Volksgebruiken Friesland H PER VLIEGMACHINE.DE WERELD ROND 1 II uttAaal aan den daq I in OORIJZERS VAN OUDEN OORSPRONG NEIl LYNDON ONTSNAPT ZATERDAG 20 OCTOBER 1934 van Bonnard i De Nederlandsche ambtenaren de Verdwijnend beroep f* n r vari Het nationaal kapsel verdwijnt DOOR VICTOR BRIDGES v< Br Zn Aef midden der vorige eeuw ontstond een geweldige stryd tegen het gebruik van ooryzert I Het diner Zusterschip van „Queen Mary” Alle abonné S ongezien AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL .Grivols, MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiHiiir ..Dat doe ik altijd,’’ zei Bonnard. „Hoe groot lui oor- moedig deden. de Jachtzaak reisgenoot opende zün mond om te poeltie veroorlooft mij eigenlijk niet wie ik (Wordt vervolgd) TIP op bet be- Ml La Indertijd hoof dringen. De onderzoekingen en reparaties aan den mo tor waren inmiddels beëindigd en we moesten ons thans weer inschepen, en de verdere terug tocht ging nu een aanvang nemen. dat zc van tegen hooge eer gefortu- m ve Au Ba Vc R1 Mi zijn afreke- »n aan het Ui óe th sü de m ge Ik zij di re M te Vc VI Qi 81 kr da oi h< st vi be ot be ni th ve Be VI W1 BE VI RI BI Ce feljjk. ben?” Hij wuste Binnenkort zal de Cunard White Star Line de inschrijving openen voor den bouw van een zusterschip van het onlangs te water gelaten reuzenschip van ruim 70 000 ton, de „Queen Mary" Nam* verluidt zouuen de scheepsbou wers Swan. Hunter en Wigham Richardson voornemens zijn zich te eombineeren met dé Vickers-Armstrong Ltd., teneinde te trachten den bouw van het nieuwe reuzenschip opgedra gen te krijgen. Uit Glasgow wordt gemeld, dat de firmanten van de scheepswerf John Brown Ltd. niettemin verwachten, dat ook het nieuwe schip aan de 1) In Groningen heeten de knoppen der ijzers .stiften”. En wie een kus van u begeert Als gij u quasi soms verweert Dien brengt ge in t grootst gevaar, Meer dan door ’t klosschen Dat hij zich aan uw stiften 1) schrabt En t vel van neus of wangen krabt. cm hem eens duchtig de waarheid te zeggen en hem tevens mede te deelen dat wü edel- de doode dieren aan hem afstonden. zette zich in den hoek tegenover mij. vooruitzicht een medereiziger te hebben. Clyde zal worden gebouwd, aangezien deze scheepswerf door den bouw van de ..Queen Mary” reeds de noodige betekeningen, plannen en teekenlngen gereed hebben en beschikken over de technische outillage en de ervaring voor den bouw van een dergelfk schip, waardoor zij kunnen inschrijven voor een bedrag, waarte gen, naar zij verwachten, niemand kan concur- ree ren. man had zeker nog geen leergeld betaald. Hij trok er, derhalve, vergezeld van zijn dikke vrouw maar zelf op uit. De anderen bemoeiden er zich nu ook mee en vonden het geval wel een beetje erg on billijk. De commandant besloot toen de zaak nader te onderzoeken en het bleek dat onze geschiedenis waar was. dan zou Skoerlchin niets van den buit krijgen. Een luid hoera volgde op deze beslissing. Den volgenden morgen werd zicht, maar ik had er geen vermoeden van. wie hij kon zün. „Ik ben zoo lang buitenslands geweest begon ik verontschuldigend. HU onderbrak mü door een kleinen, zilveren koker uit zijn zak te krijgen on mü daaruit een van zUn naamkaartjes te overhandigen. „Permitteer mü," zei hU welwillend. verder onderzocht en Harrison stak op zoo’n geweldige manier de loftrompet over mü. dat ik er waarlük verlegen onder werd. We vonden dat de Rus nu zwaar genoeg gestraft was en ofschoon hü zich zeer lafhartig had gedragen, mocht hü voor ons part het vleesch ep de huiden der gedoode beren hebben. Daarop ging een deputatie naar Skoerlchin In Debrecen heeft de laatste bruiloftacere- moniemeester" zün ontslag Ingediend. ZUn naam is Mihaly Bence. De beroeps-ceremonlemeester kende alle oude i in eere. met bet bezoeker, Nantes, vaardigde den Bond De ambtenaarsstand in het algemeen pleegt nogal eens aan openbare be- en veroordeeltng bloot te staan. Dit is een internationaal ver- schUnsel. waaraan ook in Nederland de dienaar van Staat, Provincie en Gemeente niet altijd ontkomt. Intusschen zal het goed zUn, dat wu, Nederlanders, bjj de ons tameiUk aangeboren zucht tot kritiek, er rekening mede houden, dat onze vaderlandsche ambtenaar, om zUn vele prUzenswaardige eigenschappen, een interna tionale faam geniet. Dit te constateeren is niet iets nieuws, want de goede reputatie van den Nederlandschen ambtenaar steunt op een h.storie, die tot ver in het verleden teruggrijpt. Belangwekkend is wat destijds Napoleon I over den „Hollandschen amptenaar” zeide. Aan de rede, welke Napoleon in den Staatsraad hield, nadat ons land bij het Fransche Keizer rijk was ingelijfd, en waarvan de heer Van Lijnden van Sandenburg het verslag leverde (Johanna Naber: Nederland tijdens de Inlü- ving), merkt de keizer os. op „dat hU niet voornemens was om een partij Fransche amp- tenaren naar Holland te zenden, daar hü over tuigd was. dat de administratie met meer pro- blteit (rechtschapenheid. eerlUkheid) en met meer kennis van zaken door de Hollanders zelve zou gedaan worden, en dat hij de natie door geen Fransche employé’s, waarvan hy de menées kuiperijen, ongunstige praktUken. intrigues, enz.) zeer wel kende, wilde gekwelt hebben”. Napoleon liet hierop de mededeeling volgen, dat ,Jiü een Hollandsche commissie uit geweeeen of actueele amptenaren met den ge- weesen Minister van Financiën Gogel” bij zich had en dat ,Jtü die heeren in dat stuk meer moest geloven dan zijn Fransche staatsraden, die het land niet kenden". AI zal bü dit alles allicht moeten overwogen worden, dat het Napoleon iets waard zal zUn geweest te trachten den ambtenaar In het in- gelijfde land mln of meer gunstig voor zich te stemmen, de parallel, welke de heerscher tusschen den Franschen en den Hollandschen ambtenaar trekt, is toch stellig méérzeggend dan tot dit doel noodlg was. Er blijkt op onver holen wijze uit, dat Napoleon het Hollandsche ambtenarenkorps héél wat hooger had dan dat van zün eigen geboorteland. V. vroeg dit met een tikje van zelfbe- waardlgheld. dat hU tenminste in eigen overtuiging een persoon van belang rijk aanzlen was. Ik nam hem wat nauwkeu riger op. Er was wel iets bekends m zün ge plaatst, waarover elndelUk een kanten muts wordt geplooid. In den rouw wordt uitsluitend effen, zoogenaamde KamerrUksche kant ge bruikt. Met een paar spelden, dikwUls met Ju- weelen bezet, is de hoofdtooi volledig. Omstreeks 1850 ontbrandde in de provincie Groningen een allerzotste beweging tegen het oorijzer. In de streken van Winschoten, Veen- dam en Pekela, lieten veel vrouwen het natio naal kapsel varen. De eerste aanleiding zal wel gekomen zün van de kapiteinsvrouwen, die dlk- wijls haar mannen bezochten in de havens van Noord-, Oost- of Middellandsche Zee, of hen zelfs op hun zeereizen vergezelden en dan, om nieuwsgierige blikken te vermijden. ,Jos haar” droegen. Sommige dezer vrouwen zelden mis schien wel voor altijd het oorijzer vaarwel en langzamerhand vond dat voorbeeld navolging. Allerlei vroeger ongekende bezwaren verrezen nu plotseling tegen de oorijzers, vooral met kop- zeerte (hoofdpijn) waren de Groningsche meis jes plotseling zeer bezocht I Ook een predikant mengde zich in den strUd. de emeritus-Luther- sche predikant J. J. Bange, te Sappemeer. HU liet in het Jaar 1856 een boekje drukken, geti teld: „Het vaarwel aan de oorijzers”. Bijbel teksten. als I Corinthe 11 va 8, 14 en 15 moes ten In dit geschriftje tegen de oorijzers in *t krijt treden en het is goed, dat de eerwaarde heer verzekert, dat hü „twaalf bU zestig jaren" telt, wanneer hü verzen laat volgen als: weinig aanmerking dit gezegde hebben kunnen Het beroemd belastingplaatje Mag nu los zijn van de fiets. En belastingambtenaren Maken u eenvoudig niets! Het mag op de borst gedragen Als Oranje of de Leeuw, Als het teeken van vooruitgang Van een fietsen-grage eeuw! Met een touwtje of een lintje Aan het knoopsgat hangt het best En een beetje poetspommade Doet dan voor den glans de rest! Ieder houdt wel van een lintje Met zoo’n plaatje zelfs incluis. Al beschouwt u 't voor uw riksje Niet als plaatje, maar als.... kruis! Niettemin, de decoratie Heeft een hartelijk onthaal, Want het stempelt u tenslotte Toch tot ridder van ’t pedaal! oer, „de verf is soms duurder.” „Zoo, net als de suiker, hè?" „Precies.” „Laten we dan zeggen tachtig.” ..Dat zou ik u niet raden. Voor twintig francs hebt u er de handen bü; dan kunt u uw bro- nabUheid was. de drukte te hand. „Ik heb een eerste klas voor n genomen,” zei hU: „dan suit u waarschUnlUk den coupé voor u alleen hebben. Dat ie beter.” Ik knikte en zei opgewekt: „Ja, Ik sou niet graag op al die menschen een moordlustbesmetting overbrengen.” HU keek mü ©enigszins wantrouwend aan. hU had altUd bet gevoel, of ik hem op de een of andere manier voor den gek hield en ging mü zonder eenlg ant'voord te geven voor naar het perron. Tegenmaatregelen bleven niet uit. Het heette al spoedig: „Wederwoord vervaardigd door M.” Daarop volgde een geschrift „Hernieuwde oor logsverklaring aan de oorijzers” van J. J. Bange Deze uitdaging bleek vruchten te dragen, want spoedig daarop verscheen: „Bombardement uit het oorijzerbastion op de hernieuwde oorlogs verklaring van J. J. Bange”. Doch de strUd- iustlge domlné kon hier het zwUgen niet toe doen. ZUn antwoord droeg den „orommenden” titel: „De laatste uitval uit de bomvrUe citadel, gericht tegen het oorüzer bastion gevolgd door militair muzljk’’. De voorstanders der oorijzers gaven toen den strUd in geschrifte op.... Dl m s Savaroff.” zei ik vroolük „we sullen toch bet genoegen hebben elkaar in Tilbury weer te zien, niet waar?” HU sloot de deur en stak zUn hoofd door het raampje. „Stellig,” zei hU met zün keelstem, laat ik Je een raad geven, goede vriend hebben denkt, IINIMIIIHIIIIIM DECORATIE iiiuinniiiiiiiu hoe heette hü ook weer? die veroordeeld was wegens moord.” De oude heer keek met een scherpen blik om zich heen. „Ja, Lyndon!” zei hü .Heil Lyndon meent u. HU is nog op vrije voeten „Te oordeelen naar wat ik van het geval las.” ging ik onverschillig voort, „schUnt net mU nogal moeielUk geen sympathie voor hem te voelentot op zekere hoqgte dan. De man, dien hü vermoord heeft schünt geen groot verlies voor de maatschappij geweest te zün.” Mün spreken, maar hü aarzelde. ,MUn positie veroorlooft mü eigenlük niet om dit onderwerp te bespreken,’’ zei hü hof- .Misschien is het u kiekend, v— De tramstaking te Melbourne is beëindigd. Ter eere van het 100-Jarig bestaan der stad krUgt het personeel een extra-uitkeering. Toen Grivols om 12 uur een beetje onvast op de beenen thuis kwam, zag hü de resten van een overvloedigen maaltüd. Hu bekeek de flesschen. Er zat geen droppel meer in. Hü wil de iets zeggen, maar Bonnard dreigde hem van kant te maken, als hü hem wilde scheiden van z’n vriend Larridon. „Die ondankbare kerel!” mopperde Grivols. terwül hU een handvol noten uit z’n jaszak bafialde. „Wat voor een diner had ik voor hem mee gebracht!” wou u X hebben?” „Zoo ongeveer als dat.” meende Larridon, wüzend op een middelmatig groot doek. „Wat zou me dat kosten?" ..Tachtig of honderd francs. Tachtig zonder handen en honderd mét.” .Maar m’n neef sprak van zestig.” ..Dat ligt aan X seizoen.beweerde de schil- hebben?” „Zooiets,” antwoordde Larridon, en wees op een portret in olieverf, „en ik sta er op, dat alleen eerste kwaliteit verf gebruikt.” et valt een ieder op, die na een aantal Jaren Friesland weer bezoekt, hoe ook in die provincie de eigenaardigheden der bevolking met zulk een verbazende snelheid af- alüten, zoo, dat zü wellicht spoedig geheel en al tot het verleden zullen bebooren. Toch is er nog wel het een en ander, dat weerstand biedt aan de alles gelükmakende stroomlng des tUds. Op de eerste plaats de taal, waaraan de meesten met hand en tand vasthouden en die, al is zU ook sedert meer dan drie eeuwen uit kerk, school en rechtszaal gebannen, een taai leven blükt te bezitten. Maar ook het eigen aardig hoofdtooisel der vrouwen geeft den strUd tegen uitheemsche dracht niet op. Intusschen, ook het aantal oorüzerdraagzters neemt gesta dig af. Terwül een eeuw geleden alleen de zeer aanzlenlüke vrouwen in de groote steden het uitheemsche kapsel hadden vaarwel gezegd, was het vüftlg Jaar geleden in de steden nagenoeg beperkt tot de dienstboden. Ook ten plattelands werd allengs meer en meer „los haar" gedra gen. t Is jammer, want het flonkerend oor- üzer, getemperd door de füne kanten muts, die zich sierlük langs hals en wangen plooit, doet op t voordeellgst de blanke teint uitkomen en het fünbesneden gezicht, die het erfdeel zün van zoovele Friesche vrouwen. Dat het oorüzer ook voor een statige matrone een waardig hoofd sieraad is. leert een blik op het portret, dat indertijd Blsschop van zün moeder heeft ge- schilderd. Intusschen, zü. die het oorüzer aflegden, kee- ren eigenlük weer terug tot de dracht der voorouders. Het was een voorrecht van den vrüen Germaan, dat hü zün lokken mocht laten rondzwieren om hals en schouders. Alleen door een haarring, dikwüls ook nóg met een speld werden de weelderige haren in bedwang gehou den. In vele streken van Europa, in Denemar ken, Duitschland, Engeland heeft men in Oud- Germaansche graven dergelüke ringen gevon den. Evenals men den dapperen krügér paard en wapens meegaf, zoo was ook haarring en speld bet teeken van een man van eer en geboorte. droegen alleen de vrouwen deze terwül zich de vorm eenigszins wijzigde, doordat de ring geopend werd en als een beugel om het hoofd sloot. In het museum te Leeuwarden bevindt zich zulk een voorwerp, nu reeds lang een oorüzer. Het is werkelük van üzer gemaakt, is zeer smal, met een hoek recht naar beneden gebogen en aan de uiteinden met knopjes voorzien. Dit oorüzer. te Stavoren op gegraven. dagteekent zeker uit ae middeleeuwen. Met het toenemen der kunstvaardigheid wer den de oorüzers steeds sierlüker en in plaats van Ijzer begon men goud of zilver te gebrui ken. In de achttiende eeuw had men uitslui tend smalle zilveren of gouden oorüzers. Het smalle oorüzer bestaat uit een beugel, die om het achterhoofd sluit en twee breede bladen ver» eenlgt, waaraan knoppen zün bevestigd. Sedert het begin der negentiende eeuw begon men den beugel der gouden oorüzers steeds meer te ver broeden. Het oorüzer, bestemd om den haardos terug te houden, werd, wanneer men het hoofd tegen kou wilde beschermen .onder een muts verbor gen. Op sommige portretten, b.v. op dat van de vrouw van Frans Hals, is duidelük de vorm van het oorüzer onder de mute na te gaan: het dient tot steunsel van de mute. Nog langen tüd hebben de boerinnen in Zagelterland, in Oost- Frlesland. haar kleine, smalle oorüzers onmld- dellük over t haar gedragen. En in overeen stemming met het voeger doel het ophouden van het haar droegen nog in de achttiende eeuw de Friezinnen het oorüzer ook des nachts. Sommigen hadden daarvoor zelfs een afzonder- lük oorüzer. Later bedekte de Friesche vrouw haar haren eerst met een wit mutsje; dan volgt een zwart süden kalotje, hierover wordt het oorüzer ge- kruler zich weg en de oude heer begon in den coupé te klimmen. Ik stak mün hand uit om hem te helpen. „Denk u. meneer, dank u,” zei hü buiten adem. „Zeer verplicht.” Hü zette zich In den hoek tegenover mü. Het vermaakte mü buitengewoon, zelfs al was het een zoo weinig boosaardig man als deze oude heer. Ik heb gelezen, dat menschen, die pas uit de gevangenis komen, zich zoo oeangst voelen, dat zjj alA mogelüke moeiten doen, gezelschap te vermüden. Ik kan alleen zeggen, dat dit voor mü niet opging. Ik had behoefte met iedereen te praten, ik voelde mü. alsof er boekdeelen conversatie in mü opgestapeld waren gedurende de lange maanden van mün gevangenschap. De oude heer verbrak het eerst het zwügen. Hü liet zün Times zakken en keek mü aan over zün goudgeranden bril. „Ik zou graag weten, of u er beswaar tegen hebt dit venster te sluiten. Ik ben uiterst ge voelig voor tocht.” ,Jn het geheel geen beswaar!” antwoordde Ik opgewekt en de daad bü het woord voegende, haalde Ik het rampje op. Dit onmlddellük gehoor geven aan zün verlangen behaagde den ouden heer olükbaar. Hü bedankte beleefd en voegde er enkele pas sende opmerkingen over de lente in Engeland aan toe. Dat was niet bepaald een inspireerend begin maar ik antwoordde er toch zoo goed mogelük op. Zonder opdringerig te echünen Hü was toen weer zoo brutaal dat hü vroeg of we hem dan de plaats wilden aanwijzen, waar we de gedoode dieren hadden verborgen, het geen we natuurlük wüeelük niet deden. De McMurtrie had mü een sovereign en wat zilvergeld gegeven voor mün onmiddellüke uitgaven en ik hield stil bü een ooekenkloek, om een paar kranten te koopen Daar dit op onthoud Savaroff niet scheen te bevallen, treuzelde ik wat met mün keus; hü had mü reeds tweemaal aangestooten. toen ik emdelük betaalde. Ik greep mün koffer en stapte achter hem aan het perron op, wazr wü -oor een leegen eerste-klas-coupé stilhielden. ,,Der' is goed,” zei hü en daar Ik geen geldige reden bedenken kon om hem tegen te spreken, stapte ik in en legde den kotfer in het net. „Vaarwel. toch Br werd weer geklopt. Grivols deed open. .Münheer Bonnard?” vroeg de bezoeker en bleef aarzelend op den drempel staan. „Ik ben Bonnard,” zei de schilder. „Komt u binnen.” .Münheer,” sprak de vreemdeling, blükbaar een man van den buiten. ,Jk heb van mün neef gehoord over uw talent als portretschilder. Ik moet naar Madagascar en wilde mün fa milie een portret achterlaten. Daarom ben ik nu hier.” „O hemel,” mompelde Bonnard, haal een stoel voor münheer....” 1 slaagde ik er in het gesprek gaande te hou den en enkele minuten later waren we in een meteorologische discussie in weerbericht-trant gewikkeld. „Ja, die plotselinge veranderingen zün bü- zonder nadeelig,” legde mün reisgenoot uit en met een soort van excuus in zün stem voegde hü er aan toe: .men moet wel zien, dat u aan een warmer klimaat gewend züt." Ik glimlachte. „Ik ben een tüdlang bulten Engeland ge weest,” zei ik en al was dit niet letterlük waar, zelfs de nauwkeurigheid van een George Washington zou weinig aanmerking op den geest van maken. „Ongetwüfeld, ,.Ik benüd u. Ik •Maar L We je mooi behandeld maar als Je p dat Je in eenlg opzicht Je overeen komst’ met ons ontduiken kunt, vergis je je leeUJk." Ik nam mün sigarettenkoker uit mün zak en antwoordde koel: „Mün beste Savaroff, waarom zou ik mün overeenkomst met jullie willen ontduiken?" HU keek mü strak aan en knikte. „Dan is het goed," zei hü Zoolang els je onthoudt, dat wü geen menschen zün. waar mee Je spelen kunt, zal Je door ons geen gevaar Hü »el dit too dramatisch, dat Ik büna in De directie der AFA-Fllm A.G. te BerUJn deelt mede, dat het bestuur zich genoodzaakt heeft gezien faillissement aan te vragen. meneer,” zei de oude heer, zou wel wenschen, dat mün eigen werk mü toellet, den gehselen winter in het buitenland door te brengen.” „Hét heeft zeker voordeelen.” gaf ik toe; ..maar in ander opzicht ben ik heel blü. weer in het land terug te zün.’’ „Het is waar; er zün nadoelen aan vertoon den. Om maar een voorbeeld te noemen, sou men in de bultenlandsche bladen geen vol doende overzicht kunnen trügen van hetgeen hier in Engeland gebeurt.” Een ondeugend lachje speelde mü door het hoofd. „Ik heb in veertien dagen nauwelüks een krant gezien iel ik. ^s er eenlg belangrük nieuws? Het laatste wat Ik gelezen heb, was de interessante ontsnapping van dien Jongen man uit Dartmoor. Dien Jongen uitvinder jaloersche Bonnard. „Je kunt niet uit dineeren gaan met een rood jasje aan en een Alpenmuts op je hoofd.” „Dan leen ik een pak van Rudolf of Gilbert." t Is over de helft van de maand. Alsof hun kleeren niet al lang in den lommerd staan.” „Ik zal in vüf uur tüds nog wei een zwart jasje vinden „Ik heb drie weken noodig gehad om er een te vinden, toen mün nicht trouwde.” „Goed, dan ga ik zoo,” riep Grivols; ,4k laat me door die malle etiquette niet terughouden van n eersten stap in de groote wereld." „Over stappen gesproken.” grijnslachte Bon nard; „hoe staat Bet met Je schoenen?" Grivois verliet het huis in een toestand van onbeschrijfelijke opwinding. Twee uren later kwam hij terug met een boord „Da’s al wat ik heb kunnen krUgen,” zei hü neerslachtig. „Moeite voor niets," meende Bonnard. „We hebben papier genoeg in huis, om twintig boor den te maken.” „Maar kerel," riep Grivois, „we hebben sa men toch zeker wel wat kleeren.” Hü begon de twee kamers tot in de uiterste hoeken te doorsnuffelen. Na een uur had hij een coetuum, dat bestond uit een geruite pan talon, een grüzen hoed, een roode das, één zwarten* handschoen en nóg een handschoen, die eens wit geweest was. .XAir zün wel een paar zwarte handschoenen van te maken," zei Bonnard, „maar als je dat boeltje aantrekt, ben Je ne* rchilderapalet.” Intusschen paste Grivois de schoenen, ’t Wa ren helaas twee rechtsche. Toen ontdekte de wanhopige artist in een hoek van de kamer een ouden schoen, die als bergplaats voor leege verftubes gebruikt werd. Hü viel er op aan. „Die heeft een spitsen teen,” spotte z’n vriend, ,de andere is vierkant.” „Dat zien ze niet. Ik ga ze poetsen." „Dat is een idee. Nu alleen het zwarte jasje nog." „Vervl....”, gromde Grivois, en hü balde z’n vuist; „ik geef tien jaar van mün leven voor een zwart jasje.” lachen was uitgebroken. Maar ik antwoordde ernstig: „Ik zal het onthouden. Ik heb een sterk ge heugen." Er klonk een echel gefluit, gevolgd door een waarschuwend geroep van: .achteruit, achteruit daar!” Ik zag nog vluchtig Sava- roff’s onaangenaam gezicht, toen hü *nel zün hoofd terugtrok; toen zette de trein zich met een fllnken schok in beweging en reed lang zaam het station uit. Ik opende niet onmlddellük mün krant. Een tüdlang zat ik stil in mün hoek en staarde tevreden over het voorbügaande landschep Niets weet zoo goed iemands opvatting van genoegen te doen verbreeden als de gevange nis. Voor mün gevangenneming had Ik nooit een treinreis als een büzonder aangenaam iets gevonden; thans scheen de reis mü vol van de aangenaamste gewaarwordingen. Wü stopten alleen te Exter. Er waren niet veel reizigers op het perron en ik had Juist gedacht dat Ik wel niet gestoord zou worden, toen een kleine oude heer, die er goedaardlg- driftlg uitzag recht op mün coupé afkwam, gevolgd door een kruier, die zijn koffertje droeg. De oude heer keek mü door het raampje aan. „Deze is goed,” zei hü. ..Laat mün kof fertje maar op de bank staan en ga even küken of mün porte-manteau In den goede renwagen meekomt. Wanneer je terugkomt, zal Ik je drie stuivers voor Je moeite yeven.” Verbüaterd door dit vooruitzicht» haastte de ridon eraan dat hü oA gedineerd had. Hü maakte melding van dit feit. „Zoo is t met mü ook. Maar Ik heb om uwentwil van mün diner afgezien, ofschoon ik bU vrienden in den Faubourg St. Germain was uitgenoodigd. We kunnen de zitting niet afbreken. Dan loopt de gelükenis gevaar.” En hü ging door met schilderen. .Maar," riep hü, na een paar penseelstreken, „we kunnen eten krUgen, zonder op te hou den met werken. Beneden Is een uistekend res taurant, dat kan alles boven brengen wat we maar wenschen." „Daar ben ik sterk voor," zei Théophile Lar ridon. .als u me 't genoegen wilt doen mee te eten....” Bonnard boog. „Wilt u t menu kiezen?” .Doet u mü X genoegen dat zelf te regelen," antwoordde Larridon hoffelük. .Dat zal je berouwen." zong de schilder, toen hü vier treden tegelük de trap afsprong. Hü ging het restaurant binnen en stelde een menu samen, waar de eigenaar der Inrichting zoo bleek van werd als een doek. .En witte Bordeaux natuurlük.” „Wie betaalt?" „Ik niet, daar kun je op rekenen," lachte Bonnard. .Een oom van me, die boven rit. Hü heeft een fün gehemelte, dus doe je best Zorg dat X In een half uur klaar is en X porcelel- nen servies, hoor’” Om 8 uur was de heer Larridon vol verlan gen om z’n Ideeën over suiker In een vrienden hart uit te stortenden begon hü z’n brochure voor te dragen, door Bonnard op de piano be geleid. Om 10 uur dansten de heeren Larridon en Bonnard een foxtrot en noemden elkaar bü hun voornamen. Om half twaalf hadden ze gezworen nooit van elkaar te schelden en hadden belden een testament opgemaakt, waarin ze elkaar tot eenlge en universeels erfgenamen van hun be zittingen maakten. 1» Ik volgde zün aanwüzlng op en terwül hü plaats nam In de korte rü voor het loket, vermaakte ik mü door naar mün medepas- ■aglen te küken, die zich over het perron been en weer haastten. Zü zagen er zoo vreedzaam uit, dat Ik niet nalaten kon te denken, welk een prachtige verwarring onder ben ontstaan zou. als het plotseling bekend werd, dat Neil Lyndon zoo onmlddellük in hun sjotte kwam 8aparoff uit voorschün, het kaartje in zün zei de ■p onnard en Grivols staakten eensklaps het [~5 werk, waarmee ze den heelen morgen bezig waren geweest. „Dat een mensch zoo’n honger kan hebben!" riep Bonnard. „Hebben we wat te lunchen vandaag?” Grivois keek verbaasd op. „Wou JU drie da gen achter elkaar lunchen?” vroeg hü. Z’n vriend wist daar zoo gauw geen ant woord op en ging weer aan z’n schllderü: een weide met twee boomen, een rooden en een blauwen, wier takken elkaar vriendschappelijk omstrengelden. Een klop op de deur en de portier trad bin nen met een brief voor Grivois. „Drie stuivers.” zei hü- „Weet Je X zeker?” vroeg de kunstenaar. „Goed, dan ben Je X maar te goed.” En hü deed de deur voor z’n neus dicht. Grivois brak den brief open. HU had nog slechts een paar woorden gelezen, of hü danste als een wildeman in X rond en zong een zege zang uit een oratorium. „Als je niet opechiet,” riep Bonnard, .ga ik 't allegro van m’n symphonle: .Het Blauw in de Kunst” spelen” en hü ging naar de piano. Grivois zweeg onmlddellük. Hier lachte hü en gaf z’n vriend den brief. Het epistel bevatte een uitnoodlglng om te komen dineeren bü een lid van X Parlement, een beschermer der kunst en speciaal van Gri vols, die in de villa van X parlementslid een plafond had beschilderd. „X Is voor vanavond," merkte Bonnard op. „Jammer dat er op dit bewijs geen twee kun nen gaan. Maar.... Je afgevaardigde behoort tot de regeeringspartüJe mag die ultnoodiging niet aannemen. Je beginselen verbieden Je brood te eten, dat doorweekt is met het zweet van den arbeider.” .Larie!” aei de andere. .M’n afgevaardigde behoort tot het linksche centrum Hü heeft laatst tegen de regeering gestemd. Hü zou zor gen dat ik een bestelling kreeg en me aan een massa lui voorstellen. Ik heb honger als een paard, dus daarmee uit!” „Er zün nog meer moeilükheden.” chure over de suiker vasthouden. Dat zou in druk maken.” ,D hebt gelük. mijnheer.” •Deb Je gezien.” fluisterde Grivois zta vriend toe, „dat hij een zwart jasje aan heeft?” ..Waarachtig, laat dat. maar aan mü over," fluisterde de ander terug. ..Nu, münheer,” zei de suikerafgevaardlgde. „wanneer zullen we beginnen? Graag 'n beetje vlug, want Ik moet gauw weg.” „Ik moet zelf ook op reis, overmorgen. We zullen dus direct aan den gang gaan, als u X goed vindt. Met één flinke zitting hebben we een goed begin.” Maar straks wordt het donker. U kunt toch niet met kunstlicht schilderen?” .Mün atelier is zóó gebouwd, dat Ik op alle uren van den dag kan wékken. Als u nu uw jasje wilt uittrekken en uw houding aannemen, begin ik.” „Mün Jasje uittrekken? Waarvoor?” ,,’t Portret was toch voor uw familie? Dan moet u in huisgewaad zitten, In een kamer japon: dat doet iedereen.” .Maar Ik heb geen kamerjapon bü me.” „Op zulke gevallen zün we ingericht. Hier is er een,” zei Bonnard, en hü bood den suiker- afgevaardigde een soort chamberclack aan vol verfvlekken. De man van den buiten bekeek het met een onzekeren blik en zei: „Het is wel een beetj? eigenaardig..*." „En zeer kostbaar,” voltooide de schilder. ,De Turksche Grootvizier heeft het aan Horace Vernet ten geschenke gegeven en die gaf het aan mü. Ik ben z’n leerling „Een leerling van Vernet!" riep Larridon, „daar moogt u wel trotach op zün.” En hü hulde zich in X kleurige kleedingstuk van den Turkschen Grootvizier. .Hang münheer z’n jas even in de garde robe.” verzocht Bonnard z’n vriend, „en maak voort.” fluisterde hu. „Zorg dat je om tien uur terug bent. Ik zal hem zoolang vasthouden. En zie wat voor me mee te krUgen." ,4e krügt een meloen,” beloofde Grivols, en verdween. Bonnard ging aan X werk. Het werd donker en toen het zes uur sloeg, dacht münheer Lar- „Larridon Théophile Larri don”, hernam de „uit afge- i van --- voor Suiker industrie kapitein van de Nationale Garde en schrij ver van een brochure over de suikerkwestie. De artist boog voor den suikerman. „Ik ben zeer vereerd, dat uw keus op mü gevallen Is. In welken stül wou u ‘t portret blad aün ingevolge da verzekerlngevoorwaarden tegen f bü levenslange geheels ongeschiktheid t »t werken door f 7 Cl) bü een ongeval met f 7 Cfl bü verlies van een hand f 10C aljvertlee van een f Cf) breuk van Af) bü verllee van 'n Hen veraekerd voor oen der volgenae ultkeertngen T JUvUt'' verllee van beide armen, belde beenen of belde oogen I doodelükon afloop f dSaJlZe” een voet of een oog f luim of wijsvinger f been of arm f 7V» anderen vinger den wünkelder en op de muziek. Sommigen waren zóó bekend. nlngaboeken en andere et Derl-Museum te Debrecen. d 11 ti n e b ei 11 ei T d P d E n d e P

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 24