PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
3^ mAaal «tan cfcn
T;
Het eiland met de duizend gezichten
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
DONDERDAG 27 DECEMBER 1934
Radiumhoudend water
MADAGASCAR
Goudvondst
Onder Fransch bewind
De vergeten
parapluie
Regenstormen
Electriciteitsstaking
Een ooievaar als
waakdier
Muzikale put
Antiek beeldhouwwerk
Jacht in Rusland
DOOR AGATHA CHRISTIE
I
Door alle eeuwen heen heeft het
zyn typisch Afrikaansch ka
rakter behouden
„Eet meer amaranth”
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
van
was
is
der
\L -■
3
stelde
(Wordt vervolgd)
toch zeker niet zeggen,” zei Bfll
r
Door de ervaring der laatste dagen raakten
we met onze bewakers op goeden voet. Wat hun
groene
zuidelijk
Door onze vluchten met Lal-Tsjo-SJan had
den we voldoende olie en benzine aan boord en
oom en Ik losten elkaar af aan den stuurstoel.
Zoo vlogen we ook heel den nacht door en
landden pas den volgenden dag te Nanking,
den zetel der Chineesche regeering. Allereerst
verzonden wij een telegram naar onze families
om hun onze geslaagde vlucht mee te deelen.
We hoopten maar, dat intusschen geen onder
handelaars met een losgeld in contact met oe
piratenkoningin waren getreden, want na onze
vlucht was zij natuurlijk voor elk aannemelijk
bod te vinden.
en met de
toch voor
hoofd
cirkels.
Sa
die
betreft zouden we gerust kunnen vluchten, maar
dat zou hun het leven kosten en daarom moes
ten ze ons wel bewaken. Intusschen zette Ame
rican Pete een ontvluchtingsplan in elkaar en
maakte in het geheim ons vliegtuig startklaar.
Op een warmen middag sloegen wij onze slag.
De bewakers, die In de heete zon lagen te dom
melen. overvielen we en bonden ze met stevige
touwen.
Ze brulden om het hardst, maar de boerderij
lag te ver weg dan dat ze het daar konden
hooren. We renden naar ons toestel, brachten
de propeller in beweging, stapten in de cabine
en even later vlogen we weg in Zuidelijke rich
ting. Ik zag, dat de bewoners van de boerderij
vol spanning naar het toestel keken, maar ze
hadden niet in de gaten, dat wij het waren,
want geen geweer werd op ons toestel gericht.
Nadat Oom Syney. die half bedwelmd was,
weer geheel hersteld was, werden wij naar de
residentie van de piraten-koningin terugge
voerd. Omdat wij haar beleedlgd hadden, duld
de zij ons niet meer op de boerderij. Ons ver
blijf zou zijn een grot, dicht bij haar verblijf
plaats en dus niet ver van het terrein waarop
we gedaald waren.
Toen een boer in het Redwater-district te
Edmanton (Alberta) een emmer water ging
putten, hoorde hij tot zijn verbazing uit den
put het geluid vah muziek komen. Gerulmen
tijd begreep de boer niet vanwaar dit geluld
kwam, doch tenslotte dacht hij eraan, dat de
aacdleiding van zijn radiotoestel aan den put
was bevestigd. Thans verzamelen zijn buren
zich eiken dag rondom den muzikalen put, om
naar modepraatjes, schoonheidswenken en
symphonie-concerten te luisteren.
een
me
genegen
te zijn,
begroette
steeds
ot weerziens, mijnheer Visscher, dank
voor uw bezoek! Groet uw vrouw en uw
lieve kleine Annie en kom met hen eens
gauw uw bezoek herhalen, ja?"
Met deze woorden geleidden de heer en me
vrouw Gulden, hun vriend, den heer Vlsschfr,
de te maken aan de verlegenheid vroeg de heer
Gulden spontaan:
„Waarom zegt u dat? Is 't u vaak gebeurd
dat u de parapluie staan liet?”
Mijnheer^. Leest antwoordde
en keek ernstig_Dc
goedigen glimiach:
„Ja, dat is mij vaak gebeurd. De eerste keer
was het geheel onwillekeurig, maar later deed
ik het met opzet tot op den dag. dat Ik den
moed niet had het regenscherm te halen in een
huis waar ik het had laten staan.
„Vertel dat eens nader” zei mevrouw Gulden,
Everaleigh, „dat Gerry Wade nog niet op te?
Daar moet tets aan gedaan worden."
„Als hij niet oppast zal hij het den een of
anderen dag heelemaal 'zonder ontbijt moeten
stellen,zei Ronny Devereux, „en bemerken
dat het lunch- of thee-tijd is, als IdJ naar be
neden komt gerold."
„Het is schande,’’ zei het meisje, dat Soeks
heette. „Omdat het lady Coote zoo hindert. Ze
gaat hoe langer hoe meer lijken op een kip, die
haar el niet kwijt kan. Het te te erg."
„Laten we hem uit het bed trekken,”
Bill voor. „Kom mee, Jimmy."
„O laten we subtieler zijn." zei het meisje dat
Soeks heette.
Subtiel was een woord waar ze nogal voor
keur voor bad. Ze gebruikte het heel dlawyte.
„Ik ben niet subtfel," zei Jimmy. „Ik weet niet
hoe Ik dat moet aanleggen.'
„Laten we met zijn allen morgen iets uitha
len," stelde Ronny vrij graag voor. „Weet je.
we zullen hem om zeven uur op laten staan
Het huishouden op stelten. Tredwell verliest
zijn valschen snor en laat den theepot vallen.
Lady Coote wordt hysterisch en valt flauw in
BHl’s armen, daar Bil! bet zwaarst gebouwd te.
Pongo drukt zijn emotie uit door zijn bril op det:
grond te werpen en er op te stampen."
,4e kent Gerry niet," zei Jimmy. „Ik geloof
wel dat een massa koud water hem mteschlen
wakker zou kunnen maken, dat wil zeggen als
het oordeelkundig gegooid werd. Maar hij zou
zich slechts omdraaien en weer gaan slapen.”
„O. we moeten iets subtielere vinden dan koud
water,” zei Soeks.
Het Sovjet-Instituut voor Zeldzame Metalen
zal trachten radium te onttrekken aan het wa-
tci rond het eiland TSjeleken in de Kaspische
Zee.
Dit water moet per 1000 kubieke meter
0.3 tot 0.5 milligram radium bevatten, en aan
de hand van proeven met een nieuw procédé is
het instituut gebleken, dat het mogelijk is, dit
radiumhoudende water voor industrieele doel
einden te concentreeren.
Bij ba&erwerk In de haven van Brindisi
werd een fragment van een marmeren beeld
opgehaald en wel de kop van een jong meisje.
By oppervlakkige beschouwing kwam men tot
de conclusie, dat het beeldhouwwerk afkomstig
moet zijn uit de antieke Grieksche periode,
welke conclusie men bevestigd hoopt te zien
door de oudheidkundigen, die zich zeer voor
de vondst interesseeren en de beschikking over
de nieuwe vondst zullen krijgen om nadere
bijzonderheden ervan vast te stellen.
_J ge-
zijn van zuiver Malgachlschen aard.
niet dadelijk
daarna sprak hij met ecu
Eenige inlandsche grondwerkers, die graaf
werk verrichten in verband met den bouw van
een huis In Saxenwald Drive, een straat In het
centrum van Johannesburg, vonden in den
grond een vijftal staven zwartgeworden me
taal. De Europeesche voorman constateerde dat
de staven goud waren en deed aangifte bij de
politie. Het goud werd verkocht en bracht 286
pond sterling op. Dit geld is echter steeds on
der berusting van de politie, daar nog niet is
uitgemaakt aan wlen het toekomt.
Volgens sommigen komt het toe aan de In
boorlingen, die het goud hebben gevonden,
volgens anderen weer aan den voorman, die het
als zoodanig heeft herkend.
Weer anderen zijn van meening, dat het
geld moet worden uitgekeerd aan den eigenaar
van het land, waar het goud werd gevonden.
Het Is echter niet uitgesloten dat de regeering
op het geld beslag zal ieggen.
Verschillende woestiln-stammen In de
hara beklagen zich over de regenstormen,
momenteel heerschen in gedeelten van de Sa
hara. waar gewoonlijk slechts eens of tweemaal
in de vijf jaar regen valt. Het noodweer heeft
vooral in de oase groote schade aangericht en
in enkele oases van grooten omvang is de
oogst geheel vernield.
De jacht in de Sovjet-Unie heeft in de eerste
tien maanden van 1934 een record opgeleverd.
Gedood werden 440.000 stuks wild tegen 279.000
in dezelfde periode van het vorig Jaar.
Onder de bult bevonden zich 190.000 zee
honden. 155.000 Groenlandsche robben, 78.000
dolfijnen, 4640 zeekalveren, 496 sneeuwhazen
en 342 walrussen. De zeehonden werden gevan
gen in de Kaspische zee en de Witte zee en de
dolfijnen in de Zwarte zee.
geschiedenis.”
„Nu dan, luister,” sprak de logé.
„In een tijd, die ver achter me ligt, kwam ik
iHiiimiiiiuiiiiiiisiiiiiiiimiiiHiiiiiiiHiitiii
„O lieve hemel," zei lady Coote. „Is mljnheer-
mljnheer...."
„Wade, mevrouw?"
„Ja, mijnheer Wade. Is hij nóg niet’beneden?”
„Neen, mevrouw."
„Het ts toch al heel laat."
„Ja. mevrouw."
,,O lieve hemel. Ik denk, dat hij toch wel óóit
beneden zal komen, Tredwell?"
„O ongetwijfeld, mevrouw. Gisterenmorgen
kwam mijnheer Wade om half twaalf beneden,
mevrouw."
Lady Coote keek naar de klok. Het was nu
twintig minuten vóór twaall Opeens kreeg ze
een opwelling van menschelijk meegevoel.
„Het is erg vervelend voor jou, Tredwell. dat
je af moet ruimen en dan om één uur de
lunch weer klaar moet hebben."
„Ik ben de manieren van jonge heeran ge
woon, mevrouw."
e boot brengt ons In vijf dagen tjjds van
I 1 Durban naar het eiland met de duizend
gezichten, Madagascar, één der grootste
eilanden ter wereld. Het is 627.000 vierkante
kilometer groot of tweemaal Engeland of zoo
groot als Frankrijk, België en Holland te zanten.
Het heeft zijn typisch Afrlkaansch karakter
door alle eeuwen heen behouden. De oorsprong
der bewoners is ons onbekend, hoewel de alge-
meene opinie van deskundigen is, dat de oor
spronkelijke bewoners van Madagascar, de Va-
zlmba’s, een negerras waren, afkomstig van de
Zambesi.
Hoe het ook zijn moge, dit ras is verdwenen
en thans is het grootste gedeelte der drie en
half mlllioen sterke bevolking van Maleisch-
Polynesischen oorsprong.
Het Maleische type wordt op de hoogte pla
teaux. het indo-polynetische huis aan de oe-
boschte ooskust en het negero-type aan de
westkust aangetroffen.
De Hova’s. die op de hooge plateaux wonen,
Vertoonen een uitgesproken Maleisch type, met
lang zwart haar, waarop ze erg trotsch zijn
met rechte neuzen en olijfkleurige gelaatstint.
Zij zijn beleefd, uiterst intelligent en kinder
lijk verwaand.
Intellectueel de meerderen, geboren politici
Zijn ze voor jaren het overheerschende ras ge
weest en hebben de monarchie gesticht, welke
bijna een eeuw bestaan heeft. Een weinig ten
Zuiden van de Hova’s wonen de Betslleo’s, die
reeds vrij sterk van het aziatische type ver
schillen. Zij hebben gekruld haar, breede neu
zen en *n tamelijk donkere gelaatskleur. Zij zijn
goede landbouwers, maar staan In ontwikkeling
lager dan de Hova’s.
De Bara’s, die nog zuldeljjker wonen, zijn
een prachtras, het mooiste dat op het eiland
aangetroffen wordt. In voorkomen vertoonen
zij het negro-type, ze zijn goed gebouwd en
uiterst lenig. Oorlogszuchtig van natuur leef
den ze in vroegere dagen uitsluitend van roof
tochten in de naburige dorpen. ZIJ hebben een
trotsch onafhankelijk karakter.
Aan de oostkust vinden we de Betsimlsara-
ka’s, vriendelijke menschen, en aan de west
kust de Sakalava's, avonturiers, die de meeste
overeenkomst met de Afrikaansche rassen ver
toonen.
Aan het eind der negentiende eeuw werd
Madagascar geregeerd door de Hova’s onder
een koningin, hoewel de macht in handen van
den eersten minister was. De man was be
schaafd en vreedzaam, totdat corruptie en eigen
belang der eerste ministers een einde aan de
monarchie maakte. Zjj begonnen de Europee
sche bewoners te vervolgen, moorden en op
standen vonden plaats en in 1895 onderdrukte
Frankrijk de opstandige Hova’s en nam het be
wind over het eiland over.
De Fransche politiek is er altijd op uit ge
weest om geweld te vermijden en den inboor-
ing aan te moedigen zich te ontwikkelen. De
Madagassers zijn nog de bezitters hunner hul
zen, landerijen en rijstvelden. Een groot ge
deelte van Tananarive behoort aan Hova-huis-
eigenaren, die dfs rente van hun Europeesche
huurders ontvangen.
Het is hun eigen land dat zij bewerken, de
autoriteiten geven alleen instructies, voorlich
ting en hulp ter bevordering en verbetenng
van den landbouw.
Op voortreffelijke wijze is voor het onder
wijs der inboorlingen gezorgd. Er zijn ruim
achthonderd lagere scholen, waar onderwijs vrij
doch verplichtend is en diverse huishoud-, nij
verheid- en industriescholen, alle toegankelijk
voor den inboorling. Ook is er een medische
school, waar de inboorlingen tot doktoren op
geleid worden, zoodat tegenwoordig het meest
ontoegankelijke deeltje een dokter heeft. Te
Tananarive is een „Instltut Pasteur" en een
Prophylactisch Instituut, dat als één der beste
ter wereld beschouwd wordt. Tenslotte Js er een
school voor fijne kunsten, waar de inboorling
onderricht wordt in weven, grasvlechten, pot
tenbakkerij, kleeden- en meubelmakerij.
Door verschillende omstandigheden gaat Ma
dagascar economisch maar langzaam vooruit.
Het eiland kan zich, dank zij den veelzijdlgen
landbouw, zelf van alles voorzien en de depres
sie wordt er lang niet zoo erg gevoeld als el-
ders.
Industrieel ontwikkelt Madagascar zich snel.
Terwijl de inboorling-industrieën, met uitzon
dering van stroohoeden en materiaal van rai-
fiavezete gemaakt, alleen den binnenlandschen
handel voorzien, bestrijken de industrieën on
der Europeesche leiding ook de buitenlandsche
markten. Onder deze Industrieën vallen: geraf
fineerde suiker, ingelegde vruchten, tapioca,
rijst en pak-zakken een soort Jutezakken
Indische, islamitische en brahmaansche
invloeden zijn in dp Malgachlsche kunst aan
te wijzen. Duidelijk komt dit in de uitgesneden
palen, die tot omamenteering der graftomben
dienen, tot uiting. Arabische invloed is heel
sterk te vinden aan de bewerkte ledikanten en
op moskeedeuren. Ongelukkig genoeg is de
Europeesche invloed het sterkste in de Mal
gachlsche kunst terug te vinden. Droevig doet
het aan, oorspronkelijk decoratieve motieven
volgeplant te zien met een rij dames in creo-
JZoo denk ik er ook over, mevrouw.**
„Ja," zei lady Coote. ,Js zeker"
„Ik dacht wel dat u het goed zoudt vinden,
mevrouw.” zei Mac Donald.
„O zeker,” zei lady Coote weer.
Mac Donald groette, volmaakt m vorm, en
ging heen.
Lady Coote zuchtte ongelukkig en keek hem
na. Jimmy Thesiger, nu voldoende van niertjes
en spek voorzien, kwam naast haar op het ter
ras staan, en zuchtte, maar op een heel andere
manier.
„Verrukkelijke morgen, hé.” merkte hij op.
„Ja?” zei lady Coote verstrooid. „O ja; Ik
geloof het wel. Het was me niet zoo opgeval
len.”
„Waar zijn da anderen? Zijn die aan het
roeien op het meer?”
.Dat denk ik wel. Ik bedeel: het zou me niet
verwonderen, als bet zoo was.”
Lady Coote draafde zich om en snelde plot
seling weer naar binnen. Tredwell stond Juist
den koffiepot te bekijken.
In China wordt op het oogenblik een „Eet
meer amaranth" campagne gevoerd, nadat ge
bleken is. dat amaranth, een soort groente, die
neds 4000 jaai geleden in China werd ontdekt
en hier veelvuldig voorkomt, veel Vitamine C
oevat.
Het vltamlne-gehalte
zelfs grooter zijn dan
pelen en citroenen.
O.a. zou amaranth een goed voorbehoedmid
del zijn tegen scheurbuik en aanverwante ziek
ten.
Het heeft het voordeel, dat het “er goed
koop is. Tot nu toe werd het als tafelgroente
verwaarloosd, behalve door de arme bevolkings
klassen.
van amaranth zou
van spinazie, sinaasap-
J op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Z by levenslange geheele ongeschiktheid trt werken door f "7CH by een ongeval met f OC/l by verlies van een hand f 9C f50 f40 -
fff dDQtlflP S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen T JUUU-~ verlies van belde armen, belde beenen ot beide oogen T 4 doodeiyken afloop J een voet of een oog# l&U- duim ot wijsvinger vV» been of arm# TIZe anderen vinger
lines en soldaten en generaals met *n hoogen
hoed op.
De Madagasser werkt op *s lands producten:
hout, raffia en zijde.
De tallooze decoratieve motieven, die hij
brulkt, r“---
Het nationale motief Is de os, met een vetbult
in den nek. Men ontmoet hem overal, op de
ledikanten der Hova’s, op de „rabanes" een
materiaal van rafflavezels gemaakt en op
beeldhouwwerken. Het is een figuur, die zich
bij uitstek voor decoratieve doeleinden leent.
De alligator en vogels, vooral de arend, zyn
veel gebruikte motieven. Ook de menscheiyke
figuur wordt veelvuldig aangetroffen op le
pels, wandelstokken, „rabanes" en grafzerken.
De man wordt als een stryder, de vrouw met
een kind op haar rug of een kalabas op het
hoofd voorgesteld. De Malgachlsche vrouwen
zyn uitstekende handwerksters. zy vervaar
digen artistieke „rabanes", die zy met ryke
kleuren doorvlechten of voorzien van meetkun
dige patronen. De roode .Jambas" of doods
kleuren zyn van zyde van verschillende kleuren
vervaardigd en rykeiyk geborduurd met prach
tige strakke patronen. Ook het keukengerei der
Madagassers is meestal met mannetjes of os
sen versierd. Hun artistieke aanleg treedt te
vens by de vervaardiging hunner graftomben
in het licht. De gebeeldhouwde houten palen,
die men vooral In het zuldelyk gedeelte vindt,
zijn zeer merkwaardig. Gewooniyk stellen zij
„Hy Is er, hoor. Hy haalt zyn verloren tya
in, geroosterd brood en marmelade verslinden
de. Hoe kunnen we beletten, dat my met ons
meegaat?"
Ze besloten naar lady Coote te gaan en haar
te zeggen, dat ze hem bezig houden moest.
Jimmy en Nancy namen dïe taak op zich. Lady
Coote was verbijsterd en bang.
„Een grap? Je zult toch wel voorzichtig zyn,
Jongelui. Ik bedoel: Je zult de meubels toch niet
stuk maken of ze vernielen of met te veel water
gooien? Jullie weet dat we de volgende week
weer uit het huls moeten. Ik zou niet graag
hebben, dat lord Caterham vond, dat....”
Bill, die was teruggeaeerd van de garage viel
haar geruststellend in de rede.
„Maar u daar niet bezorgd over, lady Coote.
Ik ben heel goed bevriend met Bundle Brent
lord Caterhams dochter en die staat nergens
voor stil, absoluut nergens voor. Dat kunt u van
me aannemen. En bovendien zullen we niets be
schadigen. Dit is een heel rustig gevalletje.”
„Heel subtiel,” zet het meisje dat Soeks
heette.
Lady Coot ging met een droevige uitdrukking
op haar gelaat bet terras langs, toen Gerald
Wade uit de eetkamer kwam. Jimmy Thesiger
was een blonde engelachtige jongeling. En al
wat men kon zeggen van Gerald Wade was dat
zyn gebrek aan gelaatsuitdrukking Jimmy's ge
laat, door het contrast, een heel Intelligent
voorkomen verleende. -
De bevolking van Sofia, met het gemeente
bestuur aan het hoofd, is bezig een krachtige
campagne te voeren, met het doel de bulten-
iandsche maatschappij, die het electrlcitelts-
bedryf in handen heeft, te dwingen haar ta
rieven te verlagen.
De maatschappij kreeg in 1898 voor den duur
van 50 jaar concessie voor het exploiteeren
van een electriclteltsbedryf. De tegenwoordige
tarieven zyn in 1926 vastgesteld, en het ge
meentebestuur wyst erop, dat de pryzen overal
zyn gedaald, en dat de maatschappij haai* ta
rieven overeenkomstig diende te wyzigen.
De maatschappy heeft reeds een verlaging
voorgesteld, welke echter niet voldoende werd
geacht, en tenzy zy alsnog toegeeft, zal een
svond worden uitgekozen, waarop nergens in
de stad gebruik van electrisch licht zal wor
den gemaakt. Studenten zullen dan van huis
tot huis gaan om de bewoners te bewegen,ge
durende den geheelen nacht geen enkel elec
trisch apparaat te gebruiken.
Indien ook dit geen resultaat heeft, zal een
openbare vergadering worden gehouden om te
lfslissen welke maatregelen genomen zullen
w orden.
„Nu, wat dan?” vroeg Ronny kortaf.
Niemand had een antwoord klaar.
„We moesten toch Iets er op vinden" zei Bfll.
„Wie heeft er goede hersens?”
„Pongo," zei Jimmy. „En hier te hy, haastig
voorbysnellend als gewooniyk. Pongo heeft altyd
goeie hersens gehad. Dat Is van zyn Jeugd af
zyn ongeluk geweest. Laten we Pongo eraan zet
ten."
Mynheer Bateman luisterde geduldig naar een
eenfgszlns onsamenhangede uiteenzetting. Zyn
houding was die van een vogel op het punt om
weg te vlieden. Zonder tyd te verhezen gaf hy
zyn oplossing van het geval.
„Ik zou een wekker voorstellen," zei hy vlug.
„Ik gebruik er zelf altyd een, omdat Ik bang
ben me te verslapen. Ik heb namelyk ondervon
den, dat zelfs mijn morgemiiee, die gerulsch-
loos binnen gebracht wordt, soms niet in staat
te me te doen ontwaken."
Hy snelde weg.
.Een wekker?" Ronny schudde het hoofd.
„Eén wekker? Er zouden er een dozyn noodfg
zyn om Gerry Wade In zyn slaap te hinderen."
.Nou en waarom niet?"
Bill was opgewonden en meende het.
„Ik weet het. Ik heb het gevonden. Laten
we alle maal naar Market Basing gaan en elk
een wekker koopen.’”
Ze lachten en discuteerden. BUI en Ronny
gingen weg om auto's te bemachtigen. Jimmy
werd weggezonden om te spionneeren in de
buurt de eetkamer. Hy kwam heel gauw
terug.
secretaris ging langs de andere zyde de kamer
uit, door dc glazen deur, waarin Jimmy Thesiger
nog bemlnneiyk stond te luieren
„Goelen morgen. Pongo,” zei Jftnmy. „Ik moet
die vervelende meisjes aangenaam bezig houden.
Ga je mee?"
Bateman schudde met het hoofd van neen,
en snelde het terras langs en weer naar binnen
door de blblfotheekdeur. Jimmy grinnikte ver
maakt over den aftocht. Hy en Bateman waren
samen op school geweest, toen was Bateman nog
maar een ernstige Jongen met een bril op ge
weest en had den bijnaam Pongo gekregen, nie
mand wist waarom.
Pongo, bedacht Jimmy, was nu zoowat dezelfde
ezel als toen. De woorden: Life is earnest, life is
real’’ hadden wel speciaal voor hem geschreven
kunnen zyn.
Jftnmy geeuwde en kuierde langzaam naar
den vyver. Met haar gedreïën waren daar de
meisjes het gewone soort, twee met donkere
opgeknipte kopjes en één met een blond opge
knipt kopje. De oene, die het meest giechelde
heette (dat dacht hy tenminste) Helen, en de
tweede heette Nancy, en de derde werd om de
een of andere reden aangesproken als Soeks.
By hen waren zyn twee vrienden Bill Everaleigh
en Ronny Devereux, die belden een louter deco
ratieve positie bekleedden aan het ministerie van
Buitenlandsche Zaken.
„Hallo," zei Nancy (of mteschlen was het
Helen). „Het is Jimmy. Waar is.... hoe heet hy
ook weer?”
„Je wilt
Het verwyt was waardig maar onmiskenbaar.
Aldus zou een kerkvorst een Turk of een onge-
loovlge terechtwyzen, die zonder het te weten
en te goeder trouw een ongepastheid begaan
had. Lady Coote bloosde voor de tweede maal
dien morgen.
Maar er kwam een welkome onderbreking.
De deur ging open en een ernstig»1 jonge man
met een bril op stak zyn hroofd naar binnen.
„O bent u hier lagly Coot< Sir Oswald heeft
om u gevraagd.”
„O. ik zal direct naar hem toegaan, mynheer
Bateman.”
Lady Coote snelde weg
Rubert Bateman, sir Oswalds particuliere
een levensgroot gebeeldhouwden man voor, tel-
wyi deze menscheiyke paal boven het
met allerlei meetkundige ïiguren
ruiten en halve manen versierd is.
Madagascar’s, natuurschoon is overweldigend.
In het Noorden ligt de baal van Dtego-Suarez.
na de baal van Rio de Janeiro de mooiste ter
wereld. De kust is omzoomd met uitgestrekt*
tropische bosschen en diepe, helderblauwe me
ren. De hooge plateaux met uitgestrekte berg
reeksen zyn somtyds bar en wild, somtyds dicht
en weelderig begrc»!d. De vlakten zyn uitge
strekte grasvelden waartusschen de purper-
rystvelden scherp afsteken. In het
deel worden ultheemsche struiken en
boomen aangetroffen.
Prachtig getint Is de horizon in het bran
dende zonlicht, schitterend gekleurd Is de
avondhemel en koel zyn de nachten.
Antslrabe is de badplaats by uitnemendheid
en het vacantleoord van Madagascar. De om
ringende bergen geven Antsirabe, verborgen
onder Mimosaboomen en hoog ópschietende ro-
zynstruiken, ’n ideaal klimaat. De warme
bronnen In de omgeving komen die van Vlchy
naby. Tamatave Is een typisch tropisch stadje
aan de smaragdkleurlge zee gelegen, vol pal
men en kokosboomen,
De route van TamatSve naar Tananarive gaat
door een der mooiste streken der wereld. Pyn-
boomen, palmen, bamboes en hibiscus omzoo
men de spooriyn, die langzaam het plateau
opklimt.
Tananarive Is een wonderiyke stad, tegen de
berghellingen gebouwd. Kleine roode huisjes
zyn van den top tot den voet der bergen ge
legerd, en geven den Indruk van huisjes uit
een kinderbouwdoos. Het paleis der koningin
overziet de stad. De bouwstyi van het paleis is
naïef en gecompliceerd en doet ons aan het
tweede kelzerryk denken. Het Is geheel in
overeenstemming met de kleine monarchie, die
den weg van alle monarchieën ging.
Een nieuw soort .waakhond” neemt, geheel
ongevraagd, zijn taak waar by een gebouw in
Sensburg in Oost-Pruisen. Het is n.l. een ooie
vaar, welke inplaats van met zyn soortgenoo-
ten mee te trekken, dit seizoen hier zal over
winteren.
Zeer merkwaardig te, dat het bewaakte huis
het clubgebouw is van de zweef-vllegersclub.
Dit Jaar waren er zeer veel ooievaars in deze
s(reek en de beesten keken nieuwsgierig toe
hoe de menschen hun concurrentie aandeden.
Toen de tyd voor den trek kwam, bleet echter
één ooievaar achter, die met de oplettendheid
van een waakhond het clubgebouw bewaakt en
leder die er niets te maken heeft met zyn
scherpen snavel aanvalt.
naar de deur.
Mynheer Visscher. wiens haardos alreeds be
gon te dunnen, ontblootte nog even beleefd het
hoofd en met een „Dank u, tot weerziens,
hoor!” verliet hy de gastvrije fiénllle Gulden,
waar hy een uurtje zeer gezellig gepraat had.
Toen de voordeur achter hem gesloten was.
veranderde het echtpaar Gulden snel van ge- die heimelyke kwellingen doorstond. Is het een
laatsultdrukking, het vriendelyke lachje ver
dween en mevrouw sprak het eerste: „Ba, wat
een kletskous! Ik dacht dat hij niet meer weg
ging! Gelukkig dat zyn vrouw er niet by was,
die gans!"
.En dan hun dochtertje, die dwingeland, die
overal aanzit als ze hier Is en alles hebben
moet," viel de heer Gulden by.
,,’t Zyn echte parvenu’s, die Visschers.”
„Neem me niet kwalyk,” zei opeens een stem,
Ik heb myn parapluie vergeten.” Mynheer
Visscher was teruggekomen. Met yver begon
het echtpaar te zoeken, slechts met moeite een
verlegen lachje onderdrukkend.
„O, hier heb Ik hem al,” riep de heer Vte-
scher eindelijk en greep de parapluie, die zyn
bezorgde vrouw hem had opgedroi
uitdrukkelijke vermaning erby, deS
al nergens te laten staan. De familie Gulden
begon opnieuw haar vriend duizend groeten
voor zyn gezin op te dragen. Maar ditmaal
sloten ze de voordeur beter, toen de heer Vis
scher den hoek was omgegaan.
„Hy heeft gehoord wat wy geeegd hebben,”
begon mevrouw Gulden.
„Denk je dat,” vroeg haar man.
,-Men hoort altyd wat men niet moet
hooren,” antwoordde onverwachts de stem van
hun logé de heer Leest; deze had zich tydens
het bezoek van den heer Visscher afzydlg ge
houden en was in 't prieel op een bank biyven
zitten. „Ik heb tenminste in 't priëel duideiyk
elk woord verstaan."
„Dan moet hy wel heel woedend op ons zyn,”
zei mevrouw, en daar zy een goedhartige vrouw
was, deed het haar leed. „Maar hoe dikwyis
spreken wy zoo onbezonnen! Een lang bezoek,
mynheer Visscher weet nooit van weggaan,
maakt iemand werkeiyk ongeduldig. Maar
daarom is de zaak niet minder pynlyk. Had jy
er niet aan kunnen denken,” zei ze heftig tot
haar man.
„Wy denken er nooit aan." beweerde kalm
de oude heer Leest. „Daarvan kunt ge u t
test overtuigen als ge eelf eens uw parapluie
iaat staan, wat ik u echter niet zou aanraden!"
De heer en mevrouw Gulden keken hem vra
gend aan.
Sinds jaren waren zU reeds met Leest goed
bevriend.
Het was een gezellige oude heer, in elk op
zicht te vertrouwen en zy hielden veel van
hem. hoewel zy onder elkaar wel eens om
zyn kleine zwakheden en malle gewoonten
lachten. Zyn onfortuinlyk huwelijk had hun
wel eens meermalen stof tot schertsen en pra
ten gegeven. Wel niet boosaardig, doch alleen
zooals men wel eens over iemand praat, die pas
de hielen gelicht heeft.
De toon, waarop de heer Leest daareven ge
sproken had, maakte hen eenigszins verlegen
en herinnerde hen aan eenzelfde voorval, dat
vroeger gebeurd was: na een bezoek van hun
vriend hadden zij eens zeer open over hem ge
sproken en plotseling had zijn stem zooals die
van den heer daareven zeer verlegen gezegd:
.Neem me niet kwalyk, ik heb mijn parapluie
laten staan.”
Maandenlang hadden zy gemeend dat myn
heer Leest hen verstaan moest hebben, vooral
omdat zyn bezoeken zeldzamer werden, later
hadden zy er niet meer aan gedacht. Maar nu
riep de eigenaardige toon, waarop de oude heer
gesproken had, hun die reeds vergeten pyniyke
geschiedenis weer voor den geest. Om een eln-
vaak by
familie, die
zeer
scheen
Men
my steeds met
gejuich, nam
myn hoed en
stok af. schoof een stoel voor me aan en noo-
trigde me ten eten. En Ik geloofde maar al te
graag dat men van my hield. Tot op een goe
den dag....”
„Wat op een goeden dag." herhaalde de heer
Gulden, die zichtbaar opgewonden aan zyn
baard plukte.
„Toen kwam ik terug om myn parapluie te
halen en hoorde ik dat de man zei: .Misschien
laat hy wel een deel van zyn vermogen na. als
hy niet te gierig is.”
En zyn vrouw voegde er aan toe: „Hy, die
ouwe vrek.”
Hoe zal Ik zeggen wat Ik by die woorden
veelde? Ik was als versteend, verpletterd. Dus
niet van my hielden deze goede lieve vrienden,
maar van myn geld! Myn geld golden die har
te lyke begroetingen, die warme handdrukken,
de beste plaats by den haard! Ik zelf was
slechts de gierige ouwe vrek!
.Hé." vielden de Guldens hier In, „dat
slecht van hen. want wie u kent...."
Mynheer Leest glimlachte met een droevig
lachje.
„Ik moet aannemen," vervolgde hy, „dat de
meeste van myn vrienden my zeer slecht ken
den, want allen by wie ik myn regenscherm
vergat, opzettelyk vergat, maakten zich vroolyk
om my. zoodra ik myn hielen gelicht had.
„Die arme duivel." zei eens de man, en zyn
vrouw voegde er bij: zag je hoe verlegen hy
werd, toen het gesprek op lastige aanstellerige
vrouwen kwam. Hy moest zich wat flinker too-
nen, niet zoo laf, daar erger ik me telkens aan.
Ja, bespraakt te hy niet, altyd datzelfde on
derwerp. ’twordt vervelend!"
Dat waren ook goede trouwe vrienden, die
zoo over me spraken. Nog zie Ik het open ge
zicht van den vriend en het lieve lachje
[•astvrouw, voor me."
De Guldens wisselden een angstvalligen blik.
„Sinds dien tyd." vertelde mynheer Visscher
verder, „werd ik beheerscht door het verlangen
te weten hoe myn vrienden over me dachten
en over my spraken. Ik leerde het bitter smar-
teiyk genot kennen, de maskers te zien vallen
en tot In het diepste der zielen te zien. Ik ver
nederde my tot een nieuwsgierigheid, die me
in myn eigen oogen verlaagde. Ik luisterde aan
de deuren en altyd. byna altyd hoorde ik hoe
de menschen, die my met vriendelykheid en
beleefdheid overstelpt hadden, me achter myn
rug hoonden. Ik kon nooit deze behoefte aan
üegen. deze veinzery, deze bedriegiyke bemln-
nelykheid begrypen. Eens werd ik In de gang
door de kinderen van hen, die ik behandelde,
verrast. De heldere onderzoekende blik van den
kleinen jongen genas me voor goed. Ik senaam-
ae me over me zelf, zooals ik me tot dien tyd
over anderen had geschaamd. Ik weerstond
verder de verzoeking te hooren, hoe zy. die my
pas hadden toegelachen, my beoordeelden. Het
begon me onverschillig te worden en dat was
ook een der redenen, waarom ik me meer en
meer van de menschen terug trok.
Mynheer Gulden keek zyn vriend terneer
geslagen aan. Ook zyn vrouw kon haar
schaamte en deelneming niet verbergen. „Wat
hebt gy geleaen, arme man!" En met zachte
stem, de oogen afwendend, vroeg ze:
„Zeg. hebt ge uw parapluie ook by ons ver
geten?”
„Ja. eens!”
De heer en mevrouw Gulden bloosden sterk.
„Waart ge erg boos?"
„Een beetje bedroefd, het eerste oogenblik.
Maar uit het feit dat ik terugkwam, kunt ge
nagaan hoezeer Ik u genegen was." En vrien-
deiyk vervolgde hy:
„Allemaal hebben we onze fouten. Laten we
nooit het woord vergeten: „Wat gy niet ■wilt
dat u geschiedt, doe dat ook aan een ander
niet, en." voegde hy cr met een glimlachje
aan toe:
„Vergeten we toch nooit onze parapluie!”