I
Crisis-leed in de grootstad
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
i
i
s
e
i
s
UI
3ïet venaal oan den Aaq
NEII
LYNDON
ONTSNAPT
ORANJEBOOTZ
st v-sz
■■WIIIHiyiM
I
Handel en Administratie
B
L
I
I
Strenge verplichtingen tot
beoefening der lief
dadigheid
DOOR
VICTOR
BRIDÓES
VAN
NATION
Theorie en x
Praktijk
natuurlijk...
UDSHER DE
IE FEESTDRANK
I
WAT DRINKT U BIJ
AANKOMST VAN
DE „UIVER”
•n op da gezondheid
on behouden terug
koer ven do beman
ning
DINSDAG 20 NOVEMBER 1934
dan
doen
0.30
3.39
B. VEUZELAAR.
I
zon,
i
S
r
Daar kwam Pete reeds aangestapt. HU was
een tnogelUke oplossing saam te
toch niet *^g van hier?
Niet
43
Beste McMurtrie!
..daar
set Ik.
gins ik voort, „wil J*
Wordt vervolgd.
t
I
I
I
r
I
i
1
I
B
r
1
L
Uitgaven per week
Inkomsten per week
woningtoezicht
onbehuisden”
teken, jammerlijk niet.
J per dag in ons Noor-
yensvoorwaarde in een
fi mogeUjk zijn, dat het
g niet was? Behoort in
stad het avondlicht tot noodzake-
18 89
15.50
0.40
0.20
0.19H
0 44
075
0.27
2.30
1.10
1.90
2.40
b
n
uw vriend,
JAMES NICHOLSON.
1
B
S
1
„Tot
voegde
het
om-
7 c—
0.83 K
M.1
Doch
Inderdaad
-V
Nadeelig saldo
Hoe dit nadeelig saldo zal moeten worden
weggewerkt, is voor ieder meer dan dui
delijk. Wanneer men dan verder weet, dat
dit het budget is van een gezin, bestaande
uit man, vrouw en vier kinderen, dan moge
ieder voor zich de conclusie trekken, terwijl
men er bij moge bedenken, dat dit geval
nog niet uiterst ongunstig is. Men ziet, het
is geen speculeeren op gevoelsargumenten.
Wanneer we ons nu louter houden aan
verstand en H. Schrift, in hoeverre zijn
we dan verplicht te helpen? En wie moet
helpen? En is er hier sprake van uiter
sten nood, zooals de moraal-theoloog
zegt? Men vergete bij deze kwesties niet,
dat in de grootstad alles in muntspecie
moet worden betaald en er geen of weinig
compenseerende middelen bestaan.
Neemt dan de huisvesting: is die in het
moderne stadsleven een absoluut nood
zakelijke levensvoorwaarde te noemen?
Wie geen woning heeft in den zin van ge
meentelijk bouw- en woningtoezicht is
dakloos. Een „Hulp, voor
hebben wij, kathi
Is een warm nu
den een absolute
gezin, want het
dat voor een eenl
een
lijke levensvoorwaarde? Behoort bij onze
Nederlandsche kerkenkast-toestanden het
kunnen nemen van een plaats in de kerk
des Zondags, niet alleen voor den man,
maar ook voor de vrouw en de grootera
kinderen tot een noodzakeltjke voorwaarde
voor het leven der ziel? althans als men
reeds een paar jaar acjjter^ln de ker*
heeft moeten staan en dat nóg wel in een
groota st»d èn in een kerk, waarin mea
ternauwernood den priester aan het altaar
kan onderscheiden. Behoort de bekende pijp
tabak ertoe? (men bedenke in dit verband
aan het geval van den Total-Abstinenzler
Worden absolute levensvoorwaarden be
ïnvloed en in hoeverre door het provocee-
rende van de moderne reclame? Behoort
voor dien tüd van u hoeren of u ontmoeter
mocht, zal Ik naar hotel Russell schrijven,
aoodra ik iets definitiefs mee te deelen heb
Wil mijn vriéndelijke groeten aan uw be-
mlnnelUken vriend en collega overbrengen en
mijn oomplimenteB aan zijn dochter en geloof
mij
rusten, zij deden het ook Wandelden we weer
verder, ook zu gingen verder. Ze deden net aan
apen denken, die ook alles nadoen.
Inmiddels was de tijd voor den strijd aange
broken en we begaven ons naar de kampplaats,
waar het Inmiddels zeer druk en rumoerig was
geworden. We toonden echter niet den minste»
vrees en zetten ons kalm te midden der ande
ren. Daar kwam Shlngebls aangestapt. HU was
in zijn beste plunje gestoken en zag er uit aU
een waardig vertegenwoordiger van zijn ras.
organische
Het is dus
geslachten,
alleen de constateering van een
feit, dat tengevolge van een andere
bewast of onbewust gemaakte fout, zich
thans een fout in de charitas openbaart,
die dringend herziening behoeft.
De fout nu, waarop m.L de wanverhou
ding in onze christelijke charitas van
thans berust, is deze: de monstrueuze, an
organische bouw van onze groote steden.
Immers tengevolge daarvan zijn er feite-
lük ontstaan, wat eens in de fantasie leef
de van een man als Chrysostomos; steden
van rijken en steden van armen.
een ..O-rivaar" en niet een vaarwel is.”
„Ik hoop bet ook, juffrouw Oldbury," ant
woordde ik. „Wanneer ik «enigszins kan
kom ik terug, maar niemand weet ooit, wat
er in dit leven gebeuren zal."
Bomber schudde zij haar hoofd.
„Daar hebt u wel geluk in, mijnheer. En
vreemd genoeg, maar juist precies dezelfde
opmerking maakte m'n man zaliger zoo graag.
Hij zei het nog tegen me op denzelfden dag
dat-ie overreden werd door een bus. Overreden
in Westminster werd-te en allebei de achter
wielen gingen over zijn lichaam. HU kwam
daar nooit van bovenop. Nooit heelemaal ven
bovenop; als-ie later kaas at kreeg-ie er altüd
bulkpün van.”
Een taxi reed voor met Gertie 'Uggins
plechtig naast den chauffeur geïnstalleerd
ZU en juffrouw Oldbury bleven belden op
de stoep staan en wuifden mü toe, terwijl Ik
de straat uitreed. Het speet me, dat ik ben
moest verlaten; beiden hielden ae van me.
ieder op haar manier en de tegenwoordige
i<jst van mu goedgezinde kennissen was zoo
kletn, dat ik er ongaarne sells den gerlng-
sten van geschrapt sag Gedurende de geheel*
reis naar Tilbury hielden de telkens terug-
koerende en nog steeds bezwarende gedach
ten aan mün toestand mü bezig Latimer’s dra
matisch wederoptreden had de heels zaak een
nog ingewikkelder aanzien gegeven en als
iemand, die met een legkaart bezig is. trachtte
ik, maar tevergeefs, da verschillende onder-
t s onze medemenzeh wel niet in uiter-
I sten, maar toch in grooten nood, dan is
men verplicht te helpen uit zijn over
vloed. Het is echter meer dan duidelijk, dat
in onze dagen de algemeene groote nood ge
lijk staat met den uitersten nood van
den eenling, en dat dus de plicht van lief
dadigheid „allerdringendst” moet worden
genoemd.
Niet overal wordt voldoende voorzien In
de meest dringende behoeften der men-
schen. Soms is dat een gevolg van een m.l.
onverantwoord star vasthouden aan een
eens gemaakten opzet, soms echter, en dit
is in de moderne grootstad het geval, is
het een gevolg van den anorganlachen
bouw der steden.
Hoe het ook zij: er zijn fouten gemaakt,
die hersteld dienen te worden, en.... wor
den ze niet herstek), dan zijn anderen,
particulieren, uit plicht van liefdadigheid
geroepen deze fouten te harstellen. Nie
mand is verontschuldigbaar, allen zijn aan
alten verplicht.
Tenslotte is het niet meer dan 'n dichte
deur opentrappen, indien ik nogmaals wijs
op het groote gevaar, dat de christelijke
charitas bedreigt, Indien de burgerlijke in
stanties voor Maatschappelljken Steun alle
gaven en ultkeeringen en bUdragen, zoowel
in natura als in geld die voortvloeien uit
liefdadigheid zouden gaan aftrekken van
de steunuitkeringen. Dat dit geen denk
beeldig gevaar Is, wist ieder ingewijde, en
is de laatste dagen voldoende wereldkun
dig gemaakt.
Moge Katholiek Nederland begrijpen, dat
de zorg voor onze mlsdeeklen een onzer
heiligste cultuurgoederen is, die we ons
niet om materieele beweegredenen moeten
laten ontrooven.
Pastoor J. C. W v. d. WIEL.
Amsterdam. Ambonplein 13.
TT T le zou 'not eenige jaren* aan de
yV mogelijkheid hebben gedacht, dat
rde Ijzerwlnkeltjes in de volkswijken
van onze groote steden vol zouden staan
met petroleum-apparaten, patent „Haller",
zooals onze grootmoeders ze gebruikten;
met straal-kacheltjes voor tweevoudig
brulk? Wie had gedacht, dat de oude
troleumlamp weer via de opkoopers
de zolder* van patriciërshuizen
Ome medische medewerker, dr. Th.
Schlichting, schreef op on» verzoek
een artikel ter inleiding van het
vraagstuk der dreigende of reed» tot
feit geworden ondervoeding in Ne
derland als gevolg van de crisis.
Daarna nam Dr. A. H. J. Coppe»
van Enschede het woord om een stem
uit Twente te doen klinken.
Heden spreekt in bijgaand artikel de
Amsterdamsche Pastoor J C. W. van
de Wiel, die Aei vraagstuk van mo-
raal-theologische tijde benadert.
Wij stellen ons voor aan het vraag
stuk. dat spoedig reeds klemmender
tal blijken te worden, nog meer
artikelen te wijden behelzende de
resultaten van een onderzoek in
verschillende streken van ons land.
Steun per week 15.50.
Af: Huishuur
Doodenfonds
Bakker, 2 brooden per dag en afbe
taling oude schuld 0.50
Melkboer, IK Liter per dag
Boterboer, 5 pond regeeringsboter
en 2 pond vet
Aardappelen en groenten 0.40 p. dag
Electra
Olie om te koken
1 ons thee
K pond koffie
2 pond suiker
Brandstoffen
Waschgerij
Een stukje vleesch om 's Zondags
jus te maken
Oe zoudt
in twijfel
het dagblad ertoe? Enfin, duizend prac-
tische kwestie*, die men nog naast de
kwestie van de ondervoeding der kinderen
zou kunnen stellen.
Maar veronderstelt na eens, dat vele
dezer dingen tot de noodzakelijke levens
behoeften zouden behooren, omdat nood
zakelijke levensbehoeften nu eenmaal niet
alleen in abstracte bestaan, maar natuur
lijkerwijze zullen varieeren en bepaald
worden door den tijd, waarin, en de plaats,
waar men leeft, dan zou daaruit kunnen
volgen, dat een ieder, die buiten de wijken
der groote ellende zit, geen recht meer
zou hebben, rustig in zijn auto te stappen,
zich allerlei luxe-uitgaven te veroorloven,
zoo nu en dan eens wat aan liefdadigheid
te doen, en verder zich zoet te houden
met de gedachte, dat hij op het belasting
biljet den tol betaald heeft aan de ellen
den der menschheid van thans.
De moraal leert, dat, indien iemand zich
in uitersten nood bevindt, men verplicht is
te helpen, niet slechte uit zijn overvloed,
maar zelfs uit datgene, wat voor staat en
stand noodzakelijk B. Waarom? Omdat
het leven van den naaste van grooter be
lang ia dan eigen staat en stand. Men be-
grijpe echter wel, dat, indien iemand om
deze reden plotseling, zeer groote uitgaven,
zou moeten doen, de verplichting weer, zou
ophouden, wijl men sulke groote uitga
ven zelfs niet voor Instandhouding van eigen
lichaam behoeft over te hebben, laat staan
voor anderen.
Deze maatstaf is voor ieder budget vol
strekt niet onduideUjk-
’J II an au blad sUn ingevolge ds vsraeksrlngsvoorwsardsn tegen f bü levenslange geheele ongeschiktheid t >t werken door f bij een ongeval mat f Mi verlies van een hand Z 9C 2jl v*'üel„T**Seen f üd «£!L<*n b*Tu>
Alle abonne 9 S^Xllarr aan der voTgenae ultkeartegen verltoe van beide armen, belde beanen of belde oogen f f OU.~ doodelUken afloop f OU.- een voet ot een oog 7 XU. - luim al wue.lngor r Uf/.-been at
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„U gaat
voor goed?”
„Nee, niet hee.emaal voor goed. Maar het
duurt toch nog wel ean poosje voor ik terug
zal zjjn. En nu 1* het best moaelük, dat
iemand hier naar mU komt vragen, wanneer
ik weg ben en weteh wil hoe ik mijn tud heb
doorgebracht en dergeUike dingen. Als men
dat misschien aan jou vraagt, moet je zeggen
dat ik het grootste gedeelte van den dag in
bed lag en 's avonds naar den schouwburg
ging Of wil je liever geen smoesjes voor mu
vertellen?"
Ik schoof mün boord weg en stak een ci
garette op.
„Ik
zegel voor
formulier,
is.
Den volgenden morgen vernamen we dat de
strUd ‘s middags plaats sou vinden. American
Pete zou tegen een der msdicUnmannen moe
ten aantreden. Belden moesten ongewapend
zUn. Het zou een meten van elkanders li
chaamskracht warden. We maakten een wan
deling. waazbU we door eenlge gewapende
schildwachten werden vergezeld De manrtten
aapten ons in alles wat we deden na. Gingen we
Naar u waarschUnlUk vernomen hebt, ont
ving ik gisteren uw brief en bereid ik mU voor
morgen met den trein van elf rtjf en veertig
naar Tilbury te gaan.
Natuurlijk apUt het mij wel eenigszins uit
Landen weg te moeten het la merkwaardig,
welk een capaciteit voor genieten een lang
durig verbiUf op bet tand iemand geeft,
maar ik ben het geheel met u eens, dat de
zaken moeten voorgaan.
„Ik aal er onmiddelluk mede beginnen, wan-
neer ik aangekomen ben en wanneer alles
waarom ik In mijn lUstje heb verzocht, aan
wezig is, aal bet niet lang duren of ik kan u
voMoening gevende berichten wntfen. Tenzü ik
menschen zijn, die in uitersten nood ver-
keeren.
Een dezer dagen schreef een bekend
Amsterdamsch medicus, raadslid, een arti
kel, waarin hij te kennen gaf, dat velen
zich ernstig ongerust maken, dat er in ons
land sprake is van ondervoeding. Even
later kregen we een ander medicus aan het
woord met een staatje van Inkomens in een
ander deel van ons land. Zonder nu veel
te zeggen wil Ik op mijn beurt weer een
ander staatje voorleggen, een van de tal-
looze brieven, die me bereiken:
Het teek mil, dat dokter McMurtrie Juist
een dergelUken brief ernstig en spottend te
geluk, van mU verwachten zou Ik kon de ver
leiding niet weerstaan, dat over „zUn bemin
nelijker! vriend” er tr te brengen, want Ba-
varoffs’ gedrag tegen mij lag mU nog versch in
het geheugen. Overigens vermoedde ik. dat
bet McMurtrie wel amuseeren eou; sUn meer
artistieke geest moest sich dikwula met de
bUaondere gemelUkbeld van Bavaroff hebben
vermaakt.
Daar ik niets anders bedenken kon, waar
voor ik dadelük te zorgen had. ging ik in
mUn slaapkamer mUn koffer pakken. Behalve
Bavaroff kleeren pakte ik sites in. wat ik
nog bsaat, want al bad ik nog de kamen aan
gehouden. ik geloofde niet beel erg, dat ik er
nog terugkomen aoa.
Daarna aond ik Oertie om een tart voer
mU te bestollen, torwUl ik mU* rekening met
juffrouw Oldbury vereffende.
„En daar u de kamers aangehouden hebt,
mUnheer," merkte aU op. Jbee» dat bet
Ptotoeling kwam er een gedachte in mü op
.KUk eens, Oertie,” b—. - -
wat voor mU doen? Ik zal het je uitleggen.
„Natuurlijk. Alles zou ik voor u doen
„Wel. het Is lets, dat misschien voor mQ
doen kunt, wanneer ik weg ben.”
Haar gezicht betrok.
Shlngebis groette, wU ook. Daarna gaf hU een
teekOn dat de strUdenden aan moesten treden.
Daar trad een der medicijnmannen naar voren.
Het was een reus van een vent. HU had geen
ander kleedtngstuk aan dan een hertenoroek
ZUn hoofdtooi had hU afgelegd en zijn sluike
haar viel hem op de schouders „Dat ziet er
niet zoo best uit voor Pete,” fluisterde oom
angstig.
eorge.
- Ja schat?
George Heldrop liet de krant waarin hU
sat te lezen zakken en liet zUn vragenden blik
op de jonge vrouw tegenover hem ruston.
Wat had je, Emmy? Heb je een spoor ge
vonden?
—Wat spoorwie spoor vroeg me
vrouw Heldrop scherp Je bent natuurlUk
weer heelemaal in de war. door het lezen van
die akelige miserabele detective-verhalen. Ik
heb heelemaal geen spoor gevonden, maar ik
ben een spoor kwUtgeraakt. Ik weet namelUk
niet waar ik mUn portemonnale gelaten heb.
Oh. bedoel je dat? Nu dat ia heel een
voudig. Ik heb als politieagent wel voor neetere
vuren gestaan, glimlachte hU- Zeg mü maar
even waar je het vermiste vooi wei p van waar
de hebt gelaten
Ze keek hem verontwaardigd aan.
Als ik dat wist, dan had ik de kunst en
vllegmethode van den beroemden rechercheur
George Heldrop niet noodig. Ik dacht elgenlük,
dat JU mü zou vertellen waar ik het ding vin
den kon.
Nou dat is beel eenvoudig, herhaalde hU.
Kom masu even naast me zitten. Emmy. Hier
te mün stoel. Ziezoo, vertel me nu maar eens
geheel oprecht en naar waarheid waar je zooal
gezocht hebt.
Doe nu niet zoo mal. George. Ik heb over
al gesocht waar maar te zoeken valt.
En zonder resultaat?
Neen, bitste ik heb mUn portemonnale
gevonden en nu kom ik jou vragen, of je me
even helpt zoeken. Ben je nu tevreden?
Je hebt geluk, schat Het te geen erg snug
gere vraag van mü
Als je nu nog iets anders was dan recher
cheur van politie, dan sou ik het je niet kwa-
lük nemen, maar nu
Goedgoed..... dus je hebt overal ge
zocht in huls en niet gevonden? Dan te het
logisch dat het bewuste voorwerp zich buitens
huis moet bevinden
[zit 'g kUken. Heb je wellicht een boodschap
gedaan, bu den slager ot bu den bakker of bü
den melkboer of
Neen, ik ben vandaag de deur nog niet
uit geweest
Hmdan staat bet onomstootelük vast,
dat óf de beun hier toch ergens moet liggen
óf.... je bent haar al eerder dan vandaag
kwüt geraakt.
OnbegrüpelükonbegrÜp*U)ksuchtte
hü De zaak wordt hoe langer hoe gecompli
ceerder. Is er misschien iemand aan de deur
geweest, die je bejaien moest en heb Je toen
wellicht je portemonnale teveel voor de hand
gelegd'het is maar een veronderstelling
hoor. Ik wil niemand verdenken, maar in den
tegenwoordlgen tüd kun je alles verwachten
Er heerscht zooveel armoede, hé?
Ja, dat te wel waar, maar daarmede heb
Ik mün portemonnale nog niet terug.
Dat komt omdat jullie vrouwen niet sy
stematisch te werk gaan. Ik heb al een be
paalde theorie opgebouwd en als je mü nog
enkele vragen beantwoordt dan kan ik je met
wiskundige zekerheid zeggen, waar je het ver
miste voegwerp kunt vinden.
Emmy haalde de schouders op. Ze geloofde
niet zoo heel erg in de speurderstalenten van
haar man. maar enfin, wie weet?
We hebben dus vastgesteld, vervolgde
George, dat de beurs niet buitenshuis te en hier
binnen te zU niet to vinden. Dan moet ze er
gens smders zün.
Ohhhsou je denken, mannie?zei
■e Quasi belangstellend. En vertel me dan eens
waar dat ergens anders wel te?
jahmWaar heb Je haar het
laatst gebruikt?
Weet ik niet
Dat te fout
Wat te fout?
Dat je niet weet, waar Je je spullen laat.
Een goede huisvrouw weet altud alle» te vinden.
HU kuste haar, want er kwamen waterlanders.
Kom. vrouwtje, zei hü Zoo erg heb ik het
niet bedoeld. Ik wilde je maar plagen. Maar
had over dit eenigszins plotseling opbreken,
dan werd dit gevoel toch dadelijk weggeno
men doordat ik aanbood, de kamers nog een
veertien dagen aan te houden. Ik deed dit
gedeeltelük omdat ik meende, dat hot nog
wel eens dienstig eou kunnen SÜD. een soort
van hoofdkwartier in Londen te hebben waar
ik bekend was en herkend eou kunnen wor
den als mUnheer James Nicholson.
Na deze zaken In orde gebracht te hebben,
schreef ik aan Mc. Murtrie. Dat was werk,
dat een zekere zorg en nauwlettendheid ver-
etechte. maar na twee pogingen slaagde ik met
den volgenden brief, die naar mü voorkwam,
aan alle etechen voldeed.
in vol ornaat, met een prachtigen hoofdtooi.
.Domme kerel”, fluisterde Oom mü toe. De
andere heeft volop gelegenheid om hem overal
vast ve pakken." Glimlachend staarde Pete zün
tegenstander asm, die hem minachtend aan
keek. Daarop vloog de reus op Pete af. Deze
deed een step achteruit. De reus kwam nader,
waarop Pete bleef staan en zün tegenstander
een Hinken duw gaf Deze week echter niet. Hü
draaide als een tüger om Pete heen en plotse
ling.
TL T a anderhalf jaar pastoraat Ineen der
grootste volkswijken van de hoofd-
stad van ons land, de s.g. Indische
Buurt, meen ik niet slecht* het recht,
maar ook den plicht te hebben hierover
te spreken.
Beslist.... een stad van meer dan 80 000
menschen, louter arbeidende bevolking,
moge* voor een socialistisch bestuur een
Dorado zijn geweest, om er propaganda
te maken voor ideeën van moderne arbei
dersbeweging, thans zijn zulke stadswijken
de grootste monsters, die men zich denken
kan het meest onlogische een ramp,
om niet te zeggen een vloed, voor de
arbeid-looze bevolking dier wijken. Een
enkel voorbeeld moge ter illustratie volgen.
Als Iemand me In de spreekkamer vraagt
een goed woordje te doen, om werk te
krtygen, dan zou ik hem moeten verwijzen
naar een anderen pastoor in de stad, dien
hij niet kent en die hém niet kent, omdat
er in die beele stad van 60.000 menschen
geen enkele werkgever woont, geen enkele
fabriek is, geen enkel groot-magazijn.
Wie weet, - om bij Amsterdam ta blijven
in Amsterdam-Zuid iets af van Amster-
dam-Oo*t? Zou een bewoner van Zuid zelfs
wel ooit in het verre Oost zijn geweest?.
(elke ingewijde kent de schrille tegenstel
lingen tusschen Oost en Zuid).
Wat wéét de beter gesitueerde af van het
budget van den steuntrekker, wat van de
schrijnende armoede in tallooze gezinnen
De beter gesitueerde denkt hoogstens: de
NatuurlUk stoat-ie een beetje gek bü dezen
rok, maar ik heb een groen Huweeien Japoo.
van de nicht vin juffrouw Oldbury. Maar die
te hier niks bü!”
„Dat geloof ik graag”. ”el ik van harte. En
cpkiende van mün eggs-and-bacon, voegde ik
et aan toe: „Tusschen twee haakjes, Gertie, ik
heb je nog niet bedankt voor je brief. Ik wist
niet, dat je zoo goed kon schrijven
„Kom nou," zei Oertie vol twüfel;
meent u nou ntke van!”
•Jk meen het wel," antwoordde ik. „Het was
een heel aardige brief Het zei juist, wat je
te zeggen had en niets meer; dat is de heele
kunst van brieven schrüven.”
Kijk een» op de klok? Hoe laat is het?
Ze keek verbaasd naar de pendule.
Negen uur.
Nog vroeg in den morgen, hé? zei ng
lachend Was het gisteren geen Zondag?
Ja, waarom?
BCool, een aanknoopingspunt hebben we
dus al. Gisteren was bet Zondag en waar zün
we heen geweest?
Gisteren?...
eb eb
bedoel 'je naar
den kersenboom
gaard?
NatuurlUk.
En wat zou
dat?
Wat hebben we daar gedaan?
Wat zouden we daar anders
kersen eten?
Prachtig, we schieten op. Eheh
wie heeft die kersen betaald?
JU-
Ze bloosde en vloog de trap op naar hoven,
daar waar het Zondagscha goed in de kast
hing. Vüf minuten tater kwam ze weer bene
den en in haar hand hield ze een brulnlederen
portemonnale.
Eurèka.... euréka.... ri$p ze„
George Heldrop liet wederom de krant sakken
en keek wederom met gebrilleglaasde oogen
over den rand.
Zie je wel, schat. Dat noemen wü bü de
politie „theorie en praktijk". Met combinatie
kom je heel ver. Zonder dat ik van mün stoei
ben opgestaan, heb ik het raadsel voor je op
gelost. Maar je hebt toch niet geheel de waar
heid gesproken, toen Je zei. dat je overal ge
zocht had, want in mün broekzakken bad je
niet gevoeld. Je hebt mü gisteren je porte
monnale gegeven, om in den boomgaard te be
talen en ik heb er niet aan gedacht haar terug
te geven. Maar Je bent een buitengewone
vrouw, Emmy. Anders dan anderen.... Je mist
een vrouwelüke eigenschap.
Haar gelaat betrok.
Jlij zag het en voegde er onmlddellük aan
toe: JU mist de eigenschap om de broekzakken
van je echtgenoot na te snuffelen.
Nu glimlachte ze weer en terwül zü hem om
den hals viel, zei ze:
Dat is ook niet noodig, George. Ik weet
dat ik allee van je krügen kan wat ik vraag.
Waarom zou ik dan zoo dom zün om je te
wantrouwen?
menschen krijgen hun steungelder
zijn wel relletje* geweest, maar T schijnt
toch te kunnen Ik betaal mijn belastirW
(wel met tegenzin).... ergo: ik heb aan
mijn plicht tot liefdadigheid voldaan.
Nu is het vooreerst te hopen, dat men
in onze kringen toch niet zal vergeten, dat
liefdadigheid in de eerste plaats een saak
moet zijn van particulier initiatief en dat
dan nog niet eens in den zin van de
„Dultscbd” Wlnterhllfe. God houdt Sran
blUde en milde gevers. Met andere woorden,
we kunnen den arme niet afwijzen door
hem ons belastingbiljet te toonen. Maar
vervolgens, er bestaan nu eenmaal strenge
verplichtingen tot het beoefenen van de
liefdadigheid en het geven van aalmoezen
door natuur en positief Goddelijk gebod
bepaald. In een voorbije periode stonden
die dingen oogenschijnlijk velledlgheidshalve
in een tractaat van chrlstelüke zedenleer
en zelf heb ik in mijn studietijd wel eens
gemeend, dat zulke moraal-capita atavis
men waren uit een vorige eeuw. Nu zie ik
de theologische hersenschimmen van toen
als volle werkelükheld èn als probleem
tevens, dat om oplossing schreeuwt.
Neem, om een voorbeeld te noemen, een
vraag als deze: Is men op groote sonde
verplicht te zoeken, of er inderdaad Iemand
is, die'gebrek lijdt? Het antwoord zal er
voor niemand makkelijker op worden, als
ik bij voorbaat verzeker, dat er inderdaad
tal van zulke menschen zijn,
alleen mün geloofwaardigheid
kunnen trekken, doch ik zou u op mijn
beurt een overtuiging kunnen bübrengen
door u eenlge adressen op te geven.
In aansluiting op deze vraag zou men
dan de vraag kunnen stellen: In hoeverre
rust op een pastoor de plicht persoonlijk
te hulp te komen? In vele gevallen zal
iedere pastoor dien plicht moeten erkennen
als een voor hem psrsoonlük zware ver
plichting. Maar wat dan in de gevallen,
waarin zün hulp te kort schiet? Men weet
toch, dat voor eenieder, die weet, dat er
zeker armoede is. en dat er geen hulp wordt
geboden, noch kan worden geboden,
gebod van de aalmoes in zijn vollen
vang begint te verplichten.
Maar dan tot welke hoogta?.,..
verder dan men doorgaans denkt,
onderzoeken we eerst, of er
zal een enveloppe met adres en post
je achterlaten en een telegram-
Wanneer er zoo temsmd geweest
kun je dadelük telegrafeeren en daarna
een brief sturen om me te vertellen, hos-le
er uitzag en wat-le vroeg.”
Jk aal hst precies zoo doen.” zet as vol-
üverig. ,Jn ais-ie met juffrouw Oldbury
praat, zal Ik aan bet sleutelgat luisteren.”
.De meeste moralisten veroordeelen dat",
„maar het is in dit geval tenminste
voor oen goed dool"
Toen stond ik op en vroeg:
„WU je juffrouw Oldbury zeggen, dat ik
haar even wil speoken?”
Tben des» goede dame binnenkwam, be
richtte Ut haar, dat Ik binnen tweee uur aou
vertrekken. Maar airW) al even spüt had gs>
deelen
voegen.
Met dit bezielend werkje was ik nog beaig
toen de trein in Tilbury stopte Zonder op een
kruier te wachten, zocht ik mün bagage bü
elkaar en stapte het perron op
McMurrio had geschreven, dat hü er voor
zorgen zou, dat iemand mü afhaalde; toen ik
rond mü heen keek, zag ik een ruwen man met
eer. rood gezicht, een nauwe jas en een ver
kleurden stroohood, die de verschillende pas
sagiers. welke hier waren uitgestapt, opnam.
Ik stapte op hem toe.
„Wacht u misschien op mü James Nichol
son?” vroeg ik.
uw dienst»antwoordde hü;’t<jen
hü. als iets dat hem juist te binnen
schoot, er aan toe:
„Ik heb oen sjees bulten staan.**
„Zoo?” zei ik; „wel. ik heb een paar koffers
binnen staan; help me dus maar mot een er
van."
Hü slenterde achter mü het perron op en
nam den grootster! en zwaars ten der beide
koffers in ontvangst, dien ik sorgvuldlg voor
hem had laten staan.
De sjees bleek een oud rammelding met een
slecht onderhouden, maar sterk paard tusschen
de bootnen. Ik klom er op en terwül ik mün
plaste innam sei ik mün metgezel dat ik vóór
allm naar het postkantoor wUde.
's-GRA VKNHAOK Voor bet 6taatapractükeza-
men voor Handel en Administratie zijn geslaagd
de dame» M v. d. Graaf. Amsterdam; B. C.
Honselaar. Amersfoort; NN J Janae. Amsterdam;
en de heeren: J. J. v. d. Berg. G. Beaaeia. Am
sterdam H Beumer. 's-Hage; J P Bik. Blltbo-
ven, E Boer. Zwolle; H. Bosch. Rotterdam; J. T.
M Braam. Heemstede; W. Breemhaar, Hoogezang;
A 8 Briedé. s-Hage; J. W. Broekhuis. Almelo;
H Buis Amsterdam; W van Cappellen. Capello
e d. IJsel; B. van Cruisen. Arnhem; J. Dekker,
Middelburg; M. D L. v. d. Ende, Hoek van Hol
land; J. W Groene woud. Amsterdam; J. Ph Hen
driks. 's-Gravenhage; M HoogendQk. Gouda; H.
Hulskes. Kampen; H Janseens. Aseen; W. Jené-
zon, 's Hoge; M Jongyjen. BcTievenlngen; P. Jon-
gejan. Zwolle; B Jonkman. Hoogeiven, J. Knol.
Amsterdam; J Kok. Haarlem; J H. W. B. Linde
man. Arnhem; A. C. Luyke. Schiedam; D. Meloen.
*s Hage. J W. H. V d. Molengralt. Eindhoven; B.
J O. Mulder. Hage; H. Muller. Rotterdam-, J.
W Mute.ers. Tilburg: Jtt MuMee; "e Hage; W.
Oi|J. Apeldoorn; A. v. d. Pla». Um^deo; A. W.
Rauwerdlnk. Amsterdam. A. G do Ruljter. Boe
koop; P J SalarL Gouda; H. B. Schede Arnhem;
B Sehansmen. 's Hage; J. Bchmohl. leiden; D. J.
Schreuder 'o-Hage; A J SlUkhuls, Haarlem; C.
J. Smit, Delft J Snelleman. Botterdam: J. H.
van Boldt THage; J Stocker ’s Haga; B. Streef
kerk, Amsterdam. D L. Tollenaar. Arnhem; A.
v. d. Velden. Rotterdam: H. van Veleen. Rotte»»
dam; G. Visman. Eindhoven; J. v. d. Vlerk. Drach
ten. P W VUetstra. Voorburg; J. W. H Wieken.
Nijmegen E. B Woudstra. Wolvega; J. H. O. van
WUhe Kampsn; D J. WUnents. Rotterdam; B. J.
Wijnbeek, Botterdam; J. T. van WüngaardOO.
Eindhoven: N Zaa. Hoorn; H. Zwart. Rotterdaaa;
B ZwUnenburg. Rotterdam; J. ZUUon. Leowar-
den.
ge-
pe-
van
zou ver-
huizén naar kamertjes van den modernen
arbeider, dat men afgedragen vodden weer
tot bruikbare dekking zou gaan herstellen,
dat menin een stad op klompen sou
moeten gaan loopen, dat in vele stads
huizen bü gebrek aan stookmaterlaal
slechts sporadisch een warm maal op tafel
zou komen, dat in vele huizen de boel
zou vervuilen uit gebrek aan muntspecie
voor noodzakelük onderhoud, herstel en...
zeep?
Overdreven?Ik dacht dat ook, toen
ik voor anderhalf jaar nog zorgenloos op
een Seminarie achter een bureau zat te
werken.
Overdreven?dat dacht ook een
dame, die bü huisbezoek aan een zieke
huismoeder de handen uit de mouwen
wilde steken, maar in den zeeppot geen
zeep vond en in de portemonnale van de
vrouw op bed geen geld.
Overdreven?men vrage het aan
bakkers in volkswüken, aan kruideniers
en stagers, ja zelfs aan manufacturiers.
Overdreven?Indien men bü huis
bezoek een paar oude menschen werkelük
in de kou of een gezin met kinderen wer
kelijk in het donker aantreft, dan kan men
toch niet met verwüslng naar de eivolle
bioscooptheaters een zegel op het slot van
zün portemonnale laten zitten.
Me dunkt, dat deze abnormale tüden ons
een fout aanwüzen In het organisme van
on» chrlstelüke charitas. De fout is ver
klaarbaar. Immers alle ordening op dit
gebied geschiedt, uitgaande van de ver
onderstelling, dat men met
groepeeringen te doen heeft. 1
geen Verwüt aan vroegere
maar alleen de constateering
van een
f bü verlies van
TVe** AiMtoran vinger