Menschelijke persoonlijkheid Minister Marchant verdedigt zijn beleid I Medische kroniek EEN KNAP BETOOG 88 L. ZATERDAG 15 DECEMBER 1934 IDEEËN Ontvettingsmiddelen m - TWEEDE KAMER De strijd tegen Spanje 1EK Het spellingsvraagstuk Kaas voor werkloozen r£A Een aanbod van de Zuivelcentrale 4- •t I Mooie gift De S. D. A. P. verbolgen Mam Automatitch heeft de concentratie haar weertlag op het bijzon der onderwijs Ned. Bioscoopbond geeft f 10.000 voor de werkloozen OBL1GATIE-DIEFSTAL IN INDIË Bezoldiging dienstweigeraars Groei van het bijzonder onderwyt De agenda ONZE REGEERING Kerk. K A I DEN HAAG, 14 December 1934 'arrt* LIBRA. de spreektydrantsoeneering te Dr. MOLLER TH. H. SCHLICHTING k J De totale hoeveelheid kaas is ongeveer 200.000 K.G., zoodat voorbehoud is gemaakt, dat niet de geheele aangevraagde hoeveelheid kan wor den afgeleverd. Tenslotte wordt opgemerkt, dat snelle distri butie van deze in stukken verdeelde en dus grootendeels van de beschermende korst ont dane kaas gewenscht is. Zij kan niet lang in opslag blijven. Ulterlijk 20 Dec. as. moeten de gemeentebe sturen mededeelen, of zij voor de kaas in aan merking wenschen te komen. Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond heeft in zijn dezer dagen gehou den vergadering besloten namens het Neder landsche film- en bioscoopbedrijf een bedrag van 10.000 te schenken als ondersteuning van de, door de regeering, ondernomen winterhulp aan de gezinnen der werkloozen. De Ministerraad onder voorzitterschap van Dr. Cólijn bijeen. Van links naar rechts: Mr. J. R. H. van Schaik, Jhr. Mr. A. C. D. de Graeff. Mr. J. A. de Wilde, Dr. H. CbHjn. Mr. J. A. Kalff, Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, Mr. H. P. Marchant, Mr. M. P. J. Steenberg he, Mr. P. J. Oud, Mr. Dr. L. N. Deckers. (Bovenstaande foto is met toestemming der directie ontleend aan de „Katholieke Illustratie" van deze week) Zooals we gisteren reeds telefonisch meldden z(jn bjj het begin der vergadering de belde mo ties-Kapers verworpen. Er is bij het begin der vergadering ook nog een typisch debatje geweest over een supple- toire begrooting van defensie, waarbij Minister Deckers o.a. een verhooging vroeg van den post voor dienstweigeraars. 1 1935 RUS- moet r des irbeid twee afge- elf aan i alle le het .nuari I jaar in de irbeid stelde lagen, et, de niet gs en nning ver- nsdag doen ar de orga- n een hage. reeds jelne- weede r be- ilster, edrag mag deel te I aan •rmits rond hoo- ligen- el te a der Wat de concentratie bij het openbaar onder wijs betreft, heeft de bewindsman opmerkingen gemaakt, welke van belang zijn. Dat er dien tengevolge van de 22000 kinderen, wier open bare school werd opgeheven, 3000 naar het bij zonder onderwijs zijn overgegaan, die klacht noemde hij overdreven, omdat onder die 3000 er 1500 waren, die bij het bijzonder onderwijs waren beland eenvoudig, omdat hun school in een bijzondere was omgezet. Dat is al Jaren lang de oorzaak van den groei van het bijzon der onderwijs ten koste van het openbare. De Crisis-Zuivelcentrale heeft den-gemeente- besturen medegedeeld, dat zij de beschikking heeft over een groote partij oude kaas in ver schillende soorten van prima hoedanigheid, welke gezien de binnenlandsche behoefte, be zwaarlijk op de gewone wijze via den handel in het verkeer kan worden gebracht Derhalve is besloten, deze partij buiten de markt te hou den en die te bestemmen voor de uitdeellng aan werkloozen, wanneer daartoe althans de mede werking van de gemeentebesturen zou kunnen worden verkregen. De kaas zal voetstoots worden afgeleverd in papier verpakt, in stukken van 1 K.G. elk, zoo dat de uitdeellng ter plaatse op gemakkelijke wijze kan verloopen. De levering en verzending geschiedt franco, mits de gemeentebesturen een bedrag voldoen van 10 cent per K.G. Aan de gemeentebesturen wordt de beslissing overgelaten of de kaas al of niet kosteloos aan de werkloozen zal worden verstrekt. De klem Oranje de eenheid der Nederlanden en de vrij heid van godsdienst voorstond, dat de oorlog geheel tegen zijn gevoelens In pas later tot een godsdienststrijd ontaard is en dat trouwens tij dens den oorlog tegen Spanje slechts 4 pCt. van het Nederlandsche volk niet tot den Ka tholieken godsdienst behoorde. De antl-papls- ten hebben dus wel een heel slechten middag beleefd. Naast de roode fracties stelde zich alleen de Christen-democraat van Houten. Zijn Katho-'belang van het pnderzoek, nog verzwegen. lieke confrater mr. Arts, was weder eens ab sent, gelijk hij zich ok des nachts niet de moeite gegeven had. om althans ’s Ministers antwoord aan te hooren. De S D. A. P. heeft daarop met haar meer radicale geestverwanten, met den heer van Houten en met het duo Kersten-van Dis tegen de begrooting van sociale zaken ge stemd. De laatste twee afgevaardigden grond den natuurlijk hun tegenstemmen op him prln- cipieelen afkeer van de sociale verzekering. De 8. D. A P. daarentegen, verbolgen, omdat de werkloozen niet krijgen kunnen, wat zij hun gaarne had- toegedacht, wenschte blijkbaar den Minister nu ook niet te gunnen, wat hij voor hen bestemmen wil. Minister DECKERS zegt toe, deze aangele genheid eens te zullen bekijken, al acht hij die noodzakelijke rein in tal van gevallen nog wel degelijk aanwezig. Een candidaat in de medi cijnen, die hulpbesteller van de posterijen wordt, of een candidaat-ingenleur, die slooten graven moet in dienst van het Staatsboschbejieer, heb ben toch, zoo zeide hij, nog wel een en ander voor hun beginsel over. En vergeet gij niet, dat de concentratie bij het openbaar onderwijs ook automatisch haar weerslag heeft op het bijzonder, omdat dit laat ste zijn boventallige onderwijzers ziet verloren opperste bereider van het geluk der massa, als de uitdeeler van alle gaven, als de cultuurgod, die boven allen troont en door allen aanbeden moet worden. Want bjj die opvatting wordt de mensch, de burger, middel tot verheerlijking van den staat, van de natie, van het volk, het ras of hoe men het noemen wil. De massa wordt dan slaaf van de gemeenschapsidee en feitelijk van een aantal leiders, die zich als represen tanten van den Staat-god opwerpen. De men schelijke persoonlijkheid is dan weer verdwe nen; in plaats dat de Staat het middel is voor het individu om zijn doel te bereiken, wordt de burger het middel om den Staat aan zijn grootheid te helpen. En in beginsel is daarmee de oude slavernij van het vroegere heidendom teruggekeerd. Daarom kon de moedige Britsche staatsman Baldwin onlangs in het Engelsche parlement de historische woorden spreken, dat er zich van den Rijn tot den Grooten Oceaan één onmetelijke slavenstaat uitstrekt. Het christen dom heeft aldus de Britsche minister de slavernij weten af te schaffen; men heeft het christendom door een nieuw heidendom vervan gen en opnieuw is de slavernij ontstaan. Dit zijn woorden van ontstellende waarheid en droeve werkelijkheid. Het was er de Kerk niet uit een revolutionnalre zucht of huma nitaire bevlieging om te doen de lijfeigenen te bevrijden van het slavenjuk. Aan dien strijd der Kerk, welken zij eeuwen lang gestreden heeft en in de missielanden nog blijft voortzetten, lag aan groot beginsel ten grondslag: de gelijkheid van ieder redelijk schepsel voor God, den Schepper. Ieder mensch, met welke lichamelijke en geestelijke talenten ook bedeeld, en uit welke ouders hij ook geboren wordt, heeft een on sterfelijke ziel en een eigen bestemming. Voor allen geldt hetzelfde natuurrecht en dezelfde wet Gods. Bij den aldus geschapen mensch past geen slavernij. Nooit kan eenig schepsel koop waar zijn in de handen van een ander, en ieder maatschappelijk of staatkundig bestel, dat den geheelen mensch met lichaam en ziel opeischt stelt zich tegenover den Schepper, die al het geschapene, ook den Staat gegeven heeft aan den mensch als middel om zijn einddoel te be reiken. MINISTER MARCHANT heeft zich bij het antwoord over zijn Onderwijsbeleid opnieuw een, zij het ietwat wonderlijk, dan toch zeer bekwaam debater en een first-class jurist getoond. De wijze, waarop hij uitvoerig in ging op de critiek, welke geoefend was op zijn diverse redevoeringen buiten de Kamer de staatsrechtelijke Schönheitsfehler, welke Jhr. de Geer zoo dwars zaten en op zijn vermogen van zich aan te passen aan het milieu, waarin hij vertoeft ook dit was een grief van den leider der Chris telijk-Historische fractie moet meester lijk genoemd worden. Aan het slot zijner zeer uitvoerige rede stippelde Minister Marchant nog even aan, dat wellicht in het groote bezuinlgings- ontwerp, dat de regeering voorbereidt, eenlge wetteljjke grondslagen kunnen worden ge geven voor de noodzakelijke concentratie bij het bijzonder onderwijs. Uit zijn repliek echter kregen wij den indruk, dat dit meer een dreigement was om het bijzonder on derwijs tot de uiterste mate van medewer king te prikkelen. Geschiedt dit tegen betaling dan zal geen hooger bedrag dan de kostende prijs en dat is 10 cent per K.G., mogen worden gevorderd, eventueel verhoogd met de distributiekosten, waarvan geen hooger bedrag dan 2 cent per K.G. aan de afnemers in rekening mag worden gebracht. Aan de werkloozen wordt dus afge leverd tegen een prijs van ten hoogste 12 cent per K.G. De distributie zal mede met het oog op de oontróle, rechtstreeks vanwege de gemeentebe sturen dienen plaats te hebben, dus niet via wederverkoopers, teneinde den handel niet te benadeelen. gaan, waar die bij het openbaar onderwijs ge schrapt worden? Niet, omdat het nu en dan weer zoo uiterst vermakelijk van woordkeuze en mimiek was, verdient dit deel van zijn betoog dien lof, maar omdat er ook Inderdaad een inhoud in stak, welke getuigd van een zeer algemeene kennis. Speciaal wat hjj aanvoerde ter rechtvaardiging van wat hij dezen zomer bjj de opening van de Egmondsche tentoonstelling gezegd heeft, was zoo deugdelijk van argumentatie, dat met name de antl-papisten Lingbeek en Kersten de constructie van hun Nederlandsche Protestant- sche natie geducht hoorden kraken. De tachtig jarige oorlog, aldus de Minister, was geen ge loofsstrijd op de eerste plaats. Het was een on afhankelijkheidsstrijd tegen Spanje, waaraan de katholieken evenzeer hebben meegedaan. En zijn critiek op de verwoesting van de abdjj van Egmond had dan ook slechts „den heer Sonoy” alleen gegolden, omdat deze in uitdrukkeljjken strijd met een verbod van Willem den Zwijger, zich vergrepen had aan dit Benedictijnsch milieu, dat nooit iets anders gedaan had dan zich wijden aan .beschaving en naastenliefde en dat geheel buiten den strijd stond, die op dat oogenblik woedde. Daar kwam dan boven dien nog bij, dat Sonoy geen Nederlander, maar geboortig uit Kleef, en dat de monniken, wier stichting hjj plunderde en brandschatte, uit Italië afkomstig waren. Op knappe wijze ook heeft de Minister de tijd ontbreekt ons, om op détails in te gaan zich verdedigd tegen het verwijt, als zou hij met willekeur allerlei arbitraire beslissingen nemen. Zijn circulaires bedoelen alleen alge meene richtlijnen te geven, om te voorkomen, dat door allerlei mazen van de wet wordt heengeglipt. Betreffende het spellingvraagstuk heeft de Minister geen nieuwe klanken doen hooren Hij acht zich nu eenmaal den overwinnaar in deze zaak en stelt zich op het standpunt, dat als zijn Spetnng geen ingang vindt, er geen andere keus is dan tusschen den chaos en de Vries en te Winkel, en dat de strenge handhaving van deze laatste spelling een onmogelijkheid is. omdat zij zou ingaan tegen de meenlng der deskun digen. De steunverleening zal dus dit jaar geschie den uit gelden, welke de soclaal-democraten den bewindsman hebben willen onthouden. De Katholieke afge vaardigde vroeg den Mi nister, of hjj de spelling- Marchant ook in de Re- geeringsstukken wil in voeren. indien de Ne- derlandsche pers wilde toezeggen, ook harerzijds de nieuwe schrijfwijze te aanvaarden. Ten aanïlen van dit aatste is dr. Moller naar onze mee nlng te optimistisch. Katholieke afgevaardigde toonde met van argumenten aan, dat Willem van De Tweede Kamer heeft besloten, de verga deringen van Dinsdag en Donderdag de volgen de week des avonds acht uur voort te zetten. De Voorzitter heeft zich voorbehouden om, indien de stand der werkzaamheden daartoe aanleiding geeft, de volgende week voor te stel len, ook op Woensdag de vergadering des avonds voort te zetten. Besloten is voorts, de behandeling van de Onderwljsbegrooting voor 1935,as. Dinsdagavond en zoo noodig ook in de volgende avondverga dering voort te zetten. Mede is besloten, hoofdstuk VII B der Rjjks- begrooting voor 1935 <dep. van Financiën) aan de agenda der openbare vergadering toe te voegen, dus na het wetsontwerp tot wijziging der wet houdende tijdelijke voorziening tot ver sterking der middelen tot dekking der uitgaven des Rijks. As. Woensdag komen bjj den aanvang der vergadering eenige kleinere wetsontwerpen aan de orde. Weet gij wel, zoo vroeg de Minister den sociaal-democraat K. Ter Laan, dat te Amster dam per leerkracht bij het openbaar onderwijs 383 en bü het bijzonder 29.96 kinderen geteld worden, te Den Haag respectievelijk 31.46 en 29.88, te Haarlem 45.40 en 28.11, te Rotterdam 3435 en 28.76 en te Utrecht 36 56 en 31.42? Juist omdat een Staat, die zichzelf aan de onderdanen ten doel stelt, in de rechten van God moet treden, juist daarom verzet elk op recht christen zich tegen dergelijke stelsels. En de practUk wijst het uit, dat alle predikers van den almachtigen Staat met de Kerk en den christelljken godsdienst in conflict komen. De Staat, die werkelijk zich zelf als het hoogste doel van den burger beschouwt, zal het niet kunnen dulden dat diezelMe burger door zijn godsdienstige practljken en de opvoeding zijner kinderen voortdurend getuigt: boven U, Staat, gaat mjjn bovennatuurlijke roeping uit! Ik wil mijn plicht doen tegenover de gemeenschap; ik wil mijn burgerplichten volbrengen met hart en ziel, maar niet om u. maar om God! Ook gU zult als vertegenwoordiger der gemeenschap God dienen en verheerlijken en zeker dus mjj on gehinderd laten in mijn dienst tegenover den Schepper, in het volbrengen van mijn hoogste plichten tegenover mijn gezin. Ziehier de eeuwige waarheid omtrent en ook de eeuwige strijd tusschen individu en ge meenschap, tusschen den mensch met zijn per-' soonlijk levensdoel en den verwaten, zelfgenoeg- zamen heerscher van een absolutistischen staat! 8OERABAJA, 14 Dec. (Aneta) De staf- employé van de Ned.-Ind. Escompto Mij., die vernacht wordt de auctor intellectualis te zijn van den obligatie-diefstal, welke twee weken geleden werd ontdekt, is heden in preventieve hechtenis gesteld. Zijn naam wordt, in het In zijn repliek heeft dr. Moller op dezelfde voortreffelijke wijze zijn parate kennis der his torie in het vuur gebracht tegen de anti-pa- plsten LINGBEEK en KERSTEN, die in twee de instantie nog gepoogd hebben ’s ministers betoog over den aard van den strijd tegen Spanje te ontzenuwen en het godsdienstig ka rakter van dezen strijd voor hun propaganda te redden. Oud-minister VAN DIJK, die indertijd de Dienstweigeringswet in het Staatsblad bracht, zijn fractiegenoot DUYMAER VAN TWIST, de Christelljk-Historische afgevaardigde TI- LANUS en de Katholieke afgevaardigde SCHAEPMAN achtten allen de vergoedingen, welke gegeven worden aan dienstweigeraars, die tot anderen staatsdienst worden verplicht, te hoog, 60 en 65 per maand vond men een dus danige vergoeding, dat zulk een dienstweigeraar bevoorrecht wordt boven werkloozen, arbeiders met lage loonen en andere vaderlanders met een minimum bestaan. En men vreesde dan ook, dat de toeneming van het aantal dienstwei geraars wordt veroorzaakt door de omstandig heid, dat de gegeven vergoeding hun positie nog niet zoo onaantrekkelijk maakt. Dit zou natuurlijk geheel in strijd «Ijn met de wet, welke met gewetensbezwaren wilde rekening houden, maar toch tegen misbruik een rem In hield. doordat de dienstweigeraar gedurendé langeren tijd anderen dienst zou moeten ver richten. n den boezem der vette menschen Xm kV spoelen. Een soort toovenxüdde denken zij zich, en een ondankbare taak.heeft degene, die hun dezen droom moet Het lichaam, of liever de weefsels, de bouw stoffen van het lichaam, worden opgebouwd en weer afgebroken. Zooals algemeen bekend is, heeft men berekend, dat ieder mensch na ze ven jaar een geheel nieuw mensch is geworden, dat b.v. iemand van .140 pond in zeven Jarc” 140 pond verslijt en een andere 140 pond heeft aangebouwd. Ik weet niet, of deze berekening eenige waarde heeft, maar zij is toch wel in staat, om een goed licht te werpen op de wijze, waarop de stofwisseling plaats grijpt. Het voed sel heeft twee beteekenissen, n.l. de beteekenis van brandstof en de beteekenis van bouwmate riaal. Voor het bestaan, het voortleven van het lichaam is een zekere hoeveelheid brandstof noodig, die door het voedsel wordt geleverd, want het lichaam, ook in rust, is steeds in be weging. Het hart klopt steeds, het bloed stroomt altijd door, de nlyen werken steeds, de lichaamswarmte blijft immer op dezelfde hoogte, en voor dat alles is een zekere hoeveel heid brandstof noodig. En deze hoeveelheid is vaststaand, niemand kan er bulten. Een andere hoeveelheid voedsel, d.i. brandstof, is noodig voor het verrichten van arbeid, en het hangt dus af van de hoeveelheid arbeid, welke hoe veelheid voedsel daarvoor noodig is. En ten derde is er een hoeveelheid voedsel noodig voor den opbouw, en dit is natuurlijk vooral in de kindsheid en jeugd van belang, maar ook als iemand op volwassen leeftijd zwaarder wordt. Wanneer iemand nu magerder wil worden, kan hij op de eerstgenoemde hoeveelheid voedsel niet gaan sparen, vtant die hoeveelheid is noo- De Christelljk-Historische afgevaardigde TTLANUS heeft intusschen den Minister reeds verzekerd, dat hij niet de illusie moet hebben dat de strijd uit is. Van de afgevaardigden, die dezen middag nog het woord gevoerd hebben, moeten wij noemen den vrjjzinnig-democraat KETELAAR, die vooral critiek oefende op den Onderwijs raad. waar het ontwerp-Grondslagenwet niet minder dan acht maanden is opgehouden het rapport was Juist vandaag binnen gekomen, zei Minister Marchant den anti-revoutionnair Prof. VISSCHER, die zich wel heel erg in algemeenheden verloor, toen hij voor een algeheele reorganisatie pleitte, waardoor aan de „intellectualistische hyper trophic” en de duurte van het onderwijs een einde zou worden gemaakt, en de Katholieke philoloog Dr. MOLLER, die weder een zóó boeiend en sprankelend betoog ten faveure van de vereenvoudigde spelling leverde, dat opnieuw velen in de Kamer den lust voelden opkomen, om hem te veroorloven, de perken van de spreeklijdrantsoeneerlng te buiten te gaan. A lie zonden tegen de natuur wreken zich op verschrikkelijke wijze Dit is een waarheid, welke door de get mieoenls van' alle eeuwen bevestigd wordt. Ze geldt met al leen voor lederen mensch aizoaueriijk maar ook voor alle stelsels, welke aoor dwaailee- raars uitgedacht en in toepassing worden ge bracht en welke tegen de natuur indruischen. Voltaire en Rousseau waren de voorloopers der Fransche revolutie. Zü gingen tegen de men schelijke natuur in, doordat zjj daarvan het sociaal karakter op zjj schoven en in den mensch alleen het individu erkenden. Op deze onnatuurljjke basis werd een valsche staats- en maatschappijleer opgebouwd, welke tot de bruutheden van de vorige eeuw voerde, tot het oorlogszuchtige staatsegoïsme en imperialisme, tot de ongebreidelde concurrentie in handel en industrie; tot de uitbuiting van den economisch zwakke; tot de loonslavernij van het alleen door winzucht beheerschte koopmanschap. Na dit individualisme kwam de reactie van het andere uiterste, eveneens weder door val- sche wljsgeeren ingeluid. Waar de achttiende- eeuwers den mensch tot een absoluut vrij en onafhankelijk wezen uitriepen, uitsluitend op zichzelf aangewezen, daar ontnamen de negen- tiende-eeuwers hem zijn persoonlijkheid. Van Fichte tot Hegel loopt door de onchristelijke philosophic de draad van de verhevenheid van het massale boven het persoonlijke. Er is in den mensch, dat wil zeggen in'eiken mensch afzon derlijk, geen persoonlijk goed of kwaad, heet het in deze leer. Er bestaat slechts het algemeen goede, waaraan de mensch deelachtig kan wor den. Buiten den mensch om, in de cultuurgoe deren der natie, ontwikkelt zich naar Hegel’s opzet welvaart, eer, roem, grootheid, geluk, in een woord: het Ideaal. Door aan den groei en de ontwikkeling van dat algemeen goede mee te werken, krijgt de mensch daaraan deel, straalt de glans van roem en eer op hem terug, voelt hjj zich gelukkig; en zijn persoonlijkheid bepaalt zich slechts in het volbrengen van zijn plicht om mee te bouwen aan de beschaving. Uit zulke leerstellingen volgt onmiddellijk, dat de burger in den staat persoonlijk geen rechten bezit; hjj heeft zich slechts naar het heil van den staat te gedragen, zich geheel op de gemeenschap te richten, daarin volledig, met al zijn lichamelijke en geestelijke vermogens, op te gaan. Het moderne fascisme en nationaal socia lisme berust op deze theorieën, al wordt er na jaren van strijd in de toepassing veel verzacht en gewijzigd, zooals b.v. in Italië het geval was. De grondgedachte van al de nieuwste staats ideeën wortelt echter in deze valsche leer en daarom dient tegenover de nieuwe staatkundige theorieën door al wat christen is uiterste voor zichtigheid te worden betracht. Eigenlijk doen wij verkeerd met te spreken van nieuwe theo rieën; ze zijn al zoo oud als er een heidendom bestaat. Vóór Christus was de idee der supe rioriteit van den staat algemeen in zwang. Het hoogste goed van den vrijen man was zijn staatsburgerschap. Den staat te dienen was zijn roem en zjjn bestaan. Van kinds af leerde hjj het landsbelang als het hoogste levensideaal zien. „Het heil van het gemeenebest zij de hoog ste wet", heette het dan ook bü de Romeinen. En allen, die niet vrij geboren werden, waren slaven, rechtloozen, koopwaar, eerlooze instru menten van de staatsdienaars. Het is een der schoonste overwinningen van het christendom geweest deze heldensche idee te verpletteren en er de persoonlijke waardig heid van den mensch tegenover te stellen. Maar telkens weer, in de vroegste middeleeuwen, in den renaissancetijd en weer in onze dagen steekt het oude heidendom den kop op en dringt den mensch van het voetstuk zijner eigen persoonlijkheid naar den slavenstaat terug! De fout welke al de heidensche hetzij oude of nieuwe philosophen maken, is, dat zjj het ka rakter van den staat misverstaan. Leo XIII gaf dit in enkele woorden aan: „De openbare macht is ingesteld tot nut van degenen, die geregeerd worden." En dit is de eenig logische gedachte voor een maatschappelijke construc tie. Immers, éérst is er de mensch; hü vormt een gezin; meerdere gezinnen vormen een ge meenschap, waarin het recht groeit voor de onderlinge orde en al wat noodig is voor een welvarende samenleving. Deze gemeenschap, deze Staat is er dus om zijn leden in de ge legenheid te stellen hun doel, hun bestemming te bereiken. Uit dit beginsel moeten alle andere staatkundige princiepen worden afgeleid. Wij dienen dus de vraag te stellen: wat is de mensch, voor wlen de Staat er is en zonder wien deze geen reden van bestaan heeft? De mensch is in de schepping van alle andere le vende wezens onderscheiden door zjjn persoon lijkheid; immers de mensch is een persoon; wat wil zeggen, dat hij een doel in zichzelf heeft. Een dier, een bloem, een plant, een vrucht, een werktuig, een grondstof, dat alles is geen doel op zichzelf; het is er slechts om gebruikt te worden; het is middel in handen van den gebruiker, den mensch. En deze „koning der schepping" heeft wel een doel in zichzelf; hü heeft allereerst zijn eigen levensgeluk in het oog te houden, doch zich daarbij vóó te rich ten, dat hij zijn sociale plichten steeds bjj alles laat gelden. De Staat heeft dit tweevoudig karakter van den mensch, zjjn persoonlijkheid en zijn per soonlijke doelstelling naast zijn socialen aan leg, te respecteeren en er voor te zorgen dat elk individu afzonderlijk en allen te zamen als gemeenschap tot den voor hen geëlgenden graad van welstand kunnen komen, dat zij hun geluk, hun bestemming kunnen bereiken; dat dus door onthouding van den Staat of erger, door voorkeur of bevoorrechting, de sterkere den zwakkere niet direct of indirect kan onderdruk ken en ook, dat geen groep door de macht van het getal en steunend op den Staat een klei ner aantal de wet kan voorschrijven. De Staat te boven het individu en de gemeenschap ver heven in zooverre hij het middenpunt is, waar alle krachten te zamen komen en waaruit lei ding en impuls uit gaat. Maar overigens heeft hij een dienende rol, van beschermer, raadge ver, bewaker; werend alle onrecht en wrekend de onrechtvaardigheid. Hij heeft zich niet op te werpen als het doel der gemeenschap, als de dig om het lichaam in stand te houden, om te blijven leven. Maar met het voedsel, dat voor den lichamelljken arbeid noodig is, en met het voedsel, dat voor den opbouw van het lichaam dient, is het anders gesteld. Wanner iemand minder voedsel tot zien neemt, dan voor zjjn arbeid noodig is. dan moet het tekort ergens anders vandaan komen. En dat komt dan uit den voorraad van het lichaam. Het lichaam neemt dan af. De hoeveelheid voedsel, die voor het in leven blijven noodig is, mag natuurlijk niet aangetast worden. Aan vette menschen wordt dus aangeraden, om meer lichaamsbeweging te nemen. Maar helaas is het alles niet zoo eenvoudig. Iedereen weet, dat men niet eenvoudig enkele dagen vas ten en toch maar doorwerken kan. Het is even wel zeker, dat de gewoonte en de oefening hierop grooten Invloed uitoefenen. Maar in het algemeen zijn er strenge grenzen aan deze soort van vermageringskuren. Het lichaam is niet geheel zoo te regelen als men wil. Iemand kan niet door een wilsbesluit uitmaken, dat twee sneden roggebrood voor in standhouding van het lichaam zullen dienen, drie sneden voor den arbeid, terwijl die arbeid vijf sneden roggebrood noodig heeft. De arbeid neemt evengoed die vjff sneden weg. en er blijft 'voor de instandhouding niets meer over. Het gevolg is, dat men al heel spoedig vermoeid wordt, slap en duizelig, en men het werk een voudig niet meer verrichten kan. Met deze wijze van vermagering moet men dus wek voorzichtig te werk gaan. Een andere methode om te vermageren is de gewone arbeid, d-1. de gewone lichaamsbewe ging te verrichten, en de hoeveelheid voedsel te verminderen. Om dezelfde reden als boven v* aangegeven kan dit ook slechts binnen zekere grenzen gebeuren. De beste en de redelijkste wijze van vermagering is deze, dat iemand eerst gedurende eenlgen tijd nagaat, hoe het met zijn gewicht gaat, als hij een bepaalde hoeveelheid voedsel tot zich neemt, en een bepaalde hoe veelheid arbeid verricht. Wanneer de persoon in kwestie nu bemerkt, dat hjj toeneemt, moet hij iets minder eten, b.v. een sneedje brood per dag. Weer een dag of veertien probseren, zoo lang totdat hij de hoeveelheid voedsel gevonden heeft, waarbij hij op gewicht blijft. Dan is het oogenblik gekomen, om het dieet te verminde ren met weer een weinig tegelijk, een sneedje brood, of twee aardappels b.v. Dan zal hjj zien, dat hü in gewicht afneemt, b.v. een half pond per week, of een kilo per maand. Snellere ont- vettlngskuren volgens deze methode zijn niet aan te bevelen. Na eenlgen tüd zal de vermage- raar bemerken, dat hü niet meer afneemt. Dan is de tüd gekomen om weer een klein beetje ■minder te gebruiken. Houdt men het goed vol, dan beteekent dat een gewichtsafname van 13 pond in een half Jaar. Gaat het gewichtsver lies sneller, dan mislukt de kuur vaak daar door. dat de patiënt zich slap gaat voelen, min der beweging neemt, en met hetzelfde dieet dus weer dikker wordt. Maar wanneer men de ver mageringskuur in het juiste tempo uitvoert, dan blijft daarbü de geschiktheid tot arbeid, de gezondheid en de levenslust behouden. De bedoeling bü al deze 'kuren is natuurlük, om het lichaam min of meer af te bouwen. Dit geldt echter niet voor alle weefsels, maar eigen- lük alleen voor het vet, dat in het vetweefsel ligt opgestapeld. Dit vetweefsel wordt vooral op sommige plaatsen met vet opgevuld. Daar is op de eerste plaats het vet in den buikwand, het vet in het buikvlies, speciaal in het z.g. groote net, dat over de Ingewanden hangt. Bü andere Individuen vindt men groote vetophoopingen op de heupen en boven aan de dijen. Zeldzamer is de groote vetaanzetting aan de schouders en aan den nek. Al dat vet moet weg; en daarvoor is behalve weinig eten en veel werken ook nog een andere wijze mogelük. Er bestaan namelük middelen, die maken, dat de verbranding sneller gaat; dit zün dus middelen, waarbü minder eten en harder werken niet noodig zjfn. Dit zün dan ook de geliefkoosde ontvettingsmiddelen. De be kendste zün thans een extract van de schild klier en het nieuwe middel dlnitrophenol. Dat een extract uit de schildklier de geheele stofwisseling en daarmee de verbranding ver snelt. is allang bekend. Diegenen, die een te sterke werking van hun eigen schildklier heb ben, dat zün de lüders aan de ziekte van Ba sedow, verbranden dan ook hun eigen weefstels snel, zü worden mager, transpireeren veel, be ven, en hebben een te snellen pols. En dit zün nu ook de gevaren, die aan de toediening van de schildklier verbonden zün. Dat wil niet zeggen, dat het middel niet dik- wüls werkzaam Is, maar het blüft steeds een vermageringsmethode, die voorzichtig en onder toezicht moet geschieden. Niet gering is het aantal van hen, die door een te lang gebruik van schildklier voortdurende hartklachten heb ben overgehouden. Het nieuwe middel dlnitrophenol schünt meestal onschuldiger te zün, maar onvertrouw- baar. Het maakt zonder voorafgaande waar schuwing soms slachtoffers. Er zün ook schünmlddelen, en dat zün voor namelijk zulke middelen, die het lichaam ont wateren. Men kan daardoor in korten tüd heel wat vocht verliezen, maar dit resultaat is in den regel van korten duur.. Ook kan men b.v. door het nemen van zweetbaden, vooral van een Turksch bad, in tüd van een uur wel twee of drie pond in gewicht verhezen. Dit alles zün geen duurzame resultaten; in een halven of heelen dag zitten de twee of drie pond er weer op. Dan is er nog een vermageringsmethode n l door de keuze van het voedsel. In den volks mond luidt het dan ook, dat men van sommige MWzen niet dikker wordt Zoo is het natuur^ UJk niet. Maar de wüze van voeding is van zeer groot belang.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 19