Overheid en sociale orde
Surinaamsche begrooting
De „Uiver”-ramp
de
van
5:
Schorsing
C.H.V.
Lichter verspeeld
op de Noordzee
I
Medische kroniek
GEHEIMZINNIG GEVAL
DE BACOVENCULTUUR
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1935
IDEEËN
In Moeders
REGELING ARBEIDSTIJD
TWEEDE KAMER
Het geval-Sarucco
WIJZIGING DRANKWET
Onder één gouverneur
DE KRAKATAU KALMER
Sleepboot ter assistentie uit
V lissingen vertrokken
Een man met schotwonden aange
troffen in de bosschen
onder Lieshout
Prinses Juliana heeft haar eersten
skitocht ondernomen
Koningin en Prinses in
Zwitserland
Dr. Colyn acht publicatie van het
rapport-v. d. Maag voorbarig
De voorwaarden voor de ophef
fing afgewezen
Arbeid na wettelijke
dagtaak
Legio plannenmakers
Dr. Colyn acht aanstelling van één
gouverneur voor Suriname en
Curasao ongewenscht
De Middenstandsbonden vragen
een verbodsbepaling in de
Arbeidswet
In boter- of kaasfabrieken en
melkinrichtingen
««taan. Wanneer eindelük de bedrijfsgenooten
LIBRA.
TT
TH. H SCHLICHTING
onze
- In hun organisaties tot een bindende afspraak
blddelüken elsch stellen, dat het enthousiasme
van de initiatiefnemers zich uit In ter tafel
brengen van eigen kapitaal. Het is. aldus dr.
Colljn tot den heer Van Kempen, die in theorie
eens eventjes wilde „dóórzetten", met Suriname
nu eenmaal altijd zóó geweest, dat er legio
plannenmakers waren, maar nooit geld.
In tegenwoordigheid van baron Alotsi is te Rome de Saarovereen-
komst geteekend. De Fransche gezant Chambrun teekent; links van
hem de DuitscNf gezant von Hassel
wra
die.
De beide Koninklijke gasten hebben in hotel
Sternen een heele étage tot Haar beschikking,
waar zich behalve de particuliere vertrekken
nog een salon en een ontvangkamer bevinden.
Indien onder „geheimzinnigheid" moet wor-
den verstaan het niet publiceeren van uitkom
sten van een vooronderzoek, zool&ng het onder
zoek nog niet is geëindigd, moet de vraag of de
Minister niet van meening is, dat geheimzin
nigheid in dezen allermnist in het belang van
de Nederlandsche Luchtvaart kan zjjn, ontken
nend worden beantwoord.
Jaren vroeger moeten geschieden: men was de
moeilijkheden dan al lang te boven en er was
in een tijd als achter ons ligt niet zooveel ho
peloos scheef gegroeid, wat thans moeilijk is
recht te buigen.
Maar behalve de overheid gaan ook de or
ganisaties self niet vrij uit. Daarover een voe
genden keer.
Zonder hoofdelijke stemming werd ten slotte
de Surinaamsche begrooting maar weder goed
gekeurd. De Indische had al bü den aanvanj
der vergadering het flat der Kamer gekregen.
BEHANG. 22 Febr. (Aneta) In verband met
het feit, dat de Krakatau thans weer rustig is,
is da waarnemingspost ingetrokken.
pn-
oor-
1scb
Ten aanzien van het geval-Sarucco heeft
de minister verklaard, dat de Oranjeliefde en
stichtelijke lectuur van dezen schrijver ab
soluut geen waarborg behoeft te zijn, dat zijn
blaadje niet nastreefde kwaad te stichten
Men dient vergif ook wel eens met suiker toe.
i b*-
trlang
en
etaen
déd
ain.
verf
K
a de
atete
aan
riach
bet
rran
van
aren
eter
dtte
a de
dan
r M
nou
een
s
>o«-
in
zend
ver-
nen.
der
ran-
Istag
met
nber
de
Vei
nzen
1.000
po-
tene
let
>orzieRb
Dsm.
loer tT
utifl de
Een belajgrjjke vraag bracht BARON VAN
BOETZELAER in het debat door te informee-
ren of een administratieve samenvoeging van
Curacao en Suriname onder één gouverneur niet
gewenscht zou zijn. De post van gouverneur sou
dan aantrekkelijker worden kan men dan-nu
geen bekwame krachten voor Willemstad en Pa
ramaribo krijgen? en het West-Indtach ge-
n van
veldlge
jubelde
in het
et 1917
brak
rnsttge
daante
tüjjken
itstond
•over
ar ge-
De Zweedsehe sleepboot „Nestor”, komende
van Londen en bestemd voor Antwerpen,
met twee lichters op sleeptouw, heeft ter
hoogte van het vuurschip „Westhinder” één
van de lichters, de „Rupelnete II", waarop
zich drie mannen en één vrouw bevinden,
verspeeld. Het vuurschip heeft voor dezen
lichter hulp gevraagd.
De sleepboot „Schelde” is uit VUssingen
ter assistentie daarheen vertrokken.
de jaarlijksche noodzaak van weeklagen zelfs in
zóó gedeprimeerden toestand geraakt, dat hij, ter
ondervanging van het euvel der te geringe sa
menwerking, dat volgens hem de oorzaak der
mislukkingen is, haast naar een dictator zou
gaan verlangen. Dan zoudt ge er hier niet meer
over mogen spreken, interrumpeerde dr. Rutgers.
Dat zou ik er gaarne voor over hebben, was
het wederwoord van den mismoedigen baron.
Een politiek puntje, dat door vrijwel alle spre
kers werd aangeroerd, was het herhaalde op
treden tegen den nogal bultennisslgen redacteur
van het nog bultennissiger blad „De Banier".
Algemeen was men van oordeel, dat bjj deze
vervolgingen 'n nogal overdreven revolutionnal-
renvrees had voorgezeten.
Want, aldus de soctaal-democraat IJZER
MAN. in dat blaadje komen, naast knipsels uit
„De Tribune”, ook allerlei vaderlandslievende en
stichtelijke stukken voor en zelfs wel eens bij
dragen van.... Baron van Boetzelaer.
Oud-gouvemeur RUTGERS lichtte dit nader
toe door er op te wijzen, dat ,43e Banier” een
typisch staaltje is van den staatkundigen toe
stand van Suriname. Het gewest, aldus dr. Rut
gers met een voor 'n antl-revolutlonnalr nogal
merkwaardige buiging in fascistische richting, is
nog zoo gelukkig, dat het geen politieke partijen
kent. Doch hoe bet met deze „Banier”-Idylle zij,
ook andere afgevaardigden vonden, dat men
tegen den redacteur Sarucco wel wat overdreven
was opgetreden.
Ook Dr. COLIJN heeft zich volstrekt tegen dit
denkbeeld verklaard. De onderlinge ligging der
belde gebiedsdeelen leent zich voor een der
gelijke oplossing niet. Bovendien loopen zij in
karakter te zeer uiteen. En ten slotte is het zelfs
twijfelachtig, of de samenvoeging grondwettelijk
toelaatbaar zijn zou
Over den economlschen toestand van^tiurl-
name heeft de minister, evenmin als dAjfceeds
genoemde afgevaardigden, evenmin otnMR^ de
liberalen VAN KEMPEN en WENDELAAR en
de vrijzlnnlg-democraat JOEKES, een opwek
kend geluld kunnen doen hooren. Het meeste
vertrouwen heeft dr. Colljn nog in het plan. oir.
de bacovencultuur op eenigszlns ruime schaal
ter hand te nemen. Maar óók daar zal hij. vóór
dat tot deelneming besloten wordt, den onver
kend
daartoe
etocht.”
Ziedaar we> zeer juist
Op de vragen van het Tweede Kamerlid Boon
betreffende de wenschelijkheid van spoedige
publicatie van het rapport van dr. ir. van der
Maas nopens het door hem ingestelde onder
zoek omtrent het aan het vliegtuig „Ulver”
overkomen ongeluk, heeft Minister Colljn ge
antwoord, dat de bedoelde .zonderlinge ge
ruchten” reeds voldoende zijn weerlegd door
een in de pers gepubliceerde stellige tegen
spraak. uitgaande van den Minister van Wa
terstaat a. 1.
arbeidskracht van deze werknemers te bescher
men, door het gebruik van deze arbeidskracht
binnen een vrettelüke grens te beperken. Aan
den aldus beperkten arbeidstijd mag het loon
peil worden geacht zich in verband met de be
stas nsbehoefte te hebben aangepast.
Dan mag echter ook, naar de meening der
Middenstandsbonden, van deze werknemers, als
consequentie van de aanvaarding dezer be
scherming. worden gevraagd, dat zij zich van
arbeid buiten die wettelijke dagtaak en dan
niet alleen van arbeid als loonarbeider in an
dere ondernemingen, maar van arbeid op eco
nomisch terrein in lederen vorm, behalve in
eigen huls of huishouding onthouden; en
van den wetgever, vooral in dezen tijd van
werkloosheid en werkschaarschte, dat hij de
daartoe noodlge verbodsmaatregelen en sancties
treft, verbodsmaatregelen. waarvan de contröle
zeker niet tot onoverkomelijke moeilijkheden
aanleiding zal behoeven te geven.
Maatregelen op dit punt liggen trouwens vol
komen in de lijn van de maatregelen, welke de
Regeering qnlangs ten aanzien van den neven-
arbeld door het overheidspersoneel heeft geno
men.
De drie Nederl. Middenstandsbonden hebben
daarom den Minister van Sociale Zaken met de
meeste klem verzocht de spoedige totstandko
ming van een aanvulling der Arbeidswet op dit
punt te willen bevorderen.
Door onmiddellijke publicatie van de uit
komsten van een vooronderzoek, waartoe
dr. ir. H. J. v. d. Maas zich naar de plaats
van het ongeval heeft begeven, zou worden
voorultgeloopen op de uitspraak van de
Permanente Commissie tot het onderzoe
ken van ongevallen met luchtvaartuigen.
Reeds op dien grond moet zulk een pu
blicatie voorbarig worden geacht.
De Minister van Sociale Zaken heelt, onder
bepaalde voorwaarden, gedurende het tijdvak
van 1 Maart 1935 tot en met 29 Februari 1936
aan hoofden of bestuurders van boter- of
kaasfabrieken in alle gemeenten des Rijks toe
gestaan, dat gedurende 26 weken 10 uren per
dag en 55 uren per week door arbeiders van 16
jaren of ouder arbeid wordt verricht, mits
behalve voor wat betreft arbeid in kaasfabrie
ken in Noordhblland, wdarln ten hoogste 7 per
sonen werkzaam zijn gedurende 13 weken
niet langer dan 7% uur per dag en 42 uren per
week arbeid wordt verricht.
Voor boter-, tevens kaasfabrieken, in alle ge
meenten des Rijks is VOeits vergund, dat: hetzij
arbeid wordt verricht, als hierboven omschre
ven; hetzij gedurende 13 weken 10 uren per
dag en 57 uren per week arbeid wordt verricht
door mannen en 10 uren per dag en 55 uren
per week door vrouwen en door jeugdige per
sonen van 16 jaren of ouder, en gedurende 13
weken 10 uren per dag en 54 uren per week door
arbeiders van 16 jaren of ouder arbeid wordt
verricht, mits gedurende 13 weken niet langer
dan 7% uur per dag en 42 uren per week arbeid
wordt verricht.
In melkinrichtingen te Amsterdam, Rotter
dam, 's Gravenhage, Utrecht, Haarlem, Arnhem,
Nijmegen en Apeldoorn mag gedurende 17 we
ken 10 uren per dag en 55 uren per week en
gedurende 9 weken 9 uren per dag en 50 uren
per week door arbeiders van 16 jaren of ouder
arbeid worden verricht.
In melkinrichtingen, voor zoover niet gelegen
in de gemeenten, hierboven genoemd, mag ge
durende 17 weken 10 uren per dag en 55 uren
per week en gedurende 9 weken 9 uren per dag
en 50 uren per week door arbeiders van 16 jaren
of ouder arbeid worden verricht, mits gedu
rende 9 weken niet langer dan 8 uren per dag
en 45 uren per week arbeid worden verricht.
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Ju
liana, die Donderdag in Unterwasser, Haar in
trek in hotel Sternen hadden genomen, zijn,
naar de „Telegraaf" bericht, thans de ver
moeienissen van de lange treinreis te boven.
H. M. de Koningin, die zich Vrijdagmorgen
weer geheel uitgerust voelde, heeft Vrijdagmid
dag in de schitterende omgeving van Unter
wasser een wandeling gemaakt.
bied zou dan zijn gevoel van eigenwaarde zien
toenemen.
Ir. FEBER heeft daartegen al vast aange
voerd. dat men met die oplossing eerder rivali
teit tusschen de belde gebiedsdeelen wekt over
de standplaats van den gemeenschappelljkcn
gouverneur, dat men onvermijdelijk tot aanstel
ling van onder-gouverneurs zal moeten over
gaan en dat bovendien het vrij welvarende
Curacao er wel feestelijk voor bedanken zal,
administratief te worden samengevoegd m-t
Suriname, het tand der permanente misère.
Vrijdagmorgen heeft de Prinses, na eerst nog
eenige uren geoefend te hebben, haar eersten
skitocht ondernomen, waarvan zij opgetogen
terugkeerde.
Het Tweede Kamerlid Boon heeft eenige
amendementen op dit ontwerp ingediend, waar
van een de strekking heeft den Volksbond tegen
Drankmisbruik, die voortreffelijk werk doet op
het gebied der drankbestrijding, te ontheffen
van een betaling van een verlofsrecht .die al
leen behoort te geschieden door hen, die een
verlof met winstoogmerk uitoefenen en niet
voor een Instelling van maatschappelijk nut.
sió, dat niet, zooals in de eerste ontwikkellngs-
pjiase, kapitaal en arbeid met elkander op voet
nn gewapenden vrede leven, maar dat er sa-
menwerklng van patroons en arbeiders van een-
rlfden beroepsstand kome, tot veredeling van
bet beroep, tothetgezamenlijk plukken
van de vruchten van den gezamenlU-
k e n arbeid, een samenwerking ook in het al
gemeen welzijn. En op de derde plaats zal de
nieuwe orde ultelndelljk door een algemeene
verbetering der zeden bereikt moeten worden.
Ten eerste iets over de Laak van den Staat
bij de nieuwe ordening. De Staat mag niet te
veel en niet te weinig doen. Voor belde is er
gevaar aanwezig. Het gevaar van te veel heb
ben wij in het verleden al ruimschoots waarge
nomen. Onder drying vooral van de sociaal
democraten, gevolgd door weer andere goed
meerfende maar bijziende democraten, heeft
zoowel de rijks- als de gemeentelijke overheid
zich in het jongste verleden te veel bezig ge
bonden met maatschappelijke dingen, welke be
ter of minstens evengoed door de burgers zelf
hadden kunnen worden verzorgd; zoo op het
gebied van armenzorg, zieken- en krankzinni
genverpleging; verzekering van den werkman in
den meest uitgebreiden zin des woords enz.
Reeds Leo XIII merkte in zijn Rerum Nova-
rum op, dat het niet goed is „dat de burgers
en de gezinnen door den Staat worden opge
slorpt; het is billijk aan beiden de bevoegdheid
te laten om met vrijheid te handelen, voor zoo
ver zulks zonder schade voor het algemeen bè
ta» en zonder iemand onrecht te veroorzaken
mogelijk te. Toch moeten degenen, die in over
beid zijn zorgen, dat zij en de gemeenschap en
haar deelen beschermen.”
Ziedaar de taak der overheid in de maat
schappelijke orde reeds in de kern aangegeven.
De tegenwoordig regeerende Paus deed het
Mg scherper in zijn Quadrageslmo Anno, waar
hfl schreef: .Zeker, de toestanden zijn veran
derd, en veel, wat vroeger door kleine maat
schappijen verricht werd, kan nu nog slechts
door groote tot stand worden gebracht; de ge
schiedenis bewijst dit. Maar onwrikbaar staat
nog steeds het groote grondbeginsel der sociale
Wijsbegeerte vast, waaraan niet te tornen of te
veranderen valt, nm. dit: evenals datgene, wat
de individuen op eigen initiatief en door eigen
kracht kunnen presteer en, hun niet ontnomen
en aan de gemeenschap opgedragen mag wor
den, zoo is het ook een onrecht en tegelijk een
ernstig nadeel, ja een verstoring van de goede
orde, om datgene, wat door een kleinere en
ondergeschikte gemeenschap gedaan en tot
•tand gebracht kan worden, naar een grooter
en booger in rangorde staande gemeenschap te
verwijzen. Iedere sociale bemoeiing immers,
moet, kagchtens haar natuur, hulp brengen aan
de leden van het sociale lichaam, maar ze nooit
vernietigen of opslorpen
„Het staatsgezag moet dus het uitvoeren van
minder belangrijke zaken, waardoor het anders
ten zeerste in beslag zou worden genomen, aan
ondergeschikte gemeenschapslicnamen ©verla
ten<tan zal de Staat vrijer, krachtiger en met
beter gevolg de functies kunnen uitoefenen, die
•Heen bij hem thuis behooren. Juist omdat hij
•Heen ze vervullen kan. Deze zijn os. leiding
•even, toezicht houden, aansporend of beper-
optreden, al naar de gelegenheid zich
voordoet of de noodzakelijkheid dat
fV»
en scherp de staats
taak omschreven! Wie in zijn gedachten n*-
rfat. hoe dq rijks- en gemeentelijke overheden
ta het jongste verleden zijn opgetreden, die zal
moeten toegeven, dat er veel tegen dit pro-
gmnuna gezondigd is, ten nadeele van de ge
meenschap én van de overheid, die door te veel
bemoeienis, door te veel ambtenarij, overbelast
taakte en, wat erger was, aan gezag Inboette.
Om één enkel voorbeeld te noemen: hoeveel
éi gei nis is er niet gewekt en hoeveel schade
er niet aan eerzame burgers berokkend, door-
ttat de gemeentelijke overheid van groote
steden zich op allerlei terrein van koopen en
verkoopen van levensmiddelen en gebruiksvoor-
*erpen ging bewegen en de hiervoor aangewe
zen middenstanders van hun natuurlijke plaats
drong?
Naast dit te veel deed de overheid vaak ook
weinig. Door het te veel verstoorde zij de
roede orde; door het te weinig hield zij de
nieuwe ordening tegen. Laten wij ons tot ons
**gen land bepalen en eens een voorbeeld ne
men. waarover iedereen zich gemakkelijk een
oordeel kan vormen. WH bedoelen de gedwon
gen winkelsluiting. Er zullen er maar weinigen
•ün. die terug willen naar den ongeregelden en
oneconomlschen toestand van vroeger, toen tot
telfs in de grootste steden de winkels tot heel
taat in den avond open bleven; toen veel geld
••n licht en reclame werd verspild, personeel
*0* een onbehoorlijken werktijd werd gedwon-
ron, alleen omdat men de mogelijkheid van
énkele klanten in den laten avond te kunnen
bedienen, niet wilde voorbij laten gaan uit
*taee, dat deze naar een concurrent zouden
taopen. Reeds lang vóór den grooten oorlog werd
de noodzakelijkheid van een regeling der wln-
bélslulting door de georganiseerde mlddenstan-
^érs Ingezien. Talrijke pogingen werden daartoe
waren gekomen, waren er in iedere buurt altijd
enkele „wilden" die bulten het getroffen conve
nant bleven en hoopten, wanneer alle omwonen
de concurrenten gesloten hadden, de clitatèle
alleen tot zich te trekken. Deze weinige spel
brekers waren dan in staat een door de over-
«roote meerderheid aanvaarde bedrijfsregeling
ónmogelijk te maken.
Wie oud genoeg is herinnert zich hoe de ge
meenteraad van de hoofdstad toen het plan
opvatte om door een gemeenschappelijke ver-
ordening de winkelsluiting na 8 uur 's avonds
voor allen verplichtend te stellen. Wanneer wij
ons thans nog eens voor den geest roepen, welk
een rumoer indertijd rondom dit Amsterdam-
sche plan ontstond; hoe heel het land den
strijd volgde, hoe juristen van allerlei slag en
kunde tegen elkaar in het geweer werdëp ge
roepen om de al of niet grondwettigheid van
Naar ons wordt medegedeeld, zijn de
voorwaarden, gesteld door de Akkerbouw-
centrale voor de opheffing der schorsing
van de Coöperatieve Handelsvereenlging,
door het bestuur dezer vereenlglng van de
hand gewezen.
- w et enkele artikelen willen wij nu
A/l reeks beschouwingen over de maat-
1’A schappelijke problemen van deren tijd
besluiten.
Na betoogd te hebben, dat er in de geschle-
aml» der laatste halve eeuw een onmiskenbare
(volutie uit het individualisme naar den ge-
meenschapszin heeft plaats gehad; dat er, on-
dsnks den schijn soms van het tegendeel, door i
gt sociale hervormers vele overwinningen zijn i
behaald, maar dat wij, door het socialisme en
den grooten oorlog geremd, verder moeten naar i
de tweede phase van maatschappelijke hervor-
mlng, komt de vraag op: wat moet nu, juist
neven, de weg zijn der beoogde ordening?
Wij moeten in enkele courant-artikelen vol
etsen met het aangeven van eenige groote lij
nen. En dan zien wij deze: de Staat, de bur
gerlijke overheid, moet haar taak bij het her
stellen van een nieuwe orde scherp afpalen;
niet te weinig en niet te veel doen; 2e. het
bedrijfsleven zelf moet gereorganiseerd worden, zulk een verordening te betoogen; hoe dit plan
als eet» ongehoorde aanslag op de burgerlijke
vrijheid werd uitgekreten, die moet nu glim
lachen bij het zien van het gemak, waarmee
heel de samenleving, zoowel klanten als wlnke»
llers, deze avondslulting heeft opgenomen.
Maar hoeveel jaren heeft het geduurd eer het
Amsterdamsche voorbeeld in de groote steden
was nagevolgd en eer het tot een landelijke re
geling kwam! Hoeveel haken en oogen bleken
er voorts aan een wettelijke regeling te blijven
vastzitten? En dat alles omdat de overheid geen
kans heeft gezien, om het particuliere Initiatief
van een overgroote meerderheid goedwUlenden
tegeri enkele weinige spelbrekers te beschermen.
Er moest eerst een oorlog komen en een alge-
heele omwenteling in het denken van de massa,
eer men in de kringen onzer politici en regee-
ringspersonen er toe durfde overgaan te over
wegen ondernemingsovereenkomsten bindend te
verklaren.
Een ander voorbeeld van den veel te tragen
gang van de overheidszorg ten deze leverde
dezer dagen de publicatie over toestanden in
het broodbedrijf, alweer in de hoofdstad. Reeds
in 1929, aldus wordt daarin medegedeeld, heeft
een commissie van onderzoek naar den toestand
van het bakkersbedrijf gewezen op den mis
stand, dat zonder eenige noodzaak, zonder ge
bleken behoefte bij de bevolking, telkens nieu
we, zeer kleine bakkerijen werden opgericht. Uit
het bedrijf zelf werden daarop krachtige po
gingen gedaan om ongezonde uitwassen af te
snijden en tegen te houden. Er werd een plaat-
selijke Bakkerij -Commissie opgericht, welke
steunde op en samenwerkte met een landelijke
organisatie van meelfabrikanten en werkgevers-
vereenigingen van bakkers en waarin uiteinde
lijk 95 pct. van de plaatselljke bedrijfsgenooten
waren georganiseerd. Officieel werd medege
deeld, dat deze bakkers zich contractueel tot
nakoming van allerlei bepalingen verbonden,
welke, bij stipte opvolging, ongetwijfeld het be
drijf zouden hebben gered. Maar.... het gezag
ontbrak om het naleven dier bepalingen af te
dwingen. En nu zal de gemeentelijke overheid
zelf de regeling ter hand nemen.
Ziedaar enkele voorbeelden, met tientallen uit
te breiden, welke er op wjjzen, dat de maat
schappij scheef is gegroeid door laksheid van de
overheid. Hier had een prachtige taak van or
dening gelegen om het opkomende initiatief te
prikkelen en te steunen. Wanneer een regelhgg
van bedrijfsgenooten afstuit op den onwil van
vijf of tien procent onmaatschappelijke indivi
duen, dan dient de overheid de overgroote meer
derheid te helpen haar wil door te zetten en
niet te zeggen: dan zullen wij de taak wel van
u overnemen! Wij weten wel, dat er, onder meer
wat betreft de bescherming van consumenten,
aan zulke particuliere regelingen moeilijkheden
verbonden zijn, maar deze zijn er om te over
winnen. Onder den drang vafl een nieuwen tijd
geest gaat trouwens de overheid thans schoor
voetend er toe over om bescherming te verlee-
nen aan wat vrijwillig aan ordening uit de
maatschappij naar boven komt. Dit had vele
In de Memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer Inzake de Rijksbegrootlng voor 1935,
Hoofdstuk X, A, heeft de Minister van Sociale
Zaken een uiteenzetting gegeven van zijn stand
punt ten aanzien van maatregelen, als ge
vraagd, tot verbod van arbeid door loonarbei
ders na volbrachte wettelijke dagtaak.
Ondanks de afwijzende conclusie, waartoe
's Ministers overwegingen voorshands hebben
geleid, hebben de drie Ned. Middenstandsbon
den gemeend den Minister in een dezer dagen
tot hem gericht schrijven te moeten verzoeken
dit vraagstuk niet als afgedaan te willen be
schouwen, doch de wenschelijkheid en moge
lijkheid van maatregelen op dit terrein bij
voortduring te blijven toetsen.
De indruk van den dienst der Arbeidsinspectie,
dat de beunhazerij door werknemers na hun
wettelijke dagtaak geenszins verontrustende
verhoudingen zou hebben aangenomen, wordt
door de Middenstandsbonden helaas niet ge
deeld. Zij meenen Integendeel te constateeren.
dat deze beunhazerij, onder invloed van de hui
dige depressie-omstandigheden, steeds nood-
lóttiger omvang aanneemt.
Met de beschouwingen door den Minister ten
principale over dit vraagstuk geleverd, hebben
de Middenstandsbonden eveneens kwalijk in
stemming kunnen betuigen.
Uit den aard der zaak kan van een verbod
van arbeid door werknemers na volbrachte,
volledige, wettelijke dagtaak alleen sprake
zijn ten aanzien van werknemers, die onder de
bescherming van de Arbeidswet vallen. Ten
aanzien van deze categorieën meenen de Mid
denstandsbonden intusschen dit verbod volko
men gefundeerd en gemotiveerd te moeten ach
ten.
De wetgever heeft het noodig geoordeeld de
f-f ooals thans iedereen wel weet.
over het karakter der menschen twee
verschrikkelijke ketterijen. De eerste is
die van de ras-verheerlijkers, die zeggen, dat
alles uit den aangeboren aanleg voortkomi; de
tweede is die van socialisten en anderen, lui
dende dat het karakter der menschen geheel
door de omgeving gevormd wordt. En dan is
er nog een derde ketterij van hen, die zoo ver
standig zijn, om de twee voorgaande ketterijen
te vereenigen, en dan zeggen, dat het karakter
van den mensch voortkomt uit aanleg en om
geving.
De waarheid is. dat zoowel de aanleg als de
omgeving het veld vormen van 's menschen
activiteit, van zijn buidelen en gevoelen, maar
dat de mensch vrij is, om in dat veld zelf over
zijn eigen doen en laten te beschikken.
Dat de omgeving van een opgroelend kind,
zijn eerste indrukken, die hij ontvangt, het
voorbeeld, dat hij waarneemt, van een ontzag
lijken invloed zijn er is niemand ter wereld,
die dat ontkent. De vrijheid van den mensch
houdt gelijken tred met de ontwikkeling van
zijn Intellect; dat een kind lastig en ondeu
gend is, omdat het in een verkeerde omgeving
is opgevoed, nemen wij het kind weinig of niet
kwalijk, maar wanneer het kind een jongeling
geworden is. vei*wachten wij van hem, dat hü
zelfstandig zal zijn, en niet een blind volge
ling van het slechte voorbeeld, dat hem gege
ven wordt. Iedere mensch, die ook maa' eeni-
germate ernstig leeft, tracht de fouten, die hij
blindelings heeft verkregen, door de werking
van zijn verstand, dat is door de vrucht van
ervaring en nadenken, te verbeteren.
Wanneer nu een kind van drie of vier jaren
langzamerhand een weinig verstand begint te
krijgen, heeft het reeds vele indrukken opge
daan. en zonder dat hij het zelf weet, is hij
reeds op een bepaalde wijze gevormd. Er is
thans geen enkele psycholoog of paedagoog. die
betwijfelt, dat de Indrukken, de omgeving en
het voorbeeld in de vroegste jeugd ontvangen,
van een bijzonder groote. vroeger niet ver
moede gewichtigheid zijn.
De eerste omgeving van het kind, de eerste
indrukken, en het eerste voorbeeld ontvangt
het in de armen van zijn moeder. Het is won
derlijk, hoe goed deze eerste opvoeding of liever
voeding door den Schepper te voorbereid. Een
klein kind te in zichzelf al iets, dat het hart
van de moeder verteedert: de hulpeloosheid, de
lieflijkheid, het zachte en mollige, de tevreden
heid, die het kind aan moeders borst vindt, de
rustige en aanminnige slaap, het komieke ook
bewerken, dat de moeder een heel bijzonder
gevoelen voor haar kindje heeft. Ook de lastige
vrouw, die pas nog de buurvrouw heeft uit-
gescholden, te bij haar kind plotseling een ge
heel ander mensch. En dit alles drukt zich uit
in de wijze, waarop de moeder het kind in
haar armen houdt. Het kleine kind ziet nog niet
heel veel, zelfs een kind van negen maanden
vergeet het gezicht van zijn moeder, als deze
drie dagen afwezig geweest te; wat het kind
hoort, heeft eveneens niet zooveel beteekente;
net onderscheidt geen gearticuleerde klanken,
maar in hoofdzaak slechts enkele geluiden en
gerutechen; kortom, het voornaamste in het
leven van een klein kind zijn moeders armen.
Zij neemt het kind zacht en voorzichtig op.
en het spreekt vanzelf, dat daardoor het kind
zelf ook zacht wordt; mau wanneer een baby
met aarzelende, bange en schrikachtige armen
wordt genomen, dan kan het nauwelijks anders,
of iets daarvan moet zich aan het nauwelijks
bewuste levensgevoel van bet kind mededee-
len. Godsdienstige moeders sullen hun kinderen
niet ruw, maar met een mengeling van eerbied
aanvatten, als een schat, haar door God *oe- i
vertrouwd; en het kan dan ook niet uitblijven,
dat zulke kinderen, voor wie het tastgevoel im
mers alles beteekent, daarvan den duurzamen
Indruk zullen ondergaan, en wanneer de op
voeding in de eerste Jaren daarmee gelijken
tred houdt, ook zoodanig zullen worden, dat de
volwassenen zich in hun gedragingen in de
nabijheid der kinderen in acht nemen. Inder
daad kan het niet anders, dan dat kinderen,
waarvan wij reeds op hun Jeugdigen leeftijd
bemerken, dat zij niets vulgairs aan zich heb
ben, maar reeds op kinderlijke wijze kulsch
en onschuldig zijn, dit hebben verkregen door
de wijze, waarop hun moeder hen in de armen
genomen heeft.
In de manier, waarop een moeder haar kind
in de armen heeft en behandelt, liggen ook
nog andere gevoelens. In het bewustzijn, dat
zij met alle gaven en capaciteiten van een
volwassen mensch, en met al de liefde van een
moeder voor dit hulpeloos kindje zal zorgen,
heeft een moeder kracht en vroolijkheld. En
zoo worden ook deze eigenschappen in het
kind aangekweekt, zonder dat het zulks weet.
Evenals bij den man, die steeds zware tasten op
den rechter schouder draagt, die schouder boo
ger wordt, ook wanneer hij geen last draagt,
zoo gaan ook het lichaam en de houding, en
de gemoedsstemming van het kind staan naar
de wijze waarop het in zijn eersten levenstijd
behandeld en omarmd wordt de laatste
twee woorden in letterlijken zin genomen.
Nu is zonder eenigen twijfel het z.g. moeder-
Instlnct zeer machtig, en uit zich zelve doet
zij reeds zeer veel goeds. Maar het kan toch
niet betwijfeld worden, dat eenig onderricht,
eenige ervaring en vooropleiding van groot ge
wicht zijn. De hoofdzaak te, dat de vrouw, die
haar eerste kind krijgt, eenige ervaring van
kinderen heeft. Oudere dochters uit groote ge
zinnen hebben die ervaring in den regel in
ruime mate. De jongste dochter, die tevens het
jongste kind te. schiet in die ervaring nog al
eens te kort. Op kleinere plaatsen, waar de
banden tusschen broeders, zusters, nichten en
neven sterker zijn, helpen de jonge meisjes
vaak in de gezinnen van hun verwanten. Maar
ook deze toch zoo natuurlijke vooropleiding
dreigt in de groote steden, ook in en om in
dustriecentra verloren te gaan. Daar zijn vele
metejea op fabriek, kantoor en atelier, die
nooit de gelegenheid gehad hebben om met
kleine kinderen om te gaan. Bovenalen te men
algemeen van oordeel dat dergelijke beroeps
arbeid de meisjes vaak minder geneigd maakt
tot huishoudelijke bezigheden, zoodat ze ook
de gelegenheden om het kinderleven te leeren
kennen, niet zoeken.
Deze practteche ervaring te door geen theo
retisch onderricht te vervangen. Wel te waai
is het theoretisch onderricht door boeken ol
een cursus beter dan in het geheel geen on
derricht. en zelfs zal Iemand met practteche
ervaring iq den regel ook van een moeder-
cursus nog heel wat kunnen leeren, maar dat
alles neemt niet weg, dat men kinderenbehan
deling, evenmin als autorijden, alleen uit een
boek kan leeren. Bovendien zijn de voorschrif
ten in vele boeken veel te ingewikkeld. Gebrek
aan voorbereiding, of verkeerde voorbereiding
maakt de jonge moeder onzeker, onhandig, ze
nuwachtig en verhindert juist daardoor de ge
voelens van vreugde, kracht, vroolijkheld en
kalme zachtheid, die noodig zijn, om het kleine
kind als nergens beter te laten rusten in
moeders armen en reeds daar de eerste opvoe
ding te genieten in die deugden en bereid
heden, die voor het volwassen leven en voor
het menachelljk geluk van zooveel waarde zijn.
In de bosschen onder de gemeente Lieshout
is Vrijdagmorgen een man aangetroffen, die
door enkele schoten was gewond. Hij is naar
het St. Elisabeth-gasthuis te Helmond over
gebracht, waar hü werd geïdentificeerd als M„
afkomstig uit Helmond.
De wonden bleken niet levensgevaarlük te
zjjn. Het schijnt, dat de schoten zün gelost
tijdens een vechtpartü- De marechaussee te
Eindhoven heeft de zaak in onderzoek.
DEN HAAG, 22 Febr. 1935
De saaiste middag van het jaar te in de
Tweede Kamer de behandeling van de Suri
naamsche begrooting. De economische toestand
van dit gewest is blijkbaar met menschenhand
niet te verbeteren. En het verhaal van de mis
lukkingen, waarop allerlei pogingen, om tot ren
dabele cultures te komen, zün ultgeloopen, was
al jaren geleden eentonig, maar wordt bü iedere
nieuwe begrootlngsbehandeling weer vervolgd.
Het eenige bedrijf, waarin verschillende af
gevaardigden nog wel heil zien, is de bacoven
cultuur. Als het geleldelük wordt opgebouwd,
kan dat bedrüf nog wel eens de heropleving van
Suriname bevorderen.
En verder te er de proef, die genomen wordt
met een mechanisch rijstbedrijf, over welke
proef pas over eenige jaren een oordeel zal kun
nen worden uitgesproken en waarbü de katho
lieke afgevaardigde, Ir. FEBER, gaarne Neder
landsche landbouwers zou willen zien te werk ge
steld. De sinaasappelculture is, volgens oud-
gouverneur Dr. RUTGERS óók al weer hard op
weg naar de trouwens door deskundigen voor
belde -— mislukking.
De christclük-htetorlsche afgevaardigde VAN
BOETZELAER VAN DUBBELDAM was door