dcn dag
<Kdc&Aaal
aan
I
s
DE ENGELSCHE KAPERS
Nederland-België
Einde der Saar-
besprekingen
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
INBRAAK IN SA CRISTIE
BIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
DONDERDAG 7 FEBRUARI 1935
Geen gunstig verloop
BEGROOTING VAN KOLONIËN
'AL
1
el-
De gezonken Orania
Waarom de kapitein terugkwam
V
DOOR AGATHA CHRISTIE
De moordaanslag te
Bleriék
De mijnen en spoorwegen zonden
1 Maart aan Duitsch
land overgaan
Het steenkolenvraagstuk nog
steeds het struikelblok
Tegen O. S.P.-raad slid een maand
gevangenisstraf geëischt
I Het geluk van
Arthur Pendennis I
Geen audiëntie
Verdeling van de kotten der vloot
Regeling van^iet grens
verkeer
s.
seint
ons.
a
Verdachte te Beek aangehouden
ver-
?n
Hl) zou het twee keer kunnen
gewoonlijk uitstekend,’* zei sir
als de
>7
plaats
Het lijkt
k
bleef hl) in het huta."
sn
an
BAZEL, Febr. Aan het «lot ran de
sedert 24 Januari 1935 tuaschen vertegen
woordigers van de Dultsche en de Fransche
regeering en de regeeringscommlsaie van het
Saargebied geroerde onderhandellngen is
hedenmiddag een officieel communiqué uit
gegeven, dat als volgt luidt:
id-
ip-
De gemeentepolitie te Beek (L.) heeft Woens
dag J. O. gearresteerd, die verdacht wordt van
het plegen van den moordaanslag in het woon
wagenkamp te Blerick.
on tegen
we heb-
en
srs
it-
e-
tl.
s
i
t, kn
orden
van
FEU
(isten
78)
O),
or:
sen
wa
ters
rofs
ties
its-
5
igger
Cal-
Jax-
van
uit
i een
leer
en
elers
acht
nld-
en
oei te
de
ven-
i de
bij-
fier-
zjjn
gaf.
i hij
."2
0<*
i de
lave
igen
spel
En—
sen.
:hot
OP
het
te gaan. Z’n boek
kon niet verkocht
worden. HU ging
het warenhuis nu
aan de overzij -
de voorbij, bang
als hU was. dat
de eigenaar hem
Moeilijkheden bij de handels-
besprekingen met Roemenië
Ongepaste vraag
Op een vraag van de verdedigster geeft getui
ge toe, dat Mr. Stokvis direct den Zondag vóór
wie uitzetting bezwaar daartegen had gemaakt
en op ^t gevaar voor de vier jonge mannen
had gewezen.
Verdachte merkt op, dat dit van belang is.
omdat nu het onware van de mededeellng van
ten
po-
:en
pns
De
ns,
eid
Vz*
sp
er
en,
de
7e-
ü-
in
el
ms
en
n-
sn,
let
In verband met den terugkeer van den gezag
voerder van het in de Portugeesche haven
Leixoes gezonken mailschip „Orania” deelt de
directie van den Koninklijken Hollandschen
Uoyd ons mede, dat deze terugkeer op haar
verzoek is geschied. Hoewel te Leixoes de moge
lijkheid kan zUn besproken, dat men zou trach
ten den commandant van het gezonken stoom
schip aldaar vast te houden totdat de kwestie
van de berging definitief is geregeld, is van een
bedreiging in dezen geest van de zijde der Por
tugeesche autoriteiten geen sprake geweest. Ook
is de terugroeping van den kapitein en de of
ficieren door den K. H. L. niet om deze reden
geschied.
De commandant en de officieren van de „Ora
nia”, die te Leixoes verblUf hielden, zijn terug
gekomen naar Nederland, omdat de besprekin
gen met de haven-autorlteiten en de bergings-
maatschappUen geen nieuwe gezichtspunten
meer opleverden. Daar de „Orania” door den
Koninklijken Hollandschen Lloyd reeds is ge
abandonneerd, was de tegenwoordigheid van
den kapitein te Leixoes niet langer noodzakelijk.
Bovendien bood de terugkeer van de ..Zeelan-
dla” naar Amsterdam voorloopig een laatste
goede gelegenheid voor een gemakkelUken over
tocht naar Amsterdam, zoodat het gewenscht
was den kapitein en de officieren van de „Ora
nia” met de „Zeelandla” te doen terugkeeren.
Wij vernemen verder, dat ook de vertegen
woordiger van de Londensche assuradeuren
thans naar Engeland is teruggekeerd.
De kwestie van de berging van de „Orania”
is echter nog niet geregeld.
Bij het klooster der Eerw. Zusters Fran
ciscanessen te Beek vroeg Woensdagmorgen eer.
verdacht uitziend persoon om een aalmoes. Daar
zich voor deze aalmoezen, die op zekere tijden
worden uitgereikt, meer dan eens personen van
slechte reputatie aanmelden, houdt de politie
hier meestal een oogje in het zeil. En ditmaal
heeft men een goede vangst gedaan door de
aanhouding van dezen man, J. G. die naar het
politiebureau werd overgebracht. Toen het
bleek, dat G die naar schatting 40 Jaar oud
is. zonder nationaliteit is van origine is hU
vermoedelük een Belg is de man op tran
sport ’gesteld naar de kazerne van de militaire
politietroepen te Sittard.
Daar is met vrl) groote zekerheid komen vast
te staan, dat men hier te doen had met den-
gene, die Dinsdagmorgen in het woonwagen-*
kamp te Blerick een moordaanslag heeft ge
pleegd op den woonwagenbewoner G. P„ wiens
toestand nog onveranderd ernstig is.
Het signalement van den verdachte, dat door
den brigadecommandant te Venlo aan Sittard
was verstrekt, klopte nauwkeurig met dat van
den aangehoudene. Deze heeft nog niet bekend,
doch wel heeft hij toegegeven dat zich buiten
gewone dingen in het woonwagenkamp hebben
voorgedaan. In den middag is de verdachte
naar Venlo overgebracht, waar hij is voorgeleid
vöor den brigadecorpmandant. Heden zou de
confrontatie met den getroffene plaats vinden.
Omtrent de oorzaak van den twist in het
woonkagenkamp wordt nog gemeld dat J. G.
in het kamp ongeoorloofde betrekkingen onder
hield.
,,Die gewond was en alles zoo vreeselijk,
maar zoo opwindend. Eerst toen mijnheer Bate
man me vroeg waar sir Oswald was, herinnerde
ik me. dat hjj een half uur te voren uitgegaan
was voor een wandeling.”
„Zeker last van slapeloosheid, sir Oswald?"
„Ik slaap 2.
Oswald, „maar ik moet bekennen, dat ik me
gisteren ongewoon onrustig gevoelde. Ik dacht
dat de nachtlucht me goed zou doen
„U kwaamt door de glazen deur naar bulten,
is het niet?”
Was het verbeelding of aarzelde sir Oswald
alvorens te antwoorden?
De Officier van Justitie, mr. Wassenbergh
requlreerde tegen van P.. na verder getui
genverhoor, wegens beleediging van oen bur
gemeester, een gevangenisstraf van één
maand.
i tegen E1 *7^0 b^ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TT bij een ongeval met E* OEA bij verlies van een hann
'ringen verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen F OVzo™ doodelljken afloop uUVs* een voet of een oog
MLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Loop naar den drommel met je goed boek!"
riep de chauffeur, die z’n motor al had aange-
jonge
A T T TT A IJ ïT op dlt blad zl^n nigevolge de verzekerlngsvoorwaa(<f
Ml sl «F» /ADV/l 1 1 X Lj tJ ongevallen verzekerd voor een der volgende uita
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VA
zet. in de hoop een klant te krijgen.
„Nu. mU ook goed,” antwoordde de
schrijver.
HU ging langs het Disraëll-statlon efi peinsde
er over, hoe moeilijk het was, een boek zelfs
voor niets kwUt te raken. Dat men het niet
kocht, begreep hl) niet.
BU een drukkerij stond een man tegen den
mum* geleend. blUkbaar te wachten op het ver
schijnen van de laatste editie van de krant, want
in z’n nabijheid stond een bakfiets.
„Zoudt u een boek van mij willen hebben?*
vroeg hij vriéndelijk.
„Loop rond met je boek, man! Als je het zoo
Wederom diende Woensdag voor de A’dam-
damsche Rechtbank een strafzaak waarin de
Larensche burgemeester als beleedlgde partij
voor het getuigenhekje verschijnt.
Thans is het een zijner raadsleden, de O. 8.
P.-er P. van P„ die in het bankje der beklaag
den plaats nam.
De aanleiding was gelegen in het over de Duit-
sche grens zetten van vier Duitschers, die een
conferentie te Laren bezochten en op bevel van
burgemeester Van Nispen van Sevenaer werden
uitgeleid.
Den verdachte is ten laste gelegd, dat hij tal
van beleedlgende uitdrukkingen heeft gebezigd
tijdens de openbare raadsvergadering, sprekende
over de uitzetting van de vier Duitschers, ’’welk
onderwerp toen niet aan de orde was”.
Verdachte werd verdedigd door mevr. Mr. De
RuyterDe Zeeuw
Als eerste getuige wordt de beleedlgde burge
meester gehoord. Van de raadzitting is een ste
nografisch verslag gemaakt. Na de eerste uitla
ting van Van P. heeft de burgemeester voorge
steld het raadslid Van P. te schorsen, de raad
besliste dienovereenkomstig.
druk had als ik, zou je ook geen tUd hebben
boeken te lezen!” klonk het antwoord.
HU gaf het nu op en besloot naar z’n kamer
--e»»-,
iHiiiiiiiiiliiiiiuiiitiiiiiiiiiuimwnmu
misschien met zijn eigen boek in de hand voor
bij zou zien gaan.
Een vrouw, met een kind op den arm. verliet
juist het warenhuis. Hjj had haar zooeven in de
boekenafdeellng gezien, waar zij in een boek
bladerde met den titel: „Honderd smakelijke
recepten voor de huisvrouw.” Die vrouw zag er
wel naar uit dat zij een mooi gebonden boek
zou accepteeren. Oogenbllkkelijk liep hU haar
achterna en vroeg: ..Mevrouw, mag ik u mis
schien gratis een boek geven?”
De vrouw stond stil en keek den jongeling
vragend aan. „Geeft u een boek weg?” vroeg
ze verwonderd.
„Ja, mevrouw.”
„Maar, dat moet u niet doen. Als het een
goed boek is, moet u het zelf houden. Boeken
zUn er voor om verkocht te worden.”
„Ja, sommige boeken ten minste wel," ant
woordde Arthur ontstemd.
„Maar misschien hebt u dit boek zelf geschre
ven?” vroeg ze, terwijl ze het kind even op
den grond zette.
„JaInderdaad mevrouw, en X Is een heel
goed boek, heeft men mij gezegd."
„Maar dan moet U het heelemaal niet weg
geven. We zullen het meenemen naar den
winkel van mijnheer Lancey. Die zal het wel
voor u verkoopen."
De jonge man lachte spottend. „Het ligt daar
al een maand te koop; maar niemand heeft er
nog een gekocht.”
„O. maar dan zal ik eens wat Op het titelblad
schrijven. dan zult u zien, dat de menschen wel
koopen. Gaat u maar even mee.”
bedoel niet op die manier ónmogelijk,
man wilde ontsnappen, aou hjj
Een juffrouw, werkzaam op het gemeentehuis,
stond tUdens de vergadering op de gang Vlak
voor de politie kwam had zU verd. het woord
„lafaard” hoeren zeggen. Dit zeu na de schor
sing van de vergadering zijn geweest.
Opnieuw werd aandacht geschonken wat
Nederland betreft, aan het verzoek tot ver-
hooglng van het Nederlandse!) kolencontingent?
naar België en aan het verzoek van Ierland om
meer vee in België te mo*n invoeren.
België zou de verhooglng van het contingent
kolen uit Nederland aanvaarden, maar stelt
als tegen-eisch, dat ook het kwantum kolen
en cokes uit België proportioneel zou worden
verhoogd.
De gewone audiëntie van den Minister van
Financiën zal op Maandag 11 Februari as.
niet plaats hebben.
den burgemeester vaststaat, als zouden de
.Duitschers tegen hun uitleiding naar Dultscb-
land geen bezwaar hebben gehad”.
Verdedigster (tot getuige): Hebt u die uitlei
ding der Duitschers doen plaats hebben op eigen
initiatief?
Getuige: Moet ik daarop antwoorden?
Verdedigster: Het is voor de beoordeellng van
verdaohte’s daad van groot belang te weten, of
verd. den burgemeester terecht voor deze zaak
aansprakelijk beeft gesteld.
De officier Mr. Wassenbergh acht de vraag
niet ter zake dienende en de rechtbank laat de
vraag niet toe.
pHet resultaat der onderhandellngen is door
de Dultsche en Fransche delegatie in overeen?
stemming met de delegatie van de regeerings-
commlssie van het saargebied en samengevat
in een schrijven, dat gericht is aan baron Alois!
als voorzitter van de commissie van drie. Aan
dit schrijven zijn in ruim 20 bijlagen de in
Bazel geparapheerde texten der verschillende
overeenkomsten en verklaringen toegevoegd. Het
schrijven en de bijlagen moeten de commissie
van drie dienen tot basis voor de bepalingen,
die zij zal moeten opstellen voor de weder-
aansluitlng van het Saargebied bij Duitschland
en voor de uitvoering van de op grond van
vroegere besluiten door de betrokken regeerln-
gen op zich genomen verplichtingen.
De onderhandellngen hebben plaats gevonden
in tegenwoordigheid van een vertegenwoordiger
van de flnancieele commissie van den Volken
bond.
Verder werden zij van den kant van de com
missie van drie gevolgd door een lid van het
Volkenbondssecretariaat. Aan een deel van de
onderhandellngen namen ook de BIB, de Banque
de France en de Rijksbank deel.
De leden van de Dultsche en Fransche dele-
gatiën hebben zich naar Rome begeven om de
commissie mondeling rapport uit te brengen.”
Omtrent het resultaat der onderhandellngen
over het Saargebied kan nog gemeld worden,
dat de muntwijziging uitvoerig Is geregeld en
dat een destietreffende verordening inmiddels
in het Saargebied gepubliceerd is.
Onze Brusselsche correspondent
d.d. 6 Februari:
In het kabinet van den eersten minister had
den Woensdagmorgen nieuwe beraadslagingen
plaats van ministers en hooge ambtenaren uit
verscheidene departementen.
De aanwezige ministers waren de heeren
Theunls, Francqul, Hijmans, Gutt en Pierlot.
De stand van de economische besprekingen,
welke thans met verscheidene landen aan den
gang zijn, werd nagegaan.
,in nog wel met je avondschoenen aan. in
plaats van wandelschoenen aan te doen. Wat zou
je doen als ik er niet was om voor je te zor
gen?"
Ze schudde droevig het hoofd.
„Ik vind Maria, als je er niets
hebt, dat je ons alleen moet laten
ben nog veel te bespreken.”
„Dat weet ik, lieve, ik ga al."
Lady Coote verdween, terwijl ze het leege
medlcljnglas droeg, alsof het een bokaal was.
waaruit zij juist een doodelijk gif had toege
diend.
„Nu Battle," zei George Lomax.
y-. oor het groote warenhuis, waarin bonder-
I 1 den bezoekers dagelijks in en uit gingen,
liep Arthur Pendennis met een wrevelig
gezicht rond. Telkens weer ging hij naar de
afdeelïng ..Litteratuur”, en lederen keer kéék
hjj naar een boek, dat met z’n licht blauwen
omslag in een vitrine prijkte. Met gulden letters
stand op den band: „Orkanen” door Arthur
Pendennis. Maar ofschoon het reeds eenige
maanden geleden was uitgekomen, had nog nie
mand er ook maar één gekocht. Toch was het
boek goed. Daarvan waren, behalve hij. ook alle
critici overtuigd. Maar wat had je aan een
goed boek als toch niemand het las? Mijnheer
Lancey, de eigenaar van het warenhuis, had
hem verteld, dat. tegelijk met zijn roman, er
weer een van Deborah Watkins was uitgekomen
en dat daarvan binnen kort een tweede druk
zou verschijnen.
Deze mededeellng had Pendennis ten zeerste
geërgerd. Die Deborah Watkins moest iemand
zijn, die niet gestudeerd had. Er waren er zelfs,
die beweerden, dat ze totaal geen opleiding had
genoten. Wat kon zoon mensch nu weten van
de problemen der menschheid? En toch slikte
het publiek het graag en vond het prachtig. En
hij? Jaren van zware studie had hij doorge
maakt, alvorens zich te wagen aan het schrij
ven van een psychologlschen roman, waarin ni)
haarfijn de mannelijke en vrouwelijke ziel bloot
legde en op het verschil daarvan wees.
En toch bleek zoon ongeletterde vrouw 'n
staat hem glansrijk te verslaan. Dat kon hij
niet verkroppen; daarom haatte hij haar. Ja. ze
had al meerdere boeken geschreven en alle wa
ren grif door het lezend publiek gekocht. Ze was
zeer populair en stond bekend als een der meest
gelezen schrijfsters. Haar naam alleen was
reeds voldoende, om haar boeken een groote
oplage te verzekeren. Maar begreep dan niemand
zoo vroeg Pendennis zich met verbeten woede
af dat het toch maar suffe, doodgewone ver
halen wapen, zonder pit of inhoud?
Diep ontstemd keerde hij zich voor de zoo-
veelste maal van den boekenstand af en wilde
Juist het gebouw verlaten, toen hem een gedach
te te binnen schoot.
„Als dan niemand mijn boek koopt, zal ik het
zelf koopen”, besloot hij en keerde op z’n schre
den terug. De juffrouw die hem hielp, keek
hem een beetje vreemd aan toen hij den roman
„Orkanen" vroeg, maar weldra was hij in 1 bezit
van zijn geesteskind en wandelde er mee naar
bulten.
„Ik zal het weggeven aan den eerste den
beste, dien ik tegen kom", mompelde hjj. „Dan
heeft ten minste iemand het gelezen.”
Een klein heertje, met grijs haar en een
wandelstok met gouden knop, liep voor hein uit.
Hij zag er nog al geleerd uit en leek dus voor
Arthur de gescHlkte man.
Kordaat sprak hij den heer aan: Jjeemt u
me niet kwalijk, maar mag ik u misschien een
goed boek cadeau doen?”
„Wat?” klonk de bitse vraag.
„Een goed boek, mijnheer; het kost u niets”.
„Ik heb jouw goede boeken niet noodig en als
je niet gauw maakt dat je weg komt, roep ik
de politie,” luidde het onverwachte antwoord.
Met een hoogroode kleur liep Arthur verder.
Een eind verderop stond een taxi-chaufeur,
die op een vrachtje wachtte. Juist stak hjj een
sigaret op.
Arthur Pendennis naderde den man en greep
het portier van de taxi vast.
„Neen, ik wil geen rit maken”, sprak hij,
..maar zou je een goed boek van mij willen
hebben?"
De Dultsche douanegrens wordt verplaatst
naar de Saarlandsch-Fransche grens. Daarmede
is de economische en muntpolitleke wederaan-
slultlng van het Saarland bl) Duitschland voor
het belangrijkste gedeelte voor 1 Maart gereed.
Voor het overnemen van het geheele bestuur
op 1 Maart zijn de voorbereidingen ter plaatse
aan den gang. De Saarmijnen gaan op 1 Maart
fp haar geheel aan Duitschland over, X Fran-
éohe miJnpersoneel vertrekt per 28 Februari.
■Ret Dultsche Rijk neemt de loopende kolen
contracten over. De Saarlandsche verbindlngs-
spoorwegen naar Lotharingen worden eveneens
in hun geheel per 1 Maart overgedragen. De
ambtenaren dezer lijnen gaan in Rjjksdienst
over voor zoover zij Duitschers zUn.
„Juist mijnheer Hetzelfde soort indruk.
Ofschoon u het, tusschen twee haakjes, een
goede tien meter verder gooide. Maar u bent
dan ook een stevlggebouwde man, nietwaar sir
Oswald? Pardon ik geloof dat ik iemand aan
de deur hoorde
Het gehoor van den hoofdinspecteur moest
wel scherper zijn dan van de anderen. Geen
van hen had een geluld gehoord, maar Battle
bleek gflijk te hebben want lady Coote stond
bulten met een rfiedlcijnglas In de hand.
,Je medicijn Oswald,” zei ze de kamer bin
nenkomend. ,Je bent vergeten In te nemen na
Je ontbijt.”
,Jk heb het heel druk, Maria,” sei sir Oswald.
„Ik wil geen medicijn hebben."
,Je zoudt ze nooit innemen, als ik er niet
was," zei zijn vrouw kalm, terwijl ze op hem
toeging. „Je bent juist een ondeugende kleine
jongen. Drink ze nu op.”
En gedwee, gehoorzaam, dronk de groote staal-
magnaat het drankje.
Lady Coote glimlachte droevig en lief tegen
de anderen.
„Stoor Ik Je. Heb Je het heel druk? O, zie
die revolvers eens. Vervelend lawaaimakende
moorddadige dingen. En als Ik dan bedenk, dat
je vannacht vermoord had kunnen zijn door
den Inbreker.
„D moet wel bang geweest zijn, toen u hoorde
dat men niet wist waar hij was, lady Coote,"
zei Battle.
„Eerst dacht Ik er niet aan,” bekende lady
Coote. „Deze arme jongen hier...." Ze wees
op Jimmy.
Naar ons ter oore komt, hebben de onderhan
dellngen betreffende het goederen- en beta
lingsverkeer tusschen Nederland en Roemenië,
welke naar men weet, de laatste dagen te
's Gravenhage gevoerd worden, een niet zoo
gunstig verloop als men aanvankelijk had ge
hoopt. De moeilijkheden, welke gerezen zijn,
betreffen voornamelijk de clearing. Men hoopt
echter, dat deze besprekingen binnen niet te
langen tijd tot een bevredigende oplossing zul
len lelden.
Brutale dief weldra gearresteerd
Dinsdag Is ingebroken In de sacristie van de
kerk te Mlerlo. De dader heeft zich toegang
tot de brandkast verschaft met behulp van
sleutels, die hU daar aantrof en heeft de spaar
potten van de Misdienaars geleegd.
Twee schilders, die in de kerk bezig waren
en den man aan het werk zagen, Vermoedden
geen kwaad, doch konden des avonds, teen zij
van den diefstal hoorden, een vrij duidelijk
signalement opgeven.
In den loop van den avond is men er nog
in geslaagd, den man in een bioscoop te Eind
hoven te arresteeren, waarna hij in bewaring
gesteld is.
Er Is een regeling getroffen voor de
plichte sociale verzekering. Ook voor de Fran
sche particuliere verzekeringen zijn regelingen
getroffen. Voor het opbrengen van de 900 mil-
lloen francs van het accoord van Rome van 3
December zijn technische voorbereidingen ter
inzameling der franken getroffen.
BU de economische onderhandellngen, die op
het oogenblik te Berlijn gevoerd worden, zün de
Dultsche en Fransche regeeringen overeenge
komen de bepalingen van het verdrag van 25
April 1929 over het kleine grensverkeer tus
schen de belde landen van toepassing te doen
zijn op het geheel van de Dultsch-Fransche
grens.
Een gemengde commissie zal spoedig bijeen
komen om de afzonderlijke problemen te re
gelen.
mijnheer O’Rourke's deur was van
binnen nog op slot toen we bij hem kwamen."
„En hoe kwamen jullie bjj hem? Door sir
Stsnley’s kamer. Lady Elleen vertelt me dat
ze den deurknop van mijnheer O'Rourke's deur
zag bewegen. Dat was toen onze vriend er den
eersten keer was. Ik vermoed dat de sleutel onder
mijnheer O’Rourke's hoofdkussen lag. Maar het
is duidelijk genoeg waar hjj den tweeden keer
langs verdweendoor de verblndlngsdeur en
door sir Stanley’s kamer, die natuurlijk leeg
was. Zooals alle anderen rent sir Stanley naar
beneden, naar de bibliotheek. Onze man had
vrij spel.”
,£n waar ging hij toen heen?"
Hoofdinspecteur Battle haalde zijn stevige
schouders op en gaf een ontwijkend antwoord
„Er stonden hem veel wegen open. Weer een
leege kamer, binnen aan de andere zijde van
bet buis, weer naar beneden langs het klimop.
eruit door een zijdeur.... of, en dat is ook
mogelijk, als de zaak van binnen uitging....
bleef hij in het huis." (Wordt vervolgd)
Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer over begroeting van het Departement
van Koloniën voor 1935 wordt het volgende
ontleend:
De opvatting, dat het Moederland in het
„imperium” een Beidende plaats Inneemt, vindt
in artikel 1 van de Grondwet geen steun. Even
min is dit het geval met de hieruit afgeleide
stelling, dat Nederland In beginsel voor de kosten
van de defensie aansprakelijk zou zijn.
Doch niet alleen daarom acht de minister
van Koloniën die stelling onjuist; ook overwe
gingen verband houdend met den aard der
uitgaven, lelden hem tot die slotsom. Met de
hier aan het woord zijnde leden is hij van
oordeel, dat de defensie een aangelegenheid is,
waarbij het Koninkrijk In zijn geheel belang
heeft. Uit deze waardeerlng vloeit echter recht
streeks voort, dat dan ook het Koninkrijk in
zijn geheel in de kosten der verdediging moet
bijdragen.
De Gouvemeur-Generaal en de Volksraad
kunnen omtrent de samenstelling der vloot in
Indlë advies uitbrengen, maar de beslissing
berust bij de Regeerlng, zoodat de minister van
Defensie daarvoor mede de verantwoordelijk
heid draagt.
Het Is volkomen juist, dat de commandant
der Zeemacht niet den minister van Defensie,
maar den Gouvemeur-Generaal heeft te advi-
seeren over de samenstelling van de vloot in
Indlë.
„Daar,” zei Battle, „weer naar omhoog langs
het klimop.”
„Onzin hoofdinspecteur. Wat u veronderstelt
Is ónmogelijk."
„Heelemaal niet ónmogelijk. Hij heeft het é€n
keer gedaan.
doen.”
„Ik
maar
nooit naar het huis terug hoUen.”
,,De veiligste plaats voor hem. mijnheer
Lomax.”
„Maar
te wuvnv, «^5 SJULljaA. XJJIkV
alles duidelijk %enoeg. Ja volkomen duidelijk.
De man vuurt een schot af. dat mijnheer
Thesiger buiten gevecht stelt. h|) werpt het
i wapen weg. loopt langs het terras en het
?rintpad af.”
„Waar mijn mannetjes hem hadden moeten
Arthur volgde de vrouw op den voet, meer
uit nieuwsgierigheid, wat deze eenvoudige dame
wel voor reclame kon bedenken, die zijn boek
verkoopbaar zou maken.
Toen het tweetal bij de boekenafdeellng
kwam, stond mijnheer Lancey juist In de buurt
en groette beiden beleefd.
De vrouw zette het kind op den grond en
vroeg pen en Inkt.
ZU opende het boek: „Orkanen”, en schreef
op de frontpagina:
„Dit is een uitstekend boek en hij die het
koopt, heeft een waardevol bezit. Zelden las Ik
een boek, dat mij zóó wist te boelen en met
zulk een groote kennis van zaken is geschre
ven. Men moet dit gelezen hebben."
„Zoo," zei ze, terwijl ze den penhouder neer
legde.
„Prachtig, mevrouw." verzekerde mijnheer
Lancey. die den omslag voor haar had vast
gehouden. „Dat Is een prachtig getuigenis en de
eerste die dit boek koopt, zal ik zelf zijn, want
de oplaag zal nu wel gauw uitverkocht wezen.
Wtlt U het misschien nog even onderteekenen?”
De dame boog zich voorover en onderteeken-
de: „Deborah Watkins”.
Na vijf weken beleefde Pendennis' boek „Or
kanen” reeds z’n tweeden druk.
De door hem geminachte schrijfster was zijn
geluk geweest.
Hjj zweeg voor hij verder ging.
,En dan is er nog de Indruk in den grond
Het pistool moet met eenige kracht on den
grond terecht zijn gekomen. Dat wijst allemaal
erop, dat het gegooid te.”
„En waarom niet?” zei sir Oswald. .Als de
man bijvoorbeeld links het pad opvluchtte dan
zou hl) geen voetafdrukken achterlaten op het
pad en dan zou hij het pistool van hem weg
gooien In het midden van het grasveld, is 't
niet Lomax?”
,,Hij zou Inderdaad geen voetafdrukken op het
pad achterlaten,” zei Battle, „maar te oordeelen
naar den vorm van den indruk en de wijze
waarop het gras werd gehavend geloof ik niet
dat het pistool vanuit die richting werd ge
gooid. Ik denk dat het hier van het terras werd
geworpen."
„Heel waarschijnlijk,” zei sir Oswald. „Geeft
dat Iets hoofdinspecteur?"
„O ja Battle?” onderbrak George. Heeft
het.... hm.... er eigenlijk iets mee te maken?"
„Misschien niet, mijnheer Lomax. Maar zoo
willen we overal achter komen, weet u? Ik zou
nu graag weten of een van de heeren dit pistool
sou willen nemen om het te gooien. Zoudt
u het willen doen, sir Oswald? Heel vriendelfjic
van u. Wilt u hier in de deur gaan staan.
Gooit u het nu midden in het grasveld."
Sir Oswald deed het en liet het pistool door
de lucht vliegen met een krachtlgen zwaai van
zijn arm. Jimmy Thesiger kwam dichter bij in
ademlooze belangstelling. De hoofdinspecteur
I liep het achterna als een geoefend apporteur
iHij kwam terug met een stralend gezicht.
vangen," bracht Battle in het midden.
„Uw mannetjes als Ik het zeggen mag. schijnen
buitengewoon nalatig geweest te zijn. Ze zag"n
juffrouw Wade niet er in komen. Als ze niet
zagen, dat zü er in kwam, konden ze ook even
goed niet zien dat de dief eruit ging.”
Hoofdinspecteur Battle opende den mond om
te spreken, maar hj) scheen daarvan af te zien.
Jimmy Thesiger keek hem nieuwsgierig aan. HIJ
zou er heel wat vo°r hebben willen geven als
hij precies geweten had, wat er in Battle's
geest omging.
„HU moet een kampioen hardlooper geweest
zijn,” was alles wat de man van Scotland Yard
zich verwaardigde te zeggen.
„Wat bedoel Je. Battle?"
„Wat Ik zeg mijnheer Lomax. Ik zelf was om
den hoek van het terras, nog geen vijftig secon
den nadat het schot afgevuurd was. En om dien
afstand naar mi) toe en den hoek van het pad
om te loopen, vóór Ik om den hoek van het
huis verscheen. moet hij zooals ik zeg een
kamptoenlooper zUn geweest.”
„Ik begrUn Je niet. Battle. Je achUnt een idee
te hebben, dat ikhmnog niet begrepen
heb. Je zegt dat de man niet over het gras
veld ging en nu geef je te kennenwat
geef Je eigenlUk precies te kennen? Dat de man
het pad niet afliep? Waar ging hj) dan volgens
jou opnieuw heen?”
Als antwoord wees hoofdinspecteur Battle wel
sprekend met zUn duim naar omhoog
,,Hé?” zei George.
De hoofdinspecteur wees nog duidelijker.
George keek omhoog naar het plafond.
„O, het geeft niets, Ik heb die zaak kunnen
reconstrueeren. Er waren vier voetafdrukken,
weet u, die van achter uit den tuin kwamen
en er was een plek waar u klaarblUkelUk stil
hebt gestaan en u klaarblijkelijk gebukt heeft
en een Indruk In het gras, die veel te denken
Beeft. Tusschen twee haakjes, wat was uwe
theorie over de aanwezigheid van het pistool op
die plaats?” n-r
,Jk veronderstel, dat de man het dasu* in zijn
vlucht heeft laten Wallen.”
Battle schudde liet hoofd.
„Niet laten vallen,:81r Oswald. Daar zijn twee
mngen tegen. Om te beginnen te er maar één
«el voetafdrukken, dat juist op die plaats ovef
“ét «rasveid gaat.U, de uwe.”
”Zoo,” zei sir Oswald nadenkend.
,«un je daar zekër van zUn Battle.” bracht
George in het midden.
„Beel zeker, mUnhecr. Er te een ander stel
Wetafdrukken. dat Tver het geveld gaat, die
*^*r^SS~W WBde' maar voel meer
Met inspanning van alle krachten trok Hal het
meisje naar zich toe. Veilig aan land moest Mary
eerst eenige oogenbllkken bekomen van den schrik,
alvorens ze op alle vragen van Hal kon antwoorden
Stomverbaasd keek Hal naar het meisje, dat uit
een donkere grot met haar boomstam door het water
werd voortgestuwd. Spoedig was ze vlakbU en tot
Hal's groote blUdschap was het werkelUk zUn zusje.
OnmiddelIUk waadde Hal tot het middel in het
water en hU slaagde erin Mary te grUpen. Het arme
kind was uitgeput van vermoeienis en koude en de
hulp kwam juist op tijd.