Werkverruiming in de provincie Algemeen verslag verschenen CRITIEK OP BELEID Jan Godsschalk scharrelt z’n kostje laangs den weg Nasleep van een smokkelaffalre VRIJDAG 9 NOVEMBER 1934 Aanval op Gedeputeerden Ongunstige toestand VEILING-OVERZICHT u. 5 Aanval op werkloosheid Het kanalenplan Weinig initiatief De afgeloopen periode Een commissie gevraagd 27 keer in de Aansporing tot gemeente besturen Ged. Staten traden niet stimuleerend op De instelling van een studie commissie wordt gevraagd gevangenis g nogal hopeloos Van je vrienden.... INLEVERING VAN BLOEM BOLLEN Het college verdedigd ’t Geval was Nog meer aanvallen kiHiiihiiiiiniitiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuniiuiitnniiiiiiiiiitiiHiitiiiiiiHiHiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiuiiiiiiuiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiiMimHiuiiiiiiiHiiiii I. =s er er Gedeputeerde n- k „De Streek** kool den In de laatste winters het geval unanieme zeggen, Verder werd 9 Jan. as ge da zuipen ULVENHOUT, 30 Oct. 1934 Menier, 4ik merakel,” ’n dak boven veldwachter veu! vergeven,” is zee dn as ik aange- twee 'm. kunstje. baantje zoo trouwen •>L toet a voe „gif me gaauw nou I I ta :n |oerfl i menier pastoor duuzenden hebben mot een van Men kan het daarbij de particuliere nijverhi werkzaamheid te worden' hoe te 1 altu 30 iet «- ^•itiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiuiiiiiitiuiiiiiiiii BRABANTSCHE BRIEVEN lUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltW houdsplichtigen, veel meer kunnen worden ge daan voor de verbetering en het onderhoud der tertiaire wegen en fietspaden; ook doortrek king van den weg ZandvoortBloemendaal tot IJmulden werd aanbevolen. Met lof werd ge wag gemaakt van wat de banne Harenkarspel op dit gebied doet, doch niet overal is men daartoe in staat. Verder kan wellicht meer werk worden gemaakt van de beplanting langs de wegen. Langs den weg LlmmenAmster dam heeft men in dit opzicht een goed voor beeld gegeven. Ook elders moet men zoo te werk gaan. Gevraagd werd, of vanwege de Provincie reeds een beroep op het Werkfonds gedaan is. Maar Tc zou van mn chaptterke wegdooien en da s nou de bedoeling nle. Maar 'k had 'n inleidingske noodlg, veur den volgenden tiep. Of liever gezeed: veur de menachen die deus brieven lezen en zouwan schrikken as ik dalijk gezeed had da 'k aan huiUe veur ging stellen Jan Godsschalk. twee-en-zeuventlg jaren var teroep zwerver, gehuwd en al zeuven'wlnUg keeren veroordeeld tot gevangenisstraf. Ja, X was 'nen goelen kennis van me. 'k Sprak 'm elke week as'-ie tenminste nle In den bak gestoken zat? Waant ons kameraadschap ging nle zoo wijd, da *k van z’n afwezigheid nte slapen kon en 'm dus zou op gaan zoeken tn z’n Staatslogement. Waant al Is ie twee-en- zeuventlg geworren. Jan logeerde veul in Breda HU prefereerde n „vrUe kamer" boven ,ge- uit- de toe- >re ült- H ^lllllllllllllllllllllllltlIllllllllllllllllllllllllUIIHIIIlll Als tweede voorbeeld werd door verschillende leden het besluit van het College tot opheffen scholen ge- ma- een- *n Paar maanden later, as Ik 's middags thuiskwam, zat le op me te wochten. Trui was ei zenuwachtig van. Alleen, mee 'nen vent die sjuust uit de perrepluu kwam ze was er niks gerust op. „Ge hebt gezopen. Jan.” zee ik. „Tuurlljk,” zee-t-le. „In vier maanden niks q’ad. Twee-zestlg ultgaanskas!’ Z’n oogskes straalden onechuldlg-blaauw In den Februari dag. „Drie borreltjes maar, horre, omda k nsar jou moest, volgens afspraak.” Aan het Algemeen Verslag der Afdeellngen van de Provinciale Staten vap Noord-Holland omtrent de Begrooting der Provinciale Inkom sten en uitgaven vqpr het dienstjaar 1935 ont- leenen wU het volgende: In die omstandigheden Is het gewenscht, ja noodzakelfjk, om te komen tot eene nationale inspanning, om het bedrijfsleven, voor zoover dat mogelijk zal blijken, weer op gang te bren gen. Een krachtige aanval op de werkloosheid dient te worden ondernomen. De Overheid. Rijk, Provinciën en Gemeenten, dienen daarbij voorop te gaan. In de beklaagdenbank van de Haarlemsche rechtbank verscheen’ Donderdag een klein mannetje, die er zoo timide uitzag. oat men hem Inderdaad voor „beklaagd” zou houden Verdachte, een vijftig-jarige bakker, stond te recht wegens overtreding van de.... tabakswet. Op 14 December 1932 hadden nJ. eenige amb tenaren van den Dienst van Invoerrechten en Accijnzen een Inval In zijn woning gedaan en daarbij een doos vol gesmokkeld sigarettenpa pier In beslag genomen, welke verborgen was In een kistje onder een waschtafel op den zol der van het huis. De bakker beweerde bij hoog en laag, dat hij niets van dat sigarettenpapier af wist. Het zou daar op zolder verborgen zijn door een vriend van verdachte, die wel eens bij hem op de thee kwam en ook wel eens op een divan In een benedenkamer van zijn woning sliep. Die vriend behartigde de zaken van zijn moeder. De president: ..Wat voor zaken waren dat?” Verdachte: „Ik geloof zoo lets van contróle in het buitenland Een Inspecteur van de belastingen vertelde, dat die „vriend” gewikkeld was geweest in een groote smokkelaffalre van sigarettenpapier. Het grootste gedeelte van dit papier was bjj Den Helder in beslag genomen, terwijl de rest in verdachte's woning was aangetroffen. De in specteur zeide den indruk te hebben, dat ver dachte er In gevlogen is. De president tot verdachte: ..Laat U wel eens meer personen, die bjj U op bezoek komen, op zolder toe? bent door deze bezoeken van Uw vriend leelijk „op de koffie gekomen!”” Verdachte deelde mede, dat de vriend een kast met kleedingstukken op zijn zolder had en In die kast was. zonder dat verdachte er iets van wist, het sigarettenpapier verborgen Van de smokkelaffalre wist hjj niets af. hij was slechts heel toevallig met den vriend in aan raking gekomen. Een andere belastinginspecteur, als getuige gehoord, zeide eveneens te vermoeden dat ver dachte niets van het geval wist. De Rijksadvocaat tot getuige: „Was die vriend niet met verdachte’s dochter verloofd?” Getuige: ..Daar weet ik niets van. daar houd Ik me buiten Vervolgens werd de vriend gehoord, een kroes harige, bruinkleurige neger, die op luiden toon sprak over het onrecht dat hem is aangedaan ,.De menschen hebben me al mijn geld ontno men,” zeide hij. De president bepaalde hem jgauw tot de zaak, waar het hier om gaat en gegaan. Met de modemteeering van het wa- terschapswezen werd krachtig voortgegaan. De wereldcrisis heeft men niet kunnen tegenhou den, doch wel hare gevolgen binnen de gren zen van wat provinciaal mogelijk is. getemperd, o>. door hulp te bieden.aan tuinders en land bouwers, zoolang de Regeerlng zich het lot de zer groepen nog niet had aangetrokken. Zoo heeft ook hier de democratie, zonder dat zij er veel ophef van maakte, bewezen, dat zij tot groote dingen In staat te, als men haar de mo gelijkheid tot arbeiden laat. Dit gevoel van bevrediging kon zieh echter niet over de geheele periode uitstrekken. In den laatsten tijd hadden de leden, hier aan het woord, een bedenkelijke afbuiging van de een maal uitgestippelde lijn waargenomen; ook had den zy den indruk, dat de In ons staatsrecht wortelende autonome positie van het Gewest niet steeds voldoende door het College werd In gezien en tegenover het Centrale Gezag verde digd. meenschappelUk verkeer" waar ie, vanweuge zijnen eerbledwèèrdigen leeftijd recht op had! „Maar Dré," hee-t-ie me ’s verteld: „ge kunt nle geleuven, jonk, wa-d-’n schobbenjakker, daar gemeenschappelijk zitten. Ze zouwen wcrendtg •nen mensch slecht maken. Daarom vraag ik altjj „eenzaam”. D’n ofcier kent me goed, dus óa krijg ik altU wel veur malkaar.” Ik verassereer oe, amico. dat le da-d-allegaar vertelde mee ’n ernst, as da gij zeggen zou „ik scheer me-n-eigen liever zelf, waant 'k mot bij den barbier altij zoo laank wochten Jan Godsschalk hoe komt ie aan den naarn. Antoine de Mont Blanc had 'm nle schonder kunnen kiezen veur d'n Jan Jan Godsschalk dan, heb ik ’n jaar of tien gekend. As ik ’m leerde kennen, hij liep toen naar de vjjf-en- zestig, was le nog vrijgezel. Hij Is daarna nog 'n paar jaren getrouwd. Z’n ennigste „levens- laank” dat le op most knappen en.... on schuldig nog wel. Afijnl Jan schreef- „Beste Vrind Dré. Veel heil en zeege In 't nieuwe jaar. Ik stel het pulk Hoop van jou X zelfste te moge vei^eeme. Strenge winter, 't Is hier goed te merken. Maar zoo lank den lepel In den ratspot stikt, treuren wij nog niet. De guide is die dag schoon aange- zope. Nog wel bedankt. Tot over 69 dagen Nog maals veel heil en zeege Uw minzamen vrind J GODSSCHALK (47) as ik 'm flieèn gui- Geconstateerd werd, dat het aantal werk- lóozen, in onze provincie te werk gesteld, niet alleen relatief, maar ook absoluut geringer is dan in andere procinclap. Deze achterstand is wellicht een gevolg van het lelt, dat de zoo hoog noodlge ervaring en kennis op dit gebied by de verschillende gemeentebesturen ontbre ken. Daarom dient de Provincie de gemeente besturen op te wekken, objecten van werkver ruiming en werkverschaffing op te sporen en de plannen tot uitvoering van dartoe dienende werken in concreten vorm gereed te maken. Men wachte niet zooals thans geschiedt tot de gemeentebesturen om steun verzoeken. Voor die plaatselijke besturen, die niet genoeg initiatief hebben en niet voldoende geoutilleerd zfjn om zulke plannen uit te werken, is het gewenscht. dat. zooals in andere gewesten reeds is geschied, ook in Noord-Hollgnd eene kleine commissie worde benoemd, waarin b.v. een lid van Gedeputeerde Staten, de Hoofdingenleur- Directeur van den Provincialen Waterstaat en de Rljksinspecteur van de werkverschaffing zitting zouden kunnen hebben, welke commis sie den gemeentebesturen van voorlichting' zou kunnen dienen om te komen tot uitvoering van bepaalde werken, welke commissie tevens actl- veerend en stimuleerend zou kunnen optre den. Ook ten opzichte van de werkverschaffing en ontwikkeling van de jonge werkloozen werd op krachtiger werkzaamheid van de Provincie aangedrongen. Voor deze categorie moet op het terrein van uitvoering van werkobjecten. inrichting van leer- en werkkampen, ontwik keling en ontspanning, het werk der gemeenten sterker worden gestimuleerd. Ook hief zou eene Provinciale commissie van advies goed werk kunnen doen, zoowel bU de voorbereiding als bjj de leiding der uitvoering. j JMbter n^et laten. Ook lë^Bhient to grootere “rflmprikkeld en daarbij te worefth gesteund. Regelmatig onderzoek naar nieuwe ftiogeiwcheden van vestiging en uitbrei ding van industrieele bedrijven, voorlichting van belanghebbenden, het steunen van gemotiveer de pogingen om tot uitbreiding van het be drijfsleven te komen, zijn In dezen tijd gebo den Dat zal met vrucht kunnen gebeuren door oprichting, in samenwerking wellicht met gemeentebesturen. Kamers van Koophandel en Fabrieken en dergelijke lichamen, van een Eco nomisch-Technologisch Instituut, zooals er reeds een in het zuiden van ons land werkzaam is. Daarnaast zal de mogelijkheid van de stich ting van eene Industriebank voor Noord-Hol land dienen te worden onderzocht. Toegegeven werd, dat het gewenscht is, dat het Rijk hier In alle Afdeekngen werd door verschillende leden allereerst aandacht geschonken aan den ongunstlgen toestand, in welken de bevolking van het gewest zich bevindt. De economische crisis, periodiek verschijnsel in het kapitalis tische stelsel, aldus betoogen zij, blijft handel eh industrie, land- en tuinbouw teisteren. Men kon misschien voor een enkelen tak van be- drijf van eenige opleving gewagen, alles wjjst er op. dat men met een moeilijken winter re kening zal moeten houden. De werkloosheid in de staden vertoont eerder eene neiging tot stij gen dan tot dalen en op hat land zijn er zoo wel bij de arbeiders als bij tal van zelfstandige boeren en tuinders teekenen van armoede waar te nemen. In dit beeld zag men het wel als lichtpunten, dat althans sommige producten van het land men noemde aardappelen en boonen -prijzen hebben opgebracht, die eeni ge winst lieten, men wilde het,.evenmin over het hoofd zien, dat men voor de komende maanden rekent op een ruimeren export van kool dan in de laatste winters het geval was. doch men moest ook wel aandacht schenken aam de betalingsmoeilijkheden met Duitsch- land, die den export belemmeren, zoo niet be letten. Zoo de menschen malkander beter kenden ze zouden mal kander minder haten. Maar X is sjuust zoo moeilijk malkaar te leeren kennen. Waant lederen mensch doet z’n eigen aanders veur, dan le te. Ik ben er van overtuigd, amico, dat gij aan gin van alle tiepekens die ’k oe al beschreef, ’nen diepen hekel hebt gekregen. Ondaanks dat er ’n paar zlgeunders tusschendeur loopen, die nouwja, die ge op t cog mee gin tang zoudt vastpakken. „Veul weten Fraanschman. Da’s veural ’n geldige spreuk op den enkelen tiep, op den Individu. ’n Hollandsch spreekwoord Zegt dan ok: „de cmstaandlgheden vurmen den mensch”, wa sjuust te uitgedrukt. Ik heb er eenen gekend die heel z’n leven deur de weaceld rolde met X „leenen” van rUksdaalders, tientjes en dubbel tjes-veur-den-tram. Sommlgten noemden ’m op X lest „oplichter" en ik beloof oe, amico, dat er heel veul respec tabele zakenlui zijn, die dichter bij oplichting staan dan deuzen beroeps-leener. Maar zoo te X in de weareld: ge kunt de motachappU beter afzetten veur ’n ton da' veur ’n dubbeltje. X Is.... makkelijker ok! As Ik jou wil komen spreken veur de leenlng van tienduuzend gulden, dan vind, gij X de moeite wèèro om ’s naar me te iflcteren. En as ik dan maar de gaaf heb om beter te pra ten. dan gij om centen vast te houwen dan gaal ik mee de duuzendjes oew deur uit. Maar as ik aanbel veur ’n dubbeltje.. ollee, dan elfde nle thuis Dan hedde gij wel wa beters te doerf As menier pastoor duuzenden hebben mot om ’n kerk te bouwen, dan komen die duu zenden er. Als le later in diezelfde kerk; bij aiezelfste menschen mee ’n open schaal rond gaat, om z’n hypotheekrente bij mekaar te krabbelen, dan dan schepen ze m af mee In Indisch dubbeltje of. mee de twee cen ten, die ze nou nle in X kerkzakske doen....! de leiding neemt. Doch waar dit van de hui dige Regeerlng, krachtens hare uitlatingen op dit punt, niet kan worden verwacht, schiet niet anders dan gewestelijk Initiatief over. Langs dien weg ware wellicht ook een en ander te doem tot opleving van de in verval geraakte Noordzeevlsscherij en den scheepsbouw. De leden, hier aan het woord, gaven te ken nen, dat zij dan ook voornemens zijn een voor stel bij de Staten in te dienen van tweeërlei strekking le. om zoo spoedig mogelijk In te stellen eene commissie, welke de gemeentebesturen van voorlichting zal kunnen dienen om te komen tot uitvoering van bepaalde werken, welke com missie ook actlveerend en stimuleerend sal kun nen optreden. 2e. om te komen tot oprichting van een Eco nomisch-Technologisch Instituut voor Noord- Holland en de mogelijkheid te onderzoeken van de stichting van eene Industriebank voor dit gewest. Een ander lid deelde in dit verband mede, dat hij. gebruik makende van het recht, dat artikel 38bis van het Reglement van Orde den Statenleden geeft, op 6 September j.l. de vol gende schriftelljke vragen tot Gedeputeerde Staten heeft gericht: le. Hebben Gedeputeerde Staten kennis ge nomen van: a. de voorstellen, die door de Staten van de provincie Limburg zijn aangenomen, betrek king hebbende op de stichting van eene In dustriebank? b. het initiatief, genomen door den Commis saris der Koningin in de provincie Groningen, met het doel, in overleg met de in de noorde lijke provinciën gevestigde Kamers van Koop handel en Fabrieken en de Departementen van de Maatschapolj voor Nijverheid en Han del. te komen tot het in studie nemen van de vraag of. en zoo ja. wat er geschieden moet in het belang van den economlschen toestand in de noordelijke provinciën? c. het voorstel van den heer E. Polak e.a., gedaan in den Amsterdamschen Gemeenteraad, tot oprichting van eene Industriebank en een Economisch en Technologisch Instituut? 2e. ZUn Gedeputeerde Staten niet van oor deel. dat ook voor onze provincie het ge wenscht is de vraag in studie te nemen of de Provinciale Overheid in eenigerlei vorm steun kan verleenen aan de in onze provincie ge vestigde takken van handel, industrie, scheep vaart. vlsscherlj. land- en tuinbouw, teneinde zoo mogelijk ’n algemeenen wederopbloei te be vorderen. en in welken vorm deze steun ver leend kan worden? 3e Zoo ja, zijn zij dan bereid hiertoe het initiatief te nemen? 4e Zou het rapport-Minderhoud, hetwelk nog steeds door de Staten wordt ingewacht, wat betreft land- en tuinbouw eenig licht kunnen brengen? 5e. Kunnen Gedeputeerde Staten wanneer dit rapport gereed zal ,zljn? Het lid. hier aan het woord, had tot Gede puteerde Staten het verzoek gericht, hun ant woord op deze vragen vóór de behandeling dezer begrooting te mogen kennen. Tot zijne teleur stelling was aan dat verzoek niet voldaan. Hij immers te, evenals vele andere leden, van mee- nlng. dat ook van het Provinciaal Bestuur van Noordholland energieke pogingen dienen uit te gaan, om het economische leven nieuw bloed toe te voeren. Wat land- en tuinbouw betreft, wengcht dit lid te weten, tegen wanneer het rapport der commtesle-Mlnderboud betreffende deze materie kan worden tegemoet gezien. Wat in het bijzonder het gewest Noord-Hol land betreft, er werd op gewezen, dat welis waar telken jare onder den titel ..Bijdragen in de kosten van werkverruiming en verdere kosten van bestrijding der werkloosheid” post van 200 000 aan de uitgaven-zUde de begrooting der Provinciale inkomsten en uit gaven voorkomt, doch van een doortastend ini tiatief, een flink stimuleerend optreden be merkte men maar weinig. Ook de Ontginnings- maatschapplj, t>Ü welke het Provinciaal Bestuur zoo nauw is betrokken, heeft de verwachtingen, die op haar gesteld waren, niet tn vervulling doen gaan in tegenstelling met het werk van dergeljjke ontginningsmaatschappUen in an dere provinciën Toch zijn er wel objecten van werkverruiming en werkverschaffing te vinden, die direct door de Provincie kunnen worden aangevat. Zoo werd er op gewezen, dat de Pro vincie thans in het bezit is van groote duinen complexen. Kan een deel daarvan niet wor den beboscht? Men doet daar wel iets aan. doch het zou op grootere schaal moeten ge beuren. Dat behoeft het eigenaardig schoon der duinen niet te schaden, zooals het Staats- boschbeheer in den omtrek van Schoor! heeft bewezen. Gedacht werd hier in de eerste plaats aan de Geverts- en Egmonder duinen. Voorts zou. in samenwerking met de onder- nog aangedrongen op sneller tempo voor de onder handen zijnde of voorge nomen werken. Gewezen werd bijv, op de tra ge uitvoering van het kanalenplan. Daartegenover werd door een lid opgemerkt, dat dit plan onproductief was, aangezien naar zjjne meening in de toekomst het vervoer te water steeds meer zou vervangen worden door dat te land en men zich dus in de eerste plaats diende toe te leggen op uitbreiding en verbe tering van het wegennet. „Wilde werken. Jan?" „Neeë! Kan h nlemeer ok. Ik scherrel rrfn koetje wel laangs den weg. sjuust as de mus- pc hen.” Tc Was wa begonnen „Maar as ge ’nen ouwen jas veur me hebt. Dré en ’n paar droge schoenen Nou kreeg ik houvast. Waant ’nen mensch die niks noodlg hee, amico, ollee die is de on afhankelijkheid zelvers en dan te er mee gin goeie woorden en mee gin tien pliesie-agenten iets te bereiken veur oe. „Die kunde krijgen, lot „Da’s me te duur,” zee Jan. „Motte dan weer de kast in?" „Teugen d’n winter, ja!” „Hoe dlkkels zijde daar al gewiest?” „Van X Jaar vier Ik m’n zuiveren Veur den vjjf-en-twintigsten keer!” „Witte gij da nouw al?” „Ja. En ’k ben nuuwsgierig of ze X wa van maken!" „Wa van maken?" „Zekers, ’n klein huiselijk feestje!” „En waar hebt ge die vonnissen veur g’ad?’ „Deur de pliesleagenten." „Hè. „Deur de pliesleagenten!!” kwekte-n-ie. 'k Docht da Tc brook, amico. „Hoe legde da-d-ult. Jan?” „Tilburg is m n geboorteplots, ziede! Daar kan 'k nie van scheien. En die jonge dienders, die loeren altU op me Daar is er èénen 'm zie, dan veraander ik. Dan....” Toen stond ie op. Hij wier ineens veul groo- ter. Alle engelachtigheid was weg. „Dan schep ik ’m, ziede.” Toen vertelde-n-ie me z’n vocht mee de sterkste kearete. En won. „Jan!" „Ja!” „Ge mot daar wegblijven!” „Hebben ze „daar” ok gezegd en hij schudde mee z'nen kop den kaant van Breda uit „Dan zal 1 oe helpen aan ’nen jas en komt de volgende week dan om de schoenen.” Zoo heb ik 'm aan *t lijntje gehouwen. Zingende trok ie telkens weg. Op t lest had le ’n wageltje. Waar le t(van- daan haalde? Waar halen zulken alles van daan. Stelen deed le nooit. Z’n zwak x»s._. dc pliesleagenten. Mee zijnen vrijheldsa#» kost le daar nle mee overweg. Op 'nen keer te le gekomen om te vertellen dat ie... ging. ,,’n Lipijk merakel,” zee Jan: „maar n goel wijf. Ze hee *n huteke, In de Griebus In de Breda en Ik word te oud, om altij onder den blooten hemel te slapen.* „Verstaandig. Jan!" Aan belanghebbenden in Noord-Holland. be noorden het Noordaeekanaal, wordt medege deeld, dat op 14 en 15 November as. voor de laatste maal gelegenheid wordt gegeven om bloembollen ter vernietiging in te leveren: A. voor hen, die In 1933 niet geheel aan de inleve- rlngsvoorschrlften hebben voldaan; B. voor hen, die in het plantjaar 1933”34 teveel beplant hadden. De inleveringsdepots. die geopend zijn van 812 uur vm. en van 16 uur nm„ zijn ge vestigd te: Berkhout, terrein tusschen Berkhout en Bobeldijk; Broek op Langendijk. terrein bij Com. Timmerman; Heemskerk, slot Assumburg; Den Helder, langs het Noordholl. Kanaal; Hoog- karspel. achter het station Hoogkarspel. Eveneens in de gemeenten Hlllegom (Zilk), Ltese, Voorhout, Katwijk, Roelofarendsveen, aan de bekende depots. Op 14 November te De Kwa ke! (gemeente Uithoorn); op 15 November op het eiland Texel* aan het bekende depot. Die aangeslotenen, die nog op afdoening van hun Ingediende klacht wachten, zullen vóór bovengenoemde inleveringsdata een ultnoodi- ging ontvangen om namens de Nederlandsche Slerteeltcentrale door een Commissie te worden gehoord. Voor de goede orde wordt nog op het vol gende speciaal de aandacht gevestigd: 1 Bloembollen, aangevoerd wegens in 1933 te weinig ingeleverd en wegens in 1933"34 teveel geplant moeten op afzonderlijke aanvoemota’s worden vermeld. 2. Op elke aanvoemota moet het nummer worden aangegeven, waaronder de kweeker was aangesloten bjj de Nederlandsche Bloembollen kweekers Centrale. 3. Op elke aanvoemota vooral duidelijk ver melden of de bloembollen worden aangevoerd wegens: a. te weinig ingeleverd in 1933; b. te veel geplant in 1933/1934. een noodzakelijke aanpassing: het beleid, gaande van dezelfde opvattingen, te in passing zijner beginselen tot een ander werking gekomen. Door enkele leden werd er de nadruk op ge legd, dat Gedeputeerde Staten voor deze beslui ten geen verantwoording schuldig zijn aan de Staten. Daarin staat ie nle alleen. Ik leerde den Jan kennen op 'nen November dag, 'n jaar of tien gelejen, daags veur ie veur vier maanden naar de „perrepluu” zou gaan, zooas ze hier d’n gevangentekoepel noemen. Hij sprak me aan op den Ulvenhoutschen weg. as ik thuisree, mee mijnen groentenwagel. 'n Klein, taai, uitgedroogd keareltje, mee ’n paar engelblaauwe oogskes en zulver-grljze krullen laanks z’n ooren, sprak me aan. „Dré,” zee-t-ie: „ik ben toch goed sloten?" „Ja, ik ben d’n Dré „Ik ben Jan Godsschalk mee twee essen," stelde-n-ie z'n eigen veur. Over zijnen schou wer droeg le ’n juten zakske; da was overdag ’n excuus veur de marechaussees en 's nachts *n hoofdkussen. Hij had ’n stem as 'nen groe ten, zwaren kearel, maar da kwam, omdat ie altij buiten was en over den wind henen moest praten. „Dré, hedde 'n kwartje veur me?” „Waarveur, Jan?" „Om 'n borreltje te koopen!" ,,’t Valt me nog mee,” lachte-n-ik: „da ge nie zegt, da ge brood mot koopen veur oew zieke vrouw en oew twaalf bioeikes van hin ders.” „M’n zieke vrouw HU trok wezenlijk ’n verontwaardigd „engelen"-gezicht. „Tt Ben vrU- gezel. man. Leve de vrijheid! 'k Gaai morgen vier maanden opknappen 1» Breda en daarom pik ik vandaag 'n paar pierenverschrtkken, waant die schenken ze daar nie, slede!’’ Meteen schoof 'nen geniepigen Noordooster over den natten weg en Jan rilde efkens. Z’n dunne broekske waaide om z’n beenen, da ge de knoken zien kost. „Rotweer,', schold le; Andere leden verklaarden daartegenover, dat de algemeene instemming, waarmede zij het be leid van het huidige College gevolgd hadden, niet verminderd was. Zij waren er ten volle van overtuigd, dat in deze voortdurend somberder tijden anders moest wqrden gehandeld dan men zich vroeger had voofgesteld. Hier gold noodzaak. ZU erkenden dan ook niet, dat hier een ombuiging der democratische lijn had plaats gehad. Men heeft zich go^wongen gezien tot dan vertelde hik dte *U anderen sliepen, de doos met sl^rettenpa^^ op zolder heeft verborgen. NtefluMi wtet er tets van dan alleen hij. 1 De Rijksadvocaat vond dat verdachte ^onbe grijpelijk zorgeloos is opgetreden HU had toch moeten weten wat er in zUn eigen hute ge beurde. Spr vroeg ƒ50 boete, waaraan de Of ficier van Justitie een subsidiaire straf van 5 dagen hechtenis toevoegde. Uitspraak 22 November. aa kwartje, da Tc wa werms in m’n lUf krijg.” „Stade gU heelegaar alleen in de weareld. Jan?" „Ja! Tc Heb alleen maar veur m’n eigen te zurgen, maar as ge aanvechting hedt om twee kwartjes weg te geven. twee borreltjes lust ik ok, Dré.” Z’n engelengezicht proefde d’n tweeden bor rel al. HU lekte z’n blaauwe lippen. lUk ’n poes. „Dus ge gaat mergen den jietoet in?" „Gedaank wel. t Is op den weg te zuur man in deuzen tUd!” Hij schudde z'n eigen binnen z’n veuls te wUe pak. ’t Geval was nogal hopeloos .Jan, as ge me belooft, da ge vandaag over vier maanden bU me thuis komt, om 's te pra ten, dan ga Tc oe nouw 'nen gulden geven Meteen hlew ie z’n witte handje al onder m’n Heus. ..Da’s in order,” zee Jan: „gif op, Dré” „Maar as ge bezopen bU me komt, dan schup ik oe den eersten, den besten sloot in." .Afgesproken," zee Jan. En as ie d’n gulden had, dan llchtte-n-le z’n pet af en kwam er onder da petje ‘nen kalen kop vandaan, om geven van zuiveren krullen, ollee, hij trok werendig op ons pastorke. Zwaaiende mee z'n pet, zong Jan 'n lied, mee 'n stem. dat.... dat ineens onzen Jaan, d’n veldwachter uit den grond leek te verrUzen „Wa doede gU hier,” vroeg den Janus ,Da kan "k aan jou ok vragen.” zee den Jan. D’n Jaan zat ok efkens mee 't „geval” Gods schalk. Waar Jan gebruik van mokte, deur te zeggen: „Saluu Dré, tot over vier maanden.” En hU gooide z’n zakske over zUnen aanderen schouwer, sjuust laanks d'n Jaan z'n oogen en as 'nen vorst liet ie den veldwachter zUnen rug zien. Op Nuuwjaar kreeg ik 'nen brief van Nommer 47, strafgevangenis Breda. Ja d’n mensch is ’n aarig dink! En gelukkig aan éénen kaant. Stel, da me volmokt waren. Dan was de weareld zóó sodemerakels vervelend, ollee. dan was heel de samen leving één groote taal-taaipop, die niemaand lust. Stelt oe veur. dat heel Nederland precies dee en docht, as gij mee oewen kraant zoc gèren wilt! Ge waart meteen uitgeschreven, amico! Da zee ik ’s teugen ons pastorke. Of ik ze ’t éénen keer zeg, ofda 'k ze nou duuzend keeren waarschouw, Dré," zee-t-le; 't helpt allegaar niks." En omda 'k nooit goed hebben kan. dat da goeie, brave keareltje in den put zit, docht ik zoo, "k zal ’m 's laten lachen en ik aantwoord- de: „stelt oew veur, menier pastoor, da wu allemaal daljjk dejen of lieten wa gij ons voor houdt.’’ „Nou. „Nou? Dan hadden me jou over virtien da gen memeer noodlg, menier pastoor. Dan kostte gU gaan stempelen en dit zou me aan m’n hart gaan!” Akelig hebben w’ons eigen gelachen! tWas sjuust. veur z'n deur. En as ik m ef kens nakeek, dan kost le aam per zUnen sleutel in ’t sleutelgat krUgen, zoo schokte-n-ie van X lachen. HU was Ineens opgefleurd. van 41 Amsterdamsche openbare noemd. Indien iets ons volk weeritear moet ken in de meer normale tUden, die toch maal op deze crisis weer zullen volgen dan is het zeker goed volksonderwUs. Een bezuiniging, die de volkskracht verminkt, bereidt verarming voor. Wat moet er terecht komen van het on derwijs in de thans overvulde klassen, die bo vendien samengesteld zUn uit uit elkaar gerukte deelen van wat vroeger een school vormde; bo vendien wordt de ontmoediging en demoralisa tie der werklooze groepen van onderwijzers, die vroeger hunne krachten gaven aan de opvoe ding onzer kinderen, over honderdtallen nieuwe slachtoffers uitgebreid. Deze leden begrepen, dat men hier niet te doen had met besluiten van Gedeputeerde Staten, maar zU be treurden het. dat de democratische meerder heid teloor gegaan was. ZU mogen bedenken, dat zU niet op hun troon tegenover Amsterdam moeten bUven zitten, maar in redelijk overleg met het gemeentebestuur dienen te treden ZU hebben te bedenken, dat Amsterdam is een le vende stad en geen levend lUk. Gaan Gedepu teerden op deze wUze verder, dan maken zU van het gemeentebestuur van Amsterdam „be heerders van goederen in de doode hand." De goedkeuring wordt onthouden aan een klein credletje voor de herstelling van het beeld van Herman HeUermans. De goedkeuring voor grondaankoop, voor het aankoopen van een aantal perceeltjes wordt geweigerd. De vraag dringt zich op: Welken kant sturen Gedeputeerden uit? Er mag toch aangenomen worden, dat Gede puteerden de nooden en moeilUkheden van de gemeenten kennen. Zou het niet juister zUn, indien zU zich tot tolk maakten van de gemeen ten bU de RUksregeerlng en daar aangedrongen al die maatregelen te treffen, noodlg om de ge meente* tegemoet te komen. Over het alge meen worden de gemeenten in ons gewest uit nemend bestuurd, en dus behoorden, naar de meening dezer leden. Gedeputeerde Staten vóór de gemeenten te gaan staan De vraag rijst, of dit optreden van het Col lege van Gedeputeerde niet in strijd geacht moet worden met het ..gentlemen’s agreement,,’ aangegaan tusschen de verschillende partüen bU de verkiezing van dit College. De aandacht werd gevraagd voor het schrij ven van Gedeputeerde Staten aan de Noord- hollandsche gemeenten, waarin aan Burgemees ter en Wethouders werd verzocht de ontwerp- begrootlng aan Gedeputeerde Staten in te zenden nog vóór zU naar den Raad ging. Aan- vankelUk betrof een dergelUke circulaire slechte armlastige gemeenten of gemeenten die arm lastig dreigden te worden; later ook gemeen ten. welker flnancleele toestand gezond te. en waar vooralsnog op een sluitende begrooting kon worden gerekend. Eén dier gemeenten vroeg, of dit geen vergissing was en of ook zU voor opzending van de ontwerp-begrootlng In aanmerking kwam. Het antwoord luidde beves tigend. De leden, hier aan het woord, vroegen wat er op deze wUze nog van de gemeentehjke autono mie terecht kwam. ZU stelden de vraag, of deze circulaire steunt op de Wet, en of Gedeputeer de Staten verplicht waren haar aan alle ge meenten toe te zenden. Vele leden spraken hunne tevredenheid uit ever de Ingediende begrooting. In het bijzonder omdat het aan het College, In samenwerking met de ambtenaren, gelukt te deze zonder be- lastingverhooging of subsidleverlaging sluitend te maken. BU het College werd aangedrongen het peil der uitgaven te drukken; hierbU werd in over weging gegeven een bezulnigings-inspecteur aan te stellen, die zich niet alleen met de provin ciale huishouding, maar ook met de Zieken huizen, den Waterstaat en de Bedrijven zou hebben bezig te houden. Enkele leden drongen aan op verlaging der subsidies. Als lllustartie’ van de betreurenswaardige af buiging van de democratische Hjn werd gewe zen op het besluit van Gedeputeerde Staten, waardoor het raadsbesluit van Amsterdam, waarin garantie werd gegeven aan vier woning bouwverenigingen om voort te kunnen werken in het belang der volkshuisvesting, werd vernie tigd. Niet alleen werd hierdoor een heilzame werkzaamheid geblokkeerd, maar ook werd een zoo noodzakelijke poging om door uitbreiding van het aantal goedkoopere woningen te drij ven naar huurverlaging der bestaande, ge fnuikt. Men zag niet over het hoofd, dat dit be sluit wel niet gegrond was op de argumenten der particuliere bouwers, die niet bereid of in staat zUn de goedkoopere woningproductie ter hand te nemen, maar men achtte het onver klaarbaar, dat een democratisch college het ge zonde initiatief van den Amsterdamschen Raad op den zwakken grond der financier!» draag kracht smoorde. Gedeputeerde Staten hebben over het geheele gebied der volkshuishouding den arbeid van Amsterdam stopgezet. Er werd aan herinnerd, dat het College in 1931 uit een afspraak van een viertal grtppen geboren is. met de bedoeling, dat het de lUn eener democratische politiek, die in de jaren 1927—1931 was gevolgd, zou doortrekken. Wel nu. het bestuur, in de straks afgeloopen vier jaren gevoerd, had duidelUk een democratl- schen inslag getoond en tot een vruchtbare sa menwerking geleid. De financieele toestand der Provincie mag gezond genoemd worden. De bel de groote bedrijven, het electriciteitsbedrUf en dat der waterleiding, hebben zich prachtig ont wikkeld ep bewijzen de bevolking groote dien sten. De uitvoering van het wegenplan vordert gestadig; het gewest wordt overdekt met een net van goed gebouwde wegen. Aan het kana lenplan is een begin van uitvoering gegeven. De drie ziekenhuizen worden zuinig beheerd, doch geven den patiënten ook in geneeskundig op zicht wat zjj behoeven. Het Gooireservaat werd gesticht en uitgebreide dulncomplexen zUn in het bezit van de provinciale gemeenschap over- Het beloop aan de veiling te in de afgeloopen periode iets gunstiger geweest dan tevoren. De koudere weersgesteldheid hield den overmatigen groei van de bloemkool tegen en al had dit nog geen Invloed op den aanvoer, die deze week nog zeer groot was, de kwaliteit werd er toch iets beter door, zoodat het getal uitschot merkbaar kleiner was. dan we sinds weken gewoon zijn. De betalingsmoellUkheden met Dultschland zUn voor onze streek fataal. Wanneer de prijs, zonder noemenswaardlgen export naar Duitsch- land, zich deze week kon handhaven op 7 i 10 cent kan men zich gémakkelijk voorstellen hoe het er uit zou zien als er weer een gewoon han delsverkeer met dit land mogeiyk ware. Door dat het aanbod eerste sport voldoende te en mede als gevolg van de geringe kwaliteit blUft de prUs voor 2e soort laag en komt in enkele gevallen tot aan 5 cent, 3e soort draait nog steeds bU groote massa's door, wat verkocht wordt, geldt 1.50 Éi 2.40. De soort kortbeen die de noteering haalt van 9 tot 13 gld. komt maar weinig voor. Van slaboonen ziet men nog slechte enkele partijtjes, die als ze mooi zijn-, met 3 k 3.50 betaald atorden Blauwe en bonte aardappelen gelden tot 1.50. Bevelanders en eigenheimers tot 130 per baal. De aanvoer van uien bluft zeer klein, beloopt nauwelijks 100 baal daags, ofschoon men toch kan aannemen dat er groote voorraden liggen opgeslagen. De prijs voor grof en groot loopt iets op wat wellicht alleen op rekening van het geringe aanbod komt, prijs voor grof tot 155. groote 1.35 per baal. De belang stelling slaat helaas niet over op drielingen en nep. die niet hooger komen dan f 0.35 en 0.50 per baal De prijs voor koolsoorten blUft stabiel, doch aan den lagen kant. Voor de baste kwaliteit komt rood tot 2.50. geel tot 1.80, voor witte kool komt iets meer vraag waardoor enkele dagen f 180 bedongen werd. Deensche witte f 1.10 per 100 kilo. De teelt van kro'en schrompelt hier als ge volg van de steeds ongunstiger resultaten in, want de aanvoer is klein. Ga nog al, Dré. Waant leve de vrUheld, jonk!” Virtien dagen later kwam ie z'n bruid veurstellen. 'n Oud, verrimpeld wefke, lag op z’n haandwageltje. „Das nou mevrouw Godsschalk,” stelde Jan heur veur, op *n manier of ze nou in den adel verheven was, nou ze zUnen naam droeg Elke week kwamen ze gebeten bij me thuis. Waant „Mevrouw” zat ok in de zaak. Zoo let terlijk meugelUk. Soms 1 a g ze zelfs in Jan z’n ..affaire”, as ze moei wier en op 'n paar baal- zakskes in ’t wageltje ging liggen. „k Neem 'ze altu maar mee,” lee Jan uit: ,.a) heb ik er onderweuge dan ok niks aan veur de zaken Maar X gift aanspraak en kinders laten me thuis nie achter X Wefke zweeg alttj, ’t Was sjuust 'n masker. Zelfs Jan zee wel 's zachtjes: „Wa-d-heb Ik ‘n lillUk merakel op m’nen nek gehaald, Dré.” Maar toch, amico. Jan te nog maar twee keeren veroordeeld, da was veur z'n trouwen en daarna, nooit meer! As ie eenmaal gezelligheid had, aan z’n „111- zijnen kop, dan was zUnen haat teugen 't .Jclabakarium" (zoo noemde-n-le t politiebureau) verdwenen, dan dronk le ok nlemeer tot ie z’n verstaand kwijt was en zoo wier ie ’nen lo”J jm. wen 8»<rel, die gin 'ieg kwaad dee. ’k Heb dikkels gedocht den ’s nie gegeven had. al was *e dan veur je never. op diëën zuren Novemberdag, daags veur Jan zUnen intocht onder de perrepluu. Op ’nen dag kwam le alleen t Wagtltje was leeg. „M'n merakel te dood Dré.” Ik schrok effetjes. Maar Jan bleef pront komen Overleed den eerstvolgenden winter. As ik kUken ging, inyJt huiske, dan was er 'nen brief van Janne. „Beste vrind Dré. Ik ga naar m’n merake'L Bedankt voor alles, wat ge voor ons dee. Ik wensch jou en Trui 'n laank en gelukkig leven, "k Vind alles best, alleen dat kteje waar ik in mot. want leve de vrijheid.' Tc Ben biet bang van doed te gaan Dré. Onze L. H. zal ’t we mee me maken, 'k Heb nooit gerolen en die dienders, die verdienen <V geld makkelijk genogt. Da bietje last van mUn kost er we' bU. Gegroet tot in X vagevuur uw minzamen vrind Jan." D’n Godsschalk had z'n baantje zoo schalks meugelijk afgelegd. Volgens de opvat- tlngs der weareld was le ’nen gepatenteerden gevangenisboef, k Heb 't nooit zoo in hum kunnen zien. As ge de menschen beter kent.... ollee. ge wit wa ’k aan X begin gezeed heb. Veul groeten van Trui en as altu. gin horke minder van oewen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 3