PER' VLIEGMACHINE DE WERELD ROND I H w^Aaal iron den dag - - - 1 ’N GENOT Een „ontsnapte” over Sovjet-Rusland NEIl LYNDON ONTSNAPT I f 1 VRIJHEID EN GELIJK. HEID" 'jLir DONDERDAG 6 DECEMBER 1934 Engeland eert Delius ist EN sn- Liefde is duurder dan politiek Mimatuur-onderzeeër )R1 >rug R FLESCH Fl. 2.80 S 10.000 aardbevingen per jaar DOOR VICTOR BRIDGES Alleabonné’s ongevallen verzekerd Oorsprong van het tennisspel Openhartig verhaal van een in Rutland ter-dood-veroor- deelden, maar than» in Polen levenden matroos De waarheid komt altijd aan het licht AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL \Op zoek v..?!1 naar werk 1 n frêaxL/ lit MARTIN BERDEN I* nu In Het was een plechtig oogenblik. toen de tafel- te een ■1- 9 rd op kken den we op het stadhuis door de notabelen der stad ontvangen. lebrug het- msche te één irloven. En Ik kon het zeker niet. „1 was, adresseerde Ik den brief Hotel Russell, legde mü in een van de Inmiddels hadden we verzocht om ons van wat betere kleeren te mogen voorzien, waaraan dadelijk gevolg werd gegeven. Het bleek, dat onze komst In de stad niet onopgemerkt was gebleven, want toen we ons naar buiten bega ven, werden wij door een ontzaglijke menigte In de straten toegejuicht. Toen we ons eindelijk wat toonbaar hadden gemaakt, bracht de bur gemeester ons een bezoek, waarbij hü het een groote eer voor de stad noemde, dat wij er een bezoek hadden willen brengen, 's Middags wer- gen zullen 's Avonds werd ons door het bestuur der stad een groote feestmaaltijd aangeboden. Ik kreeg als tafeldame Amy Dickenson naast mij zitten. Het was een onvergetelijke avond. Er werd druk gespeecht en de stemming steeg iedere minuut. De belangstel aan den dag li en r het leren cha- eb- lit- 2 over I. De n O. in te rond. hen 3ool- wor- erket. d. egen. aan lellng te in t ge- her- nden, Ca - imid- voor Werk- ig vas n van sm is. is tem- n den Buiten rwulft wordt ven oen ien ?el- ver- i Over- eruch- /erslag n kan e bur- n zijn nemen die bij- ga- dat en- ch. ver- lont- re- be- ■oed- mi- ciale ge- aar- om Re- i de inde mde ■ven, imlg king moge toch aan het licht. on- den >ver 1 Am- iroken e ter- eidlng ■er de 0.000), i het Duwen shuis- deze ver lies is vraag gere- nor it, tigele- .ndeld ngs X naken Jwiel- Jegst- werken, welke Delius schreef, zijn te vermel den: Parijs, the song of a great City, Life's dance, Brigg Fair. In a summer garden. Summernight on the river. On Hearing the first Cuckoo In spring, A Song before sunrise en The North Country Sketches. fémand, die, lp zoo’n warnet van ge- als ik, dag JOYCE." „Antwoord, mijnheer?vroeg de Jongen, toen hij zag, dat ik met het lezen gereed was. „Ja. Charles.'' zei ik. ,,Er is een antwoord, maar ik vrees dat ik dat niet over de post kan zenden. Maiy wacht toch maar even," voegde ik er aan toe, toen hü zijn pet weer wilde opcetten. „Je kunt een telegram voor mij ver zenden. Het zal maar even duren om het te schrijven.'' ging bericht Gerard zoekt naar werk Dagen en weken zoekt hij, ingespannen en hoopvol. In zijn Jonge hart bloeit de vreugde eener mannelijke, sterke liefde. Daar staat het ver langen om een meisje gelukkig te maken, liter, door den arbeid zijner handen. Hij denkt aan Elise en de liefde' voor haar wordt langzaam overschaduwd door de smart der ontgoocheling. Toch zoekt Gerard naar werk. Nog steeds zoekt hij, met een hart vol stil verdriet.... Nu de groote dag voorbij is Van het populaire feest. Dat niet enkel door traditie Ons zoo welkom is geweest, Kunnen wij balans opmaken, Daar het weidsche resultaat Niet de beurs slechts, maar nog beter Ook de oogen niet ontgaat! ’s Morgens loopt u langs de huizen En het eerste dat u ziet Is voorwaar geen keur-collectie Met een prachtig coloriet, Maar u ziet de vuilnisemmers Met een toegift toegedekt, De verkoóping van een interessante brieven collectie. die dezer dagen In Parijs plaats vond, geeft een karakteristiek beeld van de belang stelling van het publiek voor deze documenten. Het hoogste bod werd gedaan voor eea liefdes brief van Napoleon aan Josephine, uit Castig lione, voordat zij zijn gemalin werd. Het bod bedroeg 46.000 Fr. Twee brieven van Maar schalk Berthier over de slag bij Austerlitz, die dus van veel grooter belang zijn, vonden nau welijks een kooper voor 4000 Fr. De brieven van Napoleon aan zijn belde vrouwen zijn naar Amerika verkocht. De Fransche Regeerlng, die aan de verkooplng deelnam, kocht brieven van groot historisch belang voor een naar verhou ding matigen prijs. „Elise,’’ zoo heeft dit jonge meisje zich schuchter genoemd, toen Gerard bij 't afscheid haar naam vroeg. Zij spraken met elkander af voor den volgenden avond. president opstond en de aanwezigen mededeelde, dat hij zooeven een telegram had ontvangen van den president der Vereenlgde Staten, waar in deze ons verzocht om op onzen tocht naar het Zuiden een bezoek te brengen aan Was hington. waar de president persoonlijk met ons wilde kennismaken. Deze mededeeling werd met daverend gejuich begroet en de burgemees ter feliciteerde ons met de groote eer, om door den president op het Witte Huls te worden ont vangen. In wetenschappelijke statistieken heeft men kunnen vaststellen, dat er geen uur voorbij gaat, zonder dat er ergens op de wereld een aardbeving plaats gevonden heeft. De seismo grafen rvgistreeren ongeveer 10.000 aardschuo- dingen per jaar. Begrijpelijk ts het, dat deze aardschuddlngen niet alle even belangrijk zijn en men is van meening, dat er tientallen kleine bevingen In de aarde bestaan, welke door oe seismograaf niet eens kunnen worden gere gistreerd, wegens hun onbeduidendheid. hoe nauwkeurig de moderne wetenschappelijke waamemings-toestellen ook mogen zijn. Toch zijn er van de 10.000 aardbevingen jaarlijks nog ruim een honderdtal, welke gevaarlijk zijn en vaak met droevige gevolgen plaats vinden. „Morgen, mijnheer! Ik hoop, dat 11 goed ■daan heb, mijnheer, aan wal te blijven. De geen haast hoefde te Waarnaar menig poezel handje Zich, nog kort, had uitgestrekt! En de nuttige geschenken, Zonder keur van eigen smaak, Steken nu met heel wat menschen Zeer gemoedelijk den draak! Want de das, die moet je dragen, Want die kreeg je van den Sint, Ook al schreeuwt de kleur bijvoorbeeld Als een afgeranseld kind! De sigaren moet je rooken. Ook al zijn ze je te zwaar En je neemt de kwaliteit ook Als een offertje aanhaar! Ieder heeft iets nieuws ontvangen, Want een ieder kreeg zijn deel. 'k Zag een ouden heer gehandschoend, Maar met hard kanarie-geA,. En de kinderen zien bleekjes, Want zij sukkelen vandaag Met opstandige beginsels Van een overladen maag! Een ingenieur te Chicago heeft onlangs op het Mlchlgan-Meer een demonstratie gegeven met zijn mlniatuur-onderzeebootje. Dit bootje is zoo groot als een haai van respectabele af meting en heeft ook den vorm van dezen visch. De staart dient als roer en de uitvinder, die, vanwege de kleine ruimte In de boot, geen twee personen kan herbergen, moet door de opening aan den kop in zijn „onderzeeër" kruipen. De boot kan niet diep duiken, slechts vijf meter onder den waterspiegel, doch vaart betrekke lijk snel. brfef las en hjj in gedachten op zijn hoofd krabde met de klep van zijn pet. Het korte briefje was karakteristiek voor Joyce. welke men in Ehgeland voor den componist Delius, die in Juni JX is overleden, neemt toe. Te Londen werd onlangs opgericht de Dellus-Ver- eeniging, welke reeds spoedig een ledenaantal van 300 wist te verwerven. Deze vereenlging steelt zich ten doel het uitgeven van een ge- regelende gramofoonplaten-album, op welks platen uitsluitend werken van Dellus zijn op genomen. De prijs dezer uitgave is bijzonder laag gesteld, maar de vereenlging zal het leden tal tot 750 moeten trachten op te voeren, wil men met een dergeljjke goedkoope uitgave door kunnen blijven gaan. Het te Londen gevestigde secretariaat der Delius-vereenlging mocht zelfs vele aanvragen tot toetreding der club ontvangen van in En geland wonende buitenlanders, w. o. 30 Zuid- Afrikaners, een bewijs, dat Dellus’ werken door alle nationaliteiten wordt gekend en geëerd. Frederick Delius schreef een groot aantel muziekwerken, welke alle getuigen van een groote muzikale zelfstandigheid. Ondanks het feit, dat de componist door zijn buitenlandsche reizen in contact kwam met talrijke persoon lijkheden op muzikaal gebied, heeft hij nimmer onder hun invloed willen staan. Hij trachtte niemand na te bootsen. Van de voornaamste hoe de ge- toi „Mijn beste Neil, Morgenmiddag kom ik je opzoeken. Ik heb je verschillende dingen te vertellen, maar de hoofdzaak is toch, geloof ik wel, dat ik hard naar je verlang. Dag! on dit blad zlln ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bU levenslange geheele ongeschiktheid tet werken door 7C/Ï b,J "en orUt®T*1 met f bU verlies van een hand 1 QC 31J verlies van een f Cfl bU een breuk van Af} bjj verlies van D Tg-vaJlen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen T verlies van belde armenToelde beenen of belde oogen f r Odoodelijken afloop I een voet of een oog/14v, duim of wijsvinger J vl/e been of um! TVt anderen vinger (Nadruk verboden) ShiiiiiiiiiiiiiiiiuiiimiiiiiR 57. Toen ik onder het slaperige oog van den verdrietig ultzlenden nachtwacht afscheid van hen had genomen, keerde ik naar de Betty” terug en begon de boot los te maken. Daarna heesch Ik de zeilen, gleed langzaam de oor logsschepen en een groote. binnenkomende stoomboot langs en bereikte het breede en stille water van de Theems. Ik had geen haast en nu de mist opgetrokken was. werd het een prach tige nacht om kalm met het getij de rivier op te zeilen. De dag brak aan, toen ik mijn oude anker plaats m de kreek weer bereikte. Ondanks den langen en «enigszins Inspannenden dag, voelde ik mij niet erg vermoefd. Ik borg dus de zeilen en zette mij fn de kajuit, om den brief aan Mc Murtrie te schrijven. Ik begon met de mededeeling. dat Ik enkele dagen eerder met mijn uitvinding was geslaagd dan ik verwacht had en gaf hem een korte dramatische beschrijving van het succes van de eerste proefneming. Ik vrees, dat ik de bijzonderheden niet geheel naar waarheid he., vermeld, maar de geheele waarheid te zeggen T armen en geeuwde, verveeld. Het was niet direct een onderhoudenden roman te noemen, waarmee hij zich dien dag onledig had gehouden, doch een langdradig, spanning - loos verhaal. Als-'men evenwel werkloos Is zoo- als hij en als leegloopend kantoorbediende niet langs de straat slenteren wil, dan leest men Alles, tot kleuterblaadjes toe. HIJ stond op. liep een paar maal fluitend door de kamer en ging eindelijk doelloos naar buiten staan staren. De avondzon scheen nog op de dakenzee der stad en verlichtte hier en daar een hoog uitstekenden gevel. In de drukke straat geneden hem liepen men schep af en aan; in het gewirwar klonk nu en dan een schel auto-signaal. Gerard voelde opeens de neiging in zich op komen. mee te loopen in dat wentelende gedoe, zich te bevinden tusschen lachende en pratende menschen, ten einde verstrooiing te zoeken voor de grauwe en loome verveling, die hem drukte. Dus trok hij de kamerdeur toe en be gaf zich op straat. De warmte van den feilen zomerdag, die in den avond hangen bieef. kwam hem tegen. Het geroezemoes van gesprekken en het ronken van Het bleek ons thans, dat we geland waren te Winnipeg. Spoedig zaten we voor den hoofd commissaris. die ons in het begin een beetje wantrouwend aankeek. We zagen er dan ook tamelijk haveloos uit. Toen de man echter hoorde wie we waren, en nadat hij al onze avonturen had vernomen, werd hij hoe langer hoe vriéndelijker en op het laatst werd hj) zelfs eerbiedig. Onmlddellijk telefoneerde hij den ourgemeester, die hem antwoordde, dat hij da delijk zou komen om ons te begroeten. auto's gleed aan zijn ooren voorbij. Hjj hoorde het, als vanuit de verte; als het verre bruisen der zee. Soms keek hij naar een etalage; kleuren en glanzen troffen hem. zonder te weten wit hij zag. Als hij stilstond voor een boekwinkel, las hij werktuiglijk eenlge titels, doch was ze aan stonds weer vergeten. Hij was éven besluiteloos In zijn voornemen, welke straat hij in zou slaan. Toen hij evenwel4 de lichten van eene bioscoop zag aangaan, begaf hij zich daar heen. Een slank meisje liep voor hem. Zij had een witte Jurk aan en haar zwart krulhaar viel tot op haar mool-gevormde schouders. Zij was al leen en ging langzaam verder. Daar zat Iets in de houding vjui dat Jonge figuurtje, dat Jeugdige resoluutheid uitdrukte; haar kalme gang deed denken aan reine waar digheid en beminnelijke zelfstandigheid. Gerard vroeg zich af: „Welke oogen heeft dit meisje?” Llcht-blauw als die van een kind, of donker en hartstochtelijk of ,'thep-bruln en onzegbaar- melancholiek? Deze oogen, de oogen van dit waardige, fiere meisje wilde hu zien en de bekoring daarvan ondergaan. Hij was onmerkbaar vlugger gaan loopen, om haar in X voorbijgaan in de oogen te kunnen zien. Toen zij stilstond voor de foto-kasten van de bioscoop.’stond ook Gerard stil en bekeek, evenals zij, de fragmenten en situaties van de film. Doch ondertusschen maakte hij van de gele genheid gebruik haar gezicht van ter zijde op te nefnen. Zij had een rond voorhoofd, een lief, klein neusje, en een kinderlijken mond met de lippen heel even van elkander, als tot een vraag gevormd. Haar oogen dwaalden van de eene plaat naar de andere; soms keken zij ingespannen, dan weer glimlachend. Plotseling wendde zij haar hoofd om en zagen haar oogen recht in die van Gerard. ZU waren groot en donker, kinderlijk-naief en oprecht. Oogen, waarachter een argeloos, rein meisjes hart geborgen lag. ZU bleven een oogenblik op die van Gerard gericht, één ondeelbaar mo ment, waarin geluidlooze woorden gesproken werden en waarin twee jeugdige harten elkan der ontmoeten in plotselinge vreugde. Toen glimlachte het meisje en kleurde. Zij kleurde nög heviger toen Gerard vroeg haar te mogen vergezellen. Ze wist hierop geen ant woord te zeggen. Terwijl Gerard naast haar loopen bleef, luis terde zj) verlegen naar zijn vriendelijke woor den waarin voor haar een klank van innemen de goedheid lag.... erard sloeg zijn leesboek dicht, rekte zijn „Om acht uur in X wandelpark?” vroeg Oe- rard. Zij knikte en lachte. Nu valt het gouden licht der avondzon op de stammen der boomen en blinkt in den vijver. Witte zwanen drijven daar langzaam en geluid- loos rond. Gerard kijkt daarnaar en voelt den vrede van den avond, die er uit spreekt. Onder het hooge groen der kruinen, in een lange, sche merige laan ziet hjj plots htar komen. Hjj ziet haar witte jurk en haar zwart krulhaar; hij ziet weldra haar oprechte klnderoogen in de zifne gericht. Gerard drukte Elise de hand. .Dag zegt hjj. .Dig... aaszelt en kijkt hem heel even 1 aan. zóó dwaas naar haar te kijken, als fernand, die plotseling het gebruik van zijn ledematen heeft verloren. Wat tot mijzelf gekomen wendde ik' mij van het venster af en ging naar <}e deur. .Wordt vervolgd. Het woord „Tennis" heeft zich bij ons zoo ingeburgerd, dat we. er nauwelijks meer aan denken, dat het woord van vreemden - Oor sprong is. Maar „Tennis” is niet de oorspron kelijke naam van het spel. De uitvinder ervan, de Engelschman Majoor Wingfield, noemde het „Sphatristlke". Het dient te worden opgemerkt, dat men een soort tafeltennis reed-s eerder speelde. Omdat het woord echter moellUk uit te sjireken was. en het spel al gauw veel aan hangers had, bedacht men een makkelijker naamtennis. De eerste spelregels zijn in den loop der /aren weinig veranderd. Het eer ste tennisveld werd in Engeland aangelegd, een tennisclub werd opgericht in het Jaar 1883. man Russisch verstond en mij niet alleen hielp, maar selfs daarna mijne aanwezig heid in Polen hielp legaliseeren en mij ten slotte nog aam een plaats op eene fabriek heeft weten te helpen”. Volgens eene in Polen geldende wet, moest deze roode matroos Woronkof, vóór dat zijne aanwezlglyid in Polen kon wor den gelegaliseerd als deserteur der Sovjet- vloot, In tegenwoordigheid van den Sovjet- milltairen attaché in Warschau en 'n verte genwoordiger der Poolsche regeerlng on dervraagd worden, waarom hij van de Marat” was gedeserteerd. Aan het open hartig verhaal van dezen thans in Moskou ter dood veroordeelden maar „gelukkig” he den ten dage in Polen levenden Sovjetarbei- der en Sovjetmatroos is het hier medege deelde ontleend. Commentaar is overbodig en het oud*, spreekwoord dat leert: dat de waarheid al tijd aan het licht komt, hoe fijn de leugen ook gesponnen mag zijn, blijkt voor de zooveelste maal ook ditmaal inderdaad weer op honderden van jaren levenserva ring te berusten en ten volle te vertrou wen te zijn. z- miiiuHiiiiiiiiiiiiiiniiBALANS MNMMMMMMM Is een weelde, die maar weinig menschen zich kunnen vercfcrk Toen ik gereed naar - kooien en was weldra fn een welverdiende slaap. Ik weet niet of moeder Natuur of Gow mij ontwaken deed. In teder geval werd Ik wakker met den duidelijken Indruk, dat fernand de boot aanriep; ik stak dus mijn hoofd naar bulten en zag op den oever onzen trouwen waker. Hu groette mij met een eenfgszins veront schuldigend gebaar, toen ik de jol afzette cm hem op te halen. „Morgen, geUaun iieu, iLMjzzzztv-» jongedame zei, dat ik maken.” „De Jongedame had daar gelijk in," zef Ik. „We hadden je niet noodig.” Dit woord slaat een warme blijheid in ham los. O, hU zou dit meisje willen danken voor de hartelijkheid, die zU hem betoont, voor de oogenbllkken van geluk, die haar bijzijn in zijn leven brengt. Dit leven, dat anders zoo leeg en kleurloos is, zonder hoop en uitzicht. Hij drukt aarzelend haar blanke hand en houdt die vast. Zij laat hem begaan en kleurt onder deze tee- derheid. Zoo loopen zij zwijgend en gelukkig verder. De stilte in het park wordt diep en luiste rend; iets verlatens komt rond deze twee men schen, nu de schemer vallen gaat. ZU staan stU. Hun handen hebben zich in elkander gelegd en hun oogen drukken vertrou wen en innige aanhankelijkheid uit. ..Kom je morgenavond, Elise," vraagt Gerard. ZU denkt na. Dan zegt ze: .Dat zal moeilijk gaan; ik moet-overwerken. Gerard” „O. ben je op kantoor?” „Nee. In een modemaga^Un. X X drukst van het seizoen.” ,Ja, dat kaa." ZU staan zwijgend bU elkaar. Het weg-ache- merend perk ligt zonder gerucht. Elise kukt Gerard aan. ZU aarzelt met haar vraag, maar als Gerard zegt: „Wat wil Je zeggen Elise?" dan vraagt zij: „Wat doe JU overdag Gerard?” Deze vraag Is als een harde teleurstelling; hU kleurt en wendt zUn oogen af. „Ik ben werkloos Elise.” zegt hU eindelijk. „Maar dat zal gauw veranderen. Ik zoek naar werk.” ,Ja? Gelukkig maar!” ZU drukken elkaar de hand en nemen af scheid. hU. „Het moet heel vroeg gebeurd zijn, zeg- ze. Volgens rrUjn gedachten, mijnheer, die vervloekte Russen, dfe mijn boot hebben laten zinken, er wel meer van weten.” ,Dat zou me niet verbazen," zei fk. ,Ze schUnen een paar booze bliksems te zün.” Gow zei met nadruk: „Dat zUn ze. mUnheer. dat zUn ze zeker. Het wordt tUd, dat iemand op een keer, als zU er niet zijn, dat huls van hen eens gaat bekUken.” Ik vond het niet noodig, hem te vertellen, hoe aan dat verlangen reeds den vorigen avond bUna was voldaan, maar ik was er zeer door verlicht, dat tot nog toe niemand eenig ver moeden had, wie werkelUk voor de verwoesting in de kreek verantwoordelUk was. Afgezlen nog van al den last, die een arrestatie wegens het opblazen van een brok,modder <n een uithoek van de Theems met zich zou meebrengen, zou het een droevig einde van de loopbaan van een ontsnapt moordenaar zUn geweest. Zoodra Gow het ontbüt had gereed gemaakt, ging hij naar Tilbury op weg met mUn brief voor McMurtrie. Na enkele uren kwam hll terug met een exemplaar van de Daily Mail en de boodschap, dat er geen brieven voor mU aan het postkantoor waren. Ik liet hem op ,,de Betty”, met bevel de boot niet te verlaten, tot hU door Tommy. Joyce of mU zou worden afgelost en begaf mU langs den gewonen weg naar de hut. Het was nog geen dertig uur geleden, dat Ik dfe ver laten had. maar er was in dien tUd zooveel ge beurd, dat het wel drie weken leek. Voor 1 varen verstrikt was als ik, bracht Ik een ver- wonderUjk kalmen dag door. Geen mensch kwam in zicht en behalve het lezen van de Daily Mail en een tüd van Ingespannen na denken. verheugde Ik mU in een absoluut niets doen. Na de vermoeienis en de opwin ding van den vorigen dag was deze rust Juist wat Ik noodig had. Het gaf mU tüd om. na Latimer's verbijsterende mededeeling, mU ge heel in mün toestand in te denken, en ik ge loof, dat fk daar vrü goed In slaagde. Of schoon de mogelükheld om mUn onkthuld te bewüzen nog veraf scheen had Ik ten slotte een gedeelte van de geheimzinnigheid van Mc Murtrie en zün vrienden tot oplossing ge bracht en het werd mü steeds duldelüker, dat de belde problemen nauw verbonden waren. In ieder geval, fk ging in een optimistische stemming en met het opwekkende gevoel, dat fk een aangenamen dag in zicht had, naar beh. Die dag begon reeds op de meest belovende wijze. Ik ontwaakte om acht uur en was bezig mü een licht ontbüt gereed te maken met een blikje sardines en een stukje ongeloofelük droog brood toen ik door het kleine raam, dat op den weg naar Tilbury uitzag, mün jongen vriend van het postkantoor door het veld heen zag naderen. Ik opende de deur en hü kwam met een eerbiedigen grijns van herkenning op mü toe. „Brief voor u, mUnheer," zei hü. „Vanochtend aangekomen. mUnheer." Hü overhandigde mü een enveloppe in Joyce's schrift en bleef bü mü staan terwijl Ik den Elise,” i heel even t Zün oogen staan vriendelijk en vragend. „Dag, Gerard,” zegt ze dan zachtjes. Óp de vloot kreeg Ik een plaats door pre ferentie. Als „bjèdnjak” heeft men n.L dit voorrecht. Ofschoon ik nooit gevraagd heb als matroos op de roode vloot te worden aangenomen, heeft men mij er heel een voudig nkar toegestuurd. Eerst moest ik naar Leningrad Petrograd) en vandaar zond men mij naar Kronstadt vesting en haven bü de monding der Newa Red.), waar men ons in een kazerne opsloot. Daar leerde men ons de namen onzer „lei ders” uit het hoofd leeren: „Lenin, Stalin, Kaganowitsj, WorosjilofVervolgens moesten wij leeren hoe de verschillende deelen van een schip heeten en daarna werd ik op de „Marat” geplaatst. Op de .Marat” hoorden wü, dat h# een oud schip was, maar dat de bolsjewieken het opgeknapt hadden. De discipline was er zeer streng en ieder bevel moest onmid dellijk worden uitgevoerd. De „Komman- dier!” officieren) verlangden dat men hen militair salueerde zoowel aan boord als aan wal, doch alleen diegenen die op hetzelfde schip dienden. Tusschen de „Kommandieren” bevinden zich heel vele die niet van Russische afkomst zijn. Aan wal mochten wij alleen in Kron stadt gaan. Men organiseerde er voor de matrozen niet de minste afleiding. In Leningrad hebben de matrozen zelfs gedurende de eerste tien maanden van hun dienst, niet het recht aan wal te gaan, daarna zeer zelden, maar dan alleen te zamen in colonnes, en slechts naar de zeemansclub. Gedurende het eerste dienst jaar kreeg ik 8 roebels per maand, het tweede 12 en het derde Jaar 15, doch daar men niets voor dit geld kon koopen om dat er geen waren zün. heeft men er eigen- lük niets aan. Zelfs cigaretten zün noch in Kronstadt, noch in Leningrad 4e koop en wü rookten dus geregeld uitsluitend Ma- chorka inheemsche grove „soort” van tabak» Red.) in krantenpapier gerold. Het eten op de schepen is niet slecht Overdag vischsoep en gort, 's avonds thee en brood én i'/2 Kilogram suiker i>er man per maand. Doch alle matrozen waren al- tijd opgewonden als zü brieven van huis ontvingen waarin alle bloedverwanten zonder onderscheid steeds over nüpenden hongersnood klaagden. En een felle haat voortspruitende uit afgunst tegenover de „Kommandieren", wier gezinnen aan den wal geen nood kenden, laaide voortdurend in allen op. Vóór het vertrek naar Gdynia werden slechts de allerbesten en allerzekersten van boord gelaten. Ons werd Ingeprent dat een ieder onzer, zoo de Polen met ons zouden spreken, slechts antwoorden moesten dat 't in de Sovjet-Unie heel goed leven was, dat er heelemaal geen hongersnood heerschte. alle Kolchozen bloeiden en er graan en brood in overvloed was. Voor wü in Gdynia aan land gingen, werd alle Sovjet-geld, dat wü in onze zakken hadden, van ons afgeonmen, een ieder onzer ontving daar entegen 9 Paolsche Zlotten, die wü ver teren mochten. 1 Onze „Kommandieren” kochten daaren tegen in Gdynia van alles, vooral dames schoenen voor hunne vrouwen; wü echter hadden daartoe geen geld genoeg, maar hadden het ongekende geluk voor het eerst van ons leven worst te kunnen eten. Had men ons vóór het vertrek nog. in geprent, dat de arbeiders in de kapitalis tische landen door de bourgols geslagen en geëxploiteerd werden, toen wü de blakeren de gezichten der welvarende bevolking za gen, zoowel als de magazünen vol vleesch en eetwaren aanschouwden, was 't op eenmaal met ons geloof in deze Sovjet- verhalen uit. Ik persoonlük besloot vast en krachtig in Gdynia te blüven, sprak dus met niemand over mün besluit, maar ging den eersten den besten winkel binnen en vroeg aan de winkeljuffrouw, die eerst erg verschikt opkeek, of zü mü niet verstoppen wilde. Het geluk was mi| gunstig, daar haar De Jol terugroeiend naar de Betty" ’voegde ik er aan toe: „Maar ik ben blü. dat Je zoo vroeg terug bent vanochtend. Zoodra wü ontbeten hebben moet je naar Tilbury om een brief voor mü te posten. Je kunt dan nieuwsblad voor mü mee terugbrengen.”* „Van nieuws gesproken. mUnheer," merkte Gow op met plotselinge belangstelling „Hebt u gehoord, dat ze den achterkant van Canvey- elland in de lucht hebben laten vliegen gister morgen?" „In de lucht hebben laten vliegen?" her haalde ik, terwUl wü langs het Jacht aanlegden. „Wie kan dat gedaan hebben?" „Niemand achUnt het te weten,” antwoordde Ik ging naar binnen en schreef haastig een bericht aan Latimer, dat ik McMurtrie geschreven had. maar dat er overigens niets was voorgevajlen. Ik stelde dit in net eenvou dige cüferschrift. dat wü waren overeenge komen, en gaf het den Jongen met vijf shil ling. ,Je kunt houden, wat er te veel ia,” zei ik. „en daar vuurwerk voor koopen. Ik heb het nog te druk gehad om het zelf te maken.” Hü mompelde iets van dank en vertrok, terwül fk mün aanval op het brood en de sardines begon. Hierdoor gesterkt besteedde ik de rest van den ochtend om de werkplaats op te ruimen. Ik leefde onder zulke onzekere omstandig heden, dat het het beste was. alle mogelüke sporen van mün werk te verwUderen en tegen den middag zag mün „laboratorum" er büna even keurig uit als toen ik er voor het eerst kwam. Ik tracteerde müzelf op een sigaar en begon naar Joyce uit te zien. ZU had in haar brief geen tüd opgegeven, maar ik wist, dat er vroeg In den middag enkele treinen aankwa men en herinnerde mü. dat ik naar had ge vraagd onmlddellük naar de hut te komen. Tegen twee uur zag ik plotseling een auto, waarin alleen de bestuurder zat. in snelle vaart den weg van Tilbury afkomen. De wagen stopte bü de kleine aanplanting, recht tegenover de hut en een oogenb|lk later kwam een meisje tusschen de boomen te voorschün; ze liep door het veld recht op de hut af. Ik was eenigszlns verrast, want Ik wist niet, dat Joyce ook chauffeeren onder haar be kwaamheden telde en zü had mü nooit verteld, dat er kans bestond, dat zü met een auto komen zou. Maar het volgend oogenblik drong de waarheid met ploteelingen schrik tot mü door. Het was Joyce niet, bet was Sonja. Ik weet niet, waarom, deze ontdekking mü zoo’n schok gaf, want Ik had haar komst al; lang kunnen verwachten. Maar een schok het mU stellig. En enkele seconden stond oe goed Kommunlstische propagan- da omtrent het „arbeidersparadüs in de Sovjet-Unie” ook georganiseerd zün, de waarheid komt natuurlijk Een ieder onbevooroordeelde weet, dat. zoo morgen de zoo zorgvuldig bewaakte open werden gezet,, min- stené der „gelukkigste proletariërs op tardë graag naar de „verrotte kapitalis tische bourgeols-landen” zouden vluchten. Alleen de 2'/2 mlllloen daar zoo goed gevoe- de en gehuisveste Kommunisten zün de eenlgste der 165 millioen ondervoede inwo ners der Sovjet-Unie, die in hunne „klas- senlooze” maatschappü een bevoorrechte plaats innemen. Natuurlük»nemen ook Sov- jet-polltie (daar militie genoemd), het roo de leger en de roode vloot, als steunpila ren dezer Kommunlstische dictatuur, geen bevoorrechte plaats tusschen deze „voor beeldige” broederschap van „vrüheid en ge- Oükheid” in. Dat niettegenstaande de Btrengst-mogeUjke controle van man schappen en officieren en ongelet „de hoogste straf der socialistische zelfverdedi ging” de doodstraf door den kogel) tóch vaak genoeg deserteeringen voorkomen uit de aan de grenzen der Sovjet-Unie lig gende roode legerafdeelingen, is voor nie mand meer een geheim. Doch dat zelfs van de roode vlootschepen eenvoudige matro sen tüdens het feesteUjk bezoek aan Polen's nieuwe havenstad Gdynia in het begin wan September j.l. „het geluk” hadden te deserteeren, is toch wel zéér teekenend en het allerovertuigendste bewüs dat het ge lukkig socialistisch leven dezer zelfs bevoor- rechten in de Sovjet-Unie zeer in twüfel ge trokken mag worden. Reeds op 12 September jX meldde „Ha- was” uit Warschau dat bü het vertrek der in Gdynia zeer feesteUjk ontvangen Sovjet- vloot vijf matrozen, dus zeer eenvoudige proletariërs, niet op hunne schepen waren teruggekeerd en onvindbaar waren. Op 14 November j.l. berichtte men echter reeds uit Riga dat hun aantal niet 5, maar 15 groot was geweest, en dat reeds twee hunner in Moskou door het Sovjetkrügsge- recht bü verstek ter dood waren veroor deeld Een dezer Biet name in dit bericht genoemd heet „Sergé Wasllewltsz zoon van Wasili) Woronkof, roode matroos van het linieschip „Marat"!! Het Sovjetkrijgs- gerecht veroordeelde hem niet alleen „als verrader van zün vaderland ter dood ei bulten de wet staande, maar beval tevens alle züne bloedverwanten te arresteeren en eveneens door het Krügsgerecht te berech ten en alle eigendom te conflsqueeren”. I Deze zelfde matroos der roode vloot leeft echter thans „gelukkig” in Warschau er, aan zün verhaal dat wü thans uitvoerig in de Poolsche dagbladen vermeld vinden ontleenen wü het hier volgende, dat een juist beeld weergeeft van het leven en den gemoedstoestand zelfs dezer „proletarische geluksvogels” in het Sovjetparadüs. ,Jk werd in 1910 geboren en mün oudere waren eenvoudige boeren. Na de revolutie werd twee malen alles van ons afgenomen en de laatste maal moesten wü geweldadig in een kolchos collectief Kommunis- tlsch landbouwbedrijftreden. In den be ginne leden wü honger en ik moest er dus op uit gaan om werk in de Don- münen te zoeken, om aan den kost te kun nen komen. Daarvoor had ik als aanbeve ling slechts een getuigenis noodig dat ik de zoon van een bjèdnjak armen man) was. Ik verkreeg als zoodanig werk als münwerker en verdiende drie roebel pei dag, juist genoeg om van te leven en niet geheel en al genoeg om hiermede van hon ger te sterven! Het eten 4n de volksgaar keukens kost ongeveer twee roebel per dag Soep 40 Kopeken, een vleeschgerei l'/z roebel <1 roebel is a pari gelijk aan een gulden en 30 cents Hollandsch). Met müne familie verloor ik onmlddellük alle betrek kingen. Ik hoorde echter later dat Vader gelukkig^ün natuurUjken dood stierf, ter- wüi mün arme moeder en mün broer daar entegen in 1933 van honger omkwamen. Al het geld dat ik verdiende, ver-it ik, doch verzadigd ben ik toch nog nooit geweest. Ik leefde in een barak waar 't koud en erg smerig was. De arbeiders leven onder el kander vriendschappelük, doch daar er zeer veel onder hen zün die voor wat geld met de geheime politie in verbinding staan vertrouwde men elkander nimmer ten rolle. s rif"! s

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 7