Menschelijke persoonlijkheid
Minister Marchant verdedigt
zijn beleid
I
Medische kroniek
EEN KNAP BETOOG
88
L.
ZATERDAG 15 DECEMBER 1934
IDEEËN
Ontvettingsmiddelen
m
-
TWEEDE KAMER
De strijd tegen Spanje
1EK
Het spellingsvraagstuk
Kaas voor werkloozen
r£A
Een aanbod van de Zuivelcentrale
4-
•t
I
Mooie gift
De S. D. A. P. verbolgen
Mam
Automatitch heeft de concentratie
haar weertlag op het bijzon
der onderwijs
Ned. Bioscoopbond geeft f 10.000
voor de werkloozen
OBL1GATIE-DIEFSTAL IN
INDIË
Bezoldiging dienstweigeraars
Groei van het bijzonder
onderwyt
De agenda
ONZE REGEERING
Kerk.
K
A
I
DEN HAAG, 14 December 1934
'arrt*
LIBRA.
de spreektydrantsoeneering te
Dr. MOLLER
TH. H. SCHLICHTING
k J
De totale hoeveelheid kaas is ongeveer 200.000
K.G., zoodat voorbehoud is gemaakt, dat niet
de geheele aangevraagde hoeveelheid kan wor
den afgeleverd.
Tenslotte wordt opgemerkt, dat snelle distri
butie van deze in stukken verdeelde en dus
grootendeels van de beschermende korst ont
dane kaas gewenscht is. Zij kan niet lang in
opslag blijven.
Ulterlijk 20 Dec. as. moeten de gemeentebe
sturen mededeelen, of zij voor de kaas in aan
merking wenschen te komen.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond heeft in zijn dezer dagen gehou
den vergadering besloten namens het Neder
landsche film- en bioscoopbedrijf een bedrag
van 10.000 te schenken als ondersteuning van
de, door de regeering, ondernomen winterhulp
aan de gezinnen der werkloozen.
De Ministerraad onder voorzitterschap van Dr. Cólijn bijeen. Van links naar rechts: Mr. J. R. H. van Schaik, Jhr. Mr. A.
C. D. de Graeff. Mr. J. A. de Wilde, Dr. H. CbHjn. Mr. J. A. Kalff, Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, Mr. H. P.
Marchant, Mr. M. P. J. Steenberg he, Mr. P. J. Oud, Mr. Dr. L. N. Deckers. (Bovenstaande foto is met toestemming der
directie ontleend aan de „Katholieke Illustratie" van deze week)
Zooals we gisteren reeds telefonisch meldden
z(jn bjj het begin der vergadering de belde mo
ties-Kapers verworpen.
Er is bij het begin der vergadering ook nog
een typisch debatje geweest over een supple-
toire begrooting van defensie, waarbij Minister
Deckers o.a. een verhooging vroeg van den post
voor dienstweigeraars.
1 1935
RUS-
moet
r des
irbeid
twee
afge-
elf
aan
i alle
le het
.nuari
I jaar
in de
irbeid
stelde
lagen,
et, de
niet
gs en
nning
ver-
nsdag
doen
ar de
orga-
n een
hage.
reeds
jelne-
weede
r be-
ilster,
edrag
mag
deel te
I aan
•rmits
rond
hoo-
ligen-
el te
a der
Wat de concentratie bij het openbaar onder
wijs betreft, heeft de bewindsman opmerkingen
gemaakt, welke van belang zijn. Dat er dien
tengevolge van de 22000 kinderen, wier open
bare school werd opgeheven, 3000 naar het bij
zonder onderwijs zijn overgegaan, die klacht
noemde hij overdreven, omdat onder die 3000
er 1500 waren, die bij het bijzonder onderwijs
waren beland eenvoudig, omdat hun school in
een bijzondere was omgezet. Dat is al Jaren
lang de oorzaak van den groei van het bijzon
der onderwijs ten koste van het openbare.
De Crisis-Zuivelcentrale heeft den-gemeente-
besturen medegedeeld, dat zij de beschikking
heeft over een groote partij oude kaas in ver
schillende soorten van prima hoedanigheid,
welke gezien de binnenlandsche behoefte, be
zwaarlijk op de gewone wijze via den handel
in het verkeer kan worden gebracht Derhalve
is besloten, deze partij buiten de markt te hou
den en die te bestemmen voor de uitdeellng aan
werkloozen, wanneer daartoe althans de mede
werking van de gemeentebesturen zou kunnen
worden verkregen.
De kaas zal voetstoots worden afgeleverd in
papier verpakt, in stukken van 1 K.G. elk, zoo
dat de uitdeellng ter plaatse op gemakkelijke
wijze kan verloopen. De levering en verzending
geschiedt franco, mits de gemeentebesturen een
bedrag voldoen van 10 cent per K.G.
Aan de gemeentebesturen wordt de beslissing
overgelaten of de kaas al of niet kosteloos aan
de werkloozen zal worden verstrekt.
De
klem
Oranje de eenheid der Nederlanden en de vrij
heid van godsdienst voorstond, dat de oorlog
geheel tegen zijn gevoelens In pas later tot een
godsdienststrijd ontaard is en dat trouwens tij
dens den oorlog tegen Spanje slechts 4 pCt.
van het Nederlandsche volk niet tot den Ka
tholieken godsdienst behoorde. De antl-papls-
ten hebben dus wel een heel slechten middag
beleefd.
Naast de roode fracties stelde zich alleen de
Christen-democraat van Houten. Zijn Katho-'belang van het pnderzoek, nog verzwegen.
lieke confrater mr. Arts, was weder eens ab
sent, gelijk hij zich ok des nachts niet de moeite
gegeven had. om althans ’s Ministers antwoord
aan te hooren. De S D. A. P. heeft daarop met
haar meer radicale geestverwanten, met den
heer van Houten en met het duo Kersten-van
Dis tegen de begrooting van sociale zaken ge
stemd. De laatste twee afgevaardigden grond
den natuurlijk hun tegenstemmen op him prln-
cipieelen afkeer van de sociale verzekering. De
8. D. A P. daarentegen, verbolgen, omdat de
werkloozen niet krijgen kunnen, wat zij hun
gaarne had- toegedacht, wenschte blijkbaar den
Minister nu ook niet te gunnen, wat hij voor
hen bestemmen wil.
Minister DECKERS zegt toe, deze aangele
genheid eens te zullen bekijken, al acht hij die
noodzakelijke rein in tal van gevallen nog wel
degelijk aanwezig. Een candidaat in de medi
cijnen, die hulpbesteller van de posterijen wordt,
of een candidaat-ingenleur, die slooten graven
moet in dienst van het Staatsboschbejieer, heb
ben toch, zoo zeide hij, nog wel een en ander
voor hun beginsel over.
En vergeet gij niet, dat de concentratie bij
het openbaar onderwijs ook automatisch haar
weerslag heeft op het bijzonder, omdat dit laat
ste zijn boventallige onderwijzers ziet verloren
opperste bereider van het geluk der massa, als
de uitdeeler van alle gaven, als de cultuurgod,
die boven allen troont en door allen aanbeden
moet worden. Want bjj die opvatting wordt de
mensch, de burger, middel tot verheerlijking
van den staat, van de natie, van het volk, het
ras of hoe men het noemen wil. De massa wordt
dan slaaf van de gemeenschapsidee en feitelijk
van een aantal leiders, die zich als represen
tanten van den Staat-god opwerpen. De men
schelijke persoonlijkheid is dan weer verdwe
nen; in plaats dat de Staat het middel is voor
het individu om zijn doel te bereiken, wordt
de burger het middel om den Staat aan zijn
grootheid te helpen. En in beginsel is daarmee
de oude slavernij van het vroegere heidendom
teruggekeerd. Daarom kon de moedige Britsche
staatsman Baldwin onlangs in het Engelsche
parlement de historische woorden spreken, dat
er zich van den Rijn tot den Grooten Oceaan één
onmetelijke slavenstaat uitstrekt. Het christen
dom heeft aldus de Britsche minister de
slavernij weten af te schaffen; men heeft het
christendom door een nieuw heidendom vervan
gen en opnieuw is de slavernij ontstaan.
Dit zijn woorden van ontstellende waarheid
en droeve werkelijkheid. Het was er de Kerk
niet uit een revolutionnalre zucht of huma
nitaire bevlieging om te doen de lijfeigenen te
bevrijden van het slavenjuk. Aan dien strijd der
Kerk, welken zij eeuwen lang gestreden heeft en
in de missielanden nog blijft voortzetten, lag
aan groot beginsel ten grondslag: de gelijkheid
van ieder redelijk schepsel voor God, den
Schepper. Ieder mensch, met welke lichamelijke
en geestelijke talenten ook bedeeld, en uit welke
ouders hij ook geboren wordt, heeft een on
sterfelijke ziel en een eigen bestemming. Voor
allen geldt hetzelfde natuurrecht en dezelfde
wet Gods. Bij den aldus geschapen mensch past
geen slavernij. Nooit kan eenig schepsel koop
waar zijn in de handen van een ander, en ieder
maatschappelijk of staatkundig bestel, dat den
geheelen mensch met lichaam en ziel opeischt
stelt zich tegenover den Schepper, die al het
geschapene, ook den Staat gegeven heeft aan
den mensch als middel om zijn einddoel te be
reiken.
MINISTER MARCHANT heeft zich bij het
antwoord over zijn Onderwijsbeleid opnieuw
een, zij het ietwat wonderlijk, dan toch zeer
bekwaam debater en een first-class jurist
getoond. De wijze, waarop hij uitvoerig in
ging op de critiek, welke geoefend was op
zijn diverse redevoeringen buiten de Kamer
de staatsrechtelijke Schönheitsfehler,
welke Jhr. de Geer zoo dwars zaten en
op zijn vermogen van zich aan te passen
aan het milieu, waarin hij vertoeft ook
dit was een grief van den leider der Chris
telijk-Historische fractie moet meester
lijk genoemd worden.
Aan het slot zijner zeer uitvoerige rede
stippelde Minister Marchant nog even aan,
dat wellicht in het groote bezuinlgings-
ontwerp, dat de regeering voorbereidt, eenlge
wetteljjke grondslagen kunnen worden ge
geven voor de noodzakelijke concentratie bij
het bijzonder onderwijs. Uit zijn repliek
echter kregen wij den indruk, dat dit meer
een dreigement was om het bijzonder on
derwijs tot de uiterste mate van medewer
king te prikkelen.
Geschiedt dit tegen betaling dan zal geen
hooger bedrag dan de kostende prijs en dat is
10 cent per K.G., mogen worden gevorderd,
eventueel verhoogd met de distributiekosten,
waarvan geen hooger bedrag dan 2 cent per
K.G. aan de afnemers in rekening mag worden
gebracht. Aan de werkloozen wordt dus afge
leverd tegen een prijs van ten hoogste 12 cent
per K.G.
De distributie zal mede met het oog op de
oontróle, rechtstreeks vanwege de gemeentebe
sturen dienen plaats te hebben, dus niet via
wederverkoopers, teneinde den handel niet te
benadeelen.
gaan, waar die bij het openbaar onderwijs ge
schrapt worden?
Niet, omdat het nu en dan weer zoo uiterst
vermakelijk van woordkeuze en mimiek was,
verdient dit deel van zijn betoog dien lof, maar
omdat er ook Inderdaad een inhoud in stak,
welke getuigd van een zeer algemeene kennis.
Speciaal wat hjj aanvoerde ter rechtvaardiging
van wat hij dezen zomer bjj de opening van
de Egmondsche tentoonstelling gezegd heeft,
was zoo deugdelijk van argumentatie, dat met
name de antl-papisten Lingbeek en Kersten de
constructie van hun Nederlandsche Protestant-
sche natie geducht hoorden kraken. De tachtig
jarige oorlog, aldus de Minister, was geen ge
loofsstrijd op de eerste plaats. Het was een on
afhankelijkheidsstrijd tegen Spanje, waaraan
de katholieken evenzeer hebben meegedaan. En
zijn critiek op de verwoesting van de abdjj van
Egmond had dan ook slechts „den heer Sonoy”
alleen gegolden, omdat deze in uitdrukkeljjken
strijd met een verbod van Willem den Zwijger,
zich vergrepen had aan dit Benedictijnsch
milieu, dat nooit iets anders gedaan had dan
zich wijden aan .beschaving en naastenliefde
en dat geheel buiten den strijd stond, die op
dat oogenblik woedde. Daar kwam dan boven
dien nog bij, dat Sonoy geen Nederlander, maar
geboortig uit Kleef, en dat de monniken, wier
stichting hjj plunderde en brandschatte, uit
Italië afkomstig waren.
Op knappe wijze ook heeft de Minister de
tijd ontbreekt ons, om op détails in te gaan
zich verdedigd tegen het verwijt, als zou hij
met willekeur allerlei arbitraire beslissingen
nemen. Zijn circulaires bedoelen alleen alge
meene richtlijnen te geven, om te voorkomen,
dat door allerlei mazen van de wet wordt
heengeglipt.
Betreffende het spellingvraagstuk heeft de
Minister geen nieuwe klanken doen hooren Hij
acht zich nu eenmaal den overwinnaar in deze
zaak en stelt zich op het standpunt, dat als zijn
Spetnng geen ingang vindt, er geen andere keus
is dan tusschen den chaos en de Vries en te
Winkel, en dat de strenge handhaving van deze
laatste spelling een onmogelijkheid is. omdat
zij zou ingaan tegen de meenlng der deskun
digen.
De steunverleening zal dus dit jaar geschie
den uit gelden, welke de soclaal-democraten
den bewindsman hebben willen onthouden.
De Katholieke afge
vaardigde vroeg den Mi
nister, of hjj de spelling-
Marchant ook in de Re-
geeringsstukken wil in
voeren. indien de Ne-
derlandsche pers wilde
toezeggen, ook harerzijds
de nieuwe schrijfwijze te
aanvaarden. Ten aanïlen
van dit aatste is dr.
Moller naar onze mee
nlng te optimistisch.
Katholieke afgevaardigde toonde met
van argumenten aan, dat Willem van
De Tweede Kamer heeft besloten, de verga
deringen van Dinsdag en Donderdag de volgen
de week des avonds acht uur voort te zetten.
De Voorzitter heeft zich voorbehouden om,
indien de stand der werkzaamheden daartoe
aanleiding geeft, de volgende week voor te stel
len, ook op Woensdag de vergadering des avonds
voort te zetten.
Besloten is voorts, de behandeling van de
Onderwljsbegrooting voor 1935,as. Dinsdagavond
en zoo noodig ook in de volgende avondverga
dering voort te zetten.
Mede is besloten, hoofdstuk VII B der Rjjks-
begrooting voor 1935 <dep. van Financiën) aan
de agenda der openbare vergadering toe te
voegen, dus na het wetsontwerp tot wijziging
der wet houdende tijdelijke voorziening tot ver
sterking der middelen tot dekking der uitgaven
des Rijks.
As. Woensdag komen bjj den aanvang der
vergadering eenige kleinere wetsontwerpen aan
de orde.
Weet gij wel, zoo vroeg de Minister den
sociaal-democraat K. Ter Laan, dat te Amster
dam per leerkracht bij het openbaar onderwijs
383 en bü het bijzonder 29.96 kinderen geteld
worden, te Den Haag respectievelijk 31.46 en
29.88, te Haarlem 45.40 en 28.11, te Rotterdam
3435 en 28.76 en te Utrecht 36 56 en 31.42?
Juist omdat een Staat, die zichzelf aan de
onderdanen ten doel stelt, in de rechten van
God moet treden, juist daarom verzet elk op
recht christen zich tegen dergelijke stelsels. En
de practUk wijst het uit, dat alle predikers van
den almachtigen Staat met de Kerk en den
christelljken godsdienst in conflict komen. De
Staat, die werkelijk zich zelf als het hoogste
doel van den burger beschouwt, zal het niet
kunnen dulden dat diezelMe burger door zijn
godsdienstige practljken en de opvoeding zijner
kinderen voortdurend getuigt: boven U, Staat,
gaat mjjn bovennatuurlijke roeping uit! Ik wil
mijn plicht doen tegenover de gemeenschap; ik
wil mijn burgerplichten volbrengen met hart en
ziel, maar niet om u. maar om God! Ook gU
zult als vertegenwoordiger der gemeenschap God
dienen en verheerlijken en zeker dus mjj on
gehinderd laten in mijn dienst tegenover den
Schepper, in het volbrengen van mijn hoogste
plichten tegenover mijn gezin.
Ziehier de eeuwige waarheid omtrent en ook
de eeuwige strijd tusschen individu en ge
meenschap, tusschen den mensch met zijn per-'
soonlijk levensdoel en den verwaten, zelfgenoeg-
zamen heerscher van een absolutistischen staat!
8OERABAJA, 14 Dec. (Aneta) De staf-
employé van de Ned.-Ind. Escompto Mij., die
vernacht wordt de auctor intellectualis te zijn
van den obligatie-diefstal, welke twee weken
geleden werd ontdekt, is heden in preventieve
hechtenis gesteld. Zijn naam wordt, in het
In zijn repliek heeft dr. Moller op dezelfde
voortreffelijke wijze zijn parate kennis der his
torie in het vuur gebracht tegen de anti-pa-
plsten LINGBEEK en KERSTEN, die in twee
de instantie nog gepoogd hebben ’s ministers
betoog over den aard van den strijd tegen
Spanje te ontzenuwen en het godsdienstig ka
rakter van dezen strijd voor hun propaganda te
redden.
Oud-minister VAN DIJK, die indertijd de
Dienstweigeringswet in het Staatsblad bracht,
zijn fractiegenoot DUYMAER VAN TWIST,
de Christelljk-Historische afgevaardigde TI-
LANUS en de Katholieke afgevaardigde
SCHAEPMAN achtten allen de vergoedingen,
welke gegeven worden aan dienstweigeraars, die
tot anderen staatsdienst worden verplicht, te
hoog, 60 en 65 per maand vond men een dus
danige vergoeding, dat zulk een dienstweigeraar
bevoorrecht wordt boven werkloozen, arbeiders
met lage loonen en andere vaderlanders met een
minimum bestaan. En men vreesde dan ook,
dat de toeneming van het aantal dienstwei
geraars wordt veroorzaakt door de omstandig
heid, dat de gegeven vergoeding hun positie
nog niet zoo onaantrekkelijk maakt. Dit zou
natuurlijk geheel in strijd «Ijn met de wet,
welke met gewetensbezwaren wilde rekening
houden, maar toch tegen misbruik een rem In
hield. doordat de dienstweigeraar gedurendé
langeren tijd anderen dienst zou moeten ver
richten.
n den boezem der vette menschen
Xm kV spoelen. Een soort toovenxüdde
denken zij zich, en een ondankbare taak.heeft
degene, die hun dezen droom moet
Het lichaam, of liever de weefsels, de bouw
stoffen van het lichaam, worden opgebouwd en
weer afgebroken. Zooals algemeen bekend is,
heeft men berekend, dat ieder mensch na ze
ven jaar een geheel nieuw mensch is geworden,
dat b.v. iemand van .140 pond in zeven Jarc”
140 pond verslijt en een andere 140 pond heeft
aangebouwd. Ik weet niet, of deze berekening
eenige waarde heeft, maar zij is toch wel in
staat, om een goed licht te werpen op de wijze,
waarop de stofwisseling plaats grijpt. Het voed
sel heeft twee beteekenissen, n.l. de beteekenis
van brandstof en de beteekenis van bouwmate
riaal. Voor het bestaan, het voortleven van het
lichaam is een zekere hoeveelheid brandstof
noodig, die door het voedsel wordt geleverd,
want het lichaam, ook in rust, is steeds in be
weging. Het hart klopt steeds, het bloed stroomt
altijd door, de nlyen werken steeds, de
lichaamswarmte blijft immer op dezelfde
hoogte, en voor dat alles is een zekere hoeveel
heid brandstof noodig. En deze hoeveelheid is
vaststaand, niemand kan er bulten. Een andere
hoeveelheid voedsel, d.i. brandstof, is noodig
voor het verrichten van arbeid, en het hangt
dus af van de hoeveelheid arbeid, welke hoe
veelheid voedsel daarvoor noodig is. En ten
derde is er een hoeveelheid voedsel noodig voor
den opbouw, en dit is natuurlijk vooral in de
kindsheid en jeugd van belang, maar ook als
iemand op volwassen leeftijd zwaarder wordt.
Wanneer iemand nu magerder wil worden, kan
hij op de eerstgenoemde hoeveelheid voedsel
niet gaan sparen, vtant die hoeveelheid is noo-
De Christelljk-Historische afgevaardigde
TTLANUS heeft intusschen den Minister reeds
verzekerd, dat hij niet de illusie moet hebben
dat de strijd uit is.
Van de afgevaardigden, die dezen middag
nog het woord gevoerd hebben, moeten wij
noemen den vrjjzinnig-democraat KETELAAR,
die vooral critiek oefende op den Onderwijs
raad. waar het ontwerp-Grondslagenwet niet
minder dan acht maanden is opgehouden
het rapport was Juist vandaag binnen
gekomen, zei Minister Marchant den
anti-revoutionnair Prof. VISSCHER, die zich
wel heel erg in algemeenheden verloor, toen
hij voor een algeheele reorganisatie pleitte,
waardoor aan de „intellectualistische hyper
trophic” en de duurte van het onderwijs een
einde zou worden gemaakt, en de Katholieke
philoloog Dr. MOLLER, die weder een zóó
boeiend en sprankelend betoog ten faveure
van de vereenvoudigde spelling leverde, dat
opnieuw velen in de Kamer den lust voelden
opkomen, om hem te veroorloven, de perken
van de spreeklijdrantsoeneerlng te buiten te
gaan.
A lie zonden tegen de natuur wreken zich
op verschrikkelijke wijze Dit is een
waarheid, welke door de get mieoenls van'
alle eeuwen bevestigd wordt. Ze geldt met al
leen voor lederen mensch aizoaueriijk maar
ook voor alle stelsels, welke aoor dwaailee-
raars uitgedacht en in toepassing worden ge
bracht en welke tegen de natuur indruischen.
Voltaire en Rousseau waren de voorloopers der
Fransche revolutie. Zü gingen tegen de men
schelijke natuur in, doordat zjj daarvan het
sociaal karakter op zjj schoven en in den
mensch alleen het individu erkenden. Op deze
onnatuurljjke basis werd een valsche staats-
en maatschappijleer opgebouwd, welke tot de
bruutheden van de vorige eeuw voerde, tot het
oorlogszuchtige staatsegoïsme en imperialisme,
tot de ongebreidelde concurrentie in handel en
industrie; tot de uitbuiting van den economisch
zwakke; tot de loonslavernij van het alleen
door winzucht beheerschte koopmanschap.
Na dit individualisme kwam de reactie van
het andere uiterste, eveneens weder door val-
sche wljsgeeren ingeluid. Waar de achttiende-
eeuwers den mensch tot een absoluut vrij en
onafhankelijk wezen uitriepen, uitsluitend op
zichzelf aangewezen, daar ontnamen de negen-
tiende-eeuwers hem zijn persoonlijkheid. Van
Fichte tot Hegel loopt door de onchristelijke
philosophic de draad van de verhevenheid van
het massale boven het persoonlijke. Er is in den
mensch, dat wil zeggen in'eiken mensch afzon
derlijk, geen persoonlijk goed of kwaad, heet het
in deze leer. Er bestaat slechts het algemeen
goede, waaraan de mensch deelachtig kan wor
den. Buiten den mensch om, in de cultuurgoe
deren der natie, ontwikkelt zich naar Hegel’s
opzet welvaart, eer, roem, grootheid, geluk, in
een woord: het Ideaal. Door aan den groei en
de ontwikkeling van dat algemeen goede mee
te werken, krijgt de mensch daaraan deel,
straalt de glans van roem en eer op hem terug,
voelt hjj zich gelukkig; en zijn persoonlijkheid
bepaalt zich slechts in het volbrengen van zijn
plicht om mee te bouwen aan de beschaving.
Uit zulke leerstellingen volgt onmiddellijk,
dat de burger in den staat persoonlijk geen
rechten bezit; hjj heeft zich slechts naar het
heil van den staat te gedragen, zich geheel op
de gemeenschap te richten, daarin volledig, met
al zijn lichamelijke en geestelijke vermogens,
op te gaan.
Het moderne fascisme en nationaal socia
lisme berust op deze theorieën, al wordt er na
jaren van strijd in de toepassing veel verzacht
en gewijzigd, zooals b.v. in Italië het geval was.
De grondgedachte van al de nieuwste staats
ideeën wortelt echter in deze valsche leer en
daarom dient tegenover de nieuwe staatkundige
theorieën door al wat christen is uiterste voor
zichtigheid te worden betracht. Eigenlijk doen
wij verkeerd met te spreken van nieuwe theo
rieën; ze zijn al zoo oud als er een heidendom
bestaat. Vóór Christus was de idee der supe
rioriteit van den staat algemeen in zwang. Het
hoogste goed van den vrijen man was zijn
staatsburgerschap. Den staat te dienen was zijn
roem en zjjn bestaan. Van kinds af leerde hjj
het landsbelang als het hoogste levensideaal
zien. „Het heil van het gemeenebest zij de hoog
ste wet", heette het dan ook bü de Romeinen.
En allen, die niet vrij geboren werden, waren
slaven, rechtloozen, koopwaar, eerlooze instru
menten van de staatsdienaars.
Het is een der schoonste overwinningen van
het christendom geweest deze heldensche idee
te verpletteren en er de persoonlijke waardig
heid van den mensch tegenover te stellen. Maar
telkens weer, in de vroegste middeleeuwen, in
den renaissancetijd en weer in onze dagen
steekt het oude heidendom den kop op en
dringt den mensch van het voetstuk zijner eigen
persoonlijkheid naar den slavenstaat terug! De
fout welke al de heidensche hetzij oude of
nieuwe philosophen maken, is, dat zjj het ka
rakter van den staat misverstaan. Leo XIII
gaf dit in enkele woorden aan: „De openbare
macht is ingesteld tot nut van degenen, die
geregeerd worden." En dit is de eenig logische
gedachte voor een maatschappelijke construc
tie. Immers, éérst is er de mensch; hü vormt
een gezin; meerdere gezinnen vormen een ge
meenschap, waarin het recht groeit voor de
onderlinge orde en al wat noodig is voor een
welvarende samenleving. Deze gemeenschap,
deze Staat is er dus om zijn leden in de ge
legenheid te stellen hun doel, hun bestemming
te bereiken. Uit dit beginsel moeten alle andere
staatkundige princiepen worden afgeleid. Wij
dienen dus de vraag te stellen: wat is de
mensch, voor wlen de Staat er is en zonder
wien deze geen reden van bestaan heeft? De
mensch is in de schepping van alle andere le
vende wezens onderscheiden door zjjn persoon
lijkheid; immers de mensch is een persoon; wat
wil zeggen, dat hij een doel in zichzelf heeft.
Een dier, een bloem, een plant, een vrucht,
een werktuig, een grondstof, dat alles is geen
doel op zichzelf; het is er slechts om gebruikt
te worden; het is middel in handen van den
gebruiker, den mensch. En deze „koning der
schepping" heeft wel een doel in zichzelf; hü
heeft allereerst zijn eigen levensgeluk in het
oog te houden, doch zich daarbij vóó te rich
ten, dat hij zijn sociale plichten steeds bjj alles
laat gelden.
De Staat heeft dit tweevoudig karakter van
den mensch, zjjn persoonlijkheid en zijn per
soonlijke doelstelling naast zijn socialen aan
leg, te respecteeren en er voor te zorgen dat
elk individu afzonderlijk en allen te zamen als
gemeenschap tot den voor hen geëlgenden graad
van welstand kunnen komen, dat zij hun geluk,
hun bestemming kunnen bereiken; dat dus
door onthouding van den Staat of erger, door
voorkeur of bevoorrechting, de sterkere den
zwakkere niet direct of indirect kan onderdruk
ken en ook, dat geen groep door de macht van
het getal en steunend op den Staat een klei
ner aantal de wet kan voorschrijven. De Staat
te boven het individu en de gemeenschap ver
heven in zooverre hij het middenpunt is, waar
alle krachten te zamen komen en waaruit lei
ding en impuls uit gaat. Maar overigens heeft
hij een dienende rol, van beschermer, raadge
ver, bewaker; werend alle onrecht en wrekend
de onrechtvaardigheid. Hij heeft zich niet op te
werpen als het doel der gemeenschap, als de
dig om het lichaam in stand te houden, om te
blijven leven. Maar met het voedsel, dat voor
den lichamelljken arbeid noodig is, en met het
voedsel, dat voor den opbouw van het lichaam
dient, is het anders gesteld.
Wanner iemand minder voedsel tot zien
neemt, dan voor zjjn arbeid noodig is. dan moet
het tekort ergens anders vandaan komen. En
dat komt dan uit den voorraad van het lichaam.
Het lichaam neemt dan af. De hoeveelheid
voedsel, die voor het in leven blijven noodig is,
mag natuurlijk niet aangetast worden.
Aan vette menschen wordt dus aangeraden,
om meer lichaamsbeweging te nemen. Maar
helaas is het alles niet zoo eenvoudig. Iedereen
weet, dat men niet eenvoudig enkele dagen vas
ten en toch maar doorwerken kan. Het is even
wel zeker, dat de gewoonte en de oefening
hierop grooten Invloed uitoefenen. Maar in het
algemeen zijn er strenge grenzen aan deze
soort van vermageringskuren.
Het lichaam is niet geheel zoo te regelen als
men wil. Iemand kan niet door een wilsbesluit
uitmaken, dat twee sneden roggebrood voor in
standhouding van het lichaam zullen dienen,
drie sneden voor den arbeid, terwijl die arbeid
vijf sneden roggebrood noodig heeft. De arbeid
neemt evengoed die vjff sneden weg. en er blijft
'voor de instandhouding niets meer over. Het
gevolg is, dat men al heel spoedig vermoeid
wordt, slap en duizelig, en men het werk een
voudig niet meer verrichten kan. Met deze wijze
van vermagering moet men dus wek voorzichtig
te werk gaan.
Een andere methode om te vermageren is
de gewone arbeid, d-1. de gewone lichaamsbewe
ging te verrichten, en de hoeveelheid voedsel
te verminderen. Om dezelfde reden als boven v*
aangegeven kan dit ook slechts binnen zekere
grenzen gebeuren. De beste en de redelijkste
wijze van vermagering is deze, dat iemand eerst
gedurende eenlgen tijd nagaat, hoe het met zijn
gewicht gaat, als hij een bepaalde hoeveelheid
voedsel tot zich neemt, en een bepaalde hoe
veelheid arbeid verricht. Wanneer de persoon in
kwestie nu bemerkt, dat hjj toeneemt, moet hij
iets minder eten, b.v. een sneedje brood per
dag. Weer een dag of veertien probseren, zoo
lang totdat hij de hoeveelheid voedsel gevonden
heeft, waarbij hij op gewicht blijft. Dan is het
oogenblik gekomen, om het dieet te verminde
ren met weer een weinig tegelijk, een sneedje
brood, of twee aardappels b.v. Dan zal hjj zien,
dat hü in gewicht afneemt, b.v. een half pond
per week, of een kilo per maand. Snellere ont-
vettlngskuren volgens deze methode zijn niet
aan te bevelen. Na eenlgen tüd zal de vermage-
raar bemerken, dat hü niet meer afneemt. Dan
is de tüd gekomen om weer een klein beetje
■minder te gebruiken. Houdt men het goed vol,
dan beteekent dat een gewichtsafname van 13
pond in een half Jaar. Gaat het gewichtsver
lies sneller, dan mislukt de kuur vaak daar
door. dat de patiënt zich slap gaat voelen, min
der beweging neemt, en met hetzelfde dieet dus
weer dikker wordt. Maar wanneer men de ver
mageringskuur in het juiste tempo uitvoert,
dan blijft daarbü de geschiktheid tot arbeid, de
gezondheid en de levenslust behouden.
De bedoeling bü al deze 'kuren is natuurlük,
om het lichaam min of meer af te bouwen. Dit
geldt echter niet voor alle weefsels, maar eigen-
lük alleen voor het vet, dat in het vetweefsel
ligt opgestapeld. Dit vetweefsel wordt vooral op
sommige plaatsen met vet opgevuld. Daar is op
de eerste plaats het vet in den buikwand, het
vet in het buikvlies, speciaal in het z.g. groote
net, dat over de Ingewanden hangt. Bü andere
Individuen vindt men groote vetophoopingen op
de heupen en boven aan de dijen. Zeldzamer is
de groote vetaanzetting aan de schouders en
aan den nek.
Al dat vet moet weg; en daarvoor is behalve
weinig eten en veel werken ook nog een andere
wijze mogelük. Er bestaan namelük middelen,
die maken, dat de verbranding sneller gaat;
dit zün dus middelen, waarbü minder eten en
harder werken niet noodig zjfn. Dit zün dan
ook de geliefkoosde ontvettingsmiddelen. De be
kendste zün thans een extract van de schild
klier en het nieuwe middel dlnitrophenol.
Dat een extract uit de schildklier de geheele
stofwisseling en daarmee de verbranding ver
snelt. is allang bekend. Diegenen, die een te
sterke werking van hun eigen schildklier heb
ben, dat zün de lüders aan de ziekte van Ba
sedow, verbranden dan ook hun eigen weefstels
snel, zü worden mager, transpireeren veel, be
ven, en hebben een te snellen pols.
En dit zün nu ook de gevaren, die aan de
toediening van de schildklier verbonden zün.
Dat wil niet zeggen, dat het middel niet dik-
wüls werkzaam Is, maar het blüft steeds een
vermageringsmethode, die voorzichtig en onder
toezicht moet geschieden. Niet gering is het
aantal van hen, die door een te lang gebruik
van schildklier voortdurende hartklachten heb
ben overgehouden.
Het nieuwe middel dlnitrophenol schünt
meestal onschuldiger te zün, maar onvertrouw-
baar. Het maakt zonder voorafgaande waar
schuwing soms slachtoffers.
Er zün ook schünmlddelen, en dat zün voor
namelijk zulke middelen, die het lichaam ont
wateren. Men kan daardoor in korten tüd heel
wat vocht verliezen, maar dit resultaat is in den
regel van korten duur.. Ook kan men b.v. door
het nemen van zweetbaden, vooral van een
Turksch bad, in tüd van een uur wel twee of
drie pond in gewicht verhezen. Dit alles zün
geen duurzame resultaten; in een halven of
heelen dag zitten de twee of drie pond er weer
op.
Dan is er nog een vermageringsmethode n l
door de keuze van het voedsel. In den volks
mond luidt het dan ook, dat men van sommige
MWzen niet dikker wordt Zoo is het natuur^
UJk niet. Maar de wüze van voeding is van zeer
groot belang.