den dag
<KdvttAaal
aan
DE ENGELSCHE KAPERS
Brieven van Keizer Wilhelm II
aan Czaar Nicolaas
I
I
IS
I
I
VOX POPULI
in.
j
POLITIEK
4
7
\J
7
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
•^7
glMIMIIIIIIIIIIIIWIIIIIW
iiiiiiiiiimiii|ii!iiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiim
a
r
b
IB
I '.X
DINSDAG 15 JANUARI 1935
Het stuk zeep
Graf van Attila
Zonderling geval
Nieuwe secte
7
Poztvluchten
DOOR AGATHA CHRISTIE
I
I
In het verleden ligt
het heden
Eenvoudiger leven door
filmsterren
Opgravingen in Reggio
Elmilia
i
>0
X?
4
4
4
4
4
4
4
4
4
!li|j|llll|||||l|UII
„Hoofdzakelijk gehuld aan d<
oorlog was de tegenstrijdig
heid tusschen daden
en woorden”
Id
lauwe
da-
CEN
ibond.
«zing
I met
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
iHiiiiiiiiiiiii
politiek
r
1
■j
1
o'
II)
I
i
Kabeljauw la en boe vreeseUjk
17.
tooneelwereld ia er van door-
ELFDE HOOF8TUK
HET DINER MET BILL
ta mg een echte Jongen.
Wam «noigcL
aan
SE
De Spanjaarden gehoorzaamden aarzelend. Toen
ae hun wapenrusting afgelegd hadden, werden ze al
len op ezels gezet en gedwongen terug te gaan, van
waar ze gekomen waren. .Neem Je voor ons in acht,
kapitein Gay,” mompelde Don Rltzo, „als Je ooit In
mijn handen valt ben je nog niet gelukkig.
De gevangen Spanjaarden werden op een rij langs
den weg gezet. Ze moesten hun wapens overgeven
en wachtten in spanning af. wat er met hen zou
gebeuren. „Doe ook uw harnassen af” gebood kapitein
Oay.
i Re-
.uziek
over:
sdag-
snder
!20—
>20—
17.20
tadlo
lenen
Ult Reggio Emilia wordt gemeld, dat de op
gravingen, betreffende de hydraulische werken
uit den Romelnschen tijd, thans aanmerkelijk
vorderen. Deze dateeren uit de eerste en tweede
eeuw van het keizerrijk, zij bestaan grooten-
deels uit zware marmerblokken, welke veelal met
fraai beeldhouwwerk versierd of van inscripties
voorzien zijn en zij zijn technisch zoowel als
aesthetisch bijzonder belangwekkend.
De ..Rijstvogel” (thuisreis) vloog Maandag
van Bagdad naar Cairo.
1035
12.05
1.20-
2035
2230
7Ö
len
Dat was den trotschen Spanjaarden te erg. Hun
aanvoerder, Don Rltzo, protesteerde met klem en
weigerde het bevel op te volgen. De kapitein zeide
echter: ,Jk heb die harnassen noodig. Schiet een
beetje op.”
Iemand, die dagelijks een houweel hanteert,
maar niet de kracht heeft een glas bier op te
heffen is het zonderlingste geval dat de ge
zondheidsdienst te Sydney te behandelen kreeg.
De man, een wegwerker, zoo wordt medege
deeld, kwam in een café en bestelde een glas
bier. Hij consumeerde het bier en bestelde een
nieuw glas. Toen hij dit naar zijn mond wilde
brengen, viel het uit zijn hand. Hij bestelde
nog een glas, doch liet ook dit vallen. HU ging
toen naar den dokter, waar bleek, dat ver
scheidene spieren in zjjn pols door loodverglf-
tiglng eenigszlns verlamd waren, dit hinderde
hem niet het minst. Zoodra hU echter alcohol
tot zich nam, trad de verlamming in zulk een
mate op, dat hü een gevuld glas niet kon vast
blUven houden. HU liet zich behandelen en
werd geheelonthouder, waarna de kwaal geheel
genezen was.
n Januari 1920 werden de brieven van 1
zer Wilhelm II aan Czaar Nicolaas gepi
ceerd. ZU toonden met ontstellende du
Ujkheld de onzekerheid en willekeur der zu
persoonlUke en in romantische vormen zich
wegende politiek, die in Dultschland vóór
oorlog werd gemaakt, van een politiek, die
In de nabij Tientsin gelegen woeste berg
streken is een nieuwe godsdienstige secte ge
vormd, die den naam draagt van „Heilige Ge
meente der Hemelsche Poorten".
De leden van deze secte trekken het land
door en verklaren dat zU den weg effenen voor
een nieuwen Messias, die spoedig op aarde zal
komen.
ZU dragen allen gele tulbanden en beweren,
evenals de Boxers van 1900, dat kogels hen niet
kunnen treffen en dat zU dagenlang zonder
voedsel kunnen leven, zonder HchamelUk of
geestelük in krachten af te nemen.
„U vindt 1 natuurlUk een ónmogelijk ver
haal,” zei de jonge man, met een, tikje geraakt
heid in z'n stem.
„Héélemaal niet ónmogelijk.” zei Lemy. „Ik
heb eens ergens in het buitenland precies het
zelfde ondervonden en toen waren we met ons
tweeën, dus dat is eigenlük nog sterker. Geluk
kig herinnerden wU ons, dat ’t hotel aan een
soort gracht stond, dus toen we dat water een
maal hadden, vonden we *t hotel ook.”
BU die mededeeling klaarde de jonge man
op. „In 't buitenland zou ik *t nog niet eens zoo
erg vinden,” sprak hü, „dan kan je altijd naar
een consul gaan om hulp je vragen. Maar in
Mien meent thans in TsJecho-SlowakUe nabU
Turcansky Sv. Martin het graf gevonden te
hebben van Attila, konlng der Hunnen en
„Geesel Gods”.
Men heeft een heuveltje dat op opvallende
wijze midden in een vlak veld stond, afgegraven
en toen deelen gevonden van hetgeen een meta
len doodkist scheen te zUn.
Deskundigen verklaren, dat het metaal een
speciale koperlegeering is, die waarschUnlUk
dateert uit den tijd van Attila.
Naar men zegt heeft Attila drie volkomen
gelUke doodkisten laten maken, die na zün dood
elk met een lUk erin afzonderlUk moesten wor
den begraven,' aoodat niemand ooit de zeker
heid zou hebben, waar zUn graf zich werkeUjk
bevond.
plompe hond, die met zün staart kwispelt als
hu blU is je te zien. De groote hond oefende
in korte stacato blafjes critlek uit en stelde
belangstellende vragen.
,Je ziet er verschrikkelUk goed uit Bundle,
fk kan Je niet vertellen hoe blU ik ben je zien,
ik heb oesters besteld.... je houdt Immers van
oesters? En. hoe staan de zaken? Waarom ben
Je zoo lang in het buitenland gebleven? Heb
je het er leuk gehad?”
.Neen, vervelend,” zei Bundle. .Absoluut
ellendig. Oude, zfekelijke kolonels die zich in
de zon koesteren en uitgedroogde oude vrijsters,
die ultleenbibllotheken en kerken afliepen.”
„Geef mU Engeland maar," zei BUI. „Ik wtl
niets te maken hebben met dat ouitenlandsch
gedoe.... behalve Zwitserland. Zwitserland fs
buitengewoon. Ik ga er met Kerstmis naar toe.
Waarom ga je niet mee?”
„Ik zal er eens over denken," zet Bundle. ,JEn
hoe stel JU het.den laatsten tUd, Bfll?"
Het jyas een onvoorzichtige vraag. Bundle had
ze slechts uit beleefdheid gesteld en als een
voorbereiding om over haar etgen onderwerp te
beginnen. Het was echter de aanleiding waar
BUI op gewacht had.
„Dat is het juist waarover ik je eens wilde
spreken. JU hebt hersens. Bundle, en ik moet
juist raad hebben. Ken JU de Operette „Damn
your eyes?”
„Nu. dan zal ik je eens iets verteUen over het
gemeenste wat je je voor kunt stellen. Lieve
hemel, dfe artlstenkllek Er is een meisje....
een Amerikaanacbe.... een echt* aardige
meid.1’
ger omstandigheden, tóch met Engeland
strUd zUn gekomen.
De eerste voorwaarde voor het Engelsch-Duit-
sche bondgenootschap zou echter een oorlog
met Rusland zijn geweest en dien zocht Wil
helm Juist met alle kracht te verhinderen, wtjl
hU zich sterk genoeg waande, om alléén het
evenwicht te houden en „wereldpolitiek zonder
oorlog” te voeren. Door de politiek van oorlogs-
schuwheid van Wilhelm kreeg Dultschland ten
slotte allen tegen zich en slibberde met allerlei
twUfelachtige bondgenooten in den fatalen oor
log tegen aUe werkeUJke mogendheden.
De keizerlijke brieven bewUzen welk een groot
aandeel Wilhelm II aan deze ongelukkige poli
tiek heeft gehad. Maar er waren nog andere
schuldigen. De RUksdag was op het gebied der
buitenlandsche politiek een factor van nul en
geenerlel waarde en het ministerie van Buiten
landsche zaken bedroog voortdurend het Dult-
sche volk ten opzichte van den werkelUken toe
stand. Iedere oppositie tegen de vredelievende
maar in werkelijkheid tot oorlog voerende per
soonlUke politiek van Wilhelm, die een rustlgen
koers van het schip van staat onmogelUk
maakte, liep tenslotte dood in den strUd der
partUen om de binnenlandsche politiek, die In
het WllhelmUnsche Dultschland nooit luwde,
en waarbU geen enkele burgerlUke partU met
den keizer op slechten voet wilde komen. En de
soclaal-democratlsche partU maakte alléén maar
agitatie voor haar partijprogram en dacht aan
niets andere.
Op den keizer rust zware schuld, maar tevens
op het Dultsche volk, dat wil zeggen: op zün
vertegenwoordiging, den RUksdag.
Nu in het Derde RUk geen werkelUke RUks
dag meer is ligt dé geheele verantwoordelUkheid
voor de toekomst op de leiding en tenslotte op
het volk, dat aan deze leiding volmacht gaf.
ozef Lemy zat op een bank in het park, met
z’n rug naar een heesterboschje, dat het
bek van het park maskeerde, in het gezicht
naar een rijweg, aan 't eind van *t laantje. Het
was een late namiddag vóór in Maart; het don
ker nam toe en de lantaarns waren al aan. Het
laantje was stil en de rUweg ver van druk, en
toch waren er heel wat gestalten, die zich zacht
voortbewogen door het hajf-donker of op een
bank zaten, nauwelUks te onderscheiden van
de schaduw, waarin zU zaten.
De omgeving beviel Lemy wel. ze stemde over
een met zUn stemming van het oogenblik. Geld
zorgen drukten hem niet. Als hU gewild had,
leefde hü nu mee In de straten vol licht en be
weging. HU had in dieper dingen gefaald en
nu was hU somber en cynisch en geneigd, z’n
natuurgenooten waar te nemen, te taxeeren en
te critiaeeren.
Naast hem op de bank zat een oud heertje
met fatsoenlUke kleeren en een zelfbewust ge
laat. Toen hü ópstond en vertrok, stelde Lemy
zich voor, dat hü terugkeerde naar den hutae-
Hjken kring of naar een saai kosthuis.
Langzaam verdween de gedaante van den man
in t donker en z'n plaats op de bank werd bUna
onmlddeiujk ingenomen door een jongen man,
nog al goed gekleed, maar met een alles behalve
opgewekt gezicht. HU gaf aan z’n gevoelens lucht
met een heel krachtig, duidelijk verstaanbaar
woord, terwijl hu zich op de bank liet neervallen.
„U schUnt niet erg in uw humeur te zün,” zei
Lemy. HU had den indruk, dat hU notitie moest
nemen van het krachtige woord.
De jongeman keek hem aan met een vrU-
moedlg-openhartlgen blik.
„U zou ook niet in uw humeur zün, als U
zoo in de knel zat als ik.” antwoordde hU: „ik
heb de grootste stommiteit begaan, die ik maar
met mogelijkheid begaan kon.”
„Zoo?” zei Lemy onverschillig.
„Ik ben vanmiddag in de stad gekomen,” ging
de Jonge man voort, „en ik wilde naar hotel
.Npatorla”, maar toen ik er kwam, zag ik, dat
er een bioscoop voor in de plaats is gekomen.
De taxl-chauffeur recommandeerde me een
ander hotel, wat verderop, en toen ben ik daar>
heen gegaan. Ik schreef een brief aan m'n fa
milie, om mijn adres te melden, en toen ben ik
de straat opgegaan, om een stuk zeep te koopen.
Ik had vergeten zeep in te pakken, en ik heb T
land aan hotelzeep. Toen heb Ik een beetje
rondgeloopen en winkels bekeken en zoo. en
toen ik terug wou, merkte ik opeens, dat ik
den naam van het hotel en van de straat niet
wist. Mooie toestand als je heelemaal geen ken
nissen in New-York 4iebtl Ik kan natuurlUk
naar huis telegrafeeren, maar ze krUgen m’n
brief morgen pas. En nu zit ik zonder geld, want
alles zat in m’n tasch en ik had maar veertig
cent bU me. Daar is de zeep afgegaan, dus daar
zit ik nu met tien koperen centen en ik kan
nergens heen.”
Er volgdë*"<op dit verhaal een welsprekende
s^Ute.
was hU toen hU vloog. Dan is er nog een abso
luut onuitstaanbare Dultsche kerel, die Herr
Eberhard heet. Ik weet niet wïe hU is. maar wU
maken allemaal ellendig veel ophef van hem.
Er is me twee keer gezegd, dat ik met hem
moest gaan lunchen en ik kan Je wel verzekeren
Bundle, dat dat lang geen pretje is. HU is niet
als dfe lui van het Gezelschap. -*ie allen heel
geschikt zUn. Deze man slurpt zUn soep en eet
erwten met een mes. En dat niet alleen, maar
die knul zit altüd op zUn nagels te buten....
hU knaagt er gewoonweg asm.”
„Wat smerig 1"
,Ja hé? Ik geloof, dat hU uitvinder is of iets
dergelUks. Nu, dat zUn ze allemaal. O Ja sir
Oswald Coote."
,»En lady Coote?”
,Ja, ik geloof, dat die ook komt."
Bundle zat eenlge oogenbllkken te pelnmn.
De Hist die Bfll opnoemde gaf t« denken, maar
ze had nu geen tüd om de verschillende moge-
lUkheden nader te overwegen. Ze moest «ver het
volgende punt beginnen.
.RUI.” zei ae, „Hoe zit dat nn met Zeven
WUzerplaten?"
BUI leek opeens vreeselUk de war gebracht.
HU knipperde met de oogen en vermeed haar
blik.
rik weet nfet wat je bedoelt,” zei hU.
„Onzin,” eet Bundle. „Ze hebben mu verteld.
dat JU er alles van wist."
„Waarvan?"
Dat was een lastige vraag. Bundle gooide bet
over een anderen boeg.
ATT T7 op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen
I al <r< I» Ills T-s O ongevallen verzekerd voor een der volgende
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES
dachte aan een bondgenootschap werd dus op
gegeven en men stelde ziclr tevreden met
„vriendschappelUke" betrekkingen, die in wer
kelijkheid van Jaar tot jaar vijandelijker wer
den, te meer, wUl Rusland zich met het Frank-
rUk der revanche op dood en leven had ver
bonden. Rusland zag bU al zUn plannen tegen
TurkUe en OostenrUk het machtige Duitsch-
land als hinderpaal voor zich, en moest de eer
ste gelegenheid gebruiken, om dezen muur te
rammen. Dat niettegenstaande dit Wilhelm op
Rusland bouwde, ja het in zekeren zin van
Berlijn uit geloofde mede te kunnen regeeren
of ten minste te beïnvloeden, omdat hU van
opinie was. dat de zwakke, op een kruitvat zit
tende Nicolaas een trouwe vriend was; dat Wil
helm den czaar tevens geheimen en staatsplan
nen als aan een Dultach bondgenoot toever
trouwde en hem in één adem aanwees, hoe hU
de Doema moest behandelen dat toont een
cntsteUende valsche schatting der werkelUkheld
en een „schwarmen” in romantiek, waarvoor
héél een volk, om niet te zeggen de halve we
reld, moest boeten.
Engeland was, zooals uit de brieven blijkt,
langen tUd van zins, om den lastlgen concur
rent door opneming in de wereldaffalre tevre
den (en tegelUk schaakmat!) te zetten, natuur
lUk onder voorwaarde, dat hU de Engelsche za-
kenbelangen op het vasteland zou behartigen.
Ware het bondgenootschap met Engeland tot
stand gekomen, dan zou Engeland, met behulp
van Dultschland, met Rusland hebben afge
rekend, dan zou Dultschland gedeeld hebben
in den bult (Engeland schUnt niet krenterig te
hebben willen zün!), zou lid geworden zün van
de wereldfirma, maar zou zeker-naderhand, of
schoon pas véél later dan nu, en onder gunstl-
Babe en dat wist ze zelf ook wel. En daarom
ging ze achter haar rug...."
Bundle berustte in het onvermUdelUke en
luisterde naar het gansche verhaal van d< onge
lukkige omstandigheden, die geleid hadden tot
Babe St. Maur’s snelle verdwUning uit de be
zetting van „Damn your Eyes”. Het duurde een
heelen U)d.
Toen hield BUI efndelUk op om Vuem te
scheppen en om haar sympathie met het geval
te betoonen, zei Bundle:
„Je hebt heel en al gélUk, Bfll. Het is een
groote schande. Er moet verschrikkelUk veel
jaloezie zUn onder die lui.”
,X»e heele
kankerd...."
„Dat moet wel. Heeft Jimmy ook iets ervan
gezegd, dat hü de volgende week naar de Abbey
gaat?”
Voor het eerst schonk BlU aandacht aan wat
Bundle zei.
,NU sloeg een massa onzin uit, over wat hU
wude, dat ik den Kabeljauw wUs zou maken.
Dat hü de belangen der conservatieven wenschte
te bevorderen. Maar zooals Je weet Bundle, is
dat een beetje al te riskant."
„Onzin,” zei Bundle. .Als George het mocht
merken, zal hü het jou toch niet kwalUk nemen
Hü zal denken, dat Je voor den gek gehouden
bent, dat is alles."
„Dat ta heelemaal nfet allee." ze! BID. „Ik
bedoel, dat het te riskant ta voor Jimmy. Voor
dat hü het weet, hebben ze hem ergens in
Tooting West geplant en moet hü babies kussen
sn apeeeben houden. JU weet ntet hoe door-.
Bundle ging den volgenden avond vol ver
wachting op weg om haar afspraak met Bill
te houden. Bill groette haar met alle teekenen
opgetogenheid. Bill ta toch heusch aardig,
dacht Bundle bü zichzelf, net een groote.
,,U kent münheer Everslelgh ta het niet?"
„Of ik BlU ken? Maar natuurlUk! Maar
Wat...."
.,Ik denk, dat mijnheer BUI Everslelgh u alles
eal kunnen vertellen wat u over Zeven WUzer
platen wtlt weten."
„Weet BUI ervan? BUI?”
„Dat heb ik niet gezegd. Heelemaal niet. Maar
ft geloof, dat u, daar u een scherpzinnige dame
“ent, wel van hem aan de weet zult komen,
wat u wUt.”
JSn nu,” zet hoofdinspecteur Battle beslist,
•Mg ik geen woord meer!"
zield was door den wil, den vrede te'
en angstig den oorlog te vermüden en.
daardoor tot den oorlog leidde.
Het merkwaardige Is, dat zulk een
lüke politiek In het Derde RUk ook
orde van den dag is. De leiding van dat rük
t wezen
toont zeer veel overeenkomst met het
van Wilhelm II. Eenlge grepen uit de Keizer-
brieven bewüzen het een en ander.
Wilhelm II voerde patriarchale
Voelde zich niet slechts ais den alléén richting
gevenden en verantwoordelüken leider van het
wel en wee van het Dultsche volk, maar tevens
als den uitverkoren beschutter van den wereld
vrede. Hü bouwde zUn politiek huofdzakelük op
op de persoonlUke betrekkingen tusschen de
vorstelüke kringen van Europa, als de absolute
heerscher voriger eeuwen, zonder ooit een kla
ren kük te hebben op de veranderingen in de
wereld, op de medezeggenschap der volken en
op de beslissende beteekenis der openbare
meenlngen. Als hü bü die politiek op den tegen
stand van zUn verantwoordelüke raadslieden
stootte, draalde hU meestal bü, maar begon dan
meteen met grooten Uver nieuwe plannen te
scheppen of voerde de oude in stute verder uit.
Zoo ontstond de beruchte teaenstrüdlgheld in
de Dultsche poUtlek, de tegenstrUdlgheid tus
schen otficieele ambtelüke uitlatingen en kel-
terlüke woorden en handeUngen, die aldoor op
nieuw geretoucheerd en gemilderd njoesten
worden en Dultschland in verdenking van on
betrouwbaarheid, onwaarachtigheid en vredes-
verstoring brachten.
Het voorwaarts strevende Jonge Dultsche rük
moest waarschUnlijk, zooals Moltke bü de stich
ting van het kelzerrük voorspelde, zün aldoor
sterker wordende machtspositie, waarom t al-
Aemeen werd benüd. eens door een nieuwen
^oorlog bevestigen en het sou natuurlüke en logj-
sche politiek zUn geweest, om voor krachtige
bondgenooten te zorgen en het tüdstip van dien
oorlog zelf te bepalen. Maar in stede daarvan,
ging Dultschland, telkens als er oorlog dreigde,
schuw een paar stappen terug, maar pochte dan
tevens onder lawaaierig sabelgerammel op zUn
macht en verving een klaar en duldelük doel
door, om het met een teekénefid Dultseh 'Wdorfl
te noemen; VJelgeschéftlgkeit, die alleen buren
onbehaaglljken overlast aandeed.
De natuurlüke vijand van Dultschland was
Engeland, dat van Jaar tot Jaar in Dultschland
meer den concurrent moest zien op het gebied
der zee, van den handel en der kolonies, waar
door de Engelsche levensbelangen werden be
dreigd. De natuurlüke bondgenoot van Dultsch
land was of scheen Rusland te zün, maar in dat
land namen van jaar tot Jaar de anti-Dultsche
stroomlngen toe en verloor In gelijke mate de
czaar-kaart. waarop de keizer alles zette, aan
beteekenis. Dultschland moest de beslissing ne
men, of het continentale politiek met Rusland
en Frankrük tegen Engeland wilde maken, of.
beter gezegd, zou kunnen maken, en wat trou
wens het natuurlükste en voor Europa wel het
beste geweest was, of dat hst met Engeland een
of andere overeenkomst kon afsluiten, waar
door een oorlog met Rusland weliswaar zoo goed
als zeker werd en de Dultsche machtspositie
binnen zekere grenzen werd gehouden, maar
*astend de
energiek.”
.Nou Ja. dat moeten we dan wagen," zei
Bundle. „Jimmy kan goed voor zich zelf zorgen.”
>HIU kent den Kabeljauw niet,” herhaalde Bill.
„Wie komen er allemaal op die partU Bill?
Is het iets heel aparts?”
„Het gewone aoodje maar. Mevrouw Macatta
onder anderen."
„Dat Ifd van het parlement?"
„Ja Je weet wel die zich altüd rit op te win
den over het „Welvaren" en Zuivere Melz” en
,Ned de Kinderen." Stel je eens voor, dat
Jimmy door haar bewerkt wordt."
„Laat Jimmy er nu maar even bulten. Vertel
verder."
„Dan ta er ook een Hongaarech. een zooge
naamd Jong-Hongaareche gravin met een on-
uitsprekelüken naam. Die ta heel aai dig.”
Hü slikte alsof hü eenigszlns verlegen werd
en Bundle bemerkte, dat hü zün brood zenuw
achtig verkruimelde.
„Jong en schoon”, informeerde ze bescheiden.
„Nou, en of!”
„Ik wist niet, dat George zich interesseerde
voor schoone vrouwen."
,X>, dat doe hü ook niet. ZU I» aan een zulge-
llngenvereenlglng in Boedapest of zoolets.
NatuurlUk stellen zU en mevrouw Macatta be
lang tn elkaar."
„Wie nog meer?"
.JBir Stanley Digby.”
„De minister van de Luchtvaart?”
„Ja, en zün secretaris Terence O Rourke. HU
ta nog een echte jongen of tenuinste dat
I Je eigen land zit je compleet vast, als je in de
knel raakt. Ata ik niet den een at anderen fl-
deelen kerel vind, die me wat geld leent, zal
ik hier ergenrf’ moeten overnachten. Ekifin, t
doet me tenminste al goed, dat U mUn verhaal
niet absoluut ongeloofelük vindt.”
Er klonk nogal warmte in de laatste opmer
king; misschien wilde hü daarmee de hoop uit
drukken, dat Lemy in fldeUteit niet tekort sou
schieten.
„Uw verhaal heeft maar één zwak punt,* zei
Lemy langzaam. „U kunt natuurlijk dat stuk
zeep niet laten zien!**
De jongeman schoot snel rechtop, tastte vlug
in de zakken van z’n overjas en ging staan.
„Ik schün T verloren te hebben,” en er klonk
ergernis in z’n stem.
„*t Lükt op opzetteHjke slordigheid, op één
middag een hotel en een stuk zeep te verhezen,”
zei Lemy met een zweem van sarcasme. Maar
de jonge man wachtte nauwelUks tot hij ultge-
spOken had. HU liep het laantje in, met opge
heven hoofd, in een houding van gekrenkte
waardigheid.
.Zonde en jammer,” peinsde Lemy, „dat uit
gaan om een stuk zeep tb koopen, was t eenlge
aannemelUke in de heele geschiedenis, en Juist
door die kleinig
heid loopt hü er
in. Hü had zoo
handig moeten
zün, een stuk
zeep mee te ne
men, netjes in
een drogistenpa
piertje gepakt. In zün vak is *t nemen van alle
voorzorgsmaatregelen een eerste vereischte.
Na het ventlleeren van deze overpeinzing stond
Lemy op om te gaan en terwUl hü dit deed, ont
snapte hem een uitroep van meewarige verba
zing; op den grond, tegen den poot van de bank,
lag een klein ovaal pakje, netjes gesloten met
een gomstrook, waarop de naam van een
drogisterij stond. Het kon niet andere zün dan
een stuk zeep. Blijkbaar was het uit den zak
van den Jongen man geschoten, toen hü zich
op de bank Het neervallen.
Ben oogenblik later liep Lemy langs bet don
kere laantje, zoekend naar een jeugdige gestalte
in een lichte overjas. Blfna had hU het zoeken
opgegeven, toen hij den jongen man besluiteloos
zag staan op den hoek van den züweg, klaar-
blUkelük twüfelend, of hü de stad tn zou gaan,
of dieper het park in. Toen hü Lemy zag, keerde
hü zich snel om met een vüandlg gezicht.
U^e onmisbare getuige van de waarheid van
uw verhaal ta te voorschün gekomen,” zei Joset
Lemy, en Het het stuk zeep zien. „*t SchUnt uit
uw zak gegleden te zün. toen u naast me kwam
zitten. Toen u weg was, heb ik t op den grond
gevonden. U moet mUn wantrouwen excuseeren,
maar de schün was werkelük tegen U, en nn ik
de getuigenis van de zeep gehoord heb, wil ik
me daar graag aan houden. Ata ik u van dienst
kan zün met een leening van 10 dollar...."
De Jonge man maakte mei een einde daarom
trent. door het biljet in z’n zak te steken.
„Hier hebt u m’n kaartje met mün adres,"
ging Lemy voort, „u kunt het geld tmug sturen,
wanneer U wilt, van de week of zoo; en hier ta
de zeep verlies *t maar niet wéér-, *t heeft U
een goeden dienst bewezen."
„Wat een geluk, dat u T vond,” zei de jonge
man, en toen, met een lichte hapering in z’n
stem, sprak hü een paar dankwoorden, en liep
vlug weg naar den kant van de stad.
„Arme kerel, hU ta er heelemaal van ontdaan.”
zet Lemy tot zichzelf. „Enfin een wonder ta *t
niet; die onverwachte uitkomst moet een heele
opluchting voor hem geweest zün. *t Is meteen
een mooi lesje. Een mensch ta soms te schran
der, als hü oordeelt naar de omstandigheden..”
Toen Lemy terugwandelde naar de bank, waar
het Jtl$lpe drama.ziqU had afgespeeld, zag hü een
ond heertje zoeken, er ondêr’, en' er achter en
aan alle kanten, en hü herkende den man, die
’t eerst naast hem had gezeten.
„Hebt u iets verloren?” vroeg hü.
„Ja. münheer, een stuk aeep."
het Dultsche rijk, wat zün bestaan betreft, be
veiligd werd.
Een bondgenootschap met Rusland bleek,
tengevolge van het verraderlüke panslavlstische
karakter der Russische politiek, meer en meer
«unogelük ten deele door Duitschiands eigen
schuld, want de Dultsche bescherming van den
Islam, het Dultsche geheime protectoraat over
TurkUe, konden onmogelUk samengaan met het
einddoel der Russische politiek, dat bestond in
de opening der Dardanelles het bezit van Con-
•tantlnooel en bescherming der Siaven-volken
op den Balkan. Ook Duitschiands bondgenoot
schap met OostenrUk gal tot contrast met Rus
land aanleiding, want het czarlsttache land be
schouwde zich als de patroon van de nog niet
„verloste" Slavische valken der Donau-monar-
chle.
Daar komt nog bü. dat de keizer, nadat hü
Bismarck „den unbkndigen Alten mit dem nle-
drigen Charakter” weggejaagd had, het ,NUck-
verzlcherungsvertrag" met Rusland, omdat het
„te gecompliceerdT was, had opgezegd. De ge-
17 blJ lë’enslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 blJ met 17 OEafl blJ TerUea een h*na
uhkeeringen 1 kJKJo" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen. JT f wVJs" doodelüken afloop A MkJWw" een voet of een oog
X^N ALLE, RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Bundle verloor den moed. De grieven van
Bill s kennissen waren altüd eindeloos, die gin
gen door, al maar door en waren niet te stuiten.
„Dat meisje. Ze heet Babe St. Maur."
„Het zal me benieuwen hoe ze aan dien naam
kwam,” zei Bundle sarcastisch.
Bill gaf eenvoudig het Juiste antwoord:
„Dfe heeft ze uit Who’s Who? gehaald.” Ze
deed het open en wees met den vinger zonder
te küken. „Heel gehaald, hè? Haar eigenlüke
naam is Goldschmidt of Abrameler.... iets heel
onmogelüks."
„Zeker," stemde Bundle toe.
,Nu Babe St. Maur is tamelUk handig. En
ze is gespierd. Ze was één van de acht meisjes,
die de levende brug vormden.
„BlU," zer Bundle wanhopig, ,4k ben gisteren-
morgen Jimmy Thesiger wezen opzoeken."
„Die goeie ouwe Jimmy," zei Bill. .Nu zooals
ik zei is Babe tamelUk handig. Dat moet je
tegenwoordig wel zün. Ze kan de meeste tooneel.
menschen er tusschen nemen. Ata je wpt leven,
zegt Babe altüd, dan moet je aanmatigend rijn.
En weet Je, toch is het een goeie meld. Ze
kan acteeren.... het is wonderlük. zooals dat
meisje kan acteeren. Ik zet: Waarom probeer
Je hei* echte tooneel niet.... büvoorbeeld
„Mevrouw Tanquerey”.... stukken van die
soort....? Maar Babe lachte aUeen maar....”
,JH«b je Jimmy gesproken?”
,4a. vanmorgen. Waar was ik ook weer? O,
ja. ik had nog niet verteld van de ruzie. En
dan moet je wel weten, dat het Jaloezie was.
eenvoudig kwaadaardige Jaloezie. Het uiterlijk
van dat andere metaje haalde niet bü dat van
Zie, er is een strijd gestreden
Zeer krijgshaftig en volgroeid!
En toch is er in dien oorlog
Zelfs geen druppel bloed gevloeid!
Zwaar en hard is er gevochten
Om een prachtig stukje land,
Want de krijgsberichten las u
Eiken avond in de krant!
Diplomaten confereerden,
Ook hot leger stond paraat,
Want de strijd, die werd gevochten,
Was een strijd van groot formaat!
Maar geen bommen zijn geworpen
En geschoten is er niet,
Geen kanonnen en granaten
Floten een verwoestend lied!
Geen eskader in het luchtruim,
Dat onaangenaam verrast.
Zelfs ondanks de nieuwste vinding
Is geen enkel mensch gegast!
En ofschoon een prachtig landje
Door twee Staten werd betwist
Is de strijd volmaakt gestreden
En tenslotte ook beslist!
Maar een volk heeft hier gestreden,
Want een volk had hier een stem!
Het vox populi vox Dei
Toonde zich hier juist ad rem!
Als er wéér eens moet gevochten
Is het dan niet méér probaat,
Als in plaats van roek’loos vechten
Iedereen ter stembus gaat?
Vele filmsterren, die genoeg hebben van het
weelderige leven in luxueuze paleizen, gaan voor
de verandering een eenvoudiger leven leiden en
nemen hun intrek in landhuisjes, alhoewel de
„cottages" volgens Hollywood’s opvattingen toch
altüd nog hulzen zün met minstens acht kamers
en een paar badkamers.
Het wonen in landhuisjes is in Hollywood op
het oogenblik mode en de meeste sterren, oa.
Kay Francis, Dick Powell, Ruth Chatterton enz.
hebben hun intrek in min of meer groote „cot-
tages" genomen.
John Blondell woont met haar echtgenoot,
den cameraman George Barnes in een ver
plaatsbaar landhuis op een berghelling.
Be be Daniels die. eigenaresse is van drie huis
jes aan het strahd van Santa Monica, woont
zelf In de kleinsde en verhuurt dtf belde andere
aan rüke toeristen.
Het kleinste ta de Andalustache boerenwoning,
die Ann Dvorak en Leslie Penton voor zich
hebben laten bouwen. Deze bevat slechts een
gecombineerde zit- en eetkamer, een slaapkamer
en een keuken.