den daq van DE ENGELSCHE KAPERS af 1 12 Februari 1922 werd Paus Pius XI den Sint Pieter gekroond T j w 9 F? I I I ui ,V biiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin^ DE EERSTE PAUSZEGEN NA 20 SEPT. 1870 HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN SNEEUW^ glIlllMllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllffillllllllliM L MAANDAG 11 FEBRUARI 1935 LG Toen de motor weigerde Paus der verzoening 118-jarige overleden Drievoudige moord d- Ai I t Sparen in Rusland DOOR AGATHA CHRISTIE =nt= a „Raptim transit”, een woordspeling op den naam Ratti, werd het devies van den nieu wen Paus Tecla ’s verhaal j bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TT 7^X0 een on8eTal met OEsrt b1^ ▼®rtlea Tan ««n hana verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen JT Oxzs“ doodelijken afloop 1 een voet of een oog GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I -J[! g tiff III B 0-8 5 ia o-o IV ce 2—1 0-2 i-i ia S—l ;k 3-1 MARTIN BERDEN s-8 uit 0-4 doodsangst i 0-4 eids- pj i L«l f c F zi 1 yiJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK JIMMY BERAAMT PLANNEN 40. hem krijgtmaar als hü jou met het niet helpen. Je waart zoo bent een klein duivelin- Je hebben sommige menschen toch een I s I un 0—1 e 2 2-1 Hal en Mary stapten naast elkaar de hut binnen en keken nieuwsgierig rond. „Wel, het ziet er naar uit, alsof een Engelschman hier woont." zei Hal. „Zie je de tafel en de stoelen en de lantaaam. die aan den zolder hangt?" „HU kan niet ver weg zün,” zei Mary, wUsende op het fruit op de tafel 3-1 1-4 Schijnbaar is dit jaargetijde Door de crisis óók van streek! Maar al loopen wij tenslotte Ook een echten winter mis, Toch moet ieder constateeren. Dat de eerste sneeuwer is! Want het is dan toch gaan sneeuwen! En het welbekend tapijt Zien wij nu in Februari Op de straten uitgespreid! Dus wij spreken weer van vlokjes, Sneeuwpop, arreslee en ski En we zien nog flauw de schoonheid Van de winter-poëzie! Sneeuw heeft toch tets sprookjesachtig Want de ondervinding leert, Dat zij schilders en de dichters Op z’n hevigst inspireert! Maar helaas, in onze steden Toovert zij geen schilderij, Want zij wordt daar vlug bepekeld Tot een natte, vieze brij! ■O.o. n uit i paal niets iej. ■ba X» ta ted dden leten. □rdat geen ;oede Blitz ek. hter. hun maar rder- iam- it de et is loren it in de ver- n er ten. heen hap ind- ure- 1 en and rijk ?ren ifde :ho- sluk S«- irUe uen and ich- sje- )k- Ll- je— -i: ree- ales and •be mg >n- -i: n-d- and ■ta len jst» lag nd jc- rü« nt. tik -2: and I „Zie je iemand in de hut. Hal?” vroeg Mary, een beetje zenuwachtig. Hal hield het gordUn van ge vlochten gras een beetje terzij en gluurde naar binnen. „Ik geloof niet, dat er op ’t oogenbllk iemand in is,” antwoordde hU. „anders zou hü nu wel ge antwoord hebben. Laten we maar naar binnen gaan.” ek 1-1 o-a Een poosje wandelden ze de hut rond en keken door de rarmen, of ze geen teeken van den eigenaar zagen. Toen gingen ze aan tafel zitten, om te eten, want ze hadden honger. Plotseling verscheen een man in de deuropening, die hen glimlachend aanzag. v i 8—1 In een op 24 kilometer van Madrid gelegen hut zUn drie schaapherders vermoord. Een vierde schaapherder, die verklaarde, onuer het bed te zün gekropen, deelde mede, dat de mis daad was gepleegd door verscheidene mannen, die met bUlen gewapend waren, en die daarna getracht hadden de hut in brand te steken. De overlevende is gearresteerd, daar de po litie zUn verklaring verdacht vindt. ^■■Ik laat me niet uit het veld slaan. Als alles rt loopt, begin ik weer opnieuw". B h" **n be81tate uitdrukking op zün ge- *am hoofdinspecteur Battle naar buiten *t<hhcrLda IiCh hen> h* de dfcUr Bealoten M'n oom en tante gingen uit. nadat ik hun herhaaldeUjk verzekerd had. dat ik volstrekt niet bang was en dat ik nooit meer kwam lo- geeren als ze voor mü thuis bleven. Maar toen ze weg waren, en ik wist, dat het meisje en ik alleen waren in t stille huis bulten het dorp, kreeg ik toch een vreemd gevoel in m'n keel. Twee meisjes doen niet veel tegen een inbre ker! Ik ga lezen! dacht ik. Ik ging met een boek in den tuin zitten, tot het donker was. Daarna ging ik naar binnen om thee te drinken, waar Phebe, het dienstmeisje, me vertelde, dat in braak in die streek geen gewoonte was. maar dat er nu en dan wel eens een zwerver ergens binnen kwam en in koelen bloede iemand ver moordde die hem in den weg trad. Voor de ge zelligheid gaf ze een paar sprekende voorbeel den. en toen ze niets meer wist, voelde ik me onrustig. „Weet je wat?" zei ik. „we gaan voor alle ze kerheid toch even het huls rond; Je kunt nooit weten." Ik nam een kaars, bezocht met Phebe alle vertrekken en zocht overal in en op en achter en onder, al beweerde Phebe, dat er onder een piano nooit een man kon liggen. Onderwal hield ik een redevoering tot sticn- ting van den inbreker, die misschien in huis zou kunnen zUn. „Phebe," zei ik, „ik vind het weeselyk, dat oom zoo driftig en bloeddorstig is. HU heeft zoo veel geweren en pistolen”, ik praatte hoe langer hoe harder „en messen en dolken en zoo.... Ik begrUp niet, waarom hU die revol vers altUd geladen klaar heeft liggen, met zes kogels er in. Er is elgenlUk niets in huis, dat de moeite van 1 stelen waard is. Het kleine beetje geld, dat oom heeft, staat op de bank, en zilver is er niet, en Phebe keek zóó verbaasd, dat ik t noodig vond, haar fluisterend uit te leggen, waarom ik redeneerde. jeezeeezezBsezszMMasessessztziitMtMzzzsseestszsii^ IM „Alleen voor hen, die je niet kennen, Aft" bedrogen worden door je misleidend voorkomen van zachtheid en decorum." „Ik hoor je graag zulke latUnsche woorden gebruiken.” „Die heb ik uit kruiswoordenraadsels." „Die zUn toch zoo ontwikkelend.” ..Loraine mün beste, praat er niet over heen. Wil je of wil je niet?" Loralne’s gezicht werd gewoon. Het nam zUn karakteristieke uitdrukking van vastberadenheid aan. Haar kleine mond werd hard en ze stak haar kleine kin uitdagend vooruit. „Neen Jimmy, nog niet, zoo lang alles is als nu en niet ten einde gebracht." „Ik weet, dat we niet gedaan hebben wat we van plan waren,” gaf Jimmy toe. ..Maar toch. Och het is het eind van een hoofdstuk. De papieren zün veilig op het ministerie van Lucht vaart. De deugd zegeviert. En..., op het moment is er niets aan de hand." „Dus lat«n we trouwen?" zei Loraine een lichten glimlach. „Zooals je zegt, dat bedoel ik precies.” Maar weer schudde Loraine het hoofd. „Neen Jimmy tot deze zaak afgeloopen is.... totwe veilig zijn." „Denk Je dat we gevaar loopen?” ,JU niet?4’ Jimmy's engelachtig gezicht betrok. „Je hebt gelük.” zei hu ten laatste. „Ali die eigenaardige onzin van Bundle waar is en ik veronderstel, dat het, hoe ongeloofelUk ook waar moet zUndan zün we niet veilig tot „Je hebt een plan in je hoofd Jimmy. Wat is het?” „De jeugdige held vertelt zUn plannen nooit,” zei Jimmy beslist. „Zü rüpen in de duisternis." „Je bent een dwaas, Jimmy." „Dat weet ik. Dat weet ik. Dat zegt iedereen, maar toch kan ik Je verzekeren, Loraine, dat er heel wat hersenwerk verricht wordt. En hoe staat het met jouw plannen? Heb Je er al?” ..Bundle heeft me gevraagd een tUdje met haar mee te gaan naar Chimneys." „Uitstekend.” zei Jimmy goedkeurend, „het kan niet beter. Ik zou in ieder geval graag hebben dat men Bundle een beetje in het oog hield. Je weet nooit wat voor rare dingen ze een volgend oogenbllk gaat doen. Ze is zoo vreeselUk onberekenbaar. En het ergste is. dat ze zoo'n verwonderlijk succes heeft. Ik kan Je wel vertellen dat het geen gemakkelUk baantje is Bundle van kattekwaad af te houden." ..Bill moet op haar letten." zei Loraine. „BUI heeft het ergens anders druk mee." „Dat moet Je niet gelooven,” zei Loraine. „Wat? De gravin niet? Maar de jonge man Is smoor van haar.” Loraine bleef het hoofd schudden. „Er is iets aan, wat ik niet heelemaal begrüp- Maar bü Bill is het niet de gravin.... het is Bundle. Bijvoorbeeld vanmorgen zat Bill met mU te praten, toen münheer Lomax bü Bundle ging zitten. HU nam haar hand vast of iets dergelUks en Bill schoot weg als een pül uit don boog.” „Wat ATT IT A P/^MNIF’Q op dit blad zijn ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen E* ’7^0 I «Ti /AD w 1 v 1 1 Lu O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen i f Olze" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, Op het feest van Maria Lichtmis deden drie- en-vUftig Kardinalen hun intrede in het Con claaf. Later, toen de nieuwe Paus reeds uitge roepen was, werd .Kard. O’Connell, die niet tijdig te Rome had kunnen zUn, nog toegelaten tot de vergadering van de Prinsen der Kerk. In den morgen van VrUdag 3 Februari begon nen de stemmingen, welke tot Maandag 6 Fe bruari zouden voortduren. In een herderlUk schrUven vertelde later Kard. Mercier het oogenbllk der Pauskeuze in deze sobere woor den. „De verkiezing van Pius XI had plaats op Maandag 6 Februari, omstreeks elf uur in den morgen, by de veertiende stemming. Kard. Csemoch, Primaat van HongarUe. vond hierin aanleiding om tot eenlge Kardinalen die om hem heen stonden te zeggen: „Kük, wU hebben Kard. Ratti al de veertien staties van den Kruisweg doen ondergaan en nu laten wU hem alleen op Calvarië achter.” Welk een indruk wekkend oogenbllk! Kard. Ratti is de eenlge die nog op zUn bank zit, rechtop, met gebogen hoofd, en hU denkt diep na. De andere Kar dinalen hebben zich van hun zetels verheven en staan drie, vier rUen dik in een kring rond om den gekozene. De Kardinaal-Deken verheft zyn stem en spreekt namens het H. College de vraag uit. welke een einde gaat maken aan onze werkzaamheden: „Neemt ge de verkiezing aan welke u canonisch verheft tot het Hooge- priesterschap?” Een stilzwUgen van nederig heid, vrees, geloof en, naar wU hopen, ook van vertrouwen, houdt ons lange, lange minuten in spanning. En dan komt er zachtjes en zeer langzaam een antwoord in vloeiend latUn: „Om niet den schUn aan te nemen dat ik Gods Wil weerstreef of mU onttrek aan de eer, welke op mUn schouders is gelegd, en ook om niet den in druk te wekken dat ik de stemmen mUner colle ga’s niet op de juiste waarde zou weten te schat ten, aanvaard ik, ondanks mUn onwaardigheid waarvan ik diep overtuigd ben, mün verkie- kthg." De Kardinaal-Deken ging voort: „Wel ken naam wilt u dragen?” De ontroering om floerste de toch al zwakke stem van den Paus. Ik heb zUn antwoord niet heelemaal kunnen „En de anderen?" „Neen, de anderen tellen niet mee. No. 7 met zUn eigen manier van werken jaagt mü angst aan. Omdat ik niet weet wie hU is. of waar ik hem moet zoeken." Loraine huiverde. „Ik heb angst gehad.” zei ze op zachten toon, „al dien tUd na Gerry’s dood...." „Je hoeft niet bang te zUn. Er is niets om je ongerust te maken. Laat alles maar aan mü over. Ik zeg je Loraine, ik zal no. 7 wel te pakken krügen! En als we hem eenmaal heb ben. denk ik niet, dat we nog veel last zullen hebben met de rest van de bende, wie ze ook zün mogen.” „Als je krUgt „OnmogelUk,” zei Jimmy opgewekt. „Ik ben veel te slim. Heb altUd een hoogen dunk van je zelf, dat is mUn motto.” op. Verbeeld je dat iemand, die met jou zit te praten liever iets anders deed. Maar je ver rast me zeer Loraine. Ik dacht dat onze een voudige BUI verstrikt was In de netten van de schoone bultenlandsche avonturierster. Ik weet dat Bundle dat dacht.” „Bundle misschien wel," sei Loraine, „maar ik zeg je Jimmy, dat het niet zoo is." „Maar wat is Jouw idee dan eigenlijk?” „Denk je niet, dat het mogelUk is, dat BUI zelf zoo’n beetje detective speelt?" „BUI? Die heeft er geen hersens voor." „Dat weet ik nog zoo zeker niet Wanneer een eenvoudig, gespierd iemand als BUI intelli gent wU zUn, veronderstelt niemand ooit dat hu dat zou kunnen." „En dientengevolge kan hU zUn werk Juist heel goed doen. Ja. daar is wel iets van waar. Maar van BUI had Ik dat toch nooit kunnen denken. En hü speelt zoo uitstekend het lammetje van de gravin. Ik geloof toch dat Je ongelUk hebt. Loraine. De gravin ia een buitengewoon mooie vrouw.... niet een type waar ik van houd natuurlUk," voegde mUnheer Thesiger er haas tig aan toeen die ouwe BUI heeft alUJd <“*n erg groot hart gehad." Loraine schudde het hoofd en was niet over tuigd. „Kom." set Jimmy, „dan doe het zooals je wilt. We hebben de zaken nu zoowat geregeld. JU gaat met Bundle terug naar Chimneys, en zorg er in hemelsnaam voor, dat ae weer niet naar dat Zeven WUzerplaten lokaal gaat. De hemel weet wat er gebeurt als ae dat doet.” „Als ik er aan denk, wat gisterenavond alle maal had kunnen gebeuren....” Loraine huiverde. „Maar het gebeurde niet," zei Jimmy. „We zUn allebei hier, veilig en gezondal moet Ut toegeven dat mUn arm vervloekt t»Un doek” „Arme Jongen." „Men moet er on rekenen dat men moet lUden voor een goede zaak En deels door mUn verwonding, deels door mUn vroolUke conver satie heb ik lady Coote heelemaal veroverd." „O vind Je dat belangrUk?" „Ik heb zoo het idee, dat het van nut kan .Op een boerderU te Malmesbury (Kaapprovin cie) is een 118-jarige overleden, die ten tUde van de emancipatie nog slaaf was. HU was in 1817 geboren en heeft dus geleefd onder de regeering van vier gekroonde staats hoofden, nl. Willem IV, Koningin Victoria, Eduard VII en George V. HU kon zich nog zeer goed de feesten ter ge legenheid van de kroning van koningin Victoria herinneren. HU was driemaal getrouwd geweest en zUn derde vrouw had hem nog zeven kinderen ge schonken. (Nadruk verboden) ik hem 1 denken, dat een man in huls was. m’n eerste idee mocht eens mislukken. ,,’t IS' goed", vervolgde ik. „dat u eens met hem komt praten. Ik ik bedoel.... Ja, X is een heel droevig geval”. En toen praatte ik vloeiend door, met den moed der wanhoop: „U hebt er '.’aarschUnlUk al ’t een en ander van gehoord; ik zal u alles vertellen. 1 Is verschrikkelUk. Er over spreken moet ik. anders word ik gek. Gek? Soms denk ik dat ik het al ben. M'n hersens branden; het klopt en het doet pUn....” Ik hield de handen boven m’n hoofd en Uep opgewonden heen en weer door de kamer. .Luister! Op een avond, een poos geleden, zat ik alleen in dezelfde kamer. Het licht brandde, de gordUnen waren dicht, er brandde een groot vuur in den haard. Opeens werd er gebeld. Het meisje ging open doen; het bloed steeg in m’n wangen. mUn hart klopte. Daar was hU! Ja, ik was verloofd. MUn Roland was de knapste, de edelste van alle mannen. Daar kwam hu bin nen. zoo slank, zoo forsch, echt mannelUk. De tUd vloog om en vóór we 't wisten, was het z'n tUd om te gaan. Ik ging naar boven. „Hoor! Een schot! Weer een! Ik sprong over eind in m'n bed. Een diepe stilte was over het huis gedaald. Had ik gedroomd? Snel trok ik een mantel aan en ging bevend over al m’n leden, naar beneden, naar de hall. Daar was het een en al verwarring. Van alle kanten snelden de bedienden toe. M’n oom knielde neer naast een roerlooze gestalte, die midden in de haU lag. Wie was het? Groote hemel! Het was mn beminde Roland; m'n ongelukkige oom had hem abusievelUk neergeschoten. HU was terug gekomen om z'n handschoenen te halen. Oom John kwam net de trap af, om iets voor tante te doen. HU zag Roland staan, hield hem voor een inbreker en loste het rampzalige schot.” Ik ruste even en bracht met een paar wilde vegen m'n haar in de war. zooals ik op het tooneel wel eens had zien doen. „Van dien dag af is mijn oom nooit meer de oude geweest", ging ik voort. „HU is zelfs ge- vaarlUk en de dokters zeggen, dat hU absoluut geen vreemde gezichten mag zien, vooral geen mannengezichten, want hU ziet ze allemaal voor inbrekers aan en offert al hun levens op aan z'n noodlottigen waan. Maar u benj natuur lUk een oude vriend, dus u hoeft niet oang te zUn. Hoor! Is dat z'n voetstap niet op de trap?” HU sprong op, liep besluiteloos heen en weer en ging toen door de veranda-deur weer naar bulten. En ik vloog de trap op naar mün ka mer en verschanste me achter een gesloten deur, waarvoor ik mün ledikant had geschoven, om eens funk uit te huUen. „Tecla!" riep een poos later de stem van mün tante, nadat er op mün deur geklopt was, „doe eens open, kind!” „Bent u thuis?” vroeg ik. „en oom ook?" „Ja. we zün thuis. Kan je nog even beneden komen, of lig je al in bed?" Het klonk allemaal zoo gewoon, alsof er een half uur te voren büna geen bloedig drama met dien inbreker beneden was afgespeeld. Het deed me goed. Het zou een verademing zün, alles aan oom en tante te kunnen vertellen, er over te spreken, hun lof in te oogsten voor mün dapperheid, en tot rust te komen vóór ik slapen ging. „Ik kom!” riep ik. Tante ging en een paar minuten later volgde ik haar Toen ik het salon binnen trad zat aan de ronde middentafel tus- schen oom en tante de Inbreker van dien avond. Ik was stom van verbazing, keek den jongen man aan HU glimlachte. De vonkjes van boos aardigheid, die ik in z'n oogen gezien had. wa ren er weer, maar nu leken ze meer guitig dan dreigend. En onderwül was oom al aan 't spre ken. „Dat is een neef van tante; onverwachts uit Indlë gekomen. HU zag hier ta de kamer pet het licht uitgaan, toen hU op den weg Uep. en toen wilde hü maar naar T dorp gaan, om daar te logeeren. HU Uep zoowat tegen ons aan, toen we uit de bus stapten en je begrüpt. Tecla. hoe we opkeken. Dus nu weet je, waarom we Je nog even geroepen hebbenMaar dat is waar ook, ik moet jullie nog voorstellen! Remy Danvers, de neef van tante, Tecla Burs ton. een nichtje van mU Ik durfde Remy büna niet aan te küken. toen ik hem den volgenden morgen op ooms verzoek den groeten achtertuin liet zien. „Heb Je bun niets verteld?” vroeg ik, zóó zacht, dat hü t büna niet hooren kon. Maar hü hoor de het toch; hü lachte. „Zoodra ik oom zag, begreep ik. dat je verhaal niet heelemaal Juist kon zün. en toen besloot ik eerst de kat maar eens uit den boom te kü ken. Ik kon trouwens slecht zeggen: hè oom. Ut dacht dat u gek was.” ,Je zult wel gedacht hebben, dat ik gek was,” fluisterde ik. .Dat nu juist niet, maar ik zag wél dat Je Uef was”, lachte hü. „Och", hemam ik. ,Jk had ta de „Arabische vertellingen" zitten lesen. en toen wilde Ik probeeren of ik ook kon vertellen. Ik dacht neen ik zeg niet wat ik dacht....” en ik wilde wegloopen. Remy hield me onbeschaamd bü m’n arm vast, ,4e moogt kiezen tuaschen drie dingen”, zei hü. „óf ik vertel alles aan oom en tante, óf je vertelt me precies wat Je gedacht hebt, óf.... je moet m’n vrouwtje worden, en als je nu niet kunt zeggen dat Je dat wilt, dan over een week." Er zün van die menschen. die Je ta een paar uren kent. Daarom heb ik Remy aUes verteld wat ik den vorlgen avond gedacht, gevoeld en gewild had. Daarna vertelden we alles samen aan oom en tante. Nu zün we getrouwd en wonen buiten. Voor Inbrekers zün we heelemaal niet bang. Remy zegt: .Als er een komt, houdt Tecla hem wel aan den praat, tot ’s morgens als de melkboer komt.” ,.U hoeft neusch geen excuus te maken”, viel ik in; ,4k ben heelemaal niet geschrokken toen u klopte. We voelen ons hier zóó volkomen vei lig. dat we oom altUd uitlachen, omdat hU z'n kamer vol heeft met geladen geweren en pisto len. BlUft u niet ta de kou staan, gaat u zitten.” De ongenoode gast keek een beetje vreemd, maar ging toch zitten en begon: „Ik kom erg onverwacht; ik begrUp niet....” „Hier komt nooit iemand onverwacht”, zet ik. „We zün op alles voorbereid. Oom zal wel gauw beneden komen.... hü is.... ja, die arme oom John!” Ik sprak heel hard en snel, zonder zelf goed te we- waar wou. ik i In ieder geval wou laten zoo leugenachtig over oom John We vonden niemand, maar Als er iemand ge weest was. zou hü zeker in doodsangst ge vlucht 'zün. Phebe besloot maar meteen op haar slaapka mer te blüven. toen we toch boven waren, ei. ik ging naar beneden, zoo onverschiUig kükend als het maar kon. In de huiskamer greep ik de „Vertellingen uit de 1001 nacht” uit het rek je en begon te lezen. Ik werd al gauw zóó door m'n lectuur geboeid, dat er van m'n angst niet veel overbleef. Hoe lang ik had zitten lezen weet ik niet, maar eensklaps werd er op de glazen deur van de veranda geklopt. Het boek gleed uit mün hand; ik keerde me om met e«n koud, onbehaaglük gevoel en zag vóór de deur iemand staan. Een man. HU keek naar binnen, hief z'n hand op en wenkte. Er flitste een idee ta m'n hoofd; tijd om te overleggen had>k niet; op snel handelen kwam het aan. Ik ging naar de deur, trok die open, greep de hand van den inbreker vóór hü iets zeggen of doen kon, en riep: „Hoe maakt u het? Komt u binnen! Oom zit boven te lezen, maar hü heeft me gezegd dat u komen zou. Als u wilt, zal ik hem roepen, maar hü komt over een kwartiertje zelf wel; als u 't zoolang met mün gezelschap kunt stel len.^..” Ik moest even zwügen om adem te scheppen en bekeek hem tersluiks om te zien, of ik mede- lüden van hem kon verwachten. Hü was nog jong, vüf en twintig misschien, en knap ook, maar in zün oogen zag ik een vonk van boos aardigheid. .Pardon", zei hü, „ik geloof...." Jimmy Thesiger voelde zich terneergedrukt. Hü vermeed George, daar hü hem er van verdacht klaar te staan om hem aan te klampen en over ernstige onderwerpen te praten en na de lunch sloop hü kalm weg. Al blonk hü uit ta de kennis der details van het Santa Fé grenadispuut, op het oogenbllk wenschte hü daarin toch niet geëxamineerd te worden Kort daarop gebeurde, wat hü gehoopt had dat gebeuren zou. Loraine Wade, ook alleen, kwam een van de beschaduwde tuinpaden af. Jimmy was in een oogenbllk naast haar. Ze wandelden eenlge minuten ta stilte, en toen iel Jimmy voorzichtig .Loraine?” „Ja?” „Luister eens ik kan me niet goed uitdrukken maar.... hoe denk je erover? Wat is er tegen, dat we aanteekenen, trouwen en verder samen steeds gelukkig leven?” Loraine toonde geen verlegenheid bü dit ver rassend voorstel. In plaats daarvan wierp ze haar hoofd achterover en lachte vrUmoedig. „Lach iemand niet uit," zei Jimmy ver wijtend. „Ik kan grappig." „Loraine netje. „Dat is niet wagr. Ik ben wat men een door sche persbureau „Stefata" namens den Maar schalk van het Conclaaf, Prins Ludovico Chlgi, het volgende communiqué: „Z. H. Paus Pius XI gaf met voorbehoud der onaantastbare rechten van de Kérk en van den H. Stoel welke hü gezworen heeft te zullen handhaven en verdedigen, zün eersten zegen vanaf de buiten-loggla aan het Sint Pieters plein met de bedoeling dat deze zegen niet ai- leen uitga naar degenen die op het Sint Pie tersplein stonden, en evenmin aUeen naar Ro me of ItaUë, doch naar aUe naties en alle volkeren, als een onderpand van dien wereld vrede waarnaar allen zoo Innig verlangen.” Zeven jaren zou het duren tot Z. H. Paus Plus XI nog eens vanaf de groote loggia van Stat Pieter de menigte zegende. Doch 13 Fe- bruarl 1920 verscheen er geen communiqué dat waarschuwde tegen een verkeerden uitleg van dien zegen. De Romeinsche kwestie bestond toen niet meer. De verzoening was een feit. verstaan, doch ik weet dat hü deze gedachte uitte: „Onder het Pontificaat van Pius IX ben ik opgenomen ta de Katholieke Kerk en heb ik de eerste schreden gezet van mün kerke lijke loopbaan. Plus X riep mü naar Rome. Plus is een pauselüke naam. In het verlangen mün krachten te wüden aan het werk van den wereldvrede, waaraan mün voorganger Bene- dictus XV zich geheel gegeven heeft, kies ik den naam Pius.” En na een korte pauze: „Ik wU hieraan nog een enkel woord toevoegen: Ik verklaar voor de leden van het H. CoUege, dat ik naar vermogen de rechten der Kerk en van den H. Stoel zal beschermen en verdedigen; doch dit vooropgesteld, wil ik dat mün eerste zegen als een onderpand van den vrede, waar naar de heele menschheid hunkert, uitga, niet alleen naar Rome en Italië, maar naar heel de Kerk en naar heel de wereld.” Intusschen stond op het Sint Pietersplein de menigte welke daar altüd de keuze van den nieuwen Paus af wacht: een menigte die dage lijks grooter werd, en Maandag 6 Februari ternauwernood door politie en troepen in be dwang gehouden kon worden. Vier malen daags steeg boven het dak der Sixtünsche kapel de donkere rook op van de stembriefjes der Kar dinalen. Maandagmorgen eindelük. nadat eerst nog een donker rookwolkje zichtbaar was ge weest, volgde op de tweede stemming, om 11 uur 15, een wit pluimpje rook. Tegen den hel deren hemel was dat echter nauwelüks waar neembaar en er ontstond onder de duizenden een groote beroering over de vraag, of men zich vergist had, dan wel dat er een nieuwe Paus gekozen was. Doch plotseling gingen de groote deuren van de loggia boven den hoofdingang van Sint Pieter open, hangtapü ten daalden van de ba lustrade van het balcon en de Primus der Kardinaal-Diakenen, Kard. Blsletl, verscheen. „Nuntlo vobis gaudium magnum! Habemus Pontiflcem Reverendissimum et Eminentissi- mum Dominum Cardinalem Achlllem Ratti..." Een geweldige ovatie barstte los en het duur de lang voor Kard. Bisleti de slotwoorden zü- ner blüde boodschap kon uitspreken: ,,....qui nomen sibi imposuit Plum decimum primum.” Opnieuw weerklonk gejuich en applaus waar aan geen einde scheen te zullen komen. Doch dan merkte de menigte plots op dat de deuren der loggia niet werden gesloten en dat de hangtapüten niet werden Ingehaald. En plots \erscheen daar Pius XI op het balcon. Het was een oogenbllk doodstil. Alleen de commando's der Italiaansche officieren weerklonken: „Pre- sentat arm!” De troepen presenteerden de ge weren. En dan zegende de nieuwe Paus lang zaam, plechtig, voor het eerst na 1870. Een paar uren later publiceerde het Italiaan- orgen, 12 Februari, is het dertien jaren geleden dat Z. H. Paus Pius XI te X’ -A- Rome in Sint Pieter plechtig werd ge kroond als de twee-honderd-^estigste opvolger van den H. Petrus. Benedictus XV was 17 Januari 1922 ziek ge worden. Terwül hü aanvankelük nog op bed zün loopende werkzaamheden afdeed, verer gerde na eenlge dagen plots zün toestand en volkomen onverwacht stierf hü Zondagmorgen 22 Januari. Evenals ta alle kerken ter wereld, werd ook In den Dom van Milaan een plechtige H. Re- qulem-mis opgedragen. De Aartsbisschop, Kard. Ratti, hield de lükrede en herdacht den Paus van den Vrede. Dit gebeurde Dinsdag 24 Januari. Nog denzelfden avond vertrok Kardi naal Ratti naar Rome, waar hü den volgenden Woensdagmorgen aankwam en zyn intrek nam in het Lombardisch College, waar hü vroeger gestudeerd had. Hü zou daar blüven tot den namiddag van 2 Februari, toen het Conclaaf begon. „En nu worden wü opgesloten in de kooi,” waren zün laatste woorden. Toen wülen Kardinaal Mercier op weg naar Rome ta Milaan afstapte, zeide hem iemand: „U stuurt onzen Kardinaal toch weer terug, nietwaar?” Waarop de Belgische Primaat antwoordde: Jk weet het heusch nog niet. Bedenk wel Raptim transit!" Deze woordspeling op den naam Ratti deed overal opgeld omdat zü prachtig paste bü de snelle carrière van den Kardinaal. Wie kon echter vermoeden dat ze een halve maand later tot devies zou zün van den nieuwen Paus? De motor van een Spaansch militair vliegtuig dat zich op een hoogte van 150 meter boven het nabü SevUla gelegen vliegveld Tablada be vond, weigerde plotseling waarop de piloot be sloot met zyn parachute uit het toestel te springen. öngelukkigerwüze kwam hü echter midden in de brandende resten van zün vliegtuig te recht, dat bü het neerkomen op den grond vlam had gevat. Hü werd daarbü echter slechts licht gewond. „Brave Hendrik. O zeg, kük hoofdinspecteur Battle eens.” Zü gingen juist een züdeur binnen. Een groote kast kwam in de kleine vestibule uit. Daar •tonden golfstokken, tennisrackets, bowls en ndere bewüzen van landelük leven ta. Hoofd- mspecteur Battle onderwierp de verachiUende golfstokken aan een nauwkeurig onderzoek. Hü een heetje suf bü Bundle's uitroep. HatUe?” U het goWspeI leeren’ hoofdinspecteur „Ik kon wel iets slechten doen lady Eileen. Men ik h k men noolt OU<1 is om te leeren En neb een eigenschap, die bü alle spelen goed *e pas komt.” „Welke la die?" vroeg BUI. 3 - g In het afgeloopen jaar zün er bü de ver schillende spaarbanken ta de Sovjet-Unie nieu we rekeningen geopend tot een bedrag van on geveer ƒ500 000 000. hetgeen meer dan het dub bele is van het bedrag dat in het voorgaande Jaar bü de banken werd geplaatst. Op 1 Januari 1935 bedroeg het totale saldo bü de spaarbanken ongeveer twee milliard gulden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 23