f25.
keerden wij uit
ONZE 339e UITKEERING
f 82.630.
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
N GENOT
I
Von Tirpitz wilde doortasten
I
I
I
u&fiaal van den dag
I
I
NEII
LYNDON
ONTSNAPT
I
I
BESLUITELOOSHEID IN
HET HOOFDKWARTIER
Alle abonné’s ongevallen verzekerd
1750.-TUSgsriSSl f250.- ïïU’Sï:a“ïS f 125.-&S»«iSi f50.-^.T^^f40.- 1S2STais
DONDERDAG 18 OCTOBER 1934
PER FLESCH Fl. 2.80
1903-1914-1934
Drie vorstenmoorden
Gevaarlijk speelgoed
A
WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN
n
I
n
,F
T
f 1
.Uit de omgeving van
den keizer
Meteoor waargenomen
te Napels
Expeditie van Cocos-
eiland verjaagd
Het aantal motorrijders
in België
DOOR
VICTOR
BRIDGES
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallenverzekering aan den heer
B. A. WIECMANS, Weesperstraat 259, Muiden,
wegens een aan hem overkomen verkeersongeval
Dit is
De admiraal kon geen bevel van
den keizer los krygen om ait
te varen en zee te kiezen
naar Engeland
De verhuizing I
1
I
I
I
aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
AANGIFTE MOET, OP/STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
1
\en
de
n-
zijn
iiiiiiiiiiiuiiiiii
I
Den Dungen, October 19S4.
iiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
>n
Thans moest en we de gedoode dieren naar
MEJUFFROUW OLDBURY
te
(Wordt vervolgd)
TIP
1
of u mis
weer zoudt
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
kennisgeving, maar ik oen ieder
tot vertrekken 1
HU reikte mü de enveloppe en Ik las het
adres
half
McMurtrie.
Plymouth
3
l
t
I
it
Q
n
s
r
Re-
sntle
Ejtc.
ono-
!en
ng
ih,
I
en.
ste
stond
lezen
voorbU,
LS
liQ
>r-
hee-
tela-
van
van
i' de
van
wis,
ind-
aen,
Poo
len-
het
as~
ta-
t>r-
ng
Ie
B»
n-
dt
at
n-
We stapten de woning binnen. „Zoo Jongelui,
zijn Jullie daar, riep de Rus. Breng de beren
maar gauw binnen, dan kunnen we met het
Jachtfeest aanvangen.” Ik vertelde daarop wat
ik van hem dacht en hoe Ik over ham dacht,
en dat hü zelf de beren maar moest halen.
Skoerlchin werd daarop zoo woedend dat hU
op mij afaprong en schreeuwde: „Zeg op. woar
zün ze, Je hebt ze gestolen.”
het kamp sleepen. Skoerlchin bood aan vast
vooruit te gaan, waarbU hü met een punts-ok
een streep over de bevroren vlakte zou trekken.
We hoefden deze streep maar te volgen en zou
den dan vanzelf thuis komen. We stonden bel
den verstomd over de groote brutaliteit en laf
hartigheid van dezen man. maar zelden niets.
We bonden.de beren aan elkaar en vingen het
transport aan.
3 Edith Terrace 8. W.
BU Victoria Station.
Bij dit luchtuitstapje gdan!
Wt), die eens de meesters waren
Op het golvend vlak der zee,
Voeren gaarne de triomfen
Uit de luchtgebieden mee!
In de lucht ligt groote toekomst!
En voor "t jongere geslacht
Klinkt dit hèèl wat opgewekter,
Dan men ’t vroeger heeft gedacht!
Dus een wensch aan onze vliegers
Voor successen bij hun vlucht.
Want figuurlijk maar ook feit’lijk
Hangt de toekomst in de lucht!
achter s<
dere bee
stoi men
misten.
het rotsblok.
Daarop liepen we naar de beide geschoten
dieren, jwaarbij de Rus weer wijselijk zorgde
blUven. Daar kwam eensklaps de an-
van achter een rotsblok op ons toe-
We schoten belden op het beest, doch
nnuddellljk verdween het weer achter
Het was 10 Juni 1903. In den avond van dien
dag gaven de koning en de koningin van Ser
vië, Alexander I en Draga Masjln, een bqi aan
de officieren van het garnizoen Belgrado. In
den nacht van 10 op 11 Juni 1903 drongen of
ficieren het koninklijk paleis binnen, ver
moordden de souverelnen en wierpen in den
morgen de lUken van het koningspaar met die
van hovelingen uit de ramen van den Ko.tak
In den tuin van het paleis. In haast werden zi.
begraven. Men brak den ouden Konak wèl af,
maar kon niet verhinderen, dat Europa, Ja,
heel de wereld gruwde en de herinnering aan
dit treurspel levendig bleet.
Door het observatorium te Napels is een bui
tengewoon mooie meteoor waargenomen. De
kop ervan scheen grooter dan Venus, welke
planeet, zooals men weet, nagenoeg even groot
Is als de aarde.
De meteoor verscheen beneden de sterren
„Alphax Aquilae" en „Alpha Capricorni’, pas
seerde op 65 graden breedte en verdween na
vijftien seconden ter hoogte van de Plejaden
uit het gezicht. HU was rood van kleur en gaf
vonken af, die als vuurwerk langzaam uit
doofden.
Op 28 Juni 1914 vermoordde een Serviër den
aartshertog-troonopvolger van Oostenrijk-Hon
garije en zijne gemalin, omdat hü een Groot -
Servië voorstond.
Op 9 October 1934 vermoordde een Kroaat
zijnen eigen koning, omdat Groot-Servlë blijk
baar te groot was en te één Is Gods straffende
hand in dit alles wellicht werkzaam?
GOULMY
We spraken thans een plannetje af Toen
Skoerlchin ons ver vooruit was soodat hU ons
niet kon zien, groeven we In het ijs een Hin
ken kuil, waarin we de gedoode dieren ver
stopten, we maakten daarna een herkennlngs-
teeken en wandelden doodkalm naar de ne
derzetting. Toen we de woning van Skoerlchin
naderden bleek dat de dappere Jager reeds een
stelletje Russen en Samojeden had uitgenoo-
digd ter viering van de jachtpartij.
gespannen worden dat doe je niet in een mi
nuut. Je moet dikwijls hier of daar wat aan
X tuig reparceren en de jongens, die onder me
staan, komen ook wel eens ’n beetje laat en
ik heb allicht zelf nog een paar dingetjes te
doen vóór we op stap gaan Maar we zeggen
acht uur. Dat vinden ze prettig.”
„Nog al hard werk zeker, hé?” vroeg het
heertje.
„Nou, dat ligt er al zoon beetje aan, wat je
er van maakt. Maar X heeft z’n grapplgen kant
ook. Ik ben zelf altijd nog al goed In mijn hum.
en lk_heb altijd lol als de lui zich kwaad ma-
S
zegt je zus en de andere zegt Je zóó. en dan
worden ze eerst nijdig op elkaar en dan op ons.
„Je moet eerst dit doen,” zeggen ze en „wil
je daar vooral voorzichtig mee zijn,” en „da*
moet X voorste in den wagen staan, want „X
moet er X eerste uit” en al die praatjes meer.
Ik behandel re maar net als kinderen. Een paar
vriendeiüke woorden om ze zoet te houden, en
dan doe ik de dingen op m’n eigen manier,
zooals me dat het beste uitkomt."
„Hebben jullie een groot karwei vandaag?”
vroeg het magere heertje.
De voorman grinnikte. „X Zal een heelen tijd
langer duren dan ze op den Langeweg denken.
De baas is geweest om op te nemen en Sam
son dat is die guit die op den Langeweg
woont vroeg of we den boel in drie keer over
konden krijgen. De baas zei natuurlijk, om
hem z’n zin te geven, dat X wel zou gaan.
Maar we lappen X ’m nog niet eens in vieren.
Ik weet niet of X In vijf zal lukken. We moeten
om ons eten ook denken. Een mensch houdt
dat harde werk den heelen dag niet vol. als
hü niet op tijd zijn natje en z’n droogje krijgt.
Ik denk dat die mijnheer Samson met z’n
familie z’n handen stijf dicht mag knijpen, als
ze vannacht om half één bedden hebben om
in te slapen. Ze verdienen trouwens niet beter.
Waarom gaan ze niet bij kennissen slapen? En
als ze daar geen zin in hebben, waarom gaan
ze dan niet zoolang in een hotel? Ik vind X ge
woon geen manier van doen tegenover ons. We
moeten maar stroop smeren en van alles be
loven, wat toch niet gaat, en naderhand krijgen
we nog op onzen kop.”
„Maar de fooien maken zeker vee! goed?”
.Daar kun je nooit wat van zeggen.” ant
woordde de voorman. .JBoms wel en soms niet.
Zc hebben me eens een kwartje willen geven
en dat was nog wel een advocaat. Dit karweitje
Is wel een rjjksdaalder waard, maar X is lang
niet zeker, dat we dien krijgen.”
„Dat Is X wel.” zei X magere heertje.
„Hoe bedoelt u dat?”
„Ik ben toevallig mijnheer Samson. Ik was
een eindje opgeloopen, om te kijken of jullie
er aankwamen.”
„Wel allemachtig,” zei de voorman gemoede-
Ujk. „is me dat even een mop! Voor "n mensch
met een beetje humor is ie net zoo goed als die
iedere week in de bladen staan. Maar één ding
moet ik u zeggen, meneer. Als we vandaag niet
zoo precies op tijd zijn, als we wel graag zou
den willen, moet u eerlijk zijn en er aan den
ken dat u me zelf hier aan den praat hebt
gehouden. Zn nou zal Ik nog een glaasje bier
nemen en geen druppel meer, en dan gaan
we eens Kijken of we door kunnen rijden
Lucht is niet alleen behoefte
Voor het menschelijk orgaan,
Want de lucht vormt ook een
luchtstreek.
Waar men zich doorheen moet slaan!
Landen zijn genoeg doortrokken,
Dit gebied is niet meer dat,
Nieuw terrein ligt in het luchtruim.
Dat nog grooter véld omvat!
Dus wij stijgen met de vogels
Van de aarde naar omhoog,
Waar w’ons eveneens verliest
Als een stipje aan het oog!
’t Is wel niet een luchtje scheppen.
Zooals opa dit nog doet.
Want die doet dit met een stokje
En een beetje slecht van voet.
Doch wij spreiden onze vleugels,
Als de vogels bij hun vlucht.
Wij verheffen ons ook krachtig
Met een motor in de lucht!
Thans weer even kracht gemeten,
Hoe wjj met de luchtvaart staan,
De leider van de Briteche schatgravers-expe-
dltle naar Cocos-eiland. die met den sterken
arm door de regeering van Costa Rica van het
eiland verwijderd Is. kap'vein F. A. Worsley,
heeft een telegram van verontschuldiging aan
den president van Costa PJca gezonden, waarin
hij verklaart, dat de expeditie verke-rd was In
ge licht, ten aanzien van de souvereiniteit van
Costa Rica over het eiland en waarin hü een
audiëntie met den president aanvraagt, ten
einde zich persoonlijk te kunnen verontschul
digen. De leden der expeditie hebben opdracht
gekregen, zich geheel naar de wenachen der
politie van Costa Rica te gedragen.
Het misverstand is ontstaan, doordat de lei
ders der expex*V meenden dat geen enkele
staat aanspraak maakte or het bezit van het
eiland, dat In den Stillen Oceaan ligt op een
afstand van 300 mijl van de kust van Coata
Rlca.
„,.j. mij nog minstens drie
laten blijven en hij was er niet
Tot hun niet geringen schrik zagen voorbij
gangers te Sofia, dat eenlge straatjongens bezig
waren met bommen te spelen.
De kinderen hadden de bommen gevonden in
een zak onder een naburige brug. De politie
vond in den zak^og vijf bommen een aantal
detonateurs, drie ^automatische geweren Hon
derd gevulde houders voor revolverpatronen en
meer dan driehonderd im’tnes van de onwet
tige Macedonische revolutlonnaire organisatie.
iiiiiuniiiiii MELBOURNE IIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
3
s
3
En ook Neerland laat zich kranig
3
X
Het meisje was esttiraadsel voor mij. Soms
leek het mij, als was Zü tegen haar wil ge
dwongen, deel te nemen aan een werk, dat
ze haatte, maar het duidelijk vertrouwen, dat
de belde mannen in haar steldgn, ontnam aan
deze gedachte bijna allen grond. ZIJ toonde
geen bijzondere genegenheid voor haar vader
en het was duidelijk, dat zij een afkeer voelde
voor McMurtrie; toch moest er een band tus-
echen hen zijn, sterk genoeg om die drie vel
schillende naturen bU elkaar te houden.
Tegenover mU had zü van het eerste oogen
bllk af een soort van norsche vriendelijkheid
aangenomen. Dikwijle kwam zij In mijn kamer
zitten en deed mü vragen of luisterde naar
mfjn verhalen uit de gevangenis Zü sat dan
met haar kin in de hand en haar donkere
groote oogen op de mijne gericht.
Van den gehelmzlnnlgen Hoffman, die doe
daags na mijn aankomst aan het huis was ge
komen, zag of hoorde ik niets meer. Eens
vroeg ik Sonja naar hem. maar zü antwoordde
slechts. dat het een zakenvriend van den
T-5 r lagen twee mijlen witte, stoffige weg
tusschen de stad en het dorp. De twee
mijlen werden op natuurlijke en gemak-
kelljke wijze gehalveerd door een herberg. Op
een bank vóór de herberg zat een magere heer
van middelbaren leeftijd met kn.ppende oogen
en een senuwachtlge trekking om z’n mond.
Soms las hü in de krant en soms keek hü den
weg langs. HU had een glas kwast voor zich
staan en een sigarettenpijpje met een aange
stoken sigaret in z’n mond. Door het trekken
van den mond wipte en schoof net pUpje heen
en weer, büna alsof het leefde.
Op dit oogenbllk reed een verhuiswagen voor
srberg vóór en bleef staan. De koetsier
stapte af en gooide dekens over de paarden
Twee sterke kerels kwamen uit den wagen en
gingen recht naar de gelagkamer. Een nog for-
echer en sterker man met een blauw voorschoot
en een voorkomen van gezag, daalde voorzich
tig neder van de zitplaats naast den koetsier.
„Kunt u me ook zeggen hoe laat het is, me
neer?" vroeg hU.
Het magere mannetje op de bank raadpleegde
z’n horloge en zei dat X half elf was.
.Dank u, meneer,” zei de voorman, en wend
de zich tot den koetsier.
„Laat ’ns kijken.... hoe laat zeiën ze ook
weer dat we op den Langeweg moesten zijn?”
De koetsier krabde zich het hoof<l en peinsde.
„Elgenlük gezegd hadden we er precies om
acht uur moeten wezen."
„Nou,” zei de voorman opgewekt, ,,’t helpt
nou niks meer of we er al over prakkizeeren.”
De koetsier en de voorman gingen nu ook
de herberg In. Eenlge oogenblikken later kwam
de voorman weer buiten met een gTOot glas
schuimend bier in de hand en deelde den heer
op de bank mede dat ’t buiten prettiger was
dan binnen met dat weer.
„Dat is zoo.' gaf het magere mannetje toe.
en legde z’n krant neer. .Als ik goed gehoord
heb, zal u nog al laat op uw karwei zijn van
morgen.”
„O, da’s niks,” rei de voorman. „Daar kun
nen we ons niks van aantrekken Ze vragen te
gen acht uur en WU zeggen natuurlijk acht uur
om ze zoet te houden. Dat is zoo n manier van
spreken. Daar zou u natuurlUk nooit inloopen,
meneer.”
„Neen.” zei de kleine man, „dat zou ik zeker
niet. Waar werden jullie zoo lang door opge
houden?”
„Nou, meneer, da’s nog al een gekke vraag.
Een mensch moet ’s morgens eerst een stukje
eten, anders komt er den heelen dag niks van
z’n werk erecht. Dan moeten de paarden voor-
De K.N. A.C. rendt ons een statistiek van
het aantal motorrUtuigen in België, waaraan
het volgende wordt ontleend.
Niettegenstaande de huidige crisis vertoont
het aantal motorrUtuigen In Beljgë. in ver ge-
lUking met 1933 een stijging met ruim 10.000
stuks.
In vergelijking met de Nederlandsche statis
tiek blijkt, dat er In België ruim 75.000 motor
rijtuigen meer in gebruik ^n dan in Nederlanö
(voor 1933 waren deze getallen reapectlevelUk
245.923 en 171.248).
België bezit 133.049 personenauto’s tegen Ne
derland 85.400. TerwUl in ons land in 1933 dit
aantal 81.277 bedroeg, was net in België 115.870:
hieruit blUkt, dat in een jaar tUd het aantal
personenauto’s in België met meer dan 7000 is
toegenomen, terwijl de vermeet dering In ons
land slechts 4000 bedroeg.
Hst aantal motorbussen is in ons land grooter
dan in België nJ. 3814 tegen 1903 (In 1933 reap.
3383 en 1500). Daarentegen beschikt België over
meer vrachtauto’s, nJ. 67.239 stuks (In 1932
reeds 66.360); woor Nederland meer vracht
auto's, nX 67239 stuks (in 1932 reeds 66360)
voor Nederland zijn de cijfers 49.007 In 1933
en 28 494 In 1933.
De toeneming van het aantal motorrUwielen
met hulpmotcr is hier te tande grooter dan in
België. Waren er in 1932 bl: ons 37.694 stuks *n
gebruik, in 1933 was dit aantal tot 43.122 stuks
gestegen. In België, motor-Uwieiland bU uitne
mendheid. waren er in 1932 niet minder dan
62 082 stuks en een Jaar later 63.990 stuks Ir
gebruik.
hU iets geheim hield. Ik wist, dat het zUn be
doeling geweest was,
dagen
iemand naar, zUn plannen zonder grondige
reden te wUzigen.
Maar daar ik hem allerminst wilde toonen.
dat ik ook maar eenlgszlns aan xljn goede
trouw twijfelde, slaagde ik er in geloofwaardig
te lachen.
„U hebt gelUk," antwoordde ik. „Het Is wel
een korte kennisgeving, maar ik ben ieder
oogenbllk tot vertrekken bereid. Hoe zal ik
echter met de kleeren doen?”
„U kunt deze voorlooplg aanhouden. Wan
neer u eenmaal In Londen bent moet u er
verder maar zelf voor zorgen. Koop, wat u
boodlg hebt, In verschillende winkels en be
taal contant. Ik zal u zeshonderd vulden
voorschieten waarvan u tevens de geheels week
genoeg suit moeten hebben.”
„Men kan heel wat kleeren en vermaak heb
ben voor zeshonderd gulden.” antwoordde ik
vroolUk. „Waar moet Ik wonen?”
HU stek zUn hand In zUn ~ak en haalde
een enveloppe te voorschün.
„Hier te het adres,” ret MJ; ..sen huurhuis
bU Victoria Station, waarvan een zuster van
juffrouw Weston eigenares Is. U zult het er
gemakkelijk hebben en u hoeft niet bang te
zUn, dat de hospita eenlg vermoeden zal heb
ben. Ik heb haar gezegd, dat u juist uit het
buitenland terug bent en dat u mk?le dagen
voor zaken in Londen moet sUn. U nut daar
voor mijnheer Nicholson doorgaan James
Nicholson.”
De familie Obrenovlts was in de mannelUke
lUn uitgestorven en in de vrouwelUke Ujn bleef
slechte over de gemalin van koning Milan. Na
thalie Petrona, geboren Kechho, die achtereen
volgens met Milan gehuwd, van hem gescheiden
en met hem verzoend was, in 1902, op 12 Anril,
katholiek werd en nu van uit Parijs het treur
spel van Marseille volgt, na eveneens van verre
dat van Belgrado beleefd te hebben. Op dien
met bloed doordrenkten troon nam de vader
van den nu vermoorden koning, Petar I Kara-
georgevltsj, reeds 15 Juni 1903 plaats. Ander
maal gruwde de wereld en als dan de nieuwe
monarch het dlplomaten-korpe ontvangen ging,
dan verschenen slechts de gezanten van den
Tweebond, Rusland en Frankrijk. Nooit heeft
keizer Frans Joseph I kor.ing Peter I wilier,
ontvangen. ZUn zoon Alexander I te nu ge
storven als Alexander I Obrenovitsj.
Van de vorsten uit beide hulzen werden ver
moord Mlchel Obrenovitsj (1868), Alexander I
Obrenovitsj (1903), George PetrovlteJ. bUge-
naamd Karageorgavitej (1917), Alexander I
Karageorgevitsj (1934).
zes en dertig maanden geen geld gezien heeft,
krijgt dat gevoel een bUzondere bekoring.
„Het zou het beste zUn, wanneer u tegen
een klaar was om te vertrekken," zei
„Savaroff zal u met den auto tot
brengen, er is een trein om twee
uur vUf. U bent daarmee even voor zeven In
Londen.”
„Goed,” zei ik. „Dan zal ik nog tUd nebben
om alles te koopen. Het zou mUn diner bei
derven, als ik daarna nog boodschappen moest
gaan doen.’’
McMurtrie, die naar de deur was gegaan,
keek met half afgunstlgen, half minachtenden
glimlach naar mij om.
_Je bent een merkwaardig man, Lyndon,”
zei hij. „En soms nog een jongen van twin
tig.”
„O, ik ben nog maar negen en twintig."
protesteerde Ik. „En men kan er met altijd
aan blUven denken, dat men een ontsnapt
moordenaar is."
Ik zat in het kozUn, terwUl ik die laatste
opmerking maakte, maar nauwelijks had hij
de deur gesloten, of Ik sprong op sn begon
rusteloos de kamer op en neer te loopen. Nu
het oogenbllk van mün vrUheld serkelUk was
aangebroken, had een groote opwinding mU
aangegrepen. Ofschoon Ik tUd te over had om
aan mUn nieuwen toastend te vennen waren
al de verbazende mogelijkheden er van nooit
volkomen tot mü doorgedrongen voor dit
oogenbllk. Ik realiseerde nu. dat Ik ondervin
dingen op zou doen, die nooit n ander mensch
had beleefd. r-
„Mooi zoo,” antwoordde ik, terwijl ik op
stond. „Ik meen dus te begrijpen, dat ik bU
juffrouw Oldbury blUven moet en mUzelf zal
kunnen amuseeren met de zeshonderd gulden
op te maken, tot ik bericht van u ontvang?”
HU knikte.
„Zoodra wU alles gereed hebben sullen wl)
het u laten weten. Tot dien tUd zult u vol
komen vrU zUn.”
HU opende een leeren portefeuille en reikte
mU een bundel bankbiljetten.
„Hier te het geld," zei hU met een glimlach
„U ziet, dat wU u geheel vertrouwen Als u
naar Amerika soudt willen vluchten, sou niets
u dat kunnen beletten.”
Dit werd zoo openhartig gezegd 1st het
eiken twUfel had moeten wegnemen; maar in
werkelUkheid deed dit het niet. Ik was er
zeker van. dat het niet aan McMurtrie zou
liggen, wanneer hl) er niet in slaagde, van al
mijn doen en laten In Londen >P de hoogte
te blUven. Al te groot vertrouwen In de men-
-chelljke natuur scheen niet een van z’n zwak
heden.
In elk geval streek ik vroolUk genoeg het
geld op; de loutere aanraking er van was mU
reeds een genoegen. Het te altijd aangenaam
een bundel bankpapier van zekere dikte in
I handen te hebben, maar .voor iemand, die In
De keizer te omgeven van verwijfde lieden.
Alles dringt zich in „ZUn" gunst. X Is alles
Byaantium. Er is maar één middel: Hinden
burg moest rljkskanseller, chef van den gene-
ralen staf en van den marinestaf In één per
soon worden.
23 Maart 1915. Diner bU den keizer. De
keizer verheerlUkt de nieuwe ridders „Four le
Mérite” in een rede, waarin hij deren vergeleek
met de paladijnen, die met Wilhelm I het Rlfk
gesticht hebben.
De keizer moest zUn macht aan Hindenburg
geven.
2 April 1915. Von der Ooltz-Pascha was in
het hoofdkwartier. HU vond er bealultelooeheld.
Prine Eitel Puts heeft den grootaten Invloed
op zUn vader, meer dan zUn broers. Den ab-
soluten invloed heeft de chef van het marine-
kablnet von Mühler. HU voert bUna alle staats
zaken. Dit is de oorlog der niet gebruikte ge
legenheden.
In deze briefuittreksels staat voor ons de
energieke von Tirpitz waarlUk ten voeten uit.
HU was teleurgesteld wegens het nlet-gebrulk
van zUn vloot, teleurgesteld ook daarom, dat
hem, die het Uzeren materiaal van dictator in
zich voelde, het kansellerschap, dat hU vóór
den oorlog weigerde, niet tUdens den oorlog
werd aangeboden.
Teleurstelling, maar niet minder brandende
liefde voor zijn vaderland zUn de sleutels voor
het boek van von Tripltz.
Deze groote zeeman schrijft In een zijner
brieven den troosteloozen, maar soo waren zin
„Das Deutsche volk had die 8ee nicht ver
standen.”
In dit woord ligt heel de tragedie van
leven.
dmlraal von Tirpitz was een energieke
ZX persoonlUkheld en een markante ver-
schUnlng: niet zeer groot, slank, met
een prachtlgen splerwltten baard, die In twee
mardiale punten uitliep, lorgnet op den neus,
voor kleine, glinsterende oogen. Hoeseer hu te
gen den oorlog was geweest, nu deze eenmaal
was uitgebroken, moest hU ook Bonder genade
worden gevoerd. Dit was zUn juiste meening.
Voor den oorlog geldt nu eenmaal: frappes,
frappes, toujours. Den zachtaardige, welwillende
oorlogvoering te contradictio in terminis ipsis, te
nonsens. Natuurlijk wilde hU als „Grossadmi-
ral”, als schepper der Duitsche vloot, direct
de vloot laten optreden .tegen de kusten van
Engeland. Maar hier begint al onmiddellUk het
tragische in het leven des admiraals tUdens
den oorlog. De keizer wilde al dadelUk de
vloot intact houden, om haar bij latere vredes
onderhandelingen als machtig instrument ter
bevrediging van Duitsche eiseben te kunnen
gebruiken. (Hoe aiders beschikten de otnsten-
heden. Zonder slag of stoot leverde in No
vember 1918 de Duitsche vloot zich gedwongen
over aan Engeland en ging vrUwillig het graf
der golven In in Juli 1919, te Schapa Flow).
Von Tirpitz kon geen bevel van den keizer
los krijgen, om uit te varen en see te kiezen
naar Engeland. „De vloot was speelgoed”,
zegt von Tirpitz, „zooals alles speelgoed was.”
De admiraal wilde dus niet (reuzelen. HU
wilde doortasten. In bet hoofdkwartier vond
hU alleen besluiteloosheid. Von Tirpitz verde
digde den keizer tegen de opvatting, dat hU
den oorlog gewild heeft; hU grijpt den keizer
aan. die van het wapen der vloot geen gebruik
wilde maken, haar als kostbaar speelgoed be
waarde en in het veld alleen en almaar over
winningen zag en zwelgde in onbeleerbaar op
timisme.
Aardig en typisch sUn de trekjes, die von
Tirpitz over den keizer en zijn omgeving m
1914 en 1915 uit CharleviUe in briefuittreksels
(laatste 100 blz. van het boek) geeft.
19 Augustus 1914. De keizer was tamelijk
tevreden over bet verloop van den veldtocht.
HU was er trotsch op, dat zUn zes sonen voor
den vUand stonden. Maar dat was ook noodig
voor de Hobenzollerns-dynastle. Met bet oog
op het bedwingen van Engeland was hu te
optimistisch. HU vertrouwde zeer sterk op de
gerechtigheid van Ood. Ik moest meer dan
twee uren na het diner met hem in den tuin
wandelen. Gelukkig liep hU langzaam. Het was
heel warm. (Herinnert aan trekjes in de mé
moires van den ouden Hohenlohe).
8 October. Ik ging van den keiser neerge
slagen naar huis. HU hield me een voordracht
langer dan een uur over een politiek gesprek,
dat hU met een Fransch burger over zUn opvat
tingen gehouden had. Denk eens Wilhelm I in
zulk een positie! Wat moet er gebeuren, als
kUn zenuwen niet meer mee kunnen? De vloot
wordt Ingebalsemd. De duikbooten worden
ovenchat. Ijzeren mannen zijn noodig. Als je
Bethmann en de andere mannen om den kei
zer ziet, dan vervliegt alle hoop.
10 October 1914. Groot soupé. Vóór de
Soep kregen we champagne. De keizer hield een
rede, waarin hjj eerst den heer van Herscharen
prees, dan Moltke, die bet plan van den op-
marach naar Antwerpen bedacht en Beseler,
die het uitgevoerd had. Waarom stuurt hU
Moltke, die een hartlijden heeft en nierziek te,
niet naar huls?
15 October 1914. De tegenwoordige oor
logvoering voert tot vernietiging van leder ini
tiatief en tot algemeene Inzinking: Aan vele
BUden is het dilettantisme schrikaanjagend.
13 November 1914. Onze heele politiek der
laatste jaren was onzin en de heele leiding van
het RUk deugde niet.
22 Maart 1915. Groot diner bU den keteer
ter eere van den verjaardag van Wilhelm I.
ken. En ze ma
ken zich altUd
kwaad als je ze
verhuist. Ze ko
men met z’n
tweeën of drieën
tegelltk naar bul
ten en de eene
dokter was en met deze poovere mededeellng
moest Ik mU tevreden stellen.
Het belangrUkste punt scheen mU echter,
voor wlen McMurtrie mü had aangezien toen
ik door het keukenvenster klom. Ik herin
nerde mü stellig, dat hU een naaia genoemd
had, juist voor ik in zwüm viel, maar die was
mü ontgaan en ik kon hem niet meer >n mün
geheugen terugroepen, hoe ik mü ook inspande.
Behalve in mUn gesprekken met Sonja be-
mün voornaamste verstrooiing in het
van de Daily Mail. Geen <lag ging
of Iemand had een spoor van mü
ontdekt. Ik was gezien en herkend te Man
chester, Yarmouth, Londen, en Edinburgh,
terwijl een ander schreef, dat ik mü ie Lenin
grad bevond, waar ik door de Russische re
giering was aangesteld om eenlge verbetering
in het torpedosysteem te brengen Dit alles
was mü hoogst aangenaam, want het bewees
mü, dat de politie nog in het geheel geen ver
moeden had van mün verblüfplaate.
Juist toen mün opsluiting bijna onduld
baar begon te worden, kwam er zeer onver
wachte een einde aan. Op een ochtend zat
Ik aan hst venster en rookte een pUP na mijn
ontbUt Sonja had mü tegelük met de
boeken een püP meegebracht toen ik een
luid gebel aan de voordeur boorde, gevolgd
door een paar scherpe tikken. Ondanks mün
afwezigheid van drie jaar uit alle wereldsche
zaken, wist ik met sekerheid, dat het een tele
grambesteller moest zijn.
Daar het telegram moellük voor mü be
stemd kon sUn, bleef ik onverstoord door
rooken. Den minuut ot tien verliep sn ik vroeg
mü af, of het telegram misschien in verband
kon staan met de voorbereidingen, die Mc
Murtrie voor mü maakte, toen een deur werd
dichtgeworpen en ik Iemand naar boven hoorde
komen. Aan het geluid van de voetstappen
herkende ik den dokter.
HU kwam de kamer binnen met zijn ge
wonen welwlllenden glimlach. Ulterltjk was
hü even rustig als altüd, maar ik had hët
gevoel, dat er iets onverwachts gebeurd moest
zün.
„Goeden morgen,” zei Ik Mooi weer van
daag, nietwaar?"
„Heel mooi weer,” antwoordde hü vriende-
lük. Het zette zich op het bed en vervolgde:.
„Elgenlük kwam ik eens zien,
■chlen gebruik van dat mooie
willen maken."
„Bedoelt u, dat ik zonder gevaar uit zou
kunnen gaan?” vroeg ik met een sekere gre
tigheid.
Hü haalde zün schouders op
„Het te niet gevaarlüker dan anders, maar
ik bedoelde er meer mee.”
„Ja?"
„Ik bedoelde, dat onze voorbereidingen
zoo goed vorderen, dat wü er niets bü zullen
winnen, u nog langer hier te houden. Ik heb
juist een telegram ontvangen, waarin mü
werd meegedeeld, dat de hut en de loods bü
Tilbury bijna gereed zün. Wanneer u nog een
week te Londen wilt doorbrengen, zult u goed
doen, vanmiddag te vertrekken
Zün voorstol kwam zoo onverwacht dat ik
nauwelüks iets wist te antwoorden. Wiardoor
weet ik niet, maar ik voelde duldeUjk, dat