VON BETHMANN-HOLLWEG <Ketu&Aaal uandcndag PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND Gelouterd iêpasf BÓOTZ Dool Vatoor jw&UXiscA'\\ Qins DCCODD OUDE GENEVER e xasTsssus: f3000.ver lies* van'teode *iuTnenr^>" de* beenen* óf betas'^ogen ZiSö.” doodeiyken* afloop een voet at een oog f!2S.luim of wijsvinger f 40»“ anderen* vdngae EEN PAPIEREN VODJE” 3.60 DEKEI DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1934 Zonnewijzers vroeger „Made in Germany” De toren van Pisa in gevaar? SPAANSCH HET NAAR i De diefstal op de zesdaagsche I Een dagboek van Tsaar Nicolaas? De warmste plaats der aarde j "W' i jo Rinso De lange jaren van den oorlog hebben de tegenstander» elkaar van allee in de schoenen geschoven Een flinkë^gift aan Zuid-Australië --PER LITER AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL de te heenge- v Von Bethmann Hollweg r.000 pond AUG. CUYPERS MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) It U1 (Wordt vervolgd.) l met Maar al zou in water terecht komen en op Jammerlijke wijze verdrinken. Echter het moest geprobeerd worden en dus togen we vol Uver aan den gang. af. „Ik doe het niet, Bok. het Is mij te gevaar lijk," aei hjj. „We halen het nooit". maar een ik op wil langs door Cicconetti waargenomen versnelling heeft gevaarlijke afmetingen aangenomen. GicconetU heeft geadviseerd om niet langer het carillon te bespelen, terwijl ook het bestij gen van den toren verboden moet worden. Op helling van het Berghsche bosch bij *s Heerenberg heeft men by het grond-delven een zwerfblok ontdekt, dat een inhoud heeft van 25 30 kubieke meter en dus de bestaande kelen te Lichtenvoorde en Amersfoort verre overtreft. „Krantenbericht” Reina verkleedde zich In een wip, en ging naar beneden, naar den salon. Het regende nog altyd hard en Lorenzo was nog niet gekomen. Je hebt je vanavond erg mooi gemaakt. Reina. merkte haar grootvader op, terwijl hU een goedkeurenden blik wierp op de fraaie rose japon van zijn kleindochter. aan, nog toeki m, zonder te antwoorden, en Itten, voor het vrooiyk haard- and zwygen hield hen beiden halfduister van de aangren- lint een klok helder en lang- Id^pde slagen hooren. wel niemand uit net dorp arkles. alsof hij tot zich- üfs la het mogeiyk, dat het weer, en ons alleen Dan van ver- brengen. renners zooals eiken Donderdag. Als het biytt regenen, zal er niemand vandaag komen, uil het dorp, en aal het niet moeliyk syn. om een onder onsje te bobbery als grootvader alleen la.... is. om het grootvader mee te doelen, opdat hij niet al te veel achrikt. Jou alleen laten gaan? Wat een idee' Het la byna avond. Neem myn arm, *m jiten we een beetje doorstappen. Don Juan mag niet onge rust worden, als je zoo lang uitblyft. Deuk je, dat hij erg verbaasd ral zijn? Waarover? Dat Ik zoo laat ben? Neen over dat andere. Dat ik van ja noud, en JU van my. Neen, Ik geloof niet, dat hy erg verbaasd zal zyn Wat ik wèl geloof, is. dat we hem een van den grootste vreugden van zijn leven sullen bereiden. Die arme Don Juan! Wat is hij toch goed! En wanneer, Reina, wanneer sullen we het tem zeggen? Na veel zwoegen hadden we etndeiyk *n glad de baan van eenlge honderden meters, om daar op onzen aanloop te nemen. Eerst beproefden wy dezen met een kalm gangetje. De baan was uitstekend. Toen we echter oen beslissenten sprong zouden wagen, sprong Oom van de slede „Wat la dat nu, Oom,” zei ik „Nu we alles zoo ver in orde hebben, begeeft U de moed. Kom Oom, we moeten toch wagen. We kunnen hier toch niet biyven. We hebben thans alles te winnen Als de sprong gelukt, hetgeen ik zeker geloof, hebben w(j weer een grooten hinderpaal overwonnen." Elndeiyk wist Ik Oom te overreden en we be sloten thans definitief den sprong te wagen. Ik zou het stuur nemen, want Oom mocht eens op het nippertje weer weifelen. We namen een flinken aanloop. Sneller draalde de motor, nog sneller, ik gaf thans vol gas. We vlogen tegen de helling, naderden den top en.... vlogen In een wyden boog over het water, waarna we in een glijvlucht aan de overzyde op de sneeuw vlakte neerkwamen. We konden thans één middel beproeven cm met de slede aan den overkant te komen. Van Ijsblokken zouden we een oploopende helling kunnen maken en door deze met volle vaart te beklimmen, zouden we als het ware over den top heenspringen. waarna we aan de andere zyde van het water zouden terechtkomen. Het was een zeer gevaariyk experiment, want indien onze snelheid niet groot genoeg was, of de af- Reina kuste 'jie ging naast hem 4 vuur. Een begryp omvat. In het zende bibliotheek zaam acht wellu Vanavond zal et komen prevelde de ik zelf sprak. En z» Lorenzo opziet tegen laat zitten. Reina glimlachte raadselachtig, doch zeide niets. Dan opeens, alsof het de vermoedens van haar grootvader wilde beschamen, vemam men het gedrulach van een auto, die voor de treden van het kasteel stilhield; en een oogenbllk later igde de bediende niet, zooals anders, leer den rentmeester" of .meneer Lorenzo” nihar: .markies Carvajal”. Ms Lorenzo -enigen twijfel had gekoesterd aangaande de inning van dien titel, dan verdween die nü el en al. Toen de jongeman markies Aledo met hakke lende en gevoelvolle woorden bedankt had, toen bet diner was afgeloopen, en zy «ach alle drie weer om den haard schaarden, toen de stukken op de schaaktafel werden gezet en Lorenzo zich gelaten gereed maakte, om met den ouden,' man een partytje te spelen, mderwyi Reina aan de plano haar verrukkelijk spel ontlokken sou. strekte het meisje beide handen naar baar grootvader uit. en legde die Liefkoozend op zyn schouders. opgaf. Toen zag ik, dat hy bleef staan en als wanhopig om zich heen keek. Hy kon geen uitweg meer vinden. Met de geladen revolver in der hand snelde ik op hem toe, maar met een reuzenzwaai sprong hy in de diepte beneden ons. Daar was de spoorbaan en juist denderde ten trein voorby. Met handen en voeten had de dief zich op het dak van een der wagons vastgeklemd. Zonder my een oogenbllk te be zinnen, sprong ik hem na, greep naar een stang Steenen van intense waarde, Als de groote Ko-ht-noor, Kamen in den vetten bodem Van ons vaderland niet voor. Maar al stralen ook de steenen, Die wij vinden weinig licht, Zij vergoeden het gehalte Door hun reuze-groot gewicht En als voorbeeld van zoo’n steentje Geldt de zeer beroemde kei, Die voor jaren is gevonden In de Amersfoortsche hei. Maar nu maakt een pracht berichtje In ons vaderland effect, Want een nog veel zwaarder keisteen Is bij 's Heerenberg ontdekt! Zie daar zitten wij waarempel Met een keisteen in ons maag. Hoe dit steentje op te graven Is vobrloopig nog de vraag. Maar die keisteen moet naar boven! ‘t Is de grootste, dien men kent, En men scheppe van dien keisteen Dan een keisteen-monument! Want zijn hardheid, zelfs zijn grootte En zijn steenen kwaliteit Dient dan voor de nageslachten Als symbool van.... dezen tijd! weend Lorenzo. Ik had nooit gedacht, dat Je zóó blindelings de praatjes van den eersten den besten zou aannemen, en .ne 'eroordeelen, zonder me zelfs het recht toe te kennen, om me te verdedigen. Waarom heb je me niet om een nadere verklaring gevraagd? Ik zou je die gegeven hebben, en de moeliykheld zou zonder méér opgehelderd zyn geweest. En al die maanden van verwUderlng zouden we be- «paard hebben. Reina, zeg dat niet! riep Lorenzo harts- tochteiyk uit. Je moet die helsche foltering niet k - - - - - dat Ik Vit Adelaide wordt gemeld, dat Minister- President Butler In de wetgevende vergade ring heeft medegedeeld, dat Sir Langdon Bo- nython. de vroegere eigenaar van de .Adver tiser", die onlangs reeds een bedrag van 50.000 pond had geschonken voor de oprichting van een juridische faculteit, thans de regeering van Zuid-Australië een schenking heeft doen toe komen van 100.000 pond sterling als bydrage in de kosten van den bouw van een nieuw parlementsgebouw, dat ter gelegenheid van het Zuid-Australische eeuwfeest In 1936 ?al wor den Ingewyd en in totaal ongeveer zal kosten. Prof. Cicconetti, die gedurende de laatste vyftien jaar de gedragingen van den scheeven toren van Pisa heeft gadegeslagen, heeft on langs by de regeering een rapport ingediend, waarin hy constateert, dat gedurende de laat ste dertien jaar de toren steeds verder is gaan overhellen, en dat de laatste twee Jaar een ver snelling in deze beweging was waar te nemen. De versterkingen, die aangebracht zyn, om den toren in deze beweging te stuiten, hebben niet de gewenschte resultaten gehad en de od- uf iets, waaraan ik my kon vastklemmen, vond niets, gleed weg....” ,.En toen?” fluisterde de allerliefste jonge dame, terwyi het geheele gezelschap ademloos zat te luisteren. „En toen,” zei de rechercheur, terwyi hy haar lachend aanzag, „werd ik wakker, want myn wekkerklokje maakte een spektakel dat hooren en zien vergingen Kunt u begrijpen, hoe biy ik was, dat het maar een droom was geweest?” Al de aanwezige dames waren verontwaar digd. dat zy zoo beet genomen waren, maar langzamerhand moesten zy toch lachen vooral toen al de heeren verzekerden, dat zy het wel gedacht hadden. iets onwillekeurigs en sterker dan myn gezond verstand, jy was voor my liet leven.... O. de illusie, waarmee ik die reis naar Madrid onder nam! Ik had Souza wel kunnen neerslaan, toen ik hem zoo voortdurend naast Je zag. Myn Jaloezie maakte me gek. En toer. ik hier weer terug was, en na verloop van tyd het raadsel werd opgelost, en Ik toenadering tot Je zocht, om te trachten, weer een p'aatsje In je hart te veroveren, hield Je me op een afstand met je onverschilligheid. Ik volgde de gedragsiyn. die je dien avond voor me hadt ultgcstlnpeld. Bovendien ging Je heélemaal op in Isabel Lugue. Ik had met leder ander meisje groot kun nen zyn. Reina, teleurgesteld als ik was, en ver langend om myn nederlaag te 'erbergen. Ik heb je al gezegd, dat Je het me vergeven moet. Neem me weer op In je vriendschap, Rema. Geef me niet Je liefde, want ik Uegryp. dat het dwaasheid en een hersenschim is. m oaar naar te dingen.... Ik ben zoo weinig zaaks voor jou.... En bovendien zou je trots je beletten, om wat aan een vrouw te danken te hebben, hé? Waar mUn trots te, weet ik byna niet meer, geloof me. Zóó rlieft! ben Ik Reina. Myn trots sou het zeker te na komen, om d- gunst van Je liefde te mogen ontvangen. Maar Ik begryp, dat Je na het gebeurde niet van me kunt houden Het uur der Uuüe te wellicht voorby, waarin onze harten elkaar verstonden. Wees myn vriendin, alleen maar myn vrien din, als in die heeriyke dagen, waarin ik ds Het Sovjet-tydschrlft „Rood Archief” publi ceert geschriften, welke, naar het blad be weert, het dagboek zyn van Tsaar Nicolaas. Dit dagboek Is nog nooit gepubliceerd. Het zou de persoonlyke houding van den Tsaar onthullen ten opzichte van de gebeurte nissen die tot den wereldoorlog leidden. Het blad beweert, dat het dagboek alle ver zinsels uit de wereld helpt, volgens welke de Tsaar tot het taatste oogenbllk gedacht heeft het begin der vyandelykheden te kunnen ver hinderen. <wy danken den schrijver voor zUn Interes sante aanvulling van ons artikel over: „Beth mann Hollweg. De schryver had willen doen uitkomen, dat het woord van het beruchte „vodje papier" niet in de eerste oorlogszittlng van den Rijksdag was gevallen, zooals tydens en na den oo{log altyd werd herhaald. Red king met de verschrikkeiyke gebeurtenis van een EngelschDultschen oorlog het neutrali teitsverdrag toch maar een vodje papier, a scrap of paper was.” Zelf noemt Bethmann dat woord een „Ent- gleisung”. Inderdaad! Zelden heeft men den vyand suggestiever propagandamateriaal In de hand geduwd dan met dit woord. Natuuriyk werd er door de geallieerden een dankbaar ge bruik man gemaakt. En het bleef sindsdien een ironische en bloedige arabesk op het beeld der Duitsche trouw, dat ons telkens met zooveel nadruk voor oogen werd gesteld. van alle blameerende oorlogsmémoires Dultechtand een nieuwe brandstapel worden op gericht, het onweersprekeiyke feit biyft onge zoend bestaan, dat het „vodje papier" geen „Engelsche oorlogsuitvinding”, maar wel dege lijk authentiek „made in Germany" is. zy waren by het hek van den tuin Lorenzo deed net open en liet het meisje voorgaan. Dikke druppels begonnen nu uit den zwaar- bewolkten hemel neer te vallen, als da voor boden van een regenbui die den heelen dag ge dreigd had Het meisje ging den tuin binnen. Ga niet mee, Lorenzo. Alléén ben ik in een paar oogenbllkken thuis. Met my ook. Reina. Laat my met je mee- gaan. Neen, want je zult door en door nat wor den Ga naar huls, en kom gauw terug. Ik „Plrulo" bestuurde, In Ruteelares, en JU me loelachte van Je plaats jan der. achtersteven. Wat een zalig visioen, aie dagen! Ik zweer Je, dat Ik gelukkig zal zyn met je vriendschap, en niets anders zal verlangen. Je bent met weinig tevreden Ik verlang méér. Vriendschap stilt niet den honger van myn hart, dat om liefde vraagten bet komt me voor. Lorenzo, dat Ik al tang genoeg gewacht heb en dat ik al méér gezegd heb, dan myn fatsoen als vrouw me toestaat. Reina! Ben je werkeiyk in staat....? sta melde Lorenzo, terwyi hy juist voor de taan bleef staan, die naar zyn huls voerde. Tot wat? Om den slechten smaak te heb ben, om verliefd te worden op Lorenzo Car vajal een heel goed en knap en werkzaam Jongmensch, en een heel Relnal Nu Ja, Ut geloof het allemaal wel. Dien .’echten smaak heb jy ook gehad, om verliefd te worden op my. die toch een heel onbedui dend persoontje ben. Bedenk Je wel goed, wat je zegt. Reina? zei Lorenzo, met een straal van vreugde in zyn oogen, die het meisje maar al te duldeiyk den omvang van «yn liefde openbaarde. Wat praat Je toch onzin, Lorenzo! Waar heb jy ooit gelezen, dat je liefde „deukt*Die „voel" je, en MV*is voldoende En nu zeg Ik-- - geen enkel woord meer -over dit onderwerp, denk, dat grootvader je te dineeren jbuJ viagen, daar het resultaat Is, dat ik net hen, die aan zoek doe. lachte Reina vrooiyk Ga Jij naar je huls, dan ga ik naar myn huls, en zal ik er onderweg over nadenken, wat ds bests manier Maar zoo zal het beter zyn, omdat we hem dan alles kunnen vertellen. Reina, ik geloof, dat ik droom Neen, dwaas, je bent heelemaal wakker. Lorenzo boog zich over haar blanke hand, en hield die vol eerbied In de Mine, sender ze evenwel te durven kussen. Daar de regen nu krachtig begon neer te komen, maakte Reina zachtjes haar hand los, en verdween in den tuin, terwyi ze het op een loopen zette als een kind. Carvajal bleef op de grens tusschen den tuin en het park staan, ongevoelig voor den regen, en den wind, en de koude van dien ongezelUgen avond. HU leefde slechts met zyn gedachten, die een en sl licht en vrooiykheld waren. Zooals alle In zich zelf gekeerde karakters sloot hy zyn geluk héél diep In zyn binnenste, en genoot het daar, vol eerbiedige vreugde Toen de regen In kleine stroompjes over zyn Jas viel, en hem tot de werkelijkheid terug bracht. zuchtte hy diep, en streek met zUu hand over zUn oogen, waar iets vochtigs het zien belette (regen of tranen?) wendde hy zich bruusk om. In oe richti! zyn huls, tot snelheid aangezet door 1» tangen, om weer gauw by Reina t« wezen. J J» op dH blad zyn Ingevolge de vereekerlni AllC ODORlie 9 ongevallen verzekerd voor een der vc a. die Jaloezie heel, om te denken, rampzaligen evond -a staat >cjn zUn. om behooriyk mUn gedacnten by -ikaar te hebben. Mendlzébal zei me. dat ie ging trouwen met Souza. En zUn zuster bevestigde het. Dat was voor mU als een Dolksteek, Reina, want ik had de stommiteit begaan vergeef me. Reins, ik was dwass en vermetel genoeg geweest, cm op Jou verliefd te werden als een achMUongen. Vergeel net me. Ja Die defde was ten en jX'lltieversterking laten aanrukken. Ik moet de aanwezigen verzoeken langzaam de zaal te ontruimen. Aan de uitgangen zullen al len gefouilleerd worden, het zal wel wat tyd in beslag nemen, maar daar is niets aan te doen Hebt dus wat geduld, dan gaat alles van een leien dakje.” Ek wordt hier en daar gefloten, maar men berust in den toestand, er is niets aan te doen. Ik begeef my naar commissaris Muller, die mU met biydschap de hand drukt. „Wat. JU hier? Nu, wy zullen den dief dan wel te pakken krU- gen.” Ik twyfel wel eenlgszins aan zyn bewe ring; maar ik heb een spoor, dat ik op m’n eentje wil vol gen. Ik wend my tot den directeur, die bezig is bewustelooze filmster by „Waar zyn de gewonde bracht?” vraag ik hem. „Die worden op het oogenbllk in onze zieken kamer door den dokter verbonden.” HU geeft my een piccolo mee om my er heen te brengen. Op weg naar de ziekenkamer over dacht Ik nog eens alle omstandigheden. Op het oogenbllk. dat het electrische licht weer op vlamde. viel het my op, dat de partner van den renner, die den strijd had opgegeven, onder de gevallenen lag, hoewel hy te voren zich op de neutrale zóne bevond. Hoe kon dat? Dat vond •k vreemd. Toen nu Xenia Y begon te gillen, kwam het als een bliksemstraal in myn geest op: De kortsluiting en de diefstal stonden met elkander In verband, maar het ongeluk in de lenbaan kwam eigeniyk tejfroeg. Toch hadden de misdadigers de omstandigheid weten te be nutten, dat de diva vlak aan den rand van de loge gezeten was. De renner In de neutrale zóne had haar het parelsnoer ontrukt en was toen als gewond onder de anderen gaan liggen. Daar zou men geen dief of geen parelsnoer zoeken. Het was echter zyn ongeluk, dat de botsing In de baan te vroeg was gekomen en ik zoodoende gezien had, dat hy heelemaal niet onder de verongelukten kon gerekend worden. Toen Ik In de ziekenkamer kwam, waren twee dokters reeds bezig met verbinden. Ik vroeg l un zachtjes of er niet Iemand by was, die maar heel licht of misschien niet gekwetst was, ZU wezen my naar een hoek, waar iemand op een bed lag en klaarblljkeiyk bewusteloos was Met enkele woorden verzocht Ik de deur af te sluiten. Toen Ik den man naderde, werd hy on rustig, sprong uit het bed en Ulde naar het venster, waar hy zyn beenen over de venster bank slingerde en naar beneden sprong. Ik zag, oat hy op een lager gelegen dak te tand was gekomen en nu greep my de eerzucht aan. ik rprong ook uit het venster en nu begon een dolle jacht over de daken. De kerel ontwikkelde een vlugheid en vermetelheid, die zich door niets Wanneer wy in de achter ons liggende heete dagen ons vaak over het weer beklaagden en de temperatuur „ondraagiyk” heet^ noemden, dan werkte het direct afkoelend, wanneer wy eraan dachten, dat wy, wat hitte betreft, eigen iyk heelemaal niet mee kunnen spreken. Ver plaatsen we ons eens naar de heetste streek der wereld, het Dal van den Dood in Califomlë. De temperatuur daar is ongeveer 60 tot 70 gr. C. In de schaduw. Zelfs te middernacht Is de temperatuur nog ongeveer 50 gr. Blanken kunnen niet lang In dit klimaat le ven. De omgévende bergen noemt men de kerk- hofbergen. In die streek wordt *n groot gedeelte va nde borax der geheele wereld gewonnen en de arbeiders kunnen zich In de zomerhitte niet anders helpen dan in stroomend water slapen. Ook het beruchte koortsgebled aan de Per zische Golf te voor Blanken te heet. De ber gen bestaan uit kale rotsen en zyn In den zo mertijd niet te beklimmen. De rots Is zoo heet, dat stevige zolen doorbranden. ZonnewUzers vond men vooral by de oude Grieken en Romeinen. ZU bestonden meestal uit een grooten steen met een half kogelvonnige uit holling, in het middelpunt waarvan een dunne stang geplaatst werd. De schaduw van die staaf wees het uur aan. Dergeiyke zonnewyzers bevonden zich op de pleinen te Rome en andere Romelnsche steden. Om dus te zien hoe laat het was, moest men zich daarheen begeven. Want slechts in een heel klein aantal gezinnen had men een wa ter-, olie- of zand-klok. Pas tater, toen er klokken met tandraderen, gewichten of veeren kwamen, werden de zonne wijzers op den achtergrond gedrongen, zy ver dwenen echter niet heelemaal, want zy dien den immers ook nog voor decoratieve doelein den. Er waren zonnewyzers van de meest ver schillende uitvoeringen. Als schaduwwerper, die de uren aangaf, gebruikte men een staaf, een driehoek of een snoer. Zeer dlkwyis heeft de zonnewijzer den vorm van een schyf of van een ring, die dan op gelyke afstanden van strepen voorzien was. In Peking Is nog een prachtige oude zonne- wyzer. Draken van smeedijzer dragen de ringen van den zonnewyzer, die in het midden ge plaatst is. Ook in Dulschtand werderi zeer mooie en eigen aardige zonnewyzers vervaardigd. Rond 1500 had men daar Ivoren zonnewyzers in étui. Zoo- dat men ze op reis mee kon nemen, zy konden op de verschillende breedte-graden Ingesteld worden. T T w beroep moet toch wel Interessant maar II ook gevaariyk zyn,” aei een allerliefste jonge dame tot haar tafelheer. De bekende rechercheur glimlachte en ant woordde: „Niet altyd. Juffrouw. Ik geloof in tegendeel. dat u zeer teleurgesteld zou zyn, als u een enkelen dag ons beroep zou moeten uit oefenen.” „Maar, mijnheer, men behoeft slechts de kranten te lezen of een ander detective verhaal, om een kleinen indruk te krijgen van hetgeen u zoo al moet beleven." „Fantasie, Juffrouw, niets dan fantasie....” „Neen, neen,” verdedigde zich de jonge dame. ,.U moet niet zoo bescheiden zyn: vertelt u ons liever iets van hetgeen u in uw beroep be leefd hebt,” „Ja. ja,” riepen nu verscheidene gasten, „ver tel ons toch wat.” De detective haalde de sthouders op en ant woordde: „Ik zou niet weten wat te vertellen en u maar vervelen." Maar de gasten lieten hem niet met rust. HU dacht een oogenbllk na en zei: „Goed dan, als u het toch absoluut wilt Maar u moet het zelf weten, als myn verhaal u niet bevalt, u hebt mU tot vertellen gedwon- gtn.” Iedereen aan tafel zette zich op zyn gemak te luisteren Naar de bonbonschaaltjes werd niet meer omgekeken, de wynglazen bleven ge vuld staan, niemand raakte iets aan. ,Het was bU de zesdaagsche in het Sport paleis. De zaal was tot de laatste plaats bezet en het publiek enthousiast. Vooraan in de loge zaten de kopstukken van sport en filmwereld en in het midden van de balustrade de filmster Xenia Y. Om haar hals prykte haar beroemd paarlensnoer van onschatbare waarde Naast haar zat de directeur van het Sportpaleis en voor elk van haar woorden had hij een buiging over. Ja. de avond beloofde goed te worden Een orkest zorgde mede voor de stemming en het geroep en gejuich overstemde soms de mu ziek. Opeens vloog een der renners er tusschen uit en maakte in een enkel oogenbllk 50 meter voorsprong. Zijn partner loste hem prachtig in styi a.t en het publiek begon te joelen, te schreeuwen. Het lawaai was oorverdoovend en ik. die voor den eersten keer zoo Iets meemaak te. was er wel wat verbysterd door. Een kop pel van de zwakkeren gaf het op. De een was vsn zUn flets gestapt en wilde die naar de neu trale zone brengen, waar zyn partner hem stond te wachten. Maar eer hy zoover kwam, caramboleerde hU met een ander, men hoorde kraken, knarsen, doffe stagen. De nakomers vlogen er op los en weldra lag een wild kluwen van fietsen en menschen zich op den grond te wentelen. Het gejuich in de zaal ver- stomde en was overgegaan in een kreet van ontzetting, hoewel eigeniyk niemand precies wist wat er gebeurd was. Opeens ging het elec- trisch licht uit. Een oogenbllk van doodsche stilte volgde, dra onderbroken door een vreese- jjken gil die door merg en been drong. Maar i na een paar minuten vlamde het licht weer op. beten tegenhouden, zoodat ik byna de Jacht i Op de bran was de toestand veranderd, de ren- i ners hadden zich uit den hoop weten los te maken, voorzichtig betastten zij hun ledematen en een paar wilden weer op hun fiets stappen, i hoewel er bewustelooze kameraden naast hen lagen, die door de bedienden werden wegge dragen. Maar.wat Is dat? MUn blik valt op de groep voor mU In de loge. De filmdiva leunt als verdoofd In haar zetel, de directeur en andere sportlieden staan om haar heen. Opeens springt zy op en met den schellen hysterlschen kreet van wanhopige„MUn parelenin de duisternis zyn ze mij ontrukt. Ik moet mijn parelsnoer terug hebben mUn parelen....” Niemand klikt meer naar de renners op de baan, allen turen naar de loge, waar de dikke politie-commissaris Muller.... een goede be kende van mUden directeur aan den arm grijpt en eenlge woorden met hem wisselt. Mul ler springt dan op de balustrade en roept met stentorstem: „Stilte, stilte!" Spoedig ls^ het rumoer verstomd en is zyn stem duidelUk in de zaal te hooren. ..Dames en heeren, er bevindt zich een dief in ons mid den, juffrouw Xenia Y is haar kostbaar parel snoer ontrukt. Ik heb alle uitgangen laten alul- Dezer dagen werden de lezers van dit 1 blad verrast met een aardig artikel over A--” v. Bethmann Hollweg. den Du<tschen Rykskanseller gedurende de eerste Jaren van den Wereldoorlog. De ongenoemde schryver van dat artikel biykt goed in zyn onderwerp thuis te zyn; alleen tegen het einde zegt hy een onjuistheid, die om correctie vraagt. Naar aanleiding van oen wederrechte- lyken Dultschen inval in België herinnert de schryver aan Bethmanns betoog van ,J<ot kennt kein Gebot” en aan de algemeene verontwaar diging in Europa; maar, zegt hy. „het zoo be rucht geworden woord, dat het Belgische ga- rantieverdrag ten slotte maar een „Fetzen Pa pier” (papieren vodje) was, Is In waarheid door hem nooit gesproken. Dit was een Engelsche oorlogs-uitvtading.” Zeker hebben tydens de lange Jaren van den grooten oorlog de belllgerenten elkaar van alles in de schoenen geschoven, maar de „Fetzen Pa pier” behoort daar niet toe; als wy tets met ze kerheid weten, dan is het dat de Duitsche Rykskanseller deze woorden heeft gebezigd over de garantie van de Belgische neutraliteit. De omstandigheden, waaronder dat gebeurde, ■taan eens voor altyd geboekstaafd. Toen Dultschtand aan België het beruchte ultimatum had gesteld en door Koning Albert daarop het fiere antwoord was gegeven, dat hy den bitteren oorlog verkoos boven de eerloos heid, kreeg de Britsche ambassadeur in Beriyn, Sir Edward Goschens, van zyn regeering op dracht een ultimatum te overhandigen: zou Dultschtand niet onverwyid de reeds in België binnengedrongen troepen terug roepen en de gegarandeerde neutraliteit van den kleinen buurstaat eerbiedigen, dan moest Engeland te gen Dultechtand in het krijt treden. De Duit sche staatssecretaris van Buitentandsche Za ken, von Jagow, verklaarde hierop, dat zUn tand geen anderen strategischen uitweg zag dan de invasie van België; aan het Duitsche krUgs- plan viel mets meer te veranderen. Na dit antwoord begaf Goschen zich naar den Rykskanseller, v. Bethmann Hollweg. Deze bleek zeer ontsteld over het Britsche ultimatum. Geen sterveling had verwacht, dat Engeland werkeloos zou toezien, wanneer België in dan oorlog betrokken werd; alleen de kanselier van bet Duitsche Ryk had zich biykbaar gevleid met de hoop, dat Londen slechts een platonisch protest zou laten hooren. Vandaar zUn opwin ding, toen de stem der nuchtere maar dreigen de werkeiykheld hem in de ooftn klonk. Beth mann houdt een lange toespraak tot Goschen. waarin hy het besluit der Britsche regeering al lerverschrikkelijkst noemt; neutraliteit is im mers maar een woord en men heeft er in oor logstad zoo dikwyis geen rekening mede gehou den! Zou Engeland nu voor een „vodje papier” oorlog gaan voeren tegen een stamverwant volk, dat niets liever wilde dan in vriendschap met Groot-Brittannlë te leven?! Goschen heeft het al te openhartige woord onthouden en rapporteert het aan minister Grey in zyn verslag der besprekingen. Weldra werd het daarop wereldkundig door de publica tie in het eerste Engelsche Blauwboek, onder No. 160 (tater oa. herdrukt in de British Do cuments on the Origins of War, Deel XL no «71). Het gesprek van Goschen en Bethmann werd onder vier oogen gevoerd en dus zou men Go schens verslag kunnen wraken, wanneer men niet beschikte over de bekentenis van Beth mann. Die bekentenis hebben we. habemus reum confitentem! In het ook door den schryver van het vermelde artikel geciteerde werk. „Betrachtungen zum Weltkriege” (Deel L P 180 noot) vertelt Bethmann: „Ik heb by Go schens bezoek in krachtige bewoordingen ge sproken over de wereldramp, die m.l. het nood- zakeiyk gevolg moest zyn van Engetands deel neming aan den oorlog; en toen Sir Edward Goschens herhaaldelyk de neutraliteit van Bel gië als het beslissende punt te berde bracht, heb ik ongeduldig uitgeroepen, dat in vergelU- stand te breed, zouden we onherroepeiyk in het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 9