DE SCHOOL VAN JUFFROUW BRIL D HET VERKEERS AGENT JE ROODKAPJE „GE-UIVER” MIDDEN IN DEN NACHT DOOR JOH. RAM p VOOR ONZE MEISJES Het keepje Het mutsje u e ’n Broertje van Zwarte Piet i Het jurkje De kousjes De voet De combinatie Het mandje Het broekje Men zet met roode wol en naalden no. 3 van hals tot enkel. Het breien is berekend 34 gt op roor den achter kant van het broekje. De eerste naald breit men recht, maar steekt aan den achter kant In. (Dit moet altijd bij de eerste naald, dan krijgt HET UURTJE VOOR ONZE JEUGD Eindig het i „Wat gebeurt hier?" om meerder We hebben er voor wordt Hoe i Dan komt Puk, die leuke hond, met zijn kwisp’lend staartje. Achter Puk de autobus en dan dikke Klaart je. ongeveer 9 «teken op 2S c.M. Als men voor een grootere pop wil breien, neemt men Iets dikkere wol en dikkere naalden. Men kan alles gemakkelljk langer maken zonder het patroon te verknoeien. De 1 v e r was In Melbourne enhij kreeg z’n voetbalschoenen. de keep en het mutsje. Rijg een lintje door de gaatjes van den hals. Pers het met een lauwen bout. Dan volgt, in een wagentje, Babypopje Antje. En pop Klaasje en pop Loes loopen hand aan handje. Voorop staat de pinguïn, dan komt vrouw Karlijntje; vlak daarachter Beertje Brom; daarna 't houten treintje. Waren in den morgenstond Druk aan ‘t lachen en aan 't praten, Omdat geen het goed kon laten. Haasje Flap was teer verheugd. En het paste bij haar jeugd Om het luide uit te zingen, En te dansen en te springen. Vinden jullie het soms malt Lees dan maar wat volgen tal en Geysen- r j a g e r Onze Bever was wat laat, Zoo dat meer met treuzels gaat. Die maar toeken naar hun dassen, En vergeten zich te wasschen! Maar gelukkig tei zus To: „Op mijn stelten ben jé er zoo, Neem ze maar eens voor een keertje. JU vervelend langzaam haartje." Dol gelukkig ging nu Ton Werkelijk too hard hij kon. Maar de Eekhoorn uit het woud, Had een allerleukste kout. Met een klein en lief Konijntje, 't Jongste kind van Pim en Trijntje- "t Kleine ding was niet op school. Maar hield toch van echte jool, Daarom mocht zij van de ktnd’ren Mits ze niemand daar zou hind’ren Ook gezellig in de schuur, Bij het knusse knappend vuur. Heel op 1 eind de witte eend met z’n bek wijd open..». ....Verkeersagentje heft zijn hand: Nu mag de stoet gaan loopen! Fransje speelt Verkeersagent jet heel zijn speelgoedtroepje staat te wachten, tn een rif, netjes langs het stoepje. Juffrouw BrU, dat goede mensch, Hfld allang een grooten wensch. Om de ktnd’ren te tracteeren. Na al 't zwoegen en het leeren. Want het lezen, taal en kaart Ging fn zulk een groote vaart, Dat het Varken alle klassen Met een fuifje wou verrassen. Hier ziet elk het Varken gaan Met haar beste kleedje aan. kant. Hals gehaakt pl tig doekje I naai de zl We beginnen met den onder voorkant en zetten 48 st. op met roode wol en dezelfde naalden.. De eerste naald weer r. (van ach teren Insteken); dan 3 naalden aver., r„ aver. Brei een rU gaatjes zooals bij X broek je, dan 8 naalden r. aver, en dan nog een rij gaatjes om ’n leuk open randje te krijgen. Brei hierna 40 naal den r., aver., tot aan het middel. Nu rand lint. 1 knotje roode en een kwart knotje witte wol (3 of 4 draads), 1 klein kluwetje roode kunstzijde, 1 beenen haakpen (middelmaat) 1 stalen haakpen no. 7, 2 breinaalden no. 3, 1 M smal rood lint, ongeveer 1 c.M. breed, 1 M. rood lint ongeveer 2 c.M. breed. Het smalle is voor het ondergoed, het breeders voor het keepje en voor het jurkje. En dan nog een paar draadjes roode en naturel raffia voor het mandje. De kleertjes zijn berekend voor een pop van ongeveer 40 cM. volle lengte en 25 cM. Begin met dezelfde naalden en roode 28 st. op te zetten. Brei ze weer recht en steek aan den ach terkant in. Brei aver, terug. Nu weer een gaatjesrand maken zooals bij X broekje. Dan 16 naalden 'r. en aver. Daarna minderen aan het begin en X eind van tedere naald tot er 24 st. over zijn. I „Hoort u X vader? De Ui ver is er al! Hij Is net in Melbourne geland?’ Meteen begon de K. R. O. een jubellied te spelen. Een loflied op de Ui ver en z’n kranige bemanning. Toen kon vader niet boos op z’n jongen worden. „Zijn ze d'r?” julchte-n-le met Roel mee. „Fijn hoor! Flinke Hollandache kerels, die dat weer gedaan hebben. Maar zet nu gauw X toestel af want we moeten slapen. Mor gen sul je nog genoeg over de U1 v e r kun nen hooren!” Roel gehoorzaamde. Overgelukkig kroop men een mooien rand). De volgende naad averecht. Dan worden de gaatjes gebreid: 1 r., den draad om de naald slaan en een recht breien, dan 2 sa-, men breien; zoo doorgaan tot het eind van de naald. Als men averecht overbreit heeft men de gaatjes. Nu 24 naalden recht en averecht breien. Voor de pijpjes breit men 17 st. recht, werk omdraaien en de 17 st. averecht te rug breien. De 17 overgebleven st. doet men zoolang op een velligheidspeld. De volgen de naald 14 r., 2 samenbr., 1 r. Dan 6 naalden aver, en r. pijpje door gaatjes te maken zooals aan bovenkant. Dan 1 naald aver, en aan den rechterkant afkanten. Het andere pijpje breit men op dezelfde wijze, maar minde ren aan den binnenkant Inplaats van aan het eind. Voor den voorkant zet men 30 st. op cn breit het vervolgens geheel als den achter kant. Naai zij- en beenkanten aan den ver keerden kant aan elkaar. Pers het ook *n beetje met een vochtig doekje en een niet te warmen bout. Een smal lintje haalt men door den bovenkant. 48 st. opzetten met roode wol en naalden no. 3. Brei 24 naalden r. en aver., dan een rand gaatjes zooals bij het broekje; dan 5 naalden r. aver, en kant af. Vouw dit lapje nu in de helft, zoodat de opgezette steken den achterkant vormen en naai dit aan elkaar (aan den verkeerden kant). Naai het mutsje dan aan het keepje. Men haakt een randje aan den kant van waren er juist zoo....’* „Goeie genade jongen!” viel moeder Aen ratelaar in de rede. „Wind je niet zoo op. Zeg me eerst fatsoenlijk goedendag. Is X eigenlijk al zoo laat’ X Is net vier uur! Hoe kom je zoo vroeg thuis?’’ „Hard naar huls gehold moeder! Ze zeg gen, dat de Uiver 8. O. 8.-berichten uit zendt. De K. R. O. roept 't om. Mag ik de radio aanzetten moe?” „Oa je gang!” lachte moeder. „Je hebt vanavond zeker geen huiswerk te maken, hè? X Is alleen maar: Uiver, Uiver, niets dan Uiver!” •Maar *t is toch ook reuze, moeder!" ver dedigde Roel het „Ulveren". „Alleen jammer, dat ze nu zoon pech hebben. Als die Boeing ze nu maar niet In haalt-Zou dat kunnen moeder?” .Maar Roel!” lachte deze. „Hoe weet Ik dat nu? Ik heb geen tijd om die Uiver achterna te zitten.” „O stil, stil!" juichte Roel opeens. De muziek zweeg en de stem van den omroe per van den K. R. O. kwam iets naders grooten stoel verborgen had, sprong, nu hij/ *'n bed weer in. z’n vader daar zag staan, vlug te voorschijn en juichte: meeste kleine meisjes houden er- een pop aan te kleeden. En er zijn er ook veel die het fijn vinden iets voor hun pop te naaien of te breien. En Is het nu niet leuk om de pop eens heelemaal als Roodkapje te maken? Hier volgt een gemakkelljk en leuk gebreid uiteetje. Het Is bijna allemaal gewoon recht breien met een klein open randje. Het geheel be staat uit: een combinatie, een broekje, kousjes, een jurkje en een keepje met een mutsje eraan. En dan nog een klein mand je, gehaakt van raffia en zijde. In dit mandje komen kleine pakjes en aardige dingetjes voor grootmoeder. Tegen den 8t. Nicolaastijd vinden veel grooteren het misschien ook leuk zoo n ult- zetje te maken voor een of ander poppen moedertje. Veel kost het niet, noodig: Aan den rechterkant 8 st. recht; neem de horizontale st. ertusschen op en brei dit voor een meerdering. Brei dan 8 st. r. <deze st. worden de voorkant van den voet), maak weer een steek meer als tevoren, brei de naald verder. Ga averecht terug. Deze toeren herhalen totdat 36 st. op de naald zijn. Dit sijn dus 6 meerderingen aan lederen kant van de 8 st. Kant dan af. Nu aan den verkeerden kant aan elkaar naaien en oppersen. Het sokje is klaar. Het andere breit men natuurlijk precies hetzelfde. Met roode wol en naalden no. 3 set men 49 st. op en breit de eerste naald weer r. (achter Insteken). Verder: le naald: 2 r„ 1 omsl., 2 samenbr. Ga zoo door tot het eind van de naald. 2e naald: brei aver, terug en meerder In het midden van de naald, zoodat er 50 st. ontstaan. 3e naald: 12 r., maak nu 1 st. bij door een draad van het werk tusschen de st. op te nemen en te breien; dan 6 r., weer 1 als tevoren, 14 r., meerder 1, 6 r„ meerder 1, 12 r. 4e naald: brei aver, terug. 5e naald: 13 r., meerder 1, 7 r„ meerder 1, 14 r„ meerder 1, 7 r„ meerder 1, 13 r. 6e naald: aver, terug. Herhaal deze laatste naald, steeds 4 st. bijmakend op iedere recht gebreide naald, totdat er 118 st. zijn. Men 4et dat het werk dan schuin wordt; alleen jfet midden blijft recht en houdt 14 st. Als men 116 st. op de naald heeft, meer- dert men op de rechte naald 1 st. aan het begin en 1 st. aan het eind van de naald, om 120 st. te maken. Aver, terug breien. Dan 1 naald aver, aan den rechten kant breien. Dan een rij gaatjes tot aan het eind van de naald.. Vervolgens 1 naald r. 1 naald aver., dan 5 naalden r. aver., be ginnend met #n aver, naald aan den r. kant. Dan afkanten. Op naalden no. 3 worden met witte wol 28 steken opgezet voor den bovenkant van den rug. Dan breit men 16 naalden, de eer ste naald recht, tweede averecht. In de daarop volgende naald 1 r., en maak van den 2en steek 2 st., dan breien tot er 2 st. over blijven; in den op 1 na laatsten st. wordt weer gemeerderd, dan naalden recht aver. 1 r. (R.). Brei dan 5 zonder verandering. De volgende rechte naald breit men zoo als de 17e naald, dus meerderen, dan ave recht en op de volgende rechte naald weer meerderen, zoodat men nu 34 st. krijgt. Dan weer aver. In de volgende naald moet geminderd worden door den 2en en 3en st. van ieder eind samen te breien. Herhaal dit op Iede re recht gebreide naald, totdat er maar 10 steken overblljven. Dan afkanten. De voorkant van de combinatie precies hetselfde, alleen een beetje korter. Brei daarom 6 naalden naar Vaz Dias bijvoorbeeld. En die zorgt wel, dat wij X, door middel van de radio, te weten komen!” „Hè vader!” vroeg Roel een poosje na X eten, „mag Ik vanavond niet een beetje langer opbljjven? Ik wou t zoo graag hoo ren 1” „O neen, Jongen.” lachte vader. „Jij gaat op tijd naar bed! 1 Is trouwens de groote vraag of er om negen uur al Iets te hoo ien is. X Kan wel tien, elf uur worden? Als X nog later wordt, ga Ut zelf ook naar bed” Roel vond X Jammer! Maar er was niets aan te doen. Toch vroeg ie nog: „Als u X om elf uur weet, komt u X mij dan even zeggen? U mag me er gerust voor wakker maken „Nou, dat doe Ik dan wel,” gaf vader toe. ,Als er echter nog niets bijzonders gebeurd is laat ik je slapen.” „Goed zoo!” lachte Roel. „Ik hoef alleen maar te weten of de Uiver als tweede in Melbourne aankomt!” Zoo ging Roeit je slapen! X Spreekt vanzelf, dal le In z’n droomen „Ulverde”. Roel zat zelf in een vliegmachine. Hij was op zoek naar de Uiver, die heelemaal verdwenen was. Niemand wist meer, waar X toestel zich bevond. „Dan zal ik *t eens gaan zoeken!” had Roel gezegd. En nu sulsde-n-ie door de lucht. In een wip zat le in Bagdad. Er stond een Kallf op X vliegveld en die vroeg of le mee mocht. „Niks daarvan!” zei Roel. „Ik heb haast. Adieu Pang! Daar kwam le alweer In Allaha bad aan. Kijk, daar zaten meneer Asjës dorffer nog aan hun Pan d v te peuteren. „Is le weer gemaakt,” vroeg Roel. „Ja hoor!” was X antwoord. „Wegkomen je dadelijk achterna!” „Dan mag je wel ópschieten!” lachte Roel. Want hup. daar zat ie alweer In Sin gapore. Daar kocht le van één van de vele Chineezen een pakje pinda en voort ging X weer. In één sprong zat le in Port Dar win. De volgende stopplaats, Charleville, sloeg ie maar over. Ziezoo, nu was ie bjj Melbourne.... Nu zoeken! Ja, X was wel lastig zoeken zoo in X donker. X Stormde ook nog al aardig. En de Australische ber gen waren ook niet gemakkelljk te over vliegen. Enfin! Toch maar door blijven zoeken. Hier ergens in de buurt moest de Uiver toch wel wezen. „Uiver, Uiver, waar zMfUP?” seinde Roet Maar hij kreeg geen antwoord Hoe Roel ook zocht en rondvloog boven Australië, nergens was een spoor van de Uiver te ontdekken. Wel zag ie de Co rnet, waarmee Scott en Black naar Mel bourne gevlogen waren, X Was net of die Cornet hem uit stond te lachen. „Dat zal Ik je betaald zetten!” dacht Roel. En hup, liet ie zich naar beneden val len, om de Comet te verpletteren. Maar juist toen dit gebeuren zou, schrok Roel wakker. „Hè? Wat was dat? Zat le niet In een vliegmachine ergens in Australië? Helaas neen! Heel doodgewoon lag le hier In z'n eigen bed. Terwijl ginds die arme Uiver nog steeds naar Melbourne zocht. Ineens was Roel klaar wakker. „Zou die Uiver er nog niet zijn? laat Is X?" Roel richtte zich overeind en kon nu op X klokje zien dat op X tafeltj^naast z’n bed stond. „Half twee Is X al!” schrok Roel Ineens. „Half twee. En vader Is nog niets komen zeggen. Toen vader naar bed ging was X vliegtuig dus nog niet 4n Melbourne. Dan zal X er nu zoo langzamerhand toch wel komen!” besloot Roel. Tk yw oeder! Moeder!" kwam Roel X huls I y I binnengestormd. „De Uiver Is er aL Maar hij kan niet landen. X Is op X oogenblik stikdonkere nacht in Au stralië en nu kunnen ze het landingster rein niet vinden. Jammer hè moeder. Ze waren er juist zoo-...” Met de beenen haaknaald en de zijde haakt men 3 losse st„ deze vormt men tot een rondje door ze aan elkaar te haken. le ronde: 6 stokjes in den ring (rijg een zwart draadje bij het begin). 2e ronde: 2 stokjes in lederen st. 3e ronde: 1 stokje In de eerste 2 stokjes van den volgenden st., zoo de heele rondte doorgaan. 4e ronde: 1 stokje In lederen st. Deze ronde herhalen totdat het stukje ongeveer 2J4 c M. groot is (middellijn). De volgende ronde 1 stokje in lederen st. met een lossen ertusschen. Dan een ronde van 1 stokje in lederen st. Dan 2 rondes met 1 stokfe in lederen lossen, met lossen er tusschen. Dan 2 rondes van 1 stokje in de losse st. zonder losse. Volgende ronde: 1 stokje in lederen st., met 2 losse tusschen de stokjes. Dan 2 rondes hetzelfde; X stok je steeds in de losse van de vorige ronde. Voor den rand werkt men 1 stokje in le deren st. en 2 stokjes In lederen lossen. Dan afmaken met raffia, naturel en rood; men rijgt het door de gaatjes. Den bovenkant kan men overhands met raffia omnaaien. Een hengseltje kan men vlechten van twee kleuren raffia. Men maakt het hengseltje stevig vast. Brei daarom 6 naalden minder voor men aan den zijkant gaat meerderen. Nu naait men de smalle kanten van de 10 steken aan elkaar en bok de rechte zijkanten; X andere blijft open voor de beenen. De on der- en bovenkant wordt afgewerkt met ’n gehaakt randje. Men haakt het aldus: 1 stokje in een steek, 2 losse, 1 steek over slaan, 1 stokje, 2 losse enz. Door de ont stane gaatjes rijgt men een smal lintje. Ineens kreeg le een Idee. Hij zou "ns even gaan luisteren. Misschien werd X wel door één of ander station uitgezonden. Je kon nooit weten. Heel zacht sprong Roel X bed uit en op z'n teenen sloop le de trap af. Gelukkig, die akelige trap kraakte niet. Nog voorzichtiger‘opende-n-le de kamer deur en sloot ze weer achter zich. „Ik zal maar geen licht maken!” dacht Roel. Op den tast liep hij naar den muur, waar X radiotoestel stond. Zonder veel moeite wist hij X toestel in te schakelen. X Stond nog op den K. R. O. afgestemd. „Zou er wat te doen zijn?” flitste X een oogenblik door Roel's hoofd. Toen klonk meteen al de stem van den omroeper door de kamer. En voor Roel goed besefte wat er eigenlijk allemaal gebeurde, hoorde hij de vreügdevolle woorden,De Uiver Is zoo juist in Melbourne aangekomen. Te 1.11 uur had de landing plaats. De Uiver Is dus tweede In de snelheidsrace!” Wat er verder gezegd werd, verstond Roel niet meer. Hij vergat de stille rust van den nacht en danste dol van blijdschap de kamer rond. De Uiver was In Mel bourne: als tweede. Plotseling ging de kamerdeur open en klonk er een barsche stem: „Is hier ie mand?” Vader had. half slapend, een stemgeluid vernomen. „Ik geloof, dat er iemand be neden is!” had ie gezegd. En In de mee- ning, dat echte Inbrekers zijn woonkamer een bezoek brachten, had vader X eerste X beste wat er voor de hand lag, gegrepen, om zich daarmee tegen de Inbrekers te kunnen verdedigen. Nu stond ie daar, met de groote waschkom In de hand, In de ge opende deur. „Wat gebeurt hier?” riep le opnieuw en meteen draaide hij X licht op, Roel, die even van die onverwachte stem geschrokken was en zich gauw achter een de open voor het Daarvoor maakt men ook een gaatjesrand, maar In dezen gaatjesrand min dert men tevens tot er 38 st. overblijven. Brei dan 11 naalden aver. r. Voor de mouw meerdert men 1 st. wan de beide kanten van de recht gebreide naalden. Dan ontstaan dus 42 st. Aan het begin van de volgende r. gebrei de naalden moeten aan lederen kant 12 st. bijgemaakt worden voor de mouwtjes (dus 66 st.). Brei 8 naalden r. en aver, tot aan de halslijn. le schouder: 22 st. r. (de rest van de st. zet men zoolang op een andere naald). Brél op 22 st. 11 naalden r. aver. Aan het eind van de volgende naald (r.) 11 st. bijmaken (33 st.). Op deze 33 st. weer 11 naalden breien. Aan het begin van de naald 11 st. afkanten voor het mouwtje. Brei door tot het eind. 2e schoudert Ga terug naar de laatste lange naald van den voorkant en begin met den eersten st. na den eersten schou der, kant 22 st. af voor het midden van den hals, dan moeten er 22 st. overblijven. Oa nu door zooals aan den eersten schouder. Voor de laatste naald kant men de st. voor het mouwtje af aan den aver, kant en breit dan door de geheele naald af met de st. van den anderen voorkant. Minder aan lederen kant van de eerste 3 4 rechte malden 1 st. Oa dab door met den rug. Zooveel naal den tot aan het middel als aan den roer en mouwtjes maakt men met *n potje af. Pers het met een voch- ap een niet te warmen bout en Ikanten aan elkaar. mededeelen omtrent den toestand van de Uiver.... X Waren geen prettige berichten. Het vliegtuig was nog steeds niet geland. Het vloog ergens in X Zuiden van Australië d<nr den donkeren nacht en sond naar alle kanten 6. O. 8.-berichten uit voor plaats bepaling. UJa’s wel Jammer!” vond moeder ook. Roel vond X verschrikkelijk. Voor de be stuurders natuurlijk, omdat die daar nu ongelukkig moesten rond vliegen; en voor zich zelf: omdat le nou de kans liep z’n weddenschap te verliezen. ,JDie Uiver komt er nooit!” had oom Her- man hem vanmiddag nog geplaagd. „Msuir dat wel!” had Roel dapper geant woord. „De Uiver is vast tweede! Dat zult u zien!” Tenslotte hadden ze er voor gewed. Dat Wil zeggen, oom had Roel een paar nieuwe voetbalschoenen beloofd, als de Uiver als tweede vliegtuig aankwam. En nu? JDe Uiver is foetsie!” mopperde Roel. JEa weten niet eens meer waar die is! Je Kilt zien, die Boeing Is 'm nog voor!” Maar er was niemand, die naar Roel's gemopper luisterde. En dus zweeg le maar. Vol spanning bleef le luisteren, niet naar de muziek, die interesseerde *m niet; maar X was hem te doen om de berichten.... En ja hoor! Eindelijk. Daar kwam de op luchtende tijding: ,JDe Uiver Is op de ren baan te Albury geland!” Albury? Die naam stond niet op de route naar Melbourne. Gelukkig! Er kwamen nog nadere be richten. Albury lag op 250 KM afstand van Melbourne. U50 KM.t” herhaalde Roel bU zichzelf. ,JM'i nog bijna een uur vliegen. Als ze X nu maar halen.” Roel's spanning en teleurstelling werden echter nog grooter. De benzine van de Uiver was op. En in Albury konden ze het vliegtuig niet helpen. Die moest dus heelemaal uit Melbourne per tankauto aangevoerd worden. ^4aar dat duurt minstens vier uur,” auchtte Roel. „Nou verliezen ze X vast.” .J’armentier en Mol,” deelde tenslotte de omroeper nog mede, ,,zullen het daglicht afwachten voor ze wederom opstijgen!" „Heel verstandig van die menechen," prees moeder. .Maar dan komen ze te laat! Dan ver liezen ze X,” jammerde Roel. „Wat geeft dat," vond moeder. ,Xe heb ben evengoed getoond, wat ze kunnen." Maar Roel dacht daar anders over. Dat kwam echter vooral door die beloofde voet balschoenen. „Als Parmentier en Mol! nu niet gaan op stijgen, ben ik ze kwijt!" besloot ie. Al gauw werd X Roel duidelijk dat X uren zou duren, voor de Uiver weer ver trekken zou. Vader kwam thuis en begon er ook da- (tefljk over. Jtoar een uur of negen vanavond zullen We wel niets bijzonders meer hooren,” zei gie onder X eten. „Misschien dat ze dan wel weer opstijgen ■nUenl” „Wordt X uitgezonden, vader?” informeer de Roel. „Welneen Jongen, dat kan niet. X Bericht Ml ftartep vohM aUMB V^\lMPki9!tsd-.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 18