VON BETHMANN-HOLLWEG
<Ketu&Aaal uandcndag
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
Gelouterd
iêpasf
BÓOTZ
Dool Vatoor jw&UXiscA'\\
Qins
DCCODD
OUDE GENEVER
e
xasTsssus: f3000.ver lies* van'teode *iuTnenr^>" de* beenen* óf betas'^ogen ZiSö.” doodeiyken* afloop een voet at een oog f!2S.luim of wijsvinger f 40»“ anderen* vdngae
EEN PAPIEREN VODJE”
3.60
DEKEI
DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1934
Zonnewijzers vroeger
„Made in Germany”
De toren van Pisa in
gevaar?
SPAANSCH
HET
NAAR
i De diefstal op
de zesdaagsche
I
Een dagboek van Tsaar
Nicolaas?
De warmste plaats der
aarde
j "W' i
jo Rinso
De lange jaren van den oorlog
hebben de tegenstander»
elkaar van allee in de
schoenen geschoven
Een flinkë^gift aan
Zuid-Australië
--PER LITER
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
de
te
heenge-
v Von Bethmann Hollweg
r.000 pond
AUG. CUYPERS
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
It
U1
(Wordt vervolgd.)
l
met
Maar al zou
in
water terecht komen en op Jammerlijke wijze
verdrinken. Echter het moest geprobeerd worden
en dus togen we vol Uver aan den gang.
af. „Ik doe het niet, Bok. het Is mij te gevaar
lijk," aei hjj. „We halen het nooit".
maar
een
ik
op
wil
langs door Cicconetti waargenomen versnelling
heeft gevaarlijke afmetingen aangenomen.
GicconetU heeft geadviseerd om niet langer
het carillon te bespelen, terwijl ook het bestij
gen van den toren verboden moet worden.
Op helling van het Berghsche
bosch bij *s Heerenberg heeft men
by het grond-delven een zwerfblok
ontdekt, dat een inhoud heeft van
25 30 kubieke meter en dus de
bestaande kelen te Lichtenvoorde
en Amersfoort verre overtreft.
„Krantenbericht”
Reina verkleedde zich In een wip, en ging
naar beneden, naar den salon. Het regende nog
altyd hard en Lorenzo was nog niet gekomen.
Je hebt je vanavond erg mooi gemaakt.
Reina. merkte haar grootvader op, terwijl hU
een goedkeurenden blik wierp op de fraaie rose
japon van zijn kleindochter.
aan,
nog
toeki
m, zonder te antwoorden, en
Itten, voor het vrooiyk haard-
and zwygen hield hen beiden
halfduister van de aangren-
lint een klok helder en lang-
Id^pde slagen hooren.
wel niemand uit net dorp
arkles. alsof hij tot zich-
üfs la het mogeiyk, dat
het weer, en ons alleen
Dan
van
ver-
brengen.
renners
zooals eiken Donderdag. Als het biytt regenen,
zal er niemand vandaag komen, uil het dorp,
en aal het niet moeliyk syn. om een onder
onsje te bobbery als grootvader alleen la....
is. om het grootvader mee te doelen, opdat hij
niet al te veel achrikt.
Jou alleen laten gaan? Wat een idee' Het
la byna avond. Neem myn arm, *m jiten we een
beetje doorstappen. Don Juan mag niet onge
rust worden, als je zoo lang uitblyft. Deuk je,
dat hij erg verbaasd ral zijn?
Waarover? Dat Ik zoo laat ben?
Neen over dat andere. Dat ik van ja
noud, en JU van my.
Neen, Ik geloof niet, dat hy erg verbaasd
zal zyn Wat ik wèl geloof, is. dat we hem een
van den grootste vreugden van zijn leven sullen
bereiden.
Die arme Don Juan! Wat is hij toch goed!
En wanneer, Reina, wanneer sullen we het tem
zeggen?
Na veel zwoegen hadden we etndeiyk *n glad
de baan van eenlge honderden meters, om daar
op onzen aanloop te nemen. Eerst beproefden
wy dezen met een kalm gangetje. De baan was
uitstekend. Toen we echter oen beslissenten
sprong zouden wagen, sprong Oom van de slede
„Wat la dat nu, Oom,” zei ik „Nu we alles
zoo ver in orde hebben, begeeft U de moed. Kom
Oom, we moeten toch wagen. We kunnen hier
toch niet biyven. We hebben thans alles te
winnen Als de sprong gelukt, hetgeen ik zeker
geloof, hebben w(j weer een grooten hinderpaal
overwonnen."
Elndeiyk wist Ik Oom te overreden en we be
sloten thans definitief den sprong te wagen. Ik
zou het stuur nemen, want Oom mocht eens op
het nippertje weer weifelen. We namen een
flinken aanloop. Sneller draalde de motor, nog
sneller, ik gaf thans vol gas. We vlogen tegen
de helling, naderden den top en.... vlogen In
een wyden boog over het water, waarna we in
een glijvlucht aan de overzyde op de sneeuw
vlakte neerkwamen.
We konden thans één middel beproeven cm
met de slede aan den overkant te komen. Van
Ijsblokken zouden we een oploopende helling
kunnen maken en door deze met volle vaart te
beklimmen, zouden we als het ware over den
top heenspringen. waarna we aan de andere
zyde van het water zouden terechtkomen. Het
was een zeer gevaariyk experiment, want indien
onze snelheid niet groot genoeg was, of de af-
Reina kuste 'jie
ging naast hem 4
vuur. Een begryp
omvat. In het
zende bibliotheek
zaam acht wellu
Vanavond zal et
komen prevelde de ik
zelf sprak. En z»
Lorenzo opziet tegen
laat zitten.
Reina glimlachte raadselachtig, doch zeide
niets. Dan opeens, alsof het de vermoedens van
haar grootvader wilde beschamen, vemam men
het gedrulach van een auto, die voor de treden
van het kasteel stilhield; en een oogenbllk later
igde de bediende niet, zooals anders,
leer den rentmeester" of .meneer Lorenzo”
nihar: .markies Carvajal”. Ms Lorenzo
-enigen twijfel had gekoesterd aangaande de
inning van dien titel, dan verdween die nü
el en al.
Toen de jongeman markies Aledo met hakke
lende en gevoelvolle woorden bedankt had, toen
bet diner was afgeloopen, en zy «ach alle drie
weer om den haard schaarden, toen de stukken
op de schaaktafel werden gezet en Lorenzo
zich gelaten gereed maakte, om met den ouden,'
man een partytje te spelen, mderwyi Reina
aan de plano haar verrukkelijk spel ontlokken
sou. strekte het meisje beide handen naar baar
grootvader uit. en legde die Liefkoozend op zyn
schouders.
opgaf. Toen zag ik, dat hy bleef staan en als
wanhopig om zich heen keek. Hy kon geen
uitweg meer vinden. Met de geladen revolver
in der hand snelde ik op hem toe, maar met een
reuzenzwaai sprong hy in de diepte beneden
ons. Daar was de spoorbaan en juist denderde
ten trein voorby. Met handen en voeten had
de dief zich op het dak van een der wagons
vastgeklemd. Zonder my een oogenbllk te be
zinnen, sprong ik hem na, greep naar een stang
Steenen van intense waarde,
Als de groote Ko-ht-noor,
Kamen in den vetten bodem
Van ons vaderland niet voor.
Maar al stralen ook de steenen,
Die wij vinden weinig licht,
Zij vergoeden het gehalte
Door hun reuze-groot gewicht
En als voorbeeld van zoo’n steentje
Geldt de zeer beroemde kei,
Die voor jaren is gevonden
In de Amersfoortsche hei.
Maar nu maakt een pracht berichtje
In ons vaderland effect,
Want een nog veel zwaarder keisteen
Is bij 's Heerenberg ontdekt!
Zie daar zitten wij waarempel
Met een keisteen in ons maag.
Hoe dit steentje op te graven
Is vobrloopig nog de vraag.
Maar die keisteen moet naar boven!
‘t Is de grootste, dien men kent,
En men scheppe van dien keisteen
Dan een keisteen-monument!
Want zijn hardheid, zelfs zijn grootte
En zijn steenen kwaliteit
Dient dan voor de nageslachten
Als symbool van.... dezen tijd!
weend Lorenzo. Ik had nooit gedacht, dat Je
zóó blindelings de praatjes van den eersten
den besten zou aannemen, en .ne 'eroordeelen,
zonder me zelfs het recht toe te kennen, om
me te verdedigen. Waarom heb je me niet
om een nadere verklaring gevraagd? Ik zou je
die gegeven hebben, en de moeliykheld zou
zonder méér opgehelderd zyn geweest. En al die
maanden van verwUderlng zouden we be-
«paard hebben.
Reina, zeg dat niet! riep Lorenzo harts-
tochteiyk uit. Je moet die helsche foltering
niet k - - - - -
dat Ik
Vit Adelaide wordt gemeld, dat Minister-
President Butler In de wetgevende vergade
ring heeft medegedeeld, dat Sir Langdon Bo-
nython. de vroegere eigenaar van de .Adver
tiser", die onlangs reeds een bedrag van 50.000
pond had geschonken voor de oprichting van
een juridische faculteit, thans de regeering van
Zuid-Australië een schenking heeft doen toe
komen van 100.000 pond sterling als bydrage
in de kosten van den bouw van een nieuw
parlementsgebouw, dat ter gelegenheid van het
Zuid-Australische eeuwfeest In 1936 ?al wor
den Ingewyd en in totaal ongeveer
zal kosten.
Prof. Cicconetti, die gedurende de laatste
vyftien jaar de gedragingen van den scheeven
toren van Pisa heeft gadegeslagen, heeft on
langs by de regeering een rapport ingediend,
waarin hy constateert, dat gedurende de laat
ste dertien jaar de toren steeds verder is gaan
overhellen, en dat de laatste twee Jaar een ver
snelling in deze beweging was waar te nemen.
De versterkingen, die aangebracht zyn, om
den toren in deze beweging te stuiten, hebben
niet de gewenschte resultaten gehad en de od-
uf iets, waaraan ik my kon vastklemmen, vond
niets, gleed weg....”
,.En toen?” fluisterde de allerliefste jonge
dame, terwyi het geheele gezelschap ademloos
zat te luisteren.
„En toen,” zei de rechercheur, terwyi hy haar
lachend aanzag, „werd ik wakker, want myn
wekkerklokje maakte een spektakel dat hooren
en zien vergingen Kunt u begrijpen, hoe biy ik
was, dat het maar een droom was geweest?”
Al de aanwezige dames waren verontwaar
digd. dat zy zoo beet genomen waren, maar
langzamerhand moesten zy toch lachen vooral
toen al de heeren verzekerden, dat zy het wel
gedacht hadden.
iets onwillekeurigs en sterker dan myn gezond
verstand, jy was voor my liet leven.... O. de
illusie, waarmee ik die reis naar Madrid onder
nam! Ik had Souza wel kunnen neerslaan, toen
ik hem zoo voortdurend naast Je zag. Myn
Jaloezie maakte me gek. En toer. ik hier weer
terug was, en na verloop van tyd het raadsel
werd opgelost, en Ik toenadering tot Je zocht,
om te trachten, weer een p'aatsje In je hart te
veroveren, hield Je me op een afstand met je
onverschilligheid.
Ik volgde de gedragsiyn. die je dien
avond voor me hadt ultgcstlnpeld. Bovendien
ging Je heélemaal op in Isabel Lugue.
Ik had met leder ander meisje groot kun
nen zyn. Reina, teleurgesteld als ik was, en ver
langend om myn nederlaag te 'erbergen. Ik
heb je al gezegd, dat Je het me vergeven moet.
Neem me weer op In je vriendschap, Rema.
Geef me niet Je liefde, want ik Uegryp. dat het
dwaasheid en een hersenschim is. m oaar naar
te dingen.... Ik ben zoo weinig zaaks voor
jou....
En bovendien zou je trots je beletten,
om wat aan een vrouw te danken te hebben,
hé?
Waar mUn trots te, weet ik byna niet
meer, geloof me. Zóó rlieft! ben Ik Reina.
Myn trots sou het zeker te na komen, om d-
gunst van Je liefde te mogen ontvangen. Maar
Ik begryp, dat Je na het gebeurde niet van me
kunt houden Het uur der Uuüe te wellicht
voorby, waarin onze harten elkaar verstonden.
Wees myn vriendin, alleen maar myn vrien
din, als in die heeriyke dagen, waarin ik ds
Het Sovjet-tydschrlft „Rood Archief” publi
ceert geschriften, welke, naar het blad be
weert, het dagboek zyn van Tsaar Nicolaas. Dit
dagboek Is nog nooit gepubliceerd.
Het zou de persoonlyke houding van den
Tsaar onthullen ten opzichte van de gebeurte
nissen die tot den wereldoorlog leidden.
Het blad beweert, dat het dagboek alle ver
zinsels uit de wereld helpt, volgens welke de
Tsaar tot het taatste oogenbllk gedacht heeft
het begin der vyandelykheden te kunnen ver
hinderen.
<wy danken den schrijver voor zUn Interes
sante aanvulling van ons artikel over: „Beth
mann Hollweg. De schryver had willen doen
uitkomen, dat het woord van het beruchte
„vodje papier" niet in de eerste oorlogszittlng
van den Rijksdag was gevallen, zooals tydens
en na den oo{log altyd werd herhaald. Red
king met de verschrikkeiyke gebeurtenis van
een EngelschDultschen oorlog het neutrali
teitsverdrag toch maar een vodje papier, a scrap
of paper was.”
Zelf noemt Bethmann dat woord een „Ent-
gleisung”. Inderdaad! Zelden heeft men den
vyand suggestiever propagandamateriaal In de
hand geduwd dan met dit woord. Natuuriyk
werd er door de geallieerden een dankbaar ge
bruik man gemaakt. En het bleef sindsdien een
ironische en bloedige arabesk op het beeld der
Duitsche trouw, dat ons telkens met zooveel
nadruk voor oogen werd gesteld.
van alle blameerende oorlogsmémoires
Dultechtand een nieuwe brandstapel worden op
gericht, het onweersprekeiyke feit biyft onge
zoend bestaan, dat het „vodje papier" geen
„Engelsche oorlogsuitvinding”, maar wel dege
lijk authentiek „made in Germany" is.
zy waren by het hek van den tuin Lorenzo
deed net open en liet het meisje voorgaan.
Dikke druppels begonnen nu uit den zwaar-
bewolkten hemel neer te vallen, als da voor
boden van een regenbui die den heelen dag ge
dreigd had Het meisje ging den tuin binnen.
Ga niet mee, Lorenzo. Alléén ben ik in
een paar oogenbllkken thuis.
Met my ook. Reina. Laat my met je mee-
gaan.
Neen, want je zult door en door nat wor
den Ga naar huls, en kom gauw terug. Ik
„Plrulo" bestuurde, In Ruteelares, en JU me
loelachte van Je plaats jan der. achtersteven.
Wat een zalig visioen, aie dagen! Ik zweer Je,
dat Ik gelukkig zal zyn met je vriendschap, en
niets anders zal verlangen.
Je bent met weinig tevreden Ik verlang
méér. Vriendschap stilt niet den honger van
myn hart, dat om liefde vraagten bet
komt me voor. Lorenzo, dat Ik al tang genoeg
gewacht heb en dat ik al méér gezegd heb,
dan myn fatsoen als vrouw me toestaat.
Reina! Ben je werkeiyk in staat....? sta
melde Lorenzo, terwyi hy juist voor de taan
bleef staan, die naar zyn huls voerde.
Tot wat? Om den slechten smaak te heb
ben, om verliefd te worden op Lorenzo Car
vajal een heel goed en knap en werkzaam
Jongmensch, en een heel
Relnal
Nu Ja, Ut geloof het allemaal wel. Dien
.’echten smaak heb jy ook gehad, om verliefd
te worden op my. die toch een heel onbedui
dend persoontje ben.
Bedenk Je wel goed, wat je zegt. Reina?
zei Lorenzo, met een straal van vreugde in zyn
oogen, die het meisje maar al te duldeiyk den
omvang van «yn liefde openbaarde.
Wat praat Je toch onzin, Lorenzo! Waar
heb jy ooit gelezen, dat je liefde „deukt*Die
„voel" je, en MV*is voldoende En nu zeg Ik-- -
geen enkel woord meer -over dit onderwerp, denk, dat grootvader je te dineeren jbuJ viagen,
daar het resultaat Is, dat ik net hen, die aan
zoek doe. lachte Reina vrooiyk Ga Jij naar
je huls, dan ga ik naar myn huls, en zal ik er
onderweg over nadenken, wat ds bests manier
Maar zoo zal het beter zyn, omdat we hem dan
alles kunnen vertellen.
Reina, ik geloof, dat ik droom
Neen, dwaas, je bent heelemaal wakker.
Lorenzo boog zich over haar blanke hand,
en hield die vol eerbied In de Mine, sender ze
evenwel te durven kussen. Daar de regen nu
krachtig begon neer te komen, maakte Reina
zachtjes haar hand los, en verdween in den
tuin, terwyi ze het op een loopen zette als een
kind. Carvajal bleef op de grens tusschen den
tuin en het park staan, ongevoelig voor den
regen, en den wind, en de koude van dien
ongezelUgen avond. HU leefde slechts met zyn
gedachten, die een en sl licht en vrooiykheld
waren. Zooals alle In zich zelf gekeerde karakters
sloot hy zyn geluk héél diep In zyn binnenste,
en genoot het daar, vol eerbiedige vreugde
Toen de regen In kleine stroompjes over zyn
Jas viel, en hem tot de werkelijkheid terug
bracht. zuchtte hy diep, en streek met zUu
hand over zUn oogen, waar iets vochtigs
het zien belette (regen of tranen?)
wendde hy zich bruusk om. In oe richti!
zyn huls, tot snelheid aangezet door 1»
tangen, om weer gauw by Reina t«
wezen.
J J» op dH blad zyn Ingevolge de vereekerlni
AllC ODORlie 9 ongevallen verzekerd voor een der vc
a. die Jaloezie heel, om te denken,
rampzaligen evond -a staat >cjn zUn.
om behooriyk mUn gedacnten by -ikaar te
hebben. Mendlzébal zei me. dat ie ging
trouwen met Souza. En zUn zuster bevestigde
het. Dat was voor mU als een Dolksteek, Reina,
want ik had de stommiteit begaan vergeef
me. Reins, ik was dwass en vermetel genoeg
geweest, cm op Jou verliefd te werden als een
achMUongen. Vergeel net me. Ja Die defde was
ten en jX'lltieversterking laten aanrukken. Ik
moet de aanwezigen verzoeken langzaam de
zaal te ontruimen. Aan de uitgangen zullen al
len gefouilleerd worden, het zal wel wat tyd
in beslag nemen, maar daar is niets aan te
doen Hebt dus wat geduld, dan gaat alles van
een leien dakje.”
Ek wordt hier en daar gefloten, maar men
berust in den toestand, er is niets aan te doen.
Ik begeef my naar commissaris Muller, die mU
met biydschap de hand drukt. „Wat. JU hier?
Nu, wy zullen den dief dan wel te pakken krU-
gen.” Ik twyfel wel eenlgszins aan zyn bewe
ring; maar ik
heb een spoor,
dat ik op m’n
eentje wil vol
gen. Ik wend my
tot den directeur,
die bezig is
bewustelooze
filmster by
„Waar zyn de gewonde
bracht?” vraag ik hem.
„Die worden op het oogenbllk in onze zieken
kamer door den dokter verbonden.”
HU geeft my een piccolo mee om my er heen
te brengen. Op weg naar de ziekenkamer over
dacht Ik nog eens alle omstandigheden. Op het
oogenbllk. dat het electrische licht weer op
vlamde. viel het my op, dat de partner van den
renner, die den strijd had opgegeven, onder de
gevallenen lag, hoewel hy te voren zich op de
neutrale zóne bevond. Hoe kon dat? Dat vond
•k vreemd. Toen nu Xenia Y begon te gillen,
kwam het als een bliksemstraal in myn geest
op: De kortsluiting en de diefstal stonden met
elkander In verband, maar het ongeluk in de
lenbaan kwam eigeniyk tejfroeg. Toch hadden
de misdadigers de omstandigheid weten te be
nutten, dat de diva vlak aan den rand van de
loge gezeten was. De renner In de neutrale
zóne had haar het parelsnoer ontrukt en was
toen als gewond onder de anderen gaan liggen.
Daar zou men geen dief of geen parelsnoer
zoeken. Het was echter zyn ongeluk, dat de
botsing In de baan te vroeg was gekomen en ik
zoodoende gezien had, dat hy heelemaal niet
onder de verongelukten kon gerekend worden.
Toen Ik In de ziekenkamer kwam, waren twee
dokters reeds bezig met verbinden. Ik vroeg
l un zachtjes of er niet Iemand by was, die
maar heel licht of misschien niet gekwetst was,
ZU wezen my naar een hoek, waar iemand op
een bed lag en klaarblljkeiyk bewusteloos was
Met enkele woorden verzocht Ik de deur af te
sluiten. Toen Ik den man naderde, werd hy on
rustig, sprong uit het bed en Ulde naar het
venster, waar hy zyn beenen over de venster
bank slingerde en naar beneden sprong. Ik zag,
oat hy op een lager gelegen dak te tand was
gekomen en nu greep my de eerzucht aan. ik
rprong ook uit het venster en nu begon een
dolle jacht over de daken. De kerel ontwikkelde
een vlugheid en vermetelheid, die zich door niets
Wanneer wy in de achter ons liggende heete
dagen ons vaak over het weer beklaagden en
de temperatuur „ondraagiyk” heet^ noemden,
dan werkte het direct afkoelend, wanneer wy
eraan dachten, dat wy, wat hitte betreft, eigen
iyk heelemaal niet mee kunnen spreken. Ver
plaatsen we ons eens naar de heetste streek der
wereld, het Dal van den Dood in Califomlë.
De temperatuur daar is ongeveer 60 tot 70
gr. C. In de schaduw. Zelfs te middernacht Is
de temperatuur nog ongeveer 50 gr.
Blanken kunnen niet lang In dit klimaat le
ven. De omgévende bergen noemt men de kerk-
hofbergen. In die streek wordt *n groot gedeelte
va nde borax der geheele wereld gewonnen en
de arbeiders kunnen zich In de zomerhitte niet
anders helpen dan in stroomend water
slapen.
Ook het beruchte koortsgebled aan de Per
zische Golf te voor Blanken te heet. De ber
gen bestaan uit kale rotsen en zyn In den zo
mertijd niet te beklimmen. De rots Is zoo heet,
dat stevige zolen doorbranden.
ZonnewUzers vond men vooral by de oude
Grieken en Romeinen. ZU bestonden meestal uit
een grooten steen met een half kogelvonnige uit
holling, in het middelpunt waarvan een dunne
stang geplaatst werd. De schaduw van die staaf
wees het uur aan.
Dergeiyke zonnewyzers bevonden zich op de
pleinen te Rome en andere Romelnsche steden.
Om dus te zien hoe laat het was, moest men
zich daarheen begeven. Want slechts in een
heel klein aantal gezinnen had men een wa
ter-, olie- of zand-klok.
Pas tater, toen er klokken met tandraderen,
gewichten of veeren kwamen, werden de zonne
wijzers op den achtergrond gedrongen, zy ver
dwenen echter niet heelemaal, want zy dien
den immers ook nog voor decoratieve doelein
den. Er waren zonnewyzers van de meest ver
schillende uitvoeringen. Als schaduwwerper, die
de uren aangaf, gebruikte men een staaf, een
driehoek of een snoer. Zeer dlkwyis heeft de
zonnewijzer den vorm van een schyf of van een
ring, die dan op gelyke afstanden van strepen
voorzien was.
In Peking Is nog een prachtige oude zonne-
wyzer. Draken van smeedijzer dragen de ringen
van den zonnewyzer, die in het midden ge
plaatst is.
Ook in Dulschtand werderi zeer mooie en eigen
aardige zonnewyzers vervaardigd. Rond 1500
had men daar Ivoren zonnewyzers in étui. Zoo-
dat men ze op reis mee kon nemen, zy konden
op de verschillende breedte-graden Ingesteld
worden.
T T w beroep moet toch wel Interessant maar
II ook gevaariyk zyn,” aei een allerliefste
jonge dame tot haar tafelheer.
De bekende rechercheur glimlachte en ant
woordde: „Niet altyd. Juffrouw. Ik geloof in
tegendeel. dat u zeer teleurgesteld zou zyn, als
u een enkelen dag ons beroep zou moeten uit
oefenen.”
„Maar, mijnheer, men behoeft slechts de
kranten te lezen of een ander detective
verhaal, om een kleinen indruk te krijgen van
hetgeen u zoo al moet beleven."
„Fantasie, Juffrouw, niets dan fantasie....”
„Neen, neen,” verdedigde zich de jonge dame.
,.U moet niet zoo bescheiden zyn: vertelt u ons
liever iets van hetgeen u in uw beroep be
leefd hebt,”
„Ja. ja,” riepen nu verscheidene gasten, „ver
tel ons toch wat.”
De detective haalde de sthouders op en ant
woordde: „Ik zou niet weten wat te vertellen
en u maar vervelen." Maar de gasten lieten
hem niet met rust. HU dacht een oogenbllk na
en zei: „Goed dan, als u het toch absoluut wilt
Maar u moet het zelf weten, als myn verhaal
u niet bevalt, u hebt mU tot vertellen gedwon-
gtn.”
Iedereen aan tafel zette zich op zyn gemak
te luisteren Naar de bonbonschaaltjes werd
niet meer omgekeken, de wynglazen bleven ge
vuld staan, niemand raakte iets aan.
,Het was bU de zesdaagsche in het Sport
paleis. De zaal was tot de laatste plaats bezet
en het publiek enthousiast. Vooraan in de loge
zaten de kopstukken van sport en filmwereld
en in het midden van de balustrade de filmster
Xenia Y. Om haar hals prykte haar beroemd
paarlensnoer van onschatbare waarde Naast
haar zat de directeur van het Sportpaleis en
voor elk van haar woorden had hij een buiging
over. Ja. de avond beloofde goed te worden
Een orkest zorgde mede voor de stemming en
het geroep en gejuich overstemde soms de mu
ziek. Opeens vloog een der renners er tusschen
uit en maakte in een enkel oogenbllk 50 meter
voorsprong. Zijn partner loste hem prachtig in
styi a.t en het publiek begon te joelen, te
schreeuwen. Het lawaai was oorverdoovend en
ik. die voor den eersten keer zoo Iets meemaak
te. was er wel wat verbysterd door. Een kop
pel van de zwakkeren gaf het op. De een was
vsn zUn flets gestapt en wilde die naar de neu
trale zone brengen, waar zyn partner hem
stond te wachten. Maar eer hy zoover kwam,
caramboleerde hU met een ander, men hoorde
kraken, knarsen, doffe stagen. De nakomers
vlogen er op los en weldra lag een wild
kluwen van fietsen en menschen zich op den
grond te wentelen. Het gejuich in de zaal ver-
stomde en was overgegaan in een kreet van
ontzetting, hoewel eigeniyk niemand precies
wist wat er gebeurd was. Opeens ging het elec-
trisch licht uit. Een oogenbllk van doodsche
stilte volgde, dra onderbroken door een vreese-
jjken gil die door merg en been drong. Maar
i na een paar minuten vlamde het licht weer op. beten tegenhouden, zoodat ik byna de Jacht
i Op de bran was de toestand veranderd, de ren-
i ners hadden zich uit den hoop weten los te
maken, voorzichtig betastten zij hun ledematen
en een paar wilden weer op hun fiets stappen,
i hoewel er bewustelooze kameraden naast hen
lagen, die door de bedienden werden wegge
dragen. Maar.wat Is dat?
MUn blik valt op de groep voor mU In de
loge. De filmdiva leunt als verdoofd In haar
zetel, de directeur en andere sportlieden staan
om haar heen. Opeens springt zy op en
met den schellen hysterlschen kreet van
wanhopige„MUn parelenin de duisternis
zyn ze mij ontrukt. Ik moet mijn parelsnoer
terug hebben mUn parelen....”
Niemand klikt meer naar de renners op de
baan, allen turen naar de loge, waar de dikke
politie-commissaris Muller.... een goede be
kende van mUden directeur aan den arm
grijpt en eenlge woorden met hem wisselt. Mul
ler springt dan op de balustrade en roept met
stentorstem: „Stilte, stilte!"
Spoedig ls^ het rumoer verstomd en is zyn
stem duidelUk in de zaal te hooren. ..Dames
en heeren, er bevindt zich een dief in ons mid
den, juffrouw Xenia Y is haar kostbaar parel
snoer ontrukt. Ik heb alle uitgangen laten alul-
Dezer dagen werden de lezers van dit
1 blad verrast met een aardig artikel over
A--” v. Bethmann Hollweg. den Du<tschen
Rykskanseller gedurende de eerste Jaren van
den Wereldoorlog. De ongenoemde schryver
van dat artikel biykt goed in zyn onderwerp
thuis te zyn; alleen tegen het einde zegt hy
een onjuistheid, die om correctie vraagt.
Naar aanleiding van oen wederrechte-
lyken Dultschen inval in België herinnert de
schryver aan Bethmanns betoog van ,J<ot kennt
kein Gebot” en aan de algemeene verontwaar
diging in Europa; maar, zegt hy. „het zoo be
rucht geworden woord, dat het Belgische ga-
rantieverdrag ten slotte maar een „Fetzen Pa
pier” (papieren vodje) was, Is In waarheid door
hem nooit gesproken. Dit was een Engelsche
oorlogs-uitvtading.”
Zeker hebben tydens de lange Jaren van den
grooten oorlog de belllgerenten elkaar van alles
in de schoenen geschoven, maar de „Fetzen Pa
pier” behoort daar niet toe; als wy tets met ze
kerheid weten, dan is het dat de Duitsche
Rykskanseller deze woorden heeft gebezigd over
de garantie van de Belgische neutraliteit. De
omstandigheden, waaronder dat gebeurde,
■taan eens voor altyd geboekstaafd.
Toen Dultschtand aan België het beruchte
ultimatum had gesteld en door Koning Albert
daarop het fiere antwoord was gegeven, dat hy
den bitteren oorlog verkoos boven de eerloos
heid, kreeg de Britsche ambassadeur in Beriyn,
Sir Edward Goschens, van zyn regeering op
dracht een ultimatum te overhandigen: zou
Dultschtand niet onverwyid de reeds in België
binnengedrongen troepen terug roepen en de
gegarandeerde neutraliteit van den kleinen
buurstaat eerbiedigen, dan moest Engeland te
gen Dultechtand in het krijt treden. De Duit
sche staatssecretaris van Buitentandsche Za
ken, von Jagow, verklaarde hierop, dat zUn
tand geen anderen strategischen uitweg zag dan
de invasie van België; aan het Duitsche krUgs-
plan viel mets meer te veranderen.
Na dit antwoord begaf Goschen zich naar
den Rykskanseller, v. Bethmann Hollweg. Deze
bleek zeer ontsteld over het Britsche ultimatum.
Geen sterveling had verwacht, dat Engeland
werkeloos zou toezien, wanneer België in dan
oorlog betrokken werd; alleen de kanselier van
bet Duitsche Ryk had zich biykbaar gevleid
met de hoop, dat Londen slechts een platonisch
protest zou laten hooren. Vandaar zUn opwin
ding, toen de stem der nuchtere maar dreigen
de werkeiykheld hem in de ooftn klonk. Beth
mann houdt een lange toespraak tot Goschen.
waarin hy het besluit der Britsche regeering al
lerverschrikkelijkst noemt; neutraliteit is im
mers maar een woord en men heeft er in oor
logstad zoo dikwyis geen rekening mede gehou
den! Zou Engeland nu voor een „vodje papier”
oorlog gaan voeren tegen een stamverwant volk,
dat niets liever wilde dan in vriendschap met
Groot-Brittannlë te leven?!
Goschen heeft het al te openhartige woord
onthouden en rapporteert het aan minister
Grey in zyn verslag der besprekingen. Weldra
werd het daarop wereldkundig door de publica
tie in het eerste Engelsche Blauwboek, onder
No. 160 (tater oa. herdrukt in de British Do
cuments on the Origins of War, Deel XL no
«71).
Het gesprek van Goschen en Bethmann werd
onder vier oogen gevoerd en dus zou men Go
schens verslag kunnen wraken, wanneer men
niet beschikte over de bekentenis van Beth
mann. Die bekentenis hebben we. habemus reum
confitentem! In het ook door den schryver van
het vermelde artikel geciteerde werk.
„Betrachtungen zum Weltkriege” (Deel L P
180 noot) vertelt Bethmann: „Ik heb by Go
schens bezoek in krachtige bewoordingen ge
sproken over de wereldramp, die m.l. het nood-
zakeiyk gevolg moest zyn van Engetands deel
neming aan den oorlog; en toen Sir Edward
Goschens herhaaldelyk de neutraliteit van Bel
gië als het beslissende punt te berde bracht,
heb ik ongeduldig uitgeroepen, dat in vergelU- stand te breed, zouden we onherroepeiyk in het