Overheid en sociale orde Surinaamsche begrooting De „Uiver”-ramp de van 5: Schorsing C.H.V. Lichter verspeeld op de Noordzee I Medische kroniek GEHEIMZINNIG GEVAL DE BACOVENCULTUUR ZATERDAG 23 FEBRUARI 1935 IDEEËN In Moeders REGELING ARBEIDSTIJD TWEEDE KAMER Het geval-Sarucco WIJZIGING DRANKWET Onder één gouverneur DE KRAKATAU KALMER Sleepboot ter assistentie uit V lissingen vertrokken Een man met schotwonden aange troffen in de bosschen onder Lieshout Prinses Juliana heeft haar eersten skitocht ondernomen Koningin en Prinses in Zwitserland Dr. Colyn acht publicatie van het rapport-v. d. Maag voorbarig De voorwaarden voor de ophef fing afgewezen Arbeid na wettelijke dagtaak Legio plannenmakers Dr. Colyn acht aanstelling van één gouverneur voor Suriname en Curasao ongewenscht De Middenstandsbonden vragen een verbodsbepaling in de Arbeidswet In boter- of kaasfabrieken en melkinrichtingen ««taan. Wanneer eindelük de bedrijfsgenooten LIBRA. TT TH. H SCHLICHTING onze - In hun organisaties tot een bindende afspraak blddelüken elsch stellen, dat het enthousiasme van de initiatiefnemers zich uit In ter tafel brengen van eigen kapitaal. Het is. aldus dr. Colljn tot den heer Van Kempen, die in theorie eens eventjes wilde „dóórzetten", met Suriname nu eenmaal altijd zóó geweest, dat er legio plannenmakers waren, maar nooit geld. In tegenwoordigheid van baron Alotsi is te Rome de Saarovereen- komst geteekend. De Fransche gezant Chambrun teekent; links van hem de DuitscNf gezant von Hassel wra die. De beide Koninklijke gasten hebben in hotel Sternen een heele étage tot Haar beschikking, waar zich behalve de particuliere vertrekken nog een salon en een ontvangkamer bevinden. Indien onder „geheimzinnigheid" moet wor- den verstaan het niet publiceeren van uitkom sten van een vooronderzoek, zool&ng het onder zoek nog niet is geëindigd, moet de vraag of de Minister niet van meening is, dat geheimzin nigheid in dezen allermnist in het belang van de Nederlandsche Luchtvaart kan zjjn, ontken nend worden beantwoord. Jaren vroeger moeten geschieden: men was de moeilijkheden dan al lang te boven en er was in een tijd als achter ons ligt niet zooveel ho peloos scheef gegroeid, wat thans moeilijk is recht te buigen. Maar behalve de overheid gaan ook de or ganisaties self niet vrij uit. Daarover een voe genden keer. Zonder hoofdelijke stemming werd ten slotte de Surinaamsche begrooting maar weder goed gekeurd. De Indische had al bü den aanvanj der vergadering het flat der Kamer gekregen. BEHANG. 22 Febr. (Aneta) In verband met het feit, dat de Krakatau thans weer rustig is, is da waarnemingspost ingetrokken. pn- oor- 1scb Ten aanzien van het geval-Sarucco heeft de minister verklaard, dat de Oranjeliefde en stichtelijke lectuur van dezen schrijver ab soluut geen waarborg behoeft te zijn, dat zijn blaadje niet nastreefde kwaad te stichten Men dient vergif ook wel eens met suiker toe. i b*- trlang en etaen déd ain. verf K a de atete aan riach bet rran van aren eter dtte a de dan r M nou een s >o«- in zend ver- nen. der ran- Istag met nber de Vei nzen 1.000 po- tene let >orzieRb Dsm. loer tT utifl de Een belajgrjjke vraag bracht BARON VAN BOETZELAER in het debat door te informee- ren of een administratieve samenvoeging van Curacao en Suriname onder één gouverneur niet gewenscht zou zijn. De post van gouverneur sou dan aantrekkelijker worden kan men dan-nu geen bekwame krachten voor Willemstad en Pa ramaribo krijgen? en het West-Indtach ge- n van veldlge jubelde in het et 1917 brak rnsttge daante tüjjken itstond •over ar ge- De Zweedsehe sleepboot „Nestor”, komende van Londen en bestemd voor Antwerpen, met twee lichters op sleeptouw, heeft ter hoogte van het vuurschip „Westhinder” één van de lichters, de „Rupelnete II", waarop zich drie mannen en één vrouw bevinden, verspeeld. Het vuurschip heeft voor dezen lichter hulp gevraagd. De sleepboot „Schelde” is uit VUssingen ter assistentie daarheen vertrokken. de jaarlijksche noodzaak van weeklagen zelfs in zóó gedeprimeerden toestand geraakt, dat hij, ter ondervanging van het euvel der te geringe sa menwerking, dat volgens hem de oorzaak der mislukkingen is, haast naar een dictator zou gaan verlangen. Dan zoudt ge er hier niet meer over mogen spreken, interrumpeerde dr. Rutgers. Dat zou ik er gaarne voor over hebben, was het wederwoord van den mismoedigen baron. Een politiek puntje, dat door vrijwel alle spre kers werd aangeroerd, was het herhaalde op treden tegen den nogal bultennisslgen redacteur van het nog bultennissiger blad „De Banier". Algemeen was men van oordeel, dat bjj deze vervolgingen 'n nogal overdreven revolutionnal- renvrees had voorgezeten. Want, aldus de soctaal-democraat IJZER MAN. in dat blaadje komen, naast knipsels uit „De Tribune”, ook allerlei vaderlandslievende en stichtelijke stukken voor en zelfs wel eens bij dragen van.... Baron van Boetzelaer. Oud-gouvemeur RUTGERS lichtte dit nader toe door er op te wijzen, dat ,43e Banier” een typisch staaltje is van den staatkundigen toe stand van Suriname. Het gewest, aldus dr. Rut gers met een voor 'n antl-revolutlonnalr nogal merkwaardige buiging in fascistische richting, is nog zoo gelukkig, dat het geen politieke partijen kent. Doch hoe bet met deze „Banier”-Idylle zij, ook andere afgevaardigden vonden, dat men tegen den redacteur Sarucco wel wat overdreven was opgetreden. Ook Dr. COLIJN heeft zich volstrekt tegen dit denkbeeld verklaard. De onderlinge ligging der belde gebiedsdeelen leent zich voor een der gelijke oplossing niet. Bovendien loopen zij in karakter te zeer uiteen. En ten slotte is het zelfs twijfelachtig, of de samenvoeging grondwettelijk toelaatbaar zijn zou Over den economlschen toestand van^tiurl- name heeft de minister, evenmin als dAjfceeds genoemde afgevaardigden, evenmin otnMR^ de liberalen VAN KEMPEN en WENDELAAR en de vrijzlnnlg-democraat JOEKES, een opwek kend geluld kunnen doen hooren. Het meeste vertrouwen heeft dr. Colljn nog in het plan. oir. de bacovencultuur op eenigszlns ruime schaal ter hand te nemen. Maar óók daar zal hij. vóór dat tot deelneming besloten wordt, den onver kend daartoe etocht.” Ziedaar we> zeer juist Op de vragen van het Tweede Kamerlid Boon betreffende de wenschelijkheid van spoedige publicatie van het rapport van dr. ir. van der Maas nopens het door hem ingestelde onder zoek omtrent het aan het vliegtuig „Ulver” overkomen ongeluk, heeft Minister Colljn ge antwoord, dat de bedoelde .zonderlinge ge ruchten” reeds voldoende zijn weerlegd door een in de pers gepubliceerde stellige tegen spraak. uitgaande van den Minister van Wa terstaat a. 1. arbeidskracht van deze werknemers te bescher men, door het gebruik van deze arbeidskracht binnen een vrettelüke grens te beperken. Aan den aldus beperkten arbeidstijd mag het loon peil worden geacht zich in verband met de be stas nsbehoefte te hebben aangepast. Dan mag echter ook, naar de meening der Middenstandsbonden, van deze werknemers, als consequentie van de aanvaarding dezer be scherming. worden gevraagd, dat zij zich van arbeid buiten die wettelijke dagtaak en dan niet alleen van arbeid als loonarbeider in an dere ondernemingen, maar van arbeid op eco nomisch terrein in lederen vorm, behalve in eigen huls of huishouding onthouden; en van den wetgever, vooral in dezen tijd van werkloosheid en werkschaarschte, dat hij de daartoe noodlge verbodsmaatregelen en sancties treft, verbodsmaatregelen. waarvan de contröle zeker niet tot onoverkomelijke moeilijkheden aanleiding zal behoeven te geven. Maatregelen op dit punt liggen trouwens vol komen in de lijn van de maatregelen, welke de Regeering qnlangs ten aanzien van den neven- arbeld door het overheidspersoneel heeft geno men. De drie Nederl. Middenstandsbonden hebben daarom den Minister van Sociale Zaken met de meeste klem verzocht de spoedige totstandko ming van een aanvulling der Arbeidswet op dit punt te willen bevorderen. Door onmiddellijke publicatie van de uit komsten van een vooronderzoek, waartoe dr. ir. H. J. v. d. Maas zich naar de plaats van het ongeval heeft begeven, zou worden voorultgeloopen op de uitspraak van de Permanente Commissie tot het onderzoe ken van ongevallen met luchtvaartuigen. Reeds op dien grond moet zulk een pu blicatie voorbarig worden geacht. De Minister van Sociale Zaken heelt, onder bepaalde voorwaarden, gedurende het tijdvak van 1 Maart 1935 tot en met 29 Februari 1936 aan hoofden of bestuurders van boter- of kaasfabrieken in alle gemeenten des Rijks toe gestaan, dat gedurende 26 weken 10 uren per dag en 55 uren per week door arbeiders van 16 jaren of ouder arbeid wordt verricht, mits behalve voor wat betreft arbeid in kaasfabrie ken in Noordhblland, wdarln ten hoogste 7 per sonen werkzaam zijn gedurende 13 weken niet langer dan 7% uur per dag en 42 uren per week arbeid wordt verricht. Voor boter-, tevens kaasfabrieken, in alle ge meenten des Rijks is VOeits vergund, dat: hetzij arbeid wordt verricht, als hierboven omschre ven; hetzij gedurende 13 weken 10 uren per dag en 57 uren per week arbeid wordt verricht door mannen en 10 uren per dag en 55 uren per week door vrouwen en door jeugdige per sonen van 16 jaren of ouder, en gedurende 13 weken 10 uren per dag en 54 uren per week door arbeiders van 16 jaren of ouder arbeid wordt verricht, mits gedurende 13 weken niet langer dan 7% uur per dag en 42 uren per week arbeid wordt verricht. In melkinrichtingen te Amsterdam, Rotter dam, 's Gravenhage, Utrecht, Haarlem, Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn mag gedurende 17 we ken 10 uren per dag en 55 uren per week en gedurende 9 weken 9 uren per dag en 50 uren per week door arbeiders van 16 jaren of ouder arbeid worden verricht. In melkinrichtingen, voor zoover niet gelegen in de gemeenten, hierboven genoemd, mag ge durende 17 weken 10 uren per dag en 55 uren per week en gedurende 9 weken 9 uren per dag en 50 uren per week door arbeiders van 16 jaren of ouder arbeid worden verricht, mits gedu rende 9 weken niet langer dan 8 uren per dag en 45 uren per week arbeid worden verricht. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Ju liana, die Donderdag in Unterwasser, Haar in trek in hotel Sternen hadden genomen, zijn, naar de „Telegraaf" bericht, thans de ver moeienissen van de lange treinreis te boven. H. M. de Koningin, die zich Vrijdagmorgen weer geheel uitgerust voelde, heeft Vrijdagmid dag in de schitterende omgeving van Unter wasser een wandeling gemaakt. bied zou dan zijn gevoel van eigenwaarde zien toenemen. Ir. FEBER heeft daartegen al vast aange voerd. dat men met die oplossing eerder rivali teit tusschen de belde gebiedsdeelen wekt over de standplaats van den gemeenschappelljkcn gouverneur, dat men onvermijdelijk tot aanstel ling van onder-gouverneurs zal moeten over gaan en dat bovendien het vrij welvarende Curacao er wel feestelijk voor bedanken zal, administratief te worden samengevoegd m-t Suriname, het tand der permanente misère. Vrijdagmorgen heeft de Prinses, na eerst nog eenige uren geoefend te hebben, haar eersten skitocht ondernomen, waarvan zij opgetogen terugkeerde. Het Tweede Kamerlid Boon heeft eenige amendementen op dit ontwerp ingediend, waar van een de strekking heeft den Volksbond tegen Drankmisbruik, die voortreffelijk werk doet op het gebied der drankbestrijding, te ontheffen van een betaling van een verlofsrecht .die al leen behoort te geschieden door hen, die een verlof met winstoogmerk uitoefenen en niet voor een Instelling van maatschappelijk nut. sió, dat niet, zooals in de eerste ontwikkellngs- pjiase, kapitaal en arbeid met elkander op voet nn gewapenden vrede leven, maar dat er sa- menwerklng van patroons en arbeiders van een- rlfden beroepsstand kome, tot veredeling van bet beroep, tothetgezamenlijk plukken van de vruchten van den gezamenlU- k e n arbeid, een samenwerking ook in het al gemeen welzijn. En op de derde plaats zal de nieuwe orde ultelndelljk door een algemeene verbetering der zeden bereikt moeten worden. Ten eerste iets over de Laak van den Staat bij de nieuwe ordening. De Staat mag niet te veel en niet te weinig doen. Voor belde is er gevaar aanwezig. Het gevaar van te veel heb ben wij in het verleden al ruimschoots waarge nomen. Onder drying vooral van de sociaal democraten, gevolgd door weer andere goed meerfende maar bijziende democraten, heeft zoowel de rijks- als de gemeentelijke overheid zich in het jongste verleden te veel bezig ge bonden met maatschappelijke dingen, welke be ter of minstens evengoed door de burgers zelf hadden kunnen worden verzorgd; zoo op het gebied van armenzorg, zieken- en krankzinni genverpleging; verzekering van den werkman in den meest uitgebreiden zin des woords enz. Reeds Leo XIII merkte in zijn Rerum Nova- rum op, dat het niet goed is „dat de burgers en de gezinnen door den Staat worden opge slorpt; het is billijk aan beiden de bevoegdheid te laten om met vrijheid te handelen, voor zoo ver zulks zonder schade voor het algemeen bè ta» en zonder iemand onrecht te veroorzaken mogelijk te. Toch moeten degenen, die in over beid zijn zorgen, dat zij en de gemeenschap en haar deelen beschermen.” Ziedaar de taak der overheid in de maat schappelijke orde reeds in de kern aangegeven. De tegenwoordig regeerende Paus deed het Mg scherper in zijn Quadrageslmo Anno, waar hfl schreef: .Zeker, de toestanden zijn veran derd, en veel, wat vroeger door kleine maat schappijen verricht werd, kan nu nog slechts door groote tot stand worden gebracht; de ge schiedenis bewijst dit. Maar onwrikbaar staat nog steeds het groote grondbeginsel der sociale Wijsbegeerte vast, waaraan niet te tornen of te veranderen valt, nm. dit: evenals datgene, wat de individuen op eigen initiatief en door eigen kracht kunnen presteer en, hun niet ontnomen en aan de gemeenschap opgedragen mag wor den, zoo is het ook een onrecht en tegelijk een ernstig nadeel, ja een verstoring van de goede orde, om datgene, wat door een kleinere en ondergeschikte gemeenschap gedaan en tot •tand gebracht kan worden, naar een grooter en booger in rangorde staande gemeenschap te verwijzen. Iedere sociale bemoeiing immers, moet, kagchtens haar natuur, hulp brengen aan de leden van het sociale lichaam, maar ze nooit vernietigen of opslorpen „Het staatsgezag moet dus het uitvoeren van minder belangrijke zaken, waardoor het anders ten zeerste in beslag zou worden genomen, aan ondergeschikte gemeenschapslicnamen ©verla ten<tan zal de Staat vrijer, krachtiger en met beter gevolg de functies kunnen uitoefenen, die •Heen bij hem thuis behooren. Juist omdat hij •Heen ze vervullen kan. Deze zijn os. leiding •even, toezicht houden, aansporend of beper- optreden, al naar de gelegenheid zich voordoet of de noodzakelijkheid dat fV» en scherp de staats taak omschreven! Wie in zijn gedachten n*- rfat. hoe dq rijks- en gemeentelijke overheden ta het jongste verleden zijn opgetreden, die zal moeten toegeven, dat er veel tegen dit pro- gmnuna gezondigd is, ten nadeele van de ge meenschap én van de overheid, die door te veel bemoeienis, door te veel ambtenarij, overbelast taakte en, wat erger was, aan gezag Inboette. Om één enkel voorbeeld te noemen: hoeveel éi gei nis is er niet gewekt en hoeveel schade er niet aan eerzame burgers berokkend, door- ttat de gemeentelijke overheid van groote steden zich op allerlei terrein van koopen en verkoopen van levensmiddelen en gebruiksvoor- *erpen ging bewegen en de hiervoor aangewe zen middenstanders van hun natuurlijke plaats drong? Naast dit te veel deed de overheid vaak ook weinig. Door het te veel verstoorde zij de roede orde; door het te weinig hield zij de nieuwe ordening tegen. Laten wij ons tot ons **gen land bepalen en eens een voorbeeld ne men. waarover iedereen zich gemakkelijk een oordeel kan vormen. WH bedoelen de gedwon gen winkelsluiting. Er zullen er maar weinigen •ün. die terug willen naar den ongeregelden en oneconomlschen toestand van vroeger, toen tot telfs in de grootste steden de winkels tot heel taat in den avond open bleven; toen veel geld ••n licht en reclame werd verspild, personeel *0* een onbehoorlijken werktijd werd gedwon- ron, alleen omdat men de mogelijkheid van énkele klanten in den laten avond te kunnen bedienen, niet wilde voorbij laten gaan uit *taee, dat deze naar een concurrent zouden taopen. Reeds lang vóór den grooten oorlog werd de noodzakelijkheid van een regeling der wln- bélslulting door de georganiseerde mlddenstan- ^érs Ingezien. Talrijke pogingen werden daartoe waren gekomen, waren er in iedere buurt altijd enkele „wilden" die bulten het getroffen conve nant bleven en hoopten, wanneer alle omwonen de concurrenten gesloten hadden, de clitatèle alleen tot zich te trekken. Deze weinige spel brekers waren dan in staat een door de over- «roote meerderheid aanvaarde bedrijfsregeling ónmogelijk te maken. Wie oud genoeg is herinnert zich hoe de ge meenteraad van de hoofdstad toen het plan opvatte om door een gemeenschappelijke ver- ordening de winkelsluiting na 8 uur 's avonds voor allen verplichtend te stellen. Wanneer wij ons thans nog eens voor den geest roepen, welk een rumoer indertijd rondom dit Amsterdam- sche plan ontstond; hoe heel het land den strijd volgde, hoe juristen van allerlei slag en kunde tegen elkaar in het geweer werdëp ge roepen om de al of niet grondwettigheid van Naar ons wordt medegedeeld, zijn de voorwaarden, gesteld door de Akkerbouw- centrale voor de opheffing der schorsing van de Coöperatieve Handelsvereenlging, door het bestuur dezer vereenlglng van de hand gewezen. - w et enkele artikelen willen wij nu A/l reeks beschouwingen over de maat- 1’A schappelijke problemen van deren tijd besluiten. Na betoogd te hebben, dat er in de geschle- aml» der laatste halve eeuw een onmiskenbare (volutie uit het individualisme naar den ge- meenschapszin heeft plaats gehad; dat er, on- dsnks den schijn soms van het tegendeel, door i gt sociale hervormers vele overwinningen zijn i behaald, maar dat wij, door het socialisme en den grooten oorlog geremd, verder moeten naar i de tweede phase van maatschappelijke hervor- mlng, komt de vraag op: wat moet nu, juist neven, de weg zijn der beoogde ordening? Wij moeten in enkele courant-artikelen vol etsen met het aangeven van eenige groote lij nen. En dan zien wij deze: de Staat, de bur gerlijke overheid, moet haar taak bij het her stellen van een nieuwe orde scherp afpalen; niet te weinig en niet te veel doen; 2e. het bedrijfsleven zelf moet gereorganiseerd worden, zulk een verordening te betoogen; hoe dit plan als eet» ongehoorde aanslag op de burgerlijke vrijheid werd uitgekreten, die moet nu glim lachen bij het zien van het gemak, waarmee heel de samenleving, zoowel klanten als wlnke» llers, deze avondslulting heeft opgenomen. Maar hoeveel jaren heeft het geduurd eer het Amsterdamsche voorbeeld in de groote steden was nagevolgd en eer het tot een landelijke re geling kwam! Hoeveel haken en oogen bleken er voorts aan een wettelijke regeling te blijven vastzitten? En dat alles omdat de overheid geen kans heeft gezien, om het particuliere Initiatief van een overgroote meerderheid goedwUlenden tegeri enkele weinige spelbrekers te beschermen. Er moest eerst een oorlog komen en een alge- heele omwenteling in het denken van de massa, eer men in de kringen onzer politici en regee- ringspersonen er toe durfde overgaan te over wegen ondernemingsovereenkomsten bindend te verklaren. Een ander voorbeeld van den veel te tragen gang van de overheidszorg ten deze leverde dezer dagen de publicatie over toestanden in het broodbedrijf, alweer in de hoofdstad. Reeds in 1929, aldus wordt daarin medegedeeld, heeft een commissie van onderzoek naar den toestand van het bakkersbedrijf gewezen op den mis stand, dat zonder eenige noodzaak, zonder ge bleken behoefte bij de bevolking, telkens nieu we, zeer kleine bakkerijen werden opgericht. Uit het bedrijf zelf werden daarop krachtige po gingen gedaan om ongezonde uitwassen af te snijden en tegen te houden. Er werd een plaat- selijke Bakkerij -Commissie opgericht, welke steunde op en samenwerkte met een landelijke organisatie van meelfabrikanten en werkgevers- vereenigingen van bakkers en waarin uiteinde lijk 95 pct. van de plaatselljke bedrijfsgenooten waren georganiseerd. Officieel werd medege deeld, dat deze bakkers zich contractueel tot nakoming van allerlei bepalingen verbonden, welke, bij stipte opvolging, ongetwijfeld het be drijf zouden hebben gered. Maar.... het gezag ontbrak om het naleven dier bepalingen af te dwingen. En nu zal de gemeentelijke overheid zelf de regeling ter hand nemen. Ziedaar enkele voorbeelden, met tientallen uit te breiden, welke er op wjjzen, dat de maat schappij scheef is gegroeid door laksheid van de overheid. Hier had een prachtige taak van or dening gelegen om het opkomende initiatief te prikkelen en te steunen. Wanneer een regelhgg van bedrijfsgenooten afstuit op den onwil van vijf of tien procent onmaatschappelijke indivi duen, dan dient de overheid de overgroote meer derheid te helpen haar wil door te zetten en niet te zeggen: dan zullen wij de taak wel van u overnemen! Wij weten wel, dat er, onder meer wat betreft de bescherming van consumenten, aan zulke particuliere regelingen moeilijkheden verbonden zijn, maar deze zijn er om te over winnen. Onder den drang vafl een nieuwen tijd geest gaat trouwens de overheid thans schoor voetend er toe over om bescherming te verlee- nen aan wat vrijwillig aan ordening uit de maatschappij naar boven komt. Dit had vele In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer Inzake de Rijksbegrootlng voor 1935, Hoofdstuk X, A, heeft de Minister van Sociale Zaken een uiteenzetting gegeven van zijn stand punt ten aanzien van maatregelen, als ge vraagd, tot verbod van arbeid door loonarbei ders na volbrachte wettelijke dagtaak. Ondanks de afwijzende conclusie, waartoe 's Ministers overwegingen voorshands hebben geleid, hebben de drie Ned. Middenstandsbon den gemeend den Minister in een dezer dagen tot hem gericht schrijven te moeten verzoeken dit vraagstuk niet als afgedaan te willen be schouwen, doch de wenschelijkheid en moge lijkheid van maatregelen op dit terrein bij voortduring te blijven toetsen. De indruk van den dienst der Arbeidsinspectie, dat de beunhazerij door werknemers na hun wettelijke dagtaak geenszins verontrustende verhoudingen zou hebben aangenomen, wordt door de Middenstandsbonden helaas niet ge deeld. Zij meenen Integendeel te constateeren. dat deze beunhazerij, onder invloed van de hui dige depressie-omstandigheden, steeds nood- lóttiger omvang aanneemt. Met de beschouwingen door den Minister ten principale over dit vraagstuk geleverd, hebben de Middenstandsbonden eveneens kwalijk in stemming kunnen betuigen. Uit den aard der zaak kan van een verbod van arbeid door werknemers na volbrachte, volledige, wettelijke dagtaak alleen sprake zijn ten aanzien van werknemers, die onder de bescherming van de Arbeidswet vallen. Ten aanzien van deze categorieën meenen de Mid denstandsbonden intusschen dit verbod volko men gefundeerd en gemotiveerd te moeten ach ten. De wetgever heeft het noodig geoordeeld de f-f ooals thans iedereen wel weet. over het karakter der menschen twee verschrikkelijke ketterijen. De eerste is die van de ras-verheerlijkers, die zeggen, dat alles uit den aangeboren aanleg voortkomi; de tweede is die van socialisten en anderen, lui dende dat het karakter der menschen geheel door de omgeving gevormd wordt. En dan is er nog een derde ketterij van hen, die zoo ver standig zijn, om de twee voorgaande ketterijen te vereenigen, en dan zeggen, dat het karakter van den mensch voortkomt uit aanleg en om geving. De waarheid is. dat zoowel de aanleg als de omgeving het veld vormen van 's menschen activiteit, van zijn buidelen en gevoelen, maar dat de mensch vrij is, om in dat veld zelf over zijn eigen doen en laten te beschikken. Dat de omgeving van een opgroelend kind, zijn eerste indrukken, die hij ontvangt, het voorbeeld, dat hij waarneemt, van een ontzag lijken invloed zijn er is niemand ter wereld, die dat ontkent. De vrijheid van den mensch houdt gelijken tred met de ontwikkeling van zijn Intellect; dat een kind lastig en ondeu gend is, omdat het in een verkeerde omgeving is opgevoed, nemen wij het kind weinig of niet kwalijk, maar wanneer het kind een jongeling geworden is. vei*wachten wij van hem, dat hü zelfstandig zal zijn, en niet een blind volge ling van het slechte voorbeeld, dat hem gege ven wordt. Iedere mensch, die ook maa' eeni- germate ernstig leeft, tracht de fouten, die hij blindelings heeft verkregen, door de werking van zijn verstand, dat is door de vrucht van ervaring en nadenken, te verbeteren. Wanneer nu een kind van drie of vier jaren langzamerhand een weinig verstand begint te krijgen, heeft het reeds vele indrukken opge daan. en zonder dat hij het zelf weet, is hij reeds op een bepaalde wijze gevormd. Er is thans geen enkele psycholoog of paedagoog. die betwijfelt, dat de Indrukken, de omgeving en het voorbeeld in de vroegste jeugd ontvangen, van een bijzonder groote. vroeger niet ver moede gewichtigheid zijn. De eerste omgeving van het kind, de eerste indrukken, en het eerste voorbeeld ontvangt het in de armen van zijn moeder. Het is won derlijk, hoe goed deze eerste opvoeding of liever voeding door den Schepper te voorbereid. Een klein kind te in zichzelf al iets, dat het hart van de moeder verteedert: de hulpeloosheid, de lieflijkheid, het zachte en mollige, de tevreden heid, die het kind aan moeders borst vindt, de rustige en aanminnige slaap, het komieke ook bewerken, dat de moeder een heel bijzonder gevoelen voor haar kindje heeft. Ook de lastige vrouw, die pas nog de buurvrouw heeft uit- gescholden, te bij haar kind plotseling een ge heel ander mensch. En dit alles drukt zich uit in de wijze, waarop de moeder het kind in haar armen houdt. Het kleine kind ziet nog niet heel veel, zelfs een kind van negen maanden vergeet het gezicht van zijn moeder, als deze drie dagen afwezig geweest te; wat het kind hoort, heeft eveneens niet zooveel beteekente; net onderscheidt geen gearticuleerde klanken, maar in hoofdzaak slechts enkele geluiden en gerutechen; kortom, het voornaamste in het leven van een klein kind zijn moeders armen. Zij neemt het kind zacht en voorzichtig op. en het spreekt vanzelf, dat daardoor het kind zelf ook zacht wordt; mau wanneer een baby met aarzelende, bange en schrikachtige armen wordt genomen, dan kan het nauwelijks anders, of iets daarvan moet zich aan het nauwelijks bewuste levensgevoel van bet kind mededee- len. Godsdienstige moeders sullen hun kinderen niet ruw, maar met een mengeling van eerbied aanvatten, als een schat, haar door God *oe- i vertrouwd; en het kan dan ook niet uitblijven, dat zulke kinderen, voor wie het tastgevoel im mers alles beteekent, daarvan den duurzamen Indruk zullen ondergaan, en wanneer de op voeding in de eerste Jaren daarmee gelijken tred houdt, ook zoodanig zullen worden, dat de volwassenen zich in hun gedragingen in de nabijheid der kinderen in acht nemen. Inder daad kan het niet anders, dan dat kinderen, waarvan wij reeds op hun Jeugdigen leeftijd bemerken, dat zij niets vulgairs aan zich heb ben, maar reeds op kinderlijke wijze kulsch en onschuldig zijn, dit hebben verkregen door de wijze, waarop hun moeder hen in de armen genomen heeft. In de manier, waarop een moeder haar kind in de armen heeft en behandelt, liggen ook nog andere gevoelens. In het bewustzijn, dat zij met alle gaven en capaciteiten van een volwassen mensch, en met al de liefde van een moeder voor dit hulpeloos kindje zal zorgen, heeft een moeder kracht en vroolijkheld. En zoo worden ook deze eigenschappen in het kind aangekweekt, zonder dat het zulks weet. Evenals bij den man, die steeds zware tasten op den rechter schouder draagt, die schouder boo ger wordt, ook wanneer hij geen last draagt, zoo gaan ook het lichaam en de houding, en de gemoedsstemming van het kind staan naar de wijze waarop het in zijn eersten levenstijd behandeld en omarmd wordt de laatste twee woorden in letterlijken zin genomen. Nu is zonder eenigen twijfel het z.g. moeder- Instlnct zeer machtig, en uit zich zelve doet zij reeds zeer veel goeds. Maar het kan toch niet betwijfeld worden, dat eenig onderricht, eenige ervaring en vooropleiding van groot ge wicht zijn. De hoofdzaak te, dat de vrouw, die haar eerste kind krijgt, eenige ervaring van kinderen heeft. Oudere dochters uit groote ge zinnen hebben die ervaring in den regel in ruime mate. De jongste dochter, die tevens het jongste kind te. schiet in die ervaring nog al eens te kort. Op kleinere plaatsen, waar de banden tusschen broeders, zusters, nichten en neven sterker zijn, helpen de jonge meisjes vaak in de gezinnen van hun verwanten. Maar ook deze toch zoo natuurlijke vooropleiding dreigt in de groote steden, ook in en om in dustriecentra verloren te gaan. Daar zijn vele metejea op fabriek, kantoor en atelier, die nooit de gelegenheid gehad hebben om met kleine kinderen om te gaan. Bovenalen te men algemeen van oordeel dat dergelijke beroeps arbeid de meisjes vaak minder geneigd maakt tot huishoudelijke bezigheden, zoodat ze ook de gelegenheden om het kinderleven te leeren kennen, niet zoeken. Deze practteche ervaring te door geen theo retisch onderricht te vervangen. Wel te waai is het theoretisch onderricht door boeken ol een cursus beter dan in het geheel geen on derricht. en zelfs zal Iemand met practteche ervaring iq den regel ook van een moeder- cursus nog heel wat kunnen leeren, maar dat alles neemt niet weg, dat men kinderenbehan deling, evenmin als autorijden, alleen uit een boek kan leeren. Bovendien zijn de voorschrif ten in vele boeken veel te ingewikkeld. Gebrek aan voorbereiding, of verkeerde voorbereiding maakt de jonge moeder onzeker, onhandig, ze nuwachtig en verhindert juist daardoor de ge voelens van vreugde, kracht, vroolijkheld en kalme zachtheid, die noodig zijn, om het kleine kind als nergens beter te laten rusten in moeders armen en reeds daar de eerste opvoe ding te genieten in die deugden en bereid heden, die voor het volwassen leven en voor het menachelljk geluk van zooveel waarde zijn. In de bosschen onder de gemeente Lieshout is Vrijdagmorgen een man aangetroffen, die door enkele schoten was gewond. Hij is naar het St. Elisabeth-gasthuis te Helmond over gebracht, waar hü werd geïdentificeerd als M„ afkomstig uit Helmond. De wonden bleken niet levensgevaarlük te zjjn. Het schijnt, dat de schoten zün gelost tijdens een vechtpartü- De marechaussee te Eindhoven heeft de zaak in onderzoek. DEN HAAG, 22 Febr. 1935 De saaiste middag van het jaar te in de Tweede Kamer de behandeling van de Suri naamsche begrooting. De economische toestand van dit gewest is blijkbaar met menschenhand niet te verbeteren. En het verhaal van de mis lukkingen, waarop allerlei pogingen, om tot ren dabele cultures te komen, zün ultgeloopen, was al jaren geleden eentonig, maar wordt bü iedere nieuwe begrootlngsbehandeling weer vervolgd. Het eenige bedrijf, waarin verschillende af gevaardigden nog wel heil zien, is de bacoven cultuur. Als het geleldelük wordt opgebouwd, kan dat bedrüf nog wel eens de heropleving van Suriname bevorderen. En verder te er de proef, die genomen wordt met een mechanisch rijstbedrijf, over welke proef pas over eenige jaren een oordeel zal kun nen worden uitgesproken en waarbü de katho lieke afgevaardigde, Ir. FEBER, gaarne Neder landsche landbouwers zou willen zien te werk ge steld. De sinaasappelculture is, volgens oud- gouverneur Dr. RUTGERS óók al weer hard op weg naar de trouwens door deskundigen voor belde -— mislukking. De christclük-htetorlsche afgevaardigde VAN BOETZELAER VAN DUBBELDAM was door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 5