PER' VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
I
H
w^Aaal iron den dag
- - - 1
’N GENOT
Een „ontsnapte” over Sovjet-Rusland
NEIl
LYNDON
ONTSNAPT
I
f
1
VRIJHEID EN GELIJK.
HEID"
'jLir
DONDERDAG 6 DECEMBER 1934
Engeland eert Delius
ist
EN
sn-
Liefde is duurder dan
politiek
Mimatuur-onderzeeër
)R1
>rug
R FLESCH Fl. 2.80
S
10.000 aardbevingen
per jaar
DOOR
VICTOR
BRIDGES
Alleabonné’s ongevallen verzekerd
Oorsprong van het
tennisspel
Openhartig verhaal van een in
Rutland ter-dood-veroor-
deelden, maar than» in
Polen levenden
matroos
De waarheid komt altijd
aan het licht
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
\Op zoek
v..?!1 naar werk
1
n frêaxL/ lit
MARTIN BERDEN
I* nu In
Het was een plechtig oogenblik. toen de tafel-
te
een
■1-
9
rd op
kken
den we op het stadhuis door de notabelen der
stad ontvangen.
lebrug
het-
msche
te
één
irloven. En Ik kon het zeker niet.
„1 was, adresseerde Ik den brief
Hotel Russell, legde mü in een van de
Inmiddels hadden we verzocht om ons van
wat betere kleeren te mogen voorzien, waaraan
dadelijk gevolg werd gegeven. Het bleek, dat
onze komst In de stad niet onopgemerkt was
gebleven, want toen we ons naar buiten bega
ven, werden wij door een ontzaglijke menigte
In de straten toegejuicht. Toen we ons eindelijk
wat toonbaar hadden gemaakt, bracht de bur
gemeester ons een bezoek, waarbij hü het een
groote eer voor de stad noemde, dat wij er een
bezoek hadden willen brengen, 's Middags wer-
gen
zullen
's Avonds werd ons door het bestuur der stad
een groote feestmaaltijd aangeboden. Ik kreeg
als tafeldame Amy Dickenson naast mij zitten.
Het was een onvergetelijke avond. Er werd druk
gespeecht en de stemming steeg iedere minuut.
De belangstel
aan den dag li
en
r het
leren
cha-
eb-
lit-
2
over
I. De
n O.
in te
rond.
hen
3ool-
wor-
erket.
d.
egen.
aan
lellng
te in
t ge-
her-
nden,
Ca -
imid-
voor
Werk-
ig vas
n van
sm is.
is tem-
n den
Buiten
rwulft
wordt
ven
oen
ien
?el-
ver-
i Over-
eruch-
/erslag
n kan
e bur-
n zijn
nemen
die
bij-
ga-
dat
en-
ch.
ver-
lont-
re-
be-
■oed-
mi-
ciale
ge-
aar-
om
Re-
i de
inde
mde
■ven,
imlg
king
moge
toch aan het licht.
on-
den
>ver
1 Am-
iroken
e ter-
eidlng
■er de
0.000),
i het
Duwen
shuis-
deze
ver
lies is
vraag
gere-
nor
it,
tigele-
.ndeld
ngs X
naken
Jwiel-
Jegst-
werken, welke Delius schreef, zijn te vermel
den: Parijs, the song of a great City, Life's
dance, Brigg Fair. In a summer garden.
Summernight on the river. On Hearing the
first Cuckoo In spring, A Song before sunrise
en The North Country Sketches.
fémand, die, lp zoo’n warnet van ge-
als ik,
dag
JOYCE."
„Antwoord, mijnheer?vroeg de Jongen, toen
hij zag, dat ik met het lezen gereed was.
„Ja. Charles.'' zei ik. ,,Er is een antwoord,
maar ik vrees dat ik dat niet over de post kan
zenden. Maiy wacht toch maar even," voegde
ik er aan toe, toen hü zijn pet weer wilde
opcetten. „Je kunt een telegram voor mij ver
zenden. Het zal maar even duren om het te
schrijven.''
ging
bericht
Gerard zoekt naar werk Dagen en weken
zoekt hij, ingespannen en hoopvol.
In zijn Jonge hart bloeit de vreugde eener
mannelijke, sterke liefde. Daar staat het ver
langen om een meisje gelukkig te maken, liter,
door den arbeid zijner handen.
Hij denkt aan Elise en de liefde' voor haar
wordt langzaam overschaduwd door de smart
der ontgoocheling.
Toch zoekt Gerard naar werk. Nog steeds
zoekt hij, met een hart vol stil verdriet....
Nu de groote dag voorbij is
Van het populaire feest.
Dat niet enkel door traditie
Ons zoo welkom is geweest,
Kunnen wij balans opmaken,
Daar het weidsche resultaat
Niet de beurs slechts, maar nog beter
Ook de oogen niet ontgaat!
’s Morgens loopt u langs de huizen
En het eerste dat u ziet
Is voorwaar geen keur-collectie
Met een prachtig coloriet,
Maar u ziet de vuilnisemmers
Met een toegift toegedekt,
De verkoóping van een interessante brieven
collectie. die dezer dagen In Parijs plaats vond,
geeft een karakteristiek beeld van de belang
stelling van het publiek voor deze documenten.
Het hoogste bod werd gedaan voor eea liefdes
brief van Napoleon aan Josephine, uit Castig
lione, voordat zij zijn gemalin werd. Het bod
bedroeg 46.000 Fr. Twee brieven van Maar
schalk Berthier over de slag bij Austerlitz, die
dus van veel grooter belang zijn, vonden nau
welijks een kooper voor 4000 Fr. De brieven van
Napoleon aan zijn belde vrouwen zijn naar
Amerika verkocht. De Fransche Regeerlng, die
aan de verkooplng deelnam, kocht brieven van
groot historisch belang voor een naar verhou
ding matigen prijs.
„Elise,’’ zoo heeft dit jonge meisje zich
schuchter genoemd, toen Gerard bij 't afscheid
haar naam vroeg. Zij spraken met elkander af
voor den volgenden avond.
president opstond en de aanwezigen mededeelde,
dat hij zooeven een telegram had ontvangen
van den president der Vereenlgde Staten, waar
in deze ons verzocht om op onzen tocht naar
het Zuiden een bezoek te brengen aan Was
hington. waar de president persoonlijk met ons
wilde kennismaken. Deze mededeeling werd
met daverend gejuich begroet en de burgemees
ter feliciteerde ons met de groote eer, om door
den president op het Witte Huls te worden ont
vangen.
In wetenschappelijke statistieken heeft men
kunnen vaststellen, dat er geen uur voorbij
gaat, zonder dat er ergens op de wereld een
aardbeving plaats gevonden heeft. De seismo
grafen rvgistreeren ongeveer 10.000 aardschuo-
dingen per jaar. Begrijpelijk ts het, dat deze
aardschuddlngen niet alle even belangrijk zijn
en men is van meening, dat er tientallen kleine
bevingen In de aarde bestaan, welke door oe
seismograaf niet eens kunnen worden gere
gistreerd, wegens hun onbeduidendheid. hoe
nauwkeurig de moderne wetenschappelijke
waamemings-toestellen ook mogen zijn. Toch
zijn er van de 10.000 aardbevingen jaarlijks nog
ruim een honderdtal, welke gevaarlijk zijn en
vaak met droevige gevolgen plaats vinden.
„Morgen, mijnheer! Ik hoop, dat 11 goed
■daan heb, mijnheer, aan wal te blijven. De
geen haast hoefde te
Waarnaar menig poezel handje
Zich, nog kort, had uitgestrekt!
En de nuttige geschenken,
Zonder keur van eigen smaak,
Steken nu met heel wat menschen
Zeer gemoedelijk den draak!
Want de das, die moet je dragen,
Want die kreeg je van den Sint,
Ook al schreeuwt de kleur bijvoorbeeld
Als een afgeranseld kind!
De sigaren moet je rooken.
Ook al zijn ze je te zwaar
En je neemt de kwaliteit ook
Als een offertje aanhaar!
Ieder heeft iets nieuws ontvangen,
Want een ieder kreeg zijn deel.
'k Zag een ouden heer gehandschoend,
Maar met hard kanarie-geA,.
En de kinderen zien bleekjes,
Want zij sukkelen vandaag
Met opstandige beginsels
Van een overladen maag!
Een ingenieur te Chicago heeft onlangs op
het Mlchlgan-Meer een demonstratie gegeven
met zijn mlniatuur-onderzeebootje. Dit bootje
is zoo groot als een haai van respectabele af
meting en heeft ook den vorm van dezen visch.
De staart dient als roer en de uitvinder, die,
vanwege de kleine ruimte In de boot, geen twee
personen kan herbergen, moet door de opening
aan den kop in zijn „onderzeeër" kruipen. De
boot kan niet diep duiken, slechts vijf meter
onder den waterspiegel, doch vaart betrekke
lijk snel.
brfef las en hjj in gedachten op zijn hoofd
krabde met de klep van zijn pet. Het korte
briefje was karakteristiek voor Joyce.
welke men in Ehgeland
voor den componist Delius,
die in Juni JX is overleden, neemt toe. Te
Londen werd onlangs opgericht de Dellus-Ver-
eeniging, welke reeds spoedig een ledenaantal
van 300 wist te verwerven. Deze vereenlging
steelt zich ten doel het uitgeven van een ge-
regelende gramofoonplaten-album, op welks
platen uitsluitend werken van Dellus zijn op
genomen. De prijs dezer uitgave is bijzonder
laag gesteld, maar de vereenlging zal het leden
tal tot 750 moeten trachten op te voeren, wil
men met een dergeljjke goedkoope uitgave door
kunnen blijven gaan.
Het te Londen gevestigde secretariaat der
Delius-vereenlging mocht zelfs vele aanvragen
tot toetreding der club ontvangen van in En
geland wonende buitenlanders, w. o. 30 Zuid-
Afrikaners, een bewijs, dat Dellus’ werken door
alle nationaliteiten wordt gekend en geëerd.
Frederick Delius schreef een groot aantel
muziekwerken, welke alle getuigen van een
groote muzikale zelfstandigheid. Ondanks het
feit, dat de componist door zijn buitenlandsche
reizen in contact kwam met talrijke persoon
lijkheden op muzikaal gebied, heeft hij nimmer
onder hun invloed willen staan. Hij trachtte
niemand na te bootsen. Van de voornaamste
hoe
de
ge-
toi
„Mijn beste Neil,
Morgenmiddag kom ik je opzoeken. Ik heb
je verschillende dingen te vertellen, maar de
hoofdzaak is toch, geloof ik wel, dat ik hard
naar je verlang. Dag!
on dit blad zlln ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bU levenslange geheele ongeschiktheid tet werken door 7C/Ï b,J "en orUt®T*1 met f bU verlies van een hand 1 QC 31J verlies van een f Cfl bU een breuk van Af} bjj verlies van D
Tg-vaJlen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen T verlies van belde armenToelde beenen of belde oogen f r Odoodelijken afloop I een voet of een oog/14v, duim of wijsvinger J vl/e been of um! TVt anderen vinger
(Nadruk verboden)
ShiiiiiiiiiiiiiiiiuiiimiiiiiR
57.
Toen ik onder het slaperige oog van den
verdrietig ultzlenden nachtwacht afscheid van
hen had genomen, keerde ik naar de Betty”
terug en begon de boot los te maken. Daarna
heesch Ik de zeilen, gleed langzaam de oor
logsschepen en een groote. binnenkomende
stoomboot langs en bereikte het breede en stille
water van de Theems. Ik had geen haast en nu
de mist opgetrokken was. werd het een prach
tige nacht om kalm met het getij de rivier op
te zeilen.
De dag brak aan, toen ik mijn oude anker
plaats m de kreek weer bereikte. Ondanks den
langen en «enigszins Inspannenden dag, voelde
ik mij niet erg vermoefd. Ik borg dus de zeilen
en zette mij fn de kajuit, om den brief aan Mc
Murtrie te schrijven.
Ik begon met de mededeeling. dat Ik enkele
dagen eerder met mijn uitvinding was geslaagd
dan ik verwacht had en gaf hem een korte
dramatische beschrijving van het succes van
de eerste proefneming. Ik vrees, dat ik de
bijzonderheden niet geheel naar waarheid he.,
vermeld, maar de geheele waarheid te zeggen
T armen en geeuwde, verveeld. Het was
niet direct een onderhoudenden roman
te noemen, waarmee hij zich dien dag onledig
had gehouden, doch een langdradig, spanning -
loos verhaal. Als-'men evenwel werkloos Is zoo-
als hij en als leegloopend kantoorbediende niet
langs de straat slenteren wil, dan leest men
Alles, tot kleuterblaadjes toe.
HIJ stond op. liep een paar maal fluitend
door de kamer en ging eindelijk doelloos naar
buiten staan staren. De avondzon scheen nog
op de dakenzee der stad en verlichtte hier en
daar een hoog uitstekenden gevel.
In de drukke straat geneden hem liepen men
schep af en aan; in het gewirwar klonk nu en
dan een schel auto-signaal.
Gerard voelde opeens de neiging in zich op
komen. mee te loopen in dat wentelende gedoe,
zich te bevinden tusschen lachende en pratende
menschen, ten einde verstrooiing te zoeken
voor de grauwe en loome verveling, die hem
drukte. Dus trok hij de kamerdeur toe en be
gaf zich op straat.
De warmte van den feilen zomerdag, die in
den avond hangen bieef. kwam hem tegen. Het
geroezemoes van gesprekken en het ronken van
Het bleek ons thans, dat we geland waren te
Winnipeg. Spoedig zaten we voor den hoofd
commissaris. die ons in het begin een beetje
wantrouwend aankeek. We zagen er dan ook
tamelijk haveloos uit. Toen de man echter
hoorde wie we waren, en nadat hij al onze
avonturen had vernomen, werd hij hoe langer
hoe vriéndelijker en op het laatst werd hj) zelfs
eerbiedig. Onmlddellijk telefoneerde hij den
ourgemeester, die hem antwoordde, dat hij da
delijk zou komen om ons te begroeten.
auto's gleed aan zijn ooren voorbij. Hjj hoorde
het, als vanuit de verte; als het verre bruisen
der zee.
Soms keek hij naar een etalage; kleuren en
glanzen troffen hem. zonder te weten wit hij
zag. Als hij stilstond voor een boekwinkel, las
hij werktuiglijk eenlge titels, doch was ze aan
stonds weer vergeten.
Hij was éven besluiteloos In zijn voornemen,
welke straat hij in zou slaan. Toen hij evenwel4
de lichten van eene bioscoop zag aangaan, begaf
hij zich daar heen.
Een slank meisje liep voor hem. Zij had een
witte Jurk aan en haar zwart krulhaar viel tot
op haar mool-gevormde schouders. Zij was al
leen en ging langzaam verder.
Daar zat Iets in de houding vjui dat Jonge
figuurtje, dat Jeugdige resoluutheid uitdrukte;
haar kalme gang deed denken aan reine waar
digheid en beminnelijke zelfstandigheid.
Gerard vroeg zich af: „Welke oogen heeft dit
meisje?”
Llcht-blauw als die van een kind, of donker
en hartstochtelijk of ,'thep-bruln en onzegbaar-
melancholiek?
Deze oogen, de oogen van dit waardige, fiere
meisje wilde hu zien en de bekoring daarvan
ondergaan.
Hij was onmerkbaar vlugger gaan loopen, om
haar in X voorbijgaan in de oogen te kunnen
zien. Toen zij stilstond voor de foto-kasten van
de bioscoop.’stond ook Gerard stil en bekeek,
evenals zij, de fragmenten en situaties van de
film.
Doch ondertusschen maakte hij van de gele
genheid gebruik haar gezicht van ter zijde op
te nefnen. Zij had een rond voorhoofd, een
lief, klein neusje, en een kinderlijken mond
met de lippen heel even van elkander, als tot
een vraag gevormd. Haar oogen dwaalden van
de eene plaat naar de andere; soms keken zij
ingespannen, dan weer glimlachend.
Plotseling wendde zij haar hoofd om en zagen
haar oogen recht in die van Gerard. ZU waren
groot en donker, kinderlijk-naief en oprecht.
Oogen, waarachter een argeloos, rein meisjes
hart geborgen lag. ZU bleven een oogenblik op
die van Gerard gericht, één ondeelbaar mo
ment, waarin geluidlooze woorden gesproken
werden en waarin twee jeugdige harten elkan
der ontmoeten in plotselinge vreugde.
Toen glimlachte het meisje en kleurde. Zij
kleurde nög heviger toen Gerard vroeg haar te
mogen vergezellen. Ze wist hierop geen ant
woord te zeggen.
Terwijl Gerard naast haar loopen bleef, luis
terde zj) verlegen naar zijn vriendelijke woor
den waarin voor haar een klank van innemen
de goedheid lag....
erard sloeg zijn leesboek dicht, rekte zijn „Om acht uur in X wandelpark?” vroeg Oe-
rard. Zij knikte en lachte.
Nu valt het gouden licht der avondzon op de
stammen der boomen en blinkt in den vijver.
Witte zwanen drijven daar langzaam en geluid-
loos rond.
Gerard kijkt daarnaar en voelt den vrede
van den avond, die er uit spreekt. Onder het
hooge groen der kruinen, in een lange, sche
merige laan ziet hjj plots htar komen. Hjj ziet
haar witte jurk en haar zwart krulhaar; hij
ziet weldra haar oprechte klnderoogen in de
zifne gericht.
Gerard drukte
Elise de hand.
.Dag
zegt hjj.
.Dig...
aaszelt en kijkt
hem heel even 1
aan.
zóó dwaas naar haar te kijken, als fernand,
die plotseling het gebruik van zijn ledematen
heeft verloren. Wat tot mijzelf gekomen wendde
ik' mij van het venster af en ging naar <}e
deur.
.Wordt vervolgd.
Het woord „Tennis" heeft zich bij ons zoo
ingeburgerd, dat we. er nauwelijks meer aan
denken, dat het woord van vreemden - Oor
sprong is. Maar „Tennis” is niet de oorspron
kelijke naam van het spel. De uitvinder ervan,
de Engelschman Majoor Wingfield, noemde het
„Sphatristlke". Het dient te worden opgemerkt,
dat men een soort tafeltennis reed-s eerder
speelde. Omdat het woord echter moellUk uit
te sjireken was. en het spel al gauw veel aan
hangers had, bedacht men een makkelijker
naamtennis. De eerste spelregels zijn in
den loop der /aren weinig veranderd. Het eer
ste tennisveld werd in Engeland aangelegd, een
tennisclub werd opgericht in het Jaar 1883.
man Russisch verstond en mij niet alleen
hielp, maar selfs daarna mijne aanwezig
heid in Polen hielp legaliseeren en mij ten
slotte nog aam een plaats op eene fabriek
heeft weten te helpen”.
Volgens eene in Polen geldende wet,
moest deze roode matroos Woronkof, vóór
dat zijne aanwezlglyid in Polen kon wor
den gelegaliseerd als deserteur der Sovjet-
vloot, In tegenwoordigheid van den Sovjet-
milltairen attaché in Warschau en 'n verte
genwoordiger der Poolsche regeerlng on
dervraagd worden, waarom hij van de
Marat” was gedeserteerd. Aan het open
hartig verhaal van dezen thans in Moskou
ter dood veroordeelden maar „gelukkig” he
den ten dage in Polen levenden Sovjetarbei-
der en Sovjetmatroos is het hier medege
deelde ontleend.
Commentaar is overbodig en het oud*,
spreekwoord dat leert: dat de waarheid al
tijd aan het licht komt, hoe fijn de leugen
ook gesponnen mag zijn, blijkt voor de
zooveelste maal ook ditmaal inderdaad
weer op honderden van jaren levenserva
ring te berusten en ten volle te vertrou
wen te zijn. z-
miiiuHiiiiiiiiiiiiiiniiBALANS MNMMMMMMM
Is een weelde, die maar weinig menschen zich
kunnen vercfcrk
Toen ik gereed
naar -
kooien en was weldra fn een welverdiende slaap.
Ik weet niet of moeder Natuur of Gow mij
ontwaken deed. In teder geval werd Ik wakker
met den duidelijken Indruk, dat fernand de
boot aanriep; ik stak dus mijn hoofd naar
bulten en zag op den oever onzen trouwen
waker.
Hu groette mij met een eenfgszins veront
schuldigend gebaar, toen ik de jol afzette cm
hem op te halen.
„Morgen,
geUaun iieu, iLMjzzzztv-»
jongedame zei, dat ik
maken.”
„De Jongedame had daar gelijk in," zef Ik.
„We hadden je niet noodig.”
Dit woord slaat een warme blijheid in ham
los. O, hU zou dit meisje willen danken voor
de hartelijkheid, die zU hem betoont, voor de
oogenbllkken van geluk, die haar bijzijn in zijn
leven brengt. Dit leven, dat anders zoo leeg en
kleurloos is, zonder hoop en uitzicht. Hij drukt
aarzelend haar blanke hand en houdt die vast.
Zij laat hem begaan en kleurt onder deze tee-
derheid.
Zoo loopen zij zwijgend en gelukkig verder.
De stilte in het park wordt diep en luiste
rend; iets verlatens komt rond deze twee men
schen, nu de schemer vallen gaat.
ZU staan stU. Hun handen hebben zich in
elkander gelegd en hun oogen drukken vertrou
wen en innige aanhankelijkheid uit.
..Kom je morgenavond, Elise," vraagt Gerard.
ZU denkt na. Dan zegt ze:
.Dat zal moeilijk gaan; ik moet-overwerken.
Gerard”
„O. ben je op kantoor?”
„Nee. In een modemaga^Un. X
X drukst van het seizoen.”
,Ja, dat kaa."
ZU staan zwijgend bU elkaar. Het weg-ache-
merend perk ligt zonder gerucht.
Elise kukt Gerard aan. ZU aarzelt met haar
vraag, maar als Gerard zegt:
„Wat wil Je zeggen Elise?" dan vraagt zij:
„Wat doe JU overdag Gerard?”
Deze vraag Is als een harde teleurstelling; hU
kleurt en wendt zUn oogen af.
„Ik ben werkloos Elise.” zegt hU eindelijk.
„Maar dat zal gauw veranderen. Ik zoek naar
werk.”
,Ja? Gelukkig maar!”
ZU drukken elkaar de hand en nemen af
scheid.
hU. „Het moet heel vroeg gebeurd zijn, zeg-
ze. Volgens rrUjn gedachten, mijnheer,
die vervloekte Russen, dfe mijn boot
hebben laten zinken, er wel meer van weten.”
,Dat zou me niet verbazen," zei fk. ,Ze
schUnen een paar booze bliksems te zün.”
Gow zei met nadruk:
„Dat zUn ze. mUnheer. dat zUn ze zeker.
Het wordt tUd, dat iemand op een keer, als
zU er niet zijn, dat huls van hen eens gaat
bekUken.”
Ik vond
het niet noodig, hem te vertellen,
hoe aan dat verlangen reeds den vorigen avond
bUna was voldaan, maar ik was er zeer door
verlicht, dat tot nog toe niemand eenig ver
moeden had, wie werkelUk voor de verwoesting
in de kreek verantwoordelUk was. Afgezlen nog
van al den last, die een arrestatie wegens het
opblazen van een brok,modder <n een uithoek
van de Theems met zich zou meebrengen, zou
het een droevig einde van de loopbaan van een
ontsnapt moordenaar zUn geweest.
Zoodra Gow het ontbüt had gereed gemaakt,
ging hij naar Tilbury op weg met mUn brief
voor McMurtrie. Na enkele uren kwam hll
terug met een exemplaar van de Daily Mail
en de boodschap, dat er geen brieven voor mU
aan het postkantoor waren.
Ik liet hem op ,,de Betty”, met bevel de
boot niet te verlaten, tot hU door Tommy.
Joyce of mU zou worden afgelost en begaf
mU langs den gewonen weg naar de hut. Het
was nog geen dertig uur geleden, dat Ik dfe ver
laten had. maar er was in dien tUd zooveel ge
beurd, dat het wel drie weken leek.
Voor 1
varen verstrikt was als ik, bracht Ik een ver-
wonderUjk kalmen dag door. Geen mensch
kwam in zicht en behalve het lezen van de
Daily Mail en een tüd van Ingespannen na
denken. verheugde Ik mU in een absoluut
niets doen. Na de vermoeienis en de opwin
ding van den vorigen dag was deze rust Juist
wat Ik noodig had. Het gaf mU tüd om. na
Latimer's verbijsterende mededeeling, mU ge
heel in mün toestand in te denken, en ik ge
loof, dat fk daar vrü goed In slaagde. Of
schoon de mogelükheld om mUn onkthuld te
bewüzen nog veraf scheen had Ik ten slotte
een gedeelte van de geheimzinnigheid van Mc
Murtrie en zün vrienden tot oplossing ge
bracht en het werd mü steeds duldelüker, dat
de belde problemen nauw verbonden waren.
In ieder geval, fk ging in een optimistische
stemming en met het opwekkende gevoel, dat
fk een aangenamen dag in zicht had, naar beh.
Die dag begon reeds op de meest belovende
wijze. Ik ontwaakte om acht uur en was bezig
mü een licht ontbüt gereed te maken met een
blikje sardines en een stukje ongeloofelük droog
brood toen ik door het kleine raam, dat op den
weg naar Tilbury uitzag, mün jongen vriend
van het postkantoor door het veld heen zag
naderen. Ik opende de deur en hü kwam met
een eerbiedigen grijns van herkenning op mü
toe.
„Brief voor u, mUnheer," zei hü. „Vanochtend
aangekomen. mUnheer."
Hü overhandigde mü een enveloppe in Joyce's
schrift en bleef bü mü staan terwijl Ik den
Elise,” i
heel even t
Zün oogen
staan vriendelijk en vragend.
„Dag, Gerard,” zegt ze dan zachtjes.
Óp de vloot kreeg Ik een plaats door pre
ferentie. Als „bjèdnjak” heeft men n.L dit
voorrecht. Ofschoon ik nooit gevraagd heb
als matroos op de roode vloot te worden
aangenomen, heeft men mij er heel een
voudig nkar toegestuurd. Eerst moest ik
naar Leningrad Petrograd) en vandaar
zond men mij naar Kronstadt vesting
en haven bü de monding der Newa Red.),
waar men ons in een kazerne opsloot.
Daar leerde men ons de namen onzer „lei
ders” uit het hoofd leeren: „Lenin, Stalin,
Kaganowitsj, WorosjilofVervolgens
moesten wij leeren hoe de verschillende
deelen van een schip heeten en daarna
werd ik op de „Marat” geplaatst.
Op de .Marat” hoorden wü, dat h# een
oud schip was, maar dat de bolsjewieken
het opgeknapt hadden. De discipline was
er zeer streng en ieder bevel moest onmid
dellijk worden uitgevoerd. De „Komman-
dier!” officieren) verlangden dat men
hen militair salueerde zoowel aan boord als
aan wal, doch alleen diegenen die op
hetzelfde schip dienden. Tusschen de
„Kommandieren” bevinden zich heel vele
die niet van Russische afkomst zijn.
Aan wal mochten wij alleen in Kron
stadt gaan. Men organiseerde er voor de
matrozen niet de minste afleiding. In
Leningrad hebben de matrozen zelfs
gedurende de eerste tien maanden van
hun dienst, niet het recht aan wal te
gaan, daarna zeer zelden, maar dan alleen
te zamen in colonnes, en slechts naar de
zeemansclub. Gedurende het eerste dienst
jaar kreeg ik 8 roebels per maand, het
tweede 12 en het derde Jaar 15, doch daar
men niets voor dit geld kon koopen om
dat er geen waren zün. heeft men er eigen-
lük niets aan. Zelfs cigaretten zün noch in
Kronstadt, noch in Leningrad 4e koop en
wü rookten dus geregeld uitsluitend Ma-
chorka inheemsche grove „soort” van
tabak» Red.) in krantenpapier gerold.
Het eten op de schepen is niet slecht
Overdag vischsoep en gort, 's avonds thee
en brood én i'/2 Kilogram suiker i>er man
per maand. Doch alle matrozen waren al-
tijd opgewonden als zü brieven van huis
ontvingen waarin alle bloedverwanten
zonder onderscheid steeds over nüpenden
hongersnood klaagden. En een felle haat
voortspruitende uit afgunst tegenover de
„Kommandieren", wier gezinnen aan den
wal geen nood kenden, laaide voortdurend
in allen op.
Vóór het vertrek naar Gdynia werden
slechts de allerbesten en allerzekersten van
boord gelaten. Ons werd Ingeprent dat een
ieder onzer, zoo de Polen met ons zouden
spreken, slechts antwoorden moesten dat 't
in de Sovjet-Unie heel goed leven was, dat
er heelemaal geen hongersnood heerschte.
alle Kolchozen bloeiden en er graan en
brood in overvloed was. Voor wü in Gdynia
aan land gingen, werd alle Sovjet-geld,
dat wü in onze zakken hadden, van ons
afgeonmen, een ieder onzer ontving daar
entegen 9 Paolsche Zlotten, die wü ver
teren mochten. 1
Onze „Kommandieren” kochten daaren
tegen in Gdynia van alles, vooral dames
schoenen voor hunne vrouwen; wü echter
hadden daartoe geen geld genoeg, maar
hadden het ongekende geluk voor het eerst
van ons leven worst te kunnen eten.
Had men ons vóór het vertrek nog. in
geprent, dat de arbeiders in de kapitalis
tische landen door de bourgols geslagen en
geëxploiteerd werden, toen wü de blakeren
de gezichten der welvarende bevolking za
gen, zoowel als de magazünen vol
vleesch en eetwaren aanschouwden, was 't
op eenmaal met ons geloof in deze Sovjet-
verhalen uit. Ik persoonlük besloot vast en
krachtig in Gdynia te blüven, sprak dus
met niemand over mün besluit, maar ging
den eersten den besten winkel binnen en
vroeg aan de winkeljuffrouw, die eerst erg
verschikt opkeek, of zü mü niet verstoppen
wilde. Het geluk was mi| gunstig, daar haar
De Jol terugroeiend naar de Betty" ’voegde
ik er aan toe: „Maar ik ben blü. dat Je
zoo vroeg terug bent vanochtend. Zoodra wü
ontbeten hebben moet je naar Tilbury om een
brief voor mü te posten. Je kunt dan
nieuwsblad voor mü mee terugbrengen.”*
„Van nieuws gesproken. mUnheer," merkte
Gow op met plotselinge belangstelling „Hebt
u gehoord, dat ze den achterkant van Canvey-
elland in de lucht hebben laten vliegen gister
morgen?"
„In de lucht hebben laten vliegen?" her
haalde ik, terwUl wü langs het Jacht aanlegden.
„Wie kan dat gedaan hebben?"
„Niemand achUnt het te weten,” antwoordde
Ik ging naar binnen en schreef haastig
een bericht aan Latimer, dat ik McMurtrie
geschreven had. maar dat er overigens niets
was voorgevajlen. Ik stelde dit in net eenvou
dige cüferschrift. dat wü waren overeenge
komen, en gaf het den Jongen met vijf shil
ling.
,Je kunt houden, wat er te veel ia,” zei ik.
„en daar vuurwerk voor koopen. Ik heb het nog
te druk gehad om het zelf te maken.”
Hü mompelde iets van dank en vertrok,
terwül fk mün aanval op het brood en de
sardines begon.
Hierdoor gesterkt besteedde ik de rest van
den ochtend om de werkplaats op te ruimen.
Ik leefde onder zulke onzekere omstandig
heden, dat het het beste was. alle mogelüke
sporen van mün werk te verwUderen en tegen
den middag zag mün „laboratorum" er büna
even keurig uit als toen ik er voor het eerst
kwam.
Ik tracteerde müzelf op een sigaar en begon
naar Joyce uit te zien. ZU had in haar brief
geen tüd opgegeven, maar ik wist, dat er
vroeg In den middag enkele treinen aankwa
men en herinnerde mü. dat ik naar had ge
vraagd onmlddellük naar de hut te komen.
Tegen twee uur zag ik plotseling een auto,
waarin alleen de bestuurder zat. in snelle
vaart den weg van Tilbury afkomen. De wagen
stopte bü de kleine aanplanting, recht tegenover
de hut en een oogenb|lk later kwam een meisje
tusschen de boomen te voorschün; ze liep door
het veld recht op de hut af.
Ik was eenigszlns verrast, want Ik wist niet,
dat Joyce ook chauffeeren onder haar be
kwaamheden telde en zü had mü nooit verteld,
dat er kans bestond, dat zü met een auto
komen zou. Maar het volgend oogenblik drong
de waarheid met ploteelingen schrik tot mü
door. Het was Joyce niet, bet was Sonja.
Ik weet niet, waarom, deze ontdekking mü
zoo’n schok gaf, want Ik had haar komst al;
lang kunnen verwachten. Maar een schok
het mU stellig. En enkele seconden stond
oe goed Kommunlstische propagan-
da omtrent het „arbeidersparadüs
in de Sovjet-Unie” ook georganiseerd
zün, de waarheid komt natuurlijk
Een ieder onbevooroordeelde weet, dat.
zoo morgen de zoo zorgvuldig bewaakte
open werden gezet,, min-
stené der „gelukkigste proletariërs op
tardë graag naar de „verrotte kapitalis
tische bourgeols-landen” zouden vluchten.
Alleen de 2'/2 mlllloen daar zoo goed gevoe-
de en gehuisveste Kommunisten zün de
eenlgste der 165 millioen ondervoede inwo
ners der Sovjet-Unie, die in hunne „klas-
senlooze” maatschappü een bevoorrechte
plaats innemen. Natuurlük»nemen ook Sov-
jet-polltie (daar militie genoemd), het roo
de leger en de roode vloot, als steunpila
ren dezer Kommunlstische dictatuur, geen
bevoorrechte plaats tusschen deze „voor
beeldige” broederschap van „vrüheid en ge-
Oükheid” in. Dat niettegenstaande de
Btrengst-mogeUjke controle van man
schappen en officieren en ongelet „de
hoogste straf der socialistische zelfverdedi
ging” de doodstraf door den kogel)
tóch vaak genoeg deserteeringen voorkomen
uit de aan de grenzen der Sovjet-Unie lig
gende roode legerafdeelingen, is voor nie
mand meer een geheim. Doch dat zelfs van
de roode vlootschepen eenvoudige matro
sen tüdens het feesteUjk bezoek aan Polen's
nieuwe havenstad Gdynia in het begin
wan September j.l. „het geluk” hadden te
deserteeren, is toch wel zéér teekenend en
het allerovertuigendste bewüs dat het ge
lukkig socialistisch leven dezer zelfs bevoor-
rechten in de Sovjet-Unie zeer in twüfel ge
trokken mag worden.
Reeds op 12 September jX meldde „Ha-
was” uit Warschau dat bü het vertrek der
in Gdynia zeer feesteUjk ontvangen Sovjet-
vloot vijf matrozen, dus zeer eenvoudige
proletariërs, niet op hunne schepen waren
teruggekeerd en onvindbaar waren.
Op 14 November j.l. berichtte men echter
reeds uit Riga dat hun aantal niet 5, maar
15 groot was geweest, en dat reeds twee
hunner in Moskou door het Sovjetkrügsge-
recht bü verstek ter dood waren veroor
deeld Een dezer Biet name in dit bericht
genoemd heet „Sergé Wasllewltsz zoon
van Wasili) Woronkof, roode matroos van
het linieschip „Marat"!! Het Sovjetkrijgs-
gerecht veroordeelde hem niet alleen „als
verrader van zün vaderland ter dood ei
bulten de wet staande, maar beval tevens
alle züne bloedverwanten te arresteeren en
eveneens door het Krügsgerecht te berech
ten en alle eigendom te conflsqueeren”.
I Deze zelfde matroos der roode vloot leeft
echter thans „gelukkig” in Warschau er,
aan zün verhaal dat wü thans uitvoerig
in de Poolsche dagbladen vermeld vinden
ontleenen wü het hier volgende, dat een
juist beeld weergeeft van het leven en den
gemoedstoestand zelfs dezer „proletarische
geluksvogels” in het Sovjetparadüs.
,Jk werd in 1910 geboren en mün oudere
waren eenvoudige boeren. Na de revolutie
werd twee malen alles van ons afgenomen
en de laatste maal moesten wü geweldadig
in een kolchos collectief Kommunis-
tlsch landbouwbedrijftreden. In den be
ginne leden wü honger en ik moest
er dus op uit gaan om werk in de Don-
münen te zoeken, om aan den kost te kun
nen komen. Daarvoor had ik als aanbeve
ling slechts een getuigenis noodig dat ik
de zoon van een bjèdnjak armen man)
was. Ik verkreeg als zoodanig werk als
münwerker en verdiende drie roebel pei
dag, juist genoeg om van te leven en niet
geheel en al genoeg om hiermede van hon
ger te sterven! Het eten 4n de volksgaar
keukens kost ongeveer twee roebel per dag
Soep 40 Kopeken, een vleeschgerei l'/z
roebel <1 roebel is a pari gelijk aan een
gulden en 30 cents Hollandsch). Met müne
familie verloor ik onmlddellük alle betrek
kingen. Ik hoorde echter later dat Vader
gelukkig^ün natuurUjken dood stierf, ter-
wüi mün arme moeder en mün broer daar
entegen in 1933 van honger omkwamen.
Al het geld dat ik verdiende, ver-it ik, doch
verzadigd ben ik toch nog nooit geweest.
Ik leefde in een barak waar 't koud en erg
smerig was. De arbeiders leven onder el
kander vriendschappelük, doch daar er
zeer veel onder hen zün die voor wat geld
met de geheime politie in verbinding staan
vertrouwde men elkander nimmer ten
rolle.
s
rif"!
s