den daq
van
DE ENGELSCHE KAPERS
af
1
12 Februari 1922 werd Paus Pius XI
den Sint Pieter gekroond
T j
w
9
F?
I
I
I
ui
,V
biiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin^
DE EERSTE PAUSZEGEN
NA 20 SEPT. 1870
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
SNEEUW^
glIlllMllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllffillllllllliM
L
MAANDAG 11 FEBRUARI 1935
LG
Toen de motor weigerde
Paus der verzoening
118-jarige overleden
Drievoudige moord
d-
Ai
I
t
Sparen in Rusland
DOOR AGATHA CHRISTIE
=nt=
a
„Raptim transit”, een woordspeling
op den naam Ratti, werd het
devies van den nieu
wen Paus
Tecla ’s verhaal j
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TT 7^X0 een on8eTal met OEsrt b1^ ▼®rtlea Tan ««n hana
verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen JT Oxzs“ doodelijken afloop 1 een voet of een oog
GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
-J[! g
tiff
III
B
0-8
5
ia o-o
IV
ce 2—1
0-2
i-i
ia S—l
;k 3-1
MARTIN BERDEN
s-8
uit
0-4
doodsangst
i 0-4
eids-
pj
i
L«l
f
c
F
zi
1
yiJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
JIMMY BERAAMT PLANNEN
40.
hem krijgtmaar als hü jou
met
het niet helpen. Je waart zoo
bent een klein duivelin-
Je
hebben sommige menschen toch een
I
s
I
un 0—1
e
2 2-1
Hal en Mary stapten naast elkaar de hut binnen
en keken nieuwsgierig rond. „Wel, het ziet er naar
uit, alsof een Engelschman hier woont." zei Hal. „Zie
je de tafel en de stoelen en de lantaaam. die aan den
zolder hangt?" „HU kan niet ver weg zün,” zei Mary,
wUsende op het fruit op de tafel
3-1
1-4
Schijnbaar is dit jaargetijde
Door de crisis óók van streek!
Maar al loopen wij tenslotte
Ook een echten winter mis,
Toch moet ieder constateeren.
Dat de eerste sneeuwer is!
Want het is dan toch gaan sneeuwen!
En het welbekend tapijt
Zien wij nu in Februari
Op de straten uitgespreid!
Dus wij spreken weer van vlokjes,
Sneeuwpop, arreslee en ski
En we zien nog flauw de schoonheid
Van de winter-poëzie!
Sneeuw heeft toch tets sprookjesachtig
Want de ondervinding leert,
Dat zij schilders en de dichters
Op z’n hevigst inspireert!
Maar helaas, in onze steden
Toovert zij geen schilderij,
Want zij wordt daar vlug bepekeld
Tot een natte, vieze brij!
■O.o.
n uit
i paal
niets
iej.
■ba
X»
ta
ted
dden
leten.
□rdat
geen
;oede
Blitz
ek.
hter.
hun
maar
rder-
iam-
it de
et is
loren
it in
de
ver-
n er
ten.
heen
hap
ind-
ure-
1 en
and
rijk
?ren
ifde
:ho-
sluk
S«-
irUe
uen
and
ich-
sje-
)k-
Ll-
je—
-i:
ree-
ales
and
•be
mg
>n-
-i:
n-d-
and
■ta
len
jst»
lag
nd
jc-
rü«
nt.
tik
-2:
and
I
„Zie je iemand in de hut. Hal?” vroeg Mary, een
beetje zenuwachtig. Hal hield het gordUn van ge
vlochten gras een beetje terzij en gluurde naar
binnen. „Ik geloof niet, dat er op ’t oogenbllk iemand
in is,” antwoordde hU. „anders zou hü nu wel ge
antwoord hebben. Laten we maar naar binnen gaan.”
ek 1-1
o-a
Een poosje wandelden ze de hut rond en keken
door de rarmen, of ze geen teeken van den eigenaar
zagen. Toen gingen ze aan tafel zitten, om te eten,
want ze hadden honger. Plotseling verscheen een
man in de deuropening, die hen glimlachend aanzag.
v
i
8—1
In een op 24 kilometer van Madrid gelegen
hut zUn drie schaapherders vermoord. Een
vierde schaapherder, die verklaarde, onuer het
bed te zün gekropen, deelde mede, dat de mis
daad was gepleegd door verscheidene mannen,
die met bUlen gewapend waren, en die daarna
getracht hadden de hut in brand te steken.
De overlevende is gearresteerd, daar de po
litie zUn verklaring verdacht vindt.
^■■Ik laat me niet uit het veld slaan. Als alles
rt loopt, begin ik weer opnieuw".
B h" **n be81tate uitdrukking op zün ge-
*am hoofdinspecteur Battle naar buiten
*t<hhcrLda IiCh hen> h* de dfcUr Bealoten
M'n oom en tante gingen uit. nadat ik hun
herhaaldeUjk verzekerd had. dat ik volstrekt
niet bang was en dat ik nooit meer kwam lo-
geeren als ze voor mü thuis bleven. Maar toen
ze weg waren, en ik wist, dat het meisje en ik
alleen waren in t stille huis bulten het dorp,
kreeg ik toch een vreemd gevoel in m'n keel.
Twee meisjes doen niet veel tegen een inbre
ker!
Ik ga lezen! dacht ik. Ik ging met een boek
in den tuin zitten, tot het donker was. Daarna
ging ik naar binnen om thee te drinken, waar
Phebe, het dienstmeisje, me vertelde, dat in
braak in die streek geen gewoonte was. maar
dat er nu en dan wel eens een zwerver ergens
binnen kwam en in koelen bloede iemand ver
moordde die hem in den weg trad. Voor de ge
zelligheid gaf ze een paar sprekende voorbeel
den. en toen ze niets meer wist, voelde ik me
onrustig.
„Weet je wat?" zei ik. „we gaan voor alle ze
kerheid toch even het huls rond; Je kunt nooit
weten."
Ik nam een kaars, bezocht met Phebe alle
vertrekken en zocht overal in en op en achter
en onder, al beweerde Phebe, dat er onder een
piano nooit een man kon liggen.
Onderwal hield ik een redevoering tot sticn-
ting van den inbreker, die misschien in huis
zou kunnen zUn.
„Phebe," zei ik, „ik vind het weeselyk, dat
oom zoo driftig en bloeddorstig is. HU heeft zoo
veel geweren en pistolen”, ik praatte hoe
langer hoe harder „en messen en dolken en
zoo.... Ik begrUp niet, waarom hU die revol
vers altUd geladen klaar heeft liggen, met zes
kogels er in. Er is elgenlUk niets in huis, dat
de moeite van 1 stelen waard is. Het kleine
beetje geld, dat oom heeft, staat op de bank, en
zilver is er niet, en
Phebe keek zóó verbaasd, dat ik t noodig
vond, haar fluisterend uit te leggen, waarom ik
redeneerde.
jeezeeezezBsezszMMasessessztziitMtMzzzsseestszsii^
IM
„Alleen voor hen, die je niet kennen, Aft"
bedrogen worden door je misleidend voorkomen
van zachtheid en decorum."
„Ik hoor je graag zulke latUnsche woorden
gebruiken.”
„Die heb ik uit kruiswoordenraadsels."
„Die zUn toch zoo ontwikkelend.”
..Loraine mün beste, praat er niet over heen.
Wil je of wil je niet?"
Loralne’s gezicht werd gewoon. Het nam zUn
karakteristieke uitdrukking van vastberadenheid
aan. Haar kleine mond werd hard en ze stak
haar kleine kin uitdagend vooruit.
„Neen Jimmy, nog niet, zoo lang alles is als
nu en niet ten einde gebracht."
„Ik weet, dat we niet gedaan hebben wat we
van plan waren,” gaf Jimmy toe. ..Maar toch.
Och het is het eind van een hoofdstuk. De
papieren zün veilig op het ministerie van Lucht
vaart. De deugd zegeviert. En..., op het
moment is er niets aan de hand."
„Dus lat«n we trouwen?" zei Loraine
een lichten glimlach.
„Zooals je zegt, dat bedoel ik precies.”
Maar weer schudde Loraine het hoofd.
„Neen Jimmy tot deze zaak afgeloopen is....
totwe veilig zijn."
„Denk Je dat we gevaar loopen?”
,JU niet?4’
Jimmy's engelachtig gezicht betrok.
„Je hebt gelük.” zei hu ten laatste. „Ali die
eigenaardige onzin van Bundle waar is en
ik veronderstel, dat het, hoe ongeloofelUk ook
waar moet zUndan zün we niet veilig tot
„Je hebt een plan in je hoofd Jimmy. Wat
is het?”
„De jeugdige held vertelt zUn plannen nooit,”
zei Jimmy beslist. „Zü rüpen in de duisternis."
„Je bent een dwaas, Jimmy."
„Dat weet ik. Dat weet ik. Dat zegt iedereen,
maar toch kan ik Je verzekeren, Loraine, dat er
heel wat hersenwerk verricht wordt. En hoe
staat het met jouw plannen? Heb Je er al?”
..Bundle heeft me gevraagd een tUdje met
haar mee te gaan naar Chimneys."
„Uitstekend.” zei Jimmy goedkeurend, „het
kan niet beter. Ik zou in ieder geval graag
hebben dat men Bundle een beetje in het oog
hield. Je weet nooit wat voor rare dingen ze
een volgend oogenbllk gaat doen. Ze is zoo
vreeselUk onberekenbaar. En het ergste is. dat
ze zoo'n verwonderlijk succes heeft. Ik kan Je
wel vertellen dat het geen gemakkelUk baantje
is Bundle van kattekwaad af te houden."
..Bill moet op haar letten." zei Loraine.
„BUI heeft het ergens anders druk mee."
„Dat moet Je niet gelooven,” zei Loraine.
„Wat? De gravin niet? Maar de jonge man Is
smoor van haar.”
Loraine bleef het hoofd schudden.
„Er is iets aan, wat ik niet heelemaal begrüp-
Maar bü Bill is het niet de gravin.... het is
Bundle. Bijvoorbeeld vanmorgen zat Bill met
mU te praten, toen münheer Lomax bü Bundle
ging zitten. HU nam haar hand vast of iets
dergelUks en Bill schoot weg als een pül uit don
boog.”
„Wat
ATT IT A P/^MNIF’Q op dit blad zijn ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen E* ’7^0
I «Ti /AD w 1 v 1 1 Lu O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen i f Olze"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN,
Op het feest van Maria Lichtmis deden drie-
en-vUftig Kardinalen hun intrede in het Con
claaf. Later, toen de nieuwe Paus reeds uitge
roepen was, werd .Kard. O’Connell, die niet
tijdig te Rome had kunnen zUn, nog toegelaten
tot de vergadering van de Prinsen der Kerk.
In den morgen van VrUdag 3 Februari begon
nen de stemmingen, welke tot Maandag 6 Fe
bruari zouden voortduren. In een herderlUk
schrUven vertelde later Kard. Mercier het
oogenbllk der Pauskeuze in deze sobere woor
den.
„De verkiezing van Pius XI had plaats op
Maandag 6 Februari, omstreeks elf uur in den
morgen, by de veertiende stemming. Kard.
Csemoch, Primaat van HongarUe. vond hierin
aanleiding om tot eenlge Kardinalen die om
hem heen stonden te zeggen: „Kük, wU hebben
Kard. Ratti al de veertien staties van den
Kruisweg doen ondergaan en nu laten wU hem
alleen op Calvarië achter.” Welk een indruk
wekkend oogenbllk! Kard. Ratti is de eenlge
die nog op zUn bank zit, rechtop, met gebogen
hoofd, en hU denkt diep na. De andere Kar
dinalen hebben zich van hun zetels verheven
en staan drie, vier rUen dik in een kring rond
om den gekozene. De Kardinaal-Deken verheft
zyn stem en spreekt namens het H. College de
vraag uit. welke een einde gaat maken aan
onze werkzaamheden: „Neemt ge de verkiezing
aan welke u canonisch verheft tot het Hooge-
priesterschap?” Een stilzwUgen van nederig
heid, vrees, geloof en, naar wU hopen, ook van
vertrouwen, houdt ons lange, lange minuten in
spanning. En dan komt er zachtjes en zeer
langzaam een antwoord in vloeiend latUn: „Om
niet den schUn aan te nemen dat ik Gods Wil
weerstreef of mU onttrek aan de eer, welke op
mUn schouders is gelegd, en ook om niet den in
druk te wekken dat ik de stemmen mUner colle
ga’s niet op de juiste waarde zou weten te schat
ten, aanvaard ik, ondanks mUn onwaardigheid
waarvan ik diep overtuigd ben, mün verkie-
kthg." De Kardinaal-Deken ging voort: „Wel
ken naam wilt u dragen?” De ontroering om
floerste de toch al zwakke stem van den Paus.
Ik heb zUn antwoord niet heelemaal kunnen
„En de anderen?"
„Neen, de anderen tellen niet mee. No. 7 met
zUn eigen manier van werken jaagt mü angst
aan. Omdat ik niet weet wie hU is. of waar
ik hem moet zoeken."
Loraine huiverde.
„Ik heb angst gehad.” zei ze op zachten toon,
„al dien tUd na Gerry’s dood...."
„Je hoeft niet bang te zUn. Er is niets om
je ongerust te maken. Laat alles maar aan mü
over. Ik zeg je Loraine, ik zal no. 7 wel te
pakken krügen! En als we hem eenmaal heb
ben. denk ik niet, dat we nog veel last zullen
hebben met de rest van de bende, wie ze ook
zün mogen.”
„Als je
krUgt
„OnmogelUk,” zei Jimmy opgewekt. „Ik ben
veel te slim. Heb altUd een hoogen dunk van
je zelf, dat is mUn motto.”
op. Verbeeld je dat iemand, die met jou zit
te praten liever iets anders deed. Maar je ver
rast me zeer Loraine. Ik dacht dat onze een
voudige BUI verstrikt was In de netten van de
schoone bultenlandsche avonturierster. Ik weet
dat Bundle dat dacht.”
„Bundle misschien wel," sei Loraine, „maar ik
zeg je Jimmy, dat het niet zoo is."
„Maar wat is Jouw idee dan eigenlijk?”
„Denk je niet, dat het mogelUk is, dat BUI
zelf zoo’n beetje detective speelt?"
„BUI? Die heeft er geen hersens voor."
„Dat weet ik nog zoo zeker niet Wanneer
een eenvoudig, gespierd iemand als BUI intelli
gent wU zUn, veronderstelt niemand ooit dat
hu dat zou kunnen."
„En dientengevolge kan hU zUn werk Juist heel
goed doen. Ja. daar is wel iets van waar. Maar
van BUI had Ik dat toch nooit kunnen denken.
En hü speelt zoo uitstekend het lammetje van
de gravin. Ik geloof toch dat Je ongelUk hebt.
Loraine. De gravin ia een buitengewoon mooie
vrouw.... niet een type waar ik van houd
natuurlUk," voegde mUnheer Thesiger er haas
tig aan toeen die ouwe BUI heeft alUJd
<“*n erg groot hart gehad."
Loraine schudde het hoofd en was niet over
tuigd.
„Kom." set Jimmy, „dan doe het zooals je
wilt. We hebben de zaken nu zoowat geregeld.
JU gaat met Bundle terug naar Chimneys, en
zorg er in hemelsnaam voor, dat ae weer
niet naar dat Zeven WUzerplaten lokaal gaat.
De hemel weet wat er gebeurt als ae dat doet.”
„Als ik er aan denk, wat gisterenavond alle
maal had kunnen gebeuren....”
Loraine huiverde.
„Maar het gebeurde niet," zei Jimmy. „We
zUn allebei hier, veilig en gezondal moet
Ut toegeven dat mUn arm vervloekt t»Un doek”
„Arme Jongen."
„Men moet er on rekenen dat men moet
lUden voor een goede zaak En deels door mUn
verwonding, deels door mUn vroolUke conver
satie heb ik lady Coote heelemaal veroverd."
„O vind Je dat belangrUk?"
„Ik heb zoo het idee, dat het van nut kan
.Op een boerderU te Malmesbury (Kaapprovin
cie) is een 118-jarige overleden, die ten tUde
van de emancipatie nog slaaf was.
HU was in 1817 geboren en heeft dus geleefd
onder de regeering van vier gekroonde staats
hoofden, nl. Willem IV, Koningin Victoria,
Eduard VII en George V.
HU kon zich nog zeer goed de feesten ter ge
legenheid van de kroning van koningin Victoria
herinneren.
HU was driemaal getrouwd geweest en zUn
derde vrouw had hem nog zeven kinderen ge
schonken.
(Nadruk verboden)
ik hem 1
denken, dat
een man in huls
was. m’n eerste
idee mocht eens mislukken.
,,’t IS' goed", vervolgde ik. „dat u eens met
hem komt praten. Ik ik bedoel.... Ja, X is
een heel droevig geval”.
En toen praatte ik vloeiend door, met den
moed der wanhoop: „U hebt er '.’aarschUnlUk
al ’t een en ander van gehoord; ik zal u alles
vertellen. 1 Is verschrikkelUk. Er over spreken
moet ik. anders word ik gek. Gek? Soms denk
ik dat ik het al ben. M'n hersens branden; het
klopt en het doet pUn....”
Ik hield de handen boven m’n hoofd en Uep
opgewonden heen en weer door de kamer.
.Luister! Op een avond, een poos geleden, zat
ik alleen in dezelfde kamer. Het licht brandde,
de gordUnen waren dicht, er brandde een groot
vuur in den haard. Opeens werd er gebeld. Het
meisje ging open doen; het bloed steeg in m’n
wangen. mUn hart klopte. Daar was hU! Ja, ik
was verloofd. MUn Roland was de knapste, de
edelste van alle mannen. Daar kwam hu bin
nen. zoo slank, zoo forsch, echt mannelUk. De
tUd vloog om en vóór we 't wisten, was het z'n
tUd om te gaan. Ik ging naar boven.
„Hoor! Een schot! Weer een! Ik sprong over
eind in m'n bed. Een diepe stilte was over het
huis gedaald. Had ik gedroomd? Snel trok ik
een mantel aan en ging bevend over al m’n
leden, naar beneden, naar de hall. Daar was het
een en al verwarring. Van alle kanten snelden
de bedienden toe. M’n oom knielde neer naast
een roerlooze gestalte, die midden in de haU
lag. Wie was het? Groote hemel! Het was mn
beminde Roland; m'n ongelukkige oom had
hem abusievelUk neergeschoten. HU was terug
gekomen om z'n handschoenen te halen. Oom
John kwam net de trap af, om iets voor tante
te doen. HU zag Roland staan, hield hem voor
een inbreker en loste het rampzalige schot.”
Ik ruste even en bracht met een paar wilde
vegen m'n haar in de war. zooals ik op het
tooneel wel eens had zien doen.
„Van dien dag af is mijn oom nooit meer de
oude geweest", ging ik voort. „HU is zelfs ge-
vaarlUk en de dokters zeggen, dat hU absoluut
geen vreemde gezichten mag zien, vooral geen
mannengezichten, want hU ziet ze allemaal
voor inbrekers aan en offert al hun levens op
aan z'n noodlottigen waan. Maar u benj natuur
lUk een oude vriend, dus u hoeft niet oang te
zUn. Hoor! Is dat z'n voetstap niet op de trap?”
HU sprong op, liep besluiteloos heen en weer
en ging toen door de veranda-deur weer naar
bulten. En ik vloog de trap op naar mün ka
mer en verschanste me achter een gesloten
deur, waarvoor ik mün ledikant had geschoven,
om eens funk uit te huUen.
„Tecla!" riep een poos later de stem van mün
tante, nadat er op mün deur geklopt was, „doe
eens open, kind!”
„Bent u thuis?” vroeg ik. „en oom ook?"
„Ja. we zün thuis. Kan je nog even beneden
komen, of lig je al in bed?"
Het klonk allemaal zoo gewoon, alsof er een
half uur te voren büna geen bloedig drama
met dien inbreker beneden was afgespeeld. Het
deed me goed. Het zou een verademing zün,
alles aan oom en tante te kunnen vertellen,
er over te spreken, hun lof in te oogsten voor
mün dapperheid, en tot rust te komen vóór ik
slapen ging.
„Ik kom!” riep ik. Tante ging en een paar
minuten later volgde ik haar Toen ik het salon
binnen trad zat aan de ronde middentafel tus-
schen oom en tante de Inbreker van dien
avond.
Ik was stom van verbazing, keek den jongen
man aan HU glimlachte. De vonkjes van boos
aardigheid, die ik in z'n oogen gezien had. wa
ren er weer, maar nu leken ze meer guitig dan
dreigend. En onderwül was oom al aan 't spre
ken.
„Dat is een neef van tante; onverwachts uit
Indlë gekomen. HU zag hier ta de kamer pet
het licht uitgaan, toen hU op den weg Uep. en
toen wilde hü maar naar T dorp gaan, om daar
te logeeren. HU Uep zoowat tegen ons aan, toen
we uit de bus stapten en je begrüpt. Tecla. hoe
we opkeken. Dus nu weet je, waarom we Je nog
even geroepen hebbenMaar dat is waar ook,
ik moet jullie nog voorstellen! Remy Danvers,
de neef van tante, Tecla Burs ton. een nichtje
van mU
Ik durfde Remy büna niet aan te küken. toen
ik hem den volgenden morgen op ooms verzoek
den groeten achtertuin liet zien.
„Heb Je bun niets verteld?” vroeg ik, zóó zacht,
dat hü t büna niet hooren kon. Maar hü hoor
de het toch; hü lachte.
„Zoodra ik oom zag, begreep ik. dat je verhaal
niet heelemaal Juist kon zün. en toen besloot
ik eerst de kat maar eens uit den boom te kü
ken. Ik kon trouwens slecht zeggen: hè oom.
Ut dacht dat u gek was.”
,Je zult wel gedacht hebben, dat ik gek was,”
fluisterde ik.
.Dat nu juist niet, maar ik zag wél dat Je
Uef was”, lachte hü.
„Och", hemam ik. ,Jk had ta de „Arabische
vertellingen" zitten lesen. en toen wilde Ik
probeeren of ik ook kon vertellen. Ik dacht
neen ik zeg niet wat ik dacht....” en ik
wilde wegloopen.
Remy hield me onbeschaamd bü m’n arm
vast, ,4e moogt kiezen tuaschen drie dingen”,
zei hü. „óf ik vertel alles aan oom en tante, óf
je vertelt me precies wat Je gedacht hebt, óf....
je moet m’n vrouwtje worden, en als je nu niet
kunt zeggen dat Je dat wilt, dan over een
week."
Er zün van die menschen. die Je ta een paar
uren kent. Daarom heb ik Remy aUes verteld
wat ik den vorlgen avond gedacht, gevoeld en
gewild had.
Daarna vertelden we alles samen aan oom
en tante.
Nu zün we getrouwd en wonen buiten. Voor
Inbrekers zün we heelemaal niet bang.
Remy zegt: .Als er een komt, houdt Tecla
hem wel aan den praat, tot ’s morgens als de
melkboer komt.”
,.U hoeft neusch geen excuus te maken”, viel
ik in; ,4k ben heelemaal niet geschrokken toen
u klopte. We voelen ons hier zóó volkomen vei
lig. dat we oom altUd uitlachen, omdat hU z'n
kamer vol heeft met geladen geweren en pisto
len. BlUft u niet ta de kou staan, gaat u zitten.”
De ongenoode gast keek een beetje vreemd,
maar ging toch zitten en begon: „Ik kom erg
onverwacht; ik begrUp niet....”
„Hier komt nooit iemand onverwacht”, zet ik.
„We zün op alles voorbereid. Oom zal wel gauw
beneden komen.... hü is.... ja, die arme
oom John!” Ik sprak heel hard en snel, zonder
zelf goed te we-
waar
wou.
ik i
In
ieder geval wou
laten
zoo leugenachtig over oom John
We vonden niemand, maar Als er iemand ge
weest was. zou hü zeker in doodsangst ge
vlucht 'zün.
Phebe besloot maar meteen op haar slaapka
mer te blüven. toen we toch boven waren, ei.
ik ging naar beneden, zoo onverschiUig kükend
als het maar kon. In de huiskamer greep ik
de „Vertellingen uit de 1001 nacht” uit het rek
je en begon te lezen. Ik werd al gauw zóó door
m'n lectuur geboeid, dat er van m'n angst niet
veel overbleef. Hoe lang ik had zitten lezen
weet ik niet, maar eensklaps werd er op de
glazen deur van de veranda geklopt. Het boek
gleed uit mün hand; ik keerde me om met e«n
koud, onbehaaglük gevoel en zag vóór de deur
iemand staan. Een man. HU keek naar binnen,
hief z'n hand op en wenkte.
Er flitste een idee ta m'n hoofd; tijd om te
overleggen had>k niet; op snel handelen kwam
het aan. Ik ging naar de deur, trok die open,
greep de hand van den inbreker vóór hü iets
zeggen of doen kon, en riep:
„Hoe maakt u het? Komt u binnen! Oom zit
boven te lezen, maar hü heeft me gezegd dat
u komen zou. Als u wilt, zal ik hem roepen,
maar hü komt over een kwartiertje zelf wel;
als u 't zoolang met mün gezelschap kunt stel
len.^..”
Ik moest even zwügen om adem te scheppen
en bekeek hem tersluiks om te zien, of ik mede-
lüden van hem kon verwachten. Hü was nog
jong, vüf en twintig misschien, en knap ook,
maar in zün oogen zag ik een vonk van boos
aardigheid.
.Pardon", zei hü, „ik geloof...."
Jimmy Thesiger voelde zich terneergedrukt.
Hü vermeed George, daar hü hem er van
verdacht klaar te staan om hem aan te klampen
en over ernstige onderwerpen te praten en na
de lunch sloop hü kalm weg. Al blonk hü uit
ta de kennis der details van het Santa Fé
grenadispuut, op het oogenbllk wenschte hü
daarin toch niet geëxamineerd te worden
Kort daarop gebeurde, wat hü gehoopt had dat
gebeuren zou. Loraine Wade, ook alleen, kwam
een van de beschaduwde tuinpaden af. Jimmy
was in een oogenbllk naast haar. Ze wandelden
eenlge minuten ta stilte, en toen iel Jimmy
voorzichtig
.Loraine?”
„Ja?”
„Luister eens ik kan me niet goed uitdrukken
maar.... hoe denk je erover? Wat is er tegen,
dat we aanteekenen, trouwen en verder samen
steeds gelukkig leven?”
Loraine toonde geen verlegenheid bü dit ver
rassend voorstel. In plaats daarvan wierp ze
haar hoofd achterover en lachte vrUmoedig.
„Lach iemand niet uit," zei Jimmy ver
wijtend.
„Ik kan
grappig."
„Loraine
netje.
„Dat is niet wagr. Ik ben wat men een door
sche persbureau „Stefata" namens den Maar
schalk van het Conclaaf, Prins Ludovico Chlgi,
het volgende communiqué:
„Z. H. Paus Pius XI gaf met voorbehoud der
onaantastbare rechten van de Kérk en van den
H. Stoel welke hü gezworen heeft te zullen
handhaven en verdedigen, zün eersten zegen
vanaf de buiten-loggla aan het Sint Pieters
plein met de bedoeling dat deze zegen niet ai-
leen uitga naar degenen die op het Sint Pie
tersplein stonden, en evenmin aUeen naar Ro
me of ItaUë, doch naar aUe naties en alle
volkeren, als een onderpand van dien wereld
vrede waarnaar allen zoo Innig verlangen.”
Zeven jaren zou het duren tot Z. H. Paus
Plus XI nog eens vanaf de groote loggia van
Stat Pieter de menigte zegende. Doch 13 Fe-
bruarl 1920 verscheen er geen communiqué dat
waarschuwde tegen een verkeerden uitleg van
dien zegen. De Romeinsche kwestie bestond
toen niet meer. De verzoening was een feit.
verstaan, doch ik weet dat hü deze gedachte
uitte: „Onder het Pontificaat van Pius IX ben
ik opgenomen ta de Katholieke Kerk en heb
ik de eerste schreden gezet van mün kerke
lijke loopbaan. Plus X riep mü naar Rome.
Plus is een pauselüke naam. In het verlangen
mün krachten te wüden aan het werk van den
wereldvrede, waaraan mün voorganger Bene-
dictus XV zich geheel gegeven heeft, kies ik
den naam Pius.” En na een korte pauze: „Ik
wU hieraan nog een enkel woord toevoegen: Ik
verklaar voor de leden van het H. CoUege, dat
ik naar vermogen de rechten der Kerk en van
den H. Stoel zal beschermen en verdedigen;
doch dit vooropgesteld, wil ik dat mün eerste
zegen als een onderpand van den vrede, waar
naar de heele menschheid hunkert, uitga, niet
alleen naar Rome en Italië, maar naar heel de
Kerk en naar heel de wereld.”
Intusschen stond op het Sint Pietersplein de
menigte welke daar altüd de keuze van den
nieuwen Paus af wacht: een menigte die dage
lijks grooter werd, en Maandag 6 Februari
ternauwernood door politie en troepen in be
dwang gehouden kon worden. Vier malen daags
steeg boven het dak der Sixtünsche kapel de
donkere rook op van de stembriefjes der Kar
dinalen. Maandagmorgen eindelük. nadat eerst
nog een donker rookwolkje zichtbaar was ge
weest, volgde op de tweede stemming, om 11
uur 15, een wit pluimpje rook. Tegen den hel
deren hemel was dat echter nauwelüks waar
neembaar en er ontstond onder de duizenden
een groote beroering over de vraag, of men
zich vergist had, dan wel dat er een nieuwe
Paus gekozen was.
Doch plotseling gingen de groote deuren van
de loggia boven den hoofdingang van Sint
Pieter open, hangtapü ten daalden van de ba
lustrade van het balcon en de Primus der
Kardinaal-Diakenen, Kard. Blsletl, verscheen.
„Nuntlo vobis gaudium magnum! Habemus
Pontiflcem Reverendissimum et Eminentissi-
mum Dominum Cardinalem Achlllem Ratti..."
Een geweldige ovatie barstte los en het duur
de lang voor Kard. Bisleti de slotwoorden zü-
ner blüde boodschap kon uitspreken:
,,....qui nomen sibi imposuit Plum decimum
primum.”
Opnieuw weerklonk gejuich en applaus waar
aan geen einde scheen te zullen komen. Doch
dan merkte de menigte plots op dat de deuren
der loggia niet werden gesloten en dat de
hangtapüten niet werden Ingehaald. En plots
\erscheen daar Pius XI op het balcon. Het was
een oogenbllk doodstil. Alleen de commando's
der Italiaansche officieren weerklonken: „Pre-
sentat arm!” De troepen presenteerden de ge
weren. En dan zegende de nieuwe Paus lang
zaam, plechtig, voor het eerst na 1870.
Een paar uren later publiceerde het Italiaan-
orgen, 12 Februari, is het dertien jaren
geleden dat Z. H. Paus Pius XI te
X’ -A- Rome in Sint Pieter plechtig werd ge
kroond als de twee-honderd-^estigste opvolger
van den H. Petrus.
Benedictus XV was 17 Januari 1922 ziek ge
worden. Terwül hü aanvankelük nog op bed
zün loopende werkzaamheden afdeed, verer
gerde na eenlge dagen plots zün toestand en
volkomen onverwacht stierf hü Zondagmorgen
22 Januari.
Evenals ta alle kerken ter wereld, werd ook
In den Dom van Milaan een plechtige H. Re-
qulem-mis opgedragen. De Aartsbisschop,
Kard. Ratti, hield de lükrede en herdacht den
Paus van den Vrede. Dit gebeurde Dinsdag 24
Januari. Nog denzelfden avond vertrok Kardi
naal Ratti naar Rome, waar hü den volgenden
Woensdagmorgen aankwam en zyn intrek nam
in het Lombardisch College, waar hü vroeger
gestudeerd had. Hü zou daar blüven tot den
namiddag van 2 Februari, toen het Conclaaf
begon. „En nu worden wü opgesloten in de
kooi,” waren zün laatste woorden. Toen wülen
Kardinaal Mercier op weg naar Rome ta
Milaan afstapte, zeide hem iemand: „U stuurt
onzen Kardinaal toch weer terug, nietwaar?”
Waarop de Belgische Primaat antwoordde: Jk
weet het heusch nog niet. Bedenk wel
Raptim transit!" Deze woordspeling op den
naam Ratti deed overal opgeld omdat zü
prachtig paste bü de snelle carrière van den
Kardinaal. Wie kon echter vermoeden dat ze
een halve maand later tot devies zou zün van
den nieuwen Paus?
De motor van een Spaansch militair vliegtuig
dat zich op een hoogte van 150 meter boven
het nabü SevUla gelegen vliegveld Tablada be
vond, weigerde plotseling waarop de piloot be
sloot met zyn parachute uit het toestel te
springen.
öngelukkigerwüze kwam hü echter midden
in de brandende resten van zün vliegtuig te
recht, dat bü het neerkomen op den grond vlam
had gevat.
Hü werd daarbü echter slechts licht gewond.
„Brave Hendrik. O zeg, kük hoofdinspecteur
Battle eens.”
Zü gingen juist een züdeur binnen. Een groote
kast kwam in de kleine vestibule uit. Daar
•tonden golfstokken, tennisrackets, bowls en
ndere bewüzen van landelük leven ta. Hoofd-
mspecteur Battle onderwierp de verachiUende
golfstokken aan een nauwkeurig onderzoek. Hü
een heetje suf bü Bundle's uitroep.
HatUe?” U het goWspeI leeren’ hoofdinspecteur
„Ik kon wel iets slechten doen lady Eileen. Men
ik h k men noolt OU<1 is om te leeren En
neb een eigenschap, die bü alle spelen goed
*e pas komt.”
„Welke la die?" vroeg BUI.
3 - g
In het afgeloopen jaar zün er bü de ver
schillende spaarbanken ta de Sovjet-Unie nieu
we rekeningen geopend tot een bedrag van on
geveer ƒ500 000 000. hetgeen meer dan het dub
bele is van het bedrag dat in het voorgaande
Jaar bü de banken werd geplaatst.
Op 1 Januari 1935 bedroeg het totale saldo
bü de spaarbanken ongeveer twee milliard
gulden.