I Crisis-leed in de grootstad PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND i i s e i s UI 3ïet venaal oan den Aaq NEII LYNDON ONTSNAPT ORANJEBOOTZ st v-sz ■■WIIIHiyiM I Handel en Administratie B L I I Strenge verplichtingen tot beoefening der lief dadigheid DOOR VICTOR BRIDÓES VAN NATION Theorie en x Praktijk natuurlijk... UDSHER DE IE FEESTDRANK I WAT DRINKT U BIJ AANKOMST VAN DE „UIVER” •n op da gezondheid on behouden terug koer ven do beman ning DINSDAG 20 NOVEMBER 1934 dan doen 0.30 3.39 B. VEUZELAAR. I zon, i S r Daar kwam Pete reeds aangestapt. HU was een tnogelUke oplossing saam te toch niet *^g van hier? Niet 43 Beste McMurtrie! ..daar set Ik. gins ik voort, „wil J* Wordt vervolgd. t I I I r I i 1 I B r 1 L Uitgaven per week Inkomsten per week woningtoezicht onbehuisden” teken, jammerlijk niet. J per dag in ons Noor- yensvoorwaarde in een fi mogeUjk zijn, dat het g niet was? Behoort in stad het avondlicht tot noodzake- 18 89 15.50 0.40 0.20 0.19H 0 44 075 0.27 2.30 1.10 1.90 2.40 b n uw vriend, JAMES NICHOLSON. 1 B S 1 „Tot voegde het om- 7 c— 0.83 K M.1 Doch Inderdaad -V Nadeelig saldo Hoe dit nadeelig saldo zal moeten worden weggewerkt, is voor ieder meer dan dui delijk. Wanneer men dan verder weet, dat dit het budget is van een gezin, bestaande uit man, vrouw en vier kinderen, dan moge ieder voor zich de conclusie trekken, terwijl men er bij moge bedenken, dat dit geval nog niet uiterst ongunstig is. Men ziet, het is geen speculeeren op gevoelsargumenten. Wanneer we ons nu louter houden aan verstand en H. Schrift, in hoeverre zijn we dan verplicht te helpen? En wie moet helpen? En is er hier sprake van uiter sten nood, zooals de moraal-theoloog zegt? Men vergete bij deze kwesties niet, dat in de grootstad alles in muntspecie moet worden betaald en er geen of weinig compenseerende middelen bestaan. Neemt dan de huisvesting: is die in het moderne stadsleven een absoluut nood zakelijke levensvoorwaarde te noemen? Wie geen woning heeft in den zin van ge meentelijk bouw- en woningtoezicht is dakloos. Een „Hulp, voor hebben wij, kathi Is een warm nu den een absolute gezin, want het dat voor een eenl een lijke levensvoorwaarde? Behoort bij onze Nederlandsche kerkenkast-toestanden het kunnen nemen van een plaats in de kerk des Zondags, niet alleen voor den man, maar ook voor de vrouw en de grootera kinderen tot een noodzakeltjke voorwaarde voor het leven der ziel? althans als men reeds een paar jaar acjjter^ln de ker* heeft moeten staan en dat nóg wel in een groota st»d èn in een kerk, waarin mea ternauwernood den priester aan het altaar kan onderscheiden. Behoort de bekende pijp tabak ertoe? (men bedenke in dit verband aan het geval van den Total-Abstinenzler Worden absolute levensvoorwaarden be ïnvloed en in hoeverre door het provocee- rende van de moderne reclame? Behoort voor dien tüd van u hoeren of u ontmoeter mocht, zal Ik naar hotel Russell schrijven, aoodra ik iets definitiefs mee te deelen heb Wil mijn vriéndelijke groeten aan uw be- mlnnelUken vriend en collega overbrengen en mijn oomplimenteB aan zijn dochter en geloof mij rusten, zij deden het ook Wandelden we weer verder, ook zu gingen verder. Ze deden net aan apen denken, die ook alles nadoen. Inmiddels was de tijd voor den strijd aange broken en we begaven ons naar de kampplaats, waar het Inmiddels zeer druk en rumoerig was geworden. We toonden echter niet den minste» vrees en zetten ons kalm te midden der ande ren. Daar kwam Shlngebls aangestapt. HU was in zijn beste plunje gestoken en zag er uit aU een waardig vertegenwoordiger van zijn ras. organische Het is dus geslachten, alleen de constateering van een feit, dat tengevolge van een andere bewast of onbewust gemaakte fout, zich thans een fout in de charitas openbaart, die dringend herziening behoeft. De fout nu, waarop m.L de wanverhou ding in onze christelijke charitas van thans berust, is deze: de monstrueuze, an organische bouw van onze groote steden. Immers tengevolge daarvan zijn er feite- lük ontstaan, wat eens in de fantasie leef de van een man als Chrysostomos; steden van rijken en steden van armen. een ..O-rivaar" en niet een vaarwel is.” „Ik hoop bet ook, juffrouw Oldbury," ant woordde ik. „Wanneer ik «enigszins kan kom ik terug, maar niemand weet ooit, wat er in dit leven gebeuren zal." Bomber schudde zij haar hoofd. „Daar hebt u wel geluk in, mijnheer. En vreemd genoeg, maar juist precies dezelfde opmerking maakte m'n man zaliger zoo graag. Hij zei het nog tegen me op denzelfden dag dat-ie overreden werd door een bus. Overreden in Westminster werd-te en allebei de achter wielen gingen over zijn lichaam. HU kwam daar nooit van bovenop. Nooit heelemaal ven bovenop; als-ie later kaas at kreeg-ie er altüd bulkpün van.” Een taxi reed voor met Gertie 'Uggins plechtig naast den chauffeur geïnstalleerd ZU en juffrouw Oldbury bleven belden op de stoep staan en wuifden mü toe, terwijl Ik de straat uitreed. Het speet me, dat ik ben moest verlaten; beiden hielden ae van me. ieder op haar manier en de tegenwoordige i<jst van mu goedgezinde kennissen was zoo kletn, dat ik er ongaarne sells den gerlng- sten van geschrapt sag Gedurende de geheel* reis naar Tilbury hielden de telkens terug- koerende en nog steeds bezwarende gedach ten aan mün toestand mü bezig Latimer’s dra matisch wederoptreden had de heels zaak een nog ingewikkelder aanzien gegeven en als iemand, die met een legkaart bezig is. trachtte ik, maar tevergeefs, da verschillende onder- t s onze medemenzeh wel niet in uiter- I sten, maar toch in grooten nood, dan is men verplicht te helpen uit zijn over vloed. Het is echter meer dan duidelijk, dat in onze dagen de algemeene groote nood ge lijk staat met den uitersten nood van den eenling, en dat dus de plicht van lief dadigheid „allerdringendst” moet worden genoemd. Niet overal wordt voldoende voorzien In de meest dringende behoeften der men- schen. Soms is dat een gevolg van een m.l. onverantwoord star vasthouden aan een eens gemaakten opzet, soms echter, en dit is in de moderne grootstad het geval, is het een gevolg van den anorganlachen bouw der steden. Hoe het ook zij: er zijn fouten gemaakt, die hersteld dienen te worden, en.... wor den ze niet herstek), dan zijn anderen, particulieren, uit plicht van liefdadigheid geroepen deze fouten te harstellen. Nie mand is verontschuldigbaar, allen zijn aan alten verplicht. Tenslotte is het niet meer dan 'n dichte deur opentrappen, indien ik nogmaals wijs op het groote gevaar, dat de christelijke charitas bedreigt, Indien de burgerlijke in stanties voor Maatschappelljken Steun alle gaven en ultkeeringen en bUdragen, zoowel in natura als in geld die voortvloeien uit liefdadigheid zouden gaan aftrekken van de steunuitkeringen. Dat dit geen denk beeldig gevaar Is, wist ieder ingewijde, en is de laatste dagen voldoende wereldkun dig gemaakt. Moge Katholiek Nederland begrijpen, dat de zorg voor onze mlsdeeklen een onzer heiligste cultuurgoederen is, die we ons niet om materieele beweegredenen moeten laten ontrooven. Pastoor J. C. W v. d. WIEL. Amsterdam. Ambonplein 13. TT T le zou 'not eenige jaren* aan de yV mogelijkheid hebben gedacht, dat rde Ijzerwlnkeltjes in de volkswijken van onze groote steden vol zouden staan met petroleum-apparaten, patent „Haller", zooals onze grootmoeders ze gebruikten; met straal-kacheltjes voor tweevoudig brulk? Wie had gedacht, dat de oude troleumlamp weer via de opkoopers de zolder* van patriciërshuizen Ome medische medewerker, dr. Th. Schlichting, schreef op on» verzoek een artikel ter inleiding van het vraagstuk der dreigende of reed» tot feit geworden ondervoeding in Ne derland als gevolg van de crisis. Daarna nam Dr. A. H. J. Coppe» van Enschede het woord om een stem uit Twente te doen klinken. Heden spreekt in bijgaand artikel de Amsterdamsche Pastoor J C. W. van de Wiel, die Aei vraagstuk van mo- raal-theologische tijde benadert. Wij stellen ons voor aan het vraag stuk. dat spoedig reeds klemmender tal blijken te worden, nog meer artikelen te wijden behelzende de resultaten van een onderzoek in verschillende streken van ons land. Steun per week 15.50. Af: Huishuur Doodenfonds Bakker, 2 brooden per dag en afbe taling oude schuld 0.50 Melkboer, IK Liter per dag Boterboer, 5 pond regeeringsboter en 2 pond vet Aardappelen en groenten 0.40 p. dag Electra Olie om te koken 1 ons thee K pond koffie 2 pond suiker Brandstoffen Waschgerij Een stukje vleesch om 's Zondags jus te maken Oe zoudt in twijfel het dagblad ertoe? Enfin, duizend prac- tische kwestie*, die men nog naast de kwestie van de ondervoeding der kinderen zou kunnen stellen. Maar veronderstelt na eens, dat vele dezer dingen tot de noodzakelijke levens behoeften zouden behooren, omdat nood zakelijke levensbehoeften nu eenmaal niet alleen in abstracte bestaan, maar natuur lijkerwijze zullen varieeren en bepaald worden door den tijd, waarin, en de plaats, waar men leeft, dan zou daaruit kunnen volgen, dat een ieder, die buiten de wijken der groote ellende zit, geen recht meer zou hebben, rustig in zijn auto te stappen, zich allerlei luxe-uitgaven te veroorloven, zoo nu en dan eens wat aan liefdadigheid te doen, en verder zich zoet te houden met de gedachte, dat hij op het belasting biljet den tol betaald heeft aan de ellen den der menschheid van thans. De moraal leert, dat, indien iemand zich in uitersten nood bevindt, men verplicht is te helpen, niet slechte uit zijn overvloed, maar zelfs uit datgene, wat voor staat en stand noodzakelijk B. Waarom? Omdat het leven van den naaste van grooter be lang ia dan eigen staat en stand. Men be- grijpe echter wel, dat, indien iemand om deze reden plotseling, zeer groote uitgaven, zou moeten doen, de verplichting weer, zou ophouden, wijl men sulke groote uitga ven zelfs niet voor Instandhouding van eigen lichaam behoeft over te hebben, laat staan voor anderen. Deze maatstaf is voor ieder budget vol strekt niet onduideUjk- ’J II an au blad sUn ingevolge ds vsraeksrlngsvoorwsardsn tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid t >t werken door f bij een ongeval mat f Mi verlies van een hand Z 9C 2jl v*'üel„T**Seen f üd «£!L<*n b*Tu> Alle abonne 9 S^Xllarr aan der voTgenae ultkeartegen verltoe van beide armen, belde beanen of belde oogen f f OU.~ doodelUken afloop f OU.- een voet ot een oog 7 XU. - luim al wue.lngor r Uf/.-been at AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „U gaat voor goed?” „Nee, niet hee.emaal voor goed. Maar het duurt toch nog wel ean poosje voor ik terug zal zjjn. En nu 1* het best moaelük, dat iemand hier naar mU komt vragen, wanneer ik weg ben en weteh wil hoe ik mijn tud heb doorgebracht en dergeUike dingen. Als men dat misschien aan jou vraagt, moet je zeggen dat ik het grootste gedeelte van den dag in bed lag en 's avonds naar den schouwburg ging Of wil je liever geen smoesjes voor mu vertellen?" Ik schoof mün boord weg en stak een ci garette op. „Ik zegel voor formulier, is. Den volgenden morgen vernamen we dat de strUd ‘s middags plaats sou vinden. American Pete zou tegen een der msdicUnmannen moe ten aantreden. Belden moesten ongewapend zUn. Het zou een meten van elkanders li chaamskracht warden. We maakten een wan deling. waazbU we door eenlge gewapende schildwachten werden vergezeld De manrtten aapten ons in alles wat we deden na. Gingen we Naar u waarschUnlUk vernomen hebt, ont ving ik gisteren uw brief en bereid ik mU voor morgen met den trein van elf rtjf en veertig naar Tilbury te gaan. Natuurlijk apUt het mij wel eenigszins uit Landen weg te moeten het la merkwaardig, welk een capaciteit voor genieten een lang durig verbiUf op bet tand iemand geeft, maar ik ben het geheel met u eens, dat de zaken moeten voorgaan. „Ik aal er onmiddelluk mede beginnen, wan- neer ik aangekomen ben en wanneer alles waarom ik In mijn lUstje heb verzocht, aan wezig is, aal bet niet lang duren of ik kan u voMoening gevende berichten wntfen. Tenzü ik menschen zijn, die in uitersten nood ver- keeren. Een dezer dagen schreef een bekend Amsterdamsch medicus, raadslid, een arti kel, waarin hij te kennen gaf, dat velen zich ernstig ongerust maken, dat er in ons land sprake is van ondervoeding. Even later kregen we een ander medicus aan het woord met een staatje van Inkomens in een ander deel van ons land. Zonder nu veel te zeggen wil Ik op mijn beurt weer een ander staatje voorleggen, een van de tal- looze brieven, die me bereiken: Het teek mil, dat dokter McMurtrie Juist een dergelUken brief ernstig en spottend te geluk, van mU verwachten zou Ik kon de ver leiding niet weerstaan, dat over „zUn bemin nelijker! vriend” er tr te brengen, want Ba- varoffs’ gedrag tegen mij lag mU nog versch in het geheugen. Overigens vermoedde ik. dat bet McMurtrie wel amuseeren eou; sUn meer artistieke geest moest sich dikwula met de bUaondere gemelUkbeld van Bavaroff hebben vermaakt. Daar ik niets anders bedenken kon, waar voor ik dadelük te zorgen had. ging ik in mUn slaapkamer mUn koffer pakken. Behalve Bavaroff kleeren pakte ik sites in. wat ik nog bsaat, want al bad ik nog de kamen aan gehouden. ik geloofde niet beel erg, dat ik er nog terugkomen aoa. Daarna aond ik Oertie om een tart voer mU te bestollen, torwUl ik mU* rekening met juffrouw Oldbury vereffende. „En daar u de kamers aangehouden hebt, mUnheer," merkte aU op. Jbee» dat bet Ptotoeling kwam er een gedachte in mü op .KUk eens, Oertie,” b—. - - wat voor mU doen? Ik zal het je uitleggen. „Natuurlijk. Alles zou ik voor u doen „Wel. het Is lets, dat misschien voor mQ doen kunt, wanneer ik weg ben.” Haar gezicht betrok. Shlngebis groette, wU ook. Daarna gaf hU een teekOn dat de strUdenden aan moesten treden. Daar trad een der medicijnmannen naar voren. Het was een reus van een vent. HU had geen ander kleedtngstuk aan dan een hertenoroek ZUn hoofdtooi had hU afgelegd en zijn sluike haar viel hem op de schouders „Dat ziet er niet zoo best uit voor Pete,” fluisterde oom angstig. eorge. - Ja schat? George Heldrop liet de krant waarin hU sat te lezen zakken en liet zUn vragenden blik op de jonge vrouw tegenover hem ruston. Wat had je, Emmy? Heb je een spoor ge vonden? —Wat spoorwie spoor vroeg me vrouw Heldrop scherp Je bent natuurlUk weer heelemaal in de war. door het lezen van die akelige miserabele detective-verhalen. Ik heb heelemaal geen spoor gevonden, maar ik ben een spoor kwUtgeraakt. Ik weet namelUk niet waar ik mUn portemonnale gelaten heb. Oh. bedoel je dat? Nu dat ia heel een voudig. Ik heb als politieagent wel voor neetere vuren gestaan, glimlachte hU- Zeg mü maar even waar je het vermiste vooi wei p van waar de hebt gelaten Ze keek hem verontwaardigd aan. Als ik dat wist, dan had ik de kunst en vllegmethode van den beroemden rechercheur George Heldrop niet noodig. Ik dacht elgenlük, dat JU mü zou vertellen waar ik het ding vin den kon. Nou dat is beel eenvoudig, herhaalde hU. Kom masu even naast me zitten. Emmy. Hier te mün stoel. Ziezoo, vertel me nu maar eens geheel oprecht en naar waarheid waar je zooal gezocht hebt. Doe nu niet zoo mal. George. Ik heb over al gesocht waar maar te zoeken valt. En zonder resultaat? Neen, bitste ik heb mUn portemonnale gevonden en nu kom ik jou vragen, of je me even helpt zoeken. Ben je nu tevreden? Je hebt geluk, schat Het te geen erg snug gere vraag van mü Als je nu nog iets anders was dan recher cheur van politie, dan sou ik het je niet kwa- lük nemen, maar nu Goedgoed..... dus je hebt overal ge zocht in huls en niet gevonden? Dan te het logisch dat het bewuste voorwerp zich buitens huis moet bevinden [zit 'g kUken. Heb je wellicht een boodschap gedaan, bu den slager ot bu den bakker of bü den melkboer of Neen, ik ben vandaag de deur nog niet uit geweest Hmdan staat bet onomstootelük vast, dat óf de beun hier toch ergens moet liggen óf.... je bent haar al eerder dan vandaag kwüt geraakt. OnbegrüpelükonbegrÜp*U)ksuchtte hü De zaak wordt hoe langer hoe gecompli ceerder. Is er misschien iemand aan de deur geweest, die je bejaien moest en heb Je toen wellicht je portemonnale teveel voor de hand gelegd'het is maar een veronderstelling hoor. Ik wil niemand verdenken, maar in den tegenwoordlgen tüd kun je alles verwachten Er heerscht zooveel armoede, hé? Ja, dat te wel waar, maar daarmede heb Ik mün portemonnale nog niet terug. Dat komt omdat jullie vrouwen niet sy stematisch te werk gaan. Ik heb al een be paalde theorie opgebouwd en als je mü nog enkele vragen beantwoordt dan kan ik je met wiskundige zekerheid zeggen, waar je het ver miste voegwerp kunt vinden. Emmy haalde de schouders op. Ze geloofde niet zoo heel erg in de speurderstalenten van haar man. maar enfin, wie weet? We hebben dus vastgesteld, vervolgde George, dat de beurs niet buitenshuis te en hier binnen te zU niet to vinden. Dan moet ze er gens smders zün. Ohhhsou je denken, mannie?zei ■e Quasi belangstellend. En vertel me dan eens waar dat ergens anders wel te? jahmWaar heb Je haar het laatst gebruikt? Weet ik niet Dat te fout Wat te fout? Dat je niet weet, waar Je je spullen laat. Een goede huisvrouw weet altud alle» te vinden. HU kuste haar, want er kwamen waterlanders. Kom. vrouwtje, zei hü Zoo erg heb ik het niet bedoeld. Ik wilde je maar plagen. Maar had over dit eenigszins plotseling opbreken, dan werd dit gevoel toch dadelijk weggeno men doordat ik aanbood, de kamers nog een veertien dagen aan te houden. Ik deed dit gedeeltelük omdat ik meende, dat hot nog wel eens dienstig eou kunnen SÜD. een soort van hoofdkwartier in Londen te hebben waar ik bekend was en herkend eou kunnen wor den als mUnheer James Nicholson. Na deze zaken In orde gebracht te hebben, schreef ik aan Mc. Murtrie. Dat was werk, dat een zekere zorg en nauwlettendheid ver- etechte. maar na twee pogingen slaagde ik met den volgenden brief, die naar mü voorkwam, aan alle etechen voldeed. in vol ornaat, met een prachtigen hoofdtooi. .Domme kerel”, fluisterde Oom mü toe. De andere heeft volop gelegenheid om hem overal vast ve pakken." Glimlachend staarde Pete zün tegenstander asm, die hem minachtend aan keek. Daarop vloog de reus op Pete af. Deze deed een step achteruit. De reus kwam nader, waarop Pete bleef staan en zün tegenstander een Hinken duw gaf Deze week echter niet. Hü draaide als een tüger om Pete heen en plotse ling. TL T a anderhalf jaar pastoraat Ineen der grootste volkswijken van de hoofd- stad van ons land, de s.g. Indische Buurt, meen ik niet slecht* het recht, maar ook den plicht te hebben hierover te spreken. Beslist.... een stad van meer dan 80 000 menschen, louter arbeidende bevolking, moge* voor een socialistisch bestuur een Dorado zijn geweest, om er propaganda te maken voor ideeën van moderne arbei dersbeweging, thans zijn zulke stadswijken de grootste monsters, die men zich denken kan het meest onlogische een ramp, om niet te zeggen een vloed, voor de arbeid-looze bevolking dier wijken. Een enkel voorbeeld moge ter illustratie volgen. Als Iemand me In de spreekkamer vraagt een goed woordje te doen, om werk te krtygen, dan zou ik hem moeten verwijzen naar een anderen pastoor in de stad, dien hij niet kent en die hém niet kent, omdat er in die beele stad van 60.000 menschen geen enkele werkgever woont, geen enkele fabriek is, geen enkel groot-magazijn. Wie weet, - om bij Amsterdam ta blijven in Amsterdam-Zuid iets af van Amster- dam-Oo*t? Zou een bewoner van Zuid zelfs wel ooit in het verre Oost zijn geweest?. (elke ingewijde kent de schrille tegenstel lingen tusschen Oost en Zuid). Wat wéét de beter gesitueerde af van het budget van den steuntrekker, wat van de schrijnende armoede in tallooze gezinnen De beter gesitueerde denkt hoogstens: de NatuurlUk stoat-ie een beetje gek bü dezen rok, maar ik heb een groen Huweeien Japoo. van de nicht vin juffrouw Oldbury. Maar die te hier niks bü!” „Dat geloof ik graag”. ”el ik van harte. En cpkiende van mün eggs-and-bacon, voegde ik et aan toe: „Tusschen twee haakjes, Gertie, ik heb je nog niet bedankt voor je brief. Ik wist niet, dat je zoo goed kon schrijven „Kom nou," zei Oertie vol twüfel; meent u nou ntke van!” •Jk meen het wel," antwoordde ik. „Het was een heel aardige brief Het zei juist, wat je te zeggen had en niets meer; dat is de heele kunst van brieven schrüven.” Kijk een» op de klok? Hoe laat is het? Ze keek verbaasd naar de pendule. Negen uur. Nog vroeg in den morgen, hé? zei ng lachend Was het gisteren geen Zondag? Ja, waarom? BCool, een aanknoopingspunt hebben we dus al. Gisteren was bet Zondag en waar zün we heen geweest? Gisteren?... eb eb bedoel 'je naar den kersenboom gaard? NatuurlUk. En wat zou dat? Wat hebben we daar gedaan? Wat zouden we daar anders kersen eten? Prachtig, we schieten op. Eheh wie heeft die kersen betaald? JU- Ze bloosde en vloog de trap op naar hoven, daar waar het Zondagscha goed in de kast hing. Vüf minuten tater kwam ze weer bene den en in haar hand hield ze een brulnlederen portemonnale. Eurèka.... euréka.... ri$p ze„ George Heldrop liet wederom de krant sakken en keek wederom met gebrilleglaasde oogen over den rand. Zie je wel, schat. Dat noemen wü bü de politie „theorie en praktijk". Met combinatie kom je heel ver. Zonder dat ik van mün stoei ben opgestaan, heb ik het raadsel voor je op gelost. Maar je hebt toch niet geheel de waar heid gesproken, toen Je zei. dat je overal ge zocht had, want in mün broekzakken bad je niet gevoeld. Je hebt mü gisteren je porte monnale gegeven, om in den boomgaard te be talen en ik heb er niet aan gedacht haar terug te geven. Maar Je bent een buitengewone vrouw, Emmy. Anders dan anderen.... Je mist een vrouwelüke eigenschap. Haar gelaat betrok. Jlij zag het en voegde er onmlddellük aan toe: JU mist de eigenschap om de broekzakken van je echtgenoot na te snuffelen. Nu glimlachte ze weer en terwül zü hem om den hals viel, zei ze: Dat is ook niet noodig, George. Ik weet dat ik allee van je krügen kan wat ik vraag. Waarom zou ik dan zoo dom zün om je te wantrouwen? menschen krijgen hun steungelder zijn wel relletje* geweest, maar T schijnt toch te kunnen Ik betaal mijn belastirW (wel met tegenzin).... ergo: ik heb aan mijn plicht tot liefdadigheid voldaan. Nu is het vooreerst te hopen, dat men in onze kringen toch niet zal vergeten, dat liefdadigheid in de eerste plaats een saak moet zijn van particulier initiatief en dat dan nog niet eens in den zin van de „Dultscbd” Wlnterhllfe. God houdt Sran blUde en milde gevers. Met andere woorden, we kunnen den arme niet afwijzen door hem ons belastingbiljet te toonen. Maar vervolgens, er bestaan nu eenmaal strenge verplichtingen tot het beoefenen van de liefdadigheid en het geven van aalmoezen door natuur en positief Goddelijk gebod bepaald. In een voorbije periode stonden die dingen oogenschijnlijk velledlgheidshalve in een tractaat van chrlstelüke zedenleer en zelf heb ik in mijn studietijd wel eens gemeend, dat zulke moraal-capita atavis men waren uit een vorige eeuw. Nu zie ik de theologische hersenschimmen van toen als volle werkelükheld èn als probleem tevens, dat om oplossing schreeuwt. Neem, om een voorbeeld te noemen, een vraag als deze: Is men op groote sonde verplicht te zoeken, of er inderdaad Iemand is, die'gebrek lijdt? Het antwoord zal er voor niemand makkelijker op worden, als ik bij voorbaat verzeker, dat er inderdaad tal van zulke menschen zijn, alleen mün geloofwaardigheid kunnen trekken, doch ik zou u op mijn beurt een overtuiging kunnen bübrengen door u eenlge adressen op te geven. In aansluiting op deze vraag zou men dan de vraag kunnen stellen: In hoeverre rust op een pastoor de plicht persoonlijk te hulp te komen? In vele gevallen zal iedere pastoor dien plicht moeten erkennen als een voor hem psrsoonlük zware ver plichting. Maar wat dan in de gevallen, waarin zün hulp te kort schiet? Men weet toch, dat voor eenieder, die weet, dat er zeker armoede is. en dat er geen hulp wordt geboden, noch kan worden geboden, gebod van de aalmoes in zijn vollen vang begint te verplichten. Maar dan tot welke hoogta?.,.. verder dan men doorgaans denkt, onderzoeken we eerst, of er zal een enveloppe met adres en post je achterlaten en een telegram- Wanneer er zoo temsmd geweest kun je dadelük telegrafeeren en daarna een brief sturen om me te vertellen, hos-le er uitzag en wat-le vroeg.” Jk aal hst precies zoo doen.” zet as vol- üverig. ,Jn ais-ie met juffrouw Oldbury praat, zal Ik aan bet sleutelgat luisteren.” .De meeste moralisten veroordeelen dat", „maar het is in dit geval tenminste voor oen goed dool" Toen stond ik op en vroeg: „WU je juffrouw Oldbury zeggen, dat ik haar even wil speoken?” Tben des» goede dame binnenkwam, be richtte Ut haar, dat Ik binnen tweee uur aou vertrekken. Maar airW) al even spüt had gs> deelen voegen. Met dit bezielend werkje was ik nog beaig toen de trein in Tilbury stopte Zonder op een kruier te wachten, zocht ik mün bagage bü elkaar en stapte het perron op McMurrio had geschreven, dat hü er voor zorgen zou, dat iemand mü afhaalde; toen ik rond mü heen keek, zag ik een ruwen man met eer. rood gezicht, een nauwe jas en een ver kleurden stroohood, die de verschillende pas sagiers. welke hier waren uitgestapt, opnam. Ik stapte op hem toe. „Wacht u misschien op mü James Nichol son?” vroeg ik. uw dienst»antwoordde hü;’t<jen hü. als iets dat hem juist te binnen schoot, er aan toe: „Ik heb oen sjees bulten staan.** „Zoo?” zei ik; „wel. ik heb een paar koffers binnen staan; help me dus maar mot een er van." Hü slenterde achter mü het perron op en nam den grootster! en zwaars ten der beide koffers in ontvangst, dien ik sorgvuldlg voor hem had laten staan. De sjees bleek een oud rammelding met een slecht onderhouden, maar sterk paard tusschen de bootnen. Ik klom er op en terwül ik mün plaste innam sei ik mün metgezel dat ik vóór allm naar het postkantoor wUde. 's-GRA VKNHAOK Voor bet 6taatapractükeza- men voor Handel en Administratie zijn geslaagd de dame» M v. d. Graaf. Amsterdam; B. C. Honselaar. Amersfoort; NN J Janae. Amsterdam; en de heeren: J. J. v. d. Berg. G. Beaaeia. Am sterdam H Beumer. 's-Hage; J P Bik. Blltbo- ven, E Boer. Zwolle; H. Bosch. Rotterdam; J. T. M Braam. Heemstede; W. Breemhaar, Hoogezang; A 8 Briedé. s-Hage; J. W. Broekhuis. Almelo; H Buis Amsterdam; W van Cappellen. Capello e d. IJsel; B. van Cruisen. Arnhem; J. Dekker, Middelburg; M. D L. v. d. Ende, Hoek van Hol land; J. W Groene woud. Amsterdam; J. Ph Hen driks. 's-Gravenhage; M HoogendQk. Gouda; H. Hulskes. Kampen; H Janseens. Aseen; W. Jené- zon, 's Hoge; M Jongyjen. BcTievenlngen; P. Jon- gejan. Zwolle; B Jonkman. Hoogeiven, J. Knol. Amsterdam; J Kok. Haarlem; J H. W. B. Linde man. Arnhem; A. C. Luyke. Schiedam; D. Meloen. *s Hage. J W. H. V d. Molengralt. Eindhoven; B. J O. Mulder. Hage; H. Muller. Rotterdam-, J. W Mute.ers. Tilburg: Jtt MuMee; "e Hage; W. Oi|J. Apeldoorn; A. v. d. Pla». Um^deo; A. W. Rauwerdlnk. Amsterdam. A. G do Ruljter. Boe koop; P J SalarL Gouda; H. B. Schede Arnhem; B Sehansmen. 's Hage; J. Bchmohl. leiden; D. J. Schreuder 'o-Hage; A J SlUkhuls, Haarlem; C. J. Smit, Delft J Snelleman. Botterdam: J. H. van Boldt THage; J Stocker ’s Haga; B. Streef kerk, Amsterdam. D L. Tollenaar. Arnhem; A. v. d. Velden. Rotterdam: H. van Veleen. Rotte»» dam; G. Visman. Eindhoven; J. v. d. Vlerk. Drach ten. P W VUetstra. Voorburg; J. W. H Wieken. Nijmegen E. B Woudstra. Wolvega; J. H. O. van WUhe Kampsn; D J. WUnents. Rotterdam; B. J. Wijnbeek, Botterdam; J. T. van WüngaardOO. Eindhoven: N Zaa. Hoorn; H. Zwart. Rotterdaaa; B ZwUnenburg. Rotterdam; J. ZUUon. Leowar- den. ge- pe- van zou ver- huizén naar kamertjes van den modernen arbeider, dat men afgedragen vodden weer tot bruikbare dekking zou gaan herstellen, dat menin een stad op klompen sou moeten gaan loopen, dat in vele stads huizen bü gebrek aan stookmaterlaal slechts sporadisch een warm maal op tafel zou komen, dat in vele huizen de boel zou vervuilen uit gebrek aan muntspecie voor noodzakelük onderhoud, herstel en... zeep? Overdreven?Ik dacht dat ook, toen ik voor anderhalf jaar nog zorgenloos op een Seminarie achter een bureau zat te werken. Overdreven?dat dacht ook een dame, die bü huisbezoek aan een zieke huismoeder de handen uit de mouwen wilde steken, maar in den zeeppot geen zeep vond en in de portemonnale van de vrouw op bed geen geld. Overdreven?men vrage het aan bakkers in volkswüken, aan kruideniers en stagers, ja zelfs aan manufacturiers. Overdreven?Indien men bü huis bezoek een paar oude menschen werkelük in de kou of een gezin met kinderen wer kelijk in het donker aantreft, dan kan men toch niet met verwüslng naar de eivolle bioscooptheaters een zegel op het slot van zün portemonnale laten zitten. Me dunkt, dat deze abnormale tüden ons een fout aanwüzen In het organisme van on» chrlstelüke charitas. De fout is ver klaarbaar. Immers alle ordening op dit gebied geschiedt, uitgaande van de ver onderstelling, dat men met groepeeringen te doen heeft. 1 geen Verwüt aan vroegere maar alleen de constateering van een f bü verlies van TVe** AiMtoran vinger

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7