Volksgebruiken
Friesland
H
PER VLIEGMACHINE.DE WERELD ROND
1
II
uttAaal aan den daq I
in
OORIJZERS VAN OUDEN
OORSPRONG
NEIl
LYNDON
ONTSNAPT
ZATERDAG 20 OCTOBER 1934
van Bonnard i
De Nederlandsche
ambtenaren
de
Verdwijnend beroep
f*
n
r
vari
Het nationaal kapsel
verdwijnt
DOOR
VICTOR
BRIDGES
v<
Br
Zn Aef midden der vorige eeuw
ontstond een geweldige stryd
tegen het gebruik van
ooryzert
I Het diner
Zusterschip van
„Queen Mary”
Alle abonné S ongezien
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
.Grivols,
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiHiiir
..Dat doe ik altijd,’’ zei Bonnard. „Hoe groot
lui
oor-
moedig
deden.
de
Jachtzaak
reisgenoot opende zün mond om te
poeltie veroorlooft mij eigenlijk niet
wie ik
(Wordt vervolgd)
TIP
op
bet be-
Ml
La
Indertijd
hoof dringen.
De onderzoekingen en reparaties aan den mo
tor waren inmiddels beëindigd en we moesten
ons thans weer inschepen, en de verdere terug
tocht ging nu een aanvang nemen.
dat zc van
tegen hooge
eer gefortu-
m
ve
Au
Ba
Vc
R1
Mi
zijn afreke-
»n aan het
Ui
óe
th
sü
de
m
ge
Ik
zij
di
re
M
te
Vc
VI
Qi
81
kr
da
oi
h<
st
vi
be
ot
be
ni
th
ve
Be
VI
W1
BE
VI
RI
BI
Ce
feljjk.
ben?”
Hij
wuste
Binnenkort zal de Cunard White Star Line
de inschrijving openen voor den bouw van een
zusterschip van het onlangs te water gelaten
reuzenschip van ruim 70 000 ton, de „Queen
Mary" Nam* verluidt zouuen de scheepsbou
wers Swan. Hunter en Wigham Richardson
voornemens zijn zich te eombineeren met dé
Vickers-Armstrong Ltd., teneinde te trachten
den bouw van het nieuwe reuzenschip opgedra
gen te krijgen.
Uit Glasgow wordt gemeld, dat de firmanten
van de scheepswerf John Brown Ltd. niettemin
verwachten, dat ook het nieuwe schip aan de
1) In Groningen heeten de knoppen der
ijzers .stiften”.
En wie een kus van u begeert
Als gij u quasi soms verweert
Dien brengt ge in t grootst gevaar,
Meer dan door ’t klosschen
Dat hij zich aan uw stiften 1) schrabt
En t vel van neus of wangen krabt.
cm hem eens duchtig de waarheid te zeggen
en hem tevens mede te deelen dat wü edel-
de doode dieren aan hem afstonden.
zette zich in den hoek tegenover mij.
vooruitzicht een medereiziger te hebben.
Clyde zal worden gebouwd, aangezien deze
scheepswerf door den bouw van de ..Queen
Mary” reeds de noodige betekeningen, plannen
en teekenlngen gereed hebben en beschikken
over de technische outillage en de ervaring voor
den bouw van een dergelfk schip, waardoor zij
kunnen inschrijven voor een bedrag, waarte
gen, naar zij verwachten, niemand kan concur-
ree ren.
man had zeker nog geen leergeld betaald. Hij
trok er, derhalve, vergezeld van zijn dikke
vrouw maar zelf op uit.
De anderen bemoeiden er zich nu ook mee
en vonden het geval wel een beetje erg on
billijk. De commandant besloot toen de zaak
nader te onderzoeken en het bleek dat onze
geschiedenis waar was. dan zou Skoerlchin niets
van den buit krijgen. Een luid hoera volgde op
deze beslissing.
Den volgenden morgen werd
zicht, maar ik had er geen vermoeden van. wie
hij kon zün.
„Ik ben zoo lang buitenslands geweest
begon ik verontschuldigend.
HU onderbrak mü door een kleinen, zilveren
koker uit zijn zak te krijgen on mü daaruit
een van zUn naamkaartjes te overhandigen.
„Permitteer mü," zei hU welwillend.
verder onderzocht en Harrison stak op zoo’n
geweldige manier de loftrompet over mü. dat
ik er waarlük verlegen onder werd. We vonden
dat de Rus nu zwaar genoeg gestraft was en
ofschoon hü zich zeer lafhartig had gedragen,
mocht hü voor ons part het vleesch ep de
huiden der gedoode beren hebben.
Daarop ging een deputatie naar Skoerlchin
In Debrecen heeft de laatste bruiloftacere-
moniemeester" zün ontslag Ingediend. ZUn
naam is Mihaly Bence.
De beroeps-ceremonlemeester kende alle oude
i in eere.
met bet
bezoeker,
Nantes,
vaardigde
den Bond
De ambtenaarsstand in het algemeen pleegt
nogal eens aan openbare be- en veroordeeltng
bloot te staan. Dit is een internationaal ver-
schUnsel. waaraan ook in Nederland de dienaar
van Staat, Provincie en Gemeente niet altijd
ontkomt. Intusschen zal het goed zUn, dat wu,
Nederlanders, bjj de ons tameiUk aangeboren
zucht tot kritiek, er rekening mede houden, dat
onze vaderlandsche ambtenaar, om zUn vele
prUzenswaardige eigenschappen, een interna
tionale faam geniet.
Dit te constateeren is niet iets nieuws, want
de goede reputatie van den Nederlandschen
ambtenaar steunt op een h.storie, die tot ver in
het verleden teruggrijpt.
Belangwekkend is wat destijds Napoleon I
over den „Hollandschen amptenaar” zeide. Aan
de rede, welke Napoleon in den Staatsraad
hield, nadat ons land bij het Fransche Keizer
rijk was ingelijfd, en waarvan de heer Van
Lijnden van Sandenburg het verslag leverde
(Johanna Naber: Nederland tijdens de Inlü-
ving), merkt de keizer os. op „dat hU niet
voornemens was om een partij Fransche amp-
tenaren naar Holland te zenden, daar hü over
tuigd was. dat de administratie met meer pro-
blteit (rechtschapenheid. eerlUkheid) en met
meer kennis van zaken door de Hollanders
zelve zou gedaan worden, en dat hij de natie
door geen Fransche employé’s, waarvan hy de
menées kuiperijen, ongunstige praktUken.
intrigues, enz.) zeer wel kende, wilde gekwelt
hebben”. Napoleon liet hierop de mededeeling
volgen, dat ,Jiü een Hollandsche commissie uit
geweeeen of actueele amptenaren met den ge-
weesen Minister van Financiën Gogel” bij zich
had en dat ,Jtü die heeren in dat stuk meer
moest geloven dan zijn Fransche staatsraden,
die het land niet kenden".
AI zal bü dit alles allicht moeten overwogen
worden, dat het Napoleon iets waard zal zUn
geweest te trachten den ambtenaar In het in-
gelijfde land mln of meer gunstig voor zich te
stemmen, de parallel, welke de heerscher
tusschen den Franschen en den Hollandschen
ambtenaar trekt, is toch stellig méérzeggend
dan tot dit doel noodlg was. Er blijkt op onver
holen wijze uit, dat Napoleon het Hollandsche
ambtenarenkorps héél wat hooger had dan dat
van zün eigen geboorteland. V.
vroeg dit met een tikje van zelfbe-
waardlgheld. dat hU tenminste in
eigen overtuiging een persoon van belang
rijk aanzlen was. Ik nam hem wat nauwkeu
riger op. Er was wel iets bekends m zün ge
plaatst, waarover elndelUk een kanten muts
wordt geplooid. In den rouw wordt uitsluitend
effen, zoogenaamde KamerrUksche kant ge
bruikt. Met een paar spelden, dikwUls met Ju-
weelen bezet, is de hoofdtooi volledig.
Omstreeks 1850 ontbrandde in de provincie
Groningen een allerzotste beweging tegen het
oorijzer. In de streken van Winschoten, Veen-
dam en Pekela, lieten veel vrouwen het natio
naal kapsel varen. De eerste aanleiding zal wel
gekomen zün van de kapiteinsvrouwen, die dlk-
wijls haar mannen bezochten in de havens van
Noord-, Oost- of Middellandsche Zee, of hen
zelfs op hun zeereizen vergezelden en dan, om
nieuwsgierige blikken te vermijden. ,Jos haar”
droegen. Sommige dezer vrouwen zelden mis
schien wel voor altijd het oorijzer vaarwel en
langzamerhand vond dat voorbeeld navolging.
Allerlei vroeger ongekende bezwaren verrezen
nu plotseling tegen de oorijzers, vooral met kop-
zeerte (hoofdpijn) waren de Groningsche meis
jes plotseling zeer bezocht I Ook een predikant
mengde zich in den strUd. de emeritus-Luther-
sche predikant J. J. Bange, te Sappemeer. HU
liet in het Jaar 1856 een boekje drukken, geti
teld: „Het vaarwel aan de oorijzers”. Bijbel
teksten. als I Corinthe 11 va 8, 14 en 15 moes
ten In dit geschriftje tegen de oorijzers in *t
krijt treden en het is goed, dat de eerwaarde
heer verzekert, dat hü „twaalf bU zestig jaren"
telt, wanneer hü verzen laat volgen als:
weinig aanmerking
dit gezegde hebben kunnen
Het beroemd belastingplaatje
Mag nu los zijn van de fiets.
En belastingambtenaren
Maken u eenvoudig niets!
Het mag op de borst gedragen
Als Oranje of de Leeuw,
Als het teeken van vooruitgang
Van een fietsen-grage eeuw!
Met een touwtje of een lintje
Aan het knoopsgat hangt het best
En een beetje poetspommade
Doet dan voor den glans de rest!
Ieder houdt wel van een lintje
Met zoo’n plaatje zelfs incluis.
Al beschouwt u 't voor uw riksje
Niet als plaatje, maar als.... kruis!
Niettemin, de decoratie
Heeft een hartelijk onthaal,
Want het stempelt u tenslotte
Toch tot ridder van ’t pedaal!
oer, „de verf is soms duurder.”
„Zoo, net als de suiker, hè?"
„Precies.”
„Laten we dan zeggen tachtig.”
..Dat zou ik u niet raden. Voor twintig francs
hebt u er de handen bü; dan kunt u uw bro-
nabUheid was.
de drukte te
hand.
„Ik heb een eerste klas voor n genomen,”
zei hU: „dan suit u waarschUnlUk den coupé
voor u alleen hebben. Dat ie beter.”
Ik knikte en zei opgewekt:
„Ja, Ik sou niet graag op al die menschen
een moordlustbesmetting overbrengen.”
HU keek mü ©enigszins wantrouwend aan.
hU had altUd bet gevoel, of ik hem op de een
of andere manier voor den gek hield en ging
mü zonder eenlg ant'voord te geven voor naar
het perron.
Tegenmaatregelen bleven niet uit. Het heette
al spoedig: „Wederwoord vervaardigd door M.”
Daarop volgde een geschrift „Hernieuwde oor
logsverklaring aan de oorijzers” van J. J. Bange
Deze uitdaging bleek vruchten te dragen, want
spoedig daarop verscheen: „Bombardement uit
het oorijzerbastion op de hernieuwde oorlogs
verklaring van J. J. Bange”. Doch de strUd-
iustlge domlné kon hier het zwUgen niet toe
doen. ZUn antwoord droeg den „orommenden”
titel: „De laatste uitval uit de bomvrUe citadel,
gericht tegen het oorüzer bastion gevolgd door
militair muzljk’’.
De voorstanders der oorijzers gaven toen den
strUd in geschrifte op....
Dl
m
s
Savaroff.” zei ik vroolük „we
sullen toch bet genoegen hebben elkaar in
Tilbury weer te zien, niet waar?”
HU sloot de deur en stak zUn hoofd door
het raampje.
„Stellig,” zei hU met zün keelstem,
laat ik Je een raad geven, goede vriend
hebben
denkt,
IINIMIIIHIIIIIM DECORATIE iiiuinniiiiiiiu
hoe heette hü ook weer? die veroordeeld
was wegens moord.”
De oude heer keek met een scherpen blik om
zich heen.
„Ja, Lyndon!” zei hü .Heil Lyndon meent u.
HU is nog op vrije voeten
„Te oordeelen naar wat ik van het geval las.”
ging ik onverschillig voort, „schUnt net mU
nogal moeielUk geen sympathie voor hem
te voelentot op zekere hoqgte dan. De
man, dien hü vermoord heeft schünt geen
groot verlies voor de maatschappij geweest te
zün.”
Mün
spreken, maar hü aarzelde.
,MUn positie veroorlooft mü eigenlük niet
om dit onderwerp te bespreken,’’ zei hü hof-
.Misschien is het u kiekend, v—
De tramstaking te Melbourne is beëindigd.
Ter eere van het 100-Jarig bestaan der stad
krUgt het personeel een extra-uitkeering.
Toen Grivols om 12 uur een beetje onvast
op de beenen thuis kwam, zag hü de resten
van een overvloedigen maaltüd. Hu bekeek de
flesschen. Er zat geen droppel meer in. Hü wil
de iets zeggen, maar Bonnard dreigde hem van
kant te maken, als hü hem wilde scheiden van
z’n vriend Larridon.
„Die ondankbare kerel!” mopperde Grivols.
terwül hU een handvol noten uit z’n jaszak
bafialde.
„Wat voor een diner had ik voor hem mee
gebracht!”
wou u X hebben?”
„Zoo ongeveer als dat.” meende Larridon,
wüzend op een middelmatig groot doek. „Wat
zou me dat kosten?"
..Tachtig of honderd francs. Tachtig zonder
handen en honderd mét.”
.Maar m’n neef sprak van zestig.”
..Dat ligt aan X seizoen.beweerde de schil-
hebben?”
„Zooiets,” antwoordde Larridon, en wees op
een portret in olieverf, „en ik sta er op, dat
alleen eerste kwaliteit verf gebruikt.”
et valt een ieder op, die na een aantal
Jaren Friesland weer bezoekt, hoe ook
in die provincie de eigenaardigheden der
bevolking met zulk een verbazende snelheid af-
alüten, zoo, dat zü wellicht spoedig geheel en
al tot het verleden zullen bebooren. Toch is
er nog wel het een en ander, dat weerstand
biedt aan de alles gelükmakende stroomlng des
tUds. Op de eerste plaats de taal, waaraan de
meesten met hand en tand vasthouden en die,
al is zU ook sedert meer dan drie eeuwen uit
kerk, school en rechtszaal gebannen, een taai
leven blükt te bezitten. Maar ook het eigen
aardig hoofdtooisel der vrouwen geeft den strUd
tegen uitheemsche dracht niet op. Intusschen,
ook het aantal oorüzerdraagzters neemt gesta
dig af. Terwül een eeuw geleden alleen de zeer
aanzlenlüke vrouwen in de groote steden het
uitheemsche kapsel hadden vaarwel gezegd, was
het vüftlg Jaar geleden in de steden nagenoeg
beperkt tot de dienstboden. Ook ten plattelands
werd allengs meer en meer „los haar" gedra
gen. t Is jammer, want het flonkerend oor-
üzer, getemperd door de füne kanten muts, die
zich sierlük langs hals en wangen plooit, doet
op t voordeellgst de blanke teint uitkomen en
het fünbesneden gezicht, die het erfdeel zün van
zoovele Friesche vrouwen. Dat het oorüzer ook
voor een statige matrone een waardig hoofd
sieraad is. leert een blik op het portret, dat
indertijd Blsschop van zün moeder heeft ge-
schilderd.
Intusschen, zü. die het oorüzer aflegden, kee-
ren eigenlük weer terug tot de dracht der
voorouders. Het was een voorrecht van den
vrüen Germaan, dat hü zün lokken mocht laten
rondzwieren om hals en schouders. Alleen door
een haarring, dikwüls ook nóg met een speld
werden de weelderige haren in bedwang gehou
den. In vele streken van Europa, in Denemar
ken, Duitschland, Engeland heeft men in Oud-
Germaansche graven dergelüke ringen gevon
den. Evenals men den dapperen krügér paard en
wapens meegaf, zoo was ook haarring en speld
bet teeken van een man van eer en geboorte.
droegen alleen de vrouwen deze
terwül zich de vorm eenigszins
wijzigde, doordat de ring geopend werd en als
een beugel om het hoofd sloot. In het museum
te Leeuwarden bevindt zich zulk een voorwerp,
nu reeds lang een oorüzer. Het is werkelük van
üzer gemaakt, is zeer smal, met een hoek recht
naar beneden gebogen en aan de uiteinden met
knopjes voorzien. Dit oorüzer. te Stavoren op
gegraven. dagteekent zeker uit ae middeleeuwen.
Met het toenemen der kunstvaardigheid wer
den de oorüzers steeds sierlüker en in plaats
van Ijzer begon men goud of zilver te gebrui
ken. In de achttiende eeuw had men uitslui
tend smalle zilveren of gouden oorüzers. Het
smalle oorüzer bestaat uit een beugel, die om het
achterhoofd sluit en twee breede bladen ver»
eenlgt, waaraan knoppen zün bevestigd. Sedert
het begin der negentiende eeuw begon men den
beugel der gouden oorüzers steeds meer te ver
broeden.
Het oorüzer, bestemd om den haardos terug
te houden, werd, wanneer men het hoofd tegen
kou wilde beschermen .onder een muts verbor
gen. Op sommige portretten, b.v. op dat van de
vrouw van Frans Hals, is duidelük de vorm van
het oorüzer onder de mute na te gaan: het
dient tot steunsel van de mute. Nog langen tüd
hebben de boerinnen in Zagelterland, in Oost-
Frlesland. haar kleine, smalle oorüzers onmld-
dellük over t haar gedragen. En in overeen
stemming met het voeger doel het ophouden
van het haar droegen nog in de achttiende
eeuw de Friezinnen het oorüzer ook des nachts.
Sommigen hadden daarvoor zelfs een afzonder-
lük oorüzer.
Later bedekte de Friesche vrouw haar haren
eerst met een wit mutsje; dan volgt een zwart
süden kalotje, hierover wordt het oorüzer ge-
kruler zich weg en de oude heer begon in den
coupé te klimmen. Ik stak mün hand uit om
hem te helpen.
„Denk u. meneer, dank u,” zei hü buiten
adem. „Zeer verplicht.”
Hü zette zich In den hoek tegenover mü.
Het
vermaakte mü buitengewoon, zelfs al was het
een zoo weinig boosaardig man als deze oude
heer. Ik heb gelezen, dat menschen, die pas
uit de gevangenis komen, zich zoo oeangst
voelen, dat zjj alA mogelüke moeiten doen,
gezelschap te vermüden. Ik kan alleen zeggen,
dat dit voor mü niet opging. Ik had behoefte
met iedereen te praten, ik voelde mü. alsof
er boekdeelen conversatie in mü opgestapeld
waren gedurende de lange maanden van mün
gevangenschap.
De oude heer verbrak het eerst het zwügen.
Hü liet zün Times zakken en keek mü aan
over zün goudgeranden bril.
„Ik zou graag weten, of u er beswaar tegen
hebt dit venster te sluiten. Ik ben uiterst ge
voelig voor tocht.”
,Jn het geheel geen beswaar!” antwoordde
Ik opgewekt en de daad bü het woord voegende,
haalde Ik het rampje op.
Dit onmlddellük gehoor geven aan zün
verlangen behaagde den ouden heer olükbaar.
Hü bedankte beleefd en voegde er enkele pas
sende opmerkingen over de lente in Engeland
aan toe.
Dat was niet bepaald een inspireerend
begin maar ik antwoordde er toch zoo goed
mogelük op. Zonder opdringerig te echünen
Hü was toen weer zoo brutaal dat hü vroeg of
we hem dan de plaats wilden aanwijzen, waar
we de gedoode dieren hadden verborgen, het
geen we natuurlük wüeelük niet deden. De
McMurtrie had mü een sovereign en wat
zilvergeld gegeven voor mün onmiddellüke
uitgaven en ik hield stil bü een ooekenkloek,
om een paar kranten te koopen Daar dit op
onthoud Savaroff niet scheen te bevallen,
treuzelde ik wat met mün keus; hü had mü
reeds tweemaal aangestooten. toen ik emdelük
betaalde. Ik greep mün koffer en stapte achter
hem aan het perron op, wazr wü -oor een
leegen eerste-klas-coupé stilhielden.
,,Der' is goed,” zei hü en daar Ik geen
geldige reden bedenken kon om hem tegen te
spreken, stapte ik in en legde den kotfer in
het net.
„Vaarwel.
toch
Br werd weer geklopt. Grivols deed open.
.Münheer Bonnard?” vroeg de bezoeker en
bleef aarzelend op den drempel staan.
„Ik ben Bonnard,” zei de schilder. „Komt u
binnen.”
.Münheer,” sprak de vreemdeling, blükbaar
een man van den buiten. ,Jk heb van mün
neef gehoord over uw talent als portretschilder.
Ik moet naar Madagascar en wilde mün fa
milie een portret achterlaten. Daarom ben ik
nu hier.”
„O hemel,” mompelde Bonnard,
haal een stoel voor münheer....”
1
slaagde ik er in het gesprek gaande te hou
den en enkele minuten later waren we in een
meteorologische discussie in weerbericht-trant
gewikkeld.
„Ja, die plotselinge veranderingen zün bü-
zonder nadeelig,” legde mün reisgenoot uit en
met een soort van excuus in zün stem voegde
hü er aan toe: .men moet wel zien, dat u aan
een warmer klimaat gewend züt."
Ik glimlachte.
„Ik ben een tüdlang bulten Engeland ge
weest,” zei ik en al was dit niet letterlük
waar, zelfs de nauwkeurigheid van een George
Washington zou weinig aanmerking op
den geest van
maken.
„Ongetwüfeld,
,.Ik benüd u. Ik
•Maar
L We
je mooi behandeld maar als Je
p dat Je in eenlg opzicht Je overeen
komst’ met ons ontduiken kunt, vergis je je
leeUJk."
Ik nam mün sigarettenkoker uit mün zak en
antwoordde koel:
„Mün beste Savaroff, waarom zou ik mün
overeenkomst met jullie willen ontduiken?"
HU keek mü strak aan en knikte.
„Dan is het goed," zei hü Zoolang els je
onthoudt, dat wü geen menschen zün. waar
mee Je spelen kunt, zal Je door ons geen gevaar
Hü »el dit too dramatisch, dat Ik büna in
De directie der AFA-Fllm A.G. te BerUJn
deelt mede, dat het bestuur zich genoodzaakt
heeft gezien faillissement aan te vragen.
meneer,” zei de oude heer,
zou wel wenschen, dat mün
eigen werk mü toellet, den gehselen winter in
het buitenland door te brengen.”
„Hét heeft zeker voordeelen.” gaf ik toe;
..maar in ander opzicht ben ik heel blü. weer
in het land terug te zün.’’
„Het is waar; er zün nadoelen aan vertoon
den. Om maar een voorbeeld te noemen, sou
men in de bultenlandsche bladen geen vol
doende overzicht kunnen trügen van hetgeen
hier in Engeland gebeurt.”
Een ondeugend lachje speelde mü door het
hoofd.
„Ik heb in veertien dagen nauwelüks een
krant gezien iel ik. ^s er eenlg belangrük
nieuws? Het laatste wat Ik gelezen heb, was
de interessante ontsnapping van dien Jongen
man uit Dartmoor. Dien Jongen uitvinder
jaloersche Bonnard. „Je kunt niet uit dineeren
gaan met een rood jasje aan en een Alpenmuts
op je hoofd.”
„Dan leen ik een pak van Rudolf of Gilbert."
t Is over de helft van de maand. Alsof hun
kleeren niet al lang in den lommerd staan.”
„Ik zal in vüf uur tüds nog wei een zwart
jasje vinden
„Ik heb drie weken noodig gehad om er een
te vinden, toen mün nicht trouwde.”
„Goed, dan ga ik zoo,” riep Grivols; ,4k laat
me door die malle etiquette niet terughouden
van n eersten stap in de groote wereld."
„Over stappen gesproken.” grijnslachte Bon
nard; „hoe staat Bet met Je schoenen?"
Grivois verliet het huis in een toestand van
onbeschrijfelijke opwinding. Twee uren later
kwam hij terug met een boord
„Da’s al wat ik heb kunnen krUgen,” zei hü
neerslachtig.
„Moeite voor niets," meende Bonnard. „We
hebben papier genoeg in huis, om twintig boor
den te maken.”
„Maar kerel," riep Grivois, „we hebben sa
men toch zeker wel wat kleeren.”
Hü begon de twee kamers tot in de uiterste
hoeken te doorsnuffelen. Na een uur had hij
een coetuum, dat bestond uit een geruite pan
talon, een grüzen hoed, een roode das, één
zwarten* handschoen en nóg een handschoen,
die eens wit geweest was.
.XAir zün wel een paar zwarte handschoenen
van te maken," zei Bonnard, „maar als je dat
boeltje aantrekt, ben Je ne* rchilderapalet.”
Intusschen paste Grivois de schoenen, ’t Wa
ren helaas twee rechtsche. Toen ontdekte de
wanhopige artist in een hoek van de kamer
een ouden schoen, die als bergplaats voor leege
verftubes gebruikt werd. Hü viel er op aan.
„Die heeft een spitsen teen,” spotte z’n vriend,
,de andere is vierkant.”
„Dat zien ze niet. Ik ga ze poetsen."
„Dat is een idee. Nu alleen het zwarte jasje
nog."
„Vervl....”, gromde Grivois, en hü balde z’n
vuist; „ik geef tien jaar van mün leven voor
een zwart jasje.”
lachen was uitgebroken. Maar ik antwoordde
ernstig:
„Ik zal het onthouden. Ik heb een sterk ge
heugen."
Er klonk een echel gefluit, gevolgd door
een waarschuwend geroep van: .achteruit,
achteruit daar!” Ik zag nog vluchtig Sava-
roff’s onaangenaam gezicht, toen hü *nel zün
hoofd terugtrok; toen zette de trein zich met
een fllnken schok in beweging en reed lang
zaam het station uit.
Ik opende niet onmlddellük mün krant.
Een tüdlang zat ik stil in mün hoek en staarde
tevreden over het voorbügaande landschep
Niets weet zoo goed iemands opvatting van
genoegen te doen verbreeden als de gevange
nis. Voor mün gevangenneming had Ik nooit
een treinreis als een büzonder aangenaam iets
gevonden; thans scheen de reis mü vol van de
aangenaamste gewaarwordingen.
Wü stopten alleen te Exter. Er waren niet
veel reizigers op het perron en ik had Juist
gedacht dat Ik wel niet gestoord zou worden,
toen een kleine oude heer, die er goedaardlg-
driftlg uitzag recht op mün coupé afkwam,
gevolgd door een kruier, die zijn koffertje
droeg.
De oude heer keek mü door het raampje
aan.
„Deze is goed,” zei hü. ..Laat mün kof
fertje maar op de bank staan en ga even
küken of mün porte-manteau In den goede
renwagen meekomt. Wanneer je terugkomt,
zal Ik je drie stuivers voor Je moeite yeven.”
Verbüaterd door dit vooruitzicht» haastte de
ridon eraan dat hü oA gedineerd had. Hü
maakte melding van dit feit.
„Zoo is t met mü ook. Maar Ik heb om
uwentwil van mün diner afgezien, ofschoon ik
bU vrienden in den Faubourg St. Germain
was uitgenoodigd. We kunnen de zitting niet
afbreken. Dan loopt de gelükenis gevaar.”
En hü ging door met schilderen.
.Maar," riep hü, na een paar penseelstreken,
„we kunnen eten krUgen, zonder op te hou
den met werken. Beneden Is een uistekend res
taurant, dat kan alles boven brengen wat we
maar wenschen."
„Daar ben ik sterk voor," zei Théophile Lar
ridon. .als u me 't genoegen wilt doen mee
te eten....”
Bonnard boog. „Wilt u t menu kiezen?”
.Doet u mü X genoegen dat zelf te regelen,"
antwoordde Larridon hoffelük.
.Dat zal je berouwen." zong de schilder, toen
hü vier treden tegelük de trap afsprong.
Hü ging het restaurant binnen en stelde een
menu samen, waar de eigenaar der Inrichting
zoo bleek van werd als een doek.
.En witte Bordeaux natuurlük.”
„Wie betaalt?"
„Ik niet, daar kun je op rekenen," lachte
Bonnard. .Een oom van me, die boven rit. Hü
heeft een fün gehemelte, dus doe je best Zorg
dat X In een half uur klaar is en X porcelel-
nen servies, hoor’”
Om 8 uur was de heer Larridon vol verlan
gen om z’n Ideeën over suiker In een vrienden
hart uit te stortenden begon hü z’n brochure
voor te dragen, door Bonnard op de piano be
geleid.
Om 10 uur dansten de heeren Larridon en
Bonnard een foxtrot en noemden elkaar bü hun
voornamen.
Om half twaalf hadden ze gezworen nooit
van elkaar te schelden en hadden belden een
testament opgemaakt, waarin ze elkaar tot
eenlge en universeels erfgenamen van hun be
zittingen maakten.
1»
Ik volgde zün aanwüzlng op en terwül hü
plaats nam In de korte rü voor het loket,
vermaakte ik mü door naar mün medepas-
■aglen te küken, die zich over het perron
been en weer haastten. Zü zagen er zoo
vreedzaam uit, dat Ik niet nalaten kon te
denken, welk een prachtige verwarring onder
ben ontstaan zou. als het plotseling bekend
werd, dat Neil Lyndon zoo onmlddellük in hun
sjotte kwam 8aparoff uit
voorschün, het kaartje in zün
zei de
■p onnard en Grivols staakten eensklaps het
[~5 werk, waarmee ze den heelen morgen
bezig waren geweest.
„Dat een mensch zoo’n honger kan hebben!"
riep Bonnard. „Hebben we wat te lunchen
vandaag?”
Grivois keek verbaasd op. „Wou JU drie da
gen achter elkaar lunchen?” vroeg hü.
Z’n vriend wist daar zoo gauw geen ant
woord op en ging weer aan z’n schllderü: een
weide met twee boomen, een rooden en een
blauwen, wier takken elkaar vriendschappelijk
omstrengelden.
Een klop op de deur en de portier trad bin
nen met een brief voor Grivois.
„Drie stuivers.” zei hü-
„Weet Je X zeker?” vroeg de kunstenaar.
„Goed, dan ben Je X maar te goed.” En hü
deed de deur voor z’n neus dicht.
Grivois brak den brief open. HU had nog
slechts een paar woorden gelezen, of hü danste
als een wildeman in X rond en zong een zege
zang uit een oratorium.
„Als je niet opechiet,” riep Bonnard, .ga ik
't allegro van m’n symphonle: .Het Blauw in
de Kunst” spelen” en hü ging naar de piano.
Grivois zweeg onmlddellük. Hier lachte hü
en gaf z’n vriend den brief.
Het epistel bevatte een uitnoodlglng om te
komen dineeren bü een lid van X Parlement,
een beschermer der kunst en speciaal van Gri
vols, die in de villa van X parlementslid een
plafond had beschilderd.
„X Is voor vanavond," merkte Bonnard op.
„Jammer dat er op dit bewijs geen twee kun
nen gaan. Maar.... Je afgevaardigde behoort
tot de regeeringspartüJe mag die ultnoodiging
niet aannemen. Je beginselen verbieden Je brood
te eten, dat doorweekt is met het zweet van
den arbeider.”
.Larie!” aei de andere. .M’n afgevaardigde
behoort tot het linksche centrum Hü heeft
laatst tegen de regeering gestemd. Hü zou zor
gen dat ik een bestelling kreeg en me aan een
massa lui voorstellen. Ik heb honger als
een paard, dus daarmee uit!”
„Er zün nog meer moeilükheden.”
chure over de suiker vasthouden. Dat zou in
druk maken.”
,D hebt gelük. mijnheer.”
•Deb Je gezien.” fluisterde Grivois zta vriend
toe, „dat hij een zwart jasje aan heeft?”
..Waarachtig, laat dat. maar aan mü over,"
fluisterde de ander terug.
..Nu, münheer,” zei de suikerafgevaardlgde.
„wanneer zullen we beginnen? Graag 'n beetje
vlug, want Ik moet gauw weg.”
„Ik moet zelf ook op reis, overmorgen. We
zullen dus direct aan den gang gaan, als u X
goed vindt. Met één flinke zitting hebben we
een goed begin.”
Maar straks wordt het donker. U kunt toch
niet met kunstlicht schilderen?”
.Mün atelier is zóó gebouwd, dat Ik op alle
uren van den dag kan wékken. Als u nu uw
jasje wilt uittrekken en uw houding aannemen,
begin ik.”
„Mün Jasje uittrekken? Waarvoor?”
,,’t Portret was toch voor uw familie? Dan
moet u in huisgewaad zitten, In een kamer
japon: dat doet iedereen.”
.Maar Ik heb geen kamerjapon bü me.”
„Op zulke gevallen zün we ingericht. Hier is
er een,” zei Bonnard, en hü bood den suiker-
afgevaardigde een soort chamberclack aan vol
verfvlekken. De man van den buiten bekeek het
met een onzekeren blik en zei:
„Het is wel een beetj? eigenaardig..*."
„En zeer kostbaar,” voltooide de schilder. ,De
Turksche Grootvizier heeft het aan Horace
Vernet ten geschenke gegeven en die gaf het
aan mü. Ik ben z’n leerling
„Een leerling van Vernet!" riep Larridon,
„daar moogt u wel trotach op zün.” En hü
hulde zich in X kleurige kleedingstuk van den
Turkschen Grootvizier.
.Hang münheer z’n jas even in de garde
robe.” verzocht Bonnard z’n vriend, „en maak
voort.” fluisterde hu. „Zorg dat je om tien
uur terug bent. Ik zal hem zoolang vasthouden.
En zie wat voor me mee te krUgen."
,4e krügt een meloen,” beloofde Grivols, en
verdween.
Bonnard ging aan X werk. Het werd donker
en toen het zes uur sloeg, dacht münheer Lar-
„Larridon
Théophile Larri
don”, hernam de
„uit
afge- i
van ---
voor
Suiker industrie
kapitein van de Nationale Garde en schrij
ver van een brochure over de suikerkwestie.
De artist boog voor den suikerman.
„Ik ben zeer vereerd, dat uw keus op mü
gevallen Is. In welken stül wou u ‘t portret
blad aün ingevolge da verzekerlngevoorwaarden tegen f bü levenslange geheels ongeschiktheid t »t werken door f 7 Cl) bü een ongeval met f 7 Cfl bü verlies van een hand f 10C aljvertlee van een f Cf) breuk van Af) bü verllee van 'n
Hen veraekerd voor oen der volgenae ultkeertngen T JUvUt'' verllee van beide armen, belde beenen of belde oogen I doodelükon afloop f dSaJlZe” een voet of een oog f luim of wijsvinger f been of arm f 7V» anderen vinger
den wünkelder en op de muziek.
Sommigen waren zóó bekend.
nlngaboeken en andere et
Derl-Museum te Debrecen.
d
11
ti
n
e
b
ei
11
ei
T
d
P
d
E
n
d
e
P