5ïet vrtfiaal nan den da#
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
RECO
I
Ludendorff en de wereldoorlog
I
f--1
regeering tegenover
HOOFDKWARTIER
&0
I
NACHTVORST
NEII
LYNDON
ONTSNAPT
I
Zeer Oude Genever van Bootz
Alle abonné’s
ll I
■f”
ZATERDAG 13 OCTOBER 1934
r.
1
Qi
Step.1
scholen
de
Bulgaarsche tabaks-
markt
De grootheid van het
vaderland
Oriëntatie-vermogen
verloren
DOOR
VICTOR
BRIDGES
PER
LITER
Fl. 3.60
I
I
I Het pillendoosje
Het Derde Ryk duldt Ludendorff
alleen als een roemryk stuk
verleden uit den groo-
ten oorlog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
9
4
i
MARTIN BERDEN
1
1
I
I
aan
i
1
antwoordde de
I
waarnemingen
r
HOOFDSTUK VI.
Een vreemd gesicht
13.
van
ta ge
wordt varvolgd.
A
zitten
MJn
eens
i
t
a
e
l
ongestoord
konden doen.
t
t
1
1
1
1
1
1
Weldra rolden we over den grond, waarbij we
elkaar weinig vriéndelijke opmerkingen maak
ten. We waren beiden even woedend en raakten
elkaar waar we konden.
In het heetst van het gevecht kwam de com
mandant eensklaps den gang binnen, die ons
dadelijk van elkaar scheidde. Natuurlijk vroeg
htf uitleg van hetgeen er gebeurde. Toen hij
de toedracht vernam was hij meer dan woedend
i hotel,
bekend
!t
r
n
n
,t
d
e
U
n
Nu
ie we
i. HU
1.
>r
is
Het duurde niet lang of Harrison kwam weer
binnen. De deksel van den koffer had ik op een
kier gezet, zoodat ik kon zien wat er in de ka
mer gebeurde. Stil sloop Harrison op het kastjg
toe en nam er een paar fleschjes uit die hij op
den grond in stukken wierp. Ik sprong uit den
koffer en wierp mij op hem. „Zoo gnleperd".
riep ik hem toe. ..Nu heb Ik je".
HU vloog de gang in en ik hem achterna.
Na de opheffing van het Duitsche inkoop-
•verbod voor Bulgaarsche tabakken, viel op de
heeie tabaksmarkt van Bulgarije een sterke
opleving waar te nemen, die zich vooral ultte
in een stijging van de prUzen met gemiddeld
25 pet., in sommige streken zelfs met 4050 pet.
De oogst van 1933 heeft, ondanks het feit
dat de kwaliteit beneden het middelmatige ligt,
tot op geringe hoeveelheden van inferieure
kwaliteit na. een goeden afzet gevonden.
Het hoofdaandeel van ongeveer 50 millioen
K.G. werd door Duitschland genomen, terwijl
de Oostenrijksche regie 700.000 K.G. en de
Italiaansche regie IJ millioen K.G. afnamen.
iimimniiiuu
i
Het eerste hoofdstuk over het denken en han
delen van den generaal ia interessant, omdat
het uitlatingen bevat over het wezen van den
oorlog, leger en land, politieke kwesties en per
soonlijke betrekkingen tot den staf en veld
maarschalk Hindenburg. Ludendorff legt .alle
gewicht op de gedachte, dat het leger zonder
het achterland niets was, dat de geestelijke
spankracht van het land de graadmeter was
voor de stemming In het leger en dat bet de
plicht was van den Rijkskanselier, om de span
kracht van het land te behouden en te ver-
grooten. Interessant voor de psyche des gene
raals is volgende passus: „De kanseliers hadden
nog een tweede groote taak, namelijk de leiding
in den strijd tegen de vUandelijke „Heimath-
fronten.” Daardoor werd bet handelen en wer
ken der Regeering voor den oorlog van beslis
sende beteekenis. Dat vorderde van Regeering,
Rijksdag en volk een opgaan in de oorlogs
gedachte als nooit te voren. De kracht der oor
logvoering lag in het acnterland. de kracht,
om die te verwerkelijken, aan het front. De
vrede werd alléén bevorderd door krachtige oor
logvoering. Door haar arbeid voor den oorlog
bevorderde de regeering dus tevens den" vrede,
dien zU dat was haar heilige taak! ook
langs dlrecten weg moest trachten te bereiken.”
Ludendorff verhaalt dan, dat de regeering
te Berlijn aanvankeUjk zeer ingenomen was
met de benoeming van het tweegesternte Hin
denburgLudendorff tot chefs vin het groote
hoofdkwartier. Die Ingenomenheid duurde niet
lang. Reeds spoedig ontstond er strUd tusschen
de twee gedachtenwerelden der regeering en
van het hoofdkwartier. Dit was een teleurstel
ling en bracht geweldige moeilijkheden In Ber-
lUn was men het niet eens met de Uzeren oor-
logsnoodzakelUkheden en daar bestond niet de
stalen wil, om heel het volk enkel en alleen in
de oorlogsgedachte te dwingen. De groote de
mocraten der Entente hadden dien wil wèl.
Berlijn voelde zijn onvermogen niet tegen
over de peyche van den vijand. Men verloor de
hoop op de overwinning en liet zich voortdrij
ven. De gedachte, om vrede te sluiten, werd
sterker dan die, om den zegepraal te behalen.
Rijksdag en volk hadden geen vaste leiding en
zuiver een kwestie van opvatting en Ik voelde
evenveel voor de mijne als voor de zijne.
o
gleden met de regeering de helling af. Dat
voerde naar ongeluk en afgrond.
Hier Is een groote fout te constateeren in de
opvattingen van Ludendorff; hU verzwijgt ge
heel, dat het Duitsche volk volslagen uitgemer
geld was, dat er geen oorlog»- en menschen-
materiaal meer was en dat, dóór net verschij
nen van Amerika op het oorlogsterrein, de En
tente niet meer was te overwinnen.
Merkwaardig is nog, wat Ludendorff zegt
over zijn politieke opvattingen. HU verklaart
uitdrukkelijk, dat hü alléén voor de grootheid
van het vaderland op kwam, dat nU zich niet
bekommerde om de politieke partUen en dat
hij noch reactionnalr noch democraat was. HU
klaagt er over dat hü voor veel verantwoor
delijk gemaakt Is. waarmede hü niets te doen
had en dat zün arbeid voor het vaderland wei
nig dankbaarheid gevonden heeft. Over den
vrede zegt hU, dat hU bij de geweldige verant
woording, die op hém rustte, natuurlijk den
vrede wenschte, maar dat hü met het oog op
de houding van den vUand nooit een gelegen
heid gezien heeft, om een rechtvaardigen vrede
stof wikte kennen Het bü mU geen twijfel maar
noch hü, noch Savaroff maakten op mü den
indruk van succesvolle fabrikanten van reuk
loos poeder of Iets anders te zijn. -
ZU zohenen mü tot een veel interessanter en
minder conventioneel soort te behooren en ik
verwonderdb mü er eenlgszins over, hoe zulk
een eigenaardig drietal, als zü en Sonja waren,
in zoon slecht gebouwd en verlaten buiten
huis in een uithoek van South Devon kwamen.
9 Evenwel was mü dit tobben nutteloos, want
zoover het mU aanging was het pUnlUk dui-
delUk. dat er geen keus bestond. Als Ik hun
aanbod afwees, behoefde zij mU alleen maar
uit te leveren en binnen een paar uur was hU
weer terug in mijn cel, in boeien geslagen,
gegeeseld en zes maanden honger lijden in het
vooruitzicht.
Alles was beter dan dat zelfs het meest
roekeloose waagstuk. Inderdaad ben ik er niet
geheel zeker van, dat het geheimzinnige, wat
3
tegen McMurtrle, maar die leugen lag me toch
niet zoo zwaar op het geweten.
De werkelUke beteekenis van „uitstapje” is
Wij zijn warempel weer zoo ver,
De nachtvorst wordt verwacht!
En hiermee wordt het zachte weer
De doodsteek toegebracht.
Want alles wat naar warmte zweemt
Slaat ijlings op de vlucht.
Al schijnt de zon ook overdag:
De kou zit in de lucht!
De winter komt! maar langzaam aan
Het sneeuwt en vriest nog niet,
Maar in de grachten ziet men toch
De schuiten anthraciet!
De nachtvorst is de trait d’union,
Die herfst met winter bindt,
De vingerwijzing die ons zegt
Het winterspel begint.
WIJ snuiven nu dus koude lucht.
Gebruiken aspirien,
En die zijn jaegertje reeds draagt
Ruikt naar de naphtalien.
De eerste nachtvorst.... en degeen,
Die houdt van ijs en pret,
Haalt als een ware optimist
ZJjn schaatsen uit het vet!
Tenslotte had Ik mUn achtdaagsch uitstapje
naar Londen in het vooruitzicht en alleen de
gedachte daaraan was al voldoende om het te
accepteeren. Ik had gelogen omtrent de reden
door overleg te sluiten, dat alles, wat daarover
geRgd is, onjuist is en dat de regeering aan het
hoofdkwartier nooit zulk een mogelUkheid
heeft getoond.
Over het algemeen kan dit waar zün Maar
eens was er wel degelUk zulk een gelegenheid,
een schitterende zelfs, in 1917. toen Benedlctus
XV zijn vredesactle inzette. Maar Duitschand
was toen te verwaten en ging aan die verwa
tenheid ten gronde.
i
3
HU knikte glimlachend.
„Ik zal Sonja het u laten geven,’ ’antwoord
de hU.
Daarna ging hü achter Savaroff de gang op,
de deur betoedzaam achter zich sluitend.
Alleen gelaten, leende ik terug in de kussens
in een gemoedsstemming. die een romanschrU-
ver waarschUnlUk ais chaotisch zou beach rij -
ven. Ik had iets ongewoons verwacht van mün
onderhoud met Mc.Murtrie, maar deze voor
stellen van hem konden moeilük onder zoo’n
zachte bewoording worden uitgedrukt. ZU over
troffen alles, wat mün verwachting betrof.
Ik had wel in boeken gelezen, dat iemands
ulterlUk zoo geheel veranderd kon worden, dat
zelfs zün beste vrienden hem niet herkenden,
maar dat zoolets in het werkelijk leven gebeur
de, was nog nooit bü mU opgekomen. Als de
dokter de waarheid sprak, zou er natuurlUk
geen reden zün waarom zün plan niet tot suc
ces kon voeren, hoe fantastisch het ook mocht
klinken. Een eigen hut aan de Theems was wel
de laatste plaats, waar men een ontsnapten
boef Utt Dartmoor zou zoeken, vooral waar hU
verdwenen was in de omstreken van Devon-
port. Wat mU den grootsten angst bezorgde in
dit geval was mün schUnbaar geluk, dat ik op
zulk een wonderbare wijze er weer bovenop was
gekomen. Er^komt een eind aan ons geloof in
samenloop van omstandigheden en dit buiten
gewone geval, mU door Mc. Murtrie’s vleiende
uitlegging ingegeven, was een beetje te ge
dwongen voor mU om het te gelooven.
Dat hU het geheim van de nieuwe explosie-
Na dit pijnlijk incident bereikten we langza
merhand de Noordpool. De Uslaag boven den on
derzeeër had slechts een dikte van drie Meter.
De boren werden in werking gesteld en func-
tionneerden prachtig en weldra was de duikboot
boven het üs gebracht. We hadden de Noord
pool bereikt en waren de eersten die er thans 1 bedrag van 2730 mark uitgetrokken, om negen-
wetenschappelUke waarnemingen honderd groote portretten van Hitler te laten
maken ter versiering van de schoollokalen.
eenlgsalns zonderlinge uitdrukking aan toe:
„Overigens zou ik het niet erg vinden, al
was het dat wel.”
„Maar ik voel mü uitstekend vanmorgen,"
hield ik aan. „Ik kan evengoed onstaan, wan
neer uw vader mU wat kleeren leenen wil;
rk denk niet, dat ik mU in die van McMurtrle
wringen kan.”
ZU schudde haar hoofd.
„De dokter zegt, dat u blUven moet waar u
bent. HU komt straks naar u küken.”
Na een korte aarzeling ging zU voort:
„Een van de gevangenbewaarders kwam hier
gisteren bellen, om ons te waarschuwen, dat u
waarschUnlUk in de buurt verborgen was."
„Dat was vrlendelUk, al‘was het een beetje
laat. Had men de fiets gevonden?’’
„Neen," antwoordde zU, en dat sullen zü
wel niet doen ook. MUn vader is haar op gaan
zoeken dien avond, dat u hier kwam. We heb
ben haar in den achtertuin begraven.
Opnieuw zwegen wü even. ZU zette zich op
het voeteinde van mijn bed en zei:
„Dat meisje Joyce Aylmer houdt u van
haar?”
De vraag kwam zoo onverwachts, dat ik et
volkomen door overrompeld werd. Midden lu
de beweging, waarmee ik een «tukje spek naar
mUn mond bracht, hield ik op en legde het op
mUn bord terug.
„Och, Joyce is nog een kind,” antwoordde ik.
„Tenminste toen Ik in de gevangenis moest.
WU hielden eigenlijk allemaal evenveel van
haar. Haar vader was een van de kunstschll-
op Harrison. Deze behoefde geen dienst meer
te doen en zoodra we zouden geland zUn, ging
hU rechtstreeks naar huls terug. Dat was wel
een zware straf voor den jongen. Ik deed een
goed woordje voor hem, maar het gaf niets.
Harrison moest terug. Dergelijke onbetrouw
bare menschen wilde de commandant niet aan
boord houden Achteraf had ik toch wel mede-
lijden met Harrison.
ul^r^n f 750.-f250.- Te^g f 125.-f SO.-^T ^^f40.- ÏUST
Mc. Murtrie’s aanbod omgaf, mü niet toelachte.
Mijn leven was de laatste drie Jaar zoo glad
voorbü gegleden, dat een vooruitzicht op een
klein evenement mU heelemaal niet onaange
naam was.
3
I
iNadruk verboden)
SiiiMiiiiiiniHUHMinmnminiimmiiHnnniiiHiiHmiiiiHiminiHHUfl
r
ie tUdens den wereldoorlog en kort na
\A het sluiten van den wapenstilstand
v v generaal Ludendorff heeft ontmoet, zal
geïmponeerd zUn geweest door zUn gestalte,
houding, stem en staalharde oogen. Het was
een geweldig trotsche man, een generaal, die
geen tegenspraak duldde, noch op strategisch,
noch op politiek gebied. Een dictator. En dat
was hU in de laatste jaren van den oorlog. HU
had niet alleen het feltelUk opperbevel over het
leger, maar hU beval ook souverein over de tam
me politici van het keizerrUk en in niet geringe
mate ook over den „Obersten Krlegsherr”, Kei
ser Willem II zelf, die bang voor hem was.
Na den oorlog ging het snel berg af met den
generaal. Verbitterd en teleurgesteld verbond hU
zUn tot dan toe roemrUken naam met allerlei
politieke intriges. HU deed mee aan de „bier- en
saucUsjes-revolutie” van Hitler in 1923 en maak
te zich toen onsterfelUk belachelUk, door bU bet
eerste schot plat op zUn bulk te gaan liggen.
Men arresteerde Hitler, maar Ludendorff niet,
omdat hü politiek niet meer was te duchten,
maar vooral om zUn roemrijk verleden. Sedert
dien tUd verdween de generaal geheel van den
voorgrond. HU schrijft met zUn tweede vrouw
obscure pamfletjes tegen het Christendom. Ook
schreef hU tegen zijn ouden kameraad, veld
maarschalk von Hindenburg. TUdens den oor
log waren die twee als een tweeling, overleden
samen met denzelfden roem. Maar bU Luden
dorff kwam hoogmoed in letterlUken zin voor
den val. HU brak geheel met Hindenburg. ZUn
venchUnen bU de begrafenis van Hindenburg
te Tannenberg, eens het oord hunner gemeen-
schappelijke glorie, zou een onmogelijk
heid zUn geweest. Ook met Hitler heeft hij
al lang gebroken en het Derde RUk duldt hem
alleen als een roemrUk stuk verleden uit den
grooten oorlog. Dit is het roemloos einde van
een man, wiens macht eenmaal geen grenzen
kende, die heerschte van den Gouden Hoorn
tot aan de blonde kusten van Vlaanderen.
Ludendorff was de eerste, die in Duitsehland
mémoires publiceerde: „Knegserinnerungen”,
die verschenen in den zomer van 1919 In de
opdracht van dit boek lag de geest, waarin zU
waren geschreven: ,Jk wUd dit boek den hel
den, die in het geloof aan Duitschlands groot
heid zUn gevallen.” En in de inleiding schrijft
de generaal:
,J<Un oorlogsherinneringen zullen verhalen
van de daden van het Duitsche volk en leger,
waarmede mijn naam voor immer verbonden
zal blUven. ZU schilderen mUn streven en ver
halen er van, wat ik in de worsteling der vol
keren beleefde: dat was de strijd zonder weer
ga, het dulden en verlammen van het Duitsche
volk”. Het boek is geen verdedigingsschrift, maar
een verhandeling over den oorlog met den in
slag van sterk zelfbewustzijn en fraaien trots.
De schrijver verzekert, dat hU in zUn rijk leven
alleen den weg van den plicht gekend heeft,
dat hu zich steeds slechts door één gedachte
liet leidendoor de liefde voor vaderland leger
en dynastie, en dat zUn alléénig streven geweest
is, om den wil tot vernietiging van den kant
der vUanden te breken en Duitschlands toe
komst tegen nieuwe aanvallen te beveiligen.
Deze verzekering staat aan het einde van het
boek. De daarin bevatte gedachte gaat als een
roode draad door heel het werk.
Het boek van den generaal is zuiver militair.
AfzonderlUke politieke hoofdstukken bevat het
niet. Waar de politiek wordt behandeld, wordt
deze in het licht gesteld als noodzakelUk resul
taat der militaire opvattingen.
Het boek bestaat uit twee hoofddeelen: „Als
chef van den generalen staf in het Oosten" en
.Als eerste generale-kwartiermeester” (dit was
de titel van den eerste naast den chef van den
Generalen Staf, die Hindenburg was. De keizer
was opperbevelhebber). Daaraan “ooraf gaan
twee kleine hoofdstukken: „MUn denken en
handelen” en .Xuik”.
Mc.Murtrie had mU den indruk nagelaten
dat hU <fen volgenden dag reeds zUn werk aan
mijn gezicht beginnen zou; maar deze Indruk
bleek onjuist. Zoowel de paraffinewas als het
toestel met de X-stralen moesten uit Londen
worden gehaald en volgens Sonja had haar
vader den volgenden morgen vroeg het huis
verlaten om deze dingen te halen. ZU vertelde
mU <Ht, toen zü mU mUn ontbUt bracht, juist
nadat ik den auto had hooren vertrekken.
„De denk dat ik beter sou doen, door op te
staan,” zei ik. „Ik kan toch niet in bed blUven
om me door u te laten bedienen.”
.Dat zal toch moeten." antwoordde zU kort.
„tenzU u liever hebt, dat ik juffrouw Weston
send.”
„Wie is Juffrouw Weston?”
Sonja zette het blad op mUn bed.
„Otjze huishoudster,” antwoordde zU-
Is doofstom.”
„Er kunnen ergere dingen in een huishoud
ster zUn.” merkte ik op. Ik ging zitten, trok
mUn ontbüt naar mU toe en zei:
„Natuurlijk heb ik liever, dat u mU bedient.
Ik dacht alleen aan al de moeite, die ik u geef
„Veel moeite is het niet,” antwoordde zU
en na een oogenblik voegde ze er met een
een
heeft, wat u deed?”
„O, ik denk, dat zU mü al lang glad ver
geten is.” zei ik met plotselinge bitterheid.
..Menschen in de gevangenis kunnen moellük
verwachten, dat iemand aan hen zal blijven
denken behalve de politici*’
Die woorden kwamen ondoordacht en tenrijl
ze nog op mUn lippen lagen, rees het gezicht
van Joyce met die eerlüke, blauwe oogen voor
mü 09- Dt herinner mü het doodsbedroefde
briefje, dat zü mü na het vonnis gezonden had
en ook haar anderen brief, dien ik in Dartmoor
ontvangen had een büna jammerlijken brief
in de moedige poging, hoop, en belangstelling in
mUn hart levendig te houden.
Sonja leunde wat voorover, haar handen ge
vouwen in haar schoot.
De heer Carlo Stoppa, een Industrieel uit
Milaan, die sedert eenigen tüd op zUn zomer-
verblüf in Benaggio vertoefde beleefde een
avontuur, dat zeer fantastisch klinkt.
Stoppa was in'zee gesprongen om zün dage
lijks bad te nemen. Plotseling kreeg hü water
in de ooien en hü verloor zün oriéntatie-ver-
mogen totaal. Ondanks het prachtigste weer,
kalme zee en uitstekende uitzicht, zwom hü 10
uur rond zonder de kust terug te vinden. Ge
heel uitgeput kwam hü op de hoogte van Ver-
vio en was op het punt te verdrinken toen
hü door een visscher gered werd. Pas 4 uur
later was Stoppa weer normaal van geest.
zou vertellen? Oordeel zelf, münheer en zeg
dan wat hü u waard is. Ik wil u echter wel
verklappen, dat een kenner hem geschat heeft
op honderdduizend francs.
Maar José Trennot was niet de eerste de
beste. Hü wist heel goed een echten steen van
een imitatie te onderscheiden en daarop liet
1»U rich heel wat voorstaan.
Geruimen tüd bestudeerde hü den steen met
het bloote oog, toen met een sterk vergrootende
loupe, welk onderzoek wel tien minuten in be
slag nam. Hü knikte goedkeurend en haalde
een fleschje van een plank waarin een klein
martesharen penseeltje zat, gedompeld in een
kristalheldere
vloeistof. Daar
mede bestreek hü
den diamant aan
alle kanten en
droogde hem toen
tegen een spiri- j
tusvlammetje.
Daarna hield hü hem tegen het licht.
Hü scheen tevreden te zUn. want voorzichtig
legde hü het juweel in het pillendoosje, deed
bet deksel erop en vroeg:
Hoeveel?
De oude man dacht een poosje na en sprak
toen schünbaar verlegen:
Ik weet het niet, doet u maar een bod,
De kleine oogjes van Trennot begonnen te
schitteren van opgewondenheid.
Ik zal u ineens zeggen waar het op staat,
zei hü- Deze diamant is bekend als de bonte
hond. Acht of negen jaar geleden is hü- laten
we maar zeggen verdwenen en er is lang naar
gezocht. Als ik hem nu wil verkoopen, dan zal
ik er ongetwüfeld groote moeilijkheden mee
krügen. Hü moet du» gespleten worden en dat
kost geld, veel geld. Kortom, ik zal u er tien
duizend francs voor geven en geen centime
meer.
De ander werd bleek van woede en hü griste
het doosje van de toonbank. HU greep het
meisje bü den arm en sprak ruw:
Kom mee, Victolre. Hier valt niet te han
delen. Een diamant van honderdduizend franas
en daar biedt hü tienduizend op. ’t Is schan-
delük.
Het meisje liet opnieuw haar tranen den
vrüen loop en smeekte:
Wat ben je boos. Opa. Toe doe het maar.
Tienduizend francs, daar zün we toch mee ge
holpen?
Hü schudde het hoofd en trok haar mee naar
de deur.
Dat bedrag kan ik overal krügen, sprak
hij met de deurknop in zün hand.
Maar de slimme juwelier liet hen zoo niet
gaan.
Wat hadt u dan gedacht, münhéer? Ik
kan toch het volle bedrag er niet voor geven.
Mag ik dan niets verdienen? Ik zal er vüfdui-
zend bü doen, maar dan ook niet meer
Nu trok het meisje haar grootvader terug en
het gelukte haar, hem een beetje te kalmeeren
met het resultaat, dat de mannen het voor
twintigduizend francs eens werden. De grüs-
sard haalde het doosje weer te voorschün en
legde het voor Trennot °P de toonbank.
Alsublieft.overtuig u er maar van. dat
de steen er nog inzit, zei hü pünlük glim
lachend. Als het mün eigendom was, had u
hem niet voor dien prüs gekregen.
"De juwelier glimlachte slechts, maar hü was
wel zoo verstandig het doosje te openen en zich
van de aanwezigheid te overtuigen.
Tien minuten later wreef hü rich verge
noegd in de handen. ZUn dag was goed. De
steen was minstens het dubbele waard en van
louter plezier baalde hü het doosje weer uit de
lade en bekeek den steen nogmaals aandachtig.
Toen maakte hü een luchtsprong, veegde zü»
oogen uit, zette zün bril op en greep ten twee
den male de loupe
Valach. schreeuwde hü schor. Ik ben be
drogen. Den eersten keer was de diamant ab-
i soluut echt en nu is hü valsch. O. die schur-
l»cn.... hü moet twee precies gelüke piilen-
doosjes in het taschjej gehad hebben, de ban
diet. Deze steen is een mooie natuurgetrouwe
imitatie, maar ik ben mün twintigduizend
francs kwü'-.
Hü snelde naar de telefoon en belde het po
litiebureau op. De hoofdcommissaris deelde
hem voorzichtig mede, dat hü waarschijnlijk
het slachtoffer geworden was van twee inter
nationale oplichters. René Doulton en Victolre
Lesco, die reeds lang gezocht werden. Hü kon
hem niets beloven, maar zou een extra politie
bericht uitzenden.
De gemeenteraad van München heeft een
ders van Chelsea, en toen hü stierf, beschouw
den wü haar ongeveer als aan ons toever
trouwd. ZU kwam en ging in de verschillende
ateliers precies naar het haar aanstond. Daar
om waren wü ook zoo vreeselük kwaad op dien
Marks, dat hü haar zoo onbehoorlük behan
deld had.”
„Maar nu is zü geen kind meer.” merkte
Sonja kalm op. „Volgens de krant moet zü
nu negentien zün.” i
„Ja ik denk ook wel, dat de menschen
doorgaan ouder te worden, zelfs al zit ik in
de gevangenis.”
„En zü houdt van U. ZU moet van u houden.
Denkt u, dat er een vrouw is, die niet
man zou houden, die voor haar gedaan
Savaroff sprong op en keek uit het venster.
Daarna wendde hü zich tot Mc. Muitrie en
zei, blükbaar hevig verbaasd:
„Hoffman!”
Ik wist in de verste verte niet, wie die Hoff
man kon zün, maar deze naam deed den dok
ter direct opspringen. Hü scheen tamelük boos
op Savaroff over diens onnoodtge mededeel
zaamheid Hü sprak echter met zün gewone,
kalme zelfbeheersctilngf
„Wü zullen u thans verder met rust laten.
Als ik u was, sou ik probeeren nog een poosje
te slapen. Ik sal straks nog wei even naar
boven kernen, om te hooren at u nog wat wiit
eten.”
Hü stond op en keek de kamer rond.
„Is er nog iets anders, wat u zoudt willen
hebben?”
•Als u mü een doosje sigaretten zoudt willen
*«vcii oren^en r
„Het zal het eerste voorschot zün op de
nieuwe explosieetof.”
T osé Trennot stond door het raam van zün
I privékantoor naar buiten te küken. Het was
drie uur in den middag en nog wachtte hü
op zün eersten klant.
Op het oogenblk dat hü met een klap zün
kasboek dichtsloeg, klingelde de winkelbel. Hü
zag een jong meisje van ongeveer twintig jaar.
In haar gezelschap bevond zich een grüsaard.
Grootvader en kleindochter, mompelde
Trennot voor zich heen.
HU bemoeide zich verder niet met de klan
ten, want de eenlge bediende in den juweliers-
winkel kende het klappen van de zweep wel.
Toch klonk na vijf minuten het belletje op zün
schrijfbureau, het teeken dat de bediende hem
verzocht de klanten verder te woord te staan.
Trennot strompelde hët kleine trapje af, dat
naar den winkel voerde, maakte een beleefde
buiging voor zün klanten en terwül hü om
beurten den man en het meisje aankeek,
vroeg hü:
Waarmee kan ik u van dienst zün? u
Toen zag hü pas dat bet meisje haar oogen
afdroogde. Ze had geschreid.
De grüsaard nam het woord.
Münheer. ik ben de grootvader van deze
jongedame. Zü verzocht mü met haar mee te
gaan, omdat ze in zaken als die, waarvoor ik
hier kom. in het geheel niet thuis is
Het noodlot heeft haar zwaar getroffen. En
kele weken geleden is haar moeder plotseling
overleden en het eenige wat zü haar aochter
naliet, was een diamant. Het was tevens de
eenige herinnering aan haar. Geld liet zü niet
na, maar wel schulden. Die schulden wachten
dringend op betaling en we hebben al verschil
lende deurwaarders aan huis gehad om beslag
op de meubelen te leggen. U begrijpt, wat dat
voor mün kleindochter beteekent. Ze schaamt
zich dood voor de buren.
De juwelier knikte onafgebroken met het
hoofd. Hü snapte niet goed waar de oude man
Leen wilde en toen deze even zweeg, vroeg hü:
Als ik het goed begrijp, dan heeft u een
diamant?
Zoo is het, münheer. En een zeldzame ook.
Mün zwager heeft hem jaren geleden cadeau
gekregen van. van nu ja. laat ik het
maar zeggen. Ze zün nu toch allen dood. Hü
kreeg hem van een dame uit den Mohamme-
daanschen harem, toen hü haar uit een moei
lijke positie verloste. Mün zuster
Ja, ja.... ik geloof het wel. viel Trennot
oen man in de rede. Hü was verlangend, den
diamant te zien, want hü rook een voordeellg
zaakje. De waarheid was, dat José Trennot niet
kieskeurig in het koopen van juweelen was, als
zü hem maar veel geld in het laadje brachten
cn hü was ook gewend zün klanten niet teveel
te betalen.
Laat eens zien?
De Prijsaard nam het taschje uit de han
den van het meisje en haalde er een pillen
doosje uit, dat hü aan den juwelier over
handigde.
Ik heb hem maar in een doosje gedaan,
zei hü. want het etui bestaat allang niet meer.
Trennot had deze woorden niet eens ver
staan, want hü had gretig het doosje uit de
handen van den man genomen en vlug het
deksel geopend. Toen deed hü verbaasd een
stap achteruit.
Dit is de edelsteen van Mohammed Ka-
chim, die acht of negen jaar geleden spoorloos
verdween. Hoe komt u daaraan?
Dat heb ik u al gezegd,
grijsaard. Maar als u bang bent, dat ik hem
van Mohammed Kachim gestolen heb. geef
hem dan maar terug. Ik wil u niet in onge
legenheid brengen. Wat ik zooeven vertelde is
de zuivere waarheid Die haremdame heeft
hem misschien van Mohammed ten geschenke
gekregen of gestolen, misschien wel onder een
matje gevonden, maar in ieder geval, mijn
zwager heeft zün leven ervoor in de waagschaal
gesteld.
Trennot dacht er niet aan den diamant zoo
maar weer uit zün handen te geven. Wat kon
het hem schelen waar hü vandaan kwam. HU
zou hem wel laten veranderen.
Is hü echt? vroeg hü langs zün neus weg.
U bent vakman, antwoordde de ander
ontwükend. Als ik hier kwam om een valschen
diamant te verkoopen, dacht u dan dat ik dat
Doulton
oplichting
handlangster even aan en sprak:
en luisterden glimlachend
signalement.
Victolre Lesco en René
heeft ons zestigduizend francs
toen de luidspreker de
maakte.