den dag <KdvttAaal aan DE ENGELSCHE KAPERS Brieven van Keizer Wilhelm II aan Czaar Nicolaas I I IS I I VOX POPULI in. j POLITIEK 4 7 \J 7 HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN •^7 glMIMIIIIIIIIIIIIWIIIIIW iiiiiiiiiimiii|ii!iiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiim a r b IB I '.X DINSDAG 15 JANUARI 1935 Het stuk zeep Graf van Attila Zonderling geval Nieuwe secte 7 Poztvluchten DOOR AGATHA CHRISTIE I I In het verleden ligt het heden Eenvoudiger leven door filmsterren Opgravingen in Reggio Elmilia i >0 X? 4 4 4 4 4 4 4 4 4 !li|j|llll|||||l|UII „Hoofdzakelijk gehuld aan d< oorlog was de tegenstrijdig heid tusschen daden en woorden” Id lauwe da- CEN ibond. «zing I met MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) iHiiiiiiiiiiiii politiek r 1 ■j 1 o' II) I i Kabeljauw la en boe vreeseUjk 17. tooneelwereld ia er van door- ELFDE HOOF8TUK HET DINER MET BILL ta mg een echte Jongen. Wam «noigcL aan SE De Spanjaarden gehoorzaamden aarzelend. Toen ae hun wapenrusting afgelegd hadden, werden ze al len op ezels gezet en gedwongen terug te gaan, van waar ze gekomen waren. .Neem Je voor ons in acht, kapitein Gay,” mompelde Don Rltzo, „als Je ooit In mijn handen valt ben je nog niet gelukkig. De gevangen Spanjaarden werden op een rij langs den weg gezet. Ze moesten hun wapens overgeven en wachtten in spanning af. wat er met hen zou gebeuren. „Doe ook uw harnassen af” gebood kapitein Oay. i Re- .uziek over: sdag- snder !20— >20— 17.20 tadlo lenen Ult Reggio Emilia wordt gemeld, dat de op gravingen, betreffende de hydraulische werken uit den Romelnschen tijd, thans aanmerkelijk vorderen. Deze dateeren uit de eerste en tweede eeuw van het keizerrijk, zij bestaan grooten- deels uit zware marmerblokken, welke veelal met fraai beeldhouwwerk versierd of van inscripties voorzien zijn en zij zijn technisch zoowel als aesthetisch bijzonder belangwekkend. De ..Rijstvogel” (thuisreis) vloog Maandag van Bagdad naar Cairo. 1035 12.05 1.20- 2035 2230 7Ö len Dat was den trotschen Spanjaarden te erg. Hun aanvoerder, Don Rltzo, protesteerde met klem en weigerde het bevel op te volgen. De kapitein zeide echter: ,Jk heb die harnassen noodig. Schiet een beetje op.” Iemand, die dagelijks een houweel hanteert, maar niet de kracht heeft een glas bier op te heffen is het zonderlingste geval dat de ge zondheidsdienst te Sydney te behandelen kreeg. De man, een wegwerker, zoo wordt medege deeld, kwam in een café en bestelde een glas bier. Hij consumeerde het bier en bestelde een nieuw glas. Toen hij dit naar zijn mond wilde brengen, viel het uit zijn hand. Hij bestelde nog een glas, doch liet ook dit vallen. HU ging toen naar den dokter, waar bleek, dat ver scheidene spieren in zjjn pols door loodverglf- tiglng eenigszlns verlamd waren, dit hinderde hem niet het minst. Zoodra hU echter alcohol tot zich nam, trad de verlamming in zulk een mate op, dat hü een gevuld glas niet kon vast blUven houden. HU liet zich behandelen en werd geheelonthouder, waarna de kwaal geheel genezen was. n Januari 1920 werden de brieven van 1 zer Wilhelm II aan Czaar Nicolaas gepi ceerd. ZU toonden met ontstellende du Ujkheld de onzekerheid en willekeur der zu persoonlUke en in romantische vormen zich wegende politiek, die in Dultschland vóór oorlog werd gemaakt, van een politiek, die In de nabij Tientsin gelegen woeste berg streken is een nieuwe godsdienstige secte ge vormd, die den naam draagt van „Heilige Ge meente der Hemelsche Poorten". De leden van deze secte trekken het land door en verklaren dat zU den weg effenen voor een nieuwen Messias, die spoedig op aarde zal komen. ZU dragen allen gele tulbanden en beweren, evenals de Boxers van 1900, dat kogels hen niet kunnen treffen en dat zU dagenlang zonder voedsel kunnen leven, zonder HchamelUk of geestelük in krachten af te nemen. „U vindt 1 natuurlUk een ónmogelijk ver haal,” zei de jonge man, met een, tikje geraakt heid in z'n stem. „Héélemaal niet ónmogelijk.” zei Lemy. „Ik heb eens ergens in het buitenland precies het zelfde ondervonden en toen waren we met ons tweeën, dus dat is eigenlük nog sterker. Geluk kig herinnerden wU ons, dat ’t hotel aan een soort gracht stond, dus toen we dat water een maal hadden, vonden we *t hotel ook.” BU die mededeeling klaarde de jonge man op. „In 't buitenland zou ik *t nog niet eens zoo erg vinden,” sprak hü, „dan kan je altijd naar een consul gaan om hulp je vragen. Maar in Mien meent thans in TsJecho-SlowakUe nabU Turcansky Sv. Martin het graf gevonden te hebben van Attila, konlng der Hunnen en „Geesel Gods”. Men heeft een heuveltje dat op opvallende wijze midden in een vlak veld stond, afgegraven en toen deelen gevonden van hetgeen een meta len doodkist scheen te zUn. Deskundigen verklaren, dat het metaal een speciale koperlegeering is, die waarschUnlUk dateert uit den tijd van Attila. Naar men zegt heeft Attila drie volkomen gelUke doodkisten laten maken, die na zün dood elk met een lUk erin afzonderlUk moesten wor den begraven,' aoodat niemand ooit de zeker heid zou hebben, waar zUn graf zich werkeUjk bevond. plompe hond, die met zün staart kwispelt als hu blU is je te zien. De groote hond oefende in korte stacato blafjes critlek uit en stelde belangstellende vragen. ,Je ziet er verschrikkelUk goed uit Bundle, fk kan Je niet vertellen hoe blU ik ben je zien, ik heb oesters besteld.... je houdt Immers van oesters? En. hoe staan de zaken? Waarom ben Je zoo lang in het buitenland gebleven? Heb je het er leuk gehad?” .Neen, vervelend,” zei Bundle. .Absoluut ellendig. Oude, zfekelijke kolonels die zich in de zon koesteren en uitgedroogde oude vrijsters, die ultleenbibllotheken en kerken afliepen.” „Geef mU Engeland maar," zei BUI. „Ik wtl niets te maken hebben met dat ouitenlandsch gedoe.... behalve Zwitserland. Zwitserland fs buitengewoon. Ik ga er met Kerstmis naar toe. Waarom ga je niet mee?” „Ik zal er eens over denken," zet Bundle. ,JEn hoe stel JU het.den laatsten tUd, Bfll?" Het jyas een onvoorzichtige vraag. Bundle had ze slechts uit beleefdheid gesteld en als een voorbereiding om over haar etgen onderwerp te beginnen. Het was echter de aanleiding waar BUI op gewacht had. „Dat is het juist waarover ik je eens wilde spreken. JU hebt hersens. Bundle, en ik moet juist raad hebben. Ken JU de Operette „Damn your eyes?” „Nu. dan zal ik je eens iets verteUen over het gemeenste wat je je voor kunt stellen. Lieve hemel, dfe artlstenkllek Er is een meisje.... een Amerikaanacbe.... een echt* aardige meid.1’ ger omstandigheden, tóch met Engeland strUd zUn gekomen. De eerste voorwaarde voor het Engelsch-Duit- sche bondgenootschap zou echter een oorlog met Rusland zijn geweest en dien zocht Wil helm Juist met alle kracht te verhinderen, wtjl hU zich sterk genoeg waande, om alléén het evenwicht te houden en „wereldpolitiek zonder oorlog” te voeren. Door de politiek van oorlogs- schuwheid van Wilhelm kreeg Dultschland ten slotte allen tegen zich en slibberde met allerlei twUfelachtige bondgenooten in den fatalen oor log tegen aUe werkeUJke mogendheden. De keizerlijke brieven bewUzen welk een groot aandeel Wilhelm II aan deze ongelukkige poli tiek heeft gehad. Maar er waren nog andere schuldigen. De RUksdag was op het gebied der buitenlandsche politiek een factor van nul en geenerlel waarde en het ministerie van Buiten landsche zaken bedroog voortdurend het Dult- sche volk ten opzichte van den werkelUken toe stand. Iedere oppositie tegen de vredelievende maar in werkelijkheid tot oorlog voerende per soonlUke politiek van Wilhelm, die een rustlgen koers van het schip van staat onmogelUk maakte, liep tenslotte dood in den strUd der partUen om de binnenlandsche politiek, die In het WllhelmUnsche Dultschland nooit luwde, en waarbU geen enkele burgerlUke partU met den keizer op slechten voet wilde komen. En de soclaal-democratlsche partU maakte alléén maar agitatie voor haar partijprogram en dacht aan niets andere. Op den keizer rust zware schuld, maar tevens op het Dultsche volk, dat wil zeggen: op zün vertegenwoordiging, den RUksdag. Nu in het Derde RUk geen werkelUke RUks dag meer is ligt dé geheele verantwoordelUkheid voor de toekomst op de leiding en tenslotte op het volk, dat aan deze leiding volmacht gaf. ozef Lemy zat op een bank in het park, met z’n rug naar een heesterboschje, dat het bek van het park maskeerde, in het gezicht naar een rijweg, aan 't eind van *t laantje. Het was een late namiddag vóór in Maart; het don ker nam toe en de lantaarns waren al aan. Het laantje was stil en de rUweg ver van druk, en toch waren er heel wat gestalten, die zich zacht voortbewogen door het hajf-donker of op een bank zaten, nauwelUks te onderscheiden van de schaduw, waarin zU zaten. De omgeving beviel Lemy wel. ze stemde over een met zUn stemming van het oogenblik. Geld zorgen drukten hem niet. Als hU gewild had, leefde hü nu mee In de straten vol licht en be weging. HU had in dieper dingen gefaald en nu was hU somber en cynisch en geneigd, z’n natuurgenooten waar te nemen, te taxeeren en te critiaeeren. Naast hem op de bank zat een oud heertje met fatsoenlUke kleeren en een zelfbewust ge laat. Toen hü ópstond en vertrok, stelde Lemy zich voor, dat hü terugkeerde naar den hutae- Hjken kring of naar een saai kosthuis. Langzaam verdween de gedaante van den man in t donker en z'n plaats op de bank werd bUna onmlddeiujk ingenomen door een jongen man, nog al goed gekleed, maar met een alles behalve opgewekt gezicht. HU gaf aan z’n gevoelens lucht met een heel krachtig, duidelijk verstaanbaar woord, terwijl hu zich op de bank liet neervallen. „U schUnt niet erg in uw humeur te zün,” zei Lemy. HU had den indruk, dat hU notitie moest nemen van het krachtige woord. De jongeman keek hem aan met een vrU- moedlg-openhartlgen blik. „U zou ook niet in uw humeur zün, als U zoo in de knel zat als ik.” antwoordde hU: „ik heb de grootste stommiteit begaan, die ik maar met mogelijkheid begaan kon.” „Zoo?” zei Lemy onverschillig. „Ik ben vanmiddag in de stad gekomen,” ging de Jonge man voort, „en ik wilde naar hotel .Npatorla”, maar toen ik er kwam, zag ik, dat er een bioscoop voor in de plaats is gekomen. De taxl-chauffeur recommandeerde me een ander hotel, wat verderop, en toen ben ik daar> heen gegaan. Ik schreef een brief aan m'n fa milie, om mijn adres te melden, en toen ben ik de straat opgegaan, om een stuk zeep te koopen. Ik had vergeten zeep in te pakken, en ik heb T land aan hotelzeep. Toen heb Ik een beetje rondgeloopen en winkels bekeken en zoo. en toen ik terug wou, merkte ik opeens, dat ik den naam van het hotel en van de straat niet wist. Mooie toestand als je heelemaal geen ken nissen in New-York 4iebtl Ik kan natuurlUk naar huis telegrafeeren, maar ze krUgen m’n brief morgen pas. En nu zit ik zonder geld, want alles zat in m’n tasch en ik had maar veertig cent bU me. Daar is de zeep afgegaan, dus daar zit ik nu met tien koperen centen en ik kan nergens heen.” Er volgdë*"<op dit verhaal een welsprekende s^Ute. was hU toen hU vloog. Dan is er nog een abso luut onuitstaanbare Dultsche kerel, die Herr Eberhard heet. Ik weet niet wïe hU is. maar wU maken allemaal ellendig veel ophef van hem. Er is me twee keer gezegd, dat ik met hem moest gaan lunchen en ik kan Je wel verzekeren Bundle, dat dat lang geen pretje is. HU is niet als dfe lui van het Gezelschap. -*ie allen heel geschikt zUn. Deze man slurpt zUn soep en eet erwten met een mes. En dat niet alleen, maar die knul zit altüd op zUn nagels te buten.... hU knaagt er gewoonweg asm.” „Wat smerig 1" ,Ja hé? Ik geloof, dat hU uitvinder is of iets dergelUks. Nu, dat zUn ze allemaal. O Ja sir Oswald Coote." ,»En lady Coote?” ,Ja, ik geloof, dat die ook komt." Bundle zat eenlge oogenbllkken te pelnmn. De Hist die Bfll opnoemde gaf t« denken, maar ze had nu geen tüd om de verschillende moge- lUkheden nader te overwegen. Ze moest «ver het volgende punt beginnen. .RUI.” zei ae, „Hoe zit dat nn met Zeven WUzerplaten?" BUI leek opeens vreeselUk de war gebracht. HU knipperde met de oogen en vermeed haar blik. rik weet nfet wat je bedoelt,” zei hU. „Onzin,” eet Bundle. „Ze hebben mu verteld. dat JU er alles van wist." „Waarvan?" Dat was een lastige vraag. Bundle gooide bet over een anderen boeg. ATT T7 op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen I al <r< I» Ills T-s O ongevallen verzekerd voor een der volgende AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES dachte aan een bondgenootschap werd dus op gegeven en men stelde ziclr tevreden met „vriendschappelUke" betrekkingen, die in wer kelijkheid van Jaar tot jaar vijandelijker wer den, te meer, wUl Rusland zich met het Frank- rUk der revanche op dood en leven had ver bonden. Rusland zag bU al zUn plannen tegen TurkUe en OostenrUk het machtige Duitsch- land als hinderpaal voor zich, en moest de eer ste gelegenheid gebruiken, om dezen muur te rammen. Dat niettegenstaande dit Wilhelm op Rusland bouwde, ja het in zekeren zin van Berlijn uit geloofde mede te kunnen regeeren of ten minste te beïnvloeden, omdat hU van opinie was. dat de zwakke, op een kruitvat zit tende Nicolaas een trouwe vriend was; dat Wil helm den czaar tevens geheimen en staatsplan nen als aan een Dultach bondgenoot toever trouwde en hem in één adem aanwees, hoe hU de Doema moest behandelen dat toont een cntsteUende valsche schatting der werkelUkheld en een „schwarmen” in romantiek, waarvoor héél een volk, om niet te zeggen de halve we reld, moest boeten. Engeland was, zooals uit de brieven blijkt, langen tUd van zins, om den lastlgen concur rent door opneming in de wereldaffalre tevre den (en tegelUk schaakmat!) te zetten, natuur lUk onder voorwaarde, dat hU de Engelsche za- kenbelangen op het vasteland zou behartigen. Ware het bondgenootschap met Engeland tot stand gekomen, dan zou Engeland, met behulp van Dultschland, met Rusland hebben afge rekend, dan zou Dultschland gedeeld hebben in den bult (Engeland schUnt niet krenterig te hebben willen zün!), zou lid geworden zün van de wereldfirma, maar zou zeker-naderhand, of schoon pas véél later dan nu, en onder gunstl- Babe en dat wist ze zelf ook wel. En daarom ging ze achter haar rug...." Bundle berustte in het onvermUdelUke en luisterde naar het gansche verhaal van d< onge lukkige omstandigheden, die geleid hadden tot Babe St. Maur’s snelle verdwUning uit de be zetting van „Damn your Eyes”. Het duurde een heelen U)d. Toen hield BUI efndelUk op om Vuem te scheppen en om haar sympathie met het geval te betoonen, zei Bundle: „Je hebt heel en al gélUk, Bfll. Het is een groote schande. Er moet verschrikkelUk veel jaloezie zUn onder die lui.” ,X»e heele kankerd...." „Dat moet wel. Heeft Jimmy ook iets ervan gezegd, dat hü de volgende week naar de Abbey gaat?” Voor het eerst schonk BlU aandacht aan wat Bundle zei. ,NU sloeg een massa onzin uit, over wat hU wude, dat ik den Kabeljauw wUs zou maken. Dat hü de belangen der conservatieven wenschte te bevorderen. Maar zooals Je weet Bundle, is dat een beetje al te riskant." „Onzin,” zei Bundle. .Als George het mocht merken, zal hü het jou toch niet kwalUk nemen Hü zal denken, dat Je voor den gek gehouden bent, dat is alles." „Dat ta heelemaal nfet allee." ze! BID. „Ik bedoel, dat het te riskant ta voor Jimmy. Voor dat hü het weet, hebben ze hem ergens in Tooting West geplant en moet hü babies kussen sn apeeeben houden. JU weet ntet hoe door-. Bundle ging den volgenden avond vol ver wachting op weg om haar afspraak met Bill te houden. Bill groette haar met alle teekenen opgetogenheid. Bill ta toch heusch aardig, dacht Bundle bü zichzelf, net een groote. ,,U kent münheer Everslelgh ta het niet?" „Of ik BlU ken? Maar natuurlUk! Maar Wat...." .,Ik denk, dat mijnheer BUI Everslelgh u alles eal kunnen vertellen wat u over Zeven WUzer platen wtlt weten." „Weet BUI ervan? BUI?” „Dat heb ik niet gezegd. Heelemaal niet. Maar ft geloof, dat u, daar u een scherpzinnige dame “ent, wel van hem aan de weet zult komen, wat u wUt.” JSn nu,” zet hoofdinspecteur Battle beslist, •Mg ik geen woord meer!" zield was door den wil, den vrede te' en angstig den oorlog te vermüden en. daardoor tot den oorlog leidde. Het merkwaardige Is, dat zulk een lüke politiek In het Derde RUk ook orde van den dag is. De leiding van dat rük t wezen toont zeer veel overeenkomst met het van Wilhelm II. Eenlge grepen uit de Keizer- brieven bewüzen het een en ander. Wilhelm II voerde patriarchale Voelde zich niet slechts ais den alléén richting gevenden en verantwoordelüken leider van het wel en wee van het Dultsche volk, maar tevens als den uitverkoren beschutter van den wereld vrede. Hü bouwde zUn politiek huofdzakelük op op de persoonlUke betrekkingen tusschen de vorstelüke kringen van Europa, als de absolute heerscher voriger eeuwen, zonder ooit een kla ren kük te hebben op de veranderingen in de wereld, op de medezeggenschap der volken en op de beslissende beteekenis der openbare meenlngen. Als hü bü die politiek op den tegen stand van zUn verantwoordelüke raadslieden stootte, draalde hU meestal bü, maar begon dan meteen met grooten Uver nieuwe plannen te scheppen of voerde de oude in stute verder uit. Zoo ontstond de beruchte teaenstrüdlgheld in de Dultsche poUtlek, de tegenstrUdlgheid tus schen otficieele ambtelüke uitlatingen en kel- terlüke woorden en handeUngen, die aldoor op nieuw geretoucheerd en gemilderd njoesten worden en Dultschland in verdenking van on betrouwbaarheid, onwaarachtigheid en vredes- verstoring brachten. Het voorwaarts strevende Jonge Dultsche rük moest waarschUnlijk, zooals Moltke bü de stich ting van het kelzerrük voorspelde, zün aldoor sterker wordende machtspositie, waarom t al- Aemeen werd benüd. eens door een nieuwen ^oorlog bevestigen en het sou natuurlüke en logj- sche politiek zUn geweest, om voor krachtige bondgenooten te zorgen en het tüdstip van dien oorlog zelf te bepalen. Maar in stede daarvan, ging Dultschland, telkens als er oorlog dreigde, schuw een paar stappen terug, maar pochte dan tevens onder lawaaierig sabelgerammel op zUn macht en verving een klaar en duldelük doel door, om het met een teekénefid Dultseh 'Wdorfl te noemen; VJelgeschéftlgkeit, die alleen buren onbehaaglljken overlast aandeed. De natuurlüke vijand van Dultschland was Engeland, dat van Jaar tot Jaar in Dultschland meer den concurrent moest zien op het gebied der zee, van den handel en der kolonies, waar door de Engelsche levensbelangen werden be dreigd. De natuurlüke bondgenoot van Dultsch land was of scheen Rusland te zün, maar in dat land namen van jaar tot Jaar de anti-Dultsche stroomlngen toe en verloor In gelijke mate de czaar-kaart. waarop de keizer alles zette, aan beteekenis. Dultschland moest de beslissing ne men, of het continentale politiek met Rusland en Frankrük tegen Engeland wilde maken, of. beter gezegd, zou kunnen maken, en wat trou wens het natuurlükste en voor Europa wel het beste geweest was, of dat hst met Engeland een of andere overeenkomst kon afsluiten, waar door een oorlog met Rusland weliswaar zoo goed als zeker werd en de Dultsche machtspositie binnen zekere grenzen werd gehouden, maar *astend de energiek.” .Nou Ja. dat moeten we dan wagen," zei Bundle. „Jimmy kan goed voor zich zelf zorgen.” >HIU kent den Kabeljauw niet,” herhaalde Bill. „Wie komen er allemaal op die partU Bill? Is het iets heel aparts?” „Het gewone aoodje maar. Mevrouw Macatta onder anderen." „Dat Ifd van het parlement?" „Ja Je weet wel die zich altüd rit op te win den over het „Welvaren" en Zuivere Melz” en ,Ned de Kinderen." Stel je eens voor, dat Jimmy door haar bewerkt wordt." „Laat Jimmy er nu maar even bulten. Vertel verder." „Dan ta er ook een Hongaarech. een zooge naamd Jong-Hongaareche gravin met een on- uitsprekelüken naam. Die ta heel aai dig.” Hü slikte alsof hü eenigszlns verlegen werd en Bundle bemerkte, dat hü zün brood zenuw achtig verkruimelde. „Jong en schoon”, informeerde ze bescheiden. „Nou, en of!” „Ik wist niet, dat George zich interesseerde voor schoone vrouwen." ,X>, dat doe hü ook niet. ZU I» aan een zulge- llngenvereenlglng in Boedapest of zoolets. NatuurlUk stellen zU en mevrouw Macatta be lang tn elkaar." „Wie nog meer?" .JBir Stanley Digby.” „De minister van de Luchtvaart?” „Ja, en zün secretaris Terence O Rourke. HU ta nog een echte jongen of tenuinste dat I Je eigen land zit je compleet vast, als je in de knel raakt. Ata ik niet den een at anderen fl- deelen kerel vind, die me wat geld leent, zal ik hier ergenrf’ moeten overnachten. Ekifin, t doet me tenminste al goed, dat U mUn verhaal niet absoluut ongeloofelük vindt.” Er klonk nogal warmte in de laatste opmer king; misschien wilde hü daarmee de hoop uit drukken, dat Lemy in fldeUteit niet tekort sou schieten. „Uw verhaal heeft maar één zwak punt,* zei Lemy langzaam. „U kunt natuurlijk dat stuk zeep niet laten zien!** De jongeman schoot snel rechtop, tastte vlug in de zakken van z’n overjas en ging staan. „Ik schün T verloren te hebben,” en er klonk ergernis in z’n stem. „*t Lükt op opzetteHjke slordigheid, op één middag een hotel en een stuk zeep te verhezen,” zei Lemy met een zweem van sarcasme. Maar de jonge man wachtte nauwelUks tot hij ultge- spOken had. HU liep het laantje in, met opge heven hoofd, in een houding van gekrenkte waardigheid. .Zonde en jammer,” peinsde Lemy, „dat uit gaan om een stuk zeep tb koopen, was t eenlge aannemelUke in de heele geschiedenis, en Juist door die kleinig heid loopt hü er in. Hü had zoo handig moeten zün, een stuk zeep mee te ne men, netjes in een drogistenpa piertje gepakt. In zün vak is *t nemen van alle voorzorgsmaatregelen een eerste vereischte. Na het ventlleeren van deze overpeinzing stond Lemy op om te gaan en terwUl hü dit deed, ont snapte hem een uitroep van meewarige verba zing; op den grond, tegen den poot van de bank, lag een klein ovaal pakje, netjes gesloten met een gomstrook, waarop de naam van een drogisterij stond. Het kon niet andere zün dan een stuk zeep. Blijkbaar was het uit den zak van den Jongen man geschoten, toen hü zich op de bank Het neervallen. Ben oogenblik later liep Lemy langs bet don kere laantje, zoekend naar een jeugdige gestalte in een lichte overjas. Blfna had hU het zoeken opgegeven, toen hij den jongen man besluiteloos zag staan op den hoek van den züweg, klaar- blUkelük twüfelend, of hü de stad tn zou gaan, of dieper het park in. Toen hü Lemy zag, keerde hü zich snel om met een vüandlg gezicht. U^e onmisbare getuige van de waarheid van uw verhaal ta te voorschün gekomen,” zei Joset Lemy, en Het het stuk zeep zien. „*t SchUnt uit uw zak gegleden te zün. toen u naast me kwam zitten. Toen u weg was, heb ik t op den grond gevonden. U moet mUn wantrouwen excuseeren, maar de schün was werkelük tegen U, en nn ik de getuigenis van de zeep gehoord heb, wil ik me daar graag aan houden. Ata ik u van dienst kan zün met een leening van 10 dollar...." De Jonge man maakte mei een einde daarom trent. door het biljet in z’n zak te steken. „Hier hebt u m’n kaartje met mün adres," ging Lemy voort, „u kunt het geld tmug sturen, wanneer U wilt, van de week of zoo; en hier ta de zeep verlies *t maar niet wéér-, *t heeft U een goeden dienst bewezen." „Wat een geluk, dat u T vond,” zei de jonge man, en toen, met een lichte hapering in z’n stem, sprak hü een paar dankwoorden, en liep vlug weg naar den kant van de stad. „Arme kerel, hU ta er heelemaal van ontdaan.” zet Lemy tot zichzelf. „Enfin een wonder ta *t niet; die onverwachte uitkomst moet een heele opluchting voor hem geweest zün. *t Is meteen een mooi lesje. Een mensch ta soms te schran der, als hü oordeelt naar de omstandigheden..” Toen Lemy terugwandelde naar de bank, waar het Jtl$lpe drama.ziqU had afgespeeld, zag hü een ond heertje zoeken, er ondêr’, en' er achter en aan alle kanten, en hü herkende den man, die ’t eerst naast hem had gezeten. „Hebt u iets verloren?” vroeg hü. „Ja. münheer, een stuk aeep." het Dultsche rijk, wat zün bestaan betreft, be veiligd werd. Een bondgenootschap met Rusland bleek, tengevolge van het verraderlüke panslavlstische karakter der Russische politiek, meer en meer «unogelük ten deele door Duitschiands eigen schuld, want de Dultsche bescherming van den Islam, het Dultsche geheime protectoraat over TurkUe, konden onmogelUk samengaan met het einddoel der Russische politiek, dat bestond in de opening der Dardanelles het bezit van Con- •tantlnooel en bescherming der Siaven-volken op den Balkan. Ook Duitschiands bondgenoot schap met OostenrUk gal tot contrast met Rus land aanleiding, want het czarlsttache land be schouwde zich als de patroon van de nog niet „verloste" Slavische valken der Donau-monar- chle. Daar komt nog bü. dat de keizer, nadat hü Bismarck „den unbkndigen Alten mit dem nle- drigen Charakter” weggejaagd had, het ,NUck- verzlcherungsvertrag" met Rusland, omdat het „te gecompliceerdT was, had opgezegd. De ge- 17 blJ lë’enslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 blJ met 17 OEafl blJ TerUea een h*na uhkeeringen 1 kJKJo" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen. JT f wVJs" doodelüken afloop A MkJWw" een voet of een oog X^N ALLE, RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Bundle verloor den moed. De grieven van Bill s kennissen waren altüd eindeloos, die gin gen door, al maar door en waren niet te stuiten. „Dat meisje. Ze heet Babe St. Maur." „Het zal me benieuwen hoe ze aan dien naam kwam,” zei Bundle sarcastisch. Bill gaf eenvoudig het Juiste antwoord: „Dfe heeft ze uit Who’s Who? gehaald.” Ze deed het open en wees met den vinger zonder te küken. „Heel gehaald, hè? Haar eigenlüke naam is Goldschmidt of Abrameler.... iets heel onmogelüks." „Zeker," stemde Bundle toe. ,Nu Babe St. Maur is tamelUk handig. En ze is gespierd. Ze was één van de acht meisjes, die de levende brug vormden. „BlU," zer Bundle wanhopig, ,4k ben gisteren- morgen Jimmy Thesiger wezen opzoeken." „Die goeie ouwe Jimmy," zei Bill. .Nu zooals ik zei is Babe tamelUk handig. Dat moet je tegenwoordig wel zün. Ze kan de meeste tooneel. menschen er tusschen nemen. Ata je wpt leven, zegt Babe altüd, dan moet je aanmatigend rijn. En weet Je, toch is het een goeie meld. Ze kan acteeren.... het is wonderlük. zooals dat meisje kan acteeren. Ik zet: Waarom probeer Je hei* echte tooneel niet.... büvoorbeeld „Mevrouw Tanquerey”.... stukken van die soort....? Maar Babe lachte aUeen maar....” ,JH«b je Jimmy gesproken?” ,4a. vanmorgen. Waar was ik ook weer? O, ja. ik had nog niet verteld van de ruzie. En dan moet je wel weten, dat het Jaloezie was. eenvoudig kwaadaardige Jaloezie. Het uiterlijk van dat andere metaje haalde niet bü dat van Zie, er is een strijd gestreden Zeer krijgshaftig en volgroeid! En toch is er in dien oorlog Zelfs geen druppel bloed gevloeid! Zwaar en hard is er gevochten Om een prachtig stukje land, Want de krijgsberichten las u Eiken avond in de krant! Diplomaten confereerden, Ook hot leger stond paraat, Want de strijd, die werd gevochten, Was een strijd van groot formaat! Maar geen bommen zijn geworpen En geschoten is er niet, Geen kanonnen en granaten Floten een verwoestend lied! Geen eskader in het luchtruim, Dat onaangenaam verrast. Zelfs ondanks de nieuwste vinding Is geen enkel mensch gegast! En ofschoon een prachtig landje Door twee Staten werd betwist Is de strijd volmaakt gestreden En tenslotte ook beslist! Maar een volk heeft hier gestreden, Want een volk had hier een stem! Het vox populi vox Dei Toonde zich hier juist ad rem! Als er wéér eens moet gevochten Is het dan niet méér probaat, Als in plaats van roek’loos vechten Iedereen ter stembus gaat? Vele filmsterren, die genoeg hebben van het weelderige leven in luxueuze paleizen, gaan voor de verandering een eenvoudiger leven leiden en nemen hun intrek in landhuisjes, alhoewel de „cottages" volgens Hollywood’s opvattingen toch altüd nog hulzen zün met minstens acht kamers en een paar badkamers. Het wonen in landhuisjes is in Hollywood op het oogenblik mode en de meeste sterren, oa. Kay Francis, Dick Powell, Ruth Chatterton enz. hebben hun intrek in min of meer groote „cot- tages" genomen. John Blondell woont met haar echtgenoot, den cameraman George Barnes in een ver plaatsbaar landhuis op een berghelling. Be be Daniels die. eigenaresse is van drie huis jes aan het strahd van Santa Monica, woont zelf In de kleinsde en verhuurt dtf belde andere aan rüke toeristen. Het kleinste ta de Andalustache boerenwoning, die Ann Dvorak en Leslie Penton voor zich hebben laten bouwen. Deze bevat slechts een gecombineerde zit- en eetkamer, een slaapkamer en een keuken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 13