I f 50 keerden wij uit ONZE 346e UITKEERING f 84.655. PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND -OUDE GENEVER: (M? Kardinaal Pietro Gasparri I wtfaal van den da$ 'h I I I I I 1 BUURMAN VAN KONING r VICTOR EMMANUEL IN 1 NEJI LYNDON ONTSNAPT I DINSDAG 27 NOVEMBER 1934 4 Schaken uit de verte WAA-RMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS Alle abonnees Polen „Afschieten” van post door vuurpijlen Nieuwe proef-machine voor de Rand-mijnen Nieuwe kabelspoorweg in de Apenijnen Verwisselde rollen Chimpansee losge broken Beminde persoonlijk heid MOTORBANDSTOF UIT RUBBER Elk jaar bracht de geleerde Kerk vorst een vacantie van twee maanden door in Useita a DOOR VICTOR BRIDGES \PER LITER Postraketten over het Kanaal ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis-ongevallenverzekering aan den Heer Th. A. OTTEN, Liebergerweg 18, Hilversum, wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd. I I AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL N MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) ongeveer mijn HOOFDSTUK XIX Mün aitvinding op de proef gesteld (Wordt vervolgd). zU „Ik 0 EC eenvoudig. .Maar ik deijk niet dat dat ge- makkelljk zal gaan." Een laatste zoen en ik gleed langs het touw tot In de boot. Alles om mjj was duister en stilalleen het zwak gerulsch van de riemen brak het zwijgen. Meer door geluk dan wijsheid landde Ik op de gewone plaats en trok de boot aan land, buiten het bereik van het getij. Toen wuifde ik goeden nacht naar de „Betty." Het was te donker om iets te zien, maar ik ben ervan overtuigd, dat Joyce mijn groet be antwoordde. de poging nogmaals werd herhaald met lurpljl, die 135 brieven bevatte, bereikte tijd hebben we zeker, je doen met een wel was en hij vroeg ons of we hem ergens in de buurt wilden neerzetten, zoodat hy dan opspo ringen kon doen naar zijn vermiste dochter. On- middelljjk boden we hem onze hulp aan. Ik dacht aan het arme meisje, dat nu in handen was van woeste Indianen, en ik rilde bij de gedachte aan het lot van het arme kind. Onze benzine voorraad was thans opgebruikt en we besloten op een geschikt terrein Xe landen hetgeen vlot verliep. adering tusschen uit de program- I een vuurpijl, die 135 brieven bevatte, bereikte deze het op een afstand van ongeveer 900 Meter van de kust gelegen schip wederom niet, omdat geen rekening gehouden was met de kracht van den wind. Tenslotte slaagde een poging met een vuur pijl, die van het schip naar de kust werd afge schoten. Weliswaar ontplofte de vuurpijl weder om in de lucht, doch de daaraan verbonden bus met 75 brieven bereikte veilig de kust. chimpansee Jacht lenkwam, dat deze n. Een gezin was de huisdeur werd see binnenkwam, huls, waarna de tap dus gevangen ma’s van het radiostation Breslau. Overeenkomstig de bepalingen van het on langs tusschen beide landen gesloten radio- verdrag zijn reeds een aantal concerten uitge wisseld tusschen Breslau en de Poolsche radio stations. Thans heeft Breslau voorgesteld bin nenkort wekelükscbe beschouwingen te houden over den toestand in Duitschland en Polen, waarbij alle belangrijke politieke, economische en cultureele kwesties, belde landen betreffen de, zullen worden besproken. Officieel werd dezer dagen te Londen mede gedeeld, dat de experimenten om uit rubber een voor motoren bruikbare brandstof te ex- traheeren met behulp van een waterstofbehan- deling technisch volkomen geslaagd zün. Eco nomisch heeft het proces echter vanwege de hooge kosten weinig waarde zoolang de rubber- prljzen niet zeer laag zjjn. Nabij Calcutta zijn proeven genomen met t ..afschieten" van post van een schip naar het land en omgekeerd, door middel van vuur pijlen. „Veel heb je niet bij je. Ik hoopte al, dat je heel wat zou opblazen.” „O, het is meer dan voldoende”, antwoordde ik troostend; „tenzij ik een fout gemaakt heb." „Waar neem je de proef?” „Ergens achter Canvey-elland,” antwoordde ik. „Daar maken we alleen wat zeemeeuwen wakker en we kunnen veilig bulten schot zijn en den hoek om, voor de ontploffing, lx heb on geveer twintig voet lont bjj me en dat geeft ons een kwartiertje den tijd, om weg te komen." „Hè, wat fijn!” riep Joyce uit. „Ik voel me als een anarchiste, of zoo. Heerlijk, zoo bezig te zijn met een niéuwe uitvinding. We moesten die champagne eigenlijk bewaard hebben, om de stof te doopen.” voor doopen was het een uitstekend Vele kilometers Ijsvlakte scheidt de twee ex pedities van Russische geleerden, die den win ter doorbrengen in het Noordpoolgebled. De eene expeditie ligt op Dickson-elland bij Sibe rië, de andere bjj het meteorologisch instituut van Kaap Chelioeskln. De 3000 K.M., welke hier tusschen liggen, kunnen echter niet ver hinderen dat de geleerden een partijtje schaak met elkaar spelen door middel van de radio doch weldra ontplooide het valscherm zich en langzaam zweefde de veroordeelde naar bene den tusschen zijn rasgenooten, die vol stomme verbazing het gebeuren aanschouwden, hetgeen we duidelijk konden merken, daar we inmiddels ook gelijktijdig met onze machine waren ge daald. Daarom stegen we weer en met vol gas gingen we er vandoor. Thans was het tijd om nader met onzen gered den vriend kennis te maken. De man dankte ons hartelljk voor zjjn redding. Hij vertelde dat hij Dickenson heette en ontdekkingsreiziger was. Hij was een jaar geleden met zijn dochter Amy naar het Noorden gekomen en bij zijn onderzoekingen was hjj ook terecht gekomen bij Shingebls. Eerst was hij heel vriéndelijk be jegend. maar toen hü na een paar maanden wilde vertrekken, was hü van zjjn dochter ge scheiden en door Shingebis gevangen gezet. H(j wist niet wat er van het meisje geworden Te Aquila is dezer dagen de nieuwe kabel spoorweg naar de Gran Sasso, de hoogste berg piek in de Apenijnen en een der fraaiste ge deelten van de Abruzzen, geopend. De Gran Basso is ongeveer 3100 meter hoog en aanvan kelijk zou de nieuwe kabelspoorweg op 38 Oc tober geopend worden, doch de vroege vol tooiing heeft ertoe geleld, dat het publiek reeds gisteren kon gebruik maken van de verbinding, die het beoefenaars van de wintersport moge- HJk maakt in ongeveer drie uur tfjds van Rotpe uit een ideale wlntersportgelegenheid te berei ken, waar tot nog toe de beklimming van de Gran Basso van Assergi uit twee dagen kostte. vast en volgde haar naar binnen, waar brood en boter en resten van den kouden fazant op tafel stonden, ter wijl een ketel vroolljk stond te zingen op het Primus-toestel. „Ik geloof, dat je in het geheel niet naar bed geweest bent," zei ik. „En toch zie je er uit, of je eens zoo toevallig uit het Paradijs kwam aanloopen.” Zij lachte, stek haar hand in mijn jaszak en nam er mijn zakdoek uit om er de ketel mee aan te vatten. „Ik had geen zin in slapen”, zei ze. ,Ik was veel te gelukkig. Ik heb nog nooit zoo lang en zoo heerlijk klaar wakker gelegen." Ze nam den theepot en zei nieuwsgierig: „Waar heb je het kruit? Ik dacht dat je met een groot vat op je schouder aan zou komen.” Ik zette mij aan tafel en haalde een paar fleschjes te voorschijn, stevig gekurkt. „Daar heb je het. Dit is gewoon kruit en dat is mijn vinding. Het ziet er zoo heel onschul dig uit, hè?” Joyce nam de beide flesschen en bekeek zo met belangstelling. Koude-aanvoer uit het Noorden En het Oosten wint weer veld, ’t Geen wij allen niet slechts voelen, Maar de Bilt ons ook voorspelt^ Deze invoer is geoorloofd, Daar hij de beperking mist, Van datgeen wat tegenwoordig Door een wetje wordt beslist! Koude schijnt ons wel wat koud toe, Want hardvochtig kan zij zijn, Ons verkleumen en verkillen Ligt zoo angstig in haar lijn! ‘t Blijkt ook echter hier de kwestie Hoe men deze zaak beziet. Want zjj heeft toch ook een zijde, Die ons allen voordeel biedt. i Als het koud is brandt de kachel En een huiselijke haard. Die den mensch weet te verwarmen Is het kolenkitje waard.' Als het koud is smaakt de snert pas En u weet ook, dat men zegt: Boerenkool moet eerst bevroren, Wil zij komen tot haar recht! Als het koud is gaan wij schaatsen En dan is het gladde ijs Ook alweer de eerste grondslag Voor een wintersch Paradijs! Als het koud is zien de dames In het bont haar element. Waar je haas, konijn of katten Heelemaal niet t’rug in kent! Als het koud is.komt er arbeid, Want het spreekt als twee map.1 twee, Al die bovenstaande dingen Brengen heel wat arbeid mee! Dus de koude mag al koud zijn, Maar het is toch ook een feit Dat hoe feller juist de kcru is Zij méér warmte rond verspreidt! Ook Koningin Helena heeft Kard. Gasparri wel eens te Ussita ontmoet en wederkeerig maakte de Koninklijke Familie geleidelijk ken nis met de meeste leden der familie Gasparri, die al haar bezittingen in de omgeving van Ussita heeft. Toen de Konlng en de Koningin van Italië na de verzoening een officieel be zoek brachten aan Z. H. Paus Pius XI en hun opwachting maakten bU den Secretaris van Staat, vroeg Hare Majesteit: „En Eminentie, hoe gaat het met Ussita? En met de Gasparri's?" „Met Ussita uitstekend, Majesteit, en wat de Gasparri's betreft, een der edelste telgen van dit geslacht kan ik u toonen.” En schijnbaar zonder een grein ontzag voor de plechtigheid van dit oogenbllk, opende Kard. Gasparri de deur van een kleine kamer naast zijn appartement, waar een neef van hem op Heeroom zat te wachten. De houding van den „edelen telg" die niet alleen op deze ontmoeting niet gekleed was, maar er bovendien ook al heel weinig op voorbereid scheen te zijn, moet, naar men zegt, nogal ongelukkig geweest zijn Kard. Gasparri. zeiden we, had te Ussita niet alleen een goeden buurman, maar ook een ver ren vriend. Die vriend was Kard. De Lal. Twee grooter tegenstellingen heeft de Curie nooit gekend. In al de jaren dat zij samen waren en reeds op de schoolbanken zaten ze samen, waarna ze samen studeerden, werkten, reisden, terwijl ze zelfs samen tot het purper werden verheven; zijn zjj het nooit met elkaar eens geweest over ook maar één wetenschappelijk, cultureel of politiek vraagstuk en beiden waren er uiterst trotsch op dat ze „den ander** nog nooit gelijk hadden hoeven geven. En toch vond men zelden twee betere vrienden. Kard. Gasparri had Kard. De Lal in den tijd dat ze beiden nog maar „gewoon" doctor in de theologie en de filosofie waren, meerma len uitgenoodigd om eens naar Ussita te ko men. Kard. De Lal die met al de hartstochte lijkheid van den echten Italiaan aan zijn eigen geboortegrond, Vicenza, hing, antwoordde trouw dat hij er hartelljk voor bedankte om zich in dat strulkrooversland te wagen. (Het is «en feit dat de omgeving van Ussita niet altijd even veilig is geweest.) Maar eindelijk Het hij zich toch overhalen. Een oude koetsier bracht hem met een gam mel rijtuigje over ongebaande bergpaden naar het doel van zjjn tocht, toen plotseling een stel gemaskerde en vervaarlijk met geweren zwaai ende kerels te voorschijn psrongen. „Faccia a terra!" Ga liggen met je gezicht op den grond. Het is de klassieke bedreiging der Italiaansche „bri- gantl”. De koetsier gehoorzaamt, biddend en smee- kend om genade, en stottert zijn „vrachtje" toe toch te gehoorzamen. Doch deze lacht hartelljk en vreest niets: „Hallo, Gasparri, waarom doe je een mas ker voor? Heusch, zonder dat ding lijk je ge noeg op een strulkroover!” Kard. Gasparri is Kard. De Lal tot aan diens dood trouw gebleven. De Secretaris van Staat ontving in die dagen juist van een ouden leer ling van hem aan het .Jnstitut Catholique" te Parijs vier-en-twintig flesschen van de beste champagne en toog dadelijk met een er van naar zijn vriend. Kard. De Lai vertelde over zijn toestand en zelde dat het wel niet lang meer duren zou, want hij kan niets meer eten en hij dronk alleen nog een half glas water per dag. Kard. Gasparri stelde hem voor liever een half glas wijn per dag te nemen en bracht voortaanom den anderen dag een flesch waarvan geen druppel overbleef. De Fransche minister voor de luchtvaart heeft den Dultschen ingenieur Gerard Zucker toestemming verleend tot het verrichten van een proefneming met een raket, die voorzien van een zak met poststukken over het Kanaal zal worden geschoten. De raket zal van Dover raar Calais worden geschoten. Hjj is gevuld met een explosieve vloeistof, die electrisch ont stoken wordt. Na een van te voren vastgesteld aantel minuten, als de raket door de explo sies voldoende ver zal zijn verwijderd, gaat een parachute open, waaraan de postzak bevestigd is. die aldus op de van te voren berekende plaats zal neerkomen. bewoners van Ussita aan zich te binden, maar ook door zijn vrijgevigheid. Want dit vergeten bergvest kreeg niet alleen zjjn kerkhof dat meer dan een half mlllioen kostte en het mooiste is van alles wat de eenvoudige bevolking ooit met eigen oogen heeft aanschouwd, maar ook zijn waterleiding welke nog beduidend duurder was. Men moet weten hoe groot de eerbied van den Italiaan voor zijn dooden Is en wat een goede watervoorziening voor den bergbewoner betee- kent, om te kunnen aanvoelen hoé lang deze geschenken het aandenken van den milden gever zullen doen voortleven. In Ussita had Kard. Gasparri niet alleen den verren vriend van wien een bekend spreek woord weinig goeds doet verwachte», maar ook een goeden buurman. Deze buurman was nie mand minder danKonlng Victor Ema nuel in, die een groot jachtgebied bezit dat grenst aan het landgoed oer Gasparri’s. En de verhouding tusschen „de Witten en de Zwar ten" moge te Rome in den loop der jaren lang voor 1929 veel verbeterd zijn, In Ussita was de verhouding tusschen den Konlng van Italië en den Secretaris van Staat van Zijne Heiligheid opperbest. Een feit dat overigens weinig ver bazing wekken kan wanneer men even bedenkt dat de Italiaansche Koninklijke Familie steeds bereid was om een verzoening in de hand te werken, terwijl Kard. Gasparri Ijverig deel uit maakte van wat men „het Italiaansche blok” In het H. College heeft gedoopt en welk „blok" als het ware .gesticht” was door de gebroeders, de Kardinalen Seraflno en Vincenzo Vannu- telli. Dit „Italiaansche blok" streefde naar een verzoening tusschen Vatlcaan en Quirinaal, waarbij de Paus volledig herstel van Zün eer en Zijn rechten zou krijgen en waarbij Hjj dan plechtig afstand zou doen van een herstel der situatie van vóór 20 September 1870, omdat een dergeljjk herstel nu eenmaal ónmogelijk was. Er bestaat zelfs nog een foto van een der vele „buurpraatjes” tusschen Victor Emanuel III en Kard. Gasparri. Aan den eenen kant van een lage heg welke beider bezittingen scheidt, ziet men den Konlng in een wit linnen costuum hetwelk een heel weinig koninklijken indruk maakt, en aan den anderen kant staat Kard. Gasparri in zwarte toog, zijn handen steunend in zijn ceintuur, blakend van gezondheid en met zijn vroolljken lach. Toen deze foto geno men werd, was men nog zeer ver verwijderd van den Hen Februari 1929 ït seizoen was afgeloopen. Het had geen rijkdom, maar tenminste brood gebracht. Nu volgde de zomer, die voor een tooneel - speler zoo lang is. Er waren zes menschen bjj de laatste Aprll-voorstelling geweest. Het ge zelschap ging weer uit elkaar. De contracten waren afgeloopen. 't Volgend jaar zou de di recteur verder zien, had hjj gezegd. „We moeten hem een afscheidscadeau geven” zei Pluggers, „anders neemt hij ons *t volgend jaar niet.” „Ja, maar wat?” werd er gevraagd. „Een gouden horloge,” werd er geantwoord. .Met inscriptie." zei Pluggers. Er werd uit alle macht gecollecteerd. Velen mopperden. Allen gaven, en allen gaven wei nig. want niemand hèd veel. Maar alles bij el kaar werd het toch nog vier pond, zeven shil ling en zes stuiver. „Genoeg, is t niet?” zei Pluggers. „Laten we nu zien, of we er wat voor kunnen opduiken.’ Dat, wat opgedoken kon worden, hing voor het raam van Isaac Clubbs, horlogemaker, ju welier en pandjeshouder. Maar de deur van de atdeeling pandjeshuis was de grootste. Het was een mooi gouden horloge, we! ge schikt om Benny Slghtfoot aan hen te doen denken, als hli 't volgend jaar zijn menschen bij elkaar ging zoeken. Maar het kostte zeven pond. Geen stuiver was er van af te krijgen. De hoofdrollen stonden in het kleine win keltje te beraadslagen. „Waar moeten we de rest vandaan halen?" „Ik heb een gouden ring; ik zou hem hier kunnen laten.” zei Horatio. „Ik heb ook nog een ring,” verklaarde Ham let. „Ik heb nog 'n heel goelen hoogen hoed," zuchtte Chantecler; dien had ik jaren bewaard, in de hoop, dat ik nog eens zou trouwen. Ik kan hem net zoo goed verpanden.” „En ik heb een zilveren potlood," zei mevrouw BansGéne, „en een zak-manicuurstel. Een leder bood z’n schatten aan. „Goed, halen jullie die spullen dan, en zorg, dat Je over een half uur weer hier bent,” beval Hamlet. En om tijd uit te sparen, gaf hjj mijn heer Isaac Clubbs al vast den tekst, die in *t horloge moest werden gegrift. Een uur later was het horloge gekocht en betaald. De hoofdrollen gingen terug naar het theater, en mijnheer Benny Sightoot werd uit genoodigd op het tooneel te komen. Hij kwam en keek kwasi-verbaasd. Pluggers hield een speech. Mevrouw Bans Géne overhandigde het horloge. In het oog van Benny Slghtfoot verscheen een traan. Hjj ben: „Wanneer my dit zou overkomen, dan één van de twee: óf ik los de Romelnsche Kwestie op en kom elk jaar naar Ussita, óf ik kom naar Ussita en breng het Vatlcaan mee.” Niet alleen echter door zjjn beminde per soonlijkheid wist Kard. Gasparri de eenvoudige Het was prettig in de kajuit met de lage zoldering, waarvan de lamp afhing en met geen ander geluid dan het zachte kabbelen van den vloed tegen de zijden van de boot. Nadat we met eten gereed waren bleven wij nog eenlgen tijd na genieten, terwijl ik een sigaar rookte. „We zullen niet omwasschen.” zei ik. „We zullen alles maar in het voorschip zetten en aan Gow overlaten. Wat Inspanning zal hem goed doen na zjjn vacantie." „Doe maar,” zei Joyce met haar liefste stem, „en kom dan mee naar buiten in de heerlijke frissche avondlucht." Ik ruimde af en sloeg daarna de tafel, die met scharnieren werkte, omlaag: daarna bracht ik al de kussens, die ik vinden kon, naar bulten. Ik ging voor haar voeten zitten en liet mjjn hoofd rusten tegen haar knieën. Hoe lang we samen zoo gezeten hebben, weet ik niet. Eep heerlijk gevoel van tevreden heid en rust hing om mU heen en voor het eerste drong bet tot mij door hoe dierbaar cn Aan den oostelljken hemel begon het licht te worden, toen ik tegen vier uur aan de kreek terugkwam. De morgen was koel en stil en de frischheid der eerste schemering bracht de belofte van een langen, wolkeloozen dag van lentezon. Ik Het de jol te water en zette af naar de „Betty," die vreemd klein en onwerkelijk lag in het vage licht. Het geluld, dat ik maakte, toen ik naderbij kwam, moet tot Joyce zijn doorgedrongen; zij kwam onmiddellijk op dek, geheel gekleed, zoo frisch en zoo mooi als de morgen zelf. „Prachtig op tijd!” riep zjj mij toe. „Dat verwachtte ik trouwens; ik heb het ontbijt al klaar." Ik greep bet boord en klom aan dek van het jacht. Te Ringe. nabij Odense, in Denemarken, brak een chimpansee van een circus los. Het dier klom op het dak van de hut van een oude vrouw, die doodelijk verschrikt werd. Even gezien en onder stond een ware niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiieiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiHiiiiiiiniiniiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiHiili - - V - onmisbaar Joyce voor mij was geworden. Soms streelde zij zachtjes over mjjn wang, als wilde zjj mij vertellen, hoe lief zjj mij had. Een halve maan en vele sterren schitterden aan den donkeren hemel. Koel en zacht streek een zwakke wind over de velden neer. „Joyce!” Haar zachte hand streelde mjjn haren en toen Ik opkeek zag ik in haar mooie oogen tranen. Ik sprong op. nam haar in mjjn armen en kuste haar. Tranen waren op haar wangen, kleinen tranen van liefde en geluk. „Joyce, mjjn lief vrouwkel Joyce, Joyce!” .Nell mjjn jongen!” Nog vele lieve woordjes zeiden wjj dien mooien avond in de eenzame kreek, terwijl het firmament als een diadeem met duizenden en duizenden schitterende steenen zich om ons heen sloot. Doch ook hier moest de tüd van liefelijk minnekozen plaats maken voor die der harde werkelijkheid. Hand in hand Hepen wjj naar den achtersteven, waar de jol lag. Nog eens kuste ik haar en maakte aanstalten om mij in het bootje neer te laten. „Ik zal zelf aan land roeien en daar de jol vastmaken. Morgenochtend om vier uur ben ik dan terug, als jou dat niet te vroeg ia We moeten die ontploffing vieren eer iemand op is.” „Hoe vroeger je komt, hoe beter,” zei ze. „Probeer wat te slapen, je zult anders mor gen doodmoe zijn." zal bet probeeren,” antwoordde ?<llllll(IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllll|li lllllllllllllllllllllllllllllltlIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimillllHIIIIIIII llllllll KOUDE iiiiiiniuiniiiiiiiii Alles was thans gereed en Oom Sydney gaf gas. De motoren begonnen te draaien en wel dra waren we opgestegen. Thans bonden we den Indiaan een parachute om, waarna we zijn handen en voeten bevrijden van het koord waarmede hjj gebonden was. Toen we op onge veer tweeduizend meter hoogte gekomen waren maakten we de deur van de cafeïne open en wierpen den man naar beneden. Eerst viel de man als een steen naar beneden. „Dat is weer als vroeger, in Chelsea," zei ik. „Ontbijt is een weelde, die niet in mij opge komen zou zjjn.” .Dan komt het nu maar eens.” antwoordde zjj; „tenzij je te veel haast hebt om te ver trekken. Alles staat klaar in de kajuit.” „O, tien minuten Onderzoekingen moet gevulde maag." Ik bond het bootje De grootste test-machine is door de regee- ring van Zuld-Afrika besteld om dienst te doen in de Rand-n4jnen. Deze reusachtige machine, die ongeveer 800.000 gulden zal kosten, zal stutten, touwen, kettingen en andere benoodigdheden uit het mijnbedrijf beproeven Ondanks haar geweldi ge afmetingen werkt de machine tot op een honderdsten millimeter nauwkeurig. In het begin van het volgend jaar zal deze machine in het Rjjkswerktuigkundlg labora torium te Johannesburg geïnstalleerd worden. Een deel ervan is een pers van duizend ton. welke op *t mijnmateriaal denzelfden druk uit oefent, alsof deze in de mijnen gebruikt wordt. De machine kan naast deze doeleinden In het algemeen voor de staalindustrie in Pretoria ge bruikt worden. p het kleine kerkhof van Ussita, het ver- I I geten bergnest dat hü zoo zeer heeft Hef gehad, is hij bijgezet. Zelf had hjj den grond voor dit kerkhof aangekocht. Zelf had hij het laten aanleggen. Zelf had hjj zijn grafteeken ontworpen. Zelf had hü den een- voudlgen tekst laten beitelen op de zerk: „Uit het stof heeft de Heer hem opgeheven en geplaatst tusschen de grooten der aarde. Hier rust Kard. Pietro Gasparri, geboren te Cavallazza, den 5 Mei 1852, gestorven den.... Bidt voor hem." Het nageslacht zal slechts den datum 18 November 1934 hoeven in te vullen. Kard. Gasparri’s liefde Voor het kleine Ussita heeft zün leven lang geduurd. Elk jaar bracht hü er een vacantie van twee maanden door. Slechte één keer hebben de Ussitenen „den” Kardinaal een heelen zomer niet gezien. Dat was in 1894 toen hü als Apostolisch Delegaat naar Zuid-Amerika gezonden werd. Maar van 1895 tot 1901 toen hü naar Rome teruggeroe pen werd, vond hü, ondanks zün drukke werk zaamheden in Peru, Equador en Bolivia, en ondanks den grooten afstand, alle jaren juist voldoenden tüd om naar Ussita te komen. Toen hü vier jaren geleden ontslag nam als Secretaris van Staat en belast werd met de codificatie van het canoiek recht voor de Oostersche Kerk, terwül van zün „Bronnen van het Canoniek Recht” eerst het vijfde deel ter perse was en het zesde en het zevende nog niet gereed waren, maakte iemand hem lachend de opmerking: „Het is maar te hopen, Eminentie, dat u „de honderd” haalt, anders vrees Ik heusch dat u niet klaar komt.” Waarop Kard. Gasparri antwoordde: „Laten we liever zeggen: honderd-en-tien, Want mün vacantie kan ik er niet aan geven." En nog een andere anecdote omtrent Kard. Gasparri's Uefde voor Ussita doet te Rome de ronde: Toen in 1922 het Conclaaf begon dat Z. H. Pius XI tot Paus zou uitroepend ultte een der Ussitenen de hoop dat „de” Kardinaal de op volger warden zou van Benedlctus XV. Hierop moet Kard. Gasparri geantwoord heb- hleld óók een speech. Alten riepen drie maal hoera! En toen gingen ze thee drinken. Mijnheer Benny Sightfoot, die al grijs begon te worden, bekeek het horloge. Het viel hem echt mee. Hü las de Inscriptie: .Aan Benny Slghtfoot, ter herinnering aan een aangenamen tüd: Het Blüde tooneel, 1 Mei 1930 Het werd najaar. In een donker achterver trek van het pandjeshuis was een plank, waar op naast elkaar lagen een ring, nog een ring, een hooge hoed, een zilveren pot lood en andere dingen. Toen ging een deur dicht. Een lange pauze. Er ging een deur op en er rinkelde geld. Weer ging een deur dicht. Weer ging een deur open. Weer rinkelde geld en op de toon bank groeide het stapeltje briefjes. Eén voor één kwamen de dingen van de plank; de ring, de andere ring, de hooge hoed, het zilveren potlood en de rest, tot de plank bijna leeg was. Eri eenzaam aan een apart haakje hing een gouden horloge met inscriptie van: Het Blüde Tooneel, aan Benny Lightfoot, 1 Mei 1930. Het hangt er nog. op dit blad zün Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen bü levenslange geheele ongeschiktheid t jt werken door t bij een ongeval met f bjj verlies van een hand f 1 7C oü verlies van een f Cfi 01) een breuk van f Afi bü verlies van *a ongave Hen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen f doodelüken afloop f a «zlZe** een voet of een oog f 1 At duim of wijsvinger f «/v»~been of arm/ anderen vinger De eerste vuurpül die werd afgeschoten, en waaraan 173 brieven waren beveftigd, ontplofte halverwege en de brieven vielen In zee. Bü een tweede proefneming werden 220 brieven afge schoten, doch de vuurpül bereikte het schip nteC Ja, merk.” Na een oogenbllk riep Joyce plotseling: „Ik weet er een naam voor! Voor die stof dan. Lyndonlet! De ontploffing zit al in het woord zelf, niet?” ..De heeren van de gevangenis zouden dit ook wel denken,” zei ik lachend. .Maar goed; Lyndonlet zal het heeten.” Het ontbüt was geëindigd en ik ging aan dek en haalde het anker in terwül Joyce be neden het kookgerei en de provisie wegborg. Voor dezen eenen keer kreeg ik de machine zonder moeite aan den gang en daar bet getü sterk verliep, waren we spoedig in den mond van de kreek. Eenmaal bulten, zette ik koers stroom af, zoo dicht langs den noordelüken oever als ik durfde. Behalve een roestigen vrachtvaarder hadden we de geheele rivier aan ons. Zelfs geen eenzame boot teekende zich af op het eenzame water. Een voor een lieten we de oude merkteekenen aan. land achter ons en etndelük kwam de Ingang van de kreek, die achter Canvey-elland rondloopt, in zicht. Niemand zou dit een vroolük, veel bezocht plekje kunnen noemen en om vüf uur in den morgen was het een waar toon beeld van verlatenheid. Betere gelegenheid om zich rustig te kunnen bezig houden met nieuwe springstoffen was moeieUjk te beden ken. Ik stuurde de „Betty" met nog al wat voorzorg binnen, want het was drie jaar ge leden, dat ik er het laatst geweest was. Joyce peilde aldoor üverig aan weerskanten van de boot en ten slotte legden we haar voor anker in anderhalve vadem water, zoodat zü vanaf de rivier geheel buiten zicht lag. „Dat is een Hef plekje,” zei ik. ,.We zulten er eerst wenden en dan roet ik naar den wal en zal ginds, onder dien boom den boel in orde brengen. Dan kunnen we terug «ün op de rivier eer er iets gebeurt.” „Kunnen we niet blüven küken? Ik sou het zoo graag willen zien springen." Ik schudde mün hoofd. „Tenzü ik mü vergist heb, zal het om den hoek heel wat gezonder zün. Na afloop kun nen we dan gaan zien, wat er gebeuld ia" geopend, en de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 17