PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND H moge toch aan het licht. I Xeï uttfiaal van den dag ’N GENOT 5^0? Een „ontsnapte over Sovjet-Rusland 1 NEII LYNDON ONTSNAPT I ER FLESCH Fl. 2.8 Alleabonné’s RA LA NS VRIJHEID EN GELIJK HEID” DONDERDAG 6 DECEMBER 1934 1 Engeland eert Delius (Nadruk verboden) I Liefde is duurder dan politiek Miniatuur-onderzeeër Oorsprong van het tennisspel De waarheid komt altijd aan het licht 10.000 aardbevingen per jaar 6 b 7 DOOR VICTOR BRIDGES m n ‘I '1 Openhartig verhaal van een in Rutland ter-dood-varoor- deelden, maar thane in Polen levenden matroos Op zoek naar werk AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL •1/ S.Ï’ IT i- le propagan- MARTIN BERDEN 1 iiiiiiiiiimiiiiitiiin Is nu in 1 I ir Het was een plechtig oogenblik, toen de tafel- l 20 25 25 23 35 35 xL aan toe: een .Wordt vervolgd. 30 25 ’s Avonds Werd oqp door het bestuur der stad een groote feestmaaltijd aangeboden. Ik kreeg als tafeldame Amy Dickenson naast mU zitten. It. d. 57. Toen den we op het stadhuis door de notabelen der stad ontvangen. Het was een onvergefelijke avond. Er werd druk gespeecht en de stemming steeg iedere minuut. i deel... .ndschoend. tHangs het Jacht aanlegden, in hebben?" het te weten,** antwoordde Ie naar Joyce uit te zien, geen tijd opgegeven, vroeg De verkooplng van een interessante brieven collectie. die dezer dagen in Parijs plaats vond, geeft een karakteristiek beeld van de belang stelling van het publiek voor deze documenten. Het hoogste bod werd gedaan voor een liefdes brief van Napoleon aan Josephine, uit Castig- bod J E T iiimiuiiiiifMiHiiiiimg mijnheer," «ei hij. „Vanochtend ifhheer.” Een- Ingenieur te Chicago heeft onlangs op het Michigan-Meer een demonstratie gegeven met zijn miniatuur-onderzeebootje. Dit bootje is zoo groot als een haal van respectabele af meting en heeft ook den vorm van d$zen visciu De staart dient als roer en de uitvinder, die, vanwege de kleine ruimte in de boot, geen twee personen kan herbergen, moet door de opening aan den kop in zijn „onderzeeër” kruipen. De boot kan niet diep duiken, slechts vijf meter onder den waterspiegel, doch vaart betrekke lijk snel. Het woord „Tennis” heeft zich bij ons zoo ingeburgerd, dat we er nauwelijks meer aan denken, dat <iet woord van vreemden oor sprong is. Maar „Tennis” is niet de oorspron kelijke naam van het spel. De uitvinder ervan, de Engelschman Majoor Wingfield, noemde het .JSphalristlke". Het dient te worden opgsmerkt, dat men een soort tafeltennis reeds eerder speelde. Omdat bet woord echter moeilijk uit te spreken was, en het spel al gauw veel aan hangers had, bedacht men een makkelijker naam.... tennis. De eerste spelregels zijn in den loop der Jaren weinig veranderd. Het eer ste tennisveld werd in Engeland aangelegd, een tennisclub werd opgericht in he' jaar 1388. Uone, voordat .zjj zijn gepialin werd. H< bedroeg 43 000 Fr. Twee brieven van schalk Berthler over de slag bij Austerlitz, die dus van veel grooter belang zijn, vonden nau welijks een kooper voor 4000 Fr De brieven van Napoleon aan zijn belde vrouwen zijn naar Amerika verkocht. De Franse he Regeerlng, die aan de verkooplng deelnam, kocht brieven van groot historisch belang voor een naar verhou ding matigen prijs. Gerard zoekt naar werk. Dagen en weken zoekt hij, ingespannen en hoopvol. In zijn jonge hart bloeit de vreugde eener mannelijke, sterke liefde. Daar staat het ver langen om een meisje gelukkig te maken, lAter, door den arbeid zijner handen. Hij denkt aan Ellse en de liefde voor haar wordt langzaam overschaduwd door de smart der ontgoocheling. Toch zoekt Gerard naar werk. Nog steeds zoekt hij, met een hart vol stil verdriet.... H. P. Nu valt het gouden licht der avondzon op de ten der boomen en blinkt in den vijver. Witte zwanen drijven daar langzaam en geluid loos rond. Gerard kijkt daarnaar en voelt den vrede van den avond, die er uit spreekt. Onder het hooge groen der kruinen, in een lange, sche merige laan ziet hjj plots hAAr komen. Hij ziet haar witte jurk en haar zwart krulhaar; hU ziet weldra haar oprechte kinderoogen In de zijne gericht. Gerard drukte Ellse de hand. Ellse,” Het bleek ons thans, dat we geland waren te Winnipeg. Spoedig zaten we voor den hoofd commissaris. die ons In het begin een beetje wantrouwend aankeek. We zagen er dan ook tamelijk haveloos uit. Toen de man echter hoorde wie we waren, en nadat hij al onze avonturen had vernomen, werd hij hoe langer hoe vriéndelijker en op het laatst werd hij zelfs eerbiedig. Onmiddellijk telefoneerde hij den ourgemeester, die hem antwoordde, dat hjj da delijk zou komen om ons te begroeten. „Om acht uur in t wandelpark?” vroeg Oe- rard. Zjj knikte en lachte. ------ l._ hij zich dien dag onledig stammi C^W***’' t' brief las en h{j in gedachten op zijn hoofd krabde de klep van zUn pet. Het korte briefje was karakteristiek voor Joyce. zou i schijnen een pai Gow zei met zUn Is een weelde, die maar weinig menschen zich kunnen veroorloven. En Ik kon het zeker nfst. Toen Ik gereed was, adresseerde Ik den brief naar Hotel Russell, legde mij in een «an de kooien en was weldra fn een welverdiende slaap. Ik weet niet of moeder Natuur of Gow mij ontwaken deed. In teder geval werd ik wakker met den duideUjken indruk, dat temand de boot aanriep; ik stak dus mijn hoofd naar buiten en zag op den oever onzen trouwen waker. HU groette mU met een eenigszins veront schuldigend gebaar, toen ik de jol afzette om hem op te halen. „Morgen, Dit woord slaat een warme blijheid in hem los. O, hU zou dit meisje willen danken voor de hartelUkheid, die zU hem betoont, voor de oogenblikken van geluk, die haar bijzijn in zijn leven brengt. Dit leven, dat anders zoo leeg en kleurloos is, zonder hoop en uitzicht. HU drukt aarzelend haar blanke hand en houdt die vast. ZU laat hem begaan en kleurt onder deze tee- derheld. Zoo loopen zij zwijgend en gelukkig verder. De stilte in het park wordt diep en luiste rend; iets verlatens komt rond deze twee men schen, nu de schemer vallen gaat. ZU staan stil. Hun handen hebben g)ch in elkander gelegd en hun oogen drukken vertrou wen en innige aanhankelijkheid uit. „Kom je morgenavond, Ellse," vraagt Gerard. ZU denkt na. Dan zegt ze: „Dat zal moeilijk gaan; ik moet overwerken, Gerard.” „O, ben je op kantoor?” „Nee. in een modemagazijn. *t ’t drukst van het seizoen.” „Ja, dat kan.” ZU staan zwijgend bU elkaar. Het weg-sche- merend park ligt zonder gerucht. Ellse kijkt Gerard aan. ZU aarzelt met haar vraag, maar als Gerard zegt: „Wat wil je zeggen Ellse?” dan vraagt zU: „Wat doe JU overdag Gerard?” Deze vraag is als een harde teleurstelling; hU kleurt en wendt zUn oogen af. „Ik ben werkloos Ellse,zegt hjf eindelijk. „Maar dat zal gauw veranderen. Ik zoek naar werk.” ,4a? Gelukkig maar!" ZU drukken elkaar de hand en nemen af scheid. Inmiddels hadden we verzocht om ons van wat betere kleeren' te mogen voorzien, waaraan dadelUk gevolg werd gegeven. Hét bleek, dat onze komst in de stad niet onopgemerkt was gebleven, want toen we ons naar buiten bega ven, werden wU door een ontzaglUke menigte in de straten toegejuicht. Toen we ons eindelijk wat toonbaar hadden gemaakt, bracht de bur gemeester ons een bezoek, waarbü hij het een groote eer voor de stad noemde, dat wij er een bezoek hadden willen brengen, ’s Middags wer- i „Ellse," zoo heeft dit jonge meisje zich schuchter 'genoemd, toen Gerard bU ’t afscheid haar naam vroeg. ZU spraken met elkander af voor den volgenden avond. ,Mün beste Neil. Morgenmiddag kom ik Je opzoeken. Ik heb Je verschillende dingen te vertellen, maar de hoofdzaak is toch, geloof ik wel, dat ik hard naar je verlang. Dag! - In wetenachappelUke statistieken heeft men kunnen vaststellen, dat er geen uur voorbij gaat, zonder dat er ergens op de wereld een aardbeving plaats gevonden heeft. De seismo grafen registreeren ongeveer 10.000 aardschud- dingen per jaar. BegrUpelijk is het, dat deze aardschuddlDgen niet alle even belangrijk zUn en men is van meenlng, dat er tientallen kleine bevingen li de aaMë bestaan, welke door oe seismograaf niet eens kunnen ^worden gere gistreerd, wegens hun onbeduidendheid, hoe nauwkeurig de moderne wetenschappelijke waamemings-toestellen ook mogen zUn. Toch zUn er van de 10.000 aardbevingen jaarlijks nog ruim een honderdtal, welke gevaarlUk zijn en vaak met droevige gevolgen plaats vinnen. Nu de groote dag voorbij is Van het populaire feest, Dat niet enkel door traditie Ons zoo welkom is geweest, Kunnen wij balans opmaken. Daar 'het weidse he resultaat Niet de beurs slechts, maar nog beter Ook de oogen niet ontgaat! ’s Morgens loopt u langs de huizen En het eerste dat u ziet Is voorwaar geen keur-collectie Met een prachtig coloriet, Maar u ziet de vuilnisemmers Met een toegift toegedekt, Waarnaar menig poezel handje Zich, nog kort, had uitgestrekt! tnde nuttige geschenken, Zbnder keur van eigen smaak. Steken nu met-heel wat menschen Zeer gemoedelijk den draak! Want de das, die moet je dragen. Want die kreeg je van den Sint, Ook al schreeuwt de kleur bijvoorbeeld Als een afgeranseld kind! De sigaren moet je rooken, Ook al zijn ze je te zwaar En je neemt de kwaliteit ook Als een offertje aanhdar! Ieder heeft iets nieuws ontvangen. Want een ieder kreeg zijn ‘k Zag een ouden heer gehai Maar met hard kanarie-geel En de kinderen zien bleekjes, Want zij sukkelen vandaag Met opstandige beginsels Van een overladen maag! De belangstelling, welke men in Engeland aan den dag legt voor den componist Delius, die in Juni j.l. is overleden, neemt toe. Te Londen werd onlangs opgericht de Dellus-Ver- eenlglng, welke reeds spoedig een ledenaantal van 300 wist te verwerven. Deze vereeniging stelt zich ten doel het uitgeven van een ge- regelende gramofoonplaten-album, op welks platen uitsluitend werken van Delius zUn op genomen. De prUs dezer uitgave is bijzonder laag gesteld, maar de vereeniging zal het leden tal tot 750 moeten trachten op te voeren, wil men met een dergelijke goedkoope uitgave door kunnen bUjven gaan. Het te Londen gevestigde secretariaat der Delius-vereenlging mocht zelfs velé aanvragen tot toetreding der club ontvangen van in En geland wonende buitenlanders, w. o. 30 Zuid- Afrikaners. een bewUs, dat Delius’ werken door alle nationaliteiten wordt gekend en geëerd. Frederick Delius schreef een groot aantal muziekwerken, welke alle getuigen van een groote muzikale zelfstandigheid. Ondanks het feit, dat de componist door zUn buitenlandsche reizen in contact kwam met talrijke persoon- lUkheoen op muzikaal gebied, heeft hU nimmer onder hun invloed willen staan. Hij trachtte niemand na te bootsen. Van de voornaamste werken, welke Delius schreef, zUn te vermel den: Parijs, the song of a great City, Life’s dance, Brigg Fair, In a summer garden. Summernight on the river, On Hearing the first Cuckoo in spring, A Song before sunrise en The North Country Sketches. man Russisch verstond en mij' niet alleen hielp, nwar selfs daarna mijne aanwezig heid in Polen hielp legaliseeren en mU ten slotte nog aan een plaats op eene fabriek heeft weten te helpen”. Volgens eene in Polen geldende wet. moest deze roode matroos Woronkof, vóór dat zijne aanwezigheid in Polen kon wor den gelegaliseerd als deserteur der Sovjet- vloot, in tegenwoordigheid van den Sovjet- miUtalren attaché in Warschau en ’n verte genwoordiger der Poolsche regeerlng on dervraagd worden, waarom hij van de „Marat” was gedeserteerd. Aan het open hartig verhaal van dezen thans in Moskou ter dood veroordeelden maar .gelukkig” he den ten dage in Polen levenden Sovjetarbel- der en Sovjetmatrooe is het hier medege deelde ontleend. Com men tear is overbodig en het oud*, spreekwoord dat leert: dat de waarheid al tijd aan het licht komt, hoe fijn de leugen ook gesponnen mag zijn, blijkt voor de zoo vee 1ste maal ook ditmaal inderdaad weer op honderden van jaren levenserva ring te berusten en ten volle te vertrou wen te zijn. z- „Morgen, mijnheer! Ik hoop, dat Ik goed gedaan heb, mUnheer. aan wal te blUven De jongedame zei, dat ik geen haast hoefde te maken.” „De jongedame had daar gelijk in,” zet ik. „We hadden je niet noodlg.” on dit blad «tin ingevolge de verzekerlng»voorwaarden tegen f Qflfin bU levenslange geheele ongeschiktheid tet werken door f 7</l bij een ongeval met f &U verlies van een hand f 1 Terl‘®!LYa“ **n f W een bI*uk T‘n f 40 »>U yerltee van H ongevallen ^erzekeid voor een der volgenae ulUeertngen T ÖUU verlies van belde armenTbelde beenan of belde oogen l t DU.-dood «lijken afloop T een voet of een oog f 1 D. duim of wijsvinger I ot armf Ttl/e" anderen vinger oe goed {Communistische prvpagaa- •.Afbeidersparadijs in de Sovjet-Unie” ook georganiseerd e ^waarheid komt natuurlijk Een ieder onbevooroordeelde weet, dat soo morgen de zoo zorgvuldig h<*waakte open werdén gezet,, min- •te’“ „8/10 der „gelukkigste proletariërs op aarde graag naar de „verrotte kapitalis tische bourgeois-landen’’ zouden vluchten. Alleen de 2l/2 millioen daar zoo goed gevoe de en gehuisveste Kommunisten zijn de eenlgste der 165 millioen ondervoede inwo ners der Sovjet-Unie, die in hunne klas- senloose” maatschappij een bevoorrechte plaats Innemen, Natuurlijk nemen ook 8ov- jet-politie (daar militie genoemd), het roo de leger en de roode vloot, als steunpila ren dezer Kommunistische dictatuur geen bevoorrechte plaats tusschen deze ’.voor- brt*<lerschap van „vrijheid en ge lijkheid in. Dat niettegenstaande de strengst-mogeUjke contróle van man schappen en officieren en ongelet „de hoogste straf der socialistische zelfverdedi ging” de doodstraf door den kogel) tóch vaak genoeg deserteeringen voorkomen uit de aan de grenzen der Sovjet-Unie lig gende roode legerafdeelingen, is voor nie mand meer een geheim. Doch dat zelfs van de roode vlootschepen eenvoudige matro sen tijdens het feestelijk bezoek aan Polen’s nieuwe havenstad Gdynia in het begin van September JJ. „het geluk” hadden te deserteeren, is toch wel zéér teekenend en het allerovertuigendste bewijs dat het ge lukkig socialistisch leven dezer zelfs bevoor rechten in de Sovjet-Unie zeer in twijfel ge trokken mag worden. Reeds op 13 September JX meldde „Ha- vas” uit Warschau dat bij het vertrek der In Gdynia zeer feestelijk ontvangen Sovjet- vloot vijf matrozen, dus zeer eenvoudige proletariërs, niet op hunne schepen waren teruggekeerd en onvindbaar waren. Op 14 November j X berichtte men echter reeds uit Riga'dat hun aantal niet 5, maat 15 groot was geweest, en dat reeds twee hunner in Moskou door het Sovjetkrijgsge- recht bij verstek ter dood waren veroor deeld. Een dezer met name in dit bericht genoemd heet „Sergé Wasilewitss zoon van Waslll) Woronkof, roode matroos van het linieschip „Marat”!! Het Bovjetkrijgs gerecht veroordeelde hem niet alleen „al.- verrader van zijn vaderland ter dood er buiten de wet staande, maar beval tevent alle zijne bloedverwanten te arresteeren en eveneens door het Krijgsgerecht te berech ten en alle eigendom te confisqueeren”. Deze zelfde matroos der roode vloot leeft echter thans ..gelukkig” in Warschau er aan zijn verhaal dat wij thans uitvoerig in de Poelsche dagbladen vermeld vinden ontleenen wU het hier volgende, dat een juist beeld weergeeft van het leven en den gemoedstoestand zelfs dezer „proletarische geluksvogels” het Sovjetparadija. ,Jk werd in 1910 geboren en mijn ouders waren eenvoudige boeren. Na de revoluti' werd twee malen alles van ons afgenomen en de laatste maal moesten wij geweldadig in een kolchos collectief Kommunis- tisch landbouwbedrijf) treden. In den be ginne leden wij honger en Ik moest er dus op uit gaan om werk in de Don mijnen te zoeken, om aan den kost te kun nen komen. Daarvoor had ik als aanbeve ling slechts een getuigenis noodlg dat ik de zoon van een bjédnjak armen man) was. Ik verkreeg als zoodanig werk als mUnwerker en verdiende drie roebel per dag, juist genoeg om van te leven en niet geheel en al genoeg om hiermede van hon ger te sterven! Het eten in de volksgaar keukens kost ongeveer twee roebel per dag Soep 40 Kopeken, een vleeschgerei l'/j roebel (1 roebel Is A pari gelijk aan een gulden en 30 cents Hollandsch). Met mijne familie verloor ik onmiddellijk alle betrek kingen. Ik hoorde echter later dat Vader gelukkig zijn natuurlijken dood stierf, ter wijl mijn arme moeder en mijn broer daar entegen in 1933 van hanger omkwamen. Al het geld dat Ik verdiende, ver-at ik, doch rerzadigd ben ik toch nog nooit geweest. Ik leefae in een barak waar ’t koud en erg smerig was. De arbeiders leven onder el kander vriendschappelijk, doch daar er zeer veel onder hen zijn die voor wat geld met de geheime politie in verbinding staan vertrouwde men elkander nimmer ten folie. hU- „Het moet heel vroeg gebeurd zUn, zeg gen ze. Volgens mUn gedachten, mijnheer, zulten die vervloekte Russen, dfe mijn boot hebben laten zinken, er wel meer van weten." ,JMt zou me niet verbazen." zei fk. ,J5e lar booze bliksems te zUn." nadruk: „Dat zUn ze. mijnheer, dat zUn ze zeker. Het wordt tUd. dat iemand op een keer, als zU er nfet zUn, dat huls van hen eens gaat bekUken.” Ik rond loof, dat Ik daar vrU goed in slaagde. Of schoon de mogelijkheid oen mijn onschuld te bewijzen nog veraf scheen had ik ten slotte een gedeelte van de geheimzinnigheid van Mc- Murtrie en zUn vrienden tot opkxwing ge bracht en het werd mU steeds duidelUker, dat de belde problemen nauw verbonden waren. In ieder geval, fk ging in een optimistische stemming en met het opwekkende gevoel, dat Ik een aangenomen dag in zicht had. naar bed. Die dag begon reeds op de meest belovende wijze. Ik ontwaakte om acht uur en was bezig mij een licht ontbUt gereed te maken met een blikje sardines en een stuk je ongeloofelUk droog brood toen Ik door het kleine raam, dat op den weg naar Tilbury uitzag, mUn jongen vriend van het postkantoor door het veld heen zag naderen. Ik opende de deur en hU kwam met een eerbiedigen grijns van herkenning op mU toe. ..Brief voor u, aangekomen, ml. HU overhandigde mU een enveloppe in Joyce’s schrift en bleef bij mU staan terwijl ik den president opstond en de aanwezigen mededeelde, dat hU zooeven een telegram had ontvangen van den president der Vereenigde Staten, waar in deze ons verzocht om op onzen tocht naar het Zuiden een bezoek te brengen aan Was hington, waar de president persoonlijk met ons wilde kennismaken. Deze mededeeling werd met daverend gejuich begroet en de burgemees ter feliciteerde ons met de groote eer, om door den president op het Witte Huls te worden ont vangen. het niet noodlg. hem te vertellen, hoe aan dat verlangen reeds den vortgen avond bUna was voldaan, maar Ik was er zeer door verlicht, dat tot nog toe niémand eenlg ver moeden had, wie werkelUk voor de verwoesting in de kreek verantwoordelijk was Afgezfen nog van al den last, die een arrestatie wegens het opblazen van een brok modder in een uithoek van de Theems met zich zou meebrengen, zou het een droevig einde van de loopbaan van een ontsnapt moordenaar zUn geweest. Zoodra Gow het ontbUt had gereed gemaakt, ging hü naar Tilbury op weg met mUn brief voor McMurtrie. Na enkele uren kwam htj terug met een exemplaar van de Daily Mail en de boodsshap, dat er geen brieven voor mU aan het postkantoor waren. Ik liet hem op „de Betty”, met bevel de boot niet te verlaten, tot hij door Tommy. Joyce of mij zou worden afgelost en begaf mij langs dgn gewonen weg naar de hut. Het was nog geen dertig uur geleden, dat ik dié ver laten had, maar er was in dien tUd zooveel ge beurd, dat het wel drie weken leek. i erard sloeg zijn leesboek dicht, rekte zUa i f -J- armen en geeuwde, verveeld. Het was i niet direct een onderhoudenden roman, te noemen, waarmee L,- had gehouden, doch een langdradig, spannlng- loos verhaal. Als men evenwel werkloos is soo- als hU en als leegloopend kantoorbediende niet langs de straat slenteren wil, dan leest men Alles, tot kleuterblaadjes toe. HU stond op, liep een paar maal fluitend door de kamer en ging eindelijk doelloos naar bulten staan staren. De avondzon scheen nog op de dakenzee der stad en verlichtte hier en daar een hoog uitstekenden gevel. In de drukke straat geneden hem liepen men schen af en aan; in het gewirwar klonk nu en dan een schel auto-signaal. Gerard voelde opeens de neiging in zich op komen, mee te loopen In dat wemelende gedoe, zich te bevinden tusschen lachende en pratende menschen, ten einde verstrooiing te zoeken voor de grauwe en loome verveling, die hem drukte. Dus trok hif de kamerdeur toe en be gaf zich op straat. De warmte van den feilen zomerdag, die in den avond hangen bleef, kwam hem tegen. Het geroezemoes van gesprekken en het ronken van auto’s gleed aan zijn ooren voorbij. HU hoorde het, als vanuit de verte; als het verre bruisen der zee. Soms keek hü naar een etalage; kleuren en glanzen troffen hem, zonder te weten wit hU zag. Als hU stilstond voor een boekwinkel, las hU werktuiglijk eenige titels, doch was ze aan stonds weer vergeten. HU was éven besluiteloos in zijn voornemen, welke straat hU in zou slaan. Toen hU evenwel de lichten van eene bioscoop zag aangaan, begaf hU zich daar heen. Een slank meisje liep voor hem. ZU had een witte jurk aan en haar zwart krulhaar viel tot op haar mooi-gevormde schouders. ZU was al leen en ging langzaam verder. Daar zat iets in de houding van dat jonge figuurtje, dat jeugdige resoluutheid uitdrukte; haar kalme gang deed denken aan reine waar digheid en beminnelijke zelfstandigheid. Gerard vroeg zich af: „Welke oogen heeft dit meisje?” Llcht-blauw als die van een kind, of donker en hartstochtelUk of, dlep-bruin en onzegbaar- melanchollek? Deze oogen, de oogen van dit waardige, fiere meisje wilde hU zien en de bekoring daarvan ondergaan. HU was onmerkbaar vlugger gaan loopen, om haar in *t vodi^C^an In de oogen te kunnen zien. Toen zU stilstond voor de foto-kasten van de bioscoop, stond ook Gerard stil en bekeek, evenals zU. de fragmenten en situaties van de film. Doch ondertusschen maakte hU van de geft- genheld gebruik haar gezicht van ter zijde op te nemen. ZU had een rond voorhoofd, een lief, klein neusje, en een kinderlUken mond met de lippen heel even van elkander, als tot een vraag gevormd. Haar oogen dwaalden van de eene plaat naar de andere; soms keken zU ingespannen, dan Wter glimlachend. Plotseling wendde zU haar hoofd om en zagen haar oogen recht in die van Gerard. ZU waren groot en donker, JclnderlUk-naïef en oprecht. Oogen, waarachter een argeloos, rein meisjes hart geborgen lag. Zij bleven een oogenblik op die van Gerard gericht, één ondeelbaar mo ment, waarin geluidlooze woorden gesproken werden en waarin twee jeugdige harten elkan der ontmoeten in plotselinge vreugde. "Iben glimlachte het meisje en kleurde. ZU kleurde nóg heviger toen Gerard vroeg haar te mogen vergezellen. Ze wist hierop geen ant woord^ te zeggen. TerwUl Gerard naast haar loopen Weef, luis terde zij verlegen naar zijn vriendelUke woor den, waarin voor haar een klank van innemen de goedheid lag ..Dag zegt hU. ,JMg Zö aarzelt en kUkt hem heel even aan. ZUn oogen staan vriéndelijk en vragend. „Dag, Gerard,” zegt ze dan zachtjes. Hge nacht *e zeilen. De dag brak aan, toen ik mijn oude anker- Plaats tn de kreek weer bereikte. Ondanks den langen en eenigszins inspannenden dag, voelde ik mu niet erg vermoeid. Ik borg dus de zeilen •n zette mU tn de kajuit, om den brief aan Mc- Murtrle te schrijven. Ik begon met de mededeeling, dat ik enkele 2, tegen eerder met mijn uitvinding was geslaagd, dan ik verwacht had en gaf hem een korte dramatische beschrUvlng van het succes van E de eerste proefneming. Ik vrees, dat ik de K bijzonderheden nfet geheel naar waarheid heb vermeld, maar de geheele waarheid te zeggen heden, dat het het beste was, alle mogetUke sporen van mijn werk te verwUderen en tegen den middag zag mijn ..laboratorum” er bijna even keurig uit als toen ik er voor bet eerst kwam. Ik tracteerde mijzelf op een sigaar en begon ZU had in haar brief maar ik wist, dat er tn den middag enkele treinen aankwa men en herinnerde mU. dat ik naar had ge vraagd onmiddellljk naar de hut te komen. Tegen twee uur zag ik plotseling een auto, waarin alleen de bestuurder zat. in soelle vaart den weg van Tilbury afkomen De wagen stopte bU de kleine aanplanting, recht tegenover de hut en een oogenblik later kwam een meisje tusschen de boomen te voorschUn; ze liep door het veld recht op de hut af. Ik was eenigszins verrast, want ik wist niet, dat Joyce ook chauffeeren onder haar be kwaamheden telde en zU had mU nooft verteld, dat er kans bestond, dat zU met een auto komen zou. Maar het 'volgend oogenblik drong de waarheid met plotseangen schrik tot mU door. Het was Joyce niet, het was Sonja. Ik weet niet, waarom deze ontdekking mij zoo’n schok gaf, want ik had haar komst al lang kunnen verwachten. Maar een schok gaf het mU stellfg. En enkele seconden stond ik zóó dwaas naar haar te kijken, als temand, die plotseling het gebruik van zUn ledematen heeft verloren. Wat tot rnUzelf gekomen wendde ik mU van het venster af en ging naar de deur. Ik onder het slaperige oog van den verdrietig uitzienden nachtwacht afscheid van hen had genomen, keerde ik naar de Betty” terug en begon de boot los te maken Daarna beesch Ik de zeilen, gleed langzaam de oor logsschepen en een groote. binnenkomende •toomboot langs en bereikte het breede en stille Water van de Theems. Ik had geen haast en nu fle mist opgetrokken was, werd het een prach- bge nacht om kalm met het getU de rivier op Op de vloot kreeg ik een plaats door pre ferentie. Als „bjédnjak” heeft men n.1. dit voorrecht Ofschoon Ik nooit gevraagd heb als matroos op de roode vloot te worden aangenomen, heeft men mij er heel een voudig naar toegestuurd. Eerst moest ik naar Leningrad Petrograd) en vandaar zond men mu naar Kronstadt vesting en haven bjj de monding der Newa Red.), waar men ons in een kazerne opsloot. Daar leerde men ons de namen onzer ,Jei- dera" uit het hoofd leeren: „Lenin, Stalln, Kaganowitsj, WorosjilofVervolgena moesten wij leeren hoe de verschillende deelen van een schip heeten en daarna werd ik op de „Marat” geplaatst. Op de „Marat” hoorden wU, dat het een oud schip was, maar dat de bolsjewieken het op geknapt hadden. De discipline was er zeer Mreng en leder bevel moest onmld- dellljk worden uitgevoerd. De „Komman- dleri” officieren) verlangden dat men hen militair salueerde zoowel aan boord als aan wal, doch alleen diegenen die op hetzelfde schip dienden. Tusschen de „Kommandieren’’ bevinden zich heel vele die niet vai^ Russische afkomst zijn. Aan wal mochten wij alleen in Kron stadt gaan. Men organiseerde er voor de matrozen niet de minste afleiding. In Leningrad hebben de matrozen zelfs gedurende de eerste tien maanden van hun dienst, niet het recht aan wal te gaan, daarna zeer zelden, maar dan alleen te zamen in colonnes, en slechts naar de zeemansclub. Gedurende het eerste dienst jaar kreeg ik 8 roebels per maand, het tweede 12 en het derdp jaar 15, doch daar men niets voor dit geld kon koopen om dat er geen waren zijn,' heeft men er eigen- lijk niets aan. Zelfs clgaretten zijn noch in Kronstadt, noch in Leningrad te koop en wij rookten dus geregeld uitsluitend Ma- chorka Inheemsche grove „soort” van tabak Red.) In krantenpapier gerold. Het eten op de schepen is niet slecht Overdag vischsoep en gort, 's avonds thee en brood en 1 '/2 Kilogram suiker per man per maand. Doch alle matrozen waren al tijd opgewonden als zij brieven van huis ontvingen waarin alle bloedverwanten zonder onderscheid steeds over nijpenden hongersnood klaagden. En een lelie haat voortspruitende uit afgunst tegenover de ..Kommandieren”, wier gezinnen aan den wal geen nood kenden, laaide voortdurend in allen op. Vóór het vertrek naar Gdynia werden slechts de allerbesten eh allerzekersten van boord gelaten. Ons werd ingeprent dat een ieder onzer, zoo de Polen met ons zouden spreken, slechts antwoorden moesten dat t in de Sovjet-Unie <taeel goed leven was, dat er heelemaal geen hongersnood heerschte, alle Kolchozen bloeiden en er graan en brood in overvloed was. Voor wij in Gdynia aan land gingen, werd alle Sovjet-geld dat w|j in onze zakken hadden, van ons afgeonmen, een ieder onzer ontving daar entegen 9 Paolsche Zlotten, die wij ver teren mochten. Onze „Kommandieren” kochtqn daaren tegen in Gdynia van alles, vooral dames schoenen voor hunne vrouwen; wij echter hadden daartoe geen geld genoeg, maar hadden het ongekende geluk voor het eerst van ons leven worst te kunnen eten. Had men ons vóór het vertrek nog in geprent, dat de arbeiders in de kapitalis tische landen door de bourgois geslagen en geëxploiteerd werdgn, tóen wij de blakeren de gezichten der welvarende bevolking za gen, zoowel als de magazijnen vol vleesch en eetwaren aanschouwden, was ’t op eenmaal met ons geloof in deze Sovjet- verhalen uit. Ik persoonlijk besloot vast en krachtig in Gdynia te blijven, sprak dus met niemand over mijn besluit, maar ging den eersten den besten winkel binnen en vroeg aan de winkeljuffrouw, die eerst erg verschikt opkeek, of zij mij niet verstoppen wilde. Het geluk was mij gunstig, daar haar JOYCE." .Antwoord, mijnheer?” vroeg de jongen, toen hU zag, dat Ik met bet lezen gereed was. ^Ja, Charles," zei fk. JEr is een antwoord, maar ik vrees dat Ik dat niet over de post kan zenden. Mai^- wacht toch maar even,” voegde ik er aan toe. toen hU zUn pet weer wilde opzetten, ,4e kunt een telegram voor mij ver zenden. Hét zal maar even duren om het te schrUven." Ik ging een bericht Voot temand, die In zoo’n warnet van ge varen verstrikt was als ik, bracht ik een ver wonderlijk kalmen dag door. Geen mensch kwam in zicht en behalve het lezen van de Daily Mali en een tUd van ingespannen na denken, verheugde ik mU in een absoluut niets doen. Na de vermoeienis en de opwin ding van den vorigen dag was deze rust Juist wat Ik noodlg had. Het gaf mjj tUd om. na Latimer's verbijsterende mededeeling, mi) ge heel in mijn toestand in te denken, en ik ge loof, dat Ik daar vrU goed in slaagde. De jol terugroeiend naar de .Betty” voegde ik er aan toe: .Maar Ik ben blU. dat je zoo vroeg terug bent vanochtend. Zoodra wU ontbeten hebben moet Je naar Tilbury om een brief voor mU te posten. Je kunt dan nieuwsblad voor mU mee terugbrengen." „Van nieuws gesproken, münhecr.” merkte Gow op met plotselinge belangstelling. „Hebt u gehoord, dat ze den achterkant van Canvey- efland in de lucht hebben laten vliegen gister morgen?" „In de lucht hebben laten vliegen?” her haalde Ik, terwUl „Wie kan dat gei „Niemand schU> naar binnen en schreef haastig aan Latimer, dat Ik McMtytile geschreven had, maar dat er overigens niets was voorgevallen. Ik stelde dit in net eenvou dige cUferschrlft. dat wjj waren overeenge komen, en gaf het den jongen met vUf shil ling. „Je kunt houden, wat er te veel is," «el Ik. ,en daar vuurwerk voor koopen. Ik heb het nog te druk gehad om het zelf te maken.” HU mompelde iets van dank en vertrok, terwUl fk mUn aanval op het brood en de sardines begon. Hierdoor gesterkt besteedde ik de rest van den ochtend om de werkplaats op te ruimen. Ik leefde onder zulke onzekere omstandig- f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 11