GEVEN IS PLIC H T
a
I
I
1
w
Rijksmiddelen
Medische kroniek
Opheldering in
moorddrama
H. Verbunt - van Dijk
1
voor Ragout
6 voor 10 cent
HONIG’s BOUILLONBLOKJES
I
3 i
1
1
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1934
IDEEËN
Dader is gedetineerd
1,
Pater B. Klumper 4*
Werkverschaffing
NEDERLAND EN JAPAN
I
I Hi
Dé
De
ziekenhuis
Burgemeester beleedigd
voor
r.
Indische leening
De bloei van het hyp
notisme
HULDE AAN HET R. IC WERK
LIEDENVERBOND
Betalingsverkeer met
Duitschland
Als broeder verkleede
oplichter gepakt
fi
5
y
Alléén de naam
A
„uitvinder” uit het
Audiëntie
De verslagene was met 58 mee
steken doorkerfd
koker
f j/ZENUW-TABLETTEN
waarborgt
dat men U geen waardelooze
of schadelijke namaak verkoopt.
Miswijnen, Co dslampolie,
Kerk, kunst op elk gebied
Telef. 348, Tilburg, Casthuisstr. 64
- K
■i
een
in de omgeving van Hoathem
opge-
ind
naar
op
n!
>P
L
TH. H. SCHLICHTING
1
i.
r.
zaak
mede-
Von Ribbentrop, de gevolmachtigde van Hitler inzake de ontwapenings-
kwestie, schijnt -verheugd over zijn bezoek op het Foreign office te
bon den
BATAVIA, 16 Not. (Aneta) De ontwikke
ling van de onderhandelingen tusschen Neder
land en Japan Is thans zoodanig dat het prak
tisch zeker is dat voor het einde van het jaar
de besprekingen zullen zijn beëindigd.
Naar het einde der
onderhandelingen
lat
btj
rll-
ren
De jeugdige J. Wardenler, uit Wolvega, die
zooveel stof heeft doen opwaaien door zijn ..uit
vinding’’ is Vrijdagmiddag uit het Academisch
Ziekenhuis te Groningen ontslagen.
Een raadslid van Laren
de rechtbank
5-
:n
or-
cen
Ike
om
en.
en.
te
als
ver
lijke
»der-
i
ta»
•re
lit
ter
ou
de
sn,
et.
ft.
de
en
et
te
U
t,
ft
n
e
n
n
„on-
over dien
ber
mg
DS-
aar
en-
aar
ren
aar
>reg
ild-
«n
nu
ens
«rel
De wegen- en rijwielbelasting heb
ben over de eerste tien maanden
bvan dit jaar f 20.078.600
bracht.
Drooglegging der Wadden boven
Groningen?
Wij vernemen thans dat mr. Dubois er
in geslaagd is, een gedetineerde in het
Huls van Bewaring te Den Bosch, aan
het praten te krijgen, tegen wien de
vermoedelijke dader, de verdachte neef,
over den moord gesproken heeft
Hij had hem medegedeeld, dat hij
zijn neef vermoord heeft.
Thans is er naar de meening van het
O. M. voldoende bewijs tegen den man,
die uit anderen hoofde reeds gedeti
neerd is. De Instructie tegen hem is
thans geopend.
Ruim een jaar geleden werd in een weide
nabjj Oss het afschuwelijk verminkte Hjk ge
vonden van zekeren De Ble. De verslagene
was doorkerfd met M messteken.
Verdacht van dezen verachteljjken moord,
werd een jongeman aangehouden, een neef van
den verslagene.
Daar er echter geen voldoende bewijs tegen
den man was geleverd, moest de justitie te
Den Bosch hem eenlge maanden later op vrije
voeten stellen.
Intusschen heeft de maréchaussee te Oss,
die het onderzoek in handen had, dit niet op
gegeven. In voortdurend nauw contact met den
substituut-offlcier van justitie te Den Bosch,
nür. Dubois, werd steeds gespeurd.
Groote geldelijke belooningen werden uitge
loofd voor inlichtingen.
Het te Horst Ingestelde onderzoek inzake de
in Noord-Llmburg door een pseudo-broeder ver
richte oplichtingen, zou, naar de burgemeester
van deze gemeente ons Vrijdagavond mede
deelde, hebben uitgewezen, dat de in het Politie
blad gesignaleerde en als verdacht aangehouden
J. A.. niet de persoon zou zijn, die zich te Horst
aan de bewuste practijken sou hebben schuldig
gemaakt. w
Men is er in geslaagd in de omgeving van
Houthem de 26-jarige A. te arresteeren. Zooals
men weet, heeft A. door zich voor Orde-Broe-
der uit te geven in een aantal plaatsen in Mid
den- en Noord-Llmburg, een groot aantal per
sonen weten op te lichten, in totaal voor on
geveer 4000.
De arrestant wordt naar Horst overgebracht,
waar men het onderzoek het best kan beginnen,
in verband met het groot aantal slachtoffers,
dat A. daar heeft gemaakt.
Zeer bel angry ke redactie noodig
i
:he profeten, die beweren dat er wel
•tschappü is te vormen, waarin alle
Wenschen der Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor
Rotterdam
Het stoffelijk overschot van den
overleden generaal naar
Napels overgebracht
Onze Romeinsche correspondent seinde ons
d.d. 16 dezer:
Nadat de Nederlandsche consul-generaal te
Rome, dr. D. Pennington de Jongh, de noodlge
formaliteiten had verricht, is heden het stof
felijk overschot van den generaal der Fran
ciscanen. pater Klumper, naar Napels overge
bracht. Prof. J. v. d. Velden heeft het lichaam
van den overleden generaal op deze reis bege
leid. Talrijke leden der orde en Nederlanders
waren op het station aanwezig.
De „Osservatore” wijdt, naar aanleiding hier
van, een beschouwing aan de nagedachtenis
van generaal Klumper en herinnert os aan
het woord van Kardinaal Sincere, die getuigde,
dat alle leden van de Oostersche congregatie,
waarvan pater Klumper consultor was ..Zijn
groote nederigheid en goedheid, zijn groote
kennis van recht en moraal, zijn toewijding en
zijn rustig oordeel hadden bewonderd.”
„De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rotterdam, vernemende dat binnenkort
nieuwe besprekingen met Duitschland over het
betalingsverkeer zullen plaats vinden, veroor
looft zich de daarbij betrokken Rotterdamse!»
belangen in de bijzondere aandacht van Uwe
Excellentie aan te bevelen. Zij denkt daarbij
met name aan den doorvoerhandel en de daar
mede gepaard gaande vorderingen wegens Rijn,
vrachten en andere bewezen diensten.
Voorts aan de liquidatie van de oude vorde
ringen binnen een met te langen termijn tegen
een gegarandeerden koers, alsmede aan de
noodzakelijkheid van uitvoering van vroeger af
gesloten handelstransacties zonder discrimi
natie ten aanzien van de betaling. Zij dringt
voorts aan op raadpleging van deskundigen uit
het bedrijfsleven gedurende den geheelen dutir
van de onderhandelingen. Tenslotte veroorlooft
zij zich te wijzen op de wenschelijkheid om na
eventueele afsluiting van een nieuw clearlng-
verdrag van regeerlngswege zoodanige contröle
op den uitvoer te houden, dat de bij goede
functfoneering van de clearing betrokken Ne
derlandsche belangen alle gewaarborgd zullen
zijn.”
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rotterdam heeft het volgende telegram
aan den Minister van Economische Zaken ver
zonden
a
dus het bevel, dat aan den patiënt gegeven
wordt, met de neigingen van den patiënt over
eenkomen, of althans strooken met sommige
neigingen. En zóó begrijpt men de geneeskun
dige werkingen. Want een patiënt, die eener-
zjjds wil genezen worden van sommige zenuw
achtigheden en anderzijds te zwak is. om zich
zelf daarvan te bevrijden, kan door de hypno
tische suggestie een stuk geholpen worden, om
dat deze suggestie overeenkomt met zijn wer
kelijke begeerten.
De school van Bernheim, genaamd de school
.van Nancy, kwam In botsing met de school van
Charcot. In de zaak had Bemheim gelijk; al
deze verschijnselen van hypnotisme, van cata-
lepsle enz. waren niet eenvoudige uitingen van
de ziekte der hysterie, maar dit alles berustte
voor het grootste gedeelte op suggestie; en de
groote dwaling van Charcot was. dat hij dit niet
had gemerkt. De patiënten, die door zün as
sistenten werden gehypnotiseerd en toegeleid,
wat van hen verwacht werd; en deze hysteri
sche personen waren maar al te geneigd om
het populair te zeggen zich zelve voor de
artsen en de honderden studenten interessant
te maken. Maar zouden zij ongevoeligheid ver
toond hebben, als hun niet gesuggereerd was,
ongevoelig te worden? Geen sprake van! Men
versta mij wel: zij waren werkelijk, ongevoelig,
het was geen simulatie; doch deze werkelijke
ongevoeligheid werd te voorschijn geroepen door
de suggestie. Daar kwamen nog andere dingen
bij. Sommige van deze patiënten waren slechts
aan één kant gevoelig, aan den anderen kant
gevoelloos. Het lukte nu. met behulp van een
grooten magneet de gevoelloosheid van de ééne
naar de andere zijde over te brengen. Dit was
de beroemde metallotheraple. De leerlingen van
Charcot gingen zoo ver, dat zij patiënten aan
een hysterisch persoon vastbonden, rug aan
rug. en met de magneet de ziekte van den één
op den ander overbrachten. Het heeft niet lang
geduurd, voordat men algemeen inzag, dat de
groote Charcot er In gevlogen was. Dus nu,
zult ge denken, triomfeerde de school van Bern
heim. O neen. Ook Bernheim had overdreven;
hij meende, dat bijna iedereen te hypnotisee
rden was. dat de suggestie zoo sterk was. dat
men in hypnose misdaden kon commandeeren
hij overschatte ook de geneeskundige kracht van
de hypnose. Maar dit alles gaf den doorslag
niet. Charcot, het groote licht, had zich ver
gist. Daardoor kwam de geheele hypnose weer
in een slechten reuk. In enkele jaren kwijnden
alle wetenschappelijke vereenlgingen voor hyp
nose. en verdwenen de tijdschriften. Langs
hoevele dwaalwegen komt de menschelijke ken
nis iets verder; wanneer de menschen tenmin
ste niet, ontmoedigd door de dwalingen, de ge
heele zaak laten rusten. Zoo is het ook hier
gegaan.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Donderdag geen audiëntie ver-
leenen.
De Katholieke Arbeiders Partij, afdeellng Den
Haag, heeft in haar openbare vergadering, ge
houden op 13 dezer, de navolgende motie aan
genomen:
„De Katholieke Arbeiders Partij, afdaling
Den Haag, in openbare vergadering bijeen op
13 November 1034 brengt door deze hulde aan
de leiding van het RK. Werkliedenverbond en
in het bijzonder asm zijn leider, den heer A. O.
de Bruyn, voor de groote bemoeiingen, verricht
ten opzichte van het brengen van eenlge ver
lichting voor de groote lijdende volksmassa, als
mede voor de taaie volharding, dienaangaande
en gaat over tot de orde van den dag”.
De aangehoudene niet de
schuldige?
nu een patiënt hypnotiseert, zegt Bemheim,
dan gaat dit toch eigenlijk zeer eenvoudig. „Ik
zeg hem: zie mij goed aan, en denk alleen aan
slapen, gij zult uwe oogleden zwaar voelen wor
den. een vermoeidheid in uwe oogenuw
oogen gaan knipperen, zij worden vochtig, het
gezicht wordt troebeluwe oogen sluiten
zich, gij kunt ze niet meer openengij voelt
niets meer, uwe handen blijven onbeweeglijk,
gij ziet niets meer, nu komt de slaap; en dan
zeg ik op een eenigszins bevelenden toon:
slaap! en dikwijls geeft dit woord den door
slag; de oogen gaan dicht, de patiënt slaapt.”
Dan is de patiënt buitengewoon gevoelig voor
suggestie. Wanneer jnen zijn ledematen in een
bepaalde houding brengt, blijven zü daarin;
wanneer men dit tenminste maar suggereert;
de patiënt maakt verschillende bewegingen,
loopt, danst enz., wanneer men dit maar sug
gereert; hij ziet en hoort alle dingen, die men
hem wil laten hooren en zien, als men hem
maar suggereert; ook is de patiënt ongevoelig
voor pijn of aanraking, wanneer men dat
wenscht, en wanneer de patiënt weet, dat men
zulks wenscht.
Er zijn dus zoowel positieve suggesties, als
negatieve suggesties. Maar daarbij blijft het niet.
Men kan den patiënt zelfs commanded en, om
iets te doen, nadat de hypnotische slaap ge
ëindigd is.
De heer van Bernheim is dus duidelijk. Door
de suggestie raakt de „patiënt” in een eigen-
aardigen geestestoestand, waarin elke voorstel
ling dadelijk en automatisch door de daad ge
volgd wordt, zonder dat de vrije wil zich daar
in mengt.
Ik herinner mij nog gelezen te hebben, toen
ik jong was, over het vraagstuk, of men iemand
misdaden kon suggereeren. Welnu, deze kwestie
was in de jaren tusschen 1880 en 1890 zeer ac
tueel. Bernheim zelf had er proeven mee geno
men. Hjj zeide tot iemand, die in hypnose was,
dat deze in enkele minuten een zeker persoon
zou zien binnenkomen, en hij gelastte den pa
tiënt om dezen persoon met een mes te dooden.
Hij gaf den patiënt een mes het was een
stomp vouwbeen, en hij wees hem het slacht
offer aan; dat was een groot stuk wit papier.
De gehypnotiseerde wi$rp zich op zijn slacht
offer en hieuw en kerfde, dat het een lust was.
In Parijs, zeide Bemheim. zjjn minstens 100 000
jjersonen. die in enkele minuten gehypnotiseerd
kunnen worden, en in dien toestand met uiterst
weinig moeite er toe gebracht kunnen worden,
om duizenden moorden te plegen.
Maar vraagt men nu. of er ooit een misdaad
in hypnose gepleegd is, dan moet het ant
woord ontkennend luiden. Men heeft ook deze
->f genomen en den gehypnotiseerde een wer-
Jke misdaad gesuggereerd: maar zie. met een
echt mes op een echten mensch losgaan, dat
deed de gehypnotiseerde niet. Blijkbaar moet
eeds vóór een half jaar heb ik enkele
Iv woorden gezegd over de behandeling van
•l'- hysterie door Charcot, den beroemden
professor in de zenuwziekten van de Salpétrière
te Parijs. Toch is dit hoofdstuk zoo interessant,
dat wij er hier nog wel eens op terug willen
komen. Charcot, een van de groote Fransche
beroemdheden, had zooals weinigen vóór hem
de ziekten van hersenen en ruggemerg bestu
deerd. De ziekten van het ruggemerg hebben
als voornaamste verschijnselen veranderingen
in de spierbeweging, zooals verlamming, kramp,
verslapping en voortdurende kramp, die con
tractuur genoemd wordt. Verder komen daarbij
voor veranderingen in het gevoel, nJ. het tast
gevoel, het gevoel voor warmte en koude, het
gevoel voor pijn en het diepe gevoel. Ten derde
zijn ook de reflexen zeer belangrijk, om den
aard van deze ruggemergzlekten vast te stellen.
Algemeen bekend is b.v. de kniepeesreflex; wan
neer men iemand een tikje geeft vlak onder
de knieschijf, dan wordt het onderbeen ge
strekt. Welnu, Charcot was een meester in de
kennis der ruggemergzlekten: de methode om
deze te onderkennen, was nauwkeurig door hem
uitgewerkt, en bovendien was deze methode
wetenschappelijk en precies: de veranderingen
in de spierbeweging, in het gevoel, en in de
reflexen waren voor een leder nauwkeurig te
controleeren, en op elk oogenblik van dag en
nacht na te gaan.
Op deze manier en met deze onderzoekings
methoden wilde nu Charcot wel het groote pro
bleem van het hypnotisme bestudeeren. Reeds
driemaal had de Fransche geneeskundige Aca
demie gezegd,- dat zij met dezen bedrieglijken
rommel niets te doen wilde hebben. Reeds
twintig jaren en langer durfde niemand zich
meer hiermee bezig houden behalve zij, die
niet bang waren voor charlatans gehouden te
worden. Maar nu kwam de groote Charcot zel
ve met een schoon rapport bij de Fransche aca
demie, en deed een groot verslag van zijn be
vindingen bü patiënten, die aan hysterie leden.
In t kort waren de verschijnselen deze. Er
deden zich bij deze patiënten achtereenvolgens
drie toestanden voor, die tezamen het groote
hypnotisme werden genoemd.
Men sloot de patiënte de oogen, zij viel dan
in een toestand van versuffing (lethargie),
waarin zij niets waarnam, en op niets rea
geerde, behalve dat sommige huidprikkels eigen
aardige spierbewegingen konden teweegbrengen.
Wanneer men nu de patiënte (het waren bijna
steeds vrouwen) plotse'ing de oogen opende, dan
gng de patiënte over in ’n toestand van kata-
lepsie. Dan kon men aan elk der ledematen
elke willekeurige houding geven en daarin bleef
het dan volharden, zoolang men wilde. Maar
de eigenaardige prikkelbaarheid der spieren was
dan verdwenen. De patiënten vertoonden geen
krampen meer of sterke splersamentrekkingen
alléén maar bleven zü presles in de houding,
die men hun gaf.
Daarna kon men de patiënte in een derden
toestand brengen, bijvoorbeeld door haar duim
te wrijven, en dit was de toestand van som
nambulisme. In dezen toestand was de patiënte
bijzonder vatbaar voor suggestie en vertoonde
ook eigenaardige contracturen.
Welnu, dit alles werd door Charcot voorge
steld als eenvoudige verschijnselen van hysterie,
duidelijke, wetenschappelijk waar te nemen ver
schijnselen; en het woord magnetisme of iets
dergelijks werd niet genoemd.
Nu was het hypnotisme gered, officieel er
kend door de wetenschap; weliswaar in een heel
vreemden vorm, als een zuiver hysterisch ver
schijnsel; maar het gevolg was dat nu ieder
een weer met studiën en boeken voor den dag
durfde te komen. Dat was in 1880. Van alle
kanten werd er nu weer over deze zaken ge
schreven.
De voornaamste schrijver was Bemheim uit
Nancy. In 1884 verscheen van zijn hand een
klein boekje, slechts 110 pagina’s, waarin hij
een geheel andere beschouwing gaf over het
hypnotisme dan Charcot. Bernheim heeft school
gemaakt. Zijne ideeën waren de volgende.
Het hypnotisme is volgens hem in ’t geheel
niet iets, dat alleen bij hysterie voorkomt en
dus zlekeljjk is: het hypnotisme is slechts een
versterking van een normalen toestand. In nor
male omstandigheden bestaat bü een leder
mln of meer neiging om, zoodra een zekere
voorstelling in den geest oprijst, tegelijk ook
deze voorstelling te uiten, d. p. z. tot de daad
over te gaan. Wanneer iemand aan pijn denkt,
trekt hjj vaak al een pijnlijk gezicht, zonder
dat hij dit uitdrukkelijk wil; wanneer iemand
een ander ziet gapen, gaapt hij onwillekeurig
zelf ook.
Het komt voor, dat iemand 's morgens wak
ker in bed ligt, en er aan denkt, ik zeg niet,
zich voorneemt, maar alleen er aan denkt, om
op te staan. Zijn gedachten wijken een oogen
blik, en plotseling staat hij op. Alléén al de
voorstelling van het opstaan doet hem oprijzen,
een uitdrukkelijk wilsbesluit is hiervoor niet
noodig. pooel
Men zou deze handelingen wel automatismen Reïijl
kunnen noemen, omdat deze handelingen auto
matisch op de voorstelling volgen. Wanneer men
Naar wij vernemen is de inschrijving voor
de nieuwe Indische Consolidatleleenlng der
mate geslaagd, dat een zeer belangrijke reductie
zal moeten worden toegepast.
1 talen, anders verliest men zijn credlet; belas
ting ontduiken is gevaarlijk: achter het aan
giftebiljet grijnst de strafrechter, De liefdadig
heid echter kan men op deze wereld straffeloos
ontloopen! En toch, wie zijn budget vaststelt,
zonder daarop een zeer behoorlijken post voor
den noodlijdenden mensch uit te trekken, be
driegt zich zelf en zal eenmaal een Rechter
tegenover zich vinden, wiens gestrengheid on-
verblddeljjk is, omdat Hij de rechtvaardigheid
zelf is. En op géén punt heeft Christus zich
duidelijker uitgesproken dan juist Vest opzichte
van de aalmoes.
juist in dezen tijd, nu er geen twijfel meer
is of er wordt rondom ons heen heel veel ge-
brek geleden. Juist nü spreekt de plicht om te
geven, om mee te deelen van hetgeen wij over
hebben, allerdringendst, t Is gewetensplicht I
En al wordt er den noch in het Evangelie,
noch in den catechismus aangegeven, welk per
centage van ons inkomen wü moeten weg
schenken: er staat geschreven, dat we moeten
geven van wat wij over hebben en dat wü ge
makkelijk, dat is zonder morren, met royale
hand en blijmoedig, moeten geven.
Hebben wij niets over? TqJ eens op, hoeveel
wij per dag uitgeven voor luxe, dat is. voor
alles, wat niet strikt noodig 4t voor ons levens
onderhoud en voor onze passende verschijning
naar bulten. Al wat wij aan genotmiddelen, aan
vermaak, aan ontspanning besteden hebben wij
over. Welnu, het is dure plicht om een ruim
deel daarvan aan den arme te schenken. Ge
beurde dit, wat zou er minder ellende geleden
worden; wat zou de maatschappij er, ondanks
alle malaise, nog veel beter uitzien.
Laten wij daarover, dat is over onzen plicht
tot geven eens nadenken en nog liever daar
naar handelen. Wanneer we er een beweging
van konden maken, zouden we de crisis voor
een aanmerkelijk deel hebben opgelost.
LIBRA.
n In October ruim 8l/i ton boven de
raming en f 3.4 millioen meer
dan in October 1933
De Rijksmiddelen hebben over
October f 33.040.132 opgebracht
of ruim 8 .'4 ton meer dan de raming
tegen f 29.639.347 in October 1933.
Over de eerste tien maanden
van dit jaar was de opbrengst
f 293.306.788 tegen f 267.515.256
in hetzelfde tijdvak van het vorige
jaar.
De raming Voor de tien maanden
bedroeg echter f 322.097.916, zoo-
dat de opbrengst daar f 28.791.128
beneden gebleven is.
Woensdag 28 November fa. moet bet raads
lid P. van P. te Laren voor de Vierde Kamer
der Arrondlssements-Rechtbank te Amsterdam
terecht staan, wegens beleedlging van den bur
gemeester van Laren, jhr. H L. M. v. Nispen
tot Sevenaer, tijdens de raadszitting van 26
Februari.
Er zijn in deze zaak zes getuigen gedagvaard,
o.w. de burgemeester.
Er ligt tans, naar „De Telegraaf” weet mee
te deelen, een plan ter visie van de hooge auto
riteiten in den lande, dat alle kans heeft, uit
gevoerd te zullen worden. <r
Dat plan is met een grooten naam te noe
men: „Drooglegging van de Waddenzee tus
schen de Groninger kust en de eilanden Schier
monnikoog en Rottumeroog."
Het plan is in groote trekken bekend.
Beteugeling van de verschillende stroomsnel
heden in de geulen van de Waddenzee door het
aanleggen van dijken ter bevordering van de
slib-afzetting. Dijken, die misschien zullen loo-
pen van de kust naar de twee eilanden: het
Friesche Schiermonnikoog en het Gronlngsche
Rottum. En dan tusschen die dijken een sy
steem van landwinning als gebruikelijk is aan
de Sleeswijk-Holsteinsche Noordzeekusten.
Bekend is ook, dat men er in Den Haag veel
voor gevoelt. Minister Kalff heeft enkele weken
geleden persoonlijk den toestand ter plaatse in
oogenschouw genomen. Het plan gaat natuur
lijk den Groninger landbouw, vertegenwoordigd
door de Groninger Maatschappij van Land
bouw, bijzonder ter harte.
Nader vernemen wij, dat Wardenier
Wolvega Is teruggegaan. Men achtte het voor
zijn gezondheidstoestand het beste, dat hij
weer in het gewone leven terugkeerde.
w t et zijn de groote dwalingen, diq telkens
H f 1^ weer duizenden van kerk en geloof af-
trekken en ten verderve voeren. Nu eens
zijn het ketterijen op godsdienstig gebied, val-
sche leerstellingen omtrent den uitleg der Evan
geliën, omtrent gezag en onfeilbaarheid van
Kerk en Paus, omtrent eenheid en onverbreek
baarheid van het huwelijk; dan weer dwalin
gen omtrent het karakter van het wereldsche
gezag, of wel ten opzichte van plichten en
rechten van individu, staat en gemeenschap
die groote geestelijke beroeringen verwekken en
duizenden den rug doen toekeeren aan de kerk
en hun eeuwig heil, omdat de zuivere le4r hun
te hard is. Een der groote moderne dwalingen
is de valsche opvatting, als zou de maatschap
pij in een gelukkige samenleving veranderd wor
den, wanneer het privaat bezit maar werd op
geheven en alle bestaande rijkdom gelijkelijk
over de ipcnschen werd verdeeld. Socialisme en
communisme hebben deze leer zoo lang gepre
dikt, dat ook ontelbare christenen er mede zijn
besmet, op de eerste plaats tot hun eigen na
deel.
Het is zoo jammer, dat van huis uit goed
godsdienstige menschen ln^igenzinnigh»M ziCh
vastbijten op een valsche stelling, hoe langer
hoe meer het oor aan den vijand leenen en
ten leste heel hun geloof en zaligheid op het
spel zetten. Dit is geen overdrijving. De weg
van geloofsafval van ontelbaren is langs deze
scheeve helling gegaan: het leven brengt mate-
rieelen tegenspoed; er komt een verklaarbare
menschelijke opstandigheid op, die zegt: „waar
om heeft uw broer, uw neef, uw buurman het
■ooveel beter dan gfj? Ge zift toch kinderen
van één vader, althans van één hemelschen
Vader!” Eigenaardig: menschen, die zich blin
delings aan honderd geloofspunten onderwer
pen, kunnen over dit ééne toch zoo logische en
gezonde punt niet heen: God heeft heel de
Schepping, ook den mensch. verschillend en in
oneindige verscheidenheid geschapen, ook in
fortuin. Zoo goed gij uw naaste zijn gezond
heid, zijn verstand, zijn vrouw en kinderen niet
moogt benijden, evenmin moogt ge hem zijn
geld en goed misgunnen. Evenmin als de Kerk
ooit aan iemand kan toestaan te liegen, te
moorden of echtbreuk te plegen, evennün kan
zjj goedkeuren, dat de rechten van den mensch
op privaat bezit hetzij individueel, hetzij col
lectief door een of ander zoogenaamd maat
schappelijk stelsel worden verkracht. En om
dat de Kerk en allen die naar haar richtlijnen
voorlichting en leiding geven, dit beginsel hand
haven, daarom laten duizenden zich verlokken
door valse!
een maats
menschen gelijk zijn en evenveel bezitten. En
die valsche theorie wordt de brug, waarover
ontelbaren naar het communisme overloopen.
Wjj weten wel, dat het in de practijk zoo
simpel niet gaat, als wij hier neerschrijven. Het
conflict duurt bfj zulk een overlooper soms ja
ren. Met woorden zal zulk een ontevreden chris
ten lang volhouden, dat hij geen diefstal of
onteigening van andermans goed wil. Maar hij
redeneert aldus: er zijn zoovele groote kapita
len op onrechtvaardige wijze bijeen gezameld;
er zijn zooveel rijke nletsnutters, die groote ln<-
komens hebben en daarop paraslteeren. Er
moet een macht zijn die hier ingrijpt; de pro
ductiemiddelen moeten geleidelijk in handen der
gemeenschap komen en het teren op inkomsten
zonder arbeid moet verboden worden. Zoo zal
er langzaam aan een betere verhouding in het
bezit komen.
Er is maar weinig nadenken voor noodig om
in te zien, dat hqt, recht op persoonlijk eigen
dom in weinig tijds verloren gaat, wanneer door
de gemeenschap zou worden uitgemaakt, hoe
iemand zijn fortuin moet besteden. Immers
wat is de gemeenschap in de practyis? Een
staatsorgaan of een dictatuur, die door een wis
selvallige en toevallige meerderheid naar boven
wordt gestuwd. En zulk een orgaan zal hier
oordeelen, dat priesters overbodig zijn, omdat
kj) niet „werken”; elders zal men kunstenaars
en geleerden als parasieten beschouwen; de een
zal meenen, dat alleen Industrie en landbouw
•Is nuttige arbeid kan worden aangewend, een
•nder zal het vervaardigen van genotmiddelen
en het aanmaken van zelfs perverse, godlooze
of revolutlonnaire films daaronder betrekken.
Men ziet hoe men, door het laten wegvallen
van een g<zond beginsel, tot de grootste ver
warring komt. Plus XI schreef daarom zoo Juist
in zün Quadragesimo Anno: „Daarom verkon
digen ten onrechte sommigen de stelling, dat
eigendomsrecht en de gepaste uitoefening daar
van door dezelfde grenzen worden omschreven;
en het is nog veel verder bezijden de waarheid,
ti»t door misbruik of niet gebruiken (van zijn
bezit vanzelf het eigendomsrecht vernietigd
«Xi worden of verloren gaan.” Daarna zegt de
Paus verder, bedriegen en vergissen zij zich,
«He hun best doen het individueel karakter van
het eigendomsrecht zoodanig te verzwakken,
•ixt zjj het practlsch wegnemen. Wie dus chris
ten wil zjjn en blijven houdt ook vast aan het
beginsel van de rechtmatigheid van privaat be
nt.
Wanneer wij nu eenerzijds zoo duidelijk en
Uitvoerig mogelijk hebben vastgesteld, dat het
eigendomsrecht ongeschonden moet blijven en
dat niemand het recht heeft aanspraak te ma
ken op het goed van een ander, zelfs niet, wan-
neer die ander zijn eigendom misbruikt, dan
dient verder de vraag beantwoord te worden:
hoe dient nu de bezitter zijn geld en goed te
besteden? In het algemeen gaven wij de vorige
maal de opvatting van de Kerk daaromtrent
reeds aan. De moeilijkheid blijft, schreven wjj,
dat er voor ieder individueel geen maatstaf is
aan te geven.
Dit staat voorop: het recht op bezit is alge
meen, is een natuurrecht; de plicht om van
rijn overvloed te geven aan anderen is per
soonlijk; een leder behoort, voorgellcht door
het Evangelie en de vermaningen der Kerk,
voor eigen geweten uit te maken, hoeveel hij
van zjjn bezit aan anderen moet afstaan.
Wij zeggen: moet af staan. Het Is n.L niet
•te vraag óf wij wel moeten geven; dit Is een
voudig plicht; de vraag is alleen: hoeveel De
vorige maal trokken wij reeds aan de hand
van Paus Leo's uitspraak deze grens: zie eerst
wat gij zelf en de uwen, wat dus het gezin noo
dig heeft om passend te leven. En dan zegt 8t.
Lucas: „Hetgeen over is, geeft het als aal
moes.”
Op het eerste oog zal menigeen geneigd zjjn
te zeggen: wanneer dit waar is, zijn er maar
weinig vermogende», die hun plicht doen. Men
zij met deze conclusie echter voorzichtig. Im
mers, het is niet gemakkelijk te zeggen, althans
bij de meesten niet, wat over is. Wanneer ieder
een het recht en zelfs den plicht heeft om al
lereerst voor de zijnen, dus ook voor de toe
komst van zijn gezin te zorgen, dan is voor een
derde niet zoo licht uit te maken, hcivqz»»ler-
voor op zü moet worden gelegd. Het kan zün
dat iemand te dien opzichte te voorzichtig is
en té veel voor de toekomst zorgt; dan is hier
geen sprake van schuld doch alleen van over
dreven bezorgdheid. Men wachte zich dus wel
heel büzonder vóór een lichtvaardig oordeel In
dit opzicht.
Een ander punt, waaromtrent veel gezondigd
wordt, is de overdreven schatting van wat als
„passende levenswüze" moet worden be
schouwd. .Beveel aan de rüken dezer wereld
gemakkelük te geven en mede te deelen”
schreef St. Paulus. En St. Thomas heeft ons
geleerd, dat onze plicht van naastenliefde ten
opzichte van de aalmoes eerst begint bü het
geen er overschiet, wanneer wü de uitgaven
voor den ons passenden staat en stand hebben
bepaald. Zeer velen denken hierover wel niet
na, maar practlsch beredeneeren zü de
toch zóó, dat er voor den behoeftlgen
mensch weinig of niets overschiet.
Het leven boven zün stand is een 'oude kwaal
waaraan zeker ons geslacht nog niet ontgroeid
is. Integendeel I De meesten zün geneigd om
hun zoogenaamden stand reeds vóór het berei
ken van het daarvoor benoodigde inkomen
hoog op te voeren; ja, het komt dagelüks voor,
dat men schulden maakt om wat men meent
,^*n stand op te houden.”
Leven naar z’n stand wordt meestal zóó op
gevat, dat men boven anderen wil uitsteken,
terwül het niet anders wil zeggen, dan zich ge
dragen en Inrichten naar den gemiddelden
staat van degenen, met wie men uit den aard
züner maatschappelüke positie moet verkee-
ren.
Dat opschroeven van de standseischen heeft
al heel wat ellende veroorzaakt en doet dit nog
dagelüks. Voor heden beküken wü er alleen
dezen kant van: hoeveel doen zü, die boven
hun stand leven, aan de armen te kort? Dit is
zeker niet weinig! Er is niet veel scherpzinnig
heid voor noodig om te ontwaren, dat menschen
die zomers honderden guldens Voor buitenland-
sche reizen over hebben, die geregeld schouw
burgen. bioscopen, feestavonden bezoeken, met
al de kosten ook voor extra kleeding daaraan
verbonden; menschen die partijen en .avond
jes” geven, dat juist zü in de voorste rij staan
van de mopperaars over „die eeuwige lief-
dadigheidspreeken in de kerk”, over dat
ophoudelük gebedel aan de deur”
vloed van aanvragen van liefdadige instellingen
enz. Bü hen behoeft men nooit leta te vragen:
zü „doen al zoo veel”; zü durven de üveraars
en üveraarsters t voor de armen de deur voor
den neus dicht gooien; zü schamen zich niet
een cent of een dubbeltje op een open schaal
te werpen, zelfs als het gaat om hulp voor ge-
loofsgenooten, die honger lüden. Volgens den
staat, waarnaar zü leven, zouden zü zeker het
honderdvoudige móeten geven; maar juist die
opgeschroefde stand maakt, dat zü altüd te
kort komen, wanneer het om de liefdadigheid
gaat.
Ziedaar een ernstige misrekening van zeer
velen. Zün schulden moet men tenslotte be-