I
f 50 keerden wij uit
ONZE 346e UITKEERING
f 84.655.
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
-OUDE
GENEVER:
(M?
Kardinaal Pietro Gasparri
I wtfaal van den da$
'h
I
I
I
I
I
1
BUURMAN VAN KONING
r
VICTOR EMMANUEL IN
1
NEJI
LYNDON
ONTSNAPT
I
DINSDAG 27 NOVEMBER 1934
4
Schaken uit de verte
WAA-RMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS
Alle abonnees
Polen
„Afschieten” van post
door vuurpijlen
Nieuwe proef-machine
voor de Rand-mijnen
Nieuwe kabelspoorweg
in de Apenijnen
Verwisselde
rollen
Chimpansee losge
broken
Beminde persoonlijk
heid
MOTORBANDSTOF UIT
RUBBER
Elk jaar bracht de geleerde Kerk
vorst een vacantie van twee
maanden door in Useita
a
DOOR
VICTOR
BRIDGES
\PER LITER
Postraketten over het
Kanaal
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallenverzekering aan den Heer
Th. A. OTTEN, Liebergerweg 18, Hilversum,
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
I
I
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
N
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
ongeveer
mijn
HOOFDSTUK XIX
Mün aitvinding op de proef gesteld
(Wordt vervolgd).
zU
„Ik
0
EC
eenvoudig. .Maar ik deijk niet dat dat ge-
makkelljk zal gaan."
Een laatste zoen en ik gleed langs het touw
tot In de boot. Alles om mjj was duister en
stilalleen het zwak gerulsch van de riemen
brak het zwijgen. Meer door geluk dan wijsheid
landde Ik op de gewone plaats en trok de boot
aan land, buiten het bereik van het getij. Toen
wuifde ik goeden nacht naar de „Betty."
Het was te donker om iets te zien, maar ik
ben ervan overtuigd, dat Joyce mijn groet be
antwoordde.
de poging nogmaals werd herhaald met
lurpljl, die 135 brieven bevatte, bereikte
tijd hebben we zeker,
je doen met een wel
was en hij vroeg ons of we hem ergens in de
buurt wilden neerzetten, zoodat hy dan opspo
ringen kon doen naar zijn vermiste dochter. On-
middelljjk boden we hem onze hulp aan. Ik dacht
aan het arme meisje, dat nu in handen was van
woeste Indianen, en ik rilde bij de gedachte
aan het lot van het arme kind. Onze benzine
voorraad was thans opgebruikt en we besloten
op een geschikt terrein Xe landen hetgeen vlot
verliep.
adering tusschen
uit de program-
I
een vuurpijl, die 135 brieven bevatte, bereikte
deze het op een afstand van ongeveer 900 Meter
van de kust gelegen schip wederom niet, omdat
geen rekening gehouden was met de kracht
van den wind.
Tenslotte slaagde een poging met een vuur
pijl, die van het schip naar de kust werd afge
schoten. Weliswaar ontplofte de vuurpijl weder
om in de lucht, doch de daaraan verbonden bus
met 75 brieven bereikte veilig de kust.
chimpansee Jacht
lenkwam, dat deze
n. Een gezin was
de huisdeur werd
see binnenkwam,
huls, waarna de
tap dus gevangen
ma’s van het radiostation Breslau.
Overeenkomstig de bepalingen van het on
langs tusschen beide landen gesloten radio-
verdrag zijn reeds een aantal concerten uitge
wisseld tusschen Breslau en de Poolsche radio
stations. Thans heeft Breslau voorgesteld bin
nenkort wekelükscbe beschouwingen te houden
over den toestand in Duitschland en Polen,
waarbij alle belangrijke politieke, economische
en cultureele kwesties, belde landen betreffen
de, zullen worden besproken.
Officieel werd dezer dagen te Londen mede
gedeeld, dat de experimenten om uit rubber
een voor motoren bruikbare brandstof te ex-
traheeren met behulp van een waterstofbehan-
deling technisch volkomen geslaagd zün. Eco
nomisch heeft het proces echter vanwege de
hooge kosten weinig waarde zoolang de rubber-
prljzen niet zeer laag zjjn.
Nabij Calcutta zijn proeven genomen met t
..afschieten" van post van een schip naar het
land en omgekeerd, door middel van vuur
pijlen.
„Veel heb je niet bij je. Ik hoopte al, dat je
heel wat zou opblazen.”
„O, het is meer dan voldoende”, antwoordde
ik troostend; „tenzij ik een fout gemaakt heb."
„Waar neem je de proef?”
„Ergens achter Canvey-elland,” antwoordde
ik. „Daar maken we alleen wat zeemeeuwen
wakker en we kunnen veilig bulten schot zijn en
den hoek om, voor de ontploffing, lx heb on
geveer twintig voet lont bjj me en dat geeft
ons een kwartiertje den tijd, om weg te komen."
„Hè, wat fijn!” riep Joyce uit. „Ik voel me
als een anarchiste, of zoo. Heerlijk, zoo bezig
te zijn met een niéuwe uitvinding. We moesten
die champagne eigenlijk bewaard hebben, om
de stof te doopen.”
voor doopen was het een uitstekend
Vele kilometers Ijsvlakte scheidt de twee ex
pedities van Russische geleerden, die den win
ter doorbrengen in het Noordpoolgebled. De
eene expeditie ligt op Dickson-elland bij Sibe
rië, de andere bjj het meteorologisch instituut
van Kaap Chelioeskln. De 3000 K.M., welke
hier tusschen liggen, kunnen echter niet ver
hinderen dat de geleerden een partijtje schaak
met elkaar spelen door middel van de radio
doch weldra ontplooide het valscherm zich en
langzaam zweefde de veroordeelde naar bene
den tusschen zijn rasgenooten, die vol stomme
verbazing het gebeuren aanschouwden, hetgeen
we duidelijk konden merken, daar we inmiddels
ook gelijktijdig met onze machine waren ge
daald. Daarom stegen we weer en met vol gas
gingen we er vandoor.
Thans was het tijd om nader met onzen gered
den vriend kennis te maken. De man dankte
ons hartelljk voor zjjn redding. Hij vertelde dat
hij Dickenson heette en ontdekkingsreiziger
was. Hij was een jaar geleden met zijn dochter
Amy naar het Noorden gekomen en bij zijn
onderzoekingen was hjj ook terecht gekomen
bij Shingebls. Eerst was hij heel vriéndelijk be
jegend. maar toen hü na een paar maanden
wilde vertrekken, was hü van zjjn dochter ge
scheiden en door Shingebis gevangen gezet.
H(j wist niet wat er van het meisje geworden
Te Aquila is dezer dagen de nieuwe kabel
spoorweg naar de Gran Sasso, de hoogste berg
piek in de Apenijnen en een der fraaiste ge
deelten van de Abruzzen, geopend. De Gran
Basso is ongeveer 3100 meter hoog en aanvan
kelijk zou de nieuwe kabelspoorweg op 38 Oc
tober geopend worden, doch de vroege vol
tooiing heeft ertoe geleld, dat het publiek reeds
gisteren kon gebruik maken van de verbinding,
die het beoefenaars van de wintersport moge-
HJk maakt in ongeveer drie uur tfjds van Rotpe
uit een ideale wlntersportgelegenheid te berei
ken, waar tot nog toe de beklimming van de
Gran Basso van Assergi uit twee dagen kostte.
vast en volgde haar
naar binnen, waar brood en boter en resten
van den kouden fazant op tafel stonden, ter
wijl een ketel vroolljk stond te zingen op het
Primus-toestel.
„Ik geloof, dat je in het geheel niet naar
bed geweest bent," zei ik. „En toch zie je er
uit, of je eens zoo toevallig uit het Paradijs
kwam aanloopen.”
Zij lachte, stek haar hand in mijn jaszak
en nam er mijn zakdoek uit om er de ketel
mee aan te vatten.
„Ik had geen zin in slapen”, zei ze. ,Ik was
veel te gelukkig. Ik heb nog nooit zoo lang
en zoo heerlijk klaar wakker gelegen."
Ze nam den theepot en zei nieuwsgierig:
„Waar heb je het kruit? Ik dacht dat je met
een groot vat op je schouder aan zou komen.”
Ik zette mij aan tafel en haalde een paar
fleschjes te voorschijn, stevig gekurkt.
„Daar heb je het. Dit is gewoon kruit en dat
is mijn vinding. Het ziet er zoo heel onschul
dig uit, hè?”
Joyce nam de beide flesschen en bekeek zo
met belangstelling.
Koude-aanvoer uit het Noorden
En het Oosten wint weer veld,
’t Geen wij allen niet slechts voelen,
Maar de Bilt ons ook voorspelt^
Deze invoer is geoorloofd,
Daar hij de beperking mist,
Van datgeen wat tegenwoordig
Door een wetje wordt beslist!
Koude schijnt ons wel wat koud toe,
Want hardvochtig kan zij zijn,
Ons verkleumen en verkillen
Ligt zoo angstig in haar lijn!
‘t Blijkt ook echter hier de kwestie
Hoe men deze zaak beziet.
Want zjj heeft toch ook een zijde,
Die ons allen voordeel biedt.
i Als het koud is brandt de kachel
En een huiselijke haard.
Die den mensch weet te verwarmen
Is het kolenkitje waard.'
Als het koud is smaakt de snert pas
En u weet ook, dat men zegt:
Boerenkool moet eerst bevroren,
Wil zij komen tot haar recht!
Als het koud is gaan wij schaatsen
En dan is het gladde ijs
Ook alweer de eerste grondslag
Voor een wintersch Paradijs!
Als het koud is zien de dames
In het bont haar element.
Waar je haas, konijn of katten
Heelemaal niet t’rug in kent!
Als het koud is.komt er arbeid,
Want het spreekt als twee map.1 twee,
Al die bovenstaande dingen
Brengen heel wat arbeid mee!
Dus de koude mag al koud zijn,
Maar het is toch ook een feit
Dat hoe feller juist de kcru is
Zij méér warmte rond verspreidt!
Ook Koningin Helena heeft Kard. Gasparri
wel eens te Ussita ontmoet en wederkeerig
maakte de Koninklijke Familie geleidelijk ken
nis met de meeste leden der familie Gasparri,
die al haar bezittingen in de omgeving van
Ussita heeft. Toen de Konlng en de Koningin
van Italië na de verzoening een officieel be
zoek brachten aan Z. H. Paus Pius XI en hun
opwachting maakten bU den Secretaris van
Staat, vroeg Hare Majesteit:
„En Eminentie, hoe gaat het met Ussita? En
met de Gasparri's?"
„Met Ussita uitstekend, Majesteit, en wat de
Gasparri's betreft, een der edelste telgen van
dit geslacht kan ik u toonen.”
En schijnbaar zonder een grein ontzag voor
de plechtigheid van dit oogenbllk, opende Kard.
Gasparri de deur van een kleine kamer naast
zijn appartement, waar een neef van hem op
Heeroom zat te wachten. De houding van den
„edelen telg" die niet alleen op deze ontmoeting
niet gekleed was, maar er bovendien ook al heel
weinig op voorbereid scheen te zijn, moet, naar
men zegt, nogal ongelukkig geweest zijn
Kard. Gasparri. zeiden we, had te Ussita niet
alleen een goeden buurman, maar ook een ver
ren vriend. Die vriend was Kard. De Lal. Twee
grooter tegenstellingen heeft de Curie nooit
gekend. In al de jaren dat zij samen waren
en reeds op de schoolbanken zaten ze samen,
waarna ze samen studeerden, werkten, reisden,
terwijl ze zelfs samen tot het purper werden
verheven; zijn zjj het nooit met elkaar eens
geweest over ook maar één wetenschappelijk,
cultureel of politiek vraagstuk en beiden waren
er uiterst trotsch op dat ze „den ander** nog
nooit gelijk hadden hoeven geven. En toch vond
men zelden twee betere vrienden.
Kard. Gasparri had Kard. De Lal in den
tijd dat ze beiden nog maar „gewoon" doctor
in de theologie en de filosofie waren, meerma
len uitgenoodigd om eens naar Ussita te ko
men. Kard. De Lal die met al de hartstochte
lijkheid van den echten Italiaan aan zijn eigen
geboortegrond, Vicenza, hing, antwoordde trouw
dat hij er hartelljk voor bedankte om zich in
dat strulkrooversland te wagen. (Het is «en
feit dat de omgeving van Ussita niet altijd even
veilig is geweest.) Maar eindelijk Het hij zich
toch overhalen.
Een oude koetsier bracht hem met een gam
mel rijtuigje over ongebaande bergpaden naar
het doel van zjjn tocht, toen plotseling een stel
gemaskerde en vervaarlijk met geweren zwaai
ende kerels te voorschijn psrongen.
„Faccia a terra!"
Ga liggen met je gezicht op den grond. Het
is de klassieke bedreiging der Italiaansche „bri-
gantl”.
De koetsier gehoorzaamt, biddend en smee-
kend om genade, en stottert zijn „vrachtje"
toe toch te gehoorzamen.
Doch deze lacht hartelljk en vreest niets:
„Hallo, Gasparri, waarom doe je een mas
ker voor? Heusch, zonder dat ding lijk je ge
noeg op een strulkroover!”
Kard. Gasparri is Kard. De Lal tot aan diens
dood trouw gebleven. De Secretaris van Staat
ontving in die dagen juist van een ouden leer
ling van hem aan het .Jnstitut Catholique" te
Parijs vier-en-twintig flesschen van de beste
champagne en toog dadelijk met een er van
naar zijn vriend. Kard. De Lai vertelde over
zijn toestand en zelde dat het wel niet lang
meer duren zou, want hij kan niets meer eten
en hij dronk alleen nog een half glas water per
dag. Kard. Gasparri stelde hem voor liever een
half glas wijn per dag te nemen en bracht
voortaanom den anderen dag een flesch
waarvan geen druppel overbleef.
De Fransche minister voor de luchtvaart
heeft den Dultschen ingenieur Gerard Zucker
toestemming verleend tot het verrichten van
een proefneming met een raket, die voorzien
van een zak met poststukken over het Kanaal
zal worden geschoten. De raket zal van Dover
raar Calais worden geschoten. Hjj is gevuld
met een explosieve vloeistof, die electrisch ont
stoken wordt. Na een van te voren vastgesteld
aantel minuten, als de raket door de explo
sies voldoende ver zal zijn verwijderd, gaat een
parachute open, waaraan de postzak bevestigd
is. die aldus op de van te voren berekende
plaats zal neerkomen.
bewoners van Ussita aan zich te binden, maar
ook door zijn vrijgevigheid. Want dit vergeten
bergvest kreeg niet alleen zjjn kerkhof dat meer
dan een half mlllioen kostte en het mooiste is
van alles wat de eenvoudige bevolking ooit met
eigen oogen heeft aanschouwd, maar ook zijn
waterleiding welke nog beduidend duurder was.
Men moet weten hoe groot de eerbied van den
Italiaan voor zijn dooden Is en wat een goede
watervoorziening voor den bergbewoner betee-
kent, om te kunnen aanvoelen hoé lang deze
geschenken het aandenken van den milden
gever zullen doen voortleven.
In Ussita had Kard. Gasparri niet alleen
den verren vriend van wien een bekend spreek
woord weinig goeds doet verwachte», maar ook
een goeden buurman. Deze buurman was nie
mand minder danKonlng Victor Ema
nuel in, die een groot jachtgebied bezit dat
grenst aan het landgoed oer Gasparri’s. En de
verhouding tusschen „de Witten en de Zwar
ten" moge te Rome in den loop der jaren lang
voor 1929 veel verbeterd zijn, In Ussita was de
verhouding tusschen den Konlng van Italië en
den Secretaris van Staat van Zijne Heiligheid
opperbest. Een feit dat overigens weinig ver
bazing wekken kan wanneer men even bedenkt
dat de Italiaansche Koninklijke Familie steeds
bereid was om een verzoening in de hand te
werken, terwijl Kard. Gasparri Ijverig deel uit
maakte van wat men „het Italiaansche blok”
In het H. College heeft gedoopt en welk „blok"
als het ware .gesticht” was door de gebroeders,
de Kardinalen Seraflno en Vincenzo Vannu-
telli. Dit „Italiaansche blok" streefde naar een
verzoening tusschen Vatlcaan en Quirinaal,
waarbij de Paus volledig herstel van Zün eer
en Zijn rechten zou krijgen en waarbij Hjj dan
plechtig afstand zou doen van een herstel der
situatie van vóór 20 September 1870, omdat
een dergeljjk herstel nu eenmaal ónmogelijk
was.
Er bestaat zelfs nog een foto van een der
vele „buurpraatjes” tusschen Victor Emanuel
III en Kard. Gasparri. Aan den eenen kant van
een lage heg welke beider bezittingen scheidt,
ziet men den Konlng in een wit linnen costuum
hetwelk een heel weinig koninklijken indruk
maakt, en aan den anderen kant staat Kard.
Gasparri in zwarte toog, zijn handen steunend
in zijn ceintuur, blakend van gezondheid en
met zijn vroolljken lach. Toen deze foto geno
men werd, was men nog zeer ver verwijderd
van den Hen Februari 1929
ït seizoen was afgeloopen. Het had geen
rijkdom, maar tenminste brood gebracht.
Nu volgde de zomer, die voor een tooneel -
speler zoo lang is. Er waren zes menschen bjj
de laatste Aprll-voorstelling geweest. Het ge
zelschap ging weer uit elkaar. De contracten
waren afgeloopen. 't Volgend jaar zou de di
recteur verder zien, had hjj gezegd.
„We moeten hem een afscheidscadeau geven”
zei Pluggers, „anders neemt hij ons *t volgend
jaar niet.”
„Ja, maar wat?” werd er gevraagd.
„Een gouden horloge,” werd er geantwoord.
.Met inscriptie." zei Pluggers.
Er werd uit alle macht gecollecteerd. Velen
mopperden. Allen gaven, en allen gaven wei
nig. want niemand hèd veel. Maar alles bij el
kaar werd het toch nog vier pond, zeven shil
ling en zes stuiver.
„Genoeg, is t niet?” zei Pluggers. „Laten we
nu zien, of we er wat voor kunnen opduiken.’
Dat, wat opgedoken kon worden, hing voor
het raam van Isaac Clubbs, horlogemaker, ju
welier en pandjeshouder. Maar de deur van de
atdeeling pandjeshuis was de grootste.
Het was een mooi gouden horloge, we! ge
schikt om Benny Slghtfoot aan hen te doen
denken, als hli 't volgend jaar zijn menschen
bij elkaar ging zoeken. Maar het kostte zeven
pond. Geen stuiver was er van af te krijgen.
De hoofdrollen stonden in het kleine win
keltje te beraadslagen.
„Waar moeten we de rest vandaan halen?"
„Ik heb een gouden ring; ik zou hem hier
kunnen laten.” zei Horatio.
„Ik heb ook nog een ring,” verklaarde Ham
let.
„Ik heb nog 'n heel goelen hoogen hoed,"
zuchtte Chantecler; dien had ik jaren bewaard,
in de hoop, dat ik nog eens zou trouwen. Ik
kan hem net zoo goed verpanden.”
„En ik heb een zilveren potlood," zei mevrouw
BansGéne, „en een zak-manicuurstel.
Een leder bood z’n schatten aan.
„Goed, halen jullie die spullen dan, en zorg,
dat Je over een half uur weer hier bent,” beval
Hamlet. En om tijd uit te sparen, gaf hjj mijn
heer Isaac Clubbs al vast den tekst, die in *t
horloge moest werden gegrift.
Een uur later was het horloge gekocht en
betaald. De hoofdrollen gingen terug naar het
theater, en mijnheer Benny Sightoot werd uit
genoodigd op het tooneel te komen.
Hij kwam en keek kwasi-verbaasd.
Pluggers hield een speech. Mevrouw Bans
Géne overhandigde het horloge. In het oog
van Benny Slghtfoot verscheen een traan. Hjj
ben:
„Wanneer my dit zou overkomen, dan één
van de twee: óf ik los de Romelnsche Kwestie
op en kom elk jaar naar Ussita, óf ik kom
naar Ussita en breng het Vatlcaan mee.”
Niet alleen echter door zjjn beminde per
soonlijkheid wist Kard. Gasparri de eenvoudige
Het was prettig in de kajuit met de lage
zoldering, waarvan de lamp afhing en met
geen ander geluid dan het zachte kabbelen
van den vloed tegen de zijden van de boot.
Nadat we met eten gereed waren bleven wij
nog eenlgen tijd na genieten, terwijl ik een
sigaar rookte.
„We zullen niet omwasschen.” zei ik. „We
zullen alles maar in het voorschip zetten en
aan Gow overlaten. Wat Inspanning zal hem
goed doen na zjjn vacantie."
„Doe maar,” zei Joyce met haar liefste stem,
„en kom dan mee naar buiten in de heerlijke
frissche avondlucht."
Ik ruimde af en sloeg daarna de tafel, die
met scharnieren werkte, omlaag: daarna
bracht ik al de kussens, die ik vinden kon,
naar bulten. Ik ging voor haar voeten zitten en
liet mjjn hoofd rusten tegen haar knieën.
Hoe lang we samen zoo gezeten hebben,
weet ik niet. Eep heerlijk gevoel van tevreden
heid en rust hing om mU heen en voor het
eerste drong bet tot mij door hoe dierbaar cn
Aan den oostelljken hemel begon het licht
te worden, toen ik tegen vier uur aan de
kreek terugkwam. De morgen was koel en
stil en de frischheid der eerste schemering
bracht de belofte van een langen, wolkeloozen
dag van lentezon.
Ik Het de jol te water en zette af naar de
„Betty," die vreemd klein en onwerkelijk lag
in het vage licht. Het geluld, dat ik maakte,
toen ik naderbij kwam, moet tot Joyce zijn
doorgedrongen; zij kwam onmiddellijk op dek,
geheel gekleed, zoo frisch en zoo mooi als de
morgen zelf.
„Prachtig op tijd!” riep zjj mij toe. „Dat
verwachtte ik trouwens; ik heb het ontbijt al
klaar."
Ik greep bet boord en klom aan dek van het
jacht.
Te Ringe. nabij Odense, in Denemarken,
brak een chimpansee van een circus los.
Het dier klom op het dak van de hut van een
oude vrouw, die doodelijk verschrikt werd. Even
gezien en onder
stond een ware
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiieiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiHiiiiiiiniiniiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiHiili
- - V -
onmisbaar Joyce voor mij was geworden.
Soms streelde zij zachtjes over mjjn wang, als
wilde zjj mij vertellen, hoe lief zjj mij had.
Een halve maan en vele sterren schitterden
aan den donkeren hemel. Koel en zacht streek
een zwakke wind over de velden neer.
„Joyce!”
Haar zachte hand streelde mjjn haren en
toen Ik opkeek zag ik in haar mooie oogen
tranen. Ik sprong op. nam haar in mjjn armen
en kuste haar. Tranen waren op haar wangen,
kleinen tranen van liefde en geluk.
„Joyce, mjjn lief vrouwkel Joyce,
Joyce!”
.Nell mjjn jongen!”
Nog vele lieve woordjes zeiden wjj dien
mooien avond in de eenzame kreek, terwijl het
firmament als een diadeem met duizenden en
duizenden schitterende steenen zich om ons
heen sloot.
Doch ook hier moest de tüd van liefelijk
minnekozen plaats maken voor die der harde
werkelijkheid. Hand in hand Hepen wjj naar
den achtersteven, waar de jol lag. Nog eens
kuste ik haar en maakte aanstalten om mij in
het bootje neer te laten.
„Ik zal zelf aan land roeien en daar de
jol vastmaken. Morgenochtend om vier uur
ben ik dan terug, als jou dat niet te vroeg ia
We moeten die ontploffing vieren eer iemand
op is.”
„Hoe vroeger je komt, hoe beter,” zei ze.
„Probeer wat te slapen, je zult anders mor
gen doodmoe zijn."
zal bet probeeren,” antwoordde
?<llllll(IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllll|li
lllllllllllllllllllllllllllllltlIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimillllHIIIIIIII
llllllll KOUDE iiiiiiniuiniiiiiiiii
Alles was thans gereed en Oom Sydney gaf
gas. De motoren begonnen te draaien en wel
dra waren we opgestegen. Thans bonden we
den Indiaan een parachute om, waarna we
zijn handen en voeten bevrijden van het koord
waarmede hjj gebonden was. Toen we op onge
veer tweeduizend meter hoogte gekomen waren
maakten we de deur van de cafeïne open en
wierpen den man naar beneden.
Eerst viel de man als een steen naar beneden.
„Dat is weer als vroeger, in Chelsea," zei ik.
„Ontbijt is een weelde, die niet in mij opge
komen zou zjjn.”
.Dan komt het nu maar eens.” antwoordde
zjj; „tenzij je te veel haast hebt om te ver
trekken. Alles staat klaar in de kajuit.”
„O, tien minuten
Onderzoekingen moet
gevulde maag."
Ik bond het bootje
De grootste test-machine is door de regee-
ring van Zuld-Afrika besteld om dienst te doen
in de Rand-n4jnen.
Deze reusachtige machine, die ongeveer
800.000 gulden zal kosten, zal stutten, touwen,
kettingen en andere benoodigdheden uit het
mijnbedrijf beproeven Ondanks haar geweldi
ge afmetingen werkt de machine tot op een
honderdsten millimeter nauwkeurig.
In het begin van het volgend jaar zal deze
machine in het Rjjkswerktuigkundlg labora
torium te Johannesburg geïnstalleerd worden.
Een deel ervan is een pers van duizend ton.
welke op *t mijnmateriaal denzelfden druk uit
oefent, alsof deze in de mijnen gebruikt wordt.
De machine kan naast deze doeleinden In het
algemeen voor de staalindustrie in Pretoria ge
bruikt worden.
p het kleine kerkhof van Ussita, het ver-
I I geten bergnest dat hü zoo zeer heeft
Hef gehad, is hij bijgezet. Zelf had hjj
den grond voor dit kerkhof aangekocht. Zelf
had hij het laten aanleggen. Zelf had hjj zijn
grafteeken ontworpen. Zelf had hü den een-
voudlgen tekst laten beitelen op de zerk:
„Uit het stof heeft de Heer hem opgeheven
en geplaatst tusschen de grooten der aarde.
Hier rust Kard. Pietro Gasparri, geboren te
Cavallazza, den 5 Mei 1852, gestorven den....
Bidt voor hem."
Het nageslacht zal slechts den datum 18
November 1934 hoeven in te vullen.
Kard. Gasparri’s liefde Voor het kleine Ussita
heeft zün leven lang geduurd. Elk jaar bracht
hü er een vacantie van twee maanden door.
Slechte één keer hebben de Ussitenen „den”
Kardinaal een heelen zomer niet gezien. Dat
was in 1894 toen hü als Apostolisch Delegaat
naar Zuid-Amerika gezonden werd. Maar van
1895 tot 1901 toen hü naar Rome teruggeroe
pen werd, vond hü, ondanks zün drukke werk
zaamheden in Peru, Equador en Bolivia, en
ondanks den grooten afstand, alle jaren juist
voldoenden tüd om naar Ussita te komen.
Toen hü vier jaren geleden ontslag nam als
Secretaris van Staat en belast werd met de
codificatie van het canoiek recht voor de
Oostersche Kerk, terwül van zün „Bronnen
van het Canoniek Recht” eerst het vijfde deel
ter perse was en het zesde en het zevende
nog niet gereed waren, maakte iemand hem
lachend de opmerking:
„Het is maar te hopen, Eminentie, dat u „de
honderd” haalt, anders vrees Ik heusch dat u
niet klaar komt.”
Waarop Kard. Gasparri antwoordde:
„Laten we liever zeggen: honderd-en-tien,
Want mün vacantie kan ik er niet aan geven."
En nog een andere anecdote omtrent Kard.
Gasparri's Uefde voor Ussita doet te Rome de
ronde:
Toen in 1922 het Conclaaf begon dat Z. H.
Pius XI tot Paus zou uitroepend ultte een der
Ussitenen de hoop dat „de” Kardinaal de op
volger warden zou van Benedlctus XV.
Hierop moet Kard. Gasparri geantwoord heb-
hleld óók een speech. Alten riepen drie maal
hoera! En toen gingen ze thee drinken.
Mijnheer Benny Sightfoot, die al grijs begon
te worden, bekeek het horloge. Het viel hem
echt mee. Hü las de Inscriptie:
.Aan Benny Slghtfoot, ter herinnering aan
een aangenamen tüd: Het Blüde tooneel,
1 Mei 1930
Het werd najaar. In een donker achterver
trek van het pandjeshuis was een plank, waar
op naast elkaar
lagen een ring,
nog een ring,
een hooge hoed,
een zilveren pot
lood en andere
dingen.
Toen ging een
deur dicht. Een lange pauze. Er ging een deur
op en er rinkelde geld.
Weer ging een deur dicht. Weer ging een
deur open. Weer rinkelde geld en op de toon
bank groeide het stapeltje briefjes.
Eén voor één kwamen de dingen van de
plank; de ring, de andere ring, de hooge hoed,
het zilveren potlood en de rest, tot de plank
bijna leeg was.
Eri eenzaam aan een apart haakje hing een
gouden horloge met inscriptie van: Het Blüde
Tooneel, aan Benny Lightfoot, 1 Mei 1930.
Het hangt er nog.
op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid t jt werken door t bij een ongeval met f bjj verlies van een hand f 1 7C oü verlies van een f Cfi 01) een breuk van f Afi bü verlies van *a
ongave Hen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelüken afloop f a «zlZe** een voet of een oog f 1 At duim of wijsvinger f «/v»~been of arm/ anderen vinger
De eerste vuurpül die werd afgeschoten, en
waaraan 173 brieven waren beveftigd, ontplofte
halverwege en de brieven vielen In zee. Bü een
tweede proefneming werden 220 brieven afge
schoten, doch de vuurpül bereikte het schip
nteC
Ja,
merk.”
Na een oogenbllk riep Joyce plotseling:
„Ik weet er een naam voor! Voor die stof
dan. Lyndonlet! De ontploffing zit al in het
woord zelf, niet?”
..De heeren van de gevangenis zouden dit
ook wel denken,” zei ik lachend. .Maar goed;
Lyndonlet zal het heeten.”
Het ontbüt was geëindigd en ik ging aan
dek en haalde het anker in terwül Joyce be
neden het kookgerei en de provisie wegborg.
Voor dezen eenen keer kreeg ik de machine
zonder moeite aan den gang en daar bet getü
sterk verliep, waren we spoedig in den mond
van de kreek. Eenmaal bulten, zette ik koers
stroom af, zoo dicht langs den noordelüken
oever als ik durfde. Behalve een roestigen
vrachtvaarder hadden we de geheele rivier
aan ons. Zelfs geen eenzame boot teekende
zich af op het eenzame water. Een voor een
lieten we de oude merkteekenen aan. land
achter ons en etndelük kwam de Ingang van
de kreek, die achter Canvey-elland rondloopt,
in zicht. Niemand zou dit een vroolük, veel
bezocht plekje kunnen noemen en om vüf
uur in den morgen was het een waar toon
beeld van verlatenheid. Betere gelegenheid
om zich rustig te kunnen bezig houden met
nieuwe springstoffen was moeieUjk te beden
ken. Ik stuurde de „Betty" met nog al wat
voorzorg binnen, want het was drie jaar ge
leden, dat ik er het laatst geweest was. Joyce
peilde aldoor üverig aan weerskanten van de
boot en ten slotte legden we haar voor anker
in anderhalve vadem water, zoodat zü vanaf
de rivier geheel buiten zicht lag.
„Dat is een Hef plekje,” zei ik. ,.We zulten
er eerst wenden en dan roet ik naar den wal
en zal ginds, onder dien boom den boel in
orde brengen. Dan kunnen we terug «ün op
de rivier eer er iets gebeurt.”
„Kunnen we niet blüven küken? Ik sou het
zoo graag willen zien springen."
Ik schudde mün hoofd.
„Tenzü ik mü vergist heb, zal het om den
hoek heel wat gezonder zün. Na afloop kun
nen we dan gaan zien, wat er gebeuld ia"
geopend, en de