DE ENGELSCHE KAPERS I 12 Februari 1922 werd Paus Pius X den Sint Pieter gekroond wïAaal wuv den daq in HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN I DE EERSTE PAUSZEGËN NA 20 SEPT. 1870 ,V Kia AND AG 11 FEBRUARI 1935 Toen de motor weigerde Paus der verzoening 118-jarige overleden I- (0 5 J Ö2 Sparen in Rusland DOOR ACAÏHA CHRISTIE ^i’ "jsW Dr^voudige moord >ti *3 „Raptim tranait”, een woordspeling op den naam Ratti, werd het devies van den nieu- i Tecla 's verhaal i f ’c>£ 3—1 0-8 0-2 0-0 wen Paus 0—2 met 3—1 MARTIN BERDEN Nadruk verboden) o o doodsangst u—0 ds- ik 'f. <h over Ï>1 ■T 7. twee VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK JIMMY BERAAMT PLANNEN er 40. ..het hem krijgtmaar als hjj jou met Bundle. het niet helpen. Je waart zoo veld slaan. Als alles bent een klein duivelin- je den zij Hal en Mary stapten naast elkaar de hut binnen en keken nieuwsgierig rond. „Wel, het ziet er naar uit, alsof een Engelschman hier woont,” zei Hal. „Zie je de tafel en de stoelen en de lantaaarn, die aan den zolder hangt?” „HU kan niet ver weg zün," zei Mary, wUzende op het fruit op de tafet ’t Zs een winter, die als winter Inderdaad op niets geleek. Schijnbaar is dit jaargetijde Door de crisis tók van streek’ Maar al loopen wij tenslotte Ook een echten winter mis. Toch moet ieder constateeren. Dat de eerste sneeuwer is! Want het is dan toch gaan sneeuwen! En het welbekend tapijt Zien wij nu in Februari Op de straten uitgespreid! Dus wij spreken weer van vlokjes, Sneeuwpop, arreslee en ski En we zien nog flauw de schoonheid Van de winter-poëzie! Sneeuw heeft ioch iets sprookjesachtig Want de ondervinding leert. Dat zij schilders en de dichters Op z’n hevigst inspireert! Maar helaas, in onze steden Toovert zij geen schilderij. Want zij wordt daar vlug bepekeld Tot een natte, vieze brij! hebben sommige menschen toch een vreemden smaak.” merkte mynheer Thesiger 2-1 1-4 ej. he 00 te «d i -2 0—2 lap id- ge- en ec- les nd -0; nd Uk -0: s— -2: nd -”v' It— LN e— ren fde no- luK ge- de er- er rije -4: jen a— rd- nd In- e— be tg üe. ng n» >.G. uit >aal iets nd -h- -t>: je- den ten. dat een ede Hitz k. ter. 1UU aar ler- im- de t is ren in 7 p it= .1 L-t= „Zie je iemand in de hut. Hal?” vroeg Mary, een beetje zenuwachtig. Hal hield het gordün van ge vlochten gras een beetje terzU en gluurde naar binnen. ,,Ik geloof niet, dat er op ’t oogenblik iemand in is,” antwoordde hU, „anders zou hij nu wel ge antwoord hebben, Laten we maar naar binnen gaan.” ik In wou laten Jn het afgeloopen jaar zUn er bU de .ver schillende spaarbanken in de Sovjet-Unie i^eu- we rekeningen geopend tot een bedrag van on geveer j 500.000 000. hetgeen meer dan het dub bele is van het bedrag dat in het voorgaande jaar bü de banken werd geplaatst. Op 1 Januari 1935 bedroeg het totale saldo bU de spaarbanken ongeveer twee milliard gulden. m st, air nd >c- ije at. »1* IIIHM «■•«ft. Een poosje wandelden ze de hut rond en keken door de rarmen, of ze geen teeken van den eigenaar zagen. Toen gingen ze aan tafel zitten, om te eten, want ze hadden honger, plotseling verscheen een man In de deuropening, die hen glimlachend aanzag. In een op 24 kilometer van Madrid gelegen hut zijn drie schaapherders vermoord. Een vierde schaapherder, die verklaarde, onoer het bed te zijn gekropen, deelde mede, dat de mis daad was gepleegd door verscheidene mannen, die met bijlen gewapend waren, en die daarna getracht hadden de hut in brand te steken. De overlevende is gearresteerd, daar de po litie zijn verklaring verdacht vindt. 1 „Alleen voor hen, «die je niet kennen, die bedrogen worden door je misleidend-voorkomen van zachtheid en decorum." „Ik hoor je graag zulke latünsche woorden gebruiken.” „Die heb ik uit kruiswoordenraadsels.” ,,Dle zun toch zoo ontwikkelend." „Loraine mijn beste, praat er niet over heen. Wil je of wil je niet?” Loraine’s gezicht werd gewoon. Het nam zijn karakteristieke uitdrukking van vastberadenheid aan. Haar kleine mond werd hard en ze stak haar kleine kin uitdagend vooruit. „Neen Jimmy, nog niet, zoo lang alles Is als nu en niet ten einde gebracht „Ik weet, dat we niet gedaan hebben wat we van plan waren," gaf Jimmy toe. „Maar toch. Och het is het eind van een hoofdstuk. De papieren zUn veilig op het mlnfcterle van Lucht vaart. De deugd zegeviert. Enop het moment is er niets aan de hand.” „Dus laten we trouwen?” zei 'Loraine een lichten glimlach. „Zooals je zegt, dat bedoel ik precies." Maar weer schudde Loraine het hoofd „Neen Jimmy tot deze zaak afgeloopen is.... tot... we veilig zün.” „Denk je, dat we gevaar loopen?” „JU niet?” Jimmy's engelachtig gezicht betrok. „Je hebt gelUk,” zei hU ten laatste. ..Als die eigenaardige onzin van Bundle waar is.... en Ik veronderstel, dat het, hoe ongeloofelUk ook waar moet zUndan zün we niet veilig tot we afgerekend hebben met no. 7.” M’n oom en tante gingen uit nadat Ik hun herhaaldelUk verzekerd had. dat Ik volstrekt niet bang was en dat ik nooit meer kwam !o- geeren als ze voor mU thuis bleven. Maar toen ze weg waren, en Ik wist, dat het meisje en Ik alleen waren In 1 stille huls bulten het dorp kreeg ik toch een vreemd gevoel In m'n keel. Twee meisjes doen niet veel tegen een inbre ker! Ik ga lezen! dacht ik. Ik ging met een boek In den tuin zitten, tot het donker was. Daarna ging ik naar binnen om thee te drinken, waar Phebe. het dienstmeisje, me vertelde, dat in braak In die streek geen gewoonte was. maar dat er nu en dan wel eens een zwerver ergens binnen kwam en in koelen bloede Iemand ver moordde die hem in den weg trad. Voor de ge zelligheid gaf ze een paar sprekende voorbeel den. en toen ze niets meer wist, voelde ik me onrustig. „Weet je wal?" zei ik. „we gaan voor alle ze kerheid toch even het huis rond; Je kunt nooit v eten." Ik nam een kaars, bezocht met Phebe alle vertrekken en zocht overal In en op en achter en onder, al beweerde Phebe. dat er onder een piano nooit een man kon liggen. Onderwyl hield ik een redevoering tot stich ting van den inbreker, die misschien in huls zou kunnen zUn. „Phebe." zei Ik, „ik vind het vreeselUk. dat oom zoo driftig en bloeddorstig is. HU heeft zoo veel geweren en pistolen", Ik praatte hoe langer hoe harder „en messen en dolken en zoo. Ik begrUp niet, waarom hU die revol vers altUd geladen klaar heeft liggen, met zes kogels er in. Er is eigenlek niets in huis, dat de moeite van 1 stelen waard is. Het kleine beetje geld, dat oom heeft, staat op de bank, en zilver is er niet, en Phebe keek zóó verbaasd, dat ik t noodig vond, haar fluisterend uit te leggen, waarom ik redeneerde. De motor van een Spaansch militair vliegtuig dat zich op een hoogte van 150 meter boven k.et nabU Sevilla gelegen vliegveld Tablada be vond, weigerde plotseling waarop de piloot be sloot met zün parachute uit het toestel te springen. OngelukkigerwUze kwam hU echter midden .n de brandende resten van zUn vliegtuig te recht, dat bij het neerkomen op den grond vlam had gevat. HU werd daarbU echter slechts licht gewond. Op het feest van Maria Lichtmis deden drle- en-vUftig Kardinalen hun intrede in het Con claaf. Later, toen de nieuwe Paus reeds uitge roepen was, werd Kard. O’Connell, die niet tijdig te Rome had kunnen zUn, nog toegelaten tot de vergadering van de Prinsen der Kerk. In den morgen van VrUdag 3 Februari begon nen de stemmingen, welke tot Maandag 6 Fe bruari zouden voortduren. In een herderlUk schrijven vertelde later Kard. Mercier het oogenblik der Pauskeuze in deze sobere woor den ,JDe verkiezing van Pius XI had plaats op Maandag 6 Februari, omstreeks elf uur in den morgen, bij de veertiende stemming. Kard. Csernoch, Primaat van Hongarüe. vond hierin aanleiding om tot eenige Kardinalen die om hem heen stonden te zeggen: „KUk. wU hebben Kard. Rattl al de veertien staties van den Kruisweg doen ondergaan en nu laten wij hem alleen op Calvarië achter.” Welk een indruk wekkend oogenblik! Kard. Rattl is de eenige die nog op zijn bank zit, rechtop, met gebogen hoofd, en hu denkt diep na De andere Kar dinalen hebben zich van hun zetels verheven en staan drie, vier rijen dik in een kring rond om den gekozene. De Kardinaal-Deken verheft zijn stem en spreekt namens het H. College de vraag uit. welke een einde gaat maken aan onze werkzaamheden: „Neemt ge de verkiezing aan welke u canonisch verheft tot het Hooge- priesterschap?” Een stilzwUgen van nederig heid, vrees, geloof en, na^r wU hopen, ook van vertrouwen, houdt ons lange, lange minuten in spanning. En dan komt er zachtjes en zeer langzaam een antwoord in vloeiend latUn: „Om niet den schün aan te nemen dat ik Gods Wil weerstreef of mU onttrek aan de eer. welke op mUn schouders is gelegd, en ook om niet den in drukje wekken dat ik de stemmen mijner colle ga’s niet op de juiste waarde zou weten te schat ten, aanvaard ik, ondanks mUn onwaardigheid waarvan ik diep overtuigd ben, mijn verkie- zing De Kardinaal-Deken ging voort: „Wel ken naam wilt u dragen?” De ontroering om floerste de toch al zwakke stem van den Paus. Ik heb zUn antwoord niet heelemaal kunnen „Als ik er aan denk, wat gisterenavond alle maal had kunnen gebeuren....’’ Loraine huiverde. ..Maar het gebeurde niet.” zei Jimmy. „We zUn allebei hier, veilig en gezond.... al moet ik toegeven dat mUn arm vervloekt t>Un doet.” „Arme longen.” „Men mort er oó rekenen dat men moet lUden voor een goede zaak. En deels door mUn verwonding, deels door mUn vroolljke conver satie heb ik lady Coote heelemaal veroverd.” „O vind je dat belangrUk?” „Ik heb zoo het idee, dat het van nut kan zün.” ,.En de anderen?” „Neen, de anderen tellen niet mee. No. 7 met zUn eigen manier van werken jaagt mU angst aan. Omdat ik niet weet wie hU is, of wrar ik hem moet zoeken.” Loraine huiverde. „Ik heb angst gehad." zei ze op zachten toon, „al dien tUd na Gerry’s dood....’’ ,,Je hoeft niet bang te zUn. Er is niets om je ongerust te maken. Laat alles maar aan mü over. Ik zeg je Loraine, ik zal no. 7 wel te pakken krUgen! En als we hem eenmaal heb ben. denk Ik niet, dat w'e nog veel last zullen hebben met de rest van de bende, wie ze Ook zUn mogen „Als je krUgt.” „OnmogelUk.” zei Jimmy opgewekt. „Ik ben veel te slim Heb altijd een hoogen dunk van je zelf, dat is mUn motto." ‘X; A I I 17 A °P dt* b,ad zün ingevolge dc verzeKermgsvoorwaarden tegen J7 bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 bü een ongeval met E* OCH bIJ verlies van een hanc» Ml sl (Ti w 1 V| 1_4 O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen JT ff verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen F ff Olzw" doodelijken afloop JL MUVt" een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL cp. Verbeeld je dat iemand, die met jou zit te praten liever iets anders deed. Maar je ver rast me zeer Loraine. Ik dacht dat onze een voudige Bill verstrikt was in de netten van de schcone buitenlandsche avonturierster. Ik weet, dat Bundle dat dacht Bundle misschien wel.” zei Loraine, ma*i ik reg je Jimmy dat het niet zoo is.” „Maar wat is jouw idee dan eigenlek?” Denk je niet, dat het mogelUk is. dat BUI zelf zoo’n beetje detective speelt?" ..Bill? Die heeft er geen hersens voor" ..Dat weet ik nog zoo zeker niet. Wanneer een eenvoudig, gespierd iemand ate Bill intelli gent wil zun. veronderstelt niemand ooit dat hU dat zou kunnen’ ..En dientengevolge kan hU zUn werk juist heel goed doen. Ja. daar is wel iets van waar Maar van BUI had ik dat toch nooit kunnen denken. En hij speelt zoo uitstekend het lammetje van de gravin Ik geloof toch dat je ongeluk hebt, Leraine. De gravin is een buitengewoon mooie vrouw niet een type waar ik van hoad natuurlUk," voegde mUnheer Thesiger er haas tig aan toeen die ouwe Bill heeft altUd een erg groot hart gehad.” Loraine schudde het hoofd en was niet over tuigd. Kom." zei Jimmy, „dan doe het zooals je wilt. We hebben efe zaken nu zoowat geregeld. JU «gaat met Bundle terug naar Chimneys, en zorg er in is hemelsnaam voor, dat ze weer niet naar dat Zeven WUzerplaten lokaal gaat. De hemel weet wat er gebeurt als ze dat doet.” tWordt vervolgd Op een boerderU te Malmesbury (Kaapprovin cie) is een 118-jarlge overleden, die ten tijde van de emancipatie nog slaaf was. HU was in 1817 geboren en heeft dus geleefd onder de regeering van vier gekroonde staats hoofden, n.l. Willem IV. Koningin Victoria, Eduard "VII en George V. HU kon zich nog zeer goed'de feesten ter ge legenheid van de kroning van koningin Victoria herinneren. Hij was driemaal getrouwd geweest en zUn derde vrouw had hem nog zeven kinderen ge schonken. aan oom „Tecla!" nep een poos later de stem van mijn tante, nadat er op mijn deur geklopt was. „doe eens open, kind' Bent u thuis?” vroeg ik. „en oom ook?” „Ja. we zUn thuis Kan je nog even beneden komen, of lig je al in bod’” Het klonk allemaal zoo gewoon, alsof er een half uur te voren bijna geen bloedig drama met dien Inbreker beneden was afgespeeld. Het deed me goed. Het zou een verademing zijn, alles aan oom en lante te kunnen vertellen, er over te spreken, hun lof in te oogsten voor mün dapperheid, en to|t rust te komen vóór ik slapen ging. Ik kom!" riep ik. Tante ging en een paar minuten later volgde ik haar. Toen ik liet salon binnen trad zat aan de ronde middentafel tus- schen oom en tante de inbreker van dien avond. Ik was stom van verbazing, keek den Jongen man aan HU glimlachte. De vonkjes van boos aardigheid. die Ik in z’n oogen gezien had. wa ren er weer, maar nu leken, ze meer guitig dan dreigend. En onderwijl was oom al aan l spre ken. „Dat is een neef van tante; onverwachts uit Indië gekomen Hij z*g hier in de kamer nel het licht uitgaan, toen hij op den weg liep, en toen wilde hu maar naar t dorp gaan, om daar te logeeren. HU Hep zoowat tegen ons aan. toen we uit de bus stapten en Je begrUpt. Tecla. hoe we opkeken Dus nu weet je. waarom we Je nog even geroepen hebben.Maar dat is waar ook. ik moet jullie nog voorstellen! Remy Danvers, de neef van tante. Tecla Burston. een nichtje van mu Ik durfde Remy bijna niet aan te kijken, toen Ik hem den volgenden morgen op ooms verzoek den grooten achtertuin liet zien. ..Heb je hun niets verteld?” vroeg ik. zóó zacht, dat hU 't byna niet hooren kon Maar hU hoor de het toch; hu lachte. ..Zoodra ik oom zag. begreep ik, dat je verhaal niet heelemaal juist kon zUn. en toen besloot ik eerst de kat maar eens uit den boom te ku- ken Ik kon trouwens slecht zeggen, hè oom. ik dacht dat u gek was. „Je zult wel gedacht hebben, dat ik ges was,” fluisterde ik ..Dat nu juist niet, maar ik zag wél dat je lief was", lachte hU. „Och hernam ik. „ik had in de „Arabische vertellingen" zitten lezen, en toen wilde probeeren of ik ook kon vertellen Ik dacht neert ik zeg niet wat ik dacht...." en ik wilde wegloopen Remy hield me onbeschaamd bU m’n arm vast. „Je moogt kiezen tusschen drie dingen", zei hU. ..óf ik vertel alles aan oom en tante, óf je vertelt me precies wat je gedacht hebt, óf je moet m’n vrouwtje worden, en als je nu niet kunt zeggen dat je dat wilt, dan over een week." Er zijn van die menschen die Je in een paar uren kent. Daarom heb ik Remy alles verteld wat ik den vorigen avond gedacht; gevoeld en geWild had. Daarna vertelden we alles samen en tante. Nu zUn we getrouwd en wonen buiten. Voor inbrekers zUn we heelemaal niet bang. Remy zegt: ..Als er een komt, houdt Tecla hem wel aan den praat, tot s morgens als de melkboer komt.” sche persbureau „Stefani" namen, den Maar schalk van het Conclaaf. Prins Ludovico Chlgi. het volgende communiqué „Z. H. Paus Pius XI gaf met voorbehoud der onaantastbare rechten van de Kerk en van den H. Stoel welke hü gezworen heeft te zullen handhaven en verdedigen, zUn eersten zegen vanaf de buiten-loggia aan het Sint Pieters plein met de bedoeling dat deze zegen niet ai- leen uitga naar degenen die op het Sint Pie tersplein stonden, en evenmin alleen naar Ro me of Italië, doch naar alle naties en alle volkeren, als een onderpand van dien wereld vrede waarnaar allen zoo innig verlangen." Zeven jaren zou het duren tot Z. H. Paus Plus XI nog eens vanaf de groots loggia van Sint Pieter de menigte zegende. Doth 12 Fe bruari 1929 verscheen er geen communiqué dat waarschuwde jegen een verkeerden uitleg van dien zegen. De Romeinsche kwestie bestond toen niet meer. De verzoening was een feit. ,,Je hebt een plan in je hoofd Jimmy. Wat is het?" „De jeijgdige held vertelt zUn plannen nooit." zei Jimmy beslist. „ZU rüpen in de duisternis.” „Je bent een dwaas, Jimmy." „Dat weet ik. Dat weet Ik. Dat zegt iedereen, maar toch kan ik Je verzekeren, Loraine, dat heel wat hersenwerk verricht wordt En hoe slaat het met jouw plannen? Heb je er al?” „Bundle heeft me gevraagd een lUdje met haar mee te gaan naar Chimneys." „Uitstekend zet Jimmy goedkeurend, kan niet beter. Ik zou in ieder geval graag hebben dat men Bundle een beetje in het oog hield. Je weet nooit wat voor rare dingen ze een volgend oogenblik gaat doen. Ze is zoo vreeselUk onberekenbaar. En het ergste is. dat ze zoon verwonderlUk succes heeft Ik kan je «el verteller^ dat het geen gemakkelUk baantje Is Bundle van kattek«aad af te houden.” „BUI moet op haar letten." zei Loraine. ..Bill heeft het ergens anders druk mee." „Dat moet Je niet gelooven,” zei Loraine. „Wat? De gravin niet? Maar de jonge man is smoor van haar Loraine bleef het hoofd schudden. „Er is iets aan, wat ik niet heelemaal begi Up- Maar bq BUI is het niet de gravin het Is Bqvoorbeeld vanmorgen zat Bill met mU te praten, toen mUnheer Lomax bU Bundle ging zitten. HU nam haar hand vast of Iets dergeluks en Bill school weg als een pUl uit den boog „Wat jg. orgen, 12 Februari, Is het dertien jaren 1\/| geleden dat Z. H Paus Plus XI te XvA Rome in Sint Pleter plechtig werd ge kroond als de twee-honderd-zestigste opvolger van den H. Petrus. Benedictus XV was 17 Januari 1922 ziek ge worden. TerwUl hij aanvankelUk nog op bed zUn loopende werkzaamheden afdeed, verer gerde na eenigè dagen plots zUn toestand en volkomen onverwacht stierf hU Zondagmorgen 22 Januari. Evenals in alle kerken ter wereld, werd ook In den Dom van Milaan een plechtige H. Re- qulem-mis opgedragen. De Aartsbisschop. Kard. Ratti, hield de lijkrede en herdacht den Paus van den Vrede. Dit gebeurde Dinsdag 24 Januari. Nog denzelfden avond vertrok Kardi naal Ratti naar Rome, waar hu den volgenden Woensdagmorgen aankwam en zun intrek nam in het Lombardisch College, waar hU vroeger gestudeerd had. HU zou daar bluven tot den namiddag van 2 Februari, toen het Conclaaf begon. ..En nu worden wij opgesloten in de kooi," waren zUn laatste woorden. Toen wijlen Kardinaal Mercier op weg naar Rome in Milaan afstapte, zeide hem iemand: „U stuurt onzen Kardinaal toch weer terug, nietwaar?" Waarop de Belgische Primaat antwoordde: „Ik weet het heusch nog niet. Bedenk wel... Raptim transit!” Deze woordspeling op naam Ratti deed overal opgeld omdat prachtig paste bij de snelle carrière van derf Kardinaal. Wie kon echter vermoeden dat ze een halve maand later tot devies zou zUn van den nieuwen Paus? zoo leugenachtig over oom John We vonden niemand, maar éls er iemand ge weest was. zou hU zeker in doodsangst ge vlucht zUn. Phebe besloot maar meteen op haar slaapka mer te blUven. toen we toch boven waren, ei. ik ging naar beneden, zoo onverschillig kUkend als het maar kon. In de huiskamer greep ik de „Vertellingen uil de 1001 nachtuit het rek je en begon te lezen. Ik werd al gauw zóó door m'n lectuur geboeid, dut er van m’n angst niet veel overbleef. Hoe lang ik had zitten lezen weet ik met. maar eensklaps werd er op de glazen deur van de veranda gekloot. Het boek gleed uit mijn hand; ik keerde me om met een koud, onbehaagluk gevoel en zag vóór de deur iemand staan. Een man. Hij keek naar binnen, hief z’n hand op en wenkte Er flitste een idee in m’n hoofd; tud om te overleggen had ik niet; op snel handelen kwam het aan. Ik ging naar de deur, trok die open, greep dehand van den inbreker vóór hü iets zeggen of doen kon. en riep: „Hoe maakt u het? Komt u binnen! Oom zit boven te lezen, maar hij heeft me gezegd dat u komen zou. Als u wilt, zal ik hem roepen, maar hU komt over een kwartiertje zelf wel: als u ’t zoolang met mUn gezelschap’kunt stel len Ik moqpt even zwqgen om adem te scheppen en bekeek hem tersluiks om te zien, of ik mede- Iqden van hem kon verwachten. HU was nog jong, vijf en twintig misschien, en knap ook, maar in zijn oogen zag ik een vonk van boos aardigheid. „Pardon", zei hu, „ik geloof...." Jimmy Thesiger voelde zich terneergedrukt. HU vermeed George, daar hU hem er van verdacht4claar te staan om hem aan te klampen en over ernstige onderwerpen te praten en na de lunch sloop hu kalm weg. Al blonk hU uit in de kennis der detaUs van het Santa Fé grensdlspuut, op het oogenblik wenschte hU daarin toch niet geëxamineerd te worden Kort daarop gebeurde, wat hU gehoopt had dat gebeuren zou. Loraine Wade, ook alleen, kwam een van de beschaduwde tuinpaden af. Jimmy was in een oogenblik naast haar. Ze wandelden eenige minuten in stilte, en toen zei Jimmy voorzichtig „Loraine?” „Ja?” „Luister eens ik kan me niet goed uitdrukken maar.... hoe denk je erover? Wat is er tegen, dat we aanteekenen, trouwen en verder samen steeds gelukkig leven?” Loraine toonde geen verlegenheid bU dit ver rassend voorstel. In plaats daarvan wierp ze haar hoofd achterover en lachte vrUmoedig. „Lach iemand niet uit," zei Jimmy ver- wUtend. „Ik kan grappig." „Loraine netje....” „Dat is niet waar. Ik ben wat men een door en door aardig meisje noemt.” „Brave Hendrik. O zeg, kuk hoofdinspecteur Battle eens." ZU gingen juist een zUdeur binnen. Een groote tast kwam in de kleine vestibule uit. Daar **0™en golfstokken, tennisrackets, bowls en andere bewUzen van landelUk leven In. Hoofd- inspecteur Battle onderwierp de verschillende golfstokken aan een nauwkeurig onderzoek. HU keek een beetje suf bU Bundle’s uitroep. u het Kolfspel leeren, hoofdinspecteur „Ik kon wel iets slèchters doen lady Eileen. Men at men nooit oud 18 om te leeren. En k heb een eigenschap, die bU alle spelen goed te Pas komt.” ..Welke te die?” vroeg Bill. „Ik laat me niet uit het verkeert loopt, begin ik weer opnieuw". Tir-H? een he®1*®** uitdrukking op zUn ge nt kwam hoofdinspecteur Batt'e naar buiten hebbe*ÜCh hen> na de deur 8esloten te glIlllllllllllllllllllllHIII - s 9 S S S t ■•■••snsii idee mocht eens mislukken. ,,’t Is goed", vervolgde ik. „dat u eens hem komt praten. Ik. ik bedoel.... ja. 't is een heel droevig geval”. En toen praatte ik vloeiend door, met den moed dqr wanhoop: „U hebt er i.aarschunlUk al ’t eeg en ander van gehoord; ik zal u alles vertellen, 't Is verschrikkeluk. Er over spreken moet ik. anders word ik gek. Gek? Soms denk Ik dat ik het al ben. M'n hersens branden; het klopt en het doet pUn Ik hield de handen boven m’n hoofd en liep opgewonden heen en weer door de kamer. „Luister! Op een avond, een poos geleden, zat ik alleen in dezelfde kamer. Het licht brandde, de gordijnen waren dicht, er brandde een groot vuur in den haard. Opeens werd er gebeld Het meisje ging open doen: het bloed»steeg in m'n wangen. mUn hart klopte. Daar was hu! Ja. ik was verloofd. Mijn Roland was de knapste, de edelste van alle mannen. Daar kwam hij bin nen. zoo slank, zoo forsch, echt mannelijk. De tUd vloog om en vóór we ’t wisten, was het z’n tijd om te gaan. Ik ging naar boven. „Hoor! Een schot! Weer een! Ik sprong over eind in m’n bed. Een diepe stilte was over het huis gedaald. Had ik gedroomd? Snel trok ik een mantel aan en ging bevend over al m’n leden, naar beneden, naar de hall. Daar was iiet een en al verwarring. Van alle kanten snelden de bedienden toe. M n oom knielde neer naast een roerlooze gestalte, die midden ir. de hall lag. Wie was het? Groote hemel! Het was m’n beminde Roland; m’n ongelukkige oom had hem abusieveluk neergeschoten. HU was terug gekomen om z’n handschoenen te halen. Oom John kwam net de trap af. om iets voor tante te doen. HU zag Roland staan, hield hem voor een inbreker en loste het rampzalige schot." Ik ruste even en bracht met een paar wilde vegen m’n haar in de war, zooals ik op het tooneel wel eens had zien doen. „Van dien dag af is mUn oom nooit meer de oude geweest", ging ik voort. „HU is zelfs ge- vaarlqk en drf dokters zeggen, dat hU absoluut geen vreemde gezichten mag zien, vooral geen mannengezichten, want hü ziet ze allemaal voor inbrekers aan en offert-al hun levens op aan z’n noodlottigen waan. Maar u bent natuur- lük een oyde vriend, dus u hoeft niet oang te zün. Hoor! Is dat z’n voetstap niet op de trap?" HU sprong op, liep besluiteloos heen en weer en ging toen door de veranda-deur weer naar buiten. En ik vloog de trap op naar mün ka mer en verschanste me achter een gesloten deur, waarvoor ik mün ledikant had geschoven, om eens flink uit te huilen. U hoeft neusch geen excuus te maken", viel ik in; „ik ben heelemaal niet geschrokken toen u klopte. We voelen ons hier zóó volkomen vei lig. dat we oom altüd uitlachen, omdat hü z’n kamer vol heeft met geladen geweren en pisto len Blijft u niet in de kou staan, gaat u zitten De ongenoode gast keek een beetje vreemd, maar ging toch zitten en begon: „Ik kom erg onverwacht; ik begrüp niet.»..” „Hier komt nooit iemand onverwacht", zei ik ..We zün op alles voorbereid. Oom zal wel gauw beneden komen.... hü is ja. die arme oom John!” Ik sprak heel hard en snel, zonder zelf goed te we- ten. waar heen wou. ieder geval ik hem denken, dat er een man in huis was. m ’n eerste verstaan, doch ik weet dat hü deze gedachte Hitte: „Onder het Pontificaat van Pius IX ben ik opgenomen In de Katholieke Kerk en heb ik de eerste schreden gezet van mün kerke- lüke loopbaan. Pius X riep mü naar Rome. Plus is een pauselüke naam. In het verlangen mün krachten te wüden aan het werk van den wereldvrede, waaraan mün voorganger Bene dictus XV zich geheel gegeven heeft, kies ik den -naam Plus.” En na een korte pauze: „Ik wil hieraan nog een enkel woord toevoegen: Ik verklaar voor de leden van het H. College, dat ik naar vermogen de rechten der Kerk en van den H. Stoel zal beschermen en verdedigen; doch dit vooropgesteld, wil ik dat mün eerste zegen als een onderpand van den vrede, waar naar de hule menschheld hunkert, uitga, niet alleen naaiWlome en Italië, maar naar heel de Kerk en naar heel de wereld." Intusschen stond op het Sint Pietersplein de menigte welke daar altüd de keuze van den nieuwen Paus afwacht: een menigte die dage- hjks grooter werd, en Maandag 6 Februari ternauwernood door politie en troepen in be dwang gehouden kon worden Vier malen daags steeg boven het dak der Sixtünsche kapel de donkere rook op van de stembriefjes der Kar dinalen. Maandagmorgen eindelük, nadat eerst nog ëen donker rookwolkje zichtbaar was ge weest, volgde op de tweede stemming, om 11 uur 15, een wit pluimpje rook. Tegen den hel deren hemel was dat echter nauwelüks waar neembaar en er ontstond onder de duizenden een groote beroering over de vraag, of men zich vergist had. dan wel dat er een nieuwe Paus gekozen was. Doch plotseling gingen de groote deuren van de loggia boven den hoofdingang van Sint Pieter open, hangtapüten daalden van de ba lustrade van het balcon en de Prjmus der Kardinaal-Diakenen. Kard. Blsleti, verscheen. „Nuntio vobis gaudiurti magnum! Habemus Pontificem Reverendissimum et Eminentlssi- mum Dominum Cardinalem Achillem Ratti..." Een geweldige ovatie barstte los en het duur de lang voor Kard. Bisleti de slotwoorden zu- ner blijde boodschap kon uitspreken: QUi nomen sibl imposuit Plum decimum primum Opnieuw weerklonk gejuich en applaus waai- aan geen einde scheen te zullen komen. Doch dan merkte de menigte plots op dat de deuren der loggia niet werden gesloten en dat de hangtapüten niet werden ingehaald. En plots verscheen daar Pius XI op het balcon. Het was een oogenblik doodstil. Alleen de commando's der Italiaansche oflicleren weerklonken: „Pre- sentat arm!" De troepen presenteerden de ge weren. En dan zegende de nieuwe Paus lang zaam, plechtig, voor het eerst na 1870. Een paar uren later publiceerde het Italiaan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 11