PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND vetóaal van den dag Afrika Door de binnenlanden van I NEII LYNDON ONTSNAPT BOOTZ il I bnnisserv AVONTUREN VAN RENÉ CAILLIE PER FLESCH Fl. 2.80 I ailllliiiiiiiiiiiiiiiiii VRIJDAG 30 NOVEMBER 1934 1 r- De St. Nicolaas- verrassing De mozaïeken van de Aya Sofia 3gcote stuklc/i vocï slechts Bommen in Havana Alle abon Brand in raffinaderij Gaat Amerika groote schepen bouwen? Edison’s opvolger als telegrafist Omzwervingen in het zwarte werelddeel Hyena’s van Schotland naar Canadk Periscopen in de ge vangenis Wie was de Europeaan, die het eerst in Tombouctou wist DOOR VICTOR BRIDGES I v I VAN R F AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL LJ o n K MARTIN BK RD EN (Nadruk verboden) schee pvaart-magnaat het LIJM-* heeft. Het laat te veel onverklaard. ,Waar la Gow?" gaf 62 me dat (Wordt vervolgd) .jBheppy?" herhaalde Ik. .Maar, Tommy, ik Een kom juist van Sheppy vandaan." GW f In de Yatala-gevangenls te Adelaide (Austra lië) hebben de gevangenen erover geklaagd, dat ze niet konden slapen, doordat de cipiers eenige malen per nacht met brandende lantaarns de cellen kwamen inspecteeren. Daarom heeft men nu een nieuw inspectie- en een dochter en trekt zich uit Parijs terug. HU sterft in 1838, al bUna vergeten, straatarm, omgekomen aan de ontberingen, welke hU in Afrika doorstond. „Van dag. voorbeeld diende te Italië en door regeeringssteun We waren thans in een donkere grot. Op handen en voeten kropen we verder, de duis ternis was volkomen. De grot was schijnbaar vrij diep. Eensklaps luisterden we alle twee vol spanning. Het was of we iemand in onze na bijheid hoorden ademhalen. Gelukkig had ik een zaklantaarn bU me. Een druk op het knopje deed het lampje branden en.... ja, daar lag het meisje rustig te slapen. Professor Whlttenore, president van het By- zantUnsch Instituut in Amerika, heeft zich drie jaar bezig gehouden met het blootleggen en schoonmaken der mozaïeken in de Aya Sofia te Istanboel. Thans zijn acht schitterende Byzantljnsche kruisen, die honderden ja ren aan hei oog ont trokken zUn geweest, voor den dag gekomen. De kruisen zün donkerrood op een prachtlgen gouden achtergrond, en ruim twee meter lang. IIIIHIIDE MAAN iiiiiiiiiiiiHmiNiniic - Op 88-Jarigen leeftijd is te Montgomery over leden Edgar Winter, van 1876 tot 1902 directeui van de Western Union Telegraph Company, die eens in de plaats was gekome* van Thomas Edison als telegrafist, toen laatstgenoemde ont slagen was, omdat hij met het apparaat had .geknoeid”. Winter raakte nooit moe om te vertellen, hoe hü 68 jaar geleden Edison's baantje kreeg, doordat het toen nog onbekende genie het met zUn superieuren aan den stok had, omdat hU in zUn werktijd steeds nieuwe dingen pro beerde. HAVANA, 29 Nov. (Reuter) In een groote raffinaderij van de Standard Oil Company is brand uitgebroken. Het gebouw met de voor- raadtanks is één vlammenzee. Het was tot nu toe nog niet mogelUk de schade te schatten, doch deze zal waarschUnlUk enorm zün. I iimiiiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiin Zie de maan schijnt Door de boomen En dan weet u 't Al terstond,-- Want dit liedje Klinkt weer vroolijk Dezer dagen In het rond! 't Wordt gezangen. En geschreven, 't Wordt geschilderd En gezegd. Want Sint Nic’laas Zonder schijnsel Van het maantje Lijkt niet echt! En de maan is Op dien feestdag Toch zoo graag van De partij. Maar door drukke Bezigheden Is zij dit keer Er niet bij! Dus zij biedt u Haar excuses Voor 't gemis van ‘t Maanlicht aan, Want toevallig, Op Sint Nic’laas Is het dit jaar. Nieuwe maan! Uit Schotland zün twee hyena's naar Canada verzonden. ZU vormen een geschenk van den dierentuin te Edinburgh aan .den Riverdale- dierentuin te Toronto. De High Park-dierentuln te Toronto heeft eveneens enkele dieren uit Schotland ont vangen. Het Schotech Zoölogisch Genootschap schonk twee wilde katten in ruil voor eenige Cana- deesche beren, een bever, alligators en mar motten. De dieren zouden behooren tot soorten, die snel uitsterven. tusschen mijnheer Dickenson en zUn dochter was uiterst ontroerend. We hadden echter niet veel tUd, want leder oogenblik kon de ontsnapping van het meisje bekend worden. Zoo vlug mogelUk zochten we thans onze paarden op. Amy kwam bü mü op het paard zitten, daar wU belden de Ucht- sten uit het gezelschap waren, en onze paar den nog een groot traject moesten afleggen. We gaven de dieren de sporen en renden weg. Heel voorzichtig probeerde ik haar wakker te maken, waarbij ik natuurlUk op moest pas sen. dat hek meisje, als ze mü zag. niet een kreet zou slaken. Toen het meisje wakker werd legde ik haar met een paar woorden uit wie ik was en dat we gekomen waren om haar te redden. Wat was ze blij. Vlug maakten we daarop aanstalten om te vertrekken. Weldra waren we weer uit de rotskamer. Het wederzien dat zU met George in verband staan en mek Marks nog. HU zweeg; na een oogenblik voegde hjj er half spottend aan toe: „Het zal nog blüken, dat Latimer er ook in betrokken ia.” „Het zou me niet verbazen.'* antwoordde ik. „Ik kan niet alles aannemen wat hü jou verteld Zie je, ik ben er vrü zeker van, dat de kerel, die hem wilde vergiftigen tót McMurtrfe’s kring behoort, maar dan „Dan." onderbrak Tommy met een korten lach, „zullen we zeker *n Interessanten avond hebben. Me dunkt, Nell, dat we bezig zUn, onze eigen booten te verbranden, vanavond.” Plotseling kwam de oude wroeging, dat fk Joyce en Tommy in mün zaken had gehaald met vernieuwde kracht weer in mü op. „Ik ben een zelfzuchtige bruut, Thomas,” zei ik spUtlg. „Het beste, wat ik werkelijk aou kunnen doen, fk overboord te vallen. De hemel weet in wat voor moellükheden ik jou nog brengen zal, voor dit alles ten einde is.” „In de moeilijkheid je te vertellen, dat je oogenbllkkelUk je mond zult houden.” ant woordde hU. HU stond op en keek utt ever de verre vage watervlakte, dfe hier en daar met lichten beplekt was en vervolgde vroolijk: „Neem jU haar nu. Nell, we zün nu aan het eind van het Y any let En na vanavond ken JU den weg beter dan ik.” systeem ingevoerd. Door middel van periscopen kan men nu van buiten af in de cel kUken. met behulp van een minimaal lampje, dat de ge vangenen niet in hun slaap stoort. De periscopen worden in den muur aange bracht en door een rasterwerk beschermd. door dit verschrlkkelUk voorval Weken duurde het vóór ze weer een beetje met de omgeving meeleefde. En pak. toen hü weg moest voor deze reis, was ze een beetje flinker geworden. Om zUnentwllle had ze toen getracht het leed een weinig moediger weerstand te bieden. HU wist dat ze hem nog innig lief had, dat het gemis van hun Heven jongen hen nog nauwer verbond, dat ze hard naar zUn thuiskomst ver langde. Ze had het gedurig geschreven, nu zou hU t spoedig ondervinden. En Marie? Met ongeduld wacht ze de thuiskomst van haar goeden man af. Ze weet wat hü dan zal mis sen, hoe zwaar dat weerzien voor beiden zün zal. Daarom zal ze haar best doen flink te zijn en trachten dat gejpis eenigzslns te vergoeden. Zé verlangt hard naar haar Rudolf en hééft hem ook een cadeautje gekocht voor zUn 8t. Nlcolaas. Maar.... ze heeft nog een andere verrassfhg. Vaag was nog de gedachte aan de hoop op nieuw leven in huls, toen haar man vertrok. Hoewel die gedachte Rudolf steeds had bezig gehouden, durfde hU er Marie niet naar vra gen in de brieven, wijl zU er nimmer iets over schreef. Doch met stille zekerheid en in-geluk- klg heeft ze alles voorbereid voor het groote gebeuren. Onder het groote portret van hun eersten lieveling staat bet eens gebruikte wiegje fleurig opgeknapt als nieuw. Ze zal haar Ru dolf in deze kamer weerzien en begroeten en met dit blUde nieuws hem verrassen. Toevallig komt de dokter eens naar haar ge zondheid informeeren. Eerst kon Marie maar niet wennen aan dezen nieuwen dokter, die zich pas ter plaatse had gevestigd. Maar nu ze hem eens vertellen kon van haar Wimple, dien ze zoo plotseling hadden verloren, en van haar man, dien ze met zooveel verlangen verwacht te, nu is de verhouding tusschen dokter en patiënt vertrouwelUker geworden, nu spreekt hij haar moed in en vertelt dat de boot na een week zal aankomen. Rudolf heeft echter zijn reis bekort en is per trein van Marseille gekomen. Dat zal de eerste verrassing voor zün Marieke wezen. Nu hU op weg is naar zUn woning, dringen aUeriei vragen zich aan hem op. Hoe zal hü haar terugzien? Zal ze verrast zün? Zal ze thuis zün? Ja, thuis is ze. want 't lamplicht dringt door de kieren van de gordUnen. die niet volkomen afsluiten. HU kan zün nieuws gierigheid niet bedwingen en- gluurt er door. HU kUkt en hoort een vreemde mannen stem tot haar spreken, duldelUk en beslist: „Wees u gerust, mevrouw, over een week kan uw man hier zün en bluft dan immers drie maanden thuis! Mocht u me eerder noodig hebben, dan kom ik terstond, hoor!” „Best dokter,” is 't rustige antwoord van zün Marie. Nog is de dokter in de gang, als Rudolf zün vrouwtje om den hals valt en begroet en dan zenuwachtig vraagt: „Is 't dan toch heusch waar. Marieke, ik hoorde Vóór Rudolf verder kan spreken, troont Ma rie haar man mede naar de voorkamer. Met een stralend gelaat en een zalig lachje om de lippen kust ze hem innig en zegt dan: „Als ’t een jongetje is, zal t weer een Wimpie wezen, hé Rudölf?” En twee gelukkige menschen staren op t kleine wiegje, waarin weldra opnieuw de rijk dom, de vreugde en hoop van een jong huis gezin zal rusten. „Ik denk. Tommy,” antwoordde Ik „dat we voor mUnheer Latimer een uitzondering zullen moeten maken.” HOOFDSTUK XX Nader tot de spleeeieg Chfneesch spreekwoord beweert, dat er driehonderd en zes en veertig onderwerpen voor gesprek zün, maar gedurende dezen tocht beperkten Tommy en ik ons tot twee punten. Het eene was Bruce Latimer en het andere Joyce's verrassende ontdekking over McMurtrie en Marks. Hierover was Tommy even verbaasd als ik. „Verdikkeme, als ik weet wat ik daar van denken moet Nell,” zei hü. .Als net iemand anders dan Joyce was geweest zou ik denken dat het een vergissing was. Wat kan Mc Murtrie in 's hemelsnaam met die Marks hebben te maken gehad.” .Joyce denkt, dat hü aardig wat met hem te maken had,” zei ik. „Dat weet ik. ZU fs overtuigd, dat hü dat werkje opgeknapt heeft. Maar men gaat toch zoo maar niet iemand vermoorden zonder be- grUpeUJke reden?” „Ik kan verschillende grondige redenen om Marks te vermoorden bedenken," ant woordde ik onpartUdlg. ..Maar ik denk toch niet, dat die voor McMurtrie hebben kunnen gelden. Wat mü hem vooral doet wantrouwen Is, dat hü George kent en dit voor mü ver borgen houdt. Ik vermoed, dat hü door hem van mijn uitvinding afwist. George was de eenige, die dat wtst.” „Ik heb altUd gedacht, dat het een vreemd geval was,” gromde Tommy, „maar boe meer er van aan het licht komt, des te ingewik kelder wordt het. Die lui van jou Mac. Murtrie en Bavaroff zün op zichzelf al een paar helsche gasten, maar nu uitkomt. y y et is bUna December en vinnig koud bul- ten. Het stoomschip „Atlanta” vervolgt x stampend en slingerend zün weg naar t vaderland. Tot heden had het schip geen zware stormen te doorstaan gehad. Bemoedigend zegt de commandant dan ook, terwijl hü over 't dek wandelt: „Als 't zulk kalm weer blUft, kunnen we in onze huiskamers de Slnt-Ntcolaassurprise. nog uitpakken!” Zoo kort beleefd en zoo beslist is zjjn toon, dat de gezichten der passagiers cpklaren en de naderende Slnt-Nlcolaasavond het onderwerp aller gesprekken wordt. Voor velen rUst dan op het beeld van een vredig, ge zellig thuis met grabbelende, lachende en stoeiende kinderen, anderen zien een goedige, hefdevolle moeder, die voor ieder ♦en verras sing bereidt of een altUd bezigen vader, die stralend het vroolijke troepje gadeslaat. En men vertelt op de boot van de verrassingen, die zoo dikwijls tot vroolUkheid aanleiding ga ven en van het tehuis, waar de a.s. Sint-Nico- laasavond weer feestelUk belooft te worden. Men is dan terug na jaren van scheiding en men zal weer volop genieten van de liefde en zorgzaamheid van hem of haar, die met St. Nlcolaas daarvan stelHg een Naar al die gesprekken somber en zwUgend te luisteren, t Is RUdolf Blok, een der stewards, die geregeld de reis heen en weer meemaakt en dus riaar een paar maanden van huis is geweest. Ook hU denkt er over na. hoe de 8t. Nicolaasavond voor hem wezen zal. Maar zoo blU en verlangend hU an ders steeds naar huis terugkeerde, t is nu met een zekere vrees en beklemming. Met zorg en verdriet denkt hü aan *t nade rend Sint Nicolaasfeest. waartoe alle lust hem ontbreekt. Wel heeft hü een cadeautje uit In- sulinde voor zün dierbaar vrouwtje meegeno men, maar oaarmee zal 't ook afgeloopen zün. Misschien heeft zUn Marie ook iets voor hem bedacht, als hU thuis is, maar.... hoe zal hü haar terugzien? Zou ze gezond zün. zooals ze schreef? Zou ze nu dien zwaren slag te boven zUn en dat vreeselUk gebeuren een weinig vergeten kun nen? Maar zal niet juist met 8t. Nlcolaas het leed zich opnieuw schrünend doen gevoelen? Immers, 't is dan juist een jaar geleden, dat hun lieve boy. hun eenlgste lieveling, hun zoo plotseling en zoo wreed werd ontrukt. Wimple was toen al vUf jaar geweest. Wat al illusies hadden ze samen opgebouwd en besproken. HU. met zün schrandere, onschuldige oogjes, met zUn Uverïge natuur, met zUn goedig getoe- lig hartje, hU. hun Wim, zou eens de trots en de vreugd van hun ouderdom zUn. HU was toen hun lieve, guitige jongen, die van 8t. Nlcolaas een fietsje had gekregen op 5 December. Hoe dol-gelukklg was Wimpie toen geweest. Samen hadden vader en moeder hem geleerd hoe te trappen en te sturen; het breede trottoir bood oaarvoor ruimte genoeg. Maar den volgenden dag was Wim onvoorzichtig geweest. HU was t trottoir afgereden. Juist toen een vrachtauto passeerde. Rudolf moest er niet aan denken, hoe hU toen zUn lieven Jpngen had terugge zien doodvermorzeldonkenbaar En zUn vrouwtje. zUn Marie? Ontroostbaar, ja wezenloos was ze geweest Tommy, die zich tot aan den rand van het Water haastte groette mU opnieuw. .Maak voort, oude Jongen!” rfep hU mU toe. is iets aan de hand!" Een aansporing tot haast van Eensklaps klonk een luide schreeuw achter ons en eenige Indianen kwamen op ons af, terwUl we een' ruiter hard in tegengestelde richting zagen wegrennen, schUnbaar om alarm te maken. Voort stoven we. Nu zou wel dade- lUk de achtervolging beginnenPete kwam thans met een plan voor den dag. Amy moest thans bU Oom Sydney op het paard gaan zitten, die nu tezamen met mUnheer Dicken- sop voorop ging, terwUl wU achterbleven. jaren gewerkt heeft, naar Senegal, bepraat den gouverneur dezer kolonie, die hem zUn onder neming uit het hoofd probeert te praten, maar hem toch aan een uitrusting helpt en dan gaat hU onder de Mooren om hun taal en gebruiken te leeren. En ten slotte begint 19 April 1827 zUn groote reis. HU is als Arabier uitgedost, heeft vUftig kilo bagage in een leeren zak en kan zich de eigenaar noemen van drie-honderd franken. HU bezit voorts een paraplule, een compas en een Koran, die hU uit zUn hoofd leert. Aan leder die het maar hooren wil, ver telt hU afkomstig te wezen uit Alex^ndrlë. Fransche soldaten hebben hem meegenomen en hU is opgevoed onder de ongeloovlgen. Dóch hU wil terug naar de omgeving van Cairo en daar zUn familie opzoeken en weer leven volgens den heiligen godsdienst zUner vaderen. Daarom loopt hU van Senegal naar Cairo. Over het algemeen wordt dit verhaal wel ge slikt. Hier en daar wordt hU ook wel met arg waan ontvangen en dit zUn dan de moeilUkste oogenblikken. Want men hoeft maar te ont dekken wie en wat hU is, en hU wordt afge slacht. Zoo reist hU precies een jaar en een dag, steeds in levensgevaar, steeds zUn leugens uit strooiende, lUdende van honger en dorst, van hitte en uitputting, gevoed met de walglUkste brouwsels en met den harden grond van een vervuilde hut als bed. Na drie maanden stort hU ineen en heeft een lang en smartelUk ziek bed. HU hoopt nu zelf, dat de dood hem komt verlossen. Doch n<w eens neemt zUn onver woestbaar gestel de overhand en vUf maanden later, in Januari 1828, gaat hU weer op weg. Vertrokken uit den Senegal op 19 April 1837, bereikt hu 20 April 1828 Tombouctou. Bepaald meevallen doet hem zUn jeugddroom niet. HU schrUft het eerlUk neer: ,Jk had van de grootte en de rijkdommen dezej stad een opvatting, welke al heel weinig Overeenkwam met de opeenhooping van bak steenen hulzen, waaromheen wUde. geblakerde vlakten liggen van geel zand. Niet één vogel hoorde ik er zingen. Maar toch imponeert mU de gedachte: zoon stad midden in de woes- tUn.”' HU brengt veertien dagen door in dit arm zalig eden en gaat 4 Mei weer terug met een karavaan. De tocht door de woestUn is een marteling. Vier maanden lang staat René bloot aan alle ontberingen. ZUn gezellen mogen hem niet. BU de tenten, waar hU om eten en drin ken bedelt, wordt hU weggejaagd. HU leeft van dadels en van gedroogd kameelvleesch. Wan neer hU na vier maanden Tanger bereikt, is hU een gebroken man en hU kan zelfs geen hulp zoeken bU het Fransche consulaat, want wan neer hU daarop betrapt wordt, kost hem dit zUn leven. Ten slotte kan hU zich daar binnen smokke len. HU wordt wwa en als matroos vermomd brengt 'mëh «ertrnaar een schip, dat den uitgeputten ontdekkingsreiziger te Toulon aan land zet. HU is nu bekend, eigenlUk al half beroemd, en er liggen vUf honderd franken voor hem klaar om naar Parijs te komen. HU wordt gevierd, de .Moniteur” wUdt een Juichend artikel aan zUn avontuur, heel Europa bejubelt den held, die dwars door Afrika trok. Alleen Engeland laat zich niet van zUn beste zUde kennen en het Britsch Genootschap voor Aardrijkskunde weigert den prijs van honderd duizend franken uit te keeren. Immers, een Engelsdhman, Lord Laing, was reeds vóór René Cailllé in Tombouctou geweest; toen hU de stad weer verliet, was hU weliswaar door TOuaregs vermoord, doch hU bleef de eerste Europeaan, die tot Tombouctou doorgedrongen was. Het Fransch Genootschap voor Aardrijks kunde geeft Calllié een gouden medrille, de Ministers van Karel X geven hem een kapitaal vkn tlen-dulzend franken, de staat doet daar een pensioen van zes-duizend franken bU, hU krijgt het kruis van het Legioen van Eer. HU vestigt zich te Parijs, geeft zUn reisverhaal uit in drie deelen. krijgt daarop nogal wat kri tiek, vooral uit het buitenland, waar men niet algemeen aan hem gelooft, en gaat daaronder zwaar gebukt. Dertig jaren oud trouwt hU, krijgt een zoon HAVANA, 29 Nov. (Reuter) Toen de po litie trachtte eenige leiders der Cubaanache communisten te arresteeren, ontstond een he vig gevecht tusschen politie en communisten. Er hadden een groot aantal incidenten plaats, en in verschillende deelen der stad werden bommen geworpen, tengevolge waarvan ver scheidene personen ernstig werden gewond. Nu was het Tommy’s beurt verbaasd te «Un. „Wel vervloekt,” riep hU uit. „Wat bracht je daar heen?” .EigenlUk de Hetty.” antwoordde ik. Zoo kort mogelUk vertelde ik hem wat wU dien dag hadden gedaan. Ik was juist daarmee gereed, toen wU langs boord kwamen. Erachtig, die uitvinding,” zei hU, terwUl hU aan dek klom. „Waar is Gow?" „Joyce gaf hem vacantte,” antwoordde ik. „en hU is nog niet terug.” De jol vastmakende vroeg ik: De Amerikaansche i Franklin is te New-York teruggekeerd van een reis naar Europa en verklaarde dat de Ameri kaansche regeering het volgen van FrankrUk, Engeland, Duitschland, waar men het bouwen van groote schepen als de „Nor mandie”, de „Queen Mary-», de ..Rex”, de „Bre men” en de „Europa” mogelUk maakt. Amerikas modernste schepen zUn op oogenblik de „Washington” en de .Manhattan” die echter niet grooter zUn dan 30.000 ton, ter wUl de ..Queen Mary” naar men weet 73.000 tem inhoudt. „Maar JUT” riep Tommy uit. ,4e kunt niet mee. HU heeft jou aan de hut gezien.” „Wat hindert dat?" wierp fk tegen. „Als hU mU niet heeft hrkend als dengene, die hem het briefje bU Parein zond, kunnen we ge- makkelUk genoeg een verklaring vinden. Zeg hem. dat fk pas lid van de sellclub geworden ben en dat je mU ontmoette en meenam om met de boot te helpen. Er is geen reden, waarom een fotograaf niet zou zeilen.” Ik sprak er licht over, maar eigenlUk ver trouwde ik Tommy’s oordeel over Latimer a oprechtheid wat de gebeurtenis in het res taurant betreft niet geheel, evenmin als over zUn bezoek aan de hut. Ik was echter vast besloten, mee te gaan naar Sheppy De toe stand was nu op het punt gekomen, waar men met voorzichtigheid niets winnen kan. Latimer had mU herkend of niet. In het eerste geval wist hU reeds, dat Tommy hem niét de waarheid had verteld en dat de mythische kunstschilder niemand anders was dan ikzelf. Als dat juist was, wist fk geen betere oplossing dan den stier maar bU de horens te vatten en uit te vinden, welke rol hU mU inderdaad toekende. Ik had zUn leven gered en al leven wU ook in een ondankbare wereld, nu moest toch wel min of meer fn mUn voordeel gestemd zün. Bovendien zou Tommy zeker hulp op de .Hetty" noodig hebben. HU zeilde goed, goed genoeg, maar met mist over de rivier en toe nemende duisternis is de mond van de Theems geen plaats om alleen te bezeilen.... vooral wanneer men haast heeft. Tommy erkende dit bUJkbaar, want hU maakte geen verdere bezwaren. „Goed dan,” zei hU met een eenigszins on verschilligen lach. „We spelen ’n oeetje hoog, maar dat ligt aan de kaarten. Het anker op. Neil, en vooruit!” Ik haalde het anker fn en haastte mU naar de zeilen, die ik in mUn haast om naar de jol te komen, las op het dek had neer gelaten. Na enkele welgeslaagde pogingen en een paar zeer geslaagde verw-nschlngen kreeg Tommy den motor aan den gang en wU voeren langzaam de kreek uit, die thans door den vloed een aanzienlUke oppervlakte water had. Lachend zette ik mU in de cockpit. „Ik had nooit gedacht, dat ik den tocht nog eens maken zou vanavond.” zei ik. „Ik begin zoo ongeveer te voelen als een kapitein op een passagiersboot, die Je voor een penny overbrengt." Tommy, die de belangrijke bezigheden van sturen en een pUp stoppen deed samengaan, keek op van zün werk. „De Lyndon-Morrfsen Lün," zei hü. Tilbury naar Sheppy. Tweemaal per Passagiers worden verzocht niet te spreken met den man aan het stuurwiel.’ „Ik denk. Tommy,” antwoordde ik Tommy be- teekende zulk een dringendheid, dat ik geen tüd verkwistte met vragen; ik gooide het imker uit. wierp mü in de Jol en roerde zoo snel mogelUk naar land. .Het spüt me, dat ik Je heb laten wachten. Tommy," zei ik, terwUl hU in de boot sprong. ^A1 lang hier?" „Drie uur.” antwoordde hU- „Ik vroeg me al af of je dood was.” Ik schudde mUn hoofd. „Nog geen tüd voor," antwoordde ik, „Wat is er voor moeilükheid?” HU keek op zün horloge. „Wel, hoofdzakelük de tüd. „Denk je. ik om half tien in Sheppy kan zün?’ Ik hield met roeien in. bewijs zal leveren, zft een jongeman Un vader was een slager, die meer van wün hield dan van werken. Zün moeder tobde om in een onzegbare armoede haar vüf kinderen groot te brengen. Een diefstal van zes franken bracht zün vader voor de rechtbank en vennoedelük meer om zün reputatie dan om den ernst van het feit, werd hü veroordeeld tol twaalf Jaren bagno. Het vonnis was reeds uit gesproken, toen hü geboren werd als zesde kind van het gezin Cailllé. Men doopte hem René. De moeder trok met haar kinderen van Mauzé. in de omgeving van Parijs, naar Rochefort, waar haar man boette. De dagen, dat er in de kleine hut die ze bewoonde, niet gegeten werd, waren weinig zeldzaam. In 1808 stierf de vader voor het einde van zün straftUd. Drie jaren later kwam zün vrouw om van uitputting, el lende en wanhoop. Haar oudste kinderen kon den toen reeds, zoo goed en zoo kwaad als dit ging, voor zich zelven zorgen. René, die pas twaalf Jaren oud was, vond onderdak bü een tante in zün geboorteplaats Mauzé. Hü was klein, mager en stil, maar üverig. Op school maakte hü goede vorderingen. Toen hü lezen en schrijven kon. kreeg hü een baantje bü een schoenmaker. Hü leerde het vak. doch ■onder geestdrift. Hü las veel, hü piekerde veel. En hü was vüftien Jaren toen hü wist wat hü wilde. Hü zou naar Tombouctou gaan, de geheim zinnige. de heilige stad in Afrika, waarvan de poorten gesloten waren voor eiken ongeloovige en waarvan de beste aardrijkskundigen sells bü benadering niet wisten waar zü lag. Het Britsch Genootschap voor Aardrijkskunde had zelfs een premie van honderd-duizend franken uitgeloofd voor den eersten Europeaan, die in Tombouctou door zou dringen, doch het is al heel onwaarschünlük, dat René Cailllé dit wist. De jongen wilde alleen maar een paradüs in de woestün zien met al zün schatten en heer- lUkheden en zün gelukkige bevolking, fn on danks alle bespottingen, ondanks den goeden raad van de vele groote menschen züner om geving. ging hü 17 April 1816 op weg. Hü was toen zestien Jaren oud. kon een paar eigen gemaakte nieuwe schoenen aantrekken en had ■estlg franken op zak. Het relaas van Callllé’s omzwervingen in Af rika we*-d al eens eerder verzorgd door de hee- ren André Lamandé en Jacques Nanteuil, Thans echter heeft het reisverhaal, dat Cailllé zelf schreef, het licht gezien. WU ontleenen hier een en ander aan: Le Voyage de René Cailllé A travers l’Afrique, 1834—1828, publié par Jacques Boulenger. René’s eerste reis mislukt. HU gaat naar Ro chefort, monstert aan op een schip en komt zoo lir Seaegal terecht. Daar hoort hfj. dat uit Siera-Leone een expeditie vertrekken zal, op zoek naar een ontdekkingsreiziger, die in het Nlgergebied verdwenen is. Een schip naar Sier- ra-Leone vindt hü niet en dus gaat hü maar te voet. Hü loopt drie-honderd kilometer langs het strand, geteisterd door den dorst, zün vpeten verbrand door het laaiende zand en komt meer dood dan levend in Dakar aan. Hü heeft dan nog niet meer dan een twintigste van zün voet reis achter den rug. De kapitein van een Fransch schip neemt zün gestranden landge noot uit medelüden aan boord. Hü is echter op weg naar Guadeloupe: een heelen omweg voer iemand, die naar Tombouctou moetl^Call- llé komt op de Antillen aan. blüft er een half Jaar en keert dan naar FrankrUk terug. In Mauzé heeft men zooveel medelüden met hem. dat er een inzameling gehouden wordt, welke drie-honderd franken opbrengt. René komt geleidelük zün zwakte te boven en zoodra hü weer geregeld denken kan, denkt hü aan Tombouctou. Opnieuw trekt hü er op uit en in December 1818 is hü weer in Senegal. Hü loopt nu niet langs het strand en maakt ook geen uitstapjes naar den overkant van den oceaan, maar gaat van de kust lukraak Afrika In. HU brengt het een heel stuk, maar honger en dorst, oververmoeidheid en koorts jagen hem na zes weken terug. Te Saint-Louis brengt hU zes maanden door in het ziekenhuis Wan neer hü langzaam weg kwünt. zet men hem op een schip, dat hem naar FrankrUk terug brengt. Hü hemelt uiterst langzaam en vindt in Bor deaux een baantje als reiziger. Hü weet er na twee mislukkingen ten minste zooveel van. dat hü zich grondig begint voor te bereiden op zün derde reis. Hij bestudeert Afrika, hoe moellük dat ook is. daar er nog niemand ver in doorgedrongen is en de kaarten uitsluitend de kustlünen kennen: al het andere is een groote witte vlek. HU begrüpt, dat geen karavaan hem naar zün doel kan brengen. Hü is niet bereid den roem der ontdekking van Tombouctou met wie ook te deelen. En ten slot te besluit hü zich voor Arabier uit te geven, op die manier het vertrouwen te winnen der be volking en zoo van dorp tot dorp te reizen. HU vertrekt van Bordeaux, waar hü vier z*T”od dit blad zijn Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen f Qfjnfl bü levenslange gebeele ongeschiktheid t »t werken door f “TCft bü een ongeval met OCfl bü verllee van een hand Z 9C w verlies van een Cfi _btj een breuk van Afl bU verlies van *n S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen JUUU, verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelUken afloop een voet of een oog 1 duim of wijsvinger VW, been of arm f “We anderen vinger „Wat is er toch aan de hand. Tommy? Voor den dag er mee!” „Lattmer.” antwoordde hü- „Ik vertelde je, dat ik bericht van hem verwachtte. Dat kwam vanochtend en ik beloofde hem. dat ik om half tien fn de kreek onder de bungalow var. de drie Russen zou zün. Ik moet daar zien te komen, hoe dan ook.” „O, dat kan gebeuren.” antwoorde ik vroo- UJk. „Wat moet je er doen?” „Ik denk, dat hü daar eens rondküken wil. HU ^ls er in elk geval maar alleen en hü ia er op gesteld, er mü te vinden." „Maar waarom vroeg hü jou?" „Hü wist, dat ik een boot heb. Ik denk, dat hü dit spelletje zonder officieele hulp wil uitspelen. Voor zoover ik begrijp, wfl hü zeker heid hebben omtrent de lui. voor hü ’oeslaat. Men heeft in den geheimen dienst nfet veel op met iemand, die een fout maakt." ,Laat ons den tUd niet verpraten.' merkte ik op. „Als je daar om half tien wilt zün, moe ten we dadelUk weg.”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 39