Triomfale intocht der Ui ver”-vier in Amsterdam
I
99
DONDERDAG 22 NOVEMBER 1934
Dankwoord van
Parmentier
DE HULDIGING OP HET
MUSEUMPLEIN
.->
3000 kinderen zingen
Directeur Plesman
Flauwvallen
De tribune
Het défilé
Parade van de politiemanschappen, veldwachters en marechaussees op het vliegveld Schiphol
Toen we te omstreeks drieta d® M W
Zij komen!
Benoemd tot ridder in de orde van
den Nederlandse hen Leeuw
Een geestdriftig défilé langs de
koene bemanning en de
autoriteiten
Spanning stygt
De feestvreugde
Spontane zang
tiet moment van de aankomst van de Uiver” op vaderlandschen bodem. De leden der bemanning worden door hun verwanten verwelkomd.
een
hun
Eindelijk dan gaat het langs de rijen: Daar
komen ze, daar zijn ze! en we zien Inderdaad
O
Algemeene met enkele afdeelingen, de A.J.C.,
de Dames-tumvereeniging „Achilles”, de Speel-
tuinvereeniging St. Aloysius en de Mondaccor-
deonclub M.O.D.I.A.; een fleurig groepje ver
pleegsters, voorts een groep onderofficieren van
„Ons Belang”, de Buurtvereentglng Katten
burg. de Vereeniging de Princevlag, een groep
Juniores van AJax in voetbaltenue (wat zullen
die knapen het koud gehad hebben) met club-
vlag en de Nederlandsche, Amsterdamsche. En-
gelsche en Australische vlag plus de hoogge-
hoede heeren Koolhaas en de Boer, de A.Z.
1870 en de A.D.Z., die de zwemwereld vertegen
woordigden. enkele scholen, padvinders en le
den van het meisjesgilde, Jeugd-muzlekgezel-
schappen, enz.
Voor den ingang van het terrein aan de zijde
van het Museum was een geïmproviseerd tri-
bunetje opgeslagen, dat een niet al te hechten
Indruk maakte, doch dat zijn deugdelijkheid
toch bewijzen zou.
En de cadeaux vormden op het laatst zulk een
obstakel op het podium, dat ze terzijde moesten
worden gesteld, dat degenen, die ze aangeboden
kregen, er -ternauwernood aandacht aan kon
den schenken.
Ieder bracht den groet op zijn wijze an de
bloemen versierd)
en, wier groeten
tfmpo ech-
dat van de
Aan het diner in het Carlton-Hotel te
Amsterdam, ter eere van de bemanning
van de „Uiver”, heeft de Minister van Wa-
terstaat, Ir. J. A. Kalff, medegedeeld, dat
het H.M. de Koningin heeft behaagd, den
heer A. Plesman, directeur der Koninklijke
Luchtvaart Maatschappij, te benoemen tot
Ridder in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw.
luchtvaarders lieten niet af dien te beant
woorden. Sporters brachten hun sportgroet,
sommigen deden de vaandels dalen.
•Het was al bij al een hulde van heel Am
sterdam. waarvan de vliegers, hoe vermoeid
ook, niet door het vliegen, maar door de „be-
huldlging" toch wel een herinnering zullen be
waren. al was het enkel maar door de vele
aangeboden geschenken.
ook, want.... hoe zouden zij bijvoorbeeld
ders op tijd In Carlton zijn aangekomen.
Dus ging het rutsch-rutach, welk
ter nog altljgl ver achter bleef bij
Uiver.
nog on
er
In verband met de late aankomst moest het
program wat worden versneld en dit Is, naar
onze, als steeds bescheiden meenlng maar goed
-I an-
dan zoo weinig mogelUk aandacht aan hen te
schenken.
Toch hebben zij ook deze huldiging
dergaan en dat met de gedachte, dat
's avonds nog meer op het menu stond.
Toen het half vijf geslagen had begon de
spanning merkbaar te worden. Iedere ordon-
nance, dien men voorbij zag schieten werd ver
wacht de blijde tijding: Ze komen, ze komen,
te zullen brengen en vele halzen rekten zich om
te trachten heel In de verte, in de opening van
den Museumingang iets gewaar te worden.
Voorloopig echter nog zonder het gewenschte
gevolg.
„Ik kan geen woorden vinden, om uiting te
kunnen geven aan onze gevoelens, hoe wij door
deze geweldige ontvangst zijn getroffen. Ik
breng namens de bemanning en de passagiers
dank in de eerste plaats aan de Koningin, die
ook hier van haar belangstelling heeft blijk ge
geven.
Onze vlucht van Melbourne te tug naar Hol
land was een ware zegetocht.
Ik spreek zeker namens de geheele bemanning
en de passagiers, als ik zeg, dat wij nog nooit in
ons leven zooveel hartelijkheid hebben onder
vonden als op deze reis. Het is nog niet geheel
tot ons dooigedrongen, waaraan wij dat eigen
lijk wel verdiend hebben. Maar niettemin, na
mens allen, voor uw medeleven en enthousiasme,
waarmede u onze reis hebt gevolgd en die tot
uiting kwam in de duizenden brieven en tele
grammen en de geweldige ontvangsten, die ons
overal bereid waren, onze hartelijke dank.
De groote belangstelling van de zUd$ van de
regeering en het volk, het groote enthousiasme,
zijn een nieuw bewijs voor onze nationale een
heid en ook voor het feit, dat ons volk lucht-
vaartzin bezit en dat wij met vertrouwen de toe-
K. L. M. ons heeft uitgezonden om deze vlucht
naar Melbourne te ondernemen, hoewel ik er
van overtuigd ben, dat elke andere bemanning
het er minstens even goed, zoo niet beter sou
hebben afgebracht.
De hulde, die ons is toegezwaaid, geldt niet
alleen de Uiverbemanning, maar allen, die heb
ben medegewerkt aan de voorbereiding van de
zen tocht. In het bijzonder dank ik den heer
Plesman, die het initiatief tot deelname aan
deze race heeft genomen en wij hopen van har
te, dat de KLM. de vruchten van het succes
zal kunnen plukken, want wij kunnen zeggen,
dat de tocht voor 100 pet. geslaagd is. Ik dank
u nogmaals zeer hartelijk."
Langzaam nadert men Amsterdam. In den
schemer, die nu spoedig valt, krijgt de tocht
iets fantastisch. In den auto van de Uiver
bemanning worden vier lampen ontstoken en
de hel-verllchte wagen schuift voort tusschen
donkere menschenmassa's, welke slechts oog
hebben voor de vier mannen die overweldigd
en ietwat onwennig door dit huldebetoon, groe
ten naar alle zijden met een lach, een hand
gebaar.
Van iedere groep scheidden zich voor de tri
bune enkelen af, die de trappen opklommen
om hun kransen, hun doozen, hun pakjes, hun
prenten, hun kaarten, hun bloemen (voor de
dames), hyn vlaggetjes aanboden.
Handjes geven, glimlachen, buigingen, sa-
lueeren, bet ging al maar door.
Geen plaats in de venstert is on
bezet. Vaak staat men tot op de da
ken. Jongens klimmen in palen en
op schuttingen. Met den achtergrond
van den modernen bouw van Zuid
heeft deze intocht van vier 20e
eeuwsche helden, heldep Van d$
lucht en veroveraars der toekomst
een eigen bekoring.
Voor dezen triomfalen gang zijn
de breede straten en de fyuizenblok-
ken van Zuid het gewenschte deco
ratie?. Hier past deze stoet, waarop
wellicht de oude gevels der grach
ten, hoog, gesloten en in zich zelf
gekeerd, verwonderd zouden heb
ben neergezien.
Tegen vijven komt de harmonie van de post
mannen den kant van de Ijsclub opgemar
cheerd. N» zal het gaan gebeuren, denkt men,
maar er gebeurt verder niets dan dat de bla
zende postmenschen een verdienstelijk stukje
muziek ten gehoore brengen. Dit kort toch
weer den tijd.
We worden dan overgeschakeld op de repor-
tage-auto van een omroepvereeniging. die de
wachtenden, voor zoover zij uit de rammelende
klanken der geluidsversterkers wijs kunnen
worden, nader inlicht. We hooren evenwel, dat
de tocht door de stad een overweldigende be
langstelling geniet en dat de stoet Inderdaad
nadert.
Toch zal het nog een kwartier duren voor we
iets naders te zien krijgen.
De vreugde over de behouden thuiskomst van
de Uiver gaf aan de hoofdstad aan dezen avond,
evenals overdag, een speciaal cachet. Was in
den middag de belangstelling geconcentreerd
op de ontvangst en de landing op Schiphol, des
avonds heerschte er in de binnenstad een uit
bundige stemming, die deed herinneren aan een
natlonalen feestdag. In vele café’s werd muziek
gemaakt en gedanst tot twee uur ’s nachts toe.
Op de hoeken der straten stonden pierementen
en straatmuzikanten, terwijl acrobaten hun toe
ren tusschen het publiek vertoonden. Duizen
den menschen waren op de been. Tot ver na
het middemachtetijk uur duurde het Uiver-
feest voort.
lawaai aan den kleppermarsch zouden moeten
bilzetten/ j
De opbrengst van den verkoop van Uiverspeld-
jes op Schiphol door de Amsterdam»eKe pad
vinders beeft 540 gulden bedragen.
het Museumplein uitgingen, was het daar reeds
een drukte van je welste en stond een dicht
opeengepakte massa reeds geduldig achter de
sterke polltieafzetUng te wachten op de dingen,
die komen gingen.
Men keek zich de oogen uit naar het op en
af loopen van leden van het Initiatief Comi-e
Amsterdam, die getooid waren met een zwart-
rood lint waaraan een medaille, hetgeen hen in
het oog van menigeen voor commissarissen van
politie deed doorgaan.
Ook de padvinders waren danig in de weer
om aanwijzingen te geven hier en boodschappen
te brengen daar.
Bedrijvigheid was er ook bij den G GD., die
met een aantal ambuianceauto's, verplegers,
Roode Kruis-mannen en leden van de ver-
bandcolonne van den Burgerwacht, onder op
pertoezicht van dr. L. Heyermans, terstond al
degenen die onwel geraakten en dit waren er
in den loop van den langen middag nog al
enkele, te helpen.
ook maar
Bij de Berlagebrug, op de Stadhouderskade,
het Frederiksplein, de Weteringschans blijkt
de drukte wel het grootst. Hier kan in letter
lijken zin worden gesproken van „loopen over
de hoofden”. Soms heeft het er van, of heel
Amsterdam de Uiver-vler wil zien, of al de
honderdduizenden die geen kans kregen om
naar Schiphol te gaan, tenminste van de in
tocht getuige wilden zijn. En vooral in de bin
nenstad^ op een uur dat kantoren en werk
plaatsen worden gesloten, groeide de belang
stelling nog met het óogenblik. Vrijwel mach
teloos staat de politie tegen deze nauwelijks
op te vangen opeenhooping van het publiek.
Eindelijk schuift de stoet langzaam over de
brug van de Stadhouderskade en rijdt door de
poorten van het Rijksmuseum anders voor
het motorverkeer gesloten als door goud
glanzende eerebogen naar het Museumplein,
waar de Uiver-helden nogmaals een grootsche
huldiging wordt bereid.
Zoo gauw waren de Jongens niet uitgezongen
of zij klommen als matrozen in het want tegen
de hekken van het IJsclubterreln op om de
mannen die ze zoo juist hadden toegezongen,
voor wie ze een paar keer gerepeteerd hadden
en dezen middag enkel* uren in het gras van
het IJsclubterreln hadden gestaan een .Jekker -
fijn” van heel dichtbij te zien.
Buiten het programma om zongen ze op de
hekken een „Lang zulle* zij leven”.
Geacheveerde zang Was het niet en Jacob
Hamel zal zijn ooren misschien hebben hooren
tuiten, maar spontaan was het wel.
Toen begon het défilé.
De groepen traden via Hobbemastraat. Jan
Luykenstraat en Honthorststraat voor het po
dium, waar de vliegers met hun dames nu naar
den anderen kant gekeerd, stonden, kaarsrecht,
glimlachend, de hulde van de juichende me
nigte aanvaardend als schuchtere kinderen, die
op een verjaarpartij naar voren geschoven
worden.
Neen, deze knapen doet men niet meer plezier
Telkens en telkens weer dringt het geest
driftig publiek op naar den verlichten auto en
de begeleidende motorpolitie met 'de agenten,
belast met de regeling langs den weg, zien kans
de menigte, die vaak van de huizen af staat
opgedrongen, in bedwang te houden.
Zoo gaat de tocht verder lang* de breede
wegen van Zuid. Opvallend groot is het aantal
vlaggen dat van de balcons en uit de ramen
neerhangt. Serpentines schieten bont en fel
over de hoofden, hier en daar heeft men guir
landes aangebracht. Ook onder het publiek
staan zeer velen met groote en kleine ïlag-
gen gewapend.
Op het Stadionplein blijkt reeds,
dat de belangstelling, die langs heel
den Amstelveenscheweg reeds de
verwachtingen overtrof, aangropit
tot een mate, die niemand had
durven voorzien. De stoet komt dan
uiterst langzaam vooruit.
Hier waren menschen van de radio tfbg bezig
de Installatie te verzorgen, terwijl een electriclen
een fikschen schijnwerper aan het bevestigen
was. Met het kijken naar een en ander verliep
de tijd, een omroeper hield de menschen zoet
door om het kwartier te herhalen dat het vier
tal, waarop al die duizenden wachtten, in
aantocht was.
Wij waren zoo vrjj deze mededeelingen met
een korreltje zout te nemen en trokken er dus
nog maar eens op uit om te zien wat er zooal
langs den weg geschaard stond.
Verschillende bekende vereenlglngen en groe
pen zagen we, waarbij we al aanstonds kon
den opmerken, dat ons katholieke vereenlgings-
leven goed vertegenwoordigd was.
De Or&al was er met een flinke groep, de
Nadat de verschillende éfficleele personen
bemanning op Schiphol hadden toegesproken
kwam Parmentier voor de microfoon om het
volgende dankwoord uit te spreken:
Het is bij half vier als de met bloemen ver
sierde en met kransen behangen auto bij het
terras van Schiphol voorrijdt en Parmentier
en Moll, Van Bruggen en Prins in den wagen
plaats nemen. Een eererondje langs de tribu
nes en dan verlaat de auto langs den weinig
gebruikten uitgang in de richting van den
Schlnkelweg het vliegveld. Een lange stoet van
wagens, waarin de familie en autoriteiten heb
ben plaats genomen en een autobus van de
pers, slujten hierbij aan. Amsterdamsche mo
torpolitie is met het geleide belast.
De route gaat over de pontonbrug langs den
Knallen Schlnkelweg naar Bovenkerk. In het
rustig dorpje hingen tal van vlaggen uit en
de bewoners zoo vertrouwd met de ronken
de vogels van de nabije luchthaven staan
vóór hun deuren en wuiven de Ulver-vier har
telijk toe. Van Bovenkerk gaat het naar Am
stelveen, het mooie frissche woondorp van Par
mentier, waar bijna huls aan huis de vlaggen
van de gevels golven. Hier neemt de geestdrift
reeds merkbaar toe en slechts moeizaam kun
nen de auto's voortgang maken tusschen de
breede hagen van het publiek dat juicht en
wuift, overal opnieuw waar de stoet passeert.
Aan den gevel van een woning te Amstel
veen was een ooievaarsnest met Uiver en al
uitgehangen, een aardige attentie, welke den
mannen niet ontging.
D* tocht van de Uiver-beman-
ning na de huldiging. Woensdag
middag op Schiphol, door Nieuwer
Amstel naar Amsterdam, is
triomfgang geworden zonder weer
ga. Langs heel den langen weg heeft
het publiek de luchthelden begroet
met een geestdrift en spontaneïteit,
zooals nog zelden is betoond. En
vooral de rit door Amsterdam, langs
de avondduistere straten, waar het
de politie slechts met moeite gelukte
den stoet een weg te banen door de
samengepakte menschenmassa, moet
voor hen onvergefelijk zijn.
HoofdzakelUk waren het vrouwen en be
jaarde lieden, die door- het lange staan of door
de tamelijk felle koude uitgeput geraakt aan
de veilige handen van den G.G.D. moesten
worden toexertron*d, maar ook enkele kinderen
begaven het.'
De meesten konden na te zjjn geholpen weer
naar hun oude plaats terugkeeren, een enkele
slechts was zoo ver heen, dat hij moest Hor
den weggebracht.
Langs de breeds oprijlanen die van het
RUksmuseum naar het IJsclubterreln leiden,
stonden de groepen, opêesteld. die straks aan
het défilé zouden deelnemen. Zij hielden ei
déh moed in door muziek te maken of op de
doet* anderen gemaakte muziek zich warm te
trappelen, grapjes te maken met de goed
gemutste bereden agenten, die door de inschik-
kelüke houding van het publiek weinig moeite
hadden.
Op het IJsclubterreln was een snaterende
schare jongens en meisjes, de zangertjes van
Jacob Hamel, bUeen en de je nutten zich den
tijd door het zingen van een vroolUk liedje
het zwaaien met oranje vlaggetjes en een
oefening met de kleppers, die straks luister en
heel in de verte de koplampen van den politie
motor, die den stoet opent en dan even later
de fel-verlichte wagen waarin de vier Uiver-
helden gezeten zUn.
De stoet komt dichterbij; gejuich, gewulf,
vreugde. vroolWcheid, uitgelatenheid bijna. Het
lange wachten is beloond. Het publiek kan ze
nu zien de vier mannen wier namen sinds de
loemruchte race begon niet van hun lippen
zUn geweest.
Onder luid, geestdriftig gejuich rijdt de met
le verlichte wagen langs de rij
de glundere Uiver-mannen la
chend en handen zwaaiend in ontvangst ne
men. Vooral Moll heeft veel schik in het geval
en zwaait terug dat het een lust heeft.
Als de auto voor het podium gekomen is zet
de Postharmonle het. Wilhelmus in. stram staan
ae Ulver-kerel* in hun wagen, dan gaan zij
onder applaus en hiep-hei’s het podium op.
Handdrukken worden gewisseld met de leden
van het I.C.A. Bij de vliegers voegen zich daar
na hun vrouwen en verloofde benevens een
aantal autoriteiten, die van Schiphol af waren
meegereden, o.a. generaal SnUders.
Nadat de dames der vliegers een extra ap
plausje hadden gekregen zette Jacob Hamel zUn
gemengd koor aan het werk en helder en frisch
klonken de kinderstemmen, Tile op de zoo be
kende Piet Hein-melodie een meerstemmig
Uiverlied zongen dat het heel goed, dat X best
deed. Dan volgde nog een lied met klepperbe-
geleiding en ook dit klonk fraai. Parmentier en
zijn mannen waren met deze muzikale tractatie
zichtbaar in hun sas.