DE ENGELSCHE KAPERS
I
12 Februari 1922 werd Paus Pius X
den Sint Pieter gekroond
wïAaal wuv den daq
in
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
I
DE EERSTE PAUSZEGËN
NA 20 SEPT. 1870
,V
Kia AND AG 11 FEBRUARI 1935
Toen de motor weigerde
Paus der verzoening
118-jarige overleden
I-
(0
5 J
Ö2
Sparen in Rusland
DOOR ACAÏHA CHRISTIE
^i’
"jsW
Dr^voudige moord
>ti
*3
„Raptim tranait”, een woordspeling
op den naam Ratti, werd het
devies van den nieu-
i Tecla 's verhaal i f
’c>£
3—1
0-8
0-2
0-0
wen Paus
0—2
met
3—1
MARTIN BERDEN
Nadruk verboden)
o o
doodsangst
u—0
ds-
ik
'f.
<h
over
Ï>1
■T
7.
twee
VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
JIMMY BERAAMT PLANNEN
er
40.
..het
hem krijgtmaar als hjj jou
met
Bundle.
het niet helpen. Je waart zoo
veld slaan. Als alles
bent een klein duivelin-
je
den
zij
Hal en Mary stapten naast elkaar de hut binnen
en keken nieuwsgierig rond. „Wel, het ziet er naar
uit, alsof een Engelschman hier woont,” zei Hal. „Zie
je de tafel en de stoelen en de lantaaarn, die aan den
zolder hangt?” „HU kan niet ver weg zün," zei Mary,
wUzende op het fruit op de tafet
’t Zs een winter, die als winter
Inderdaad op niets geleek.
Schijnbaar is dit jaargetijde
Door de crisis tók van streek’
Maar al loopen wij tenslotte
Ook een echten winter mis.
Toch moet ieder constateeren.
Dat de eerste sneeuwer is!
Want het is dan toch gaan sneeuwen!
En het welbekend tapijt
Zien wij nu in Februari
Op de straten uitgespreid!
Dus wij spreken weer van vlokjes,
Sneeuwpop, arreslee en ski
En we zien nog flauw de schoonheid
Van de winter-poëzie!
Sneeuw heeft ioch iets sprookjesachtig
Want de ondervinding leert.
Dat zij schilders en de dichters
Op z’n hevigst inspireert!
Maar helaas, in onze steden
Toovert zij geen schilderij.
Want zij wordt daar vlug bepekeld
Tot een natte, vieze brij!
hebben sommige menschen toch een
vreemden smaak.” merkte mynheer Thesiger
2-1
1-4
ej.
he
00
te
«d
i -2
0—2
lap
id-
ge-
en
ec-
les
nd
-0;
nd
Uk
-0:
s—
-2:
nd
-”v'
It—
LN
e—
ren
fde
no-
luK
ge-
de
er-
er
rije
-4:
jen
a—
rd-
nd
In-
e—
be
tg
üe.
ng
n»
>.G.
uit
>aal
iets
nd
-h-
-t>:
je-
den
ten.
dat
een
ede
Hitz
k.
ter.
1UU
aar
ler-
im-
de
t is
ren
in
7 p it=
.1 L-t=
„Zie je iemand in de hut. Hal?” vroeg Mary, een
beetje zenuwachtig. Hal hield het gordün van ge
vlochten gras een beetje terzU en gluurde naar
binnen. ,,Ik geloof niet, dat er op ’t oogenblik iemand
in is,” antwoordde hU, „anders zou hij nu wel ge
antwoord hebben, Laten we maar naar binnen gaan.”
ik
In
wou
laten
Jn het afgeloopen jaar zUn er bU de .ver
schillende spaarbanken in de Sovjet-Unie i^eu-
we rekeningen geopend tot een bedrag van on
geveer j 500.000 000. hetgeen meer dan het dub
bele is van het bedrag dat in het voorgaande
jaar bü de banken werd geplaatst.
Op 1 Januari 1935 bedroeg het totale saldo
bU de spaarbanken ongeveer twee milliard
gulden.
m
st,
air
nd
>c-
ije
at.
»1*
IIIHM «■•«ft.
Een poosje wandelden ze de hut rond en keken
door de rarmen, of ze geen teeken van den eigenaar
zagen. Toen gingen ze aan tafel zitten, om te eten,
want ze hadden honger, plotseling verscheen een
man In de deuropening, die hen glimlachend aanzag.
In een op 24 kilometer van Madrid gelegen
hut zijn drie schaapherders vermoord. Een
vierde schaapherder, die verklaarde, onoer het
bed te zijn gekropen, deelde mede, dat de mis
daad was gepleegd door verscheidene mannen,
die met bijlen gewapend waren, en die daarna
getracht hadden de hut in brand te steken.
De overlevende is gearresteerd, daar de po
litie zijn verklaring verdacht vindt.
1
„Alleen voor hen, «die je niet kennen, die
bedrogen worden door je misleidend-voorkomen
van zachtheid en decorum."
„Ik hoor je graag zulke latünsche woorden
gebruiken.”
„Die heb ik uit kruiswoordenraadsels.”
,,Dle zun toch zoo ontwikkelend."
„Loraine mijn beste, praat er niet over heen.
Wil je of wil je niet?”
Loraine’s gezicht werd gewoon. Het nam zijn
karakteristieke uitdrukking van vastberadenheid
aan. Haar kleine mond werd hard en ze stak
haar kleine kin uitdagend vooruit.
„Neen Jimmy, nog niet, zoo lang alles Is als
nu en niet ten einde gebracht
„Ik weet, dat we niet gedaan hebben wat we
van plan waren," gaf Jimmy toe. „Maar toch.
Och het is het eind van een hoofdstuk. De
papieren zUn veilig op het mlnfcterle van Lucht
vaart. De deugd zegeviert. Enop het
moment is er niets aan de hand.”
„Dus laten we trouwen?” zei 'Loraine
een lichten glimlach.
„Zooals je zegt, dat bedoel ik precies."
Maar weer schudde Loraine het hoofd
„Neen Jimmy tot deze zaak afgeloopen is....
tot... we veilig zün.”
„Denk je, dat we gevaar loopen?”
„JU niet?”
Jimmy's engelachtig gezicht betrok.
„Je hebt gelUk,” zei hU ten laatste. ..Als die
eigenaardige onzin van Bundle waar is.... en
Ik veronderstel, dat het, hoe ongeloofelUk ook
waar moet zUndan zün we niet veilig tot
we afgerekend hebben met no. 7.”
M’n oom en tante gingen uit nadat Ik hun
herhaaldelUk verzekerd had. dat Ik volstrekt
niet bang was en dat ik nooit meer kwam !o-
geeren als ze voor mU thuis bleven. Maar toen
ze weg waren, en Ik wist, dat het meisje en Ik
alleen waren In 1 stille huls bulten het dorp
kreeg ik toch een vreemd gevoel In m'n keel.
Twee meisjes doen niet veel tegen een inbre
ker!
Ik ga lezen! dacht ik. Ik ging met een boek
In den tuin zitten, tot het donker was. Daarna
ging ik naar binnen om thee te drinken, waar
Phebe. het dienstmeisje, me vertelde, dat in
braak In die streek geen gewoonte was. maar
dat er nu en dan wel eens een zwerver ergens
binnen kwam en in koelen bloede Iemand ver
moordde die hem in den weg trad. Voor de ge
zelligheid gaf ze een paar sprekende voorbeel
den. en toen ze niets meer wist, voelde ik me
onrustig.
„Weet je wal?" zei ik. „we gaan voor alle ze
kerheid toch even het huis rond; Je kunt nooit
v eten."
Ik nam een kaars, bezocht met Phebe alle
vertrekken en zocht overal In en op en achter
en onder, al beweerde Phebe. dat er onder een
piano nooit een man kon liggen.
Onderwyl hield ik een redevoering tot stich
ting van den inbreker, die misschien in huls
zou kunnen zUn.
„Phebe." zei Ik, „ik vind het vreeselUk. dat
oom zoo driftig en bloeddorstig is. HU heeft zoo
veel geweren en pistolen", Ik praatte hoe
langer hoe harder „en messen en dolken en
zoo. Ik begrUp niet, waarom hU die revol
vers altUd geladen klaar heeft liggen, met zes
kogels er in. Er is eigenlek niets in huis, dat
de moeite van 1 stelen waard is. Het kleine
beetje geld, dat oom heeft, staat op de bank, en
zilver is er niet, en
Phebe keek zóó verbaasd, dat ik t noodig
vond, haar fluisterend uit te leggen, waarom ik
redeneerde.
De motor van een Spaansch militair vliegtuig
dat zich op een hoogte van 150 meter boven
k.et nabU Sevilla gelegen vliegveld Tablada be
vond, weigerde plotseling waarop de piloot be
sloot met zün parachute uit het toestel te
springen.
OngelukkigerwUze kwam hU echter midden
.n de brandende resten van zUn vliegtuig te
recht, dat bij het neerkomen op den grond vlam
had gevat.
HU werd daarbU echter slechts licht gewond.
Op het feest van Maria Lichtmis deden drle-
en-vUftig Kardinalen hun intrede in het Con
claaf. Later, toen de nieuwe Paus reeds uitge
roepen was, werd Kard. O’Connell, die niet
tijdig te Rome had kunnen zUn, nog toegelaten
tot de vergadering van de Prinsen der Kerk.
In den morgen van VrUdag 3 Februari begon
nen de stemmingen, welke tot Maandag 6 Fe
bruari zouden voortduren. In een herderlUk
schrijven vertelde later Kard. Mercier het
oogenblik der Pauskeuze in deze sobere woor
den
,JDe verkiezing van Pius XI had plaats op
Maandag 6 Februari, omstreeks elf uur in den
morgen, bij de veertiende stemming. Kard.
Csernoch, Primaat van Hongarüe. vond hierin
aanleiding om tot eenige Kardinalen die om
hem heen stonden te zeggen: „KUk. wU hebben
Kard. Rattl al de veertien staties van den
Kruisweg doen ondergaan en nu laten wij hem
alleen op Calvarië achter.” Welk een indruk
wekkend oogenblik! Kard. Rattl is de eenige
die nog op zijn bank zit, rechtop, met gebogen
hoofd, en hu denkt diep na De andere Kar
dinalen hebben zich van hun zetels verheven
en staan drie, vier rijen dik in een kring rond
om den gekozene. De Kardinaal-Deken verheft
zijn stem en spreekt namens het H. College de
vraag uit. welke een einde gaat maken aan
onze werkzaamheden: „Neemt ge de verkiezing
aan welke u canonisch verheft tot het Hooge-
priesterschap?” Een stilzwUgen van nederig
heid, vrees, geloof en, na^r wU hopen, ook van
vertrouwen, houdt ons lange, lange minuten in
spanning. En dan komt er zachtjes en zeer
langzaam een antwoord in vloeiend latUn: „Om
niet den schün aan te nemen dat ik Gods Wil
weerstreef of mU onttrek aan de eer. welke op
mUn schouders is gelegd, en ook om niet den in
drukje wekken dat ik de stemmen mijner colle
ga’s niet op de juiste waarde zou weten te schat
ten, aanvaard ik, ondanks mUn onwaardigheid
waarvan ik diep overtuigd ben, mijn verkie-
zing De Kardinaal-Deken ging voort: „Wel
ken naam wilt u dragen?” De ontroering om
floerste de toch al zwakke stem van den Paus.
Ik heb zUn antwoord niet heelemaal kunnen
„Als ik er aan denk, wat gisterenavond alle
maal had kunnen gebeuren....’’
Loraine huiverde.
..Maar het gebeurde niet.” zei Jimmy. „We
zUn allebei hier, veilig en gezond.... al moet
ik toegeven dat mUn arm vervloekt t>Un doet.”
„Arme longen.”
„Men mort er oó rekenen dat men moet
lUden voor een goede zaak. En deels door mUn
verwonding, deels door mUn vroolljke conver
satie heb ik lady Coote heelemaal veroverd.”
„O vind je dat belangrUk?”
„Ik heb zoo het idee, dat het van nut kan
zün.”
,.En de anderen?”
„Neen, de anderen tellen niet mee. No. 7 met
zUn eigen manier van werken jaagt mU angst
aan. Omdat ik niet weet wie hU is, of wrar
ik hem moet zoeken.”
Loraine huiverde.
„Ik heb angst gehad." zei ze op zachten toon,
„al dien tUd na Gerry’s dood....’’
,,Je hoeft niet bang te zUn. Er is niets om
je ongerust te maken. Laat alles maar aan mü
over. Ik zeg je Loraine, ik zal no. 7 wel te
pakken krUgen! En als we hem eenmaal heb
ben. denk Ik niet, dat w'e nog veel last zullen
hebben met de rest van de bende, wie ze Ook
zUn mogen
„Als je
krUgt.”
„OnmogelUk.” zei Jimmy opgewekt. „Ik ben
veel te slim Heb altijd een hoogen dunk van
je zelf, dat is mUn motto."
‘X;
A I I 17 A °P dt* b,ad zün ingevolge dc verzeKermgsvoorwaarden tegen J7 bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 bü een ongeval met E* OCH bIJ verlies van een hanc»
Ml sl (Ti w 1 V| 1_4 O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen JT ff verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen F ff Olzw" doodelijken afloop JL MUVt" een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
cp. Verbeeld je dat iemand, die met jou zit
te praten liever iets anders deed. Maar je ver
rast me zeer Loraine. Ik dacht dat onze een
voudige Bill verstrikt was in de netten van de
schcone buitenlandsche avonturierster. Ik weet,
dat Bundle dat dacht
Bundle misschien wel.” zei Loraine, ma*i ik
reg je Jimmy dat het niet zoo is.”
„Maar wat is jouw idee dan eigenlek?”
Denk je niet, dat het mogelUk is. dat BUI
zelf zoo’n beetje detective speelt?"
..Bill? Die heeft er geen hersens voor"
..Dat weet ik nog zoo zeker niet. Wanneer
een eenvoudig, gespierd iemand ate Bill intelli
gent wil zun. veronderstelt niemand ooit dat
hU dat zou kunnen’
..En dientengevolge kan hU zUn werk juist heel
goed doen. Ja. daar is wel iets van waar Maar
van BUI had ik dat toch nooit kunnen denken.
En hij speelt zoo uitstekend het lammetje van
de gravin Ik geloof toch dat je ongeluk hebt,
Leraine. De gravin is een buitengewoon mooie
vrouw niet een type waar ik van hoad
natuurlUk," voegde mUnheer Thesiger er haas
tig aan toeen die ouwe Bill heeft altUd
een erg groot hart gehad.”
Loraine schudde het hoofd en was niet over
tuigd.
Kom." zei Jimmy, „dan doe het zooals je
wilt. We hebben efe zaken nu zoowat geregeld.
JU «gaat met Bundle terug naar Chimneys, en
zorg er in is hemelsnaam voor, dat ze weer
niet naar dat Zeven WUzerplaten lokaal gaat.
De hemel weet wat er gebeurt als ze dat doet.”
tWordt vervolgd
Op een boerderU te Malmesbury (Kaapprovin
cie) is een 118-jarlge overleden, die ten tijde
van de emancipatie nog slaaf was.
HU was in 1817 geboren en heeft dus geleefd
onder de regeering van vier gekroonde staats
hoofden, n.l. Willem IV. Koningin Victoria,
Eduard "VII en George V.
HU kon zich nog zeer goed'de feesten ter ge
legenheid van de kroning van koningin Victoria
herinneren.
Hij was driemaal getrouwd geweest en zUn
derde vrouw had hem nog zeven kinderen ge
schonken.
aan oom
„Tecla!" nep een poos later de stem van mijn
tante, nadat er op mijn deur geklopt was. „doe
eens open, kind'
Bent u thuis?” vroeg ik. „en oom ook?”
„Ja. we zUn thuis Kan je nog even beneden
komen, of lig je al in bod’”
Het klonk allemaal zoo gewoon, alsof er een
half uur te voren bijna geen bloedig drama
met dien Inbreker beneden was afgespeeld. Het
deed me goed. Het zou een verademing zijn,
alles aan oom en lante te kunnen vertellen,
er over te spreken, hun lof in te oogsten voor
mün dapperheid, en to|t rust te komen vóór ik
slapen ging.
Ik kom!" riep ik. Tante ging en een paar
minuten later volgde ik haar. Toen ik liet salon
binnen trad zat aan de ronde middentafel tus-
schen oom en tante de inbreker van dien
avond.
Ik was stom van verbazing, keek den Jongen
man aan HU glimlachte. De vonkjes van boos
aardigheid. die Ik in z’n oogen gezien had. wa
ren er weer, maar nu leken, ze meer guitig dan
dreigend. En onderwijl was oom al aan l spre
ken.
„Dat is een neef van tante; onverwachts uit
Indië gekomen Hij z*g hier in de kamer nel
het licht uitgaan, toen hij op den weg liep, en
toen wilde hu maar naar t dorp gaan, om daar
te logeeren. HU Hep zoowat tegen ons aan. toen
we uit de bus stapten en Je begrUpt. Tecla. hoe
we opkeken Dus nu weet je. waarom we Je nog
even geroepen hebben.Maar dat is waar ook.
ik moet jullie nog voorstellen! Remy Danvers,
de neef van tante. Tecla Burston. een nichtje
van mu
Ik durfde Remy bijna niet aan te kijken, toen
Ik hem den volgenden morgen op ooms verzoek
den grooten achtertuin liet zien.
..Heb je hun niets verteld?” vroeg ik. zóó zacht,
dat hU 't byna niet hooren kon Maar hU hoor
de het toch; hu lachte.
..Zoodra ik oom zag. begreep ik, dat je verhaal
niet heelemaal juist kon zUn. en toen besloot
ik eerst de kat maar eens uit den boom te ku-
ken Ik kon trouwens slecht zeggen, hè oom.
ik dacht dat u gek was.
„Je zult wel gedacht hebben, dat ik ges was,”
fluisterde ik
..Dat nu juist niet, maar ik zag wél dat je
lief was", lachte hU.
„Och hernam ik. „ik had in de „Arabische
vertellingen" zitten lezen, en toen wilde
probeeren of ik ook kon vertellen Ik dacht
neert ik zeg niet wat ik dacht...." en ik
wilde wegloopen
Remy hield me onbeschaamd bU m’n arm
vast. „Je moogt kiezen tusschen drie dingen",
zei hU. ..óf ik vertel alles aan oom en tante, óf
je vertelt me precies wat je gedacht hebt, óf
je moet m’n vrouwtje worden, en als je nu niet
kunt zeggen dat je dat wilt, dan over een
week."
Er zijn van die menschen die Je in een paar
uren kent. Daarom heb ik Remy alles verteld
wat ik den vorigen avond gedacht; gevoeld en
geWild had.
Daarna vertelden we alles samen
en tante.
Nu zUn we getrouwd en wonen buiten. Voor
inbrekers zUn we heelemaal niet bang.
Remy zegt: ..Als er een komt, houdt Tecla
hem wel aan den praat, tot s morgens als de
melkboer komt.”
sche persbureau „Stefani" namen, den Maar
schalk van het Conclaaf. Prins Ludovico Chlgi.
het volgende communiqué
„Z. H. Paus Pius XI gaf met voorbehoud der
onaantastbare rechten van de Kerk en van den
H. Stoel welke hü gezworen heeft te zullen
handhaven en verdedigen, zUn eersten zegen
vanaf de buiten-loggia aan het Sint Pieters
plein met de bedoeling dat deze zegen niet ai-
leen uitga naar degenen die op het Sint Pie
tersplein stonden, en evenmin alleen naar Ro
me of Italië, doch naar alle naties en alle
volkeren, als een onderpand van dien wereld
vrede waarnaar allen zoo innig verlangen."
Zeven jaren zou het duren tot Z. H. Paus
Plus XI nog eens vanaf de groots loggia van
Sint Pieter de menigte zegende. Doth 12 Fe
bruari 1929 verscheen er geen communiqué dat
waarschuwde jegen een verkeerden uitleg van
dien zegen. De Romeinsche kwestie bestond
toen niet meer. De verzoening was een feit.
,,Je hebt een plan in je hoofd Jimmy. Wat
is het?"
„De jeijgdige held vertelt zUn plannen nooit."
zei Jimmy beslist. „ZU rüpen in de duisternis.”
„Je bent een dwaas, Jimmy."
„Dat weet ik. Dat weet Ik. Dat zegt iedereen,
maar toch kan ik Je verzekeren, Loraine, dat
heel wat hersenwerk verricht wordt En hoe
slaat het met jouw plannen? Heb je er al?”
„Bundle heeft me gevraagd een lUdje met
haar mee te gaan naar Chimneys."
„Uitstekend zet Jimmy goedkeurend,
kan niet beter. Ik zou in ieder geval graag
hebben dat men Bundle een beetje in het oog
hield. Je weet nooit wat voor rare dingen ze
een volgend oogenblik gaat doen. Ze is zoo
vreeselUk onberekenbaar. En het ergste is. dat
ze zoon verwonderlUk succes heeft Ik kan je
«el verteller^ dat het geen gemakkelUk baantje
Is Bundle van kattek«aad af te houden.”
„BUI moet op haar letten." zei Loraine.
..Bill heeft het ergens anders druk mee."
„Dat moet Je niet gelooven,” zei Loraine.
„Wat? De gravin niet? Maar de jonge man is
smoor van haar
Loraine bleef het hoofd schudden.
„Er is iets aan, wat ik niet heelemaal begi Up-
Maar bq BUI is het niet de gravin het Is
Bqvoorbeeld vanmorgen zat Bill met
mU te praten, toen mUnheer Lomax bU Bundle
ging zitten. HU nam haar hand vast of Iets
dergeluks en Bill school weg als een pUl uit den
boog
„Wat
jg. orgen, 12 Februari, Is het dertien jaren
1\/| geleden dat Z. H Paus Plus XI te
XvA Rome in Sint Pleter plechtig werd ge
kroond als de twee-honderd-zestigste opvolger
van den H. Petrus.
Benedictus XV was 17 Januari 1922 ziek ge
worden. TerwUl hij aanvankelUk nog op bed
zUn loopende werkzaamheden afdeed, verer
gerde na eenigè dagen plots zUn toestand en
volkomen onverwacht stierf hU Zondagmorgen
22 Januari.
Evenals in alle kerken ter wereld, werd ook
In den Dom van Milaan een plechtige H. Re-
qulem-mis opgedragen. De Aartsbisschop.
Kard. Ratti, hield de lijkrede en herdacht den
Paus van den Vrede. Dit gebeurde Dinsdag 24
Januari. Nog denzelfden avond vertrok Kardi
naal Ratti naar Rome, waar hu den volgenden
Woensdagmorgen aankwam en zun intrek nam
in het Lombardisch College, waar hU vroeger
gestudeerd had. HU zou daar bluven tot den
namiddag van 2 Februari, toen het Conclaaf
begon. ..En nu worden wij opgesloten in de
kooi," waren zUn laatste woorden. Toen wijlen
Kardinaal Mercier op weg naar Rome in
Milaan afstapte, zeide hem iemand: „U stuurt
onzen Kardinaal toch weer terug, nietwaar?"
Waarop de Belgische Primaat antwoordde: „Ik
weet het heusch nog niet. Bedenk wel...
Raptim transit!” Deze woordspeling op
naam Ratti deed overal opgeld omdat
prachtig paste bij de snelle carrière van derf
Kardinaal. Wie kon echter vermoeden dat ze
een halve maand later tot devies zou zUn van
den nieuwen Paus?
zoo leugenachtig over oom John
We vonden niemand, maar éls er iemand ge
weest was. zou hU zeker in doodsangst ge
vlucht zUn.
Phebe besloot maar meteen op haar slaapka
mer te blUven. toen we toch boven waren, ei.
ik ging naar beneden, zoo onverschillig kUkend
als het maar kon. In de huiskamer greep ik
de „Vertellingen uil de 1001 nachtuit het rek
je en begon te lezen. Ik werd al gauw zóó door
m'n lectuur geboeid, dut er van m’n angst niet
veel overbleef. Hoe lang ik had zitten lezen
weet ik met. maar eensklaps werd er op de
glazen deur van de veranda gekloot. Het boek
gleed uit mijn hand; ik keerde me om met een
koud, onbehaagluk gevoel en zag vóór de deur
iemand staan. Een man. Hij keek naar binnen,
hief z’n hand op en wenkte
Er flitste een idee in m’n hoofd; tud om te
overleggen had ik niet; op snel handelen kwam
het aan. Ik ging naar de deur, trok die open,
greep dehand van den inbreker vóór hü iets
zeggen of doen kon. en riep:
„Hoe maakt u het? Komt u binnen! Oom zit
boven te lezen, maar hij heeft me gezegd dat
u komen zou. Als u wilt, zal ik hem roepen,
maar hU komt over een kwartiertje zelf wel:
als u ’t zoolang met mUn gezelschap’kunt stel
len
Ik moqpt even zwqgen om adem te scheppen
en bekeek hem tersluiks om te zien, of ik mede-
Iqden van hem kon verwachten. HU was nog
jong, vijf en twintig misschien, en knap ook,
maar in zijn oogen zag ik een vonk van boos
aardigheid.
„Pardon", zei hu, „ik geloof...."
Jimmy Thesiger voelde zich terneergedrukt.
HU vermeed George, daar hU hem er van
verdacht4claar te staan om hem aan te klampen
en over ernstige onderwerpen te praten en na
de lunch sloop hu kalm weg. Al blonk hU uit
in de kennis der detaUs van het Santa Fé
grensdlspuut, op het oogenblik wenschte hU
daarin toch niet geëxamineerd te worden
Kort daarop gebeurde, wat hU gehoopt had dat
gebeuren zou. Loraine Wade, ook alleen, kwam
een van de beschaduwde tuinpaden af. Jimmy
was in een oogenblik naast haar. Ze wandelden
eenige minuten in stilte, en toen zei Jimmy
voorzichtig
„Loraine?”
„Ja?”
„Luister eens ik kan me niet goed uitdrukken
maar.... hoe denk je erover? Wat is er tegen,
dat we aanteekenen, trouwen en verder samen
steeds gelukkig leven?”
Loraine toonde geen verlegenheid bU dit ver
rassend voorstel. In plaats daarvan wierp ze
haar hoofd achterover en lachte vrUmoedig.
„Lach iemand niet uit," zei Jimmy ver-
wUtend.
„Ik kan
grappig."
„Loraine
netje....”
„Dat is niet waar. Ik ben wat men een door
en door aardig meisje noemt.”
„Brave Hendrik. O zeg, kuk hoofdinspecteur
Battle eens."
ZU gingen juist een zUdeur binnen. Een groote
tast kwam in de kleine vestibule uit. Daar
**0™en golfstokken, tennisrackets, bowls en
andere bewUzen van landelUk leven In. Hoofd-
inspecteur Battle onderwierp de verschillende
golfstokken aan een nauwkeurig onderzoek. HU
keek een beetje suf bU Bundle’s uitroep.
u het Kolfspel leeren, hoofdinspecteur
„Ik kon wel iets slèchters doen lady Eileen. Men
at men nooit oud 18 om te leeren. En
k heb een eigenschap, die bU alle spelen goed
te Pas komt.”
..Welke te die?” vroeg Bill.
„Ik laat me niet uit het
verkeert loopt, begin ik weer opnieuw".
Tir-H? een he®1*®** uitdrukking op zUn ge
nt kwam hoofdinspecteur Batt'e naar buiten
hebbe*ÜCh hen> na de deur 8esloten te
glIlllllllllllllllllllllHIII
-
s
9 S
S S
t ■•■••snsii
idee mocht eens mislukken.
,,’t Is goed", vervolgde ik. „dat u eens
hem komt praten. Ik. ik bedoel.... ja. 't is
een heel droevig geval”.
En toen praatte ik vloeiend door, met den
moed dqr wanhoop: „U hebt er i.aarschunlUk
al ’t eeg en ander van gehoord; ik zal u alles
vertellen, 't Is verschrikkeluk. Er over spreken
moet ik. anders word ik gek. Gek? Soms denk
Ik dat ik het al ben. M'n hersens branden; het
klopt en het doet pUn
Ik hield de handen boven m’n hoofd en liep
opgewonden heen en weer door de kamer.
„Luister! Op een avond, een poos geleden, zat
ik alleen in dezelfde kamer. Het licht brandde,
de gordijnen waren dicht, er brandde een groot
vuur in den haard. Opeens werd er gebeld Het
meisje ging open doen: het bloed»steeg in m'n
wangen. mUn hart klopte. Daar was hu! Ja. ik
was verloofd. Mijn Roland was de knapste, de
edelste van alle mannen. Daar kwam hij bin
nen. zoo slank, zoo forsch, echt mannelijk. De
tUd vloog om en vóór we ’t wisten, was het z’n
tijd om te gaan. Ik ging naar boven.
„Hoor! Een schot! Weer een! Ik sprong over
eind in m’n bed. Een diepe stilte was over het
huis gedaald. Had ik gedroomd? Snel trok ik
een mantel aan en ging bevend over al m’n
leden, naar beneden, naar de hall. Daar was iiet
een en al verwarring. Van alle kanten snelden
de bedienden toe. M n oom knielde neer naast
een roerlooze gestalte, die midden ir. de hall
lag. Wie was het? Groote hemel! Het was m’n
beminde Roland; m’n ongelukkige oom had
hem abusieveluk neergeschoten. HU was terug
gekomen om z’n handschoenen te halen. Oom
John kwam net de trap af. om iets voor tante
te doen. HU zag Roland staan, hield hem voor
een inbreker en loste het rampzalige schot."
Ik ruste even en bracht met een paar wilde
vegen m’n haar in de war, zooals ik op het
tooneel wel eens had zien doen.
„Van dien dag af is mUn oom nooit meer de
oude geweest", ging ik voort. „HU is zelfs ge-
vaarlqk en drf dokters zeggen, dat hU absoluut
geen vreemde gezichten mag zien, vooral geen
mannengezichten, want hü ziet ze allemaal
voor inbrekers aan en offert-al hun levens op
aan z’n noodlottigen waan. Maar u bent natuur-
lük een oyde vriend, dus u hoeft niet oang te
zün. Hoor! Is dat z’n voetstap niet op de trap?"
HU sprong op, liep besluiteloos heen en weer
en ging toen door de veranda-deur weer naar
buiten. En ik vloog de trap op naar mün ka
mer en verschanste me achter een gesloten
deur, waarvoor ik mün ledikant had geschoven,
om eens flink uit te huilen.
U hoeft neusch geen excuus te maken", viel
ik in; „ik ben heelemaal niet geschrokken toen
u klopte. We voelen ons hier zóó volkomen vei
lig. dat we oom altüd uitlachen, omdat hü z’n
kamer vol heeft met geladen geweren en pisto
len Blijft u niet in de kou staan, gaat u zitten
De ongenoode gast keek een beetje vreemd,
maar ging toch zitten en begon: „Ik kom erg
onverwacht; ik begrüp niet.»..”
„Hier komt nooit iemand onverwacht", zei ik
..We zün op alles voorbereid. Oom zal wel gauw
beneden komen.... hü is ja. die arme
oom John!” Ik sprak heel hard en snel, zonder
zelf goed te we-
ten. waar
heen wou.
ieder geval
ik hem
denken, dat er
een man in huis
was. m ’n eerste
verstaan, doch ik weet dat hü deze gedachte
Hitte: „Onder het Pontificaat van Pius IX ben
ik opgenomen In de Katholieke Kerk en heb
ik de eerste schreden gezet van mün kerke-
lüke loopbaan. Pius X riep mü naar Rome.
Plus is een pauselüke naam. In het verlangen
mün krachten te wüden aan het werk van den
wereldvrede, waaraan mün voorganger Bene
dictus XV zich geheel gegeven heeft, kies ik
den -naam Plus.” En na een korte pauze: „Ik
wil hieraan nog een enkel woord toevoegen: Ik
verklaar voor de leden van het H. College, dat
ik naar vermogen de rechten der Kerk en van
den H. Stoel zal beschermen en verdedigen;
doch dit vooropgesteld, wil ik dat mün eerste
zegen als een onderpand van den vrede, waar
naar de hule menschheld hunkert, uitga, niet
alleen naaiWlome en Italië, maar naar heel de
Kerk en naar heel de wereld."
Intusschen stond op het Sint Pietersplein de
menigte welke daar altüd de keuze van den
nieuwen Paus afwacht: een menigte die dage-
hjks grooter werd, en Maandag 6 Februari
ternauwernood door politie en troepen in be
dwang gehouden kon worden Vier malen daags
steeg boven het dak der Sixtünsche kapel de
donkere rook op van de stembriefjes der Kar
dinalen. Maandagmorgen eindelük, nadat eerst
nog ëen donker rookwolkje zichtbaar was ge
weest, volgde op de tweede stemming, om 11
uur 15, een wit pluimpje rook. Tegen den hel
deren hemel was dat echter nauwelüks waar
neembaar en er ontstond onder de duizenden
een groote beroering over de vraag, of men
zich vergist had. dan wel dat er een nieuwe
Paus gekozen was.
Doch plotseling gingen de groote deuren van
de loggia boven den hoofdingang van Sint
Pieter open, hangtapüten daalden van de ba
lustrade van het balcon en de Prjmus der
Kardinaal-Diakenen. Kard. Blsleti, verscheen.
„Nuntio vobis gaudiurti magnum! Habemus
Pontificem Reverendissimum et Eminentlssi-
mum Dominum Cardinalem Achillem Ratti..."
Een geweldige ovatie barstte los en het duur
de lang voor Kard. Bisleti de slotwoorden zu-
ner blijde boodschap kon uitspreken:
QUi nomen sibl imposuit Plum decimum
primum
Opnieuw weerklonk gejuich en applaus waai-
aan geen einde scheen te zullen komen. Doch
dan merkte de menigte plots op dat de deuren
der loggia niet werden gesloten en dat de
hangtapüten niet werden ingehaald. En plots
verscheen daar Pius XI op het balcon. Het was
een oogenblik doodstil. Alleen de commando's
der Italiaansche oflicleren weerklonken: „Pre-
sentat arm!" De troepen presenteerden de ge
weren. En dan zegende de nieuwe Paus lang
zaam, plechtig, voor het eerst na 1870.
Een paar uren later publiceerde het Italiaan-