Ir Uj PUBLIEKE VOORLICHTING H. Verbunt - van Dijk Medische kroniek Kon. Ned. Landbouwcomité bijeen A Ik Gebruikt in Uw soepen HONIG’s BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent VIJFTIGJARIG BESTAAN I X' F ZATERDAG 20 OCTOBER 1934 IDEEËN DE WIENER SaNGERKNABEN IN ONS LAND 4 Genezing door den geest H ft bi h'1 DORRIUS Propagandafilm voor den B. V. L. Verlaging Jachtrecht ONGEVRAAGD ONTSLAG W etavooratel te wachten Eerste congresdag Na een halve eeuw De regeringsvertegen woordiger spreekt Restaurant „Sluit de gelederen!*9 Raadsbesluit van Barneveld vernietigd Stroomen van felicitaties De landbouw ia meer dan ooit de spil van onze volks- huia houding Donderdagavond gaven de Wiener Sangerknaben een voorstelling in het gebouw van K. en W. te s-Gravenhage. Een scène uit een der opgevoerde opera’s Mi$wij«en, Codslampolie, Kerk, kunst op eik gebied Tel ei. 348, Tilburg, Gasthuisstr. 64 I J Ji 'W Is? 1933 respectievelijk ch- door Men het Mi er ad ere oor grijpen is alles vergeven, zegt spreekwoord. Veel verbittering 1931 1.453.173 1931 1.019.106 1933 547.506 1934 534 384 1934 790.838 Enge- wordt »- an en lat nt Ier iet He en of et at oor iw- hm Iers ver sufts rtsn- isns ISM N.Z. Voorburgwal b h. Spui, A dam PLATS DU JOUR EN LA CARTE te m- tn- ai- en in la de en- al- 'ed. des het en’ het >oie M- ta» >or op nkt be lch be est ui- jrd i moesten van geest voortdurend r Naar de Ministers Steenberghe en Oud in de Memorie van Antwoord op *t inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel tot wij ziging Van de Rullverkavelingswet mededeel den, is binnenkort de indiening van een wets voorstel, strekkende tot verlaging van 1 Jacht- echt, te wachten. Uitvoer 1933 634.654 ters mr. Wilde. Binnen enkele dagen zal deze film te Am sterdam worden vertoond. Alsdan zullen we de film aan een nadere bespreking onderwerpen. bedenke niet, dat geheele provincies, waar de landbouw het voornaamste middel van bestaan Is, door de steunmaatregelen op de been worden gehouden en de in den landbouw werkzamen industrleele producten koopen. De export-lndustrie zegt, dat de landbouw- maatregelen de noodzakelüke loondaling tegen houden. Maar de landbouwers ontvangen ge middeld nog maar 80 pOt. van den prijs van 1914 voor hun producten en de uitgaven voor voeding van arbeidersgezinnen waren in Juni 1934 nog 33.1 pCt. hooger dan voor den oorlog. De oorzaak van de hooge prijzen der voedings middelen in den kleinhandel zoeke men dus niet by den groothandelsprljs, welken de boer ontvangt, maar bü de bewerking en de dtetrt- Vrijdagnamiddag is de 24e algemeene verga dering van bet Kon. Ned. Landbouwcomité begonnen in de vergaderzaal der Eerste Ka mer. De voorzitter, de heer J. L. Nysingh. heeft deze bijeenkomst geopend met een rede, waar in hij de aanwezige autoriteiten verwelkomde onder ,wie advteeerende leden van het comité en verscheidene hoofdambtenaren van het de partement van Economische Zaken. Terwijl de aanwezigen zich van hun zetels hadden verheven bracht spreker hulde aan de nagedachtenis van eenige dooden, in de eerste plaats aan die van H. M. de Konlngin-Moe- der, die van tal van landbouworganisaties be schermvrouwe was en op velerlei wijzen her haaldelijk haar warme belangstelling in den landbouw deed blijken. Voorts aan de nage dachtenis van Z. K. H. den Prins, eere-voor- zltter van het comité sedert 1 Januari 1918. die zijn liefde voor den landbouw orn. toonde door zijn interesse voor de landbouwcongres- sen. Verder herdacht spr. den overleden mr. C. Zaayer, van 1918 tot 1919 voorzitter van het comité en den heengeganen veteraan voor de landbouwbeweging, den heer J. B. Wezterdljk, te Ulthuteermeden. i zakeljjk. De regeering staat er met volle over tuiging achter. Maar zij zou ze nooit goed heb ben kunnen uitvoeren, als de landbouworgani saties haar niet geholpen hadden. De leidende personen der organisaties werken dagelijks mee aan wat noodig is om van de zijde der regeering den landbouw in stand te houden. De toekomst zal gekenmerkt zijn door sterke nationale gemeenschappen. Dit geeft ons een nieuwe taak nopens onderwijs, landbouwvoor lichting, prueflnstituten enz., nu in de toe komst niet meer het wereldverkeer de eerste plaats zal Innemen, maar wel de opbouw der nationale gemeenschap. Ook bü die taak moe ten regeering en comité samenwerken. Dan is voor den landbouw en het comité een schoone toekomst weggelegd. Burgemeester De Monchy wenschte vervol gens het comité geluk. werkverschaffing! Niemand zegt aan het pu bliek dat, wie in Nederland nog rijk is, wie bijv, een half millloen inkomen uit vermogen heeft, daarvan 77 procent belasting betaalt. Vermeerderd met andere lasten beteekent dit, dat zulke „rijkaards" minder dan één stootje noodig hebben om over de grenzen te vluch ten, waarmee de laatste kippen met gouden eieren geslacht zouden zijn. Het thema is onuitputtelijk. Wij haalden slechts enkele voorbeelden aan om deze stelling te bewijzen! wanneer in Nederland een stem ming van onrust en ontevredenheid komt is dit voor een overgroot deel aan slechte voor lichting te wijten. Algemeen heerscht het ge voel, dat er van hen, die leiding moeten geven aan ons economisch leven, geen leiding uit gaat; dat er met name aan werkverschaffing nagenoeg niets wordt gedaan. Wanneer er voortdurend contact was tusschen leiding en volk, wanneer waandenkbeelden werden verdreven, bestaande moeilijkheden werden verklaard, wan neer naar een vast plan tot bezuinglng en ver zorging van het geheele staatshuishouden werd gewerkt en daaromtrent op geregelde tijden inlichtingen werden verstrekt dan zou uit die wetenschap veel begrepen en vergeven en veel ook gemakkelljker gedragen worden; de lei ding zeil zou haar eigen tekortkomingen scher per gevoelen en onbevoegde voorlichters zou den, voor zoover zü te goeder trouw zijn, niet zoo licht naar voren treden en voor zoover het demagogen zijn, minder geloof vinden. LIBRA. Bij K.B. is als In strijd met de Ambtenarenwet en de gemeentewet vernietigd het besluit van den raad der gemeente Barneveld, d.d. 17 Jan. 1934. waarbij met ingang van 1 Juli 1934 onge vraagd eervol ontslag verleend is aan B. Plal- zler, als tijdelijk boekhouder der gasfabriek en met ingang van dien datum C. v. Amerongen is belast met de boekhouding dier fabriek. butie van het voedingsmiddel. Dat de export-industrie niet door trust- of kartelvorming de prijzen kan hooghouden, is niet de schuld van den landbouw, die het zelf ook niet kan. omdat het aantel boeren te groot is. Spr. uitte de hoop, datXae regeering zich door de gevoerde actie niet zal laten influen- ceeren, maar er front tegen zal maken. Ten slotte deed spr. een dringend beroep op de Nederlandsche boeren om zich in deze smartelijke tijden om het comité en zijn leden organisaties te scharen met eendracht en toe wijding. WIJ moeten, aldus spr., de verschillen de andere volksgroepen doordringen van de waarheid, dat de landbouw meer dan ooit de spil is van onze volkshuishouding. Zonder uit zondering willen wU het mogelijke doen om de gevolgen van de crisis te verzachten. Daartoe noemde hjj o.m. noodig volledige waardeenng van elkanders werk en inzicht en vergevings gezindheid voor elkanders tekortkomingen en fouten. Laat ons, zoo besloot hij, op die ge dachten en beginselen het werk van ons Land bouwcomité voortzetten in de heilige overtui ging, dat wjj daarmede een dienst bewijzen aan het Nederlandsche volk en aan onzen vader- landschen landbouw in het bijzonder. genheden advies zou kunnen geven. ZU diende een wetsontwerp in. dat echter later werd in getrokken, omdat het comité bezig was. zich zelf te herzien. Men vond een oplossing, waar bij ook de katholieke gewestelljke boerenbonden konden toetreden. In 1908 traden als gevolg van de oprichting v. d. Nederlandschen tulnbouw- raad verschillende tuinbouworganisaties uit. Hetzelfde jaar werd de Koninklijke Nederland sche Landbouw-Vereeniging opgericht, welke in 1918 met het Nederlandsen Landbouw-Comi té samensmolt tot het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comite. Later traden de R K. Ne derlandsche Boeren-Bond en de Christelüke Boeren- en Tuindersbond uit het comité. Met de confessloneele, centrale organisaties kwam het later tot een regelmatig overleg, dat in' de crisisjaren van groote beteekente is ge bleken. Spr. memoreerde vervolgens, wat het comité heeft gedaan om een goede boterwet te doen tot stand komen, wat het in 1900 gelukte, en de belangrijke rol, door het comité gespeeld bij de organisatie van het landbouwcrediet, als mede, wat het heeft verricht op het gebied van de ongevallenverzekering. Voor wat de tegenwoordige crisisjaren aan gaat, wees spr. op de bjj de regeering ingedien de urgentieprogramma's en op de totstandko ming van de steunmaatregelen, dank zü der sa menvoeging met de zusterorganisaties. WU zitten, vervolgde hU, nog midden in de moeilijkheden. Vooral voor de veehouderij is de Ujdensbeker blijkbaar nog niet vol genoeg. De varkenshouderU gaat nog steeds gebukt on der een teveel aan zware varkens. Inzake het akkerbouwbedrUf kan men een optimistischer geluld laten hooren. De prüzen der granen op de wereldmarkt zUn hooger geworden, wat ook onzen akkerbouw ten goede kwam, voor zoo ver de prijs van hun producten mede van den wereldmarktprijs afhankelijk la. De voorzitter van het Centraal Bureau van het Comité, de heer O. W Strolnk, sprak na mens bestuur en directie, wijzende op de nauwe verwantschap tusschen comité en centraal bu reau en vreugde over het gouden jubileum van het comité uitende. Een persoonlijk woord sprak de heerJ Nuite, oud-ondervoorzltter van het comité en bestuurs lid van het centraal bureau, namens duizenden boeren, die van het comité hebben geprofiteerd en wier toestand zonder het comité veel be narder zou zUn Prof Bakker bracht de gelukwenschen over van den Senaat oer Landbouwhoogeschool Mr. Wintermans gewaagde van de hartelUke verhouding tusschen comité en landbpuwdlrectie, dr. Molhuysen huldigende voor zUn aangename tusschenkomst De voorzitter dankte en na hem dr. Molhuysen, de laatste mede namens het personeel van het kantoor. Het verslag werd vastgesteld, waarbij de voor zitter den secretaris dankte voor de wijze, waar op deze zUn functie in het afgeloopeil jaar heeft uitgeoefend. Goedgekeurd werden de rekening en verant woording over 1933 en de begroeting voor 1935 De maatstaf der contributie voor 1935 werd op 15 bepaald. De heer Nysingh werd bü acclamatie als voor zitter van het comité herkozen. De oud-voorzitter, ir. Oosterbaan. sprak hem waardeerend toe. De herkozen voorzitter dankte, verklarende, dat zUn taak hem veel voldoening geeft en tot de boeren van Nederland zeggen de: „OU hebt het moeilijk, maar versaagt niet”. De beer Winter werd bü acclamatie benoemd tot lid van de Flrikncirele Commissie, ter voor ziening in de vacature-Klein Lankhorst. Als Ud van de Commissie Tentoonstelllngs- wezen werd tr. Siebenga herbenoemd. Vervolgens heeft dr. if. W. H. C. Knapp, uit Utrecht, gesproken over zfln reis van Kaapstad tot Cairo. De vergadering werd daarna geschorst tot hedenmorgen uur. Over het geheele jaar 1929 bedroeg de invoer in duizenden guldens 12.766.000 en de uitvoer f 2.005.000; Over het geheele jaar f 1209.229 en f 725.841. Dit wil dus zeggen dat onze export, welke in 1929 nog ruim twee milliard bedroeg in 1933 nog maar 735 millloen gulden beliep of tot bU- na een derde inschrompelde. De cijfers zeggen nog meer en wel dit, dat het de regeering ge lukte den uitvoer over 1934 tot op büna het zelfde peil als in 1933 te houden. JTot de voorlichting zou bovendien een voort durende populaire les moeten behooren over de vraag, waarom er zooveel schijnbare onbegrij pelijkheden zijn: waarom de boter in het eigen land zes maal meer kost dan b.v. in land; waarom de margarine zoo duur gehouden; waarom met alle macht aan den ex port wordt vastgehouden; waarom zoo maar niet met een handomdraai van Nederland een industriestaat kan worden gemaakt: wat bet beteekenen zou, wanneer land- en tuinbouw alleen tot de blnnenlandsche productie werden beperkt en de producenten aan eigen lot wer den overgelaten. Zoo zUn er tientallen vragen, welke de massa zich vaag stelt, en waarop zij geen bevattelijk antwoord krUgt. Al die onwetendheid verwekt tenslotte de onrust en ontevredenheid. Merf hoort van geld, dat renteloos in safes* ligt cp- gestapeld en laat zich wijsmaken, dat daar mee de redding zou zUn verkregen. Men hoort van een gemakkelUke redding: hef één procent op de vermogens en er is wel een flinke honderd millloen voor**teun en Invoer 1932 1933 969.740 883.504 Dr. Van RhUn heeft voorts het woord ge voerd namens den minister, die te Brussel moet zUn. Spr wenschte het comité met het gouden jubileum hartelük geluk. De tUd is zeer ernstig en de voorzitter heeft dan ook geen toon van vroolükheid laten hooren. Wel een toon van voldoening. De regeering deelt deze voldoening. ZU heeft geconstateerd, dat het comité heeft medegewerkt aan de economische en sociale verheffing van den landbouwenden stand. Er gaat thans een golf van gemeenschapsgedach- ten door alle volkeren der wereld. Het comité kan bUdragen tot versterking van deze ge- meenschapsgedachten en van het organisato risch besef. De tüd wordt gekenmerkt door de crisis maatregelen voor den landbouw, ^jj zijn nood- Laten wü hieraan nog enkele cijfers toevoe gen. De vergadering werd bUgewoond door dr. Van RhUn, secretaiis-generaal van Economi sche Zaken, vertegenwoordiger van den minis ter van Economische Zaken; den burgemeester van ’s Gravenhage, mr. de Monchy; mr. Win termans, waarnemend directeur-generaal van den landbouw; het college van regeeringscom- mlssarissen; den rector-magnlflcus van de landbouwhoogeschool te Wagenlnggli, prof. dr. D. L. Bakker; RUkslandbouwconsulenten en vele afgevaardigden van land- en tuinbouw organisaties. Voor de bestuurstafel prijkte een fraai bloem stuk van den bond van boerinnen en andere plattelandsvrouwen. De film, het machtige propagandamiddel van Inzichten en denkbeelden, is thans ook in dienst gesteld van den BUz. Vrljw. Landstorm, dank zU de voortvarendheid van de'Nat. Landstorm- commissie, die den heer W. P. Scheler van de H A V O, te Voorburg opdracht gaf IWt ontstaan en de ontwikkeling van ons nationale veilig heidsinstituut op het celluloid vast te leggen. Nadat de heer J. D. A. Verkruissen het sce nario geschreven had en de heer S. W. Wert heim de illustreerende muziek had gecompo neerd, ging men aan den slag. waarbU de heer Ir. C. A. van Diggelen de geluidsopname voor zUn rekening nam. VrUdagavond is het resultaat van hun ar beid. de klankfilm „Sluit de gelederen’’, in een tot de nok gevulde zaal van het Gebouw v. K. en W. te ’s Gravenhage vertoond. Onder de aanwezigen werden o. m. opgemerkt de minister-president dr. H. ColUn, de rninis- dr. L. N. Deckers en mr. J. A. de nder de talrijke brieven van zeer uiteen- 1 loopenden inhoud, welke wU naar aan- leiding van onze laatste beschouwing ontvingen, waren er eenige, waarvan de schrij vers ons met klem waarschuwden, om geen woord kwaad van pater Henrtcus te spreken „den man die eindelUk den moed heeft gehad openluk te zeggen, wat er onder het volk leeft.” Overbodige angst, waarde briefschrij vers! Was de Helmondsche rade van den pater ons een aanleiding, om in het algemeen iets over het gevaar van vermenging van gods dienst en zielzorg met politiek te zeggen, wat die redy^elf betreft waren wU van plan den gewktfen redenaar voor een goed deel te ver- dedigkn en weltegen zUn rumoerige be won- deraaif. Wat wU aanstonds vermoedden is ook de waarheid gebleken: de redevoering werd voor een vrtjwel besloten gezelschap uitgesproken, was niet bedoeld als een publieke aanval op re geering en staatspartU; terwUl de spreker even verbéasd als onkundig was van de motie, wel ke door de vergaderden aan zUn voordracht werd vastgehaakt. En wat een nederige zoon van Franciscus allerminst had verwacht, was, dat de plaatselUke en gewestelljke pers zUn cau- zerie met fensatloneele koppen en Interinles zou opblazen tot een eersterangs gebeurtenis, daardoor de geheele Nederlandsche pers op een dwaalspoor zou brengen en aan de socialisti sche dagbladen gelegenheid zou geven om da gen achtereen an tl-katholieke demagogie te voeren. Allerminst heeft deze priester bedoeld ons Roomsche volk opstandig te maken en de verschillende standen in klassenhaat tegen el kander op te zetten. Degenen dus die in hun brieven aan ons den Helmondschen spreker uit bundig prezen als den eenvoudlgen monnik, d^l „beter dan de priesters, die in groote wonen en in auto'» rtjden de leer van Christus begrijpt’’ kunnen er van verzekerd zUn aller minst te spreken in den geest van den man, op wien zü zich beroepen. Intusschen heeft het Helmondsche geval als wU het even zoo mogen noemen aan on bevooroordeelde toeschouwers veel geleerd. De jarenlange werkloosheid, de Inzinking van het levenspeil, de toekomst zonder uitzicht heeft de massa, heeft ook onze eigen geloofsgenooten. dieper aangegrepen dan wel vermoed werd. Geen dagblad kunnen de vele duizenden crisis slachtoffers in handen nemen, geen redevoering beluisteren, of overal zien en hooren zU van bezuiniging, van achteruitgang, van economische moeilijkheden. In de laatste Troonrede was zelfs niet het flauwste straaltje hoop in dikke dulstem.s te ontdekken. WU kunnen het be grijpen. al behoeven wU het niet te biUUken. dat een capucljner monnik, staande te midden eener verbitterde bevolking van een zwaar ge teisterde industriestad en peilend den nood, die daar rondwaart, een oogenbllk de tolk wil zUn van die opgekropte gemoederen; begrijpen ook, dat het applaus losbarst en wUd en zUd eenzelf de geestdrift wakker roept, wanneer die crlsis- ■lachtoffers in welsprekende taal hooren ver tolken, wat diep in hun binnenste leeft, maar wat zU onmachtig zUn zelf te uiten. En hoe klimt die geestdrift wanneer zulke bevrtjdende klanken komen uit een priesterlUken mond! Er ia in dit verband gesproken van een vei ligheidsklep, doch men kan de zaak ook anders zien. WU spraken dezer dagen een katholieken volksleider, die duizenden Roomsche werklieden jaren lang is voorgegaan. HU staat op een der. moeilijkste posten en heeft de mannen zijner groote organisatie met taaien moed en werke lijkheidszin door de zware jaren van loonzver- lagingen en werkloosheid heengeholpen. HU had ze ondanks alles tevreden kunnen houden Na de Helmondsche rede in de couranten ge lezen te hebben kwamen zü met gebalde vuis ten op hun vergaderingen. Dit was natuurlijk niet de bedoeling van die rede, Integendeel, maar toch wel het ongewilde resultaat. Ziedaar de schaduwzijde. Diezelfde rede heeft ons nog meer geleerd en wel dit: er ontbreekt heel veel aan de voor lichting van ons publiek. Ware dit niet het geval, de redevoering van pater Henrtcus sou niet zulk een opschudding hebben kunnen ver wekken. Een jtiist Ingelicht publiek zou na het lezen der uitvoerige dagbladverslagen dadeUJk ge zegd hebben, öf wel: die verslagen zün ver keerd, overdreven, geven de bedoeling van den spreker onjuist weer (zooals later gebleken Is) éf wel: de spreker heeft het heel goed bedoeld, maar zich op verschillende punten niet goed Uitgedrukt. Dat echter deze eene vrümoedige redevoering zulk een beroering kon verwekken, schrijven wü toe aan de slechte voorlichting van het pu bliek. Dit gebrek is in een tUd als de onze, vol gevaarlüke spanningen, niet te onderschatten. De bevolking van een land bestaat voor het overgroote deel uit eenvoudige menschen, wier geheele bestaan afhankelUk is van hetgeen zü wekelijks of maandelüks verdienen, wier be langstelling ook goeddeels is geconcentreerd op hun dagelUkschen arbeid. De dagbladen mogen nog zoo hun best doen om de groote proble men van den tüd te belichten: zü geven een overmaat van binnen- en bultenlandsche be richten en beschouwingen, zü behandelen godsdienstige, economische, politieke en ethi sche vraagstukken, zoodat de gemiddelde le zer zün aandacht wel moet verdeelen en het tn onzen tüd alles overheerschende staathuishoud kundige probleem niet sulver ziet. En toch zou het van onschatbare waarde zün, wanneer die honderdduizenden goed willende vaderlanders regelmatig, op eenvoudige en bevattelUke wüze omtrent den economlschen toestand van hun land werden ingellcht. Wanneer wü de Neder- landsche gemeenschap als één groot huishouden met groote kinderen beschouwen, dan zouden wij kunnen zeggen: in dat gezin hebben de kin deren vader en moeder de laatste jaren wel veel hooren zuchten en steunen; zü hoorden nu •n dan wel vermanen: dat de zaken van vader n*et zoo goed meer gingen; dat zü zuinig moes ten zün; dat het niet meer zoo „van den hoo ien boom” af kon; maar de taal was nooit zóó duidelUk, het samenspreken nooit zóó ernstig, dat de slechte toestand hun ook tot een bei- "te overtuiging werd. geinig vodTuit te brengen, zou- sr en met meer resultaat zün Spr schonk vervolgens aandacht aan feit, dat het comité 50 jaar bestaat. Op 34 Juli 1884 is het Nederlandsch Land bouw-Comité te Amersfoort opgericht, een or ganisatie van vertegenwoordigers van de pro vinciale organisaties. Door een statutenwüzlging werd het comité een vereeniglng van organisaties. In 1896 tra den alle vereenigingen op land-, tuin- en boech- bouwgebied tot het comité toe, zoodat het een vertegenwoordigend lichaam werd van den ge- heelen landbouw. Maar in 1899 trad de Neder landsche Boerenbond uit het comité en de re geering stelde toen prü» op een officieel li chaam, dat over belangrUke landbouwaangele- De opmerking is meer gemaakt: er had In de afgeloopen jaren geen week voorbij moeten gaan of een der regeeringspersonen, of een d<^ door heden van de vaderlandsche, groote politieke partijen had een gelegenheid moeten vinden om in klare bevattelUke taal den omvang en het verloop van den slechten economlschen toe stand in ons land uiteen te zetten: het hoe en waarom van de noodzakelükheld van loonsver- in de publieke diensten, den achter- uitg«> van de opbr^hgst der belastinggelden, den terugloop van de handelsbeweging, de werking en het oploopen der steun-uitkeerln- gen en heel veel meer te belichten. Dit zou tevens bü regeerders en politieke voormannen telkens tot een gewetensonderzoek hebben aan leiding gegeven. De voortdurende schildering van den noodtoestand zou gedwongen hebben om te spreken van de ellende der werkloosheid, allereerst van de jongemenschen en dit voort durende schrikbeeld zou vermoedelük tot groo- ter activiteit op dit gebied hebben geprikkeld, dan nu door het particulier initiatief van slechts enkelen op lofwaardige wüze aan den dag Is gelegd. Op deze wüze zou het werkloos heidsprobleem tot een nationale zaak zün ge worden en de uiteindelüke pogingen, welke thans onder zwaren druk der publieke meening wel licht zullen worden gedaan, om den vastgeloo- pen wagen een den veel eerde: geschied. Alles weten is allesbegrijpen en alles be- eenx Fransch en ont^wétten- hed sou zeker, bü beter begrip en meer in zicht bü de massa, voorkomen zün. r Laten we enkele voorbeelden noemen: is aan het groote publiek voldoende bekend hoe zeer ons volk in enkele jaren verarmd Wanneer het er voortdurend was Ingehamerd, dat ons nationaal vermogen in drie jaren tüds met een derde en het volkslnkomen met een vierde is verminderd, sou menigeen zich over zün persoonlüken achteruitgang minder hebben beklaagd. Wü zün niet de aangewezenen om In deze rubriek met cüfers te werken. Toch wil len wü er bü uitzondering enkele duidelük sprekende opzetten. Een kind weet, dat de welvaart van Neder land voor een overgroot deel steeds werd be- heerscht door den internationalen ruilhandel. Dat het met die welvaart bergafwaarts ging en wü allen de gevolgen daarvan ondervinden, zou de eenvoudigste begrepen hebben, wanneer hem bü wüze van leering de cüfers van onze han delsbeweging waren Ingepompt. Welk percen tage onzer bevolking weet, dat het totaal van de waarde van in- en uitvoer in de drie eer ste maanden van 1930 nog ruim één milliard gulden bedroeg; en dat diezelfde waarde voor de drie eerste maanden van 1932 575 millloen waaj Sterker nog spreekt het verloop der cüfers van den totalen in. en uitvoer over de jaren 1931 tot heden. Deze cüfers zün in eenheden van duizend gulden over de maanden Januari tot en met September als volgt: 1* en moet al heel ver zoeken, om een ge- J^y I schledenis te vinden, die wonderiüker te dan de geschiedenis van de pogingen, die aangewend zün om genezing van kwalen door den geest te verkrügen. Deze geschiedenis is thans hor.derdvüftig jaren lang en begint met Friedrich Anton Mesmer, den ontdekker van het dierlik magnetisme. Mesmer zelf ech ter zelde niet dat zün patiënten door den geest genezen werden, maar hij proclameerde dat het dierlük magnetisme de genezende kracht was. En de latere Fransche magnetische school be weerde hetzelfde, en zoo nog verschillende an deren. Tegenwoordig echter is men algemeen van opinie, dat alle genezingwi, die op deze wüze zün bewerkstelligd, door den geest zün geschied, of zooals de volksmond zegt, door suggestie. De eene school heeft de andere op gevolgd. Het begon zooals gezegd, met Mesmer, daar na kwam de Fransche magnetische school, daarna het hypnotisme, daarna de suggestie; vervolgens de aanmoedigende methode of lie ver de methode der moralisatie van Dubois; daarvoor reeds de Christian Selence; thans heeft men de school van Freud en de oudere school van Adler; om nu niet te spreken van verschillende Amerikaansche, zeer vreemdsoor tige geneeswijzen, die vrijwel volkomen kwak zalverij zün Dit alles vormt te zamen de ge schiedenis van de psychotherapie, dat is gene zing door den geest en ook wel genezing van den geest. Het begint dus met de vreemde geschiedenis van Mesmer. Maar om de geheele historie beter oegfüpelük te maken, is het goed hieraan een Inleiding vooraf te doen «aan Vooreerst, is er zoo let* als genezing door den geest mogelük? Nemen wü nu drie voorbeelden van zieken, en dan zal het hopelük klaar worden, hoe groot het werkingsgebied van deze geneeswijze is, Wü moeten dan beginnen met een waarheid, die klinkt ak een gemeenplaats: in de ver schillende ziekten is het aandeel van den geest verschillend groot. Eerste voorbeeld: een man valt van een stei ger en breekt zün been. Het is duidelük, dat de geest daarmee niets te doen heeft: hét is een kwestie van de zwaartekracht en van de sterkte van het been. Tweede voorbeeld, iemand wordt van schrik verstomd. Het is duidelük, dat de geest vrüwel de geheele oorzaak is van de ziekte, van deze stomheid. Derde voorbeeld: Een vrouw is een weinig bleek, wat blcedeloos, en vrü spoedig vermoeid. In goede en gelukkige omstandigheden kan zü behoorlük leven, zonder veel last van haar ge stel te hebben. Maar zü vreest dat hgar man haar ontrouw zal worden, dat zü dan alleen en hulpeloos achter zal blijven, tot armoede en ellende vervallen; vooral vreest zü dat haar geheele persoonlükheid te niet zal gaan, d w*. dat zü zich zelf minderwaardig zal gevoelen en ook door de wereld als zoodanig zal beschouwd worden. De angst begint haar te beheerschen. Iedereen weet dat de angst de verwekster is van beven, een droge keel, gebrek aan eetlust, olarrhee, hartkloppingen, onlust tot werk, ver slagenheid en afmatting. Dit alles wordt dan nog toegevoegd aan het zwakke gestel van deae vrouw; en deze patiënte komt bü den dokter. De klachten die zü uit, betreffen vooral de afmatting en de hartkloppingen. Maar de oor zaak houdt zü vaak, en in 't begin steeds ver borgen. Vooral ook, omdat zü vaak niet Inziet dat deze vrees de oorzaak is van vele haver klachten. Het zal dus wel steeds noodzakelük zün voor den medicus, om deze oorzaak te we ten te komen; dan eerst is een redelüke be handeling mogelük. Dit is dus een duidelijk voorbeeld, hoe lichamelüke en geestelijke oor- esgen tezamen aanwezig kunnen zün in één 1 Is de taak van den medicus uit te maken in hoeverre hare lichamelüke zwakte de oorzaak la van al deze ziekteverscnünselen; of liever het is zün taak uit te maken, in hoeverre hü met de behandeling dier zwakte de geheele ziekte kan genezen. Enkel» malen zal dit mogelük zün, maar dikwüls ook niet. Hü ziet zich dan in de noodzakelükhpid geplaatst, de psychothe rapie toe te passen, den geest te genezen. In sommige gevallen zal het voldoende zün, als men bewijzen kan. dat haar echtgenoot redelijkerwüze gesproken nooit ontrouw aal worden, dat hü er nooit aan gedacht heeft, dat hü integendeel zün vrouw oprecht liefheeft, en dat de verstrooidheid en de gemelijkheid, die zü bü hem heeft opgemerkt, werden veroor zaakt door zorg over zün zaken, door het wan trouwen jegens zün compagnon of iets derge- lüks. Welnu, ook wanneer men dit bewüzen kan, of bewüzen zou kunnen, ziet men zelden ge nezing optreden van een ernstige zenuwachtig heid. Integendeel: ernstige zenuwachtigheid kdmt in wezen zelden voort uit de omstandig heden, maar uit de persoon zelve. Een zieke denkt wel over zün ziekte maar een gezonde zoo goed als nooit over zün ge- zcndheld. Iemand die gezond is van geest, denkt over zün werk, over de personen die hem dier baar zün. en verder over geestelüke dingen, godsdienst, wetenschap (van postzegelverzame- len tot astronomie) en schoonheid (van de film tot aan de dichtkunst) Maar wat te het op de keper beschouwd, nu eigenlük. wat deze patiën te bege* Zü begeert niet alleen de trouw van haren n«ih; dat te nog liefde Maar zü begeert daarvan zeker te zün, en steeds aan die zekerheid te denken en die zekerheid te koesteren. Het te dus voor zich zelf dat zü iets begeert. Het te een eigenaardig soort genotzucht. Maar omdat niemand twee dingen tegelük kan doen en geen twee heeren kan dienen, moet zü aan haar werk, haar levensteak minder waarde hechten dan aan het koesteren van da» heerlük denkbeeld der veiligheid. Maar met dat denkbeeld kan de geest nu eenmaal onmoge- lük bezig blüven: de geest zou lüdelük en pas sief worden, maar de natuur van den geest l«r^» actief. De bedoeling van de psychotherapie te dus deze activiteit te herstellen: door de aandacht te vestigen op het werk. Is die aandacht er eenmaal, dan gaat alles verder van zelf, taak van den dokter te dus vooral negatief: de aandacht van de ziekte «f te trekken, het lüden weg te nemen. Daarvoor dient de oefening en de concentratie van de aandacht; daarvoor dient de suggestie (alles te In orde) daarvoor dient de moralisatie (wees flink!), daarvoor dient ook de rust, om den geest te sparen en al dus langzaam te herstellen. Geen enkele dezer methoden te alleen zaligmakend. Intelligenten menschen kan men niets suggereeren onver- moelbaren geesten kan men «*ve"- sentimenteele menschen zün moellük aan te sporen, en wlllooze menschen zün niet te Wwa*ner In werkelükheid van den kant van den medicus gebeurt bü de psychotherapie te geesteUjk De geest van den patiënt ziet in den geest van den dokter of raadgever een voor beeld een voorbeeld van kracht, blmoedig heidresignatie, wisheid, beslistheid, kalmte, of dergelüke eigenschappen. De peraoon van den art* - natuurlük vooraoover de patiënt hem kent - beteekent hier alles. Menige je- I leerde kan in dit opzicht niets, menige onbe- kende dorpsdokter te in dit opzicht rengroot heid. Hoevelen zün er niet, die hun leven recht gaan, omdat zü een wüzen *rtemd hebben. En wanneer de Amerikaansche dichter Walt Whitman een lazaret binnenkwam nu was hospltaalknecht In den oorlog van 1852 dan voelde de sieke zich alleen door zün aan- wezlgheid reeds vroolüker en sterker. TH. H. SCHLICHTTNO.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 19