PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
H
moge
toch aan het licht.
I
Xeï uttfiaal van den dag
’N GENOT
5^0?
Een „ontsnapte over Sovjet-Rusland
1
NEII
LYNDON
ONTSNAPT
I
ER FLESCH Fl. 2.8
Alleabonné’s
RA LA NS
VRIJHEID EN GELIJK
HEID”
DONDERDAG 6 DECEMBER 1934
1
Engeland eert Delius
(Nadruk verboden)
I
Liefde is duurder dan
politiek
Miniatuur-onderzeeër
Oorsprong van het
tennisspel
De waarheid komt altijd
aan het licht
10.000 aardbevingen
per jaar
6
b
7
DOOR
VICTOR
BRIDGES
m
n
‘I
'1
Openhartig verhaal van een in
Rutland ter-dood-varoor-
deelden, maar thane in
Polen levenden
matroos
Op zoek
naar werk
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
•1/
S.Ï’
IT
i-
le
propagan-
MARTIN BERDEN
1
iiiiiiiiiimiiiiitiiin
Is nu in
1
I
ir
Het was een plechtig oogenblik, toen de tafel-
l
20
25
25
23
35
35
xL
aan toe:
een
.Wordt vervolgd.
30
25
’s Avonds Werd oqp door het bestuur der stad
een groote feestmaaltijd aangeboden. Ik kreeg
als tafeldame Amy Dickenson naast mU zitten.
It.
d.
57.
Toen
den we op het stadhuis door de notabelen der
stad ontvangen.
Het was een onvergefelijke avond. Er werd druk
gespeecht en de stemming steeg iedere minuut.
i deel...
.ndschoend.
tHangs het Jacht aanlegden,
in hebben?"
het te weten,** antwoordde
Ie
naar Joyce uit te zien,
geen tijd opgegeven,
vroeg
De verkooplng van een interessante brieven
collectie. die dezer dagen in Parijs plaats vond,
geeft een karakteristiek beeld van de belang
stelling van het publiek voor deze documenten.
Het hoogste bod werd gedaan voor een liefdes
brief van Napoleon aan Josephine, uit Castig-
bod
J
E
T
iiimiuiiiiifMiHiiiiimg
mijnheer," «ei hij. „Vanochtend
ifhheer.”
Een- Ingenieur te Chicago heeft onlangs op
het Michigan-Meer een demonstratie gegeven
met zijn miniatuur-onderzeebootje. Dit bootje
is zoo groot als een haal van respectabele af
meting en heeft ook den vorm van d$zen visciu
De staart dient als roer en de uitvinder, die,
vanwege de kleine ruimte in de boot, geen twee
personen kan herbergen, moet door de opening
aan den kop in zijn „onderzeeër” kruipen. De
boot kan niet diep duiken, slechts vijf meter
onder den waterspiegel, doch vaart betrekke
lijk snel.
Het woord „Tennis” heeft zich bij ons zoo
ingeburgerd, dat we er nauwelijks meer aan
denken, dat <iet woord van vreemden oor
sprong is. Maar „Tennis” is niet de oorspron
kelijke naam van het spel. De uitvinder ervan,
de Engelschman Majoor Wingfield, noemde het
.JSphalristlke". Het dient te worden opgsmerkt,
dat men een soort tafeltennis reeds eerder
speelde. Omdat bet woord echter moeilijk uit
te spreken was, en het spel al gauw veel aan
hangers had, bedacht men een makkelijker
naam.... tennis. De eerste spelregels zijn in
den loop der Jaren weinig veranderd. Het eer
ste tennisveld werd in Engeland aangelegd, een
tennisclub werd opgericht in he' jaar 1388.
Uone, voordat .zjj zijn gepialin werd. H<
bedroeg 43 000 Fr. Twee brieven van
schalk Berthler over de slag bij Austerlitz, die
dus van veel grooter belang zijn, vonden nau
welijks een kooper voor 4000 Fr De brieven van
Napoleon aan zijn belde vrouwen zijn naar
Amerika verkocht. De Franse he Regeerlng, die
aan de verkooplng deelnam, kocht brieven van
groot historisch belang voor een naar verhou
ding matigen prijs.
Gerard zoekt naar werk. Dagen en weken
zoekt hij, ingespannen en hoopvol.
In zijn jonge hart bloeit de vreugde eener
mannelijke, sterke liefde. Daar staat het ver
langen om een meisje gelukkig te maken, lAter,
door den arbeid zijner handen.
Hij denkt aan Ellse en de liefde voor haar
wordt langzaam overschaduwd door de smart
der ontgoocheling.
Toch zoekt Gerard naar werk. Nog steeds
zoekt hij, met een hart vol stil verdriet....
H. P.
Nu valt het gouden licht der avondzon op de
ten der boomen en blinkt in den vijver.
Witte zwanen drijven daar langzaam en geluid
loos rond.
Gerard kijkt daarnaar en voelt den vrede
van den avond, die er uit spreekt. Onder het
hooge groen der kruinen, in een lange, sche
merige laan ziet hjj plots hAAr komen. Hij ziet
haar witte jurk en haar zwart krulhaar; hU
ziet weldra haar oprechte kinderoogen In de
zijne gericht.
Gerard drukte
Ellse de hand.
Ellse,”
Het bleek ons thans, dat we geland waren te
Winnipeg. Spoedig zaten we voor den hoofd
commissaris. die ons In het begin een beetje
wantrouwend aankeek. We zagen er dan ook
tamelijk haveloos uit. Toen de man echter
hoorde wie we waren, en nadat hij al onze
avonturen had vernomen, werd hij hoe langer
hoe vriéndelijker en op het laatst werd hij zelfs
eerbiedig. Onmiddellijk telefoneerde hij den
ourgemeester, die hem antwoordde, dat hjj da
delijk zou komen om ons te begroeten.
„Om acht uur in t wandelpark?” vroeg Oe-
rard. Zjj knikte en lachte.
------ l._
hij zich dien dag onledig stammi
C^W***’'
t'
brief las en h{j in gedachten op zijn hoofd
krabde de klep van zUn pet. Het korte
briefje was karakteristiek voor Joyce.
zou i
schijnen een pai
Gow zei met
zUn
Is een weelde, die maar weinig menschen zich
kunnen veroorloven. En Ik kon het zeker nfst.
Toen Ik gereed was, adresseerde Ik den brief
naar Hotel Russell, legde mij in een «an de
kooien en was weldra fn een welverdiende slaap.
Ik weet niet of moeder Natuur of Gow mij
ontwaken deed. In teder geval werd ik wakker
met den duideUjken indruk, dat temand de
boot aanriep; ik stak dus mijn hoofd naar
buiten en zag op den oever onzen trouwen
waker.
HU groette mU met een eenigszins veront
schuldigend gebaar, toen ik de jol afzette om
hem op te halen.
„Morgen,
Dit woord slaat een warme blijheid in hem
los. O, hU zou dit meisje willen danken voor
de hartelUkheid, die zU hem betoont, voor de
oogenblikken van geluk, die haar bijzijn in zijn
leven brengt. Dit leven, dat anders zoo leeg en
kleurloos is, zonder hoop en uitzicht. HU drukt
aarzelend haar blanke hand en houdt die vast.
ZU laat hem begaan en kleurt onder deze tee-
derheld.
Zoo loopen zij zwijgend en gelukkig verder.
De stilte in het park wordt diep en luiste
rend; iets verlatens komt rond deze twee men
schen, nu de schemer vallen gaat.
ZU staan stil. Hun handen hebben g)ch in
elkander gelegd en hun oogen drukken vertrou
wen en innige aanhankelijkheid uit.
„Kom je morgenavond, Ellse," vraagt Gerard.
ZU denkt na. Dan zegt ze:
„Dat zal moeilijk gaan; ik moet overwerken,
Gerard.”
„O, ben je op kantoor?”
„Nee. in een modemagazijn. *t
’t drukst van het seizoen.”
„Ja, dat kan.”
ZU staan zwijgend bU elkaar. Het weg-sche-
merend park ligt zonder gerucht.
Ellse kijkt Gerard aan. ZU aarzelt met haar
vraag, maar als Gerard zegt:
„Wat wil je zeggen Ellse?” dan vraagt zU:
„Wat doe JU overdag Gerard?”
Deze vraag is als een harde teleurstelling; hU
kleurt en wendt zUn oogen af.
„Ik ben werkloos Ellse,zegt hjf eindelijk.
„Maar dat zal gauw veranderen. Ik zoek naar
werk.”
,4a? Gelukkig maar!"
ZU drukken elkaar de hand en nemen af
scheid.
Inmiddels hadden we verzocht om ons van
wat betere kleeren' te mogen voorzien, waaraan
dadelUk gevolg werd gegeven. Hét bleek, dat
onze komst in de stad niet onopgemerkt was
gebleven, want toen we ons naar buiten bega
ven, werden wU door een ontzaglUke menigte
in de straten toegejuicht. Toen we ons eindelijk
wat toonbaar hadden gemaakt, bracht de bur
gemeester ons een bezoek, waarbü hij het een
groote eer voor de stad noemde, dat wij er een
bezoek hadden willen brengen, ’s Middags wer-
i
„Ellse," zoo heeft dit jonge meisje zich
schuchter 'genoemd, toen Gerard bU ’t afscheid
haar naam vroeg. ZU spraken met elkander af
voor den volgenden avond.
,Mün beste Neil.
Morgenmiddag kom ik Je opzoeken. Ik heb
Je verschillende dingen te vertellen, maar de
hoofdzaak is toch, geloof ik wel, dat ik hard
naar je verlang. Dag! -
In wetenachappelUke statistieken heeft men
kunnen vaststellen, dat er geen uur voorbij
gaat, zonder dat er ergens op de wereld een
aardbeving plaats gevonden heeft. De seismo
grafen registreeren ongeveer 10.000 aardschud-
dingen per jaar. BegrUpelijk is het, dat deze
aardschuddlDgen niet alle even belangrijk zUn
en men is van meenlng, dat er tientallen kleine
bevingen li de aaMë bestaan, welke door oe
seismograaf niet eens kunnen ^worden gere
gistreerd, wegens hun onbeduidendheid, hoe
nauwkeurig de moderne wetenschappelijke
waamemings-toestellen ook mogen zUn. Toch
zUn er van de 10.000 aardbevingen jaarlijks nog
ruim een honderdtal, welke gevaarlUk zijn en
vaak met droevige gevolgen plaats vinnen.
Nu de groote dag voorbij is
Van het populaire feest,
Dat niet enkel door traditie
Ons zoo welkom is geweest,
Kunnen wij balans opmaken.
Daar 'het weidse he resultaat
Niet de beurs slechts, maar nog beter
Ook de oogen niet ontgaat!
’s Morgens loopt u langs de huizen
En het eerste dat u ziet
Is voorwaar geen keur-collectie
Met een prachtig coloriet,
Maar u ziet de vuilnisemmers
Met een toegift toegedekt,
Waarnaar menig poezel handje
Zich, nog kort, had uitgestrekt!
tnde nuttige geschenken,
Zbnder keur van eigen smaak.
Steken nu met-heel wat menschen
Zeer gemoedelijk den draak!
Want de das, die moet je dragen.
Want die kreeg je van den Sint,
Ook al schreeuwt de kleur bijvoorbeeld
Als een afgeranseld kind!
De sigaren moet je rooken,
Ook al zijn ze je te zwaar
En je neemt de kwaliteit ook
Als een offertje aanhdar!
Ieder heeft iets nieuws ontvangen.
Want een ieder kreeg zijn
‘k Zag een ouden heer gehai
Maar met hard kanarie-geel
En de kinderen zien bleekjes,
Want zij sukkelen vandaag
Met opstandige beginsels
Van een overladen maag!
De belangstelling, welke men in Engeland
aan den dag legt voor den componist Delius,
die in Juni j.l. is overleden, neemt toe. Te
Londen werd onlangs opgericht de Dellus-Ver-
eenlglng, welke reeds spoedig een ledenaantal
van 300 wist te verwerven. Deze vereeniging
stelt zich ten doel het uitgeven van een ge-
regelende gramofoonplaten-album, op welks
platen uitsluitend werken van Delius zUn op
genomen. De prUs dezer uitgave is bijzonder
laag gesteld, maar de vereeniging zal het leden
tal tot 750 moeten trachten op te voeren, wil
men met een dergelijke goedkoope uitgave door
kunnen bUjven gaan.
Het te Londen gevestigde secretariaat der
Delius-vereenlging mocht zelfs velé aanvragen
tot toetreding der club ontvangen van in En
geland wonende buitenlanders, w. o. 30 Zuid-
Afrikaners. een bewUs, dat Delius’ werken door
alle nationaliteiten wordt gekend en geëerd.
Frederick Delius schreef een groot aantal
muziekwerken, welke alle getuigen van een
groote muzikale zelfstandigheid. Ondanks het
feit, dat de componist door zUn buitenlandsche
reizen in contact kwam met talrijke persoon-
lUkheoen op muzikaal gebied, heeft hU nimmer
onder hun invloed willen staan. Hij trachtte
niemand na te bootsen. Van de voornaamste
werken, welke Delius schreef, zUn te vermel
den: Parijs, the song of a great City, Life’s
dance, Brigg Fair, In a summer garden.
Summernight on the river, On Hearing the
first Cuckoo in spring, A Song before sunrise
en The North Country Sketches.
man Russisch verstond en mij' niet alleen
hielp, nwar selfs daarna mijne aanwezig
heid in Polen hielp legaliseeren en mU ten
slotte nog aan een plaats op eene fabriek
heeft weten te helpen”.
Volgens eene in Polen geldende wet.
moest deze roode matroos Woronkof, vóór
dat zijne aanwezigheid in Polen kon wor
den gelegaliseerd als deserteur der Sovjet-
vloot, in tegenwoordigheid van den Sovjet-
miUtalren attaché in Warschau en ’n verte
genwoordiger der Poolsche regeerlng on
dervraagd worden, waarom hij van de
„Marat” was gedeserteerd. Aan het open
hartig verhaal van dezen thans in Moskou
ter dood veroordeelden maar .gelukkig” he
den ten dage in Polen levenden Sovjetarbel-
der en Sovjetmatrooe is het hier medege
deelde ontleend.
Com men tear is overbodig en het oud*,
spreekwoord dat leert: dat de waarheid al
tijd aan het licht komt, hoe fijn de leugen
ook gesponnen mag zijn, blijkt voor de
zoo vee 1ste maal ook ditmaal inderdaad
weer op honderden van jaren levenserva
ring te berusten en ten volle te vertrou
wen te zijn. z-
„Morgen, mijnheer! Ik hoop, dat Ik goed
gedaan heb, mUnheer. aan wal te blUven De
jongedame zei, dat ik geen haast hoefde te
maken.”
„De jongedame had daar gelijk in,” zet ik.
„We hadden je niet noodlg.”
on dit blad «tin ingevolge de verzekerlng»voorwaarden tegen f Qflfin bU levenslange geheele ongeschiktheid tet werken door f 7</l bij een ongeval met f &U verlies van een hand f 1 Terl‘®!LYa“ **n f W een bI*uk T‘n f 40 »>U yerltee van H
ongevallen ^erzekeid voor een der volgenae ulUeertngen T ÖUU verlies van belde armenTbelde beenan of belde oogen l t DU.-dood «lijken afloop T een voet of een oog f 1 D. duim of wijsvinger I ot armf Ttl/e" anderen vinger
oe goed {Communistische prvpagaa-
•.Afbeidersparadijs
in de Sovjet-Unie” ook georganiseerd
e ^waarheid komt natuurlijk
Een ieder onbevooroordeelde weet, dat
soo morgen de zoo zorgvuldig h<*waakte
open werdén gezet,, min-
•te’“ „8/10 der „gelukkigste proletariërs op
aarde graag naar de „verrotte kapitalis
tische bourgeois-landen’’ zouden vluchten.
Alleen de 2l/2 millioen daar zoo goed gevoe
de en gehuisveste Kommunisten zijn de
eenlgste der 165 millioen ondervoede inwo
ners der Sovjet-Unie, die in hunne klas-
senloose” maatschappij een bevoorrechte
plaats Innemen, Natuurlijk nemen ook 8ov-
jet-politie (daar militie genoemd), het roo
de leger en de roode vloot, als steunpila
ren dezer Kommunistische dictatuur geen
bevoorrechte plaats tusschen deze ’.voor-
brt*<lerschap van „vrijheid en ge
lijkheid in. Dat niettegenstaande de
strengst-mogeUjke contróle van man
schappen en officieren en ongelet „de
hoogste straf der socialistische zelfverdedi
ging” de doodstraf door den kogel)
tóch vaak genoeg deserteeringen voorkomen
uit de aan de grenzen der Sovjet-Unie lig
gende roode legerafdeelingen, is voor nie
mand meer een geheim. Doch dat zelfs van
de roode vlootschepen eenvoudige matro
sen tijdens het feestelijk bezoek aan Polen’s
nieuwe havenstad Gdynia in het begin
van September JJ. „het geluk” hadden te
deserteeren, is toch wel zéér teekenend en
het allerovertuigendste bewijs dat het ge
lukkig socialistisch leven dezer zelfs bevoor
rechten in de Sovjet-Unie zeer in twijfel ge
trokken mag worden.
Reeds op 13 September JX meldde „Ha-
vas” uit Warschau dat bij het vertrek der
In Gdynia zeer feestelijk ontvangen Sovjet-
vloot vijf matrozen, dus zeer eenvoudige
proletariërs, niet op hunne schepen waren
teruggekeerd en onvindbaar waren.
Op 14 November j X berichtte men echter
reeds uit Riga'dat hun aantal niet 5, maat
15 groot was geweest, en dat reeds twee
hunner in Moskou door het Sovjetkrijgsge-
recht bij verstek ter dood waren veroor
deeld. Een dezer met name in dit bericht
genoemd heet „Sergé Wasilewitss zoon
van Waslll) Woronkof, roode matroos van
het linieschip „Marat”!! Het Bovjetkrijgs
gerecht veroordeelde hem niet alleen „al.-
verrader van zijn vaderland ter dood er
buiten de wet staande, maar beval tevent
alle zijne bloedverwanten te arresteeren en
eveneens door het Krijgsgerecht te berech
ten en alle eigendom te confisqueeren”.
Deze zelfde matroos der roode vloot leeft
echter thans ..gelukkig” in Warschau er
aan zijn verhaal dat wij thans uitvoerig
in de Poelsche dagbladen vermeld vinden
ontleenen wU het hier volgende, dat een
juist beeld weergeeft van het leven en den
gemoedstoestand zelfs dezer „proletarische
geluksvogels” het Sovjetparadija.
,Jk werd in 1910 geboren en mijn ouders
waren eenvoudige boeren. Na de revoluti'
werd twee malen alles van ons afgenomen
en de laatste maal moesten wij geweldadig
in een kolchos collectief Kommunis-
tisch landbouwbedrijf) treden. In den be
ginne leden wij honger en Ik moest
er dus op uit gaan om werk in de Don
mijnen te zoeken, om aan den kost te kun
nen komen. Daarvoor had ik als aanbeve
ling slechts een getuigenis noodlg dat ik
de zoon van een bjédnjak armen man)
was. Ik verkreeg als zoodanig werk als
mUnwerker en verdiende drie roebel per
dag, juist genoeg om van te leven en niet
geheel en al genoeg om hiermede van hon
ger te sterven! Het eten in de volksgaar
keukens kost ongeveer twee roebel per dag
Soep 40 Kopeken, een vleeschgerei l'/j
roebel (1 roebel Is A pari gelijk aan een
gulden en 30 cents Hollandsch). Met mijne
familie verloor ik onmiddellijk alle betrek
kingen. Ik hoorde echter later dat Vader
gelukkig zijn natuurlijken dood stierf, ter
wijl mijn arme moeder en mijn broer daar
entegen in 1933 van hanger omkwamen.
Al het geld dat Ik verdiende, ver-at ik, doch
rerzadigd ben ik toch nog nooit geweest.
Ik leefae in een barak waar ’t koud en erg
smerig was. De arbeiders leven onder el
kander vriendschappelijk, doch daar er
zeer veel onder hen zijn die voor wat geld
met de geheime politie in verbinding staan
vertrouwde men elkander nimmer ten
folie.
hU- „Het moet heel vroeg gebeurd zUn, zeg
gen ze. Volgens mUn gedachten, mijnheer,
zulten die vervloekte Russen, dfe mijn boot
hebben laten zinken, er wel meer van weten."
,JMt zou me niet verbazen." zei fk. ,J5e
lar booze bliksems te zUn."
nadruk:
„Dat zUn ze. mijnheer, dat zUn ze zeker.
Het wordt tUd. dat iemand op een keer, als
zU er nfet zUn, dat huls van hen eens gaat
bekUken.”
Ik rond
loof, dat Ik daar vrU goed in slaagde. Of
schoon de mogelijkheid oen mijn onschuld te
bewijzen nog veraf scheen had ik ten slotte
een gedeelte van de geheimzinnigheid van Mc-
Murtrie en zUn vrienden tot opkxwing ge
bracht en het werd mU steeds duidelUker, dat
de belde problemen nauw verbonden waren.
In ieder geval, fk ging in een optimistische
stemming en met het opwekkende gevoel, dat
Ik een aangenomen dag in zicht had. naar bed.
Die dag begon reeds op de meest belovende
wijze. Ik ontwaakte om acht uur en was bezig
mij een licht ontbUt gereed te maken met een
blikje sardines en een stuk je ongeloofelUk droog
brood toen Ik door het kleine raam, dat op den
weg naar Tilbury uitzag, mUn jongen vriend
van het postkantoor door het veld heen zag
naderen. Ik opende de deur en hU kwam met
een eerbiedigen grijns van herkenning op mU
toe.
..Brief voor u,
aangekomen, ml.
HU overhandigde mU een enveloppe in Joyce’s
schrift en bleef bij mU staan terwijl ik den
president opstond en de aanwezigen mededeelde,
dat hU zooeven een telegram had ontvangen
van den president der Vereenigde Staten, waar
in deze ons verzocht om op onzen tocht naar
het Zuiden een bezoek te brengen aan Was
hington, waar de president persoonlijk met ons
wilde kennismaken. Deze mededeeling werd
met daverend gejuich begroet en de burgemees
ter feliciteerde ons met de groote eer, om door
den president op het Witte Huls te worden ont
vangen.
het niet noodlg. hem te vertellen,
hoe aan dat verlangen reeds den vortgen avond
bUna was voldaan, maar Ik was er zeer door
verlicht, dat tot nog toe niémand eenlg ver
moeden had, wie werkelUk voor de verwoesting
in de kreek verantwoordelijk was Afgezfen nog
van al den last, die een arrestatie wegens het
opblazen van een brok modder in een uithoek
van de Theems met zich zou meebrengen, zou
het een droevig einde van de loopbaan van een
ontsnapt moordenaar zUn geweest.
Zoodra Gow het ontbUt had gereed gemaakt,
ging hü naar Tilbury op weg met mUn brief
voor McMurtrie. Na enkele uren kwam htj
terug met een exemplaar van de Daily Mail
en de boodsshap, dat er geen brieven voor mU
aan het postkantoor waren.
Ik liet hem op „de Betty”, met bevel de
boot niet te verlaten, tot hij door Tommy.
Joyce of mij zou worden afgelost en begaf
mij langs dgn gewonen weg naar de hut. Het
was nog geen dertig uur geleden, dat ik dié ver
laten had, maar er was in dien tUd zooveel ge
beurd, dat het wel drie weken leek.
i erard sloeg zijn leesboek dicht, rekte zUa
i f -J- armen en geeuwde, verveeld. Het was
i niet direct een onderhoudenden roman,
te noemen, waarmee L,-
had gehouden, doch een langdradig, spannlng-
loos verhaal. Als men evenwel werkloos is soo-
als hU en als leegloopend kantoorbediende niet
langs de straat slenteren wil, dan leest men
Alles, tot kleuterblaadjes toe.
HU stond op, liep een paar maal fluitend
door de kamer en ging eindelijk doelloos naar
bulten staan staren. De avondzon scheen nog
op de dakenzee der stad en verlichtte hier en
daar een hoog uitstekenden gevel.
In de drukke straat geneden hem liepen men
schen af en aan; in het gewirwar klonk nu en
dan een schel auto-signaal.
Gerard voelde opeens de neiging in zich op
komen, mee te loopen In dat wemelende gedoe,
zich te bevinden tusschen lachende en pratende
menschen, ten einde verstrooiing te zoeken
voor de grauwe en loome verveling, die hem
drukte. Dus trok hif de kamerdeur toe en be
gaf zich op straat.
De warmte van den feilen zomerdag, die in
den avond hangen bleef, kwam hem tegen. Het
geroezemoes van gesprekken en het ronken van
auto’s gleed aan zijn ooren voorbij. HU hoorde
het, als vanuit de verte; als het verre bruisen
der zee.
Soms keek hü naar een etalage; kleuren en
glanzen troffen hem, zonder te weten wit hU
zag. Als hU stilstond voor een boekwinkel, las
hU werktuiglijk eenige titels, doch was ze aan
stonds weer vergeten.
HU was éven besluiteloos in zijn voornemen,
welke straat hU in zou slaan. Toen hU evenwel
de lichten van eene bioscoop zag aangaan, begaf
hU zich daar heen.
Een slank meisje liep voor hem. ZU had een
witte jurk aan en haar zwart krulhaar viel tot
op haar mooi-gevormde schouders. ZU was al
leen en ging langzaam verder.
Daar zat iets in de houding van dat jonge
figuurtje, dat jeugdige resoluutheid uitdrukte;
haar kalme gang deed denken aan reine waar
digheid en beminnelijke zelfstandigheid.
Gerard vroeg zich af: „Welke oogen heeft dit
meisje?”
Llcht-blauw als die van een kind, of donker
en hartstochtelUk of, dlep-bruin en onzegbaar-
melanchollek?
Deze oogen, de oogen van dit waardige, fiere
meisje wilde hU zien en de bekoring daarvan
ondergaan.
HU was onmerkbaar vlugger gaan loopen, om
haar in *t vodi^C^an In de oogen te kunnen
zien. Toen zU stilstond voor de foto-kasten van
de bioscoop, stond ook Gerard stil en bekeek,
evenals zU. de fragmenten en situaties van de
film.
Doch ondertusschen maakte hU van de geft-
genheld gebruik haar gezicht van ter zijde op
te nemen. ZU had een rond voorhoofd, een
lief, klein neusje, en een kinderlUken mond
met de lippen heel even van elkander, als tot
een vraag gevormd. Haar oogen dwaalden van
de eene plaat naar de andere; soms keken zU
ingespannen, dan Wter glimlachend.
Plotseling wendde zU haar hoofd om en zagen
haar oogen recht in die van Gerard. ZU waren
groot en donker, JclnderlUk-naïef en oprecht.
Oogen, waarachter een argeloos, rein meisjes
hart geborgen lag. Zij bleven een oogenblik op
die van Gerard gericht, één ondeelbaar mo
ment, waarin geluidlooze woorden gesproken
werden en waarin twee jeugdige harten elkan
der ontmoeten in plotselinge vreugde.
"Iben glimlachte het meisje en kleurde. ZU
kleurde nóg heviger toen Gerard vroeg haar te
mogen vergezellen. Ze wist hierop geen ant
woord^ te zeggen.
TerwUl Gerard naast haar loopen Weef, luis
terde zij verlegen naar zijn vriendelUke woor
den, waarin voor haar een klank van innemen
de goedheid lag
..Dag
zegt hU.
,JMg Zö
aarzelt en kUkt
hem heel even
aan. ZUn oogen
staan vriéndelijk en vragend.
„Dag, Gerard,” zegt ze dan zachtjes.
Hge nacht
*e zeilen.
De dag brak aan, toen ik mijn oude anker-
Plaats tn de kreek weer bereikte. Ondanks den
langen en eenigszins inspannenden dag, voelde
ik mu niet erg vermoeid. Ik borg dus de zeilen
•n zette mU tn de kajuit, om den brief aan Mc-
Murtrle te schrijven.
Ik begon met de mededeeling, dat ik enkele
2, tegen eerder met mijn uitvinding was geslaagd,
dan ik verwacht had en gaf hem een korte
dramatische beschrUvlng van het succes van
E de eerste proefneming. Ik vrees, dat ik de
K bijzonderheden nfet geheel naar waarheid heb
vermeld, maar de geheele waarheid te zeggen
heden, dat het het beste was, alle mogetUke
sporen van mijn werk te verwUderen en tegen
den middag zag mijn ..laboratorum” er bijna
even keurig uit als toen ik er voor bet eerst
kwam.
Ik tracteerde mijzelf op een sigaar en begon
ZU had in haar brief
maar ik wist, dat er
tn den middag enkele treinen aankwa
men en herinnerde mU. dat ik naar had ge
vraagd onmiddellljk naar de hut te komen.
Tegen twee uur zag ik plotseling een auto,
waarin alleen de bestuurder zat. in soelle
vaart den weg van Tilbury afkomen De wagen
stopte bU de kleine aanplanting, recht tegenover
de hut en een oogenblik later kwam een meisje
tusschen de boomen te voorschUn; ze liep door
het veld recht op de hut af.
Ik was eenigszins verrast, want ik wist niet,
dat Joyce ook chauffeeren onder haar be
kwaamheden telde en zU had mU nooft verteld,
dat er kans bestond, dat zU met een auto
komen zou. Maar het 'volgend oogenblik drong
de waarheid met plotseangen schrik tot mU
door. Het was Joyce niet, het was Sonja.
Ik weet niet, waarom deze ontdekking mij
zoo’n schok gaf, want ik had haar komst al
lang kunnen verwachten. Maar een schok gaf
het mU stellfg. En enkele seconden stond ik
zóó dwaas naar haar te kijken, als temand,
die plotseling het gebruik van zUn ledematen
heeft verloren. Wat tot rnUzelf gekomen wendde
ik mU van het venster af en ging naar de
deur.
Ik onder het slaperige oog van den
verdrietig uitzienden nachtwacht afscheid van
hen had genomen, keerde ik naar de Betty”
terug en begon de boot los te maken Daarna
beesch Ik de zeilen, gleed langzaam de oor
logsschepen en een groote. binnenkomende
•toomboot langs en bereikte het breede en stille
Water van de Theems. Ik had geen haast en nu
fle mist opgetrokken was, werd het een prach-
bge nacht om kalm met het getU de rivier op
Op de vloot kreeg ik een plaats door pre
ferentie. Als „bjédnjak” heeft men n.1. dit
voorrecht Ofschoon Ik nooit gevraagd heb
als matroos op de roode vloot te worden
aangenomen, heeft men mij er heel een
voudig naar toegestuurd. Eerst moest ik
naar Leningrad Petrograd) en vandaar
zond men mu naar Kronstadt vesting
en haven bjj de monding der Newa Red.),
waar men ons in een kazerne opsloot.
Daar leerde men ons de namen onzer ,Jei-
dera" uit het hoofd leeren: „Lenin, Stalln,
Kaganowitsj, WorosjilofVervolgena
moesten wij leeren hoe de verschillende
deelen van een schip heeten en daarna
werd ik op de „Marat” geplaatst.
Op de „Marat” hoorden wU, dat het een
oud schip was, maar dat de bolsjewieken
het op geknapt hadden. De discipline was
er zeer Mreng en leder bevel moest onmld-
dellljk worden uitgevoerd. De „Komman-
dleri” officieren) verlangden dat men
hen militair salueerde zoowel aan boord als
aan wal, doch alleen diegenen die op
hetzelfde schip dienden. Tusschen de
„Kommandieren’’ bevinden zich heel vele
die niet vai^ Russische afkomst zijn.
Aan wal mochten wij alleen in Kron
stadt gaan. Men organiseerde er voor de
matrozen niet de minste afleiding. In
Leningrad hebben de matrozen zelfs
gedurende de eerste tien maanden van
hun dienst, niet het recht aan wal te
gaan, daarna zeer zelden, maar dan alleen
te zamen in colonnes, en slechts naar de
zeemansclub. Gedurende het eerste dienst
jaar kreeg ik 8 roebels per maand, het
tweede 12 en het derdp jaar 15, doch daar
men niets voor dit geld kon koopen om
dat er geen waren zijn,' heeft men er eigen-
lijk niets aan. Zelfs clgaretten zijn noch in
Kronstadt, noch in Leningrad te koop en
wij rookten dus geregeld uitsluitend Ma-
chorka Inheemsche grove „soort” van
tabak Red.) In krantenpapier gerold.
Het eten op de schepen is niet slecht
Overdag vischsoep en gort, 's avonds thee
en brood en 1 '/2 Kilogram suiker per man
per maand. Doch alle matrozen waren al
tijd opgewonden als zij brieven van huis
ontvingen waarin alle bloedverwanten
zonder onderscheid steeds over nijpenden
hongersnood klaagden. En een lelie haat
voortspruitende uit afgunst tegenover de
..Kommandieren”, wier gezinnen aan den
wal geen nood kenden, laaide voortdurend
in allen op.
Vóór het vertrek naar Gdynia werden
slechts de allerbesten eh allerzekersten van
boord gelaten. Ons werd ingeprent dat een
ieder onzer, zoo de Polen met ons zouden
spreken, slechts antwoorden moesten dat t
in de Sovjet-Unie <taeel goed leven was, dat
er heelemaal geen hongersnood heerschte,
alle Kolchozen bloeiden en er graan en
brood in overvloed was. Voor wij in Gdynia
aan land gingen, werd alle Sovjet-geld
dat w|j in onze zakken hadden, van ons
afgeonmen, een ieder onzer ontving daar
entegen 9 Paolsche Zlotten, die wij ver
teren mochten.
Onze „Kommandieren” kochtqn daaren
tegen in Gdynia van alles, vooral dames
schoenen voor hunne vrouwen; wij echter
hadden daartoe geen geld genoeg, maar
hadden het ongekende geluk voor het eerst
van ons leven worst te kunnen eten.
Had men ons vóór het vertrek nog in
geprent, dat de arbeiders in de kapitalis
tische landen door de bourgois geslagen en
geëxploiteerd werdgn, tóen wij de blakeren
de gezichten der welvarende bevolking za
gen, zoowel als de magazijnen vol
vleesch en eetwaren aanschouwden, was ’t
op eenmaal met ons geloof in deze Sovjet-
verhalen uit. Ik persoonlijk besloot vast en
krachtig in Gdynia te blijven, sprak dus
met niemand over mijn besluit, maar ging
den eersten den besten winkel binnen en
vroeg aan de winkeljuffrouw, die eerst erg
verschikt opkeek, of zij mij niet verstoppen
wilde. Het geluk was mij gunstig, daar haar
JOYCE."
.Antwoord, mijnheer?” vroeg de jongen, toen
hU zag, dat Ik met bet lezen gereed was.
^Ja, Charles," zei fk. JEr is een antwoord,
maar ik vrees dat Ik dat niet over de post kan
zenden. Mai^- wacht toch maar even,” voegde
ik er aan toe. toen hU zUn pet weer wilde
opzetten, ,4e kunt een telegram voor mij ver
zenden. Hét zal maar even duren om het te
schrUven."
Ik ging
een bericht
Voot temand, die In zoo’n warnet van ge
varen verstrikt was als ik, bracht ik een ver
wonderlijk kalmen dag door. Geen mensch
kwam in zicht en behalve het lezen van de
Daily Mali en een tUd van ingespannen na
denken, verheugde ik mU in een absoluut
niets doen. Na de vermoeienis en de opwin
ding van den vorigen dag was deze rust Juist
wat Ik noodlg had. Het gaf mjj tUd om. na
Latimer's verbijsterende mededeeling, mi) ge
heel in mijn toestand in te denken, en ik ge
loof, dat Ik daar vrU goed in slaagde.
De jol terugroeiend naar de .Betty” voegde
ik er aan toe: .Maar Ik ben blU. dat je
zoo vroeg terug bent vanochtend. Zoodra wU
ontbeten hebben moet Je naar Tilbury om een
brief voor mU te posten. Je kunt dan
nieuwsblad voor mU mee terugbrengen."
„Van nieuws gesproken, münhecr.” merkte
Gow op met plotselinge belangstelling. „Hebt
u gehoord, dat ze den achterkant van Canvey-
efland in de lucht hebben laten vliegen gister
morgen?"
„In de lucht hebben laten vliegen?” her
haalde Ik, terwUl
„Wie kan dat gei
„Niemand schU>
naar binnen en schreef haastig
aan Latimer, dat Ik McMtytile
geschreven had, maar dat er overigens niets
was voorgevallen. Ik stelde dit in net eenvou
dige cUferschrlft. dat wjj waren overeenge
komen, en gaf het den jongen met vUf shil
ling.
„Je kunt houden, wat er te veel is," «el Ik.
,en daar vuurwerk voor koopen. Ik heb het nog
te druk gehad om het zelf te maken.”
HU mompelde iets van dank en vertrok,
terwUl fk mUn aanval op het brood en de
sardines begon.
Hierdoor gesterkt besteedde ik de rest van
den ochtend om de werkplaats op te ruimen.
Ik leefde onder zulke onzekere omstandig-
f