PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND 3^ mAaal «tan cfcn T; Het eiland met de duizend gezichten HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN DONDERDAG 27 DECEMBER 1934 Radiumhoudend water MADAGASCAR Goudvondst Onder Fransch bewind De vergeten parapluie Regenstormen Electriciteitsstaking Een ooievaar als waakdier Muzikale put Antiek beeldhouwwerk Jacht in Rusland DOOR AGATHA CHRISTIE I Door alle eeuwen heen heeft het zyn typisch Afrikaansch ka rakter behouden „Eet meer amaranth” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL van was is der \L -■ 3 stelde (Wordt vervolgd) toch zeker niet zeggen,” zei Bfll r Door de ervaring der laatste dagen raakten we met onze bewakers op goeden voet. Wat hun groene zuidelijk Door onze vluchten met Lal-Tsjo-SJan had den we voldoende olie en benzine aan boord en oom en Ik losten elkaar af aan den stuurstoel. Zoo vlogen we ook heel den nacht door en landden pas den volgenden dag te Nanking, den zetel der Chineesche regeering. Allereerst verzonden wij een telegram naar onze families om hun onze geslaagde vlucht mee te deelen. We hoopten maar, dat intusschen geen onder handelaars met een losgeld in contact met oe piratenkoningin waren getreden, want na onze vlucht was zij natuurlijk voor elk aannemelijk bod te vinden. en met de toch voor hoofd cirkels. Sa die betreft zouden we gerust kunnen vluchten, maar dat zou hun het leven kosten en daarom moes ten ze ons wel bewaken. Intusschen zette Ame rican Pete een ontvluchtingsplan in elkaar en maakte in het geheim ons vliegtuig startklaar. Op een warmen middag sloegen wij onze slag. De bewakers, die In de heete zon lagen te dom melen. overvielen we en bonden ze met stevige touwen. Ze brulden om het hardst, maar de boerderij lag te ver weg dan dat ze het daar konden hooren. We renden naar ons toestel, brachten de propeller in beweging, stapten in de cabine en even later vlogen we weg in Zuidelijke rich ting. Ik zag, dat de bewoners van de boerderij vol spanning naar het toestel keken, maar ze hadden niet in de gaten, dat wij het waren, want geen geweer werd op ons toestel gericht. Nadat Oom Syney. die half bedwelmd was, weer geheel hersteld was, werden wij naar de residentie van de piraten-koningin terugge voerd. Omdat wij haar beleedlgd hadden, duld de zij ons niet meer op de boerderij. Ons ver blijf zou zijn een grot, dicht bij haar verblijf plaats en dus niet ver van het terrein waarop we gedaald waren. Toen een boer in het Redwater-district te Edmanton (Alberta) een emmer water ging putten, hoorde hij tot zijn verbazing uit den put het geluid vah muziek komen. Gerulmen tijd begreep de boer niet vanwaar dit geluld kwam, doch tenslotte dacht hij eraan, dat de aacdleiding van zijn radiotoestel aan den put was bevestigd. Thans verzamelen zijn buren zich eiken dag rondom den muzikalen put, om naar modepraatjes, schoonheidswenken en symphonie-concerten te luisteren. een me genegen te zijn, begroette steeds ot weerziens, mijnheer Visscher, dank voor uw bezoek! Groet uw vrouw en uw lieve kleine Annie en kom met hen eens gauw uw bezoek herhalen, ja?" Met deze woorden geleidden de heer en me vrouw Gulden, hun vriend, den heer Vlsschfr, de te maken aan de verlegenheid vroeg de heer Gulden spontaan: „Waarom zegt u dat? Is 't u vaak gebeurd dat u de parapluie staan liet?” Mijnheer^. Leest antwoordde en keek ernstig_Dc goedigen glimiach: „Ja, dat is mij vaak gebeurd. De eerste keer was het geheel onwillekeurig, maar later deed ik het met opzet tot op den dag. dat Ik den moed niet had het regenscherm te halen in een huis waar ik het had laten staan. „Vertel dat eens nader” zei mevrouw Gulden, Everaleigh, „dat Gerry Wade nog niet op te? Daar moet tets aan gedaan worden." „Als hij niet oppast zal hij het den een of anderen dag heelemaal 'zonder ontbijt moeten stellen,zei Ronny Devereux, „en bemerken dat het lunch- of thee-tijd is, als IdJ naar be neden komt gerold." „Het is schande,’’ zei het meisje, dat Soeks heette. „Omdat het lady Coote zoo hindert. Ze gaat hoe langer hoe meer lijken op een kip, die haar el niet kwijt kan. Het te te erg." „Laten we hem uit het bed trekken,” Bill voor. „Kom mee, Jimmy." „O laten we subtieler zijn." zei het meisje dat Soeks heette. Subtiel was een woord waar ze nogal voor keur voor bad. Ze gebruikte het heel dlawyte. „Ik ben niet subtfel," zei Jimmy. „Ik weet niet hoe Ik dat moet aanleggen.' „Laten we met zijn allen morgen iets uitha len," stelde Ronny vrij graag voor. „Weet je. we zullen hem om zeven uur op laten staan Het huishouden op stelten. Tredwell verliest zijn valschen snor en laat den theepot vallen. Lady Coote wordt hysterisch en valt flauw in BHl’s armen, daar Bil! bet zwaarst gebouwd te. Pongo drukt zijn emotie uit door zijn bril op det: grond te werpen en er op te stampen." ,4e kent Gerry niet," zei Jimmy. „Ik geloof wel dat een massa koud water hem mteschlen wakker zou kunnen maken, dat wil zeggen als het oordeelkundig gegooid werd. Maar hij zou zich slechts omdraaien en weer gaan slapen.” „O. we moeten iets subtielere vinden dan koud water,” zei Soeks. Het Sovjet-Instituut voor Zeldzame Metalen zal trachten radium te onttrekken aan het wa- tci rond het eiland TSjeleken in de Kaspische Zee. Dit water moet per 1000 kubieke meter 0.3 tot 0.5 milligram radium bevatten, en aan de hand van proeven met een nieuw procédé is het instituut gebleken, dat het mogelijk is, dit radiumhoudende water voor industrieele doel einden te concentreeren. Bij ba&erwerk In de haven van Brindisi werd een fragment van een marmeren beeld opgehaald en wel de kop van een jong meisje. By oppervlakkige beschouwing kwam men tot de conclusie, dat het beeldhouwwerk afkomstig moet zijn uit de antieke Grieksche periode, welke conclusie men bevestigd hoopt te zien door de oudheidkundigen, die zich zeer voor de vondst interesseeren en de beschikking over de nieuwe vondst zullen krijgen om nadere bijzonderheden ervan vast te stellen. _J ge- zijn van zuiver Malgachlschen aard. niet dadelijk daarna sprak hij met ecu Eenige inlandsche grondwerkers, die graaf werk verrichten in verband met den bouw van een huis In Saxenwald Drive, een straat In het centrum van Johannesburg, vonden in den grond een vijftal staven zwartgeworden me taal. De Europeesche voorman constateerde dat de staven goud waren en deed aangifte bij de politie. Het goud werd verkocht en bracht 286 pond sterling op. Dit geld is echter steeds on der berusting van de politie, daar nog niet is uitgemaakt aan wlen het toekomt. Volgens sommigen komt het toe aan de In boorlingen, die het goud hebben gevonden, volgens anderen weer aan den voorman, die het als zoodanig heeft herkend. Weer anderen zijn van meening, dat het geld moet worden uitgekeerd aan den eigenaar van het land, waar het goud werd gevonden. Het Is echter niet uitgesloten dat de regeering op het geld beslag zal ieggen. Verschillende woestiln-stammen In de hara beklagen zich over de regenstormen, momenteel heerschen in gedeelten van de Sa hara. waar gewoonlijk slechts eens of tweemaal in de vijf jaar regen valt. Het noodweer heeft vooral in de oase groote schade aangericht en in enkele oases van grooten omvang is de oogst geheel vernield. De jacht in de Sovjet-Unie heeft in de eerste tien maanden van 1934 een record opgeleverd. Gedood werden 440.000 stuks wild tegen 279.000 in dezelfde periode van het vorig Jaar. Onder de bult bevonden zich 190.000 zee honden. 155.000 Groenlandsche robben, 78.000 dolfijnen, 4640 zeekalveren, 496 sneeuwhazen en 342 walrussen. De zeehonden werden gevan gen in de Kaspische zee en de Witte zee en de dolfijnen in de Zwarte zee. geschiedenis.” „Nu dan, luister,” sprak de logé. „In een tijd, die ver achter me ligt, kwam ik iHiiimiiiiuiiiiiiisiiiiiiiimiiiHiiiiiiiHiitiii „O lieve hemel," zei lady Coote. „Is mljnheer- mljnheer...." „Wade, mevrouw?" „Ja, mijnheer Wade. Is hij nóg niet’beneden?” „Neen, mevrouw." „Het ts toch al heel laat." „Ja. mevrouw." ,,O lieve hemel. Ik denk, dat hij toch wel óóit beneden zal komen, Tredwell?" „O ongetwijfeld, mevrouw. Gisterenmorgen kwam mijnheer Wade om half twaalf beneden, mevrouw." Lady Coote keek naar de klok. Het was nu twintig minuten vóór twaall Opeens kreeg ze een opwelling van menschelijk meegevoel. „Het is erg vervelend voor jou, Tredwell. dat je af moet ruimen en dan om één uur de lunch weer klaar moet hebben." „Ik ben de manieren van jonge heeran ge woon, mevrouw." e boot brengt ons In vijf dagen tjjds van I 1 Durban naar het eiland met de duizend gezichten, Madagascar, één der grootste eilanden ter wereld. Het is 627.000 vierkante kilometer groot of tweemaal Engeland of zoo groot als Frankrijk, België en Holland te zanten. Het heeft zijn typisch Afrlkaansch karakter door alle eeuwen heen behouden. De oorsprong der bewoners is ons onbekend, hoewel de alge- meene opinie van deskundigen is, dat de oor spronkelijke bewoners van Madagascar, de Va- zlmba’s, een negerras waren, afkomstig van de Zambesi. Hoe het ook zijn moge, dit ras is verdwenen en thans is het grootste gedeelte der drie en half mlllioen sterke bevolking van Maleisch- Polynesischen oorsprong. Het Maleische type wordt op de hoogte pla teaux. het indo-polynetische huis aan de oe- boschte ooskust en het negero-type aan de westkust aangetroffen. De Hova’s. die op de hooge plateaux wonen, Vertoonen een uitgesproken Maleisch type, met lang zwart haar, waarop ze erg trotsch zijn met rechte neuzen en olijfkleurige gelaatstint. Zij zijn beleefd, uiterst intelligent en kinder lijk verwaand. Intellectueel de meerderen, geboren politici Zijn ze voor jaren het overheerschende ras ge weest en hebben de monarchie gesticht, welke bijna een eeuw bestaan heeft. Een weinig ten Zuiden van de Hova’s wonen de Betslleo’s, die reeds vrij sterk van het aziatische type ver schillen. Zij hebben gekruld haar, breede neu zen en *n tamelijk donkere gelaatskleur. Zij zijn goede landbouwers, maar staan In ontwikkeling lager dan de Hova’s. De Bara’s, die nog zuldeljjker wonen, zijn een prachtras, het mooiste dat op het eiland aangetroffen wordt. In voorkomen vertoonen zij het negro-type, ze zijn goed gebouwd en uiterst lenig. Oorlogszuchtig van natuur leef den ze in vroegere dagen uitsluitend van roof tochten in de naburige dorpen. ZIJ hebben een trotsch onafhankelijk karakter. Aan de oostkust vinden we de Betsimlsara- ka’s, vriendelijke menschen, en aan de west kust de Sakalava's, avonturiers, die de meeste overeenkomst met de Afrikaansche rassen ver toonen. Aan het eind der negentiende eeuw werd Madagascar geregeerd door de Hova’s onder een koningin, hoewel de macht in handen van den eersten minister was. De man was be schaafd en vreedzaam, totdat corruptie en eigen belang der eerste ministers een einde aan de monarchie maakte. Zjj begonnen de Europee sche bewoners te vervolgen, moorden en op standen vonden plaats en in 1895 onderdrukte Frankrijk de opstandige Hova’s en nam het be wind over het eiland over. De Fransche politiek is er altijd op uit ge weest om geweld te vermijden en den inboor- ing aan te moedigen zich te ontwikkelen. De Madagassers zijn nog de bezitters hunner hul zen, landerijen en rijstvelden. Een groot ge deelte van Tananarive behoort aan Hova-huis- eigenaren, die dfs rente van hun Europeesche huurders ontvangen. Het is hun eigen land dat zij bewerken, de autoriteiten geven alleen instructies, voorlich ting en hulp ter bevordering en verbetenng van den landbouw. Op voortreffelijke wijze is voor het onder wijs der inboorlingen gezorgd. Er zijn ruim achthonderd lagere scholen, waar onderwijs vrij doch verplichtend is en diverse huishoud-, nij verheid- en industriescholen, alle toegankelijk voor den inboorling. Ook is er een medische school, waar de inboorlingen tot doktoren op geleid worden, zoodat tegenwoordig het meest ontoegankelijke deeltje een dokter heeft. Te Tananarive is een „Instltut Pasteur" en een Prophylactisch Instituut, dat als één der beste ter wereld beschouwd wordt. Tenslotte Js er een school voor fijne kunsten, waar de inboorling onderricht wordt in weven, grasvlechten, pot tenbakkerij, kleeden- en meubelmakerij. Door verschillende omstandigheden gaat Ma dagascar economisch maar langzaam vooruit. Het eiland kan zich, dank zij den veelzijdlgen landbouw, zelf van alles voorzien en de depres sie wordt er lang niet zoo erg gevoeld als el- ders. Industrieel ontwikkelt Madagascar zich snel. Terwijl de inboorling-industrieën, met uitzon dering van stroohoeden en materiaal van rai- fiavezete gemaakt, alleen den binnenlandschen handel voorzien, bestrijken de industrieën on der Europeesche leiding ook de buitenlandsche markten. Onder deze Industrieën vallen: geraf fineerde suiker, ingelegde vruchten, tapioca, rijst en pak-zakken een soort Jutezakken Indische, islamitische en brahmaansche invloeden zijn in dp Malgachlsche kunst aan te wijzen. Duidelijk komt dit in de uitgesneden palen, die tot omamenteering der graftomben dienen, tot uiting. Arabische invloed is heel sterk te vinden aan de bewerkte ledikanten en op moskeedeuren. Ongelukkig genoeg is de Europeesche invloed het sterkste in de Mal gachlsche kunst terug te vinden. Droevig doet het aan, oorspronkelijk decoratieve motieven volgeplant te zien met een rij dames in creo- JZoo denk ik er ook over, mevrouw.** „Ja," zei lady Coote. ,Js zeker" „Ik dacht wel dat u het goed zoudt vinden, mevrouw.” zei Mac Donald. „O zeker,” zei lady Coote weer. Mac Donald groette, volmaakt m vorm, en ging heen. Lady Coote zuchtte ongelukkig en keek hem na. Jimmy Thesiger, nu voldoende van niertjes en spek voorzien, kwam naast haar op het ter ras staan, en zuchtte, maar op een heel andere manier. „Verrukkelijke morgen, hé.” merkte hij op. „Ja?” zei lady Coote verstrooid. „O ja; Ik geloof het wel. Het was me niet zoo opgeval len.” „Waar zijn da anderen? Zijn die aan het roeien op het meer?” .Dat denk ik wel. Ik bedeel: het zou me niet verwonderen, als bet zoo was.” Lady Coote draafde zich om en snelde plot seling weer naar binnen. Tredwell stond Juist den koffiepot te bekijken. In China wordt op het oogenblik een „Eet meer amaranth" campagne gevoerd, nadat ge bleken is. dat amaranth, een soort groente, die neds 4000 jaai geleden in China werd ontdekt en hier veelvuldig voorkomt, veel Vitamine C oevat. Het vltamlne-gehalte zelfs grooter zijn dan pelen en citroenen. O.a. zou amaranth een goed voorbehoedmid del zijn tegen scheurbuik en aanverwante ziek ten. Het heeft het voordeel, dat het “er goed koop is. Tot nu toe werd het als tafelgroente verwaarloosd, behalve door de arme bevolkings klassen. van amaranth zou van spinazie, sinaasap- J op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Z by levenslange geheele ongeschiktheid trt werken door f "7CH by een ongeval met f OC/l by verlies van een hand f 9C f50 f40 - fff dDQtlflP S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlrgen T JUUU-~ verlies van belde armen, belde beenen ot beide oogen T 4 doodeiyken afloop J een voet of een oog# l&U- duim ot wijsvinger vV» been of arm# TIZe anderen vinger lines en soldaten en generaals met *n hoogen hoed op. De Madagasser werkt op *s lands producten: hout, raffia en zijde. De tallooze decoratieve motieven, die hij brulkt, r“--- Het nationale motief Is de os, met een vetbult in den nek. Men ontmoet hem overal, op de ledikanten der Hova’s, op de „rabanes" een materiaal van rafflavezels gemaakt en op beeldhouwwerken. Het is een figuur, die zich bij uitstek voor decoratieve doeleinden leent. De alligator en vogels, vooral de arend, zyn veel gebruikte motieven. Ook de menscheiyke figuur wordt veelvuldig aangetroffen op le pels, wandelstokken, „rabanes" en grafzerken. De man wordt als een stryder, de vrouw met een kind op haar rug of een kalabas op het hoofd voorgesteld. De Malgachlsche vrouwen zyn uitstekende handwerksters. zy vervaar digen artistieke „rabanes", die zy met ryke kleuren doorvlechten of voorzien van meetkun dige patronen. De roode .Jambas" of doods kleuren zyn van zyde van verschillende kleuren vervaardigd en rykeiyk geborduurd met prach tige strakke patronen. Ook het keukengerei der Madagassers is meestal met mannetjes of os sen versierd. Hun artistieke aanleg treedt te vens by de vervaardiging hunner graftomben in het licht. De gebeeldhouwde houten palen, die men vooral In het zuldelyk gedeelte vindt, zijn zeer merkwaardig. Gewooniyk stellen zij „Hy Is er, hoor. Hy haalt zyn verloren tya in, geroosterd brood en marmelade verslinden de. Hoe kunnen we beletten, dat my met ons meegaat?" Ze besloten naar lady Coote te gaan en haar te zeggen, dat ze hem bezig houden moest. Jimmy en Nancy namen dïe taak op zich. Lady Coote was verbijsterd en bang. „Een grap? Je zult toch wel voorzichtig zyn, Jongelui. Ik bedoel: Je zult de meubels toch niet stuk maken of ze vernielen of met te veel water gooien? Jullie weet dat we de volgende week weer uit het huls moeten. Ik zou niet graag hebben, dat lord Caterham vond, dat....” Bill, die was teruggeaeerd van de garage viel haar geruststellend in de rede. „Maar u daar niet bezorgd over, lady Coote. Ik ben heel goed bevriend met Bundle Brent lord Caterhams dochter en die staat nergens voor stil, absoluut nergens voor. Dat kunt u van me aannemen. En bovendien zullen we niets be schadigen. Dit is een heel rustig gevalletje.” „Heel subtiel,” zet het meisje dat Soeks heette. Lady Coot ging met een droevige uitdrukking op haar gelaat bet terras langs, toen Gerald Wade uit de eetkamer kwam. Jimmy Thesiger was een blonde engelachtige jongeling. En al wat men kon zeggen van Gerald Wade was dat zyn gebrek aan gelaatsuitdrukking Jimmy's ge laat, door het contrast, een heel Intelligent voorkomen verleende. - De bevolking van Sofia, met het gemeente bestuur aan het hoofd, is bezig een krachtige campagne te voeren, met het doel de bulten- iandsche maatschappij, die het electrlcitelts- bedryf in handen heeft, te dwingen haar ta rieven te verlagen. De maatschappij kreeg in 1898 voor den duur van 50 jaar concessie voor het exploiteeren van een electriclteltsbedryf. De tegenwoordige tarieven zyn in 1926 vastgesteld, en het ge meentebestuur wyst erop, dat de pryzen overal zyn gedaald, en dat de maatschappij haai* ta rieven overeenkomstig diende te wyzigen. De maatschappy heeft reeds een verlaging voorgesteld, welke echter niet voldoende werd geacht, en tenzy zy alsnog toegeeft, zal een svond worden uitgekozen, waarop nergens in de stad gebruik van electrisch licht zal wor den gemaakt. Studenten zullen dan van huis tot huis gaan om de bewoners te bewegen,ge durende den geheelen nacht geen enkel elec trisch apparaat te gebruiken. Indien ook dit geen resultaat heeft, zal een openbare vergadering worden gehouden om te lfslissen welke maatregelen genomen zullen w orden. „Nu, wat dan?” vroeg Ronny kortaf. Niemand had een antwoord klaar. „We moesten toch Iets er op vinden" zei Bfll. „Wie heeft er goede hersens?” „Pongo," zei Jimmy. „En hier te hy, haastig voorbysnellend als gewooniyk. Pongo heeft altyd goeie hersens gehad. Dat Is van zyn Jeugd af zyn ongeluk geweest. Laten we Pongo eraan zet ten." Mynheer Bateman luisterde geduldig naar een eenfgszlns onsamenhangede uiteenzetting. Zyn houding was die van een vogel op het punt om weg te vlieden. Zonder tyd te verhezen gaf hy zyn oplossing van het geval. „Ik zou een wekker voorstellen," zei hy vlug. „Ik gebruik er zelf altyd een, omdat Ik bang ben me te verslapen. Ik heb namelyk ondervon den, dat zelfs mijn morgemiiee, die gerulsch- loos binnen gebracht wordt, soms niet in staat te me te doen ontwaken." Hy snelde weg. .Een wekker?" Ronny schudde het hoofd. „Eén wekker? Er zouden er een dozyn noodfg zyn om Gerry Wade In zyn slaap te hinderen." .Nou en waarom niet?" Bill was opgewonden en meende het. „Ik weet het. Ik heb het gevonden. Laten we alle maal naar Market Basing gaan en elk een wekker koopen.’” Ze lachten en discuteerden. BUI en Ronny gingen weg om auto's te bemachtigen. Jimmy werd weggezonden om te spionneeren in de buurt de eetkamer. Hy kwam heel gauw terug. secretaris ging langs de andere zyde de kamer uit, door dc glazen deur, waarin Jimmy Thesiger nog bemlnneiyk stond te luieren „Goelen morgen. Pongo,” zei Jftnmy. „Ik moet die vervelende meisjes aangenaam bezig houden. Ga je mee?" Bateman schudde met het hoofd van neen, en snelde het terras langs en weer naar binnen door de blblfotheekdeur. Jimmy grinnikte ver maakt over den aftocht. Hy en Bateman waren samen op school geweest, toen was Bateman nog maar een ernstige Jongen met een bril op ge weest en had den bijnaam Pongo gekregen, nie mand wist waarom. Pongo, bedacht Jimmy, was nu zoowat dezelfde ezel als toen. De woorden: Life is earnest, life is real’’ hadden wel speciaal voor hem geschreven kunnen zyn. Jftnmy geeuwde en kuierde langzaam naar den vyver. Met haar gedreïën waren daar de meisjes het gewone soort, twee met donkere opgeknipte kopjes en één met een blond opge knipt kopje. De oene, die het meest giechelde heette (dat dacht hy tenminste) Helen, en de tweede heette Nancy, en de derde werd om de een of andere reden aangesproken als Soeks. By hen waren zyn twee vrienden Bill Everaleigh en Ronny Devereux, die belden een louter deco ratieve positie bekleedden aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken. „Hallo," zei Nancy (of mteschlen was het Helen). „Het is Jimmy. Waar is.... hoe heet hy ook weer?” „Je wilt Het verwyt was waardig maar onmiskenbaar. Aldus zou een kerkvorst een Turk of een onge- loovlge terechtwyzen, die zonder het te weten en te goeder trouw een ongepastheid begaan had. Lady Coote bloosde voor de tweede maal dien morgen. Maar er kwam een welkome onderbreking. De deur ging open en een ernstig»1 jonge man met een bril op stak zyn hroofd naar binnen. „O bent u hier lagly Coot< Sir Oswald heeft om u gevraagd.” „O. ik zal direct naar hem toegaan, mynheer Bateman.” Lady Coote snelde weg Rubert Bateman, sir Oswalds particuliere een levensgroot gebeeldhouwden man voor, tel- wyi deze menscheiyke paal boven het met allerlei meetkundige ïiguren ruiten en halve manen versierd is. Madagascar’s, natuurschoon is overweldigend. In het Noorden ligt de baal van Dtego-Suarez. na de baal van Rio de Janeiro de mooiste ter wereld. De kust is omzoomd met uitgestrekt* tropische bosschen en diepe, helderblauwe me ren. De hooge plateaux met uitgestrekte berg reeksen zyn somtyds bar en wild, somtyds dicht en weelderig begrc»!d. De vlakten zyn uitge strekte grasvelden waartusschen de purper- rystvelden scherp afsteken. In het deel worden ultheemsche struiken en boomen aangetroffen. Prachtig getint Is de horizon in het bran dende zonlicht, schitterend gekleurd Is de avondhemel en koel zyn de nachten. Antslrabe is de badplaats by uitnemendheid en het vacantleoord van Madagascar. De om ringende bergen geven Antsirabe, verborgen onder Mimosaboomen en hoog ópschietende ro- zynstruiken, ’n ideaal klimaat. De warme bronnen In de omgeving komen die van Vlchy naby. Tamatave Is een typisch tropisch stadje aan de smaragdkleurlge zee gelegen, vol pal men en kokosboomen, De route van TamatSve naar Tananarive gaat door een der mooiste streken der wereld. Pyn- boomen, palmen, bamboes en hibiscus omzoo men de spooriyn, die langzaam het plateau opklimt. Tananarive Is een wonderiyke stad, tegen de berghellingen gebouwd. Kleine roode huisjes zyn van den top tot den voet der bergen ge legerd, en geven den Indruk van huisjes uit een kinderbouwdoos. Het paleis der koningin overziet de stad. De bouwstyi van het paleis is naïef en gecompliceerd en doet ons aan het tweede kelzerryk denken. Het Is geheel in overeenstemming met de kleine monarchie, die den weg van alle monarchieën ging. Een nieuw soort .waakhond” neemt, geheel ongevraagd, zijn taak waar by een gebouw in Sensburg in Oost-Pruisen. Het is n.l. een ooie vaar, welke inplaats van met zyn soortgenoo- ten mee te trekken, dit seizoen hier zal over winteren. Zeer merkwaardig te, dat het bewaakte huis het clubgebouw is van de zweef-vllegersclub. Dit Jaar waren er zeer veel ooievaars in deze s(reek en de beesten keken nieuwsgierig toe hoe de menschen hun concurrentie aandeden. Toen de tyd voor den trek kwam, bleet echter één ooievaar achter, die met de oplettendheid van een waakhond het clubgebouw bewaakt en leder die er niets te maken heeft met zyn scherpen snavel aanvalt. naar de deur. Mynheer Visscher. wiens haardos alreeds be gon te dunnen, ontblootte nog even beleefd het hoofd en met een „Dank u, tot weerziens, hoor!” verliet hy de gastvrije fiénllle Gulden, waar hy een uurtje zeer gezellig gepraat had. Toen de voordeur achter hem gesloten was. veranderde het echtpaar Gulden snel van ge- die heimelyke kwellingen doorstond. Is het een laatsultdrukking, het vriendelyke lachje ver dween en mevrouw sprak het eerste: „Ba, wat een kletskous! Ik dacht dat hij niet meer weg ging! Gelukkig dat zyn vrouw er niet by was, die gans!" .En dan hun dochtertje, die dwingeland, die overal aanzit als ze hier Is en alles hebben moet," viel de heer Gulden by. ,,’t Zyn echte parvenu’s, die Visschers.” „Neem me niet kwalyk,” zei opeens een stem, Ik heb myn parapluie vergeten.” Mynheer Visscher was teruggekomen. Met yver begon het echtpaar te zoeken, slechts met moeite een verlegen lachje onderdrukkend. „O, hier heb Ik hem al,” riep de heer Vte- scher eindelijk en greep de parapluie, die zyn bezorgde vrouw hem had opgedroi uitdrukkelijke vermaning erby, deS al nergens te laten staan. De familie Gulden begon opnieuw haar vriend duizend groeten voor zyn gezin op te dragen. Maar ditmaal sloten ze de voordeur beter, toen de heer Vis scher den hoek was omgegaan. „Hy heeft gehoord wat wy geeegd hebben,” begon mevrouw Gulden. „Denk je dat,” vroeg haar man. ,-Men hoort altyd wat men niet moet hooren,” antwoordde onverwachts de stem van hun logé de heer Leest; deze had zich tydens het bezoek van den heer Visscher afzydlg ge houden en was in 't prieel op een bank biyven zitten. „Ik heb tenminste in 't priëel duideiyk elk woord verstaan." „Dan moet hy wel heel woedend op ons zyn,” zei mevrouw, en daar zy een goedhartige vrouw was, deed het haar leed. „Maar hoe dikwyis spreken wy zoo onbezonnen! Een lang bezoek, mynheer Visscher weet nooit van weggaan, maakt iemand werkeiyk ongeduldig. Maar daarom is de zaak niet minder pynlyk. Had jy er niet aan kunnen denken,” zei ze heftig tot haar man. „Wy denken er nooit aan." beweerde kalm de oude heer Leest. „Daarvan kunt ge u t test overtuigen als ge eelf eens uw parapluie iaat staan, wat ik u echter niet zou aanraden!" De heer en mevrouw Gulden keken hem vra gend aan. Sinds jaren waren zU reeds met Leest goed bevriend. Het was een gezellige oude heer, in elk op zicht te vertrouwen en zy hielden veel van hem. hoewel zy onder elkaar wel eens om zyn kleine zwakheden en malle gewoonten lachten. Zyn onfortuinlyk huwelijk had hun wel eens meermalen stof tot schertsen en pra ten gegeven. Wel niet boosaardig, doch alleen zooals men wel eens over iemand praat, die pas de hielen gelicht heeft. De toon, waarop de heer Leest daareven ge sproken had, maakte hen eenigszins verlegen en herinnerde hen aan eenzelfde voorval, dat vroeger gebeurd was: na een bezoek van hun vriend hadden zij eens zeer open over hem ge sproken en plotseling had zijn stem zooals die van den heer daareven zeer verlegen gezegd: .Neem me niet kwalyk, ik heb mijn parapluie laten staan.” Maandenlang hadden zy gemeend dat myn heer Leest hen verstaan moest hebben, vooral omdat zyn bezoeken zeldzamer werden, later hadden zy er niet meer aan gedacht. Maar nu riep de eigenaardige toon, waarop de oude heer gesproken had, hun die reeds vergeten pyniyke geschiedenis weer voor den geest. Om een eln- vaak by familie, die zeer scheen Men my steeds met gejuich, nam myn hoed en stok af. schoof een stoel voor me aan en noo- trigde me ten eten. En Ik geloofde maar al te graag dat men van my hield. Tot op een goe den dag....” „Wat op een goeden dag." herhaalde de heer Gulden, die zichtbaar opgewonden aan zyn baard plukte. „Toen kwam ik terug om myn parapluie te halen en hoorde ik dat de man zei: .Misschien laat hy wel een deel van zyn vermogen na. als hy niet te gierig is.” En zyn vrouw voegde er aan toe: „Hy, die ouwe vrek.” Hoe zal Ik zeggen wat Ik by die woorden veelde? Ik was als versteend, verpletterd. Dus niet van my hielden deze goede lieve vrienden, maar van myn geld! Myn geld golden die har te lyke begroetingen, die warme handdrukken, de beste plaats by den haard! Ik zelf was slechts de gierige ouwe vrek! .Hé." vielden de Guldens hier In, „dat slecht van hen. want wie u kent...." Mynheer Leest glimlachte met een droevig lachje. „Ik moet aannemen," vervolgde hy, „dat de meeste van myn vrienden my zeer slecht ken den, want allen by wie ik myn regenscherm vergat, opzettelyk vergat, maakten zich vroolyk om my. zoodra ik myn hielen gelicht had. „Die arme duivel." zei eens de man, en zyn vrouw voegde er bij: zag je hoe verlegen hy werd, toen het gesprek op lastige aanstellerige vrouwen kwam. Hy moest zich wat flinker too- nen, niet zoo laf, daar erger ik me telkens aan. Ja, bespraakt te hy niet, altyd datzelfde on derwerp. ’twordt vervelend!" Dat waren ook goede trouwe vrienden, die zoo over me spraken. Nog zie Ik het open ge zicht van den vriend en het lieve lachje [•astvrouw, voor me." De Guldens wisselden een angstvalligen blik. „Sinds dien tyd." vertelde mynheer Visscher verder, „werd ik beheerscht door het verlangen te weten hoe myn vrienden over me dachten en over my spraken. Ik leerde het bitter smar- teiyk genot kennen, de maskers te zien vallen en tot In het diepste der zielen te zien. Ik ver nederde my tot een nieuwsgierigheid, die me in myn eigen oogen verlaagde. Ik luisterde aan de deuren en altyd. byna altyd hoorde ik hoe de menschen, die my met vriendelykheid en beleefdheid overstelpt hadden, me achter myn rug hoonden. Ik kon nooit deze behoefte aan üegen. deze veinzery, deze bedriegiyke bemln- nelykheid begrypen. Eens werd ik In de gang door de kinderen van hen, die ik behandelde, verrast. De heldere onderzoekende blik van den kleinen jongen genas me voor goed. Ik senaam- ae me over me zelf, zooals ik me tot dien tyd over anderen had geschaamd. Ik weerstond verder de verzoeking te hooren, hoe zy. die my pas hadden toegelachen, my beoordeelden. Het begon me onverschillig te worden en dat was ook een der redenen, waarom ik me meer en meer van de menschen terug trok. Mynheer Gulden keek zyn vriend terneer geslagen aan. Ook zyn vrouw kon haar schaamte en deelneming niet verbergen. „Wat hebt gy geleaen, arme man!" En met zachte stem, de oogen afwendend, vroeg ze: „Zeg. hebt ge uw parapluie ook by ons ver geten?” „Ja. eens!” De heer en mevrouw Gulden bloosden sterk. „Waart ge erg boos?" „Een beetje bedroefd, het eerste oogenblik. Maar uit het feit dat ik terugkwam, kunt ge nagaan hoezeer Ik u genegen was." En vrien- deiyk vervolgde hy: „Allemaal hebben we onze fouten. Laten we nooit het woord vergeten: „Wat gy niet ■wilt dat u geschiedt, doe dat ook aan een ander niet, en." voegde hy cr met een glimlachje aan toe: „Vergeten we toch nooit onze parapluie!”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1934 | | pagina 10