toekomen.
1 JJ dit blad Zijn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen f bjj levenslange geheels ongeschiktheid t rt werken door f '7Cf) bij een ongeval met f bij verlies van een hand f OC verlies Tin een f Cfi bjj een breuk van bjj verlies van *n
jtsfC u 00 Jlflc O ongevallen verzekerd voor een der volgenae ultkeeringen J «JWlZe” verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen J t <JV,‘ doodslaken afloop f SJ een voet of een oog 1 duim of wijsvinger f «z(/."been of urn! enderen Vlnge-
n -nr
vindt men sombere, geliJkvormlge straten
met nette burgerhuizen, die een wanhopige
poging doen om de verzwegen armoede die ach
ter de gevels heerscht te verbergen. In een van
die straten woonde Pierre Cardon, die de be
scheiden 'functie van portier bij het Pretorla-
hotel vervulde, een derde rangs gelegenheid,
waar de fooien schaarsch zijn. Een jaar of twin
tig geleden zou Pierre niet gedroomd hebben
dat hij eens een dergelijke betrekking zou be-
kleeden, want hij stamde uit een gezeten bur
gerfamilie en had onderwijs genoten aan een
van de vooraanstaande lycea der stad. Het eind
diploma had hij echter nooit behaald, want
een half jaar daarvoor was de slag gevallen die
liun gezin aan den rand van den afgrond bracht.
Nooit had Pierre geweten, of de debacle van
de Russen of de zwendel in ArgentiJnsche pe-
troleumaandeelen het bankroet van zfin vader
hadden veroorzaakt, maar wel wist hij dat zijn
carrière naar de maan was. Eenigen tijd later
was zijn vader gestorven. De slag was te groot
geweest, dan dat hij den moed had kunnen vin
den er zich weer boven op te werken. Op deze
wijze was het huisgezin uiteengerukt en was
het mogelijk dat Pierre twintig jaar later hotel
portier was. Hij had zich zoo goed en roo kwaad
sis 't ging door de moeilijkheden heengeslagen,
had een gezin gesticht en deed zijn uiterste best
om zijn stand op te houden.
Het was nu op een somberen najaarsavond
dat er voor zijn deur een taxi stilhield onge
woon verschijnsel! waaruit een goedgekleed
heer stapte. Even later ging de be. over, terwijl
de auto met veel geraas door de stille straat
verder reed.
Cardon keek zijn vrouw verbaasd aan.
Bezoek? Dat was al heel ongewoon' Wie zou
hen op dit uur van den dag komen opzoeken?
„Tine. ga eens open doen." zei moedei. en
zeventien-jarige blondine liep haastig naar
deur.
Er klonk een zware mannenstem tot in
huiskamer door, dan weer Tine’s hoove geluid
en dadelijk daarop verscheen het meisje weer,
met een kleur van verrassing op het gelaat.
,,'t Is oom Joseph!" riep ze blij uit en een
Joviale mannestem voegde er gul over haar
schouder aan toe:
„Joseph in levenden lijve, al had-le nooit ge
docht dat-ie nog eens In ons heerlijk Parijs zou
terugkomen!” Joseph Cardon kwam de kamer
binnen en drukte zijn broer met een breed ge
baar de hand. Het was even een moment van
ontroering. In geen tien jaar hadden de beide
mannen elkaar gezien. En in dat eene oogen
blik stonden zij weer tegenover elkaar, zooals
zij dat ook jaren geleden hadden gedaan, als
broers die te zamen door het ongeluk waren ge
slagen, als lotgenooten. Maar dat duurde slechts
kort.
Joseph omhelsde zijn schoonzuster en de kin
deren Tine. Charles en Betsy en toen viel het
Pierre opeens op dat Joseph er rijk uitzag.
Zijn kleeren waren van goeden snit en dure
stof, hu zag er welgedaan uit en bewoog zich
met een gratie alsof hij mlllionnalr was.
Toen de eerste emotie voorbij was en de on
verwachte gast het zich gemakkelijk gemaakt
had. kwamen de vragen los. Hoe hij het maakte
en waar hij al dien tijd had gezeten? Waarom
hü niet eens geschreven had? Joseph glim
lachte en haalde een sigarenkoker te voorschijn
.Hier," zei hij tot zijn broer, .steek eerst eens
op! Met een goede sigaar gaat het vertellen een
stuk beter. En JU, Charles," wendde hij zich tot
den vijftien-jarigen zoon des huizes, .ga jij
wat lekkers halen. We zullen het zoo gezellig
mogelijk maken.”
Nadat Charles met een twintigfrancsstuk de
deur was uitgegaan begon oom Joseph:
„Wel. wat zal ik je er eigenlijk van zeggen,
de afgeloopen negen of tien JaAr heb ik in de
koloniën rondgezworven en nu ik rijk genoeg
ben geworden, wel. nu zie Je me weer in Parijs.”
Met groote oogen keken de Cardons hem
aan. Rijk genoeg!
„Nu moet je niet denken, dat ik mlllionnalr
ben, hoor,” lachte oom Joseph, ..zoover is 't nog
niet, maar ik heb genoeg naar mijn zin Zooals
je weet ben ik nooit getrouwd geweest, gezellig
heid heb ik niet veel gekend, maar nu ga ik
mijn schade Inhalen. Ik heb namelijk een plan
In mijn hoofd. Wat zou je er van zeggen als ik
bij jullie mijn Intrek nam. Nee, niet hier! Bul-