I
I
I
I
I
cKetuebAaal uan den dag
I
DE ENGELSCHE KAPERS
Nederland-België
Einde der Saar-
besprekingen
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
DONDERDAG 7 FEBRUARI 1935
INBRAAK IN SACRISTIE
BIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
Geen gunstig verloop
Verdachte te Beek aangehouden
BEGROOTING VAN KOLONIËN
4£
l.
De gezonken Orania
Waarom de kapitein terugkwam
Geen audiëntie
DOOR AGATHA CURISTIE
n
Regeling van het grens
verkeer
De moordaanslag te
Blerick
I Het geluk van
Arthur Pendennis
Laren* burgemeester
beleedigd
Het steenkolenvraagstuk nog
steeds het struikelblok
De mynen en spoorwegen zouden
1 Maart aan Duitsch-
land overgaan
\t
Ongepaste vraag
bij verlies van een hann
voet of een oog
Tegen O.S.P-raadslid een maand
gevangenisstraf geëischt
Brutale dief weldra gearresteerd
besprekingen met Roemenië
Verdeeling van de kosten der vloot
A I I 17 ARANINh’Q op dit blad zyn ingevolge de verzekeringgvoorwaarden tegen IJ 7CA by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f by een ongeval met TT OCA
si si s rtlJVl v UZ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 1 f vU." verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen T f OU»" doodehjken afloop 1 éfaOVa" eên
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIERDEN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
V"f.
OM,
IIIIIIIHIIIIII'
ver-
al aap
hem, mynheer
„Het lijkt
weet nog duidelijker.
i
i
De gemeentepolitie te Beek (L.) hgeft Woens-
dag J. O. gearresteerd, die verdacht wordt van
het plegen van den moordaanslag In het woon
wagenkamp te Blerick.
Onze Brusselsche correspondent seint
d.d. 6 Februari:
Een juffrouw, werkzaam op het gemeentehuis,
stond tijdens de vergadering op de gang Vlak
voor de politie kwam had zy verd. net woord
.lafaard” hoeren zeggen. Dit zeu na de schor
sing van de vergadering zijn gewemt.
ts
es
s-
l
„En
Stanley's kamer.
I
kal-
rden
van
EN
sten
..De
Lomax.”
„Maar
I
I)
r:
n
sn
o-
as
)e
n,
id
ik
7-
I-
n
I-
is
n
n.
Ie
ger
’al-
ax-
zan
uit
een
eer
en
ers
cht
Id-
en
>ite
de
in
de
?tt-
er-
l)n
af.
hij
iet
af
ok
de
,ve
en
jel
n-
m.
ot
op
iet
BAZEL, I Fete. Aan het slot van de
sedert 24 Januari 19S5 tussehen vertegen
woordigen van de Duitache en de Fransche
regeering en de regeeringsconunissie van het
Saargebled gevoerde onderhandelingen Is
hedenmiddag een officieel oenunnigaé ult-
gegeven, dat als volgt luidt:
Op een vraag van de verdedigster geeft getui
ge toe, dat Mr. Stokvis direct den Zondag vóór
de uitzetting bezwaar daartegen had gemaakt
en op bet gevaar voor de vier jonge mannen
had gewezen.
Verdachte merkt op, dat dit van belang is.
omdat nu het onware van de mededeellng van
In verband met den terugkeer van den gezag
voerder van het in de Portugeesche haven
Leixoes gezonken mailschip „Orania” doelt de
directie van den Koninklijken Hollandschen
Lloyd ons mede, dat deze terugkeer op haar
verzoek is geschied. Hoewel te Leixoes de moge
lijkheid kan zijn besproken, dat men zou trach
ten den commandant van het gezonken stoom
schip aldaar vast te houden totdat de kwestie
van de berging definitief is geregeld, is van een
De Officier van Justitie, mr. Wassenbergh
•requlreerde tegen van P„ na verder getui
genverhoor, wegens beleedlging van den bur
gemeester, een gevangenisstraf van één
maand.
„Loop naar den drommel met je goed boek!”
riep de chauffeur, die z’n motor a! had aanga-
jonge
In het kabinet van den eersten minister had
den Woensdagmorgen nieuwe beraadslagingen
plaats van ministers en hooge ambtenaren uit
verscheidene departementen.
De aanwezige ministers waren de heeren
Theunis, Francqui, Hijmans, Outt en Pierlot.
De stand van de economische besprekingen,
welke thans met verscheidene landen aan den
gang zijn, werd nagegaan.
Arthur volgde de vrouw op den voet, meer
uit nieuwsgierigheid, wat deze eenvoudige dame
wel voor reclame kon bedenken, die zijn boek
verkoopbaar sou maken.
Toen het tweetal bij de boekenafdeellng
kwam, stond mijnheer Lancey juist In de buurt
en groette beiden beleefd.
De vrouw zette het kind op den grond en
vroeg pen en inkt.
Zij opende het boek: „Orkanen”, en schreef
op de frontpagina:
„DU is een uitstekend boek en hij die het
koopt, heeft een waardevol bezit Zelden las ik
een boek, dat mij zóó wist te boeien en met
zulk een groote kennis van zaken is geschre
ven. Men moet dit gelezen hebben."
„Zoo," zei ze, terwijl ze den penhouder neer
legde.
„Prachtig, mevrouw.” verzekerde mijnheer
Lancey. die den omslag voor haar had vast
gehouden. „Dat is een prachtig getuigenis en de
eerste die dit boek koopt zal ik zelf zijn, want
de oplaag zal nu wel gauw uitverkocht wezen.
Wilt U het misschien nog even onderteekenen?”
De dame* boog zich voorover en onderteeken-
de: „Deborah Watkins”;
Na vyf weken beleefde Pendennis’ boek „Or
kanen” reeds z’n tweeden druk.
De door hem geminachte schrijfster was zyn
geluk geweest.
„O, het geeft niets, ik heb die zaak kunnen
zeconstrueeren. Er waren vier voetafdrukken.
weet u. die van achter uit den tuin kwamen
®n er was een plek waar u klaarblijkelijk stil
hebt gestaan en u klaarblijkelijk gebukt heeft
en een Indruk in het gras, die veel te denken
«*eft Tussehen twee haakjes, wat was uwe
theorie over de aanwezigheid van het pistool op
die plaats?”
„Ik veronderstel, dat de man het daar in zijn
vlucht heeft laten .vallen.”
Battle schudde het hoofd.
„Niet laten vallen,'81r Oswald Daar zijn twee
Olngen tegen. Om te beginnen Is er maar één
«tel voetafdrukken/ dat juist op die plaats over
net grasveld gaat.?., de uwe.”
-Zoo.” zei sir Oswald nadenkend.
-Kun je daar zekér van zijn Battle.” bracht
George In het midden.
"J1*?1 zeker' “Unheer. Er Is eep ander stel
voetafdrukken, dat over het grasveld gaat, die
Wt<le‘ mlUU' Veel meer
Naar ons ter oore komt, hebben de onderhan
delingen betreffende het goederen- en beta
lingsverkeer tussehen Nederland en Roemenie,
welke naar men weet, de laatste dagen te
's Oravenhage gevoerd worden, een niet zoo
gunstig verloop als men aanvankelijk had ge
hoopt. De moeilijkheden, welke gerezen zijn,
betreffen voornamelijk de clearing. Men hoopt
echter, dat deze besprekingen binnen niet te
langen tijd tot een bevredigende oplossing zul
len lelden.
Bij het klooster der Eerw. Zusters Fran
ciscanessen te Boek vroeg Woensdagmorgen een
verdacht ultzlend persoon om een aalmoes. Daar
zich voor deze aalmoezen, die op zekere tijden
worden uitgereikt, meer dan eens personen van
slechte reputatie aanmelden, houdt de politie
hier meestal een oogje in het zeil. En ditmaal
heeft men een goede vangst gedaan door de
aanhouding van dezen man, J. O., die naar het
politiebureau werd overgebracht. Toen het
bleek, dat O die naar schatting 40 jaar oud
is. zonder nationaliteit is van origine is hij
vermoedelijk een Belg is de man op tran
sport gesteld naar de kazerne van de militaire
politietroepen te Slttard.
Daar is met vrij groote zekerheid komen vast
te staan, dat men hier te doen had met den-
gene, die Dinsdagmorgen In het woonwagen
kamp te Blerick een moordaanslag heeft ge
pleegd op den woonwagenbewoner G. P„ wiens
toestand nog onveranderd ernstig is.
Het signalement van den verdachte, dat door
den brigadecommandant te Venlo aan Slttard
was verstrekt, klopte nauwkeurig met dat van
den aangehoudene. Deze heeft nog niet bekend,
doch wel heeft hij toegegeven dat zich buiten
gewone dingen in het woonwagenkamp hebben
voorgedaan. In den middag ts de verdachte
naar Venlo overgebracht, waar bij is voorgeleld
voor den brigadecoipmandant. Heden zou de
confrontatie met den getroffene plaats vinden.
Omtrent de oorzaak van den twist in het
woonkagenkamp wordt nog gemeld dat J. G.
In het kamp ongeoorloofde betrekkingen onder
hield.
den burgemeester vaststaat, als zouden de
Dultschers tegen bun uitleiding naar Dultsch
land geen bezwaar hebben gehad”.
Verdedigster (tot getuige): Hebt u die uitlei
ding der Dultschers doen plaats hebben op eigen
initiatief?
Getuige: Moet ik daarop antwoorden?
Verdedigster: Het is voor de beoordeellng van
verdaohte’s daad van groot belang te weten, of
verd. den burgemeester terecht voor deze zaak
aansprakeljjk heeft gesteld.
De officier Mr. Wassenbergh acht de vraag
niet ter zake dienende en de rechtbank laat de
vraag niet toe.
bedreiging in dezen geest van de zijde der Por
tugeesche autoriteiten geen sprake geweest. Ook
is de terugroeping van den kapitein en de of
ficieren door den K. H. L. niet om deze reden
geschied.
De commandant en de officieren van de ..Ora
nia”, die te Leixoes verblijf hielden, zijn terug
gekomen naar Nederland, omdat de besprekin
gen met de ha ven-autoriteiten en de berglngs-
maatschappUen geen nieuwe gezichtspunten
meer opleverden. Daar de „Orania” door den
Koninklijken Hollandschen Lloyd reeds is ge
abandonneerd, was de tegenwoordigheid van
den kapitein te Leixoes niet langer noodzakelijk.
Bovendien bood de terugkeer van de ..Zeelan-
dia" naar Amsterdam voorloopig een laatste
goede gelegenheid voor een gemakkelijken over
tocht naar Amsterdam, zoodat het gewenscht
was den kapitein en de officieren van de „Ora
nia” met de „Zeelandla” te doen terugkeeren.
Wij vernemen verder, dat ook de vertegen
woordiger van de Londensche assuradeuren
thans naar Engeland is teruggekeerd.
De kwestie van de berging van de „Orania”
is echter nog niet geregeld.
Dinsdag Is Ingebroken in de sacristie van de
kerk te Mlerlo. De dader heeft zich toegang
tot de brandkast verschaft met behulp van
sleutels, die hij daar aantrof en heeft de spaar
potten van de Misdienaars geleegd.
Twee schilders, die In de kerk bezig waren
en den man aan het werk sagen, vermoedden
geen kwaad, doch konden des avonds, toen zij
van den diefstal hoorden, een vrij duidelijk
signalement opgeven.
In den loop van den avond is men er nog
in geslaagd, den man in een bioscoop te Eind
hoven te arresteeren, waarna hij in bewaring
gesteld is.
,.Het resultaat der onderhandelingen is door
de Duitsche en Fransche delegatie in overeen
stemming met de delegatie van de regeerlngs-
commlssle van het saargebled en samengevat
in een schrijven, dat gericht is aan baron Alois!
als voorzitter van de commissie van drie. Aan
dit schrijven zijn in ruim 20 bijlagen de in
Bazel geparapheerde texten der verschillende
overeenkomsten en verklaringen toegevoegd. Het
schrijven en de bijlagen moeten de commissie
van drie dienen tot basis voor de bepalingen,
die zij zal moeten opstellen voor de weder-
aanslultlng van het Saargebled bij Dultschland
en voor de uitvoering van de op grond van
vroegere besluiten door de betrokken regeerin-
gen op zich genomen verplichtingen.
De onderhandelingen hebben plaats gevonden
in tegenwoordigheid van een vertegenwoordiger
van de financieele commissie van den Volken
bond.
Verder werden zij van den kant van de com
missie van drie gevolgd door een lid van het
Volkenbondssecretariaat. Aan een deel van de
onderhandelingen namen ook de BIB, de Banque
de France en de Rijksbank deel.
De leden van de Duitsche en Fransche dele-
gatiën hebben zich naar Rome begeven om de
commissie mondeling rapport uit te brengen.”
Omtrent het resultaat der onderhandelingen
over het Saargebled kan nog gemeld worden,
dat de muntwyziging uitvoerig is geregeld en
dat een desbetreffende verordening inmiddels
in het Saargebled gepubliceerd Is.
Hij zweeg voor hij verder ging.
„En dan is er nog de indruk in den grond.
Het pistool moet met eenlge kracht on den
grond terecht zijn gekomen. Dat wijst allemaal
erop, dat het gegooid is.”
„En waarom niet?” zei sir Oswald. .Als de
man bijvoorbeeld links het pad opvluchtte dan
zou hij geen voetafdrukken achterlaten op het
pad en dan zou hij het pistool van hem weg
gooien in het midden van bet grasveld, is 1
niet Lomu?”
„HIJ zou Inderdaad geen voetafdrukken op het
pad achterlaten," zei Battle, „maar te oordeclen
naar den vorm van den indruk en de wijze
waarop het gras werd gehavend geloof Ik niet
dat het pistool vanuit die richting werd ge
gooid. Ik denk dat het hier van het terras werd
geworpen.”
„Heel waarschijnlijk." zei sir Oswald. „Geeft
dat iets hoofdinspecteur?"
„O ja Battle?" onderbrak George. Heeft
het.... hm.... er eigenlijk Iets mee te maken?”
„Misschien niet, mijnheer Lomax. Maar zoo
willen we overal achter komen, weet u? Ik sou
nu graag weten of een van de heeren dit pistool
zou willen nemen om bet te gooien. Zoudt
u het willen doen, str Oswald? Heel vriéndelijk
van u. Wilt u hier in de deur gaan staan.
Gooit u het nu midden In het grasveld."
Sir Oswald deed het en liet het pistool door
de lucht vliegen met een krachtlgen zwaai van
zijn arm. Jimmy Thes'ger kwam dichter by in
ademlooss belangstelling. De hoofdinspecteur
liep het achterna als een geoefend apporteur.
Ophieuw werd aandacht geschonken wat
Nederland betreft, aan het verzoek tot ver-
hooging van het Nederiandsch kolencontingent
naar België en aan het verzoek van Ierland om
meer vee in België te mogen invoeren.
België zou de verhooglng van het contingent
irlandaanvaarden, maarstelt
als tegen-elsch, dat ook het kwantum kolen
en cokes uit België proportioneel zou worden
verhoogd.
heb. Je zegt dat de-
veld ging en nu geeFtje te kennen.... wat
geef Je eigenlijk precies te kennen? Dat de man
het pad niet afliep? Waar ging hy dan volgens
jou opnieuw heen?”
Als antwoord wees boofdinspecteur Battle wel
sprekend met zijn duim naar omhoog.
„Hé?” zei George.
De hoofdinspecteur
De gewone audiëntie van den Minister *»n
Financiën zal op Maandag 11 Februari aa
niet plaats hebben.
Wederom diende Woensdag voor de A’dam-
damsche Rechtbank een strafzaak waarin de
Larensche burgemeester als beleedlgde party
voor het getuigenhekje verschynt.
Thans is het een zijner raadsleden, de O. 8.
P.-er P. van P„ die in het bankje der beklaag
den plaats nam.
De aanleiding was gelegen in het over de Duit-
sohe grens zetten van vier Dultschers, die een
conferentie te Laren bezochten en op bevel van
burgemeester Van Nispen van Sevenaer werden
uitgeleid.
Den verdachte Is ten laste gelegd, dat hy tal
van beleedlgende uitdrukkingen heeft gebezigd
tydens de openbare raadsvergadering, sprekende
over de uitzetting van de vier Dultschers, "welk
onderwerp toen niet aan de orde was”.
Verdachte werd verdedigd door mevr. Mr. De
RuyterDe Zeeuw.
Ais eerste getuige wordt de beleedlgde burge
meester gehoord. Van de raadzitting Is een ste
nografisch verslag gemaakt. Na de eerste uitla
ting van Van P. heeft de burgemeester voorge
steld het raadslid Van P. te schonen, de raad
besliste dienovereenkomstig.
De Duitache douanegrens wordt verplaatst
naar de Saarlandsch-Fransche grens. Daarmede
is de economische en muntpolltleke wederaan-
sluiting van het Saarland by Dultschland voor
het belangrykste gedeelte voor 1 Maart gereed.
Voor het cvernemen van het geheele bestuur
op 1 Maart zyn de voorbereidingen ter plaatse
aan den gang. De Saarmynen gaan op 1 Maart
in haar geheel aan Dultschland over, 1 Fran
sche mynpersoneel vertrekt per 28 Februari.
Het Duitsche Ryk neemt de loopende kolen
contracten over. De Saarlandsche verblndlngs-
spoorwegen naar Lotharingen worden eveneens
in hun geheel per 1 Maart overgedragen. De
ambtenaren dezer lynen gaan In RHksdienst
over voor zoover zy Dultschers zyn.
Er is een regeling getroffen voor de
plichte sociale verzekering. Ook voor de Fran
sche particuliere verzekeringen zyn regelingen
getroffen. Voor het opbrengen van de 900 mil-
lioen francs van het accoord van Rome van 3
December zyn technische voorbereidingen ter
inzameling der franken getroffen.
By de economische onderhandelingen, die op
het oogenblik te Beriyn gevoerd worden, zyn de
Duitsche en Fransche regeertngen overeenge
komen de bepalingen van het verdrag van 26
April 1929 over het kleine grensverkeer tus-
schen de belde landen van toepassing te doen
zyn op bet geheel van de Duitsch-Fransche
grens.
Een gemengde commissie zal spoedig byeen-
komen om de afzonderiyke problemen te re
gelen.
„Juist mynheer. Hetzelfde soort Indruk.
Ofschoon u het, tussehen twee haakjes, een
goede tien meter verder gooide. Maar u bent
dan ook een steviggebouwde man, nietwaar sir
Oswald? Pardon ik geloof dat ik iemand aan
de deur hoorde.”
Het gehoor van den boofdinspecteur moest
wel scherper zyn dan van de anderen. Geen
van hen had een geluld gehoord, maar Battle
bleek gglijk te hebben want lady Coote stond
buiten met een medley nglas in de hand.
,4e medlcyn Oswald,” zei ze de kamer bin
nenkomend. ,4e bent vergeten in te nemen na'
je ontbyt."
,,ïk heb het heel druk, Maria,” zei sir Oswald.
„Ik wil geen medlcyn hebben.”
,4e zoudt ze nooit Innemen, als Ik er niet
was,” zei zyn vrouw kalm, terwyi ze op hem
toeging. „Je bent juist een ondeugende kleine
jongen. Drink ze nu op.”
En gedwee, gehoorzaam, dronk de groote staal-
magnaat het drankje.
Lady Coote glimlachte droevig en Hef tegen
de anderen.
,J3toor ik je. Heb Je het heel druk? O. zie
die revolvers eens. Vervelend lawaaimakende
moorddadige dingen. En als ik dan bedenk, dat
je vannacht vermoord had kunnen zyn door
den Inbreker.
„U moet wel bang geweest zyn. toen u hoorde
dat men niet wist waar hy was, lady Coote,"
zei Battle. t
.Berst dacht ik er niet aan." bekende lady
Coote. „Deze arme jongen hier....” Ze wees
mynheer O’Rourke's deur was van
binnen nog op slot toen we by hem kwamen.”
hoe kwamen Jullie by hem? Door air
Lady Eileen vertelt me dat
ze den deurknop van mynheer O'Rourke's deur
zag bewegen. Dat was toen onze vriend er den
eersten keer was. Ik vermoed dat de sleutel onder
mynheer O’Rourke's hoofdkussen lag. Meer het
Is duldeiyk genoeg waar hy den tweeden keer
was. Zooals alle anderen rent sir Stanley naar
beneden, naar de bibliotheek. Onae man bad
vry spel.”
„En waar ging hy toen heen?"
Hoofdinspecteur BaUle haalde zyn stevige
schoudert op en gaf een ontwykend antwoord
Jtr stonden hem veel wegen open. Weer een
leege kamer, binnen aan de andere zyde van
het huls, weer naar beneden langs het klimop.
eruit door een zydeur.... of, en dat la ook
mogeiyk. als de zaak van bénnen
-j-„ oor het groote warenhuis, waarin bonder-.
1 den bezoekers dageiyks in en uit gingen,
Hep Arthur Pendennis met een wrevelig
gezicht rond. TelkeM weer ging hy naar de
afdeellng .Litteratuur", en lederen keer Jteek
hy naar een boek, dat met z'n Ucht blauwen
omslag in een vitrine prykte. Met gulden letters
stond op den band: „Orkanen" door Arthur
Pendennis. Maar ofschoon het reeds eenlge
maanden geleden was uitgekomen, had nog nie
mand er ook maar één gekocht. Toch was het
boek goed. Daarvan waren, behalve hy, ook alle
critici overtuigd. Maar wat had je aan een
goed boek als toch niemand het las? Mynheer
Lancey, de eigenaar van het warenhuis, had
hem verteld, dat, tegeiyk met zyn roman, er
weer een van Deborah Watkins was uitgekomen
en dat daarvan binnen kort een tweede druk
zou verschynen.
Deze mededeellng had Pendennis ten zeerste
geërgerd. Die Deborah Watkins moest Iemand
zyn, die niet gestudeerd had. Er waren er zelfs,
die beweerden, dat ze totaal geen opleiding had
genoten. Wat kon zoo n mensch nu weten van
de problemen der menschheid? En toch slikte
het pubUek hel giaag en vond Let pi&chtig. En
hy? Jaren van zware studie had hy doorge
maakt, alvorens zich te wagen aan het schrij
ven van een psychologlschen roman, waarin ny
haarfyn de manneiyke en vrouwelyke ziel bloot
legde en op het verschil daarvan wees.
En toch bleek zoon ongeletterde vrouw !n
staat hem glansryk te verslaan Dat kon hy
niet verkroppen; daarom haatte hy haar. Ja. ze
had al meerdere boeken geschreven en aUe wa
ren grif door het lezend publiek gekocht. Ze was
zeer populair en stond bekend als een der meest
gelezen schrijfsters. Haar naam alleen was
reeds voldoende, om haar boeken een groote
oplage te verzekeren. Maar begreep dan niemand
zoo vroeg Pendennis zich met verbeten woede
af dat het toch maar suffe, doodgewone ver
halen waren, zonder pit of Inhoud?
Diep ontstemd keerde hy zich voor de zoo-
veelste maal van den boekenstand af en wilde
Juist het gebouw verlaten, toen hem een gedach
te te binnen schoot.
„Als dan niemand myn boek koopt, zal ik het
zelf koopen”. besloot hy en keerde op z'n schre
den terug. De Juffrouw die hem hielp, keek
hem een beetje vreemd aan toen hy den roman
„Orkanen” vroeg, maar weldra was hy in t bezit
van zyn geesteskind en wandelde er mee naar
bulten.
„Ik zal het weggeven aan den eerste den.
beste, dien ik tegen kom”, mompelde hy. „Dan
heeft ten minste iemand het gelezen
Een klein heertje, met grys haar en een
wandelstok met gouden knop, Uep voor hem uit.
Hy zag er nog al geleerd uit en leek dus voor
Arthur de geschikte man.
Kordaat sprak hy den heer aan: „Neemt u
me niet kwalijk, maar mag ik u misschien een
goed boek cadeau doen?”
„Wat?” klonk de bitse vraag.
„Een goed boek, mynheer; het kost u niets”.
„Ik heb jouw goede boeken niet noodig en als
Je niet gauw maakt dat Je weg komt, roep ik
de politie," luidde het onverwachte antwoord.
Met een hoogroode kleur Hep Arthur verder.
Een eind verderop stond een taxl-chaufeur,
die op een vrachtje wachtte. Juist stak hy een
sigaret op.
Arthur Pendennis naderde den man en greep
het portier van de taxi vast.
„Neen, ik wil geen rit maken”, sprak hy,
„maar zou Je een goed boek van my willen
hebben?"
zet, in de hoop een klant te krygen.
„Nu. my ook goed." antwoordde de
schryver.
Hy ging langs het DlsraëH-statlon en peinsde
er over, hoe moeliyk het was, een boek zelfs
voor niets kwyt te raken. Dat men het niet
kocht, begreep hy niet.
By een drukkery stond een man tegen den
muur geleend, biykbaar te wachten op het ver
schynen van de laatste editie van de krant, want
in z'n nabyheld stond een bakfiets.
„Zoudt u een boek van my willen hebben?*
vroeg hy vriendeiyk.
,-Loop rond met Je boek, manl Als Je het zoo
druk had als ik, zou je ook geen tyd hebben
boeken te lezen!" klonk het antwoord.
Hy gaf het nu op en besloot naar z’n kamer
te gaan. Z’n boek
kon niet verkocht
worden. Hy ging
het warenhuis nu
aan de overzy-
de voorby. bang
als hy wa» dat
de eigenaar hem
misschien met’zyn eigen boek In de hand voor
by zou zien gaan.
Een vrouw, met een kind op den arm. verliet
juist het warenhuis. Hy had haar zooeven in de
boekenafdeellng gezien, waar zy In een boek
bladerde met den titel: „Honderd smakelyke
recepten voor de huisvrouw.” Die vrouw zag er
wel naar uit dat zy een mooi gebonden boek
zou accepteeren. Oogenbllkkelyk Uep hy Beer
achterna en vroeg: .Mevrouw, mag Ik u mis
schien gratis een boek geven?"
De vrouw stond stil en keek den jongeling
vragend aan. „Geeft u een boek weg?” vroeg
ze verwonderd.
„Ja. ^nevrouw.”
.Maar, dat moet u niet doen. Als het een
goed boek is, moet u het zelf houden. Boeken
zyn er voor om verkocht te worden.”
„Ja. sommige boeken ten minste wel." ant
woordde Arthur ontstemd.
„Maar misschien hebt u dit boek zelf geschre
ven?” vroeg ze, terwyi ze het kind even op
den grond zette.
„JaInderdaad mevrouw, en 1 is een heel
goed boek, heeft men my gezegd.”
„Maar dan moet U het heelemaal niet weg
geven. We zullen het meenemen naar den
winkel van mynheer Lancey. Die zal het wel
voor u verkoopen."
De Jonge man lachte spottend. „Het ligt daar
al een maand te koop; maar niemand heeft er
nog een gekocht.”
„O. maar dan zal ik eens wat op het titelblad
schryven. dan zult u zien, dat de menschen wel
koopen Gaat u maar even mee.”
Moeilijkheden bij de handels--knlen uitNedei
Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer over begrooting van het Departement
van Koloniën voor 1935 wordt het volgende
ontleend
De opvatting, dat het Moederland in het
„imperium” een leidende plaats inneemt, vindt
in artikel 1 van de Grondwet geen steun. Even
min Is dit het geval met de hieruit afgeleide
stelling, dat Nederland in beginsel voor de kosten
van de defensie aansprakeiyk zou zyn.
Doch niet alleen daarom acht de minister
van Koloniën die stelling onjuist; ook overwe
gingen verband houdend met den aard der
uitgaven, lelden hem tot die slotsom. Met de
hier aan het woord zynde leden is hy van
oordeel, dat de defensie een aangelegenheid is,
waarby het Koninkryk In zyn geheel belang
heeft, üit deze waardeerlng vloeit echter recht
streeks voort, dat dan ook het Koninkryk in
zyn geheel in de kosten der verdediging moet
by dragen.
De Gouverneur-Generaal en de Volksraad
kunnen omtrent de samenstelling der vloot in
Indlë advies uitbrengen, maar de beslissing
berust by de Regeering. zoodat de minister van
Defensie daarvoor mede de verantwoordeiyk-
held draagt.
Het is volkomen Juist, dat de commandant
der Zeemacht niet den minister van Defensie,
maar den Gouverneur-Generaal heeft te advl-
seeren over de samenstelling van de vloot in
Indlë.
,,Dle gewond was.... en alles zoo vreeseiyk.
maar zoo opwindend. Eerst toen mynheer Bate
man me vroeg waar sir Oswald was, herinnerde
ik me, dat hy een half uur te voren uitgegaan
was voor een wandeling.”
„Zeker last van slapeloosheid, sir Oswald?”
„Ik slaap gewooniyk uitstekend,’’ zei sir
Oswald, ..maar ik moet bekennen, dat ik me
gisteren ongewoon onrustig gevoelde. Ik dacht
dat de nachtlucht me goed zou doen."
„U kwaamt door de glazen deur naar buiten,
Is het niet?"
Washet verbeelding of aarzelde sir Oswald
alvorens te antwoorden?
„Ja.”
„En nog wel met je avondschoenen aan. In
plaats van wandelschoenen aan te doen. Wat zou
Je doen ais ik er niet was om voor Je te zor
gen?"
Ze schudde droevig het hoofd.
,Jk vind Maria, als Je er niets op tegen
hebt, dat je ons alleen moet latenwe heb
ben nog veel te bespreken.”
„Dat weet ik, Ueve, Ik ga al."
Lady Coote verdween, terwyi ze het leege
medley nglas droeg, alsof het een bokaal was.
waaruit zy juist een doodeiyk gif had toege
diend.
„Nu Battle," zei George Lomax.
alles duldeUjk genoeg. Ja volkomen duidelijk.
De man vuurt een schot af, dat mynheer
Thesiger bulten gevecht stelt, hy werpt het
wapen weg, loopt langs het terras en het
grintpad af."
„Daar." zei Battle, „weer naar omhoog langs
het klimop."
„Onzin hoofdinspecteur. Wat u veronderstelt
is onmogeiyk."
„Heelemaal niet onmogelyk. Hy heeft bet één
keer gedaan. Hy zou het twee keer kunnen
doen.”
„Ik
maar
i -i i
bedoel niet op die manier onmogelyk,
als de man wilde ontsnappen, aou hy
nooit naar het huis terug hollen."
,.De veiligste plaats voor
vangen.” bracht Battle in het midden
„Uw mannetjes als ik het zeggen mag. schynen
buitengewoon nalatig geweest te zyn. Ze zag«n
juffrouw Wade niet er in komen. Als ze niet
zagen, dat zy er in kwam, konden ze ook even
goed niet zien dat de dief eruit ging.”
Hoofdinspecteur Battle opende den mond om
te spreken, maar hy scheen daarvan af te zien.
Jimmy Thesiger keek hem nieuwsgierig aan. Hy
zou er heel wat voor hebben willen geven als
hy precies geweten had, wat er in Battle's
geest omging.
„Hy moet een kampioen hardlooper geweest
zyn,” was alles wat de man van Scotland Yard
zich verwaardigde te zeggen.
„Wat bedoel je. Battle?"
„Wat ik zeg mynheer Lomax. Ik zelf was om
den hoek van het terras, nog geen vijftig secon
den nadat het schot afgevuurd was. En om dien
afstand naar my toe en den hoek van het pad
om te loopen, vóór ik om den hoek van het
huis verscheen, moet hy zooals ik zeg een
kampioenlooper zyn geweest."
„Ik begryp je niet. Battle. Je schynt een Idee
te hebben, dat ikhginog niet begrepen
heb. Je zegt dat de. HMn hifi over bet gras-
Met Inspanning van alle krachten trok Hal het
meisje naar zich toe. Veilig aan land moest Mary
eerst eenlge oogenbllkken bekomen van den schrik,
alvorens ze op aUe vragen van Hal kon antwoorden.
Stomverbaasd keek Hal naar het meisje, dat uit
een donkere grot met haar boomstam door het water
werd voortgestuwd. Spoedig was ze vlakby en tot
Hal's groote biydschap was het werkeiyk zyn zusje.
Onmlddeliyk waadde Hal tot het middel in het
water en hy slaagde erin Mary te grHpen. Het arme
kind was uitgeput van vermoeienis en koude en de
hulp kwam Juist op tyd.