f25. keerden wij uit ONZE 339e UITKEERING f 82.630. PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND N GENOT I Von Tirpitz wilde doortasten I I I u&fiaal van den dag I I NEII LYNDON ONTSNAPT I I BESLUITELOOSHEID IN HET HOOFDKWARTIER Alle abonné’s ongevallen verzekerd 1750.-TUSgsriSSl f250.- ïïU’Sï:a“ïS f 125.-&S»«iSi f50.-^.T^^f40.- 1S2STais DONDERDAG 18 OCTOBER 1934 PER FLESCH Fl. 2.80 1903-1914-1934 Drie vorstenmoorden Gevaarlijk speelgoed A WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN n I n ,F T f 1 .Uit de omgeving van den keizer Meteoor waargenomen te Napels Expeditie van Cocos- eiland verjaagd Het aantal motorrijders in België DOOR VICTOR BRIDGES ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis-ongevallenverzekering aan den heer B. A. WIECMANS, Weesperstraat 259, Muiden, wegens een aan hem overkomen verkeersongeval Dit is De admiraal kon geen bevel van den keizer los krygen om ait te varen en zee te kiezen naar Engeland De verhuizing I 1 I I I aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd. DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS AANGIFTE MOET, OP/STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 \en de n- zijn iiiiiiiiiiiuiiiiii I Den Dungen, October 19S4. iiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii >n Thans moest en we de gedoode dieren naar MEJUFFROUW OLDBURY te (Wordt vervolgd) TIP 1 of u mis weer zoudt MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) kennisgeving, maar ik oen ieder tot vertrekken 1 HU reikte mü de enveloppe en Ik las het adres half McMurtrie. Plymouth 3 l t I it Q n s r Re- sntle Ejtc. ono- !en ng ih, I en. ste stond lezen voorbU, LS liQ >r- hee- tela- van van i' de van wis, ind- aen, Poo len- het as~ ta- t>r- ng Ie B» n- dt at n- We stapten de woning binnen. „Zoo Jongelui, zijn Jullie daar, riep de Rus. Breng de beren maar gauw binnen, dan kunnen we met het Jachtfeest aanvangen.” Ik vertelde daarop wat ik van hem dacht en hoe Ik over ham dacht, en dat hü zelf de beren maar moest halen. Skoerlchin werd daarop zoo woedend dat hU op mij afaprong en schreeuwde: „Zeg op. woar zün ze, Je hebt ze gestolen.” het kamp sleepen. Skoerlchin bood aan vast vooruit te gaan, waarbU hü met een punts-ok een streep over de bevroren vlakte zou trekken. We hoefden deze streep maar te volgen en zou den dan vanzelf thuis komen. We stonden bel den verstomd over de groote brutaliteit en laf hartigheid van dezen man. maar zelden niets. We bonden.de beren aan elkaar en vingen het transport aan. 3 Edith Terrace 8. W. BU Victoria Station. Bij dit luchtuitstapje gdan! Wt), die eens de meesters waren Op het golvend vlak der zee, Voeren gaarne de triomfen Uit de luchtgebieden mee! In de lucht ligt groote toekomst! En voor "t jongere geslacht Klinkt dit hèèl wat opgewekter, Dan men ’t vroeger heeft gedacht! Dus een wensch aan onze vliegers Voor successen bij hun vlucht. Want figuurlijk maar ook feit’lijk Hangt de toekomst in de lucht! achter s< dere bee stoi men misten. het rotsblok. Daarop liepen we naar de beide geschoten dieren, jwaarbij de Rus weer wijselijk zorgde blUven. Daar kwam eensklaps de an- van achter een rotsblok op ons toe- We schoten belden op het beest, doch nnuddellljk verdween het weer achter Het was 10 Juni 1903. In den avond van dien dag gaven de koning en de koningin van Ser vië, Alexander I en Draga Masjln, een bqi aan de officieren van het garnizoen Belgrado. In den nacht van 10 op 11 Juni 1903 drongen of ficieren het koninklijk paleis binnen, ver moordden de souverelnen en wierpen in den morgen de lUken van het koningspaar met die van hovelingen uit de ramen van den Ko.tak In den tuin van het paleis. In haast werden zi. begraven. Men brak den ouden Konak wèl af, maar kon niet verhinderen, dat Europa, Ja, heel de wereld gruwde en de herinnering aan dit treurspel levendig bleet. Door het observatorium te Napels is een bui tengewoon mooie meteoor waargenomen. De kop ervan scheen grooter dan Venus, welke planeet, zooals men weet, nagenoeg even groot Is als de aarde. De meteoor verscheen beneden de sterren „Alphax Aquilae" en „Alpha Capricorni’, pas seerde op 65 graden breedte en verdween na vijftien seconden ter hoogte van de Plejaden uit het gezicht. HU was rood van kleur en gaf vonken af, die als vuurwerk langzaam uit doofden. Op 28 Juni 1914 vermoordde een Serviër den aartshertog-troonopvolger van Oostenrijk-Hon garije en zijne gemalin, omdat hü een Groot - Servië voorstond. Op 9 October 1934 vermoordde een Kroaat zijnen eigen koning, omdat Groot-Servlë blijk baar te groot was en te één Is Gods straffende hand in dit alles wellicht werkzaam? GOULMY We spraken thans een plannetje af Toen Skoerlchin ons ver vooruit was soodat hU ons niet kon zien, groeven we In het ijs een Hin ken kuil, waarin we de gedoode dieren ver stopten, we maakten daarna een herkennlngs- teeken en wandelden doodkalm naar de ne derzetting. Toen we de woning van Skoerlchin naderden bleek dat de dappere Jager reeds een stelletje Russen en Samojeden had uitgenoo- digd ter viering van de jachtpartij. gespannen worden dat doe je niet in een mi nuut. Je moet dikwijls hier of daar wat aan X tuig reparceren en de jongens, die onder me staan, komen ook wel eens ’n beetje laat en ik heb allicht zelf nog een paar dingetjes te doen vóór we op stap gaan Maar we zeggen acht uur. Dat vinden ze prettig.” „Nog al hard werk zeker, hé?” vroeg het heertje. „Nou, dat ligt er al zoon beetje aan, wat je er van maakt. Maar X heeft z’n grapplgen kant ook. Ik ben zelf altijd nog al goed In mijn hum. en lk_heb altijd lol als de lui zich kwaad ma- S zegt je zus en de andere zegt Je zóó. en dan worden ze eerst nijdig op elkaar en dan op ons. „Je moet eerst dit doen,” zeggen ze en „wil je daar vooral voorzichtig mee zijn,” en „da* moet X voorste in den wagen staan, want „X moet er X eerste uit” en al die praatjes meer. Ik behandel re maar net als kinderen. Een paar vriendeiüke woorden om ze zoet te houden, en dan doe ik de dingen op m’n eigen manier, zooals me dat het beste uitkomt." „Hebben jullie een groot karwei vandaag?” vroeg het magere heertje. De voorman grinnikte. „X Zal een heelen tijd langer duren dan ze op den Langeweg denken. De baas is geweest om op te nemen en Sam son dat is die guit die op den Langeweg woont vroeg of we den boel in drie keer over konden krijgen. De baas zei natuurlijk, om hem z’n zin te geven, dat X wel zou gaan. Maar we lappen X ’m nog niet eens in vieren. Ik weet niet of X In vijf zal lukken. We moeten om ons eten ook denken. Een mensch houdt dat harde werk den heelen dag niet vol. als hü niet op tijd zijn natje en z’n droogje krijgt. Ik denk dat die mijnheer Samson met z’n familie z’n handen stijf dicht mag knijpen, als ze vannacht om half één bedden hebben om in te slapen. Ze verdienen trouwens niet beter. Waarom gaan ze niet bij kennissen slapen? En als ze daar geen zin in hebben, waarom gaan ze dan niet zoolang in een hotel? Ik vind X ge woon geen manier van doen tegenover ons. We moeten maar stroop smeren en van alles be loven, wat toch niet gaat, en naderhand krijgen we nog op onzen kop.” „Maar de fooien maken zeker vee! goed?” .Daar kun je nooit wat van zeggen.” ant woordde de voorman. .JBoms wel en soms niet. Zc hebben me eens een kwartje willen geven en dat was nog wel een advocaat. Dit karweitje Is wel een rjjksdaalder waard, maar X is lang niet zeker, dat we dien krijgen.” „Dat Is X wel.” zei X magere heertje. „Hoe bedoelt u dat?” „Ik ben toevallig mijnheer Samson. Ik was een eindje opgeloopen, om te kijken of jullie er aankwamen.” „Wel allemachtig,” zei de voorman gemoede- Ujk. „is me dat even een mop! Voor "n mensch met een beetje humor is ie net zoo goed als die iedere week in de bladen staan. Maar één ding moet ik u zeggen, meneer. Als we vandaag niet zoo precies op tijd zijn, als we wel graag zou den willen, moet u eerlijk zijn en er aan den ken dat u me zelf hier aan den praat hebt gehouden. Zn nou zal Ik nog een glaasje bier nemen en geen druppel meer, en dan gaan we eens Kijken of we door kunnen rijden Lucht is niet alleen behoefte Voor het menschelijk orgaan, Want de lucht vormt ook een luchtstreek. Waar men zich doorheen moet slaan! Landen zijn genoeg doortrokken, Dit gebied is niet meer dat, Nieuw terrein ligt in het luchtruim. Dat nog grooter véld omvat! Dus wij stijgen met de vogels Van de aarde naar omhoog, Waar w’ons eveneens verliest Als een stipje aan het oog! ’t Is wel niet een luchtje scheppen. Zooals opa dit nog doet. Want die doet dit met een stokje En een beetje slecht van voet. Doch wij spreiden onze vleugels, Als de vogels bij hun vlucht. Wij verheffen ons ook krachtig Met een motor in de lucht! Thans weer even kracht gemeten, Hoe wjj met de luchtvaart staan, De leider van de Briteche schatgravers-expe- dltle naar Cocos-eiland. die met den sterken arm door de regeering van Costa Rica van het eiland verwijderd Is. kap'vein F. A. Worsley, heeft een telegram van verontschuldiging aan den president van Costa PJca gezonden, waarin hij verklaart, dat de expeditie verke-rd was In ge licht, ten aanzien van de souvereiniteit van Costa Rica over het eiland en waarin hü een audiëntie met den president aanvraagt, ten einde zich persoonlijk te kunnen verontschul digen. De leden der expeditie hebben opdracht gekregen, zich geheel naar de wenachen der politie van Costa Rica te gedragen. Het misverstand is ontstaan, doordat de lei ders der expex*V meenden dat geen enkele staat aanspraak maakte or het bezit van het eiland, dat In den Stillen Oceaan ligt op een afstand van 300 mijl van de kust van Coata Rlca. „,.j. mij nog minstens drie laten blijven en hij was er niet Tot hun niet geringen schrik zagen voorbij gangers te Sofia, dat eenlge straatjongens bezig waren met bommen te spelen. De kinderen hadden de bommen gevonden in een zak onder een naburige brug. De politie vond in den zak^og vijf bommen een aantal detonateurs, drie ^automatische geweren Hon derd gevulde houders voor revolverpatronen en meer dan driehonderd im’tnes van de onwet tige Macedonische revolutlonnaire organisatie. iiiiiuniiiiii MELBOURNE IIIIIIIIIIIIIIIIIIIU 3 s 3 En ook Neerland laat zich kranig 3 X Het meisje was esttiraadsel voor mij. Soms leek het mij, als was Zü tegen haar wil ge dwongen, deel te nemen aan een werk, dat ze haatte, maar het duidelijk vertrouwen, dat de belde mannen in haar steldgn, ontnam aan deze gedachte bijna allen grond. ZIJ toonde geen bijzondere genegenheid voor haar vader en het was duidelijk, dat zij een afkeer voelde voor McMurtrie; toch moest er een band tus- echen hen zijn, sterk genoeg om die drie vel schillende naturen bU elkaar te houden. Tegenover mU had zü van het eerste oogen bllk af een soort van norsche vriendelijkheid aangenomen. Dikwijle kwam zij In mijn kamer zitten en deed mü vragen of luisterde naar mfjn verhalen uit de gevangenis Zü sat dan met haar kin in de hand en haar donkere groote oogen op de mijne gericht. Van den gehelmzlnnlgen Hoffman, die doe daags na mijn aankomst aan het huis was ge komen, zag of hoorde ik niets meer. Eens vroeg ik Sonja naar hem. maar zü antwoordde slechts. dat het een zakenvriend van den T-5 r lagen twee mijlen witte, stoffige weg tusschen de stad en het dorp. De twee mijlen werden op natuurlijke en gemak- kelljke wijze gehalveerd door een herberg. Op een bank vóór de herberg zat een magere heer van middelbaren leeftijd met kn.ppende oogen en een senuwachtlge trekking om z’n mond. Soms las hü in de krant en soms keek hü den weg langs. HU had een glas kwast voor zich staan en een sigarettenpijpje met een aange stoken sigaret in z’n mond. Door het trekken van den mond wipte en schoof net pUpje heen en weer, büna alsof het leefde. Op dit oogenbllk reed een verhuiswagen voor srberg vóór en bleef staan. De koetsier stapte af en gooide dekens over de paarden Twee sterke kerels kwamen uit den wagen en gingen recht naar de gelagkamer. Een nog for- echer en sterker man met een blauw voorschoot en een voorkomen van gezag, daalde voorzich tig neder van de zitplaats naast den koetsier. „Kunt u me ook zeggen hoe laat het is, me neer?" vroeg hU. Het magere mannetje op de bank raadpleegde z’n horloge en zei dat X half elf was. .Dank u, meneer,” zei de voorman, en wend de zich tot den koetsier. „Laat ’ns kijken.... hoe laat zeiën ze ook weer dat we op den Langeweg moesten zijn?” De koetsier krabde zich het hoof<l en peinsde. „Elgenlük gezegd hadden we er precies om acht uur moeten wezen." „Nou,” zei de voorman opgewekt, ,,’t helpt nou niks meer of we er al over prakkizeeren.” De koetsier en de voorman gingen nu ook de herberg In. Eenlge oogenblikken later kwam de voorman weer buiten met een gTOot glas schuimend bier in de hand en deelde den heer op de bank mede dat ’t buiten prettiger was dan binnen met dat weer. „Dat is zoo.' gaf het magere mannetje toe. en legde z’n krant neer. .Als ik goed gehoord heb, zal u nog al laat op uw karwei zijn van morgen.” „O, da’s niks,” rei de voorman. „Daar kun nen we ons niks van aantrekken Ze vragen te gen acht uur en WU zeggen natuurlijk acht uur om ze zoet te houden. Dat is zoo n manier van spreken. Daar zou u natuurlUk nooit inloopen, meneer.” „Neen.” zei de kleine man, „dat zou ik zeker niet. Waar werden jullie zoo lang door opge houden?” „Nou, meneer, da’s nog al een gekke vraag. Een mensch moet ’s morgens eerst een stukje eten, anders komt er den heelen dag niks van z’n werk erecht. Dan moeten de paarden voor- De K.N. A.C. rendt ons een statistiek van het aantal motorrUtuigen in België, waaraan het volgende wordt ontleend. Niettegenstaande de huidige crisis vertoont het aantal motorrUtuigen In Beljgë. in ver ge- lUking met 1933 een stijging met ruim 10.000 stuks. In vergelijking met de Nederlandsche statis tiek blijkt, dat er In België ruim 75.000 motor rijtuigen meer in gebruik ^n dan in Nederlanö (voor 1933 waren deze getallen reapectlevelUk 245.923 en 171.248). België bezit 133.049 personenauto’s tegen Ne derland 85.400. TerwUl in ons land in 1933 dit aantal 81.277 bedroeg, was net in België 115.870: hieruit blUkt, dat in een jaar tUd het aantal personenauto’s in België met meer dan 7000 is toegenomen, terwijl de vermeet dering In ons land slechts 4000 bedroeg. Hst aantal motorbussen is in ons land grooter dan in België nJ. 3814 tegen 1903 (In 1933 reap. 3383 en 1500). Daarentegen beschikt België over meer vrachtauto’s, nJ. 67.239 stuks (In 1932 reeds 66.360); woor Nederland meer vracht auto's, nX 67239 stuks (in 1932 reeds 66360) voor Nederland zijn de cijfers 49.007 In 1933 en 28 494 In 1933. De toeneming van het aantal motorrUwielen met hulpmotcr is hier te tande grooter dan in België. Waren er in 1932 bl: ons 37.694 stuks *n gebruik, in 1933 was dit aantal tot 43.122 stuks gestegen. In België, motor-Uwieiland bU uitne mendheid. waren er in 1932 niet minder dan 62 082 stuks en een Jaar later 63.990 stuks Ir gebruik. hU iets geheim hield. Ik wist, dat het zUn be doeling geweest was, dagen iemand naar, zUn plannen zonder grondige reden te wUzigen. Maar daar ik hem allerminst wilde toonen. dat ik ook maar eenlgszlns aan xljn goede trouw twijfelde, slaagde ik er in geloofwaardig te lachen. „U hebt gelUk," antwoordde ik. „Het Is wel een korte kennisgeving, maar ik ben ieder oogenbllk tot vertrekken bereid. Hoe zal ik echter met de kleeren doen?” „U kunt deze voorlooplg aanhouden. Wan neer u eenmaal In Londen bent moet u er verder maar zelf voor zorgen. Koop, wat u boodlg hebt, In verschillende winkels en be taal contant. Ik zal u zeshonderd vulden voorschieten waarvan u tevens de geheels week genoeg suit moeten hebben.” „Men kan heel wat kleeren en vermaak heb ben voor zeshonderd gulden.” antwoordde ik vroolUk. „Waar moet Ik wonen?” HU stek zUn hand In zUn ~ak en haalde een enveloppe te voorschün. „Hier te het adres,” ret MJ; ..sen huurhuis bU Victoria Station, waarvan een zuster van juffrouw Weston eigenares Is. U zult het er gemakkelijk hebben en u hoeft niet bang te zUn, dat de hospita eenlg vermoeden zal heb ben. Ik heb haar gezegd, dat u juist uit het buitenland terug bent en dat u mk?le dagen voor zaken in Londen moet sUn. U nut daar voor mijnheer Nicholson doorgaan James Nicholson.” De familie Obrenovlts was in de mannelUke lUn uitgestorven en in de vrouwelUke Ujn bleef slechte over de gemalin van koning Milan. Na thalie Petrona, geboren Kechho, die achtereen volgens met Milan gehuwd, van hem gescheiden en met hem verzoend was, in 1902, op 12 Anril, katholiek werd en nu van uit Parijs het treur spel van Marseille volgt, na eveneens van verre dat van Belgrado beleefd te hebben. Op dien met bloed doordrenkten troon nam de vader van den nu vermoorden koning, Petar I Kara- georgevltsj, reeds 15 Juni 1903 plaats. Ander maal gruwde de wereld en als dan de nieuwe monarch het dlplomaten-korpe ontvangen ging, dan verschenen slechts de gezanten van den Tweebond, Rusland en Frankrijk. Nooit heeft keizer Frans Joseph I kor.ing Peter I wilier, ontvangen. ZUn zoon Alexander I te nu ge storven als Alexander I Obrenovitsj. Van de vorsten uit beide hulzen werden ver moord Mlchel Obrenovitsj (1868), Alexander I Obrenovitsj (1903), George PetrovlteJ. bUge- naamd Karageorgavitej (1917), Alexander I Karageorgevitsj (1934). zes en dertig maanden geen geld gezien heeft, krijgt dat gevoel een bUzondere bekoring. „Het zou het beste zUn, wanneer u tegen een klaar was om te vertrekken," zei „Savaroff zal u met den auto tot brengen, er is een trein om twee uur vUf. U bent daarmee even voor zeven In Londen.” „Goed,” zei ik. „Dan zal ik nog tUd nebben om alles te koopen. Het zou mUn diner bei derven, als ik daarna nog boodschappen moest gaan doen.’’ McMurtrie, die naar de deur was gegaan, keek met half afgunstlgen, half minachtenden glimlach naar mij om. _Je bent een merkwaardig man, Lyndon,” zei hij. „En soms nog een jongen van twin tig.” „O, ik ben nog maar negen en twintig." protesteerde Ik. „En men kan er met altijd aan blUven denken, dat men een ontsnapt moordenaar is." Ik zat in het kozUn, terwUl ik die laatste opmerking maakte, maar nauwelijks had hij de deur gesloten, of Ik sprong op sn begon rusteloos de kamer op en neer te loopen. Nu het oogenbllk van mün vrUheld serkelUk was aangebroken, had een groote opwinding mU aangegrepen. Ofschoon Ik tUd te over had om aan mUn nieuwen toastend te vennen waren al de verbazende mogelijkheden er van nooit volkomen tot mü doorgedrongen voor dit oogenbllk. Ik realiseerde nu. dat Ik ondervin dingen op zou doen, die nooit n ander mensch had beleefd. r- „Mooi zoo,” antwoordde ik, terwijl ik op stond. „Ik meen dus te begrijpen, dat ik bU juffrouw Oldbury blUven moet en mUzelf zal kunnen amuseeren met de zeshonderd gulden op te maken, tot ik bericht van u ontvang?” HU knikte. „Zoodra wU alles gereed hebben sullen wl) het u laten weten. Tot dien tUd zult u vol komen vrU zUn.” HU opende een leeren portefeuille en reikte mU een bundel bankbiljetten. „Hier te het geld," zei hU met een glimlach „U ziet, dat wU u geheel vertrouwen Als u naar Amerika soudt willen vluchten, sou niets u dat kunnen beletten.” Dit werd zoo openhartig gezegd 1st het eiken twUfel had moeten wegnemen; maar in werkelUkheid deed dit het niet. Ik was er zeker van. dat het niet aan McMurtrie zou liggen, wanneer hl) er niet in slaagde, van al mijn doen en laten In Londen >P de hoogte te blUven. Al te groot vertrouwen In de men- -chelljke natuur scheen niet een van z’n zwak heden. In elk geval streek ik vroolUk genoeg het geld op; de loutere aanraking er van was mU reeds een genoegen. Het te altijd aangenaam een bundel bankpapier van zekere dikte in I handen te hebben, maar .voor iemand, die In De keizer te omgeven van verwijfde lieden. Alles dringt zich in „ZUn" gunst. X Is alles Byaantium. Er is maar één middel: Hinden burg moest rljkskanseller, chef van den gene- ralen staf en van den marinestaf In één per soon worden. 23 Maart 1915. Diner bU den keizer. De keizer verheerlUkt de nieuwe ridders „Four le Mérite” in een rede, waarin hij deren vergeleek met de paladijnen, die met Wilhelm I het Rlfk gesticht hebben. De keizer moest zUn macht aan Hindenburg geven. 2 April 1915. Von der Ooltz-Pascha was in het hoofdkwartier. HU vond er bealultelooeheld. Prine Eitel Puts heeft den grootaten Invloed op zUn vader, meer dan zUn broers. Den ab- soluten invloed heeft de chef van het marine- kablnet von Mühler. HU voert bUna alle staats zaken. Dit is de oorlog der niet gebruikte ge legenheden. In deze briefuittreksels staat voor ons de energieke von Tirpitz waarlUk ten voeten uit. HU was teleurgesteld wegens het nlet-gebrulk van zUn vloot, teleurgesteld ook daarom, dat hem, die het Uzeren materiaal van dictator in zich voelde, het kansellerschap, dat hU vóór den oorlog weigerde, niet tUdens den oorlog werd aangeboden. Teleurstelling, maar niet minder brandende liefde voor zijn vaderland zUn de sleutels voor het boek van von Tripltz. Deze groote zeeman schrijft In een zijner brieven den troosteloozen, maar soo waren zin „Das Deutsche volk had die 8ee nicht ver standen.” In dit woord ligt heel de tragedie van leven. dmlraal von Tirpitz was een energieke ZX persoonlUkheld en een markante ver- schUnlng: niet zeer groot, slank, met een prachtlgen splerwltten baard, die In twee mardiale punten uitliep, lorgnet op den neus, voor kleine, glinsterende oogen. Hoeseer hu te gen den oorlog was geweest, nu deze eenmaal was uitgebroken, moest hU ook Bonder genade worden gevoerd. Dit was zUn juiste meening. Voor den oorlog geldt nu eenmaal: frappes, frappes, toujours. Den zachtaardige, welwillende oorlogvoering te contradictio in terminis ipsis, te nonsens. Natuurlijk wilde hU als „Grossadmi- ral”, als schepper der Duitsche vloot, direct de vloot laten optreden .tegen de kusten van Engeland. Maar hier begint al onmiddellUk het tragische in het leven des admiraals tUdens den oorlog. De keizer wilde al dadelUk de vloot intact houden, om haar bij latere vredes onderhandelingen als machtig instrument ter bevrediging van Duitsche eiseben te kunnen gebruiken. (Hoe aiders beschikten de otnsten- heden. Zonder slag of stoot leverde in No vember 1918 de Duitsche vloot zich gedwongen over aan Engeland en ging vrUwillig het graf der golven In in Juli 1919, te Schapa Flow). Von Tirpitz kon geen bevel van den keizer los krijgen, om uit te varen en see te kiezen naar Engeland. „De vloot was speelgoed”, zegt von Tirpitz, „zooals alles speelgoed was.” De admiraal wilde dus niet (reuzelen. HU wilde doortasten. In bet hoofdkwartier vond hU alleen besluiteloosheid. Von Tirpitz verde digde den keizer tegen de opvatting, dat hU den oorlog gewild heeft; hU grijpt den keizer aan. die van het wapen der vloot geen gebruik wilde maken, haar als kostbaar speelgoed be waarde en in het veld alleen en almaar over winningen zag en zwelgde in onbeleerbaar op timisme. Aardig en typisch sUn de trekjes, die von Tirpitz over den keizer en zijn omgeving m 1914 en 1915 uit CharleviUe in briefuittreksels (laatste 100 blz. van het boek) geeft. 19 Augustus 1914. De keizer was tamelijk tevreden over bet verloop van den veldtocht. HU was er trotsch op, dat zUn zes sonen voor den vUand stonden. Maar dat was ook noodig voor de Hobenzollerns-dynastle. Met bet oog op het bedwingen van Engeland was hu te optimistisch. HU vertrouwde zeer sterk op de gerechtigheid van Ood. Ik moest meer dan twee uren na het diner met hem in den tuin wandelen. Gelukkig liep hU langzaam. Het was heel warm. (Herinnert aan trekjes in de mé moires van den ouden Hohenlohe). 8 October. Ik ging van den keiser neerge slagen naar huis. HU hield me een voordracht langer dan een uur over een politiek gesprek, dat hU met een Fransch burger over zUn opvat tingen gehouden had. Denk eens Wilhelm I in zulk een positie! Wat moet er gebeuren, als kUn zenuwen niet meer mee kunnen? De vloot wordt Ingebalsemd. De duikbooten worden ovenchat. Ijzeren mannen zijn noodig. Als je Bethmann en de andere mannen om den kei zer ziet, dan vervliegt alle hoop. 10 October 1914. Groot soupé. Vóór de Soep kregen we champagne. De keizer hield een rede, waarin hjj eerst den heer van Herscharen prees, dan Moltke, die bet plan van den op- marach naar Antwerpen bedacht en Beseler, die het uitgevoerd had. Waarom stuurt hU Moltke, die een hartlijden heeft en nierziek te, niet naar huls? 15 October 1914. De tegenwoordige oor logvoering voert tot vernietiging van leder ini tiatief en tot algemeene Inzinking: Aan vele BUden is het dilettantisme schrikaanjagend. 13 November 1914. Onze heele politiek der laatste jaren was onzin en de heele leiding van het RUk deugde niet. 22 Maart 1915. Groot diner bU den keteer ter eere van den verjaardag van Wilhelm I. ken. En ze ma ken zich altUd kwaad als je ze verhuist. Ze ko men met z’n tweeën of drieën tegelltk naar bul ten en de eene dokter was en met deze poovere mededeellng moest Ik mU tevreden stellen. Het belangrUkste punt scheen mU echter, voor wlen McMurtrie mü had aangezien toen ik door het keukenvenster klom. Ik herin nerde mü stellig, dat hU een naaia genoemd had, juist voor ik in zwüm viel, maar die was mü ontgaan en ik kon hem niet meer >n mün geheugen terugroepen, hoe ik mü ook inspande. Behalve in mUn gesprekken met Sonja be- mün voornaamste verstrooiing in het van de Daily Mail. Geen <lag ging of Iemand had een spoor van mü ontdekt. Ik was gezien en herkend te Man chester, Yarmouth, Londen, en Edinburgh, terwijl een ander schreef, dat ik mü ie Lenin grad bevond, waar ik door de Russische re giering was aangesteld om eenlge verbetering in het torpedosysteem te brengen Dit alles was mü hoogst aangenaam, want het bewees mü, dat de politie nog in het geheel geen ver moeden had van mün verblüfplaate. Juist toen mün opsluiting bijna onduld baar begon te worden, kwam er zeer onver wachte een einde aan. Op een ochtend zat Ik aan hst venster en rookte een pUP na mijn ontbUt Sonja had mü tegelük met de boeken een püP meegebracht toen ik een luid gebel aan de voordeur boorde, gevolgd door een paar scherpe tikken. Ondanks mün afwezigheid van drie jaar uit alle wereldsche zaken, wist ik met sekerheid, dat het een tele grambesteller moest zijn. Daar het telegram moellük voor mü be stemd kon sUn, bleef ik onverstoord door rooken. Den minuut ot tien verliep sn ik vroeg mü af, of het telegram misschien in verband kon staan met de voorbereidingen, die Mc Murtrie voor mü maakte, toen een deur werd dichtgeworpen en ik Iemand naar boven hoorde komen. Aan het geluid van de voetstappen herkende ik den dokter. HU kwam de kamer binnen met zijn ge wonen welwlllenden glimlach. Ulterltjk was hü even rustig als altüd, maar ik had hët gevoel, dat er iets onverwachts gebeurd moest zün. „Goeden morgen,” zei Ik Mooi weer van daag, nietwaar?" „Heel mooi weer,” antwoordde hü vriende- lük. Het zette zich op het bed en vervolgde:. „Elgenlük kwam ik eens zien, ■chlen gebruik van dat mooie willen maken." „Bedoelt u, dat ik zonder gevaar uit zou kunnen gaan?” vroeg ik met een sekere gre tigheid. Hü haalde zün schouders op „Het te niet gevaarlüker dan anders, maar ik bedoelde er meer mee.” „Ja?" „Ik bedoelde, dat onze voorbereidingen zoo goed vorderen, dat wü er niets bü zullen winnen, u nog langer hier te houden. Ik heb juist een telegram ontvangen, waarin mü werd meegedeeld, dat de hut en de loods bü Tilbury bijna gereed zün. Wanneer u nog een week te Londen wilt doorbrengen, zult u goed doen, vanmiddag te vertrekken Zün voorstol kwam zoo onverwacht dat ik nauwelüks iets wist te antwoorden. Wiardoor weet ik niet, maar ik voelde duldeUjk, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7