VON BETHMANN-HOLLWEG
WifuaL van den Aay
71
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
tapösf
Voet Vaten, en?Wasc/l\
BOOTZ
DECOPD
OUDE GENEVER
££V PAPIEREN VODJE”
DE KEI iiiiiHiiimiininuiHii''^
3.60
Alleabonné
DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1934
Zonnewijzers vroeger
PER LITER
Made in Germany”
De toren van Pisa in
- gevaar?
'NAAR
SPAANSCH
HET
Een dagboek van Tsaar
Nicolaas?
De warmste plaats der
aarde
I
De lange jaren van den oorlog
hebben de tegenstanders
elkaar van alles in de
schoenen geschoven
alRinso
5'
Een flinke gift aan
Zuid-Australië
de zesdaagse he
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN AbLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
l
s
o
o
de
te
heenge-
Von Bethmann Hollweg
AUG. CUYPERS
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
b
den
om
(Wordt vervolgdJ
4
s
5
5
water terecht komen en op jammerlijke wijze
verdrinken. Echter het moest geprobeerd worden
en dus togen we vol Ijver aan den gang.
af. „Ik doe het niet, Bok. het is my te gevaar
lijk,’' zei hjj. „We halen het nooit”.
langs door Cicconetti waargenomen versnelling
heeft gevaarlijke afmetingen aangenomen.
Glcconetti heeft geadviseerd om niet langer
het carillon te bespelen, terwijl ook het bestij
gen van den toren verboden moet worden.
met
Maar al zou
in
Op de helling van het Berghsche
bosch bij 's Heerenberg heeft men
by het grond-delven een zwerfblok
ontdekt, dat een Inhoud heeft van
25 A 30 kubieke meter en dus de
bestaande kelen te Lichtenvoorde
en Amersfoort verre overtreft.
„Krantenbericht”
IHItlIlKIHIIIUIIiimiSHIUIIH
Za-
zjjn
Steenen van intense waarde,
Als de groote Ko-hi-noor,
Komen in den vetten bodem
Van ons vaderland niet voor.
Maar al stralen ook de steenen,
Die wij vinden weinig licht,
Zij vergoeden het gehalte
Door hun reuze-groot gewicht!
En als voorbeeld van zoo’n steentje
Geldt de zeer beroemde kei,
Die voor jaren is gevonden
In de Amersfoortsche hei.
Maar nu maakt een pracht berichtje
In ons vaderland effect,
Want een nog veel zwaarder keisteen
Is bij ’s Heerenberg ontdekt!
Zie daar zitten wij waarempel
Met een keisteen in ons maag.
Hoe dit steentje op te graven
Is voorloopig nog de vraag.
Maar die keisteen moet naar boven!
't Is de grootste, dien men kent,
En men scheppe van dien keisteen
Dan een keisteen-monument!
Want zijn hardheid, zelfs zijn grootte
En zijn steenen kwaliteit
Dient dan voor de nageslachten
Als symbool van.... dezen tijd!
Reina verkleedde zich in een wip, en ging
naar beneden, naar den salon. Het regende nog
altijd hard, en Lorenzo was nog niet gekomen.
Je hebt je vanavond erg mooi gemaakt.
Reina, merkte haar grootvader op, terwijl hjj
een goedkeurenden blik wierp op de fraaie rose
japon van zijn kleindochter.
is. om het grootvader mee te deelen, opdat hij
niet al te veel schrikt.
Jou alleen laten gaan? Wat een Idee' Het
is bijna avond. Neem mijn arm, en Inten we een
beetje doorstappen. Don Juan mag niet onge
rust worden, als je zoo lang uitblijft. Denk je,
dat hl) erg verbaasd ral zijn?
Waarover? Dat ik zoo laat ben?
Neen over dat andere. Dat ik van je
houd, en jij van mij.
Neen, ik geloof niet, dat hij erg verbaasd
zal zijn. Wat ik wél geloof, is, dat we hem een
van den grootste vreugden van zijn leven zullen
bereiden.
Die arme Don Juanl Wat is hy toch goed!
En wanneer, Reina, wanneer zullen we het hem
zeggen?
een
ik
Na veel zwoegen hadden we eindelijk ’n glad
de baan van eenlge honderden meters, om daar
op onzen aanloop te nemen. Eerst beproefden
wij dezen met een kalm gangetje. De baan was
uitstekend. Toen we echter den besllssenden
sprong zouden wagen, sprong Oom van de slede
Jiiiiiiiiiiliiiiniiiiiiiiiii
Eindelijk wist ik Oom te overreden en we be
sloten thans definitief den sprong te wagen. Ik
zou het stuur nemen, want Oom mocht eens op
het nippertje weer weifelen. We namen een
fllnken aanloop. Sneller draaide de motor, nog
sneller, ik gaf thans vol gas. We vlogen tegen
de helling, naderden den top envlogen In
een wijden boog over het water, waarna we in
een glijvlucht aan de overzijde op de sneeuw
vlakte neerkwamen.
Pin
„Wat Is dat nu, Oom," zei ik „Nu we alles
zoo ver In orde hebben, begeeft de moed. Kom
Oom, we moeten toch wagen. We kunnen hier
toch niet blijven. We hebben thans alles te
winnen. Als de sprong gelukt, hetgeen ik zeker
geloof, hebben wy weer een grooten hinderpaal
overwonnen.”
op dit blad rtfn Ingevolge de vereekerlnaavoorwaarden tegen
---1 voor een der volgenae ultkeeringen e/l/l/l/»"’
Reina kuste hem, zonder te antwoorden, en
ging naast* hem zitten, voor het vrooiyk haard
vuur. Een begrijpend zwijgen hield ben beiden
omvat. In het halfduister van de aangren
zende bibliotheek liet een klok helder en lang
zaam acht welluidende slagen hooren.
Vanavond zal er wel niemand uit net dorp
komen prevelde de markies, alsof hy tot zich
zelf sprak. En zelfs is bet mogelijk, dat
Lorenzo opziet tegen bet weer, en ons alleen
laat zitten.
Reina glimlachte raadselachtig, doch gelde
niets. Dan opeens, alsof het de vermoedens van
haar grootvader wilde beschamen, vernam men
het gedrulsch van een auto, die voor de treden
van het kasteel stilhield; en een oogenblik later
kondigde de bediende niet, zooals anders,
.meneer den rentmeester” of .meneer Lorenzo”
aan, maar: „markies Carvajal”. Als Lorenzo
nog eenlgen twyfel had gekoesterd aangaande de
toekenning van dien titel, Jan verdween die nü
geheel en al.
Toen de jongeman markies Aledo met hakke
lende en gevoelvolle woorden bedankt had, toen
het diner was afgeloopen, en zij «tch alle drie
weer om den haard schaarden, toen de stukken
op de schaaktafel werden gezet en Lorenzo
zich gelaten gereed maakte, om met den ouden
man een partytje te spelen, mderwyi Reina
aan de plano haar verrukkelijk spel ontlokken
sou. strekte het meisje beide handen naar haar
grootvader uit, en legde die Uefkoosend op zyn
schouders.
Uit Adelaide wordt gemeld, dat Minister-
President Butler in de wetgevende vergade
ring heeft medegedeeld, dat Sir Langdon Bo-
nython, de vroegere eigenaar van de .Adver
tiser”, die onlangs reeds een bedrag van 50.000
pond had geschonken voor de oprichting van
een juridische faculteit, thans de regeering van
Zuid-Australië een schenking heeft doen toe
komen van 100.000 pond sterling als bydrage
in de kosten van den bouw van een nieuw
parlementsgebouw, dat ter gelegenheid van het
Zuld-Australische eeuwfeest in 1936 zal wor
den ingewyd en in totaal ongeveer 250.000 pond
zal kosten.
Prof. Cicconetti, die gedurende de laatste
vyftien jaar de gedragingen van den scheeven
toren van Plsa heeft gadegeslagen, heeft on
langs by de regeering een rapport Ingediend,
waarin hy constateert, dat gedurende de laat
ste dertien jaar de toren steeds verder is gaan
overhellen, en dat de laatste twee Jaar een ver
snelling in deze beweging was waar te nemen.
De versterkingen, die aangebracht zyn, om
den toren in deze beweging te stuiten, hebben
niet de gewenschte resultaten gehad en de on-
ten en politieversterking laten aanrukken. Ik
moet de aanwezigen verzoeken langzaam de
zaal te ontruimen. Aan de uitgangen zullen al
len gefouilleerd worden, het zal wel wat tyd
in beslag nemen, maar daar is niets aan te
doen Hebt dus wat geduld, dan gaat alles van
een leien dakje.”
Er wordt hier en daar gefloten, maar men
berust in den toestand, er is niets aan te doen.
Ik begeef my naar commissaris Muller, die my
met blydschap de hand drukt. „Wat. jy hier?
Nu. wy zullen den dief dan wel te pakken kry-
gen.” Ik twyfel wel eenigszins aan zyn bewe-
seetseeeesa
r> i
De diefstal op
zy waren by het hek van den tuin Lorenzo
deed het open en Het het meisje voorgaan.
Dikke druppels begonnen nu uit den zwaar-
bewolkten hemel neer te vallen, als de voor
boden van een regenbui, die den heelen dag ge
dreigd had. Het meisje ging den tuin binnen.
Ga niet mee, Lorenzo. Alléén ben Ik In
een paar oogenbllkken thuis.
Met my ook, Reina. Laat my met je mee
gaan.
Neen, want je zult door en door nat wor
den. Ga naar •huls, en kom gauw terug. Ik
denk, dat grootvader je te dlneeren zal vragen,
zooals eiken Donderdag. Als bet biytt regenen,
zal er niemand vandaag komen, uit het dorp,
en zal het niet moeliyk zyn, om een onder
onsje te hebben, als grootvader alleen la....
<Wy danken den schryver voor zyn interes
sante aanvulling van ons artikel over: „Beth
mann Hollweg. De schryver had willen doen
uitkomen, dat het woord van het beruchte
„vodje papier” niet in de eerste oorlogszittlng'
van den Ryksdag was gevallen, zooals tydens
en na den oorlog altyd werd herhaald. Red.).
Het Sovjet-tydschrift „Rood Archief” pubH-
ceert geschriften, welke, naar het blad be
weert, het dagboek zyn van Tsaar Nicolaas. Dit
dagboek is nog nooit gepubliceerd.
Het zou dp persooniyke houding van
Tsaar onthullen ten opzichte van de gebeurte
nissen die tot den wereldoorlog leidden.
Het blad beweert, dat het dagboek alle ver
zinsels uit de wereld helpt, volgens welke de
Tsaar tot het laatste oogenblik gedacht heeft
het begin der vyandeiykheden te kunnen ver
hinderen.
„Pirulo” bestuurde, In Ruiselares, en jy me
toelachte van je plaats aan den achtersteven.
Wat een zalig visioen, die dagen! Ik zweer Je,
dat ik gelukkig zal zijn met je vriendschap, en
niets anders zal verlangen.
Je bent met weinig tevreden Ik verlang
méér. Vriendschap stilt niet den honger van
myn hart, dat om liefde vraagten het
komt me voor. Lorenzo, dat ik al lang genoeg
gewacht heb en dat ik al méér gezegd heb,
dan myn fatsoen als vrouw me toestaat.
Reina! Ben Je werkelyk in staat....? sta
melde Lorenzo, terwyi hy Juist voor de laan
bleef staan, die naar zUn huls voerde.
Tot wat? Om den slechten smaak te heb
ben, om verliefd te worden op Lorenzo Car
vajal een heel goed en knap en werkzaam
jongmensch, en een heel....
Reina!
Nu ja, Ik geloof het allemaal wel. Dien
slechten smaak heb jy cok gehad, om verliefd
te worden op my, die toch een heel onbedui
dend persoontje ben.
Bedenk je wel goed, wat je zegt. Reina?
zei Lorenzo, met een straal van vreugde In zyn
oogen, die het meisje maar al te duldeiyk den
omvang van zyn liefde openbaarde.
Wat praat Je toch onzin, Lorenzo! Waar
heb jy ooit gelezen, dat Je liefde „denkt’Die
„voel” Je, en dat Is voldoende. En nu zeg Ik
geen enkel woord meer over dit onderwerp,
daar het resultaat is, dat ik net ben, die aan
zoek doe, lachte Reina vrooiyk. Ga jy naar
je huis, dan ga Ik naar myn huls, en zal Ik er
onderweg over nadenken, wat de beste manier
king met de verschrlkkeiyke gebeurtenis van
een EngelschDultschen oorlog het neutrali
teitsverdrag toch maar een vodje papier, a scrap
of paper was.”
Zelf noemt Bethmann dat woord een ,,Rnt-
gleisung”. Inderdaad! Zelden heeft men den
vyand suggestiever propagandamateriaal in de
hand geduwd dan met dit woord. Natuuriyk
werd er door de geallieerden een dankbaar ge
bruik man gemaakt. En het bleef sindsdien een
ironische en bloedige arabesk op het beeld der
Dultsche trouw, dat ons telkens met zooveel
nadruk voor oogen werd gesteld.
van alle blameerende oorlogsmémoires
Duitschland een nieuwe brandstapel worden op
gericht, het onweersprekeiyke feit biyft onge
zoend bestaan, dat het „vodje papier" geen
„Engelsche oorlogsuitvindlng”, maar wel dege-
lyk authentiek „made in Germany” is.
iets onwillekeurigs en sterker dan myn gezond
verstand, jy was voor my het leven.... Q, de
illusie, waarmee ik die reis naar Madrid onder
nam! Ik had Souza wel kunnen neerslaan, toen
ik hem zoo voortdurend naast Je zag. Myn
Jaloezie maakte me gek. En toen ik hier weer
terug was, en na verloop van tyd het raadsel
werd opgelost, en ik toenadering tot Je zocht,
om te trachten, weer een plaatsje in je hart te
veroveren, hield je me op een afstand met je
onverschilligheid.
Ik volgde de gedragsiyn, die je dien
avond voor me hadt uitgcstippeld. Bovendien
ging je heelemaal op in Isabel Lugue.
Ik had met ieder ander meisje groot kun
nen zyn, Reina, teleurgesteld als ik was, en ver
langend, om myn nederlaag te verbergen. Ik
,JO*r, mynheer, men behoeft slechts de
kranten te lezen of een ander detective
verhaal, om een kleinen indruk te krygen van
hetgeen u zoo al moet beleven.”
„Fantasie, juffrouw, niets dan fantasie....”
„Neen, neen,” verdedigde zich de jonge dame.
,.U moet niet zoo bescheiden zyn: vertelt u ons
bever lets van hetgeen u in uw beroep be
leefd hebt.”
„Ja, Ja,” riepen nu verscheidene gasten, „ver
tel ons toch wat.”
De detective haalde de schouders op en ant
woordde: „Ik zou niet weten wat te vertellen
en u maar vervelen.” Maar de gasten Heten
hem niet met rust. Hy dacht een oogenbUk na
en zei: „Goed dan, als u het toch absoluut wilt
Maar u moet het zelf weten, als myn verhaal
u niet bevalt, u hebt my tot vertellen gedwon-
gin.”
Iedereen aan tafel zette zich op zyn gemak
te luisteren Naar de bonbonschsaltjes werd
niet meer omgekeken, de wynglazen bleven ge-
vu<d staan, niemand raakte iets aan.
Het was bij de zesdaagsche in het Sport
paleis. De zaal was tot de laatste plaats bezet
en het publiek enthousiast. Vooraan in de loge
zaten de kopstukken van sport en filmwereld
en in het midden van de balustrade de filmster
Xenia Y. Om haar hals prykte haar beroemd
paarlensnoer van onschatbare waarde Naast
laar zat de directeur van het Sportpaleis en
voor elk van haar woorden had hij een buiging
over. Ja. de avond beloofde goed te worden
Een orkest zorgde mede voor de stemming en
het geroep en gejuich overstemde soms de mu
ziek. Opeens vloog een der renners er tusschen
uit en maakte in een enkel oogenblik 50 meter
voorsprong. Zijn partner loste hem prachtig in
rtyl af en het publiek begon te joelen, te
schreeuwen Het lawaai was oorverdoovend en
ik, die voor den eersten keer zoo iets meemaak
te. was er wel wat verbysterd door. Een kop
pel van de zwakkeren gaf het op. De een was
van zyn fiets gestapt en wilde die naar de neu
trale zone brengen, waar zyn partner hem
stond te wachten. Maar eer hij zoover kwam,
caramboleerde hy met een ander, men hoorde
kraken, knarsen, doffe slagen. De nakomen
v logen er op los en weldra lag een wild
kluwen van fietsen en menschen zich op den
grond te wentelen. Het gejuich in de zaal ver
stomde en was overgegaan in een kreet van
ontzetting, hoewel eigeniyk niemand precies
wist wat er gebeurd was. Opeens ging het elec-
trisch licht uit. Een oogenblik van doodsche
stilte volgde, dra onderbroken door een vreeae-
-Uken gil die door merg en been drong. Maar
na een paar minuten vlamde het licht weer op.
Op de br.an was de toestand veranderd, de ren
ners hadden zich uit den hoop weten los te
maken, voorzichtig betastten zij hun ledematen
en een paar wilden weer op hun flets stappen,
hoewel er bewustelooze kameraden naast hen
lagen, die door de bedienden werden wegge
dragen. Maar.... wat is dat?
Myn blik valt op de groep voor my in de
loge. De filmdiva leunt als verdoofd in haar
zetel, de directeur en andere sportlieden staan
om haar heen. Opeens springt zy op en gilt
met den schellen hyaterischen kreet van een
wanhopige„Myn parelen in de duisternis
zyn ze my ontrukt. Ik moet myn parelsnoer
terug hebben-... mijn parelen....”
Niemand klikt meer naar de renners op de
baan, allen turen naar de loge, waar de dikke
poUtie-commlssaris Muller.... een goede be
kend* van myden directeur aan den arm
grypt en eenlge woorden met hem wisselt. Mul
ler springt dan op de balustrade en roept met
stentorstem: „Stilte, stilte!"
Spoedig is het rumoer verstomd en is zyn
stem duldeiyk in de zaal te hooren. ..Dames
en heeren. er bevindt zich een dief in ons mid
den, juffrouw Xenia Y is haar kostbaar parel
snoer ontrukt. Ik heb alle uitgangen laten alui-
brengen.
gewonde renners
T T w beroep moet toch wel interessant, maar
IJ ook gevaariyk zijn," aei een allerliefste
jonge dame tot haar tafelheer.'
De bekende rechercheur glimlachte en ant
woordde: „Niet altyd, juffrouw. Ik geloof in
tegendeel. dat u zeer teleurgesteld zou zyn, als
u een enkelen dag ons beroep zou moeten uit
oefenen.”
Maar zoo zal het beter zyn, omdat we hem dan
alles kunnen vertellen.
Reina, ik geloof, dat Ik droom....
Neen, dwaas, Je bent heelemaal wakker.
Lorenzo boog zich over haar blanke hand,
en hield die vol eerbied in de zyne, zonder ze
evenwel te durven kussen. Daar de regen nu
krachtig begon neer te komen, maakte Reina
zachtjes haar hand los, en verdween in den
tuin, terwyi ze het op een loopen zette als een
klndL Carvajal bleef op de grens tusschen den
tuin en het park staan, ongevoelig voor den
regen, en den wind, en de koude van dien
ongezelllgen avond. Hy leefde slechts met zyn
gedachten, die een en sl Ucht en vrooHjkheid
waren. Zooals alle In zich zelf gekeerde karakters
sloot hy zyn geluk héél diep In zyn binnenste,
en genoot het daar, vol eerbiedige vreugde.
Toen de regen in kleine stroompjes over zyn
jas viel, en hem tot de werkelijkheid terug
bracht, zuchtte hy diep, en streek met zyn
hand over zyn oogen, waar Iets vochtigs hem
het zien belette (regen of tranen?) Dan
wendde hy zich bruusk om, In de richting van
zyn huls, tot snelheid aangezet door het ver
langen, om weer gauw by Reina terug te
wezen.
Wanneer wy in de achter ons liggende heete
dagen ons vaak over het weer beklaagden en
de temperatuur „ondraagiyk” heet noemden,
dan werkte het direct afkoelend, wanneer wy
eraan dachten, dat wy. wat hitte betreft, eigen-
lyk heelemaal niet mee kunnen spreken. Ver
plaatsen we ons eens naar de heetste streek der
wereld, het Dal van den Dood In CaUfomlë.
De temperatuur daar Is ongeveer 69 tot 70
gr. C. In de schaduw. Zelfs te middernacht is
de temperatuur nog ongeveer 50 gr.
Blanken kunnen niet lang in dit kUmaat le
ven. De omgevende bergen noemt men de kerk-
hofbergen. In die streek wordt *n groot gedeelte
va nde borax der geheele wereld gewonnen en
de arbeiders kunnen zich In de zomerhitte niet
anders helpen dan in stroomend water te
slapen.
Ook het beruchte koortsgebied aan de Per
zische Golf is voor Blanken te heet. De ber
gen bestaan uit kale rotsen en zyn In den zo-
mertyd niet te beklimmen. De rots is zoo heet,
dat stevige solen doorbranden.
heb je al gezegd, dat je het me vergeven moet.
Neem me weer op in Je vriendschap, Relna.
Geef me niet je liefde, want ik begryp, dat het
dwaasheid en een hersenschim is, >m daar naar
te dingen.... Ik ben zoo weinig zaaks voor
Jou
En bovendien zou Je trots Je beletten,
om wat aan een vrouw te danken te hebben,
hé?
- Waar myn trots is, weet ik byna niet
meer, geloof me. Zóó verliefd ben Üt. Relna.
Myn trots sou het zeker te na komen, om de
gunst van je liefde te mogen ontvangen. Maar
Ik begryp, dat Je na het gebeurde niet van me
kunt houden. Het uur der Illusie is wellicht
voorbU, waarin onze harten elkaar verstonden.
Wees myn vriendin, alleen maar myn vrien
din, als In die heeriyke dagen, waarin Ik de
p
Zonnewyzers vond men vooral by de oude
Grieken en Romeinen. Zy bestonden meestal uit
een grooten steen met een half kogelvormige uit
holling, in het middelpunt waarvan een dunne
stang geplaatst werd. De schaduw van die staaf
wees het uur aan.
Dergeiyke zonnewyzers bevonden zich, op de
pleinen te Rome en andere Romelnsche steden.
Om dus te zien hoe laat het was, moest men
zich daarheen begeven. Want slechts in een
heel klein aantal gezinnen had men een wa
ter-, oUe- of zand-klok.
Pas later, toen er klokken met tandraderen,
gewichten of veeren kwamen, werden de zonne
wyzers op den achtergrond gedrongen, zy ver
dwenen echter niet heelemaal, want zy dien
den Immers ook nog voor decoratieve doelein
den. Er waren zonnewyzers van de meest ver
schillende uitvoeringen. Als schaduwwerper, die
de uren aangaf, gebruikte men een staaf, een
driehoek of een snoer. Zeer dikwyis heeft de
zonnewyzer den vorm van een schyf of van een
ring, die dan op gelyke afstanden van strepen
voorzien was.
In Peking is nog een prachtige oude zonne
wyzer. Draken van smeedyzer dragen de ringen
van den zonnewyzer, die in het midden ge
plaatst is.
Ook In Duischland werden zeer mooie en eigen
aardige zonnewyzers vervaardigd. Rond 1500
had men daar ivoren zonnewyzers in étui. Zoo-
dat men ze op reis mee kon nemen. Zy konden
op de verschillende breedte-graden Ingesteld
worden.
We konden thans één middel beproeven cm
met de slede aan den overkant te komen. Van
ysblokken zouden we een oploopende helling
kunnen maken en door deze met volle vaart te
beklimmen, zouden we als het ware over den
top heensprlngen, waarna we aan de andere
zyde van het water zouden terechtkomen. Het
was een zeer gevaariyk experiment, want indien
onze snelheid niet groot genoeg was, of de af
stand te breed, zouden we onherroepeiyk in het
maar ik
spoor.
op m’n
wil vol-
-j—ezer dagen werden de lezers van dit
I I blad verrast met een aardig artikel over
v, Bethmann Hollweg, den Dultschen
Rykskanselier gedurende de eerste Jaren van
den Wereldoorlog. De ongenoemde schryver
van dat artikel biykt goed in zyn onderwerp
thuis te zyn; alleen tegen het einde zegt hy
een onjuistheid, die om correctie vraagt.
Naar aanleiding van den wederrechte-
Qjken Dultschen inval in België herinnert de
schryver aan Bethmanns betoog van „Not kermt
keln Gebot” en aan de algemeene verontwaar
diging in Europa; maar, zegt hy, „het zoo be
rucht geworden woord, dat het Belgische ga-
rantieverdrag ten slotte maar een „Fetzen Pa
pier” (papieren vodje) was, is In waarheid door
hem nooit gesproken. Dit was een Engelsche
oorlogs-ultvlnding.’’
Zeker hebben tydens de lange Jaren van den
grooten oorlog de belHgerenten elkaar van alles
in de schoenen geschoven, maar de „Fetzen Pa
pier” behoort daar niet toe; als wy iets met ze
kerheid weten, dan is het dat de Dultsche
Rykskanselier deze woorden heeft gebezigd over
de garantie van de Belgische neutraliteit. De
omstandigheden, waaronder dat gebeurde,
staan eens voor altyd geboekstaafd.
Toen Duitschland aan België het beruchte
ultimatum had gesteld en door Koning Albert
daarop het fiere antwoord was gegeven, dat hy
den bitteren oorlog verkoos boven de eerloos
heid, kreeg de Britsche ambassadeur in Beriyn,
Sir Edward Goschens, van zyn regeering op
dracht een ultimatum te overhandigen: zou
Duitschland niet onverwyid de reeds in België
binnengedrongen troepen terug roepen en de
gegarandeerde neutraliteit van den kleinen
buurstaat eerbiedigen, dan moest Engeland te
gen Duitschland in het kryt treden. De Duit-
sche staatssecretaris van Buitenlandsche
ken, von Jagow, verklaarde hierop, dat
land geen anderen strategischen uitweg zag dan
de Invasie van België; aan het Duitse he krijgs
plan viel niets meer te veranderen.
Na dit antwoord begaf Goschen zich naar
den Rykskanselier, v. Bethmann Hollweg. Deze
bleek zeer ontsteld over het Britsche ultimatum.
Geen sterveling had verwacht, dat Engeland
werkeloos zou toezien, wanneer België in den
oorlog betrokken werd; alleen de kanselier van
het Dultsche Ryk had zich biykbaar gevleid
met de hoop, dat Londen slechts een platonisch
protest zou laten hooren. Vandaar zyn opwin
ding, toen de stem der nuchtere maar dreigen
de werkeiykheid hem in de ooren klonk. Beth
mann houdt een lange toespraak tot Goschen.
waarin hy het besluit der Britsche regeering al-
lerverschrlkkeiykst noemt; neutraliteit is im
mers maar een woord en men heeft er in oor-
logstyd zoo dikwyis geen rekening mede gehou
den! Zou Engeland nu voor een „vodje papier”
oorlog gaan voeren tegen een stamverwant volk,
dat niets liever wilde dan in vriendschap met
Groot-Brittannië te leven?!
Goschen heeft het al te openhartige woord
onthouden en rapporteert het aan minister
Grey in zyn verslag der besprekingen. Weldra
werd het daarop wereldkundig door de pubUca-
tte in het eerste Engelsche Blauwboek, onder
No. 160 (later oa. herdrukt tn de British Do
cuments on the Origins of War, Deel XI, no.
671).
Het gesprek van Goschen en Bethmann werd
onder vier oogen gevoerd en dus zou men Go
schens verslag kunnen wraken, wanneer men
niet beschikte over de bekentenis van Beth
mann. Die bekentenis hebben we, habemus reum
confltentem! In het ook door den schryver van
het vermelde artikel geciteerde werk,
„Betrachtungen zum Weltkriege’’ (Deel L P
160 noot) vertelt Bethmann: „Ik heb by Go
schens bezoek In krachtige bewoordingen ge
sproken over de wereldramp, die ml. het nood-
zakeiyk gevolg moest zyn van Engelands deel
neming aan den oorlog; en toen Sir Edward
Goschens herhaaldelyk de neutraliteit van Bel
gië als het beslissende punt te berde bracht,
heb ik ongeduldig uitgeroepen, dat in vergeiy-
ring;
heb
dat
eentje
gen. Ik wend my
tot den directeur,
die bezig is
bewustelooze
filmster by
„Waar zyn de
bracht?” vraag ik hem.
„Die worden op het oogenbUk in onze zieken
kamer door den dokter verbonden.”
Hy geeft my een piccolo mee om my er heen
te brengen. Op weg naar de ziekenkamer over
dacht ik nog eens alle omstandigheden. Op het
cx^genblik. dat het electrische licht weer op
vlamde. viel het my op. dat de partner van den
renner, die den stryd had opgegeven, onder de
gevallenen lag, hoewel hy te voren zich op de
neutrale zóne bevond Hoe kon dat? Dat vond
•k vreemd. Toen nu Xenia Y begon te gillen,
kwam het als een bliksemstraal in myn geest
op: De kortsluiting en de diefstal stonden met
elkander in verband, maar het ongeluk in de
tenbaan kwam eigeniyk te vroeg. Toch hadden
de misdadigers de omstandigheid weten te be
nutten, dat de diva vlak aan den rand van de
loge gezeten was. De renner in de neutrale
zóne had haar het parelsnoer ontrukt en was
toen als gewond onder de anderen gaan liggen.
Daar zou men geen dief of geen parelsnoer
zoeken. Het was echter zyn ongeluk, dat de
botsing in de baan te vroeg was gekomen en ik
zoodoende gezien had. dat hy heelemaal niet
onder de verongelukten kon gerekend worden.
Toen ik in de ziekenkamer kwam, waren twee
dokters reeds bezig met verbinden Ik vroeg
bun zachtjes of er niet iemand by was, die
maar heel Ucht of misschien niet gekwetst was.
zy wezen my naar een hoek, waar iemand op
een bed lag en klaarblljkeiyk bewusteloos was
Met enkele woorden verzocht ik de deur af te
sluiten. Toen ik den man naderde, werd hy on
rustig, sprong uit het bed en yide naar het
venster, waar hy zyn beenen over de venster
bank slingerde en naar beneden sprong. Ik zag.
oat hy op een lager gelegen dak te land was
gekomen en nu greep my de eerzucht aan. ik
tprong ook uit het venster en nu begon een
dolle Jacht over de daken. De kerel ontwikkelde
een vlugheid en vermetelheid, die zich door niets
1‘eten tegenhouden, zoodat ik byna de jacht
opgaf. Toen zag ik, dat hy bleef staan en als
wanhopig om zich heen kdek. Hy kon geen
Uitweg meer vinden. Met de geladen revolver
in de hand snelde ik op hem toe. maar met een
reuzenzwaai sprong hy in de diepte beneden
ons. Daar was de spoorbaan en juist denderde
een trein voorby. Met handen en voeten had
de dief zich op het dak van een der wagons
vastgeklemd. Zonder my een oogenbUk te be
zinnen, sprong ik hem na. greep naar een stang
uf iets, waaraan ik my kon vastklemmen, vond
niets, gleed weg
,,En toen?” fluisterde de allerliefste jonge
dame, terwyi het geheele gezelschap ademloos
zat te luisteren.
„En toen,” zei de rechercheur, terwyi hy haar
lachend aanzag. „werd ik wakker, want myn
wekkerklokje maakte een spektakel dat hooren
en zien vergingen Kunt u begrijpen, hoe biy ik
was. dat het maar een droom was geweest?”
Al de aanwezige dames waren verontwaar-
c’igd, dat zy zoo beet genomen waren, maar
I langzamerhand moesten zy toch lachen vooral
toen al de heeren verzekerden, dat zy bet wel
gedacht hadden.
vhw.-w._~s,» o o -o-wr - .jvenslange geheele ongeschiktheid t»t werken door f *7^/1 by een ongeval met O £7) by verlies van een hand f 1 oy verlies van een f Cfi by een breuk van Z^/l by verlies van *n
^ongevallen verzekerd voor een der volgenae ultkeeringen «J V verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen doodelyken afloop f A een voet of een oog f 1 Si v» luim of wysvlnger «J(Z»~been of arm J 7r(/e“ anderen vinger
Om Jou heb ik veel geleden en ge
weend Lorenzo. Ik had nooit gedacht, dat Je
zóó blindelings de praatjes van den eersten
den besten zou aannemen, en me veroordeelen,
zonder me zelfs bet recht toe te kennen, om
me te verdedigen. Waarom heb je me niet
om een nadere verklaring gevraagd? Ik zou je
die gegeven hebben, en de moeliykheid zou
zonder méér opgehelderd zyn geweest. En al die
maanden van verwydering zouden we ons be-
spaard hebben.
Reina, zeg dat niet! riep Lorenzo harts-
tochteiyk uit. Je moet die helsche foltering
niet kennen, die Jaloezie heet, om te denken,
dat ik dien rampzaligen evond J staat kon zyn,
om behooriyk myn gedaenten by 'Ikaar te
hebben. Mendizébal zei me. dat Je ging
trouwen met Souza. En zyn zuster bevestigde
het. Dat was voor mU els een dolksteek, Relna,
want Ik had de stommiteit begaan vergeef
me, Relna, ik was dwaas en vermetel genoeg
•eweest, om op Jou verliefd te werden als een
•ohooUoneen. Vergeef ftet me, ja. Die 4efde wm
5
5
5
0
5
0
5
5
0
0
o
o
5
0
15
S
5
0