5ïet vrtfiaal nan den da# PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND RECO I Ludendorff en de wereldoorlog I f--1 regeering tegenover HOOFDKWARTIER &0 I NACHTVORST NEII LYNDON ONTSNAPT I Zeer Oude Genever van Bootz Alle abonné’s ll I ■f” ZATERDAG 13 OCTOBER 1934 r. 1 Qi Step.1 scholen de Bulgaarsche tabaks- markt De grootheid van het vaderland Oriëntatie-vermogen verloren DOOR VICTOR BRIDGES PER LITER Fl. 3.60 I I I Het pillendoosje Het Derde Ryk duldt Ludendorff alleen als een roemryk stuk verleden uit den groo- ten oorlog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 9 4 i MARTIN BERDEN 1 1 I I aan i 1 antwoordde de I waarnemingen r HOOFDSTUK VI. Een vreemd gesicht 13. van ta ge wordt varvolgd. A zitten MJn eens i t a e l ongestoord konden doen. t t 1 1 1 1 1 1 Weldra rolden we over den grond, waarbij we elkaar weinig vriéndelijke opmerkingen maak ten. We waren beiden even woedend en raakten elkaar waar we konden. In het heetst van het gevecht kwam de com mandant eensklaps den gang binnen, die ons dadelijk van elkaar scheidde. Natuurlijk vroeg htf uitleg van hetgeen er gebeurde. Toen hij de toedracht vernam was hij meer dan woedend i hotel, bekend !t r n n ,t d e U n Nu ie we i. HU 1. >r is Het duurde niet lang of Harrison kwam weer binnen. De deksel van den koffer had ik op een kier gezet, zoodat ik kon zien wat er in de ka mer gebeurde. Stil sloop Harrison op het kastjg toe en nam er een paar fleschjes uit die hij op den grond in stukken wierp. Ik sprong uit den koffer en wierp mij op hem. „Zoo gnleperd". riep ik hem toe. ..Nu heb Ik je". HU vloog de gang in en ik hem achterna. Na de opheffing van het Duitsche inkoop- •verbod voor Bulgaarsche tabakken, viel op de heeie tabaksmarkt van Bulgarije een sterke opleving waar te nemen, die zich vooral ultte in een stijging van de prUzen met gemiddeld 25 pet., in sommige streken zelfs met 4050 pet. De oogst van 1933 heeft, ondanks het feit dat de kwaliteit beneden het middelmatige ligt, tot op geringe hoeveelheden van inferieure kwaliteit na. een goeden afzet gevonden. Het hoofdaandeel van ongeveer 50 millioen K.G. werd door Duitschland genomen, terwijl de Oostenrijksche regie 700.000 K.G. en de Italiaansche regie IJ millioen K.G. afnamen. iimimniiiuu i Het eerste hoofdstuk over het denken en han delen van den generaal ia interessant, omdat het uitlatingen bevat over het wezen van den oorlog, leger en land, politieke kwesties en per soonlijke betrekkingen tot den staf en veld maarschalk Hindenburg. Ludendorff legt .alle gewicht op de gedachte, dat het leger zonder het achterland niets was, dat de geestelijke spankracht van het land de graadmeter was voor de stemming In het leger en dat bet de plicht was van den Rijkskanselier, om de span kracht van het land te behouden en te ver- grooten. Interessant voor de psyche des gene raals is volgende passus: „De kanseliers hadden nog een tweede groote taak, namelijk de leiding in den strijd tegen de vUandelijke „Heimath- fronten.” Daardoor werd bet handelen en wer ken der Regeering voor den oorlog van beslis sende beteekenis. Dat vorderde van Regeering, Rijksdag en volk een opgaan in de oorlogs gedachte als nooit te voren. De kracht der oor logvoering lag in het acnterland. de kracht, om die te verwerkelijken, aan het front. De vrede werd alléén bevorderd door krachtige oor logvoering. Door haar arbeid voor den oorlog bevorderde de regeering dus tevens den" vrede, dien zU dat was haar heilige taak! ook langs dlrecten weg moest trachten te bereiken.” Ludendorff verhaalt dan, dat de regeering te Berlijn aanvankeUjk zeer ingenomen was met de benoeming van het tweegesternte Hin denburgLudendorff tot chefs vin het groote hoofdkwartier. Die Ingenomenheid duurde niet lang. Reeds spoedig ontstond er strUd tusschen de twee gedachtenwerelden der regeering en van het hoofdkwartier. Dit was een teleurstel ling en bracht geweldige moeilijkheden In Ber- lUn was men het niet eens met de Uzeren oor- logsnoodzakelUkheden en daar bestond niet de stalen wil, om heel het volk enkel en alleen in de oorlogsgedachte te dwingen. De groote de mocraten der Entente hadden dien wil wèl. Berlijn voelde zijn onvermogen niet tegen over de peyche van den vijand. Men verloor de hoop op de overwinning en liet zich voortdrij ven. De gedachte, om vrede te sluiten, werd sterker dan die, om den zegepraal te behalen. Rijksdag en volk hadden geen vaste leiding en zuiver een kwestie van opvatting en Ik voelde evenveel voor de mijne als voor de zijne. o gleden met de regeering de helling af. Dat voerde naar ongeluk en afgrond. Hier Is een groote fout te constateeren in de opvattingen van Ludendorff; hU verzwijgt ge heel, dat het Duitsche volk volslagen uitgemer geld was, dat er geen oorlog»- en menschen- materiaal meer was en dat, dóór net verschij nen van Amerika op het oorlogsterrein, de En tente niet meer was te overwinnen. Merkwaardig is nog, wat Ludendorff zegt over zijn politieke opvattingen. HU verklaart uitdrukkelijk, dat hü alléén voor de grootheid van het vaderland op kwam, dat nU zich niet bekommerde om de politieke partUen en dat hij noch reactionnalr noch democraat was. HU klaagt er over dat hü voor veel verantwoor delijk gemaakt Is. waarmede hü niets te doen had en dat zün arbeid voor het vaderland wei nig dankbaarheid gevonden heeft. Over den vrede zegt hU, dat hU bij de geweldige verant woording, die op hém rustte, natuurlijk den vrede wenschte, maar dat hü met het oog op de houding van den vUand nooit een gelegen heid gezien heeft, om een rechtvaardigen vrede stof wikte kennen Het bü mU geen twijfel maar noch hü, noch Savaroff maakten op mü den indruk van succesvolle fabrikanten van reuk loos poeder of Iets anders te zijn. - ZU zohenen mü tot een veel interessanter en minder conventioneel soort te behooren en ik verwonderdb mü er eenlgszins over, hoe zulk een eigenaardig drietal, als zü en Sonja waren, in zoon slecht gebouwd en verlaten buiten huis in een uithoek van South Devon kwamen. 9 Evenwel was mü dit tobben nutteloos, want zoover het mU aanging was het pUnlUk dui- delUk. dat er geen keus bestond. Als Ik hun aanbod afwees, behoefde zij mU alleen maar uit te leveren en binnen een paar uur was hU weer terug in mijn cel, in boeien geslagen, gegeeseld en zes maanden honger lijden in het vooruitzicht. Alles was beter dan dat zelfs het meest roekeloose waagstuk. Inderdaad ben ik er niet geheel zeker van, dat het geheimzinnige, wat 3 tegen McMurtrle, maar die leugen lag me toch niet zoo zwaar op het geweten. De werkelUke beteekenis van „uitstapje” is Wij zijn warempel weer zoo ver, De nachtvorst wordt verwacht! En hiermee wordt het zachte weer De doodsteek toegebracht. Want alles wat naar warmte zweemt Slaat ijlings op de vlucht. Al schijnt de zon ook overdag: De kou zit in de lucht! De winter komt! maar langzaam aan Het sneeuwt en vriest nog niet, Maar in de grachten ziet men toch De schuiten anthraciet! De nachtvorst is de trait d’union, Die herfst met winter bindt, De vingerwijzing die ons zegt Het winterspel begint. WIJ snuiven nu dus koude lucht. Gebruiken aspirien, En die zijn jaegertje reeds draagt Ruikt naar de naphtalien. De eerste nachtvorst.... en degeen, Die houdt van ijs en pret, Haalt als een ware optimist ZJjn schaatsen uit het vet! Tenslotte had Ik mUn achtdaagsch uitstapje naar Londen in het vooruitzicht en alleen de gedachte daaraan was al voldoende om het te accepteeren. Ik had gelogen omtrent de reden door overleg te sluiten, dat alles, wat daarover geRgd is, onjuist is en dat de regeering aan het hoofdkwartier nooit zulk een mogelUkheid heeft getoond. Over het algemeen kan dit waar zün Maar eens was er wel degelUk zulk een gelegenheid, een schitterende zelfs, in 1917. toen Benedlctus XV zijn vredesactle inzette. Maar Duitschand was toen te verwaten en ging aan die verwa tenheid ten gronde. i 3 HU knikte glimlachend. „Ik zal Sonja het u laten geven,’ ’antwoord de hU. Daarna ging hü achter Savaroff de gang op, de deur betoedzaam achter zich sluitend. Alleen gelaten, leende ik terug in de kussens in een gemoedsstemming. die een romanschrU- ver waarschUnlUk ais chaotisch zou beach rij - ven. Ik had iets ongewoons verwacht van mün onderhoud met Mc.Murtrie, maar deze voor stellen van hem konden moeilük onder zoo’n zachte bewoording worden uitgedrukt. ZU over troffen alles, wat mün verwachting betrof. Ik had wel in boeken gelezen, dat iemands ulterlUk zoo geheel veranderd kon worden, dat zelfs zün beste vrienden hem niet herkenden, maar dat zoolets in het werkelijk leven gebeur de, was nog nooit bü mU opgekomen. Als de dokter de waarheid sprak, zou er natuurlUk geen reden zün waarom zün plan niet tot suc ces kon voeren, hoe fantastisch het ook mocht klinken. Een eigen hut aan de Theems was wel de laatste plaats, waar men een ontsnapten boef Utt Dartmoor zou zoeken, vooral waar hU verdwenen was in de omstreken van Devon- port. Wat mU den grootsten angst bezorgde in dit geval was mün schUnbaar geluk, dat ik op zulk een wonderbare wijze er weer bovenop was gekomen. Er^komt een eind aan ons geloof in samenloop van omstandigheden en dit buiten gewone geval, mU door Mc. Murtrie’s vleiende uitlegging ingegeven, was een beetje te ge dwongen voor mU om het te gelooven. Dat hU het geheim van de nieuwe explosie- Na dit pijnlijk incident bereikten we langza merhand de Noordpool. De Uslaag boven den on derzeeër had slechts een dikte van drie Meter. De boren werden in werking gesteld en func- tionneerden prachtig en weldra was de duikboot boven het üs gebracht. We hadden de Noord pool bereikt en waren de eersten die er thans 1 bedrag van 2730 mark uitgetrokken, om negen- wetenschappelUke waarnemingen honderd groote portretten van Hitler te laten maken ter versiering van de schoollokalen. eenlgsalns zonderlinge uitdrukking aan toe: „Overigens zou ik het niet erg vinden, al was het dat wel.” „Maar ik voel mü uitstekend vanmorgen," hield ik aan. „Ik kan evengoed onstaan, wan neer uw vader mU wat kleeren leenen wil; rk denk niet, dat ik mU in die van McMurtrle wringen kan.” ZU schudde haar hoofd. „De dokter zegt, dat u blUven moet waar u bent. HU komt straks naar u küken.” Na een korte aarzeling ging zU voort: „Een van de gevangenbewaarders kwam hier gisteren bellen, om ons te waarschuwen, dat u waarschUnlUk in de buurt verborgen was." „Dat was vrlendelUk, al‘was het een beetje laat. Had men de fiets gevonden?’’ „Neen," antwoordde zU, en dat sullen zü wel niet doen ook. MUn vader is haar op gaan zoeken dien avond, dat u hier kwam. We heb ben haar in den achtertuin begraven. Opnieuw zwegen wü even. ZU zette zich op het voeteinde van mijn bed en zei: „Dat meisje Joyce Aylmer houdt u van haar?” De vraag kwam zoo onverwachts, dat ik et volkomen door overrompeld werd. Midden lu de beweging, waarmee ik een «tukje spek naar mUn mond bracht, hield ik op en legde het op mUn bord terug. „Och, Joyce is nog een kind,” antwoordde ik. „Tenminste toen Ik in de gevangenis moest. WU hielden eigenlijk allemaal evenveel van haar. Haar vader was een van de kunstschll- op Harrison. Deze behoefde geen dienst meer te doen en zoodra we zouden geland zUn, ging hU rechtstreeks naar huls terug. Dat was wel een zware straf voor den jongen. Ik deed een goed woordje voor hem, maar het gaf niets. Harrison moest terug. Dergelijke onbetrouw bare menschen wilde de commandant niet aan boord houden Achteraf had ik toch wel mede- lijden met Harrison. ul^r^n f 750.-f250.- Te^g f 125.-f SO.-^T ^^f40.- ÏUST Mc. Murtrie’s aanbod omgaf, mü niet toelachte. Mijn leven was de laatste drie Jaar zoo glad voorbü gegleden, dat een vooruitzicht op een klein evenement mU heelemaal niet onaange naam was. 3 I iNadruk verboden) SiiiMiiiiiiniHUHMinmnminiimmiiHnnniiiHiiHmiiiiHiminiHHUfl r ie tUdens den wereldoorlog en kort na \A het sluiten van den wapenstilstand v v generaal Ludendorff heeft ontmoet, zal geïmponeerd zUn geweest door zUn gestalte, houding, stem en staalharde oogen. Het was een geweldig trotsche man, een generaal, die geen tegenspraak duldde, noch op strategisch, noch op politiek gebied. Een dictator. En dat was hU in de laatste jaren van den oorlog. HU had niet alleen het feltelUk opperbevel over het leger, maar hU beval ook souverein over de tam me politici van het keizerrUk en in niet geringe mate ook over den „Obersten Krlegsherr”, Kei ser Willem II zelf, die bang voor hem was. Na den oorlog ging het snel berg af met den generaal. Verbitterd en teleurgesteld verbond hU zUn tot dan toe roemrUken naam met allerlei politieke intriges. HU deed mee aan de „bier- en saucUsjes-revolutie” van Hitler in 1923 en maak te zich toen onsterfelUk belachelUk, door bU bet eerste schot plat op zUn bulk te gaan liggen. Men arresteerde Hitler, maar Ludendorff niet, omdat hü politiek niet meer was te duchten, maar vooral om zUn roemrijk verleden. Sedert dien tUd verdween de generaal geheel van den voorgrond. HU schrijft met zUn tweede vrouw obscure pamfletjes tegen het Christendom. Ook schreef hU tegen zijn ouden kameraad, veld maarschalk von Hindenburg. TUdens den oor log waren die twee als een tweeling, overleden samen met denzelfden roem. Maar bU Luden dorff kwam hoogmoed in letterlUken zin voor den val. HU brak geheel met Hindenburg. ZUn venchUnen bU de begrafenis van Hindenburg te Tannenberg, eens het oord hunner gemeen- schappelijke glorie, zou een onmogelijk heid zUn geweest. Ook met Hitler heeft hij al lang gebroken en het Derde RUk duldt hem alleen als een roemrUk stuk verleden uit den grooten oorlog. Dit is het roemloos einde van een man, wiens macht eenmaal geen grenzen kende, die heerschte van den Gouden Hoorn tot aan de blonde kusten van Vlaanderen. Ludendorff was de eerste, die in Duitsehland mémoires publiceerde: „Knegserinnerungen”, die verschenen in den zomer van 1919 In de opdracht van dit boek lag de geest, waarin zU waren geschreven: ,Jk wUd dit boek den hel den, die in het geloof aan Duitschlands groot heid zUn gevallen.” En in de inleiding schrijft de generaal: ,J<Un oorlogsherinneringen zullen verhalen van de daden van het Duitsche volk en leger, waarmede mijn naam voor immer verbonden zal blUven. ZU schilderen mUn streven en ver halen er van, wat ik in de worsteling der vol keren beleefde: dat was de strijd zonder weer ga, het dulden en verlammen van het Duitsche volk”. Het boek is geen verdedigingsschrift, maar een verhandeling over den oorlog met den in slag van sterk zelfbewustzijn en fraaien trots. De schrijver verzekert, dat hU in zUn rijk leven alleen den weg van den plicht gekend heeft, dat hu zich steeds slechts door één gedachte liet leidendoor de liefde voor vaderland leger en dynastie, en dat zUn alléénig streven geweest is, om den wil tot vernietiging van den kant der vUanden te breken en Duitschlands toe komst tegen nieuwe aanvallen te beveiligen. Deze verzekering staat aan het einde van het boek. De daarin bevatte gedachte gaat als een roode draad door heel het werk. Het boek van den generaal is zuiver militair. AfzonderlUke politieke hoofdstukken bevat het niet. Waar de politiek wordt behandeld, wordt deze in het licht gesteld als noodzakelUk resul taat der militaire opvattingen. Het boek bestaat uit twee hoofddeelen: „Als chef van den generalen staf in het Oosten" en .Als eerste generale-kwartiermeester” (dit was de titel van den eerste naast den chef van den Generalen Staf, die Hindenburg was. De keizer was opperbevelhebber). Daaraan “ooraf gaan twee kleine hoofdstukken: „MUn denken en handelen” en .Xuik”. Mc.Murtrie had mU den indruk nagelaten dat hU <fen volgenden dag reeds zUn werk aan mijn gezicht beginnen zou; maar deze Indruk bleek onjuist. Zoowel de paraffinewas als het toestel met de X-stralen moesten uit Londen worden gehaald en volgens Sonja had haar vader den volgenden morgen vroeg het huis verlaten om deze dingen te halen. ZU vertelde mU <Ht, toen zü mU mUn ontbUt bracht, juist nadat ik den auto had hooren vertrekken. „De denk dat ik beter sou doen, door op te staan,” zei ik. „Ik kan toch niet in bed blUven om me door u te laten bedienen.” .Dat zal toch moeten." antwoordde zU kort. „tenzU u liever hebt, dat ik juffrouw Weston send.” „Wie is Juffrouw Weston?” Sonja zette het blad op mUn bed. „Otjze huishoudster,” antwoordde zU- Is doofstom.” „Er kunnen ergere dingen in een huishoud ster zUn.” merkte ik op. Ik ging zitten, trok mUn ontbüt naar mU toe en zei: „Natuurlijk heb ik liever, dat u mU bedient. Ik dacht alleen aan al de moeite, die ik u geef „Veel moeite is het niet,” antwoordde zU en na een oogenblik voegde ze er met een een heeft, wat u deed?” „O, ik denk, dat zU mü al lang glad ver geten is.” zei ik met plotselinge bitterheid. ..Menschen in de gevangenis kunnen moellük verwachten, dat iemand aan hen zal blijven denken behalve de politici*’ Die woorden kwamen ondoordacht en tenrijl ze nog op mUn lippen lagen, rees het gezicht van Joyce met die eerlüke, blauwe oogen voor mü 09- Dt herinner mü het doodsbedroefde briefje, dat zü mü na het vonnis gezonden had en ook haar anderen brief, dien ik in Dartmoor ontvangen had een büna jammerlijken brief in de moedige poging, hoop, en belangstelling in mUn hart levendig te houden. Sonja leunde wat voorover, haar handen ge vouwen in haar schoot. De heer Carlo Stoppa, een Industrieel uit Milaan, die sedert eenigen tüd op zUn zomer- verblüf in Benaggio vertoefde beleefde een avontuur, dat zeer fantastisch klinkt. Stoppa was in'zee gesprongen om zün dage lijks bad te nemen. Plotseling kreeg hü water in de ooien en hü verloor zün oriéntatie-ver- mogen totaal. Ondanks het prachtigste weer, kalme zee en uitstekende uitzicht, zwom hü 10 uur rond zonder de kust terug te vinden. Ge heel uitgeput kwam hü op de hoogte van Ver- vio en was op het punt te verdrinken toen hü door een visscher gered werd. Pas 4 uur later was Stoppa weer normaal van geest. zou vertellen? Oordeel zelf, münheer en zeg dan wat hü u waard is. Ik wil u echter wel verklappen, dat een kenner hem geschat heeft op honderdduizend francs. Maar José Trennot was niet de eerste de beste. Hü wist heel goed een echten steen van een imitatie te onderscheiden en daarop liet 1»U rich heel wat voorstaan. Geruimen tüd bestudeerde hü den steen met het bloote oog, toen met een sterk vergrootende loupe, welk onderzoek wel tien minuten in be slag nam. Hü knikte goedkeurend en haalde een fleschje van een plank waarin een klein martesharen penseeltje zat, gedompeld in een kristalheldere vloeistof. Daar mede bestreek hü den diamant aan alle kanten en droogde hem toen tegen een spiri- j tusvlammetje. Daarna hield hü hem tegen het licht. Hü scheen tevreden te zUn. want voorzichtig legde hü het juweel in het pillendoosje, deed bet deksel erop en vroeg: Hoeveel? De oude man dacht een poosje na en sprak toen schünbaar verlegen: Ik weet het niet, doet u maar een bod, De kleine oogjes van Trennot begonnen te schitteren van opgewondenheid. Ik zal u ineens zeggen waar het op staat, zei hü- Deze diamant is bekend als de bonte hond. Acht of negen jaar geleden is hü- laten we maar zeggen verdwenen en er is lang naar gezocht. Als ik hem nu wil verkoopen, dan zal ik er ongetwüfeld groote moeilijkheden mee krügen. Hü moet du» gespleten worden en dat kost geld, veel geld. Kortom, ik zal u er tien duizend francs voor geven en geen centime meer. De ander werd bleek van woede en hü griste het doosje van de toonbank. HU greep het meisje bü den arm en sprak ruw: Kom mee, Victolre. Hier valt niet te han delen. Een diamant van honderdduizend franas en daar biedt hü tienduizend op. ’t Is schan- delük. Het meisje liet opnieuw haar tranen den vrüen loop en smeekte: Wat ben je boos. Opa. Toe doe het maar. Tienduizend francs, daar zün we toch mee ge holpen? Hü schudde het hoofd en trok haar mee naar de deur. Dat bedrag kan ik overal krügen, sprak hij met de deurknop in zün hand. Maar de slimme juwelier liet hen zoo niet gaan. Wat hadt u dan gedacht, münhéer? Ik kan toch het volle bedrag er niet voor geven. Mag ik dan niets verdienen? Ik zal er vüfdui- zend bü doen, maar dan ook niet meer Nu trok het meisje haar grootvader terug en het gelukte haar, hem een beetje te kalmeeren met het resultaat, dat de mannen het voor twintigduizend francs eens werden. De grüs- sard haalde het doosje weer te voorschün en legde het voor Trennot °P de toonbank. Alsublieft.overtuig u er maar van. dat de steen er nog inzit, zei hü pünlük glim lachend. Als het mün eigendom was, had u hem niet voor dien prüs gekregen. "De juwelier glimlachte slechts, maar hü was wel zoo verstandig het doosje te openen en zich van de aanwezigheid te overtuigen. Tien minuten later wreef hü rich verge noegd in de handen. ZUn dag was goed. De steen was minstens het dubbele waard en van louter plezier baalde hü het doosje weer uit de lade en bekeek den steen nogmaals aandachtig. Toen maakte hü een luchtsprong, veegde zü» oogen uit, zette zün bril op en greep ten twee den male de loupe Valach. schreeuwde hü schor. Ik ben be drogen. Den eersten keer was de diamant ab- i soluut echt en nu is hü valsch. O. die schur- l»cn.... hü moet twee precies gelüke piilen- doosjes in het taschjej gehad hebben, de ban diet. Deze steen is een mooie natuurgetrouwe imitatie, maar ik ben mün twintigduizend francs kwü'-. Hü snelde naar de telefoon en belde het po litiebureau op. De hoofdcommissaris deelde hem voorzichtig mede, dat hü waarschijnlijk het slachtoffer geworden was van twee inter nationale oplichters. René Doulton en Victolre Lesco, die reeds lang gezocht werden. Hü kon hem niets beloven, maar zou een extra politie bericht uitzenden. De gemeenteraad van München heeft een ders van Chelsea, en toen hü stierf, beschouw den wü haar ongeveer als aan ons toever trouwd. ZU kwam en ging in de verschillende ateliers precies naar het haar aanstond. Daar om waren wü ook zoo vreeselük kwaad op dien Marks, dat hü haar zoo onbehoorlük behan deld had.” „Maar nu is zü geen kind meer.” merkte Sonja kalm op. „Volgens de krant moet zü nu negentien zün.” i „Ja ik denk ook wel, dat de menschen doorgaan ouder te worden, zelfs al zit ik in de gevangenis.” „En zü houdt van U. ZU moet van u houden. Denkt u, dat er een vrouw is, die niet man zou houden, die voor haar gedaan Savaroff sprong op en keek uit het venster. Daarna wendde hü zich tot Mc. Muitrie en zei, blükbaar hevig verbaasd: „Hoffman!” Ik wist in de verste verte niet, wie die Hoff man kon zün, maar deze naam deed den dok ter direct opspringen. Hü scheen tamelük boos op Savaroff over diens onnoodtge mededeel zaamheid Hü sprak echter met zün gewone, kalme zelfbeheersctilngf „Wü zullen u thans verder met rust laten. Als ik u was, sou ik probeeren nog een poosje te slapen. Ik sal straks nog wei even naar boven kernen, om te hooren at u nog wat wiit eten.” Hü stond op en keek de kamer rond. „Is er nog iets anders, wat u zoudt willen hebben?” •Als u mü een doosje sigaretten zoudt willen *«vcii oren^en r „Het zal het eerste voorschot zün op de nieuwe explosieetof.” T osé Trennot stond door het raam van zün I privékantoor naar buiten te küken. Het was drie uur in den middag en nog wachtte hü op zün eersten klant. Op het oogenblk dat hü met een klap zün kasboek dichtsloeg, klingelde de winkelbel. Hü zag een jong meisje van ongeveer twintig jaar. In haar gezelschap bevond zich een grüsaard. Grootvader en kleindochter, mompelde Trennot voor zich heen. HU bemoeide zich verder niet met de klan ten, want de eenlge bediende in den juweliers- winkel kende het klappen van de zweep wel. Toch klonk na vijf minuten het belletje op zün schrijfbureau, het teeken dat de bediende hem verzocht de klanten verder te woord te staan. Trennot strompelde hët kleine trapje af, dat naar den winkel voerde, maakte een beleefde buiging voor zün klanten en terwül hü om beurten den man en het meisje aankeek, vroeg hü: Waarmee kan ik u van dienst zün? u Toen zag hü pas dat bet meisje haar oogen afdroogde. Ze had geschreid. De grüsaard nam het woord. Münheer. ik ben de grootvader van deze jongedame. Zü verzocht mü met haar mee te gaan, omdat ze in zaken als die, waarvoor ik hier kom. in het geheel niet thuis is Het noodlot heeft haar zwaar getroffen. En kele weken geleden is haar moeder plotseling overleden en het eenige wat zü haar aochter naliet, was een diamant. Het was tevens de eenige herinnering aan haar. Geld liet zü niet na, maar wel schulden. Die schulden wachten dringend op betaling en we hebben al verschil lende deurwaarders aan huis gehad om beslag op de meubelen te leggen. U begrijpt, wat dat voor mün kleindochter beteekent. Ze schaamt zich dood voor de buren. De juwelier knikte onafgebroken met het hoofd. Hü snapte niet goed waar de oude man Leen wilde en toen deze even zweeg, vroeg hü: Als ik het goed begrijp, dan heeft u een diamant? Zoo is het, münheer. En een zeldzame ook. Mün zwager heeft hem jaren geleden cadeau gekregen van. van nu ja. laat ik het maar zeggen. Ze zün nu toch allen dood. Hü kreeg hem van een dame uit den Mohamme- daanschen harem, toen hü haar uit een moei lijke positie verloste. Mün zuster Ja, ja.... ik geloof het wel. viel Trennot oen man in de rede. Hü was verlangend, den diamant te zien, want hü rook een voordeellg zaakje. De waarheid was, dat José Trennot niet kieskeurig in het koopen van juweelen was, als zü hem maar veel geld in het laadje brachten cn hü was ook gewend zün klanten niet teveel te betalen. Laat eens zien? De Prijsaard nam het taschje uit de han den van het meisje en haalde er een pillen doosje uit, dat hü aan den juwelier over handigde. Ik heb hem maar in een doosje gedaan, zei hü. want het etui bestaat allang niet meer. Trennot had deze woorden niet eens ver staan, want hü had gretig het doosje uit de handen van den man genomen en vlug het deksel geopend. Toen deed hü verbaasd een stap achteruit. Dit is de edelsteen van Mohammed Ka- chim, die acht of negen jaar geleden spoorloos verdween. Hoe komt u daaraan? Dat heb ik u al gezegd, grijsaard. Maar als u bang bent, dat ik hem van Mohammed Kachim gestolen heb. geef hem dan maar terug. Ik wil u niet in onge legenheid brengen. Wat ik zooeven vertelde is de zuivere waarheid Die haremdame heeft hem misschien van Mohammed ten geschenke gekregen of gestolen, misschien wel onder een matje gevonden, maar in ieder geval, mijn zwager heeft zün leven ervoor in de waagschaal gesteld. Trennot dacht er niet aan den diamant zoo maar weer uit zün handen te geven. Wat kon het hem schelen waar hü vandaan kwam. HU zou hem wel laten veranderen. Is hü echt? vroeg hü langs zün neus weg. U bent vakman, antwoordde de ander ontwükend. Als ik hier kwam om een valschen diamant te verkoopen, dacht u dan dat ik dat Doulton oplichting handlangster even aan en sprak: en luisterden glimlachend signalement. Victolre Lesco en René heeft ons zestigduizend francs toen de luidspreker de maakte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 21