H
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
[im
06
ucbAaal wut den dag
en toen nU dien den volgenden morgen ont
ving, las en herlas hU het epistel met een
eigenaardige blijdschap. Zoo was hü doorge-
het droomen van
morgen bezorgde
De
naar Agadir
„pantsersprong”
KNAL
KIDERLEN WACHTER
NEII
LYNDON
ONTSNAPT
B
DINSDAG 23 OCTOBER 1934
Nanda
Een krasse geleerde
De „vader van de Franeche radio”
Duizendjarige^ trouw
RETRAITEN
Strijd tegen de opium
INDISCHE POSTVLUCHTEN
2
JA ZEKÉR.... U OOK!
MEER
STILTE’
Keizer Wilhelm en zijn
ambtenaren
Snellere schepen in ’t
Atlantisch verkeer
Postzegels voor de
winterhulp
Deze staateeecretant van Buiten
land ache Zaken was een der
hoofd portonen van de
Duit sc he Marokko-
politiek
Spoorwegverbeteringen
in Polen
Eerstvolgende retraiten op
Manresa te Venlo
DOOR
VICTOR
BRIDGES
I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
«V
A
I
.Bent u zi»k?'
om naar een
fe-
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Sh
geschreven. Andere
I
S9
en
3A
Bent u mijnheer Gaul-
„Monsleur is hongerig," antwoordde Tc, „en
tegen het voorhoofd.
.Wordt vervolgd.
I
■2®
hun
maar
1
Terugkeerend naar de deur, betaalde Ik den
chauffeur. die de talrijke pakjes had binnen-
„Het Is een vriéndelijke,
en ik heb vanmorgen nog
De journalisten stonden klaar met blocnote en
potlood, de fotografen hadden hun toestellen
gereed om onmiddellijk het kruisvuur te kun
nen openen.
lie, want die was zoo verstandig geweest haar
het adres te geven, voor het geval, da» er iets
1
i
1
1
1
1
De „Rüstvogel” is op thuisreis van Djask in
Bagdak aangekomen.
vroeger
Ik hem.
Te Singapore voert men een krachtige actie
ofn het oplumrooken tegen te gaan. In enkele
dagen zijn daar tweehonderd personen, die aan
de op.um zijn verslaafd, gearresteerd.
Ook zün groote hoeveelheden opium in de
stad en op schepen in de haven in beslag ge
nomen.
1
1
1
9
10—13
13—IS
17—20
20—23
27—30
gezicht, hij
zoe-
was
I
27—20
31 Oct.
7—10
11—14
15—18
I
13 Dec. Kring Bergeyk-Swalmen.
Horst-Hegelsom.
Neer-Pannlngen.
Venray.
lan wat warm water en een sleutel, als
over hebt. Ik weet niet, hoe laat u
bed gaat en ik sou wel eens wat laat
Nu komt or rustl Nu zijn over
bodige geluidssignalen verboden
(f 75.- boeteI). t Werd tijd: zo
toeterden er maar op lost Wie. .7
en den heer Wood, terwijl ik nog eens extra
afscheid nam van Harrison, die na het pijn
lijk voorval aan boord een best kameraad was
gebleken. Ongemerkt wisten we van boord te
komen.
In een onder voorzitterschap van Mussolini
dezer dagen gehouden kabinetszltting werd be
sloten tot den bouw van een aantal nieuwe
mailschepen voor het transatlantisch verkeer,
die vooral met het oog op de toenemende snel
heid der nieuwere schepen en het spoedig in
de vaart komen van de Britsche Queen Mary’
en de Fransche ..Normandie-’, in staat zullen
moeten zijn op gunstige voorwaarden met de
buitenlandsche mailverbindlngen te coneurree-
ren. Nieuwe flnnncieele lasten neemt de Ita-
liaansche regeering hierdoor niet op zich aan
gezien het de bedoeling is een deel van de reeds
ter bevordering van de koopvaardij beschik
baar gestelde credieten voor den aanbouw de
zer nieuwe schepen te gebruiken.
toestel dat Oom van den heer Wood had ge
kocht in oogenschouw te nemen. Het was een
pracht toestel en het bevatte alles wat we voor-
loopig op onzen verderen tocht mochten noo-
dlg hebben.
We stapten beiden In en oom bracht de moto
ren aan *t draaien. Plotseling kwam er een
auto pijlsnel het vliegtuig oprijden, en stopte
Nadat we in een der hotels wat uitgerust wa
ren, spoedden we ons naar het vliegveld om het
Op 28 October, den nationalen feestdag in
Italië, zal de Duce de prijzen uitreiken, welke
het fonds „Arnaldo Mussolini" den landbouw-
wers toekent, wier families gedurende den lang-
s‘en tijd op een zelfde plaats woonachtig, het
land en de productie verbeterd hebben. Het aan
tal deelnemers aan dezen merkwaardigen wed
strijd bedraagt 5195. Een goede kans op den
hoofdprijs maken ongetwijfeld de gebroeders
Oioacchlni, uit het dorp Paterno, nabij AncOna
documenten hebben overgelegd, waaruit
blijkt dat hun geslacht, steeds van vader op
zoon, gedurende meer dan duizend jaar steed»
eenzelfde gebied het bezit van de graven
Bonarelll bewoond en bewerkt heeft.
lllllllllllltlllllllllllllllllic
Als onderdeel van de jaarlijksche wlnter-
hulp-campagne in Duitschland zal binnenkort
een serie van tien postzegels worden uitgege
ven tegen verhoogden prijs, waarvan de op
brengst ten goede zal komen aan de wlnter-
hulp-campagne.
Elke postzegel vertoont hoofd en schouders
van een Duitschen arbeider of S-A.-man.
err von Klderlen wachter was staats
secretaris van Buitenlandsche Zaken van
het Keizerrijk in de jaren 1909-1912 In
1924 verscheen, als mémolre, een verzameling
van om en nabij duizend brieven van hem bij
de „Deutsche Verlagsanstalt Stuttgart" onder
den titel „Klderlen wachter, der Mensch und
Btaatsmann”. Deze brieven heeft de toenmalige
minister geschreven aan de dochter van een
hoofdambtenaar in Mecklenburg, met welke
Vroeger nam zij om te zeggen
Hoe zij ‘t een of ander vond
Graag het woordje mooi en snoezig
En ook schattig in den mond.
Maar de dag der overdrijving
Heet vandaag en daarom zal
Zij alleen den lofprijs zingen
Met het reuze-woordje knal!
Taartjes smaken niet meer lekker,
Maar de lipjes trekken smal
En zij zal verheerlijkt zeggen:
De gebakjes waren knal!
Treft een hoedje haar bijzonder
Als een modieus geval,
Dan zegt zijvan al die hoedjes
Is dat ééne hoedje knal
Is een ftlmpuje haar bevallen,
Ook dan steekt zij weer van wal
En zij vat haar oordeel samen
In ’t champagne-achtig knal.'
Spreek je haar van een soupeetje
Met als steeds na afloop bal,
*t Is niet leuk meer en niet prettig,
Maar 't is kort en bondig knal!
Tennisspel is niet meer zalig
En een grapjas doet niet mal,
Maar de trap der overtreffing
Uit zich enkel nog in knal!
Zelfs den jongen, die haar hartje
Naar den aard der liefde stal.
Wenscht zij niet te laten ploffen.
Maar toch zanikt zij van..knal!
dood.
Zijn zuster sloot hem de oogen en ging de
hospita opzoeken. Met haar zakdoek tegen haar
gezicht gedrukt, zei ze: ..Als er een vrouw hier
zou komen, een vrouw, die zich Nanda noemt,
zeg haar dan. dat zjj hier niets te maken heeft,
dat de familie voor alles zorgt."
En mijnheer Houfflot voegde er aan toe:
..Als Zij niet gewillig weggaat, haal de politie
er dan maar bij."
Maar een Nanda kwam er niet.
Professor Edouard Branly, een bekende Fran
sche natuurkund ge en de „vader van de Fran
sche radio”, Is dezer dagen negentig jaar ge
worden. Den geheelen dag bracht hü in zijn
laboratorium door in de Rue de Vaugirard.
Gedurende de laatste jaren komt hij niet uit
Zijn laboratorium dan om te eten en té slapen
en hii houdt zich alleen met zijn wetenschap
pelijke onderzoekingen bezig. Verder inters-
seert hem niets.
Van Stavisky en de zaak Prince” heeft hij
nooit gehoord. Deze dingen vertroebelen maar
zijn gedachten, welke hj1 geheel op de weten
schap concentreert. „Het leven is te kort.” zegt
hij, „en Ik heb veel te veel te doen, ik denk er
niet aan om mij uit het wetenschappelijk leven die
terug te trekken."
Zijn laboratorium is een verzamelplaats van
zfjn ingenieuze vindingen. Men vindt er het
eerste radio-toestel, dat hij construeerde en
verder nog vele andere van zijn uitvindingen.
De onderzeeër lag thans aan de kade gemeerd,
waar het krioelde van belangstellenden. We
namen hartelijk afscheid van de bemanning
...„-.„a - a
-
alles met haar te bespreken. Hij zond haar
zelfs de brieven, die hij aan konlngen en kei
zers en staatshoofden moest richten, ter beoor-
deeling en vooral ter correctie. Hij verried haar
alles, zelfs de geheimste staatsgeheimen
Wat zouden de aanhangers der monarchie een
kabaal hebben gemaakt, als zoo iets was voor
gekomen in de republiek van Weimar? Na den
oorlog verschenen er voortdurend mémoires In
Duitschland wij behandelden hier ter plaat
se reeds die van Bethman Hollewg. Ludendorff
en von Tirpltz mémoires, waarop men zonder
Uitzondering ten slotte ’n Oostersche anecdote
kan toepassen, dat men ze namelijk nauwelijks
op veertig kameelen kan laden, maar wier m-
houd in één woord Is samen te vatten: mea
maxima culpa!
Klderlen wachter was een felle spotter. Alle
figuren in zijn boek hebben meestai scherpe en
komieke bijnamen. Keizer Wilhelm heet de
plotselinge, Billow de aal. Bethmanr. de regen
worm of de Buss-und-Bethmann en zoo voorts.
Toen hij door Bethmann staatssecretaris van
Buitenlandsche Zaken werd benoemd, was de
diplomatieke omcirkeling van Duitschland zoo
goed als voltooid. Bethmann hoopte dat Klder
len het klaar zou spelen, dezen ring te breken
en een betere verstandhouding met Engeland
te doen ontstaan.
De ..Nlbelungentreue”, die Jn schimmernder
Wehr” met Oostenrijk op den Balkan door dik
en dun wilde gaan, was niet naar den smaak
van den Balkankenner Klderlen. HU had zeer
juist ingezien, dat het blinde achtemaloopen
van Oostenrijk voor Duitschland levensgevaar
lijk was. Of hij -e sterke man was geweest, om
den wereldoorlog tegen te houden? Zelfs een
Hellferich geloofde dat. Maar wü zUn toch
eeningszlns sceptisch: men moet namelijk niet
vergeten, dat Klderlen de hoofdschuldige was
aan den „pantsersprong naar Agadir". De on
vruchtbare Dultsche Marokkopolitlek joeg
Frankrijk even sterk In het harnas tegen
Duitschland als Je onvruchtbare vlootpolitiek
Engeland. Onder dit gezichtspunt konden Kf-
derlen en Tirpitz elkander dus de han< geven.
Over Tirpitz zegt de boosaardige Klderlen:
sik ben tegenstander van Tirpitz, omtLt ik
vrees, dat zün politiek >ns den oorlog met En
geland zal brengen. Ik houd Tirpitz voor den
grootsten leugenaar die in BerlUn’s straten
rondloopt. Heb ik je al de geschiedenis verteld
uit den RUksdag? In de hoofdcommissie houdt
Tirpitz een rede. Een oude ervaren afgevaar
digde zit stUf naar het plafond te kUken. Dat
valt tenslotte een buurman op. Op diens vraag,
waarom hü zoo kUkt, antwoordt de plafond-
kUker: Ik wil zien hoe de balken buigen!” Zoo
sprak een der paladijnen van Wilhelm over den
ander.
En hoe oordeelt Wilhelm over zün kanselier
Btilow? HU wUst den koning van Württemberg
op een plek in zUn tuin aan de Spree en zegt:
«Hier heb ik dat loeder (Billow) weggejaagd!”
Daartoe bemerkt Klderlen zeer Juist: ..Het ver
wondert mU alleen, dat hü „dat loeder” tien
jaren lang in zün dienst heeft gehouden. Valt
op 1 —zelf terug!”
TUdens zün regeering ging Keizer Wilhelm n
leder jaar aan boord van zUn jacht de „Hohen-
aollern” langdurig op reis naar de Noorsche
fjorden. HU nam altUd een stel oude generaals
mede. Ook Klderlen moest een paar maal mede.
J op dit blad rij” ingevolge de verzekeririgavi
All€ QDOUTIk S ongevallen verzekerd voor een der volgei
ZU knikte opnieuw en ons voorgaande,
opende zü een deur aan den rechterkant van de
gang.
„Dit is uw zitkamer.” zei ze. terwUl ze het
licht aandraaide.
luchtige kamer
schoongemaakt.”
Ik keek
gewone
verwachtten een erfenis.
De blauwe enveloppe was op den grond ge
vallen. Mevr. Houfflot raapte ze op en ging
naar het raam om den brief te lezen. Wat een
schandaal! Wie zou ooit gedacht hebben, dat
Gabriel, zoo verlegen, zoo eenzelvig, brieven
ontving van een vrouw? Zeker zoo'n slecht
schepsel, dat dacht geld van hem te erven.
Toen zU aan de hospita ernaar vroeg, zei
deze: „Ja, mevrouw, lederen morgen ontving
uw broer zoo'n brief. Het schUnt. dat hU een
vriendin had ergens in een yoorstad van Pa
rijs.”
Mevr. Houfflot maakte gebruik van de laat
ste levensuren van haar broer: „M sschlen zal
je ziekte weken lang duren. WU hebben nooit
veel omgang met elkander gehad. !k weet niets
af van je zaken. Ik zeg het riet graag....
maar.... weet je die Nanda als die
hier zou Itomen. wat moet ik dan doen? Moet
ik haar- binnenlatcn?”
Nu hief hU het hoofd op. „O, ja, laat haar
hier komen.”
„Goed, hoor. Maar dat zou Ik nooit van je
gedacht hebben. Gabriel.”
Er kw:un een glimlach op zijn t -
scheen onder zUn hoofdkussen naar iets te
ken. maar dan verstUfde zUn hand. HU
tegenover George in de komende dagen eerst
vanavond laat vast te stellen.
Een slgarette opstekend, verliet ik het huls
en wandelde op mUn gemak Edith Terrace
langs. Het, was mUn bedoeling tot Victoria te
loopen en daar een taxi te nemen naar het
een of andere restaurant. Dit laatste was een
punt dat zorgvuldige overweging verdiende, en
terwijl ik voortwandelde, hield ik er mU aan
genaam mee bezig, de aantrekkelUkheld van
enkele inrichtingen, waaraan .k de voorkeur gaf,
tegen elkaar af te wegen.
Tegen den tUd, dat ik Victoria bereikt» was
ik ten gunste van Gaultier beslotenten
minste, wanneer Gauitler nog bestond. Het was
een restaurant, dat in mUn tUd hoofdzakelUk
door artlsten en door vreemdelingen werd be
zocht, maar het eten was daar beter dan
ergens anders in Londen.
Ik wenkte een voorbUrUdende taxi, welke
een oogenblik later klaar stond om mU te laten
instappen.
Ik gaf den chauffeur het adres en keerde
mU om, om het portier te openen. Daardoor
zag ik dicht bU op het trottoir een man. die
doelloos in de straat stond rond te kijken.
Een oogenblik vroeg ik mU af, waar ik hem
had gezien en plotseling nerker.de
Het was de man. dien wU op Edith
Terrace voorbUgereden hadden, toen hU onder
een lantaarn een slgarette opstak, de man, die
mU aan een gevangenbewaarder had doen den
ken. Aan het litteeken op zUn gezicht zag ik,
dat ik mU niet vergiste.
Met een zeker irevoel van ongerustheid
232c Oct. Heeren Middenstand (Blerlck. Te-
gelen. Venlo).
Jonge Werkman (LJ.
-2 Nov. Kring BladeL
3—6 Nov. Ooy en Persingen. Leuth. Millln-
gen. Tegelen. SteyL
Kring St. Anthonls
Voetbalclubs Meyel en SteyL
Baarlo.
Horn.
Dienstplichtigen.
Helden-KesseL
gaan met schrijven en met
een kinderlUk geluk. Eiken
hem de ontvangst van die blauwe enveloppe
weer een genotvol uurtje.
ZUn hospita kwam de trap op, klop’e en zei
als naar gewoonte: .MUnheer, hier is uw ont-
but en de post”
GewoonJUk zei hU dan: „Gauw, geef de
brieven.” hoewel er toch maar een was Muur
nu zei hU niets. Inplaats daarvan steunde hii
.Bent u ziek?”
ZU trok de gor- j""”'
dUnen op.
„O, o. arme
mUnheer! U heeft
een beroerte!”
ZUn gezicht was
•vertrokken een
oog gesloten.
Snel liep zU naar haar kamer om naar een
dokter te telefoneeren en tevens naar de faml-
“>eze vertelt nu. dat deze hofgeneraals eiken
morgen te zamen met den keizer op het dek
gymnastische oefeningen moesten maken. De
imperator lachte dan spottend, als de oude
beenen der ongelukkige heeren niet meekonden
en dienst weigerden. HU deelde dan stooten uit
die door dit „felge, verlogene Gesellen lm Ge-
neralsunlform" devoot-dankbaar werden aan
vaard, met de gebalde vuist in den.... zak.
Karakteristiek voor den kroonprins is een
brief, waarin deze Klderlen iets op politiek ge
bied voorstelt en om opheldering vraagt. Vol
benUdenswaardlge zelfkennis schrijft de toen
malige troonopvolger: „Aber ich bin vlellelcht
zu dumm.” Ook het ulterlUk van dezen brief is
karakteristiek. HU draagt aan den kop het por
tret van een danseuse, en de kroonprins begint
zUn offlcieelen brief aan den minister: „Ver-
zeihen 8ie dies blödsinnige Papier, ich habe
aber kein anderes momentan”. Als dat niet diep
laat blikken! Een ander papiertje dan met een
varlété-melsje er op had mUnheer niet!
In deze mémores is weer duldelUk te zien,
hoe dol er tegen en naast en door elkaar werd
geregeerd onder het bewind van Wilhelm II.
Het is werkelUk een raadsel in de geschiedenis
van Duitschland, hoe het zoo lang heeft kunnen
duren, tot het onvermUdelUke geschiedde, dat
de Ineenstorting pas gekomen is in 1918. Beth
mann en Klderlen nemen herhaaldelUk
dame hU zeer bevriend was. HU was gewoon, ontslag, als de keizer het te bont maakt,
blUve: dan toch maar weer kleven. In 1911
bu voorbeeld schrijft Bethmann: .Deze heele
politiek van den keizer Is elgenlUk zóó. dat ik
haar niet meer kan medemaken”. Men bedenke:
de verantwoordelUke kanselier, die de politiek
toch moest maken, kan elgenlUk niet meer mede
doen.... En doet dan toch weer mede. Nog
jaren lang. Want dit alles speelt zich af jaren
lang voor den wereldoorlog.
Hoe was het ook elgenlUk mogelUk met Wil
helm te werken, die de dolste dingen uithaalde.
Dat blUkt ook utt de acten, die het Ministerie
van Buitenlandsche Zaken te BerlUn na den
wereldoorlog publiceerde. Daarin verklaart Wil
helm, als hU hoort van de ontwapeningsplan-
nen var den tsaar: „»Zenn er tr j das anbietet.
schlage ich Ihn hinter die Ohren (waarschUnlUk
een vervolmaking of aanvulsel van het m die
Uder. tusschen tsaar en keizer gebrulkelUke
wangen kussen bU oersoonlUke ontmoetingen!)
En als de besluiten ter Haagsche vredesconfe
rentie zit genomen, kantteekent Wilhelm,
daarmede heel de arbltragegedachte verwerpend,
dat hU alleen vertrouwt op God en zUn scherp
zwaard, er vol kelzerlUke majesteit aan toevoe
gend .En ik sch.... op al die besluiten”.
Maar de ministers bleven.
met hem gebeurde. Dien middag kwam zUn
zuster mevrouw Houfflot, vergezeld van haar
echtgenoot. ZU keken ernstig, bezorgd, maar
vlak bU het toestel. De deur van de cabine
werd opengeworpen en daar verscheen Harri
son. HU wierp mU een grooten krans over den
schouder en riep: „Namens de bemanning van
de .First” en namens de wetenschappeHjke we
reld, voor je moedig gedrag. Goede reis en veel
voorspoed.” Daarna wierp hU de deur weer
dicht, en we taxiden over het veld.
tegenover
brizé.
schoof een der deuren open.
,JEn dit is de slaapkamer, zult dat een
erg prettig en gemakkelUk bed vinden, me
neer. Het is bet bed, waarop mUn man ge
storven is.”
32at klinkt rustig.” antwoordde ik.
bovendien een lekkerbek, hebt alle gelegen
heid om uw kunst te toonen."
HU rekte zich uit en keek een oogenblik
bezield naar, het plafond; toen sloeg hU «k*
tegen het voorhoofd.
„Monsieur." zei hU. .met uw permissie zal Ik
den chef oonsulteeren.”
nam ik in de taxi plaats en trok de deur
dicht. De man op het trottoir besteedde geen
oogenblik aandacht aan mU. maar bleef doel
loos naar het verkeer staan kUken. tot wij
vooruitgeschoten waren en ofh den hoek van
Victoria Street verdwenen.
Dit voorval had een onaangenaam gevoel
bU mU achter gelaten. Een ontsnapt gevangene
is van nature geneigd wantrouwend te zün en
ik kon den indruk niet "in mU afzetten, dat
ik gadegeslagen en gevolgd v/erd. Wanneer dit
juist was. twüfelde ik er niet aan of ik wist
aan wien ik die eer te danken had. Het .iad mU
nooit waarschUnlUk geleken, dat McMurtrle mü
geheel aan mUn eigen lot in Londen zou over
laten.... tenminste niet, voordat hU er zich
van overtuigd had, dat ik hem naar waarheid
mUn bedoelingen had verteld.
En zelfs wanneer mUn argwaan juist was,
behoefde ik mij niet jrnsclg ongerust te maken.
Het was heel goed mogelUk, dat de man op
het trottoir het adres verstaan had, dat ik den
chauffeur had opgegeven, maar dit was dan
Juist wat ik maar wenschen kon. Diner bü
Gaultier dat klinkt heel natuurlUk als de
Inleiding van een avond van verstrooiing en
tenzU ik werkelUk tot het restaurant gevolgd
werd, had ik niets te vreezen.
Ik besloot echter bü mün verdere bewe
gingen uiterst voorzichtig te zUn. Wanneet
McMurtrle een verslag wenschte, zou hü het
hebben ook, maar ik zou alle voorzorg nemen
om te maken, dat het niets bevatte, wat zün
wantrouwen in mü ook maar eenlgsxins kon
verstoren.
ünheer Gabriel Resumeaux Kwam thuis
HU deed zün overjas uit, zette zün hoed
af en wreef voor het haardvuur zün
koude handen. Dan ging hü naar zün schrijf
bureau, zette z-ch neder en begon een brief te
schrijven op hemelsblauw papier, waar in den
linkerhoek bovenaan zich de letter N bevond.
„Gabr.el, mün beminde.
Alweer ben ik je zoo’n heerlüken dag ver
schuldigd en ik voel mü gedrongen je te schrij
ven om je te bedanken.
Negentien jaren zün het geleden sedert wü
elkander ontmoet hebben Voor anderen zullen
die jaren moeilijk en lang geweest zün, voor
ons niet. Ze waren zoo kort, zoo gelukkig! Onze
harten hadden elkander gevonden, altüd klop
ten zü eensgezind en de een zonder de ander
leidde maar een half bestaan.
Het was vandaag dus alweer de 23ste Januari
en wü volbrachten onzen jaarlükschen pe>-
grimstocht. 23 Januari 1894 was ik alleen, was
ik wanhopig. Daar zat ik op een bank in het
park bü de kerk van de H. Drleëenheld Toen
kwam jü en ging naast mü zitten. Ik dacht:
„Ik moet heengaan." Ik begreep, dat je mü sou
aanspreken, maar ik was zoo vermoeid, dat het
mü niets kon schelen.
Toen zei je: „Juffrouw, u zult zoo koud ww-
den, als u -hier blüft zitten." Uw stem was zoo
goedig, zoo hartelük, dat ik begen te huilen.
Het was mün moeder, die het laatst zoo vrlen-
delük tot mü gesproken had. U kwam dichter
bü mü ensedert ben ik nooit meer koud,
nooit meer wanhopig geweest.
O, liefste, toen wü vandaag aan onze bank
kwamen, leek het mü. dat die negentien jaren
slechts negentien minuten waren, dat het pas
geleden was, dat u mün hand greep. Toch is
niets veranderd, onze vriendschap Is dezelfde
gebleven, negentien Jaar oud en toch altüd
Jong....”
En mUnheer Gabriel Resumeaux ondertee-
kende den brief met zün fün en bilna vrouwe-
lük handschrift: Nanda. Dan schreef hü rijn
eigen naam en adres op de enveloppe, deed den
brief erin en stond op om weer zün jas aan te
doen en zün hoed op te zetten, hü deed een
zeer dikke bouffante om zün hals, waarin zün
ooren halverwege verdwenen en ging weg.
„Hü stopt zich altüd zoo in. die oude kerel,”
zei z’n hospita tot haar vriendin naast de deur.
Dan ging zü voort: ^ün dagen gaan voorbü
geregeld als een klok. Om acht uur zal hü
thuiskomen, dan leest hü zün krant, eet een
boterham en een ei, drinkt een kop rhee en
gaat naar bed. Ik zou wel eens willen weten
waar zulke oude vrijgezellen elgenlUk voor die
nen. Maar ja, hü betaalt goed, hü heeft een
goed inkomen.”
MUnheer Resumeaux liep haaitig naar de
standplaats der autobussen. Hü stapte in en
reed mee tot aan de Place de la Bastille. Daar
deed hü zün brief in de bus en ging langzaam
terug naar huls. Negentien jaren reeds had hij
aan zichzelf zoo’n brief
bez.gheden had hü niet.
HU had werkelUk Nana ontmoet op den
23sten Januari 1894 in het park bü de kerk van
de H. Drieéenheid. ZU zag er zoo ongelukkig
en wanhopig uit, dat hü het waagde haar aan
te spreken. Zü antwoordde: „Ik heet Nanda....
ik' ben wees en ben naar Parijs gekomen om
muzieklessen te geven en zoo mün brood te
verdienen. Maar ik heb er geen kunnen vin
den en.... nu heb ik nog maar twee francs
over!” Zenuwachtig, verlegen had hü een bil
jet van 100 francs in haar armoedig mofje ge
stopt. Zü bleef zitten, rood van schaamte en
blüdschap tegelük.
Toen was hü weer opgestaan, had zün hoed
afgenomen met een hoffelük gebaar en was
heengegaan zonder nog naar haar om te zien.
Dat was het eerste en eenlge avontuur van zün
leven! Hü was verlegen, hü was oud voor zün
leeftUd en altUd sukkelend, een man met over
dreven nette manieren, de excentriciteit van
een oud vrijgezel, de sombere droefgeest-gheid
t an hen, die UtUd alfeen zün.
Uit de aardigheid schreef hü aan zichzelf
den brief, dien Nanda ham misschien zou ge
schreven hebben, als hü niet zoo verlegen was
geweest. Toen hü dien eersten brief voltooid
had. de bekentenis van een liefde op het eerste
gezicht, adresseerde hü dien aan zün eigen adres
kleeren met een zekere voldoening, toen er
geklopt werd en „het meisje” binnenkwam met
het warme water. Zü was het typisch daghltje
uit een huurhuis, een klein ding van ongeveer
zestien Jaar, met een vuil gezicht en het haar
in een staartje gewrongen.
„Alstublieft, mUnheer,” ze! ze. .Juffrouw
Oldbury wou weten of u *s morgen een bad
zult nemen.”
,Je kunt zeggen, dat ik dat eiken morgen
zal doen. Hoe heet je?”
Zü keek mü met haar verwonderde kraal-
oogen aan.
„Gertie, meneer. Gertie ’Uggins.”
Ik nam een paar gulden uit mün zak.
,X>at is voor jou. Gertie; ga daar eens alle
machtig lekker voor eten, zoodra je er de ge
legenheid toe hebt.”
Ze knelde he( geld in haar kleine, vuile
hand.
„Dank u, meneer,” mompelde ze onhandig.
,Je hoeft me niet te bedanken Gertie.
Ik doe het eenvoudig uit egoïsme. Er zün
genoegens, die gedeeld moeten worden, voor
men ze werkelUk genieten kan en daarvan is
mün diner van vanavond er een.”
Zü leunde van het eenc been op het andere.
„Ja meneer.” zei ze. Toen begon ze te
giebelen, keerde zich vlug om en verliet de
kamer.
Ik waschte en kleedde mü langzaam, ervan
genietend, elndelük weer eigen, schoone
kleeren aan te kunnen trekken. Ik vas be
sloten mün avond niet te laten bederven door
onaangename gedachten en mün handelwüze
Wü hielden stil voor Gaultier en Ik zag met
groot genoegen, dat net gebouw, van buiten
tenminste, geen verandering had ondergaan
tüdens mün ballingschap.
Toen ik binnentrad, zag ik monsieur Gaul
tier zelf, zoo dik en genoeglük als ooit. HU
kwam naar mü toe met een diepe buiging,
die nog steeds tot zün gewoonten scheen te
behooren, en wees mü een leege tafel in den
hoek. Ik had de neiging nem op den schouder
te kloppen en hem te vragen hoe de zaken
gegaan waren tUdens mün afwezigheid
Het was hoogst onwaarschünlük dat hü
mün stem zou herkennen, maar daar ik geen
onnoodig gevaar wilde loepen, zorgde ik er
voor, mün stem eenlgszins te veranderen, toen
ik met hem sprak.
„Goeden avond!
tier?”
Hü boog stralend.
„Wel, mUnheer Gaultier, ik wensch een
goed diner. Het is al een tüd geleden, dat ik
dat gehad heb.”
Hü keek mü aan met een mengeling van
sympathie en professioneele belangstelling.
.Monsieur is hongerig?” vroeg hü
De Poolsche staatsspoorwegen hebben een
groot plan in bewerking, om bestaande stoom
treinen te vervangen door motortrelnen. I>
rütuigen zullen elk 86 passagiers kunnen bevat
ten en de treinen zullen een snelheid Kunnen
ontwikkelen van 160 K.M. per uur, waardoor
de hoofdstad Warschau binnen vier uur ver
bonden is met alle belangrijke grensplaatsen
Men verwacht dat tegen Mei 1936 alle ex-
press-treinen motortrein»- "illen zün gewor
den. Des nachts zal men echter stoomtreinen
blüven gebruiken, aangezien deze meer comfort
bieden.
gebracht en rustig op zün geld stond te
wachten.
Zoodra hü weg was, vroeg Juffrouw Oldbury,
die ondertusschen de gordünen neergelaten had,
of ik iets wenschte te eten.
,Jk zal het u niet lastig maken,” antwoordde
ik. „Ik moet toch nog uit."
„O, het is niet lastig, meneer, in het ge
heel niet lastig. Ik kan u een lekker bief
stukje klaarmaken en even gemakkelUk alles
wat u maar zoudt willen hebben
Ik schudde mün hoofd. Eenlge weken ge
leden zou het aanbod van „een lekker bief
stukje” mü een liemelsche boodschap ge
weest zün, maar sindsdien was ik weelderiger
geworden. Ik had het plan mün komst In Lon
den te vieren met een diner aat aan de gele
genheid gelükwaardig zou zün Overigens had
ik ook andere dingen te doen.
„Neen, dank u.” zei ik oeslist. „Ik heb niets
noodlg di
u er een
naar
thuis kunnen komen.”
ZU frommelde in haar zak en haalde een
beurs te voorschün, waaruit zü het gevraagde
artikel opdook.
,Jk ben in den regel niet voor twaalf uur
op’ bed," zei ze. „Wanneer u misschien later
mocht komen, wilt u dan zoo vriendelük zün
het licht in de hal uit te doen? Ik zal u wat
warm water laten brengen door het meisje."
ZU ging weg en sloot de deur achter zich
TV nam mün pakjes en mün koffer en bracht
ze naar de slaapkamer. Ik bekeek mün nieuws
rond en zag, dat ik mü in een
„voorkamer-aan-straat" bevond, met
de goedkoope vitragegordünen. bet leell.ike be
hang en de eenlgszins duffe lucht die daar
thuis behooren. De achterwand van de kamer
de ramen bestond uit een porte-
Mün hospita schuifelde daar heen en