Het heldendicht
(KducïAaal
den dag
Mn
H
DE ENGELSCHE KAPERS
DIEFSTAL?!
F
F
11
o’
N
1 d
„Kalewala”
<44,
If!
I
7A
4
millMUillllimilllMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIM
i L
I’M
i
WOENSDAG 13 MAART 1935
Studentenstaking
ik
EERSTE eeuwfeest
en
Autobeveiliging
Is
Fritz Kreisler
Magische zwaarden
Een anecdote
I
1
a
o.
V
4K
3
a
u
hoofdstuk vin
Naar Parijs
l
i
De behandeling van
migraine
Strijd om den molen
van Sampo
j
4h.'
K
DOOR J. S. FLETCHER
F r
///Wo'
H
I
Ut
noaeiyk
hebben,
geschieden op groot
In den loop der eeuwen geheel
door een volk gemaakt
door mondelinge over
levering bewaard
gebleven
agent voorby. Hy i Pension i
AI I I? A OANNF’Q op dlt ?,Iad zt)n “«eyolge-de verzeiceringsvoorwaarden tegen E* 7 SA levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7CA &U een ongeval met E* OKA MJ verlies van oen ham»
lel iTi rkljUl el T Ei kj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen OUe" doodelljken afloop i een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
n
vind ik heerlijk” verzekerde
i’n
blik
van
V
Vroeg
r'l
•j
van-
weinig passagiers
'Wordt vervolgd)
Mar
f 2
Het was moeilijk, het nauwe en stelle pad te be
klimmen, dat bergopwaarts leidde. Geleidelijk werd
het kouder en kouder, tot de sneeuwgrens bereikt
werd. Toen sloegen ze de wollen dekens om en lie
pen zoo voort. Niemand viel uit op den tocht.
Hoe zullen we dan tot de ontdekking van
dat alles moeten komen? vroeg Scraye.
Jlmmie dronk zyn glas leeg en glimlachte.
In Packe’s zes-shtlling verhalen, zei hl)
langzaam, komt de ontdekking, de oplossing, by
toeval door puur geluk. Het geluk onze
kans in dit geval kan wellicht ook wel zoo
komen. Maar.... misschien ook nietl
ritz Kreisler is weer in het land met zijn
wondere viool en spel. Kort geleden werd
hy zestig jaar. Hij vertelde toen os. vol-
A
ng
1»
ite
21
vraag om permissie, zich in een stoel vlak naast
den haren te laten vallen.
Ik geloof, dat ik die kaart ergens op mijn
schrijftafel heb laten liggen, voegde hy er aan
toe. Ja, natuurlijk dat zou iets voor mij
zijn.
Ze liepen nu eens langs verschrikkelijke afgron
den en hooge rotsen, dan weer door valleien, tot op
t laatst het pad naar beneden leidde. Ze hadden
het hoogste punt van de bergen bereikt. Elndeiyk
hield de rennende Beer halt en wees voor zich uit.
Tn de verte zag Hal het blauw van de zee
Glad
hart
beden maakt hy gebruik
iscorte.
be
de
zal
ui-
ber
oo,
np.
•n-
ee-
or-
ort
Md
K»
X>1
tg.
80.
■m
50.
20
70
Jimmie Trickett had van zyn vader lets meer
geërfd dan een Inkomen van twintig duizend
pond per jaar. Zijn vader was chemist geweest,
die een geneesmiddel had uitgevonden, dat voor
alle kwalen uitstekend was. HU had ook waar
gemaakt het gezegde, dat de weg om een for
tuin te verdienen gaat langs een snedige en
voortdurende reclame. Jimmie's vader had hem
ook nagelaten het talent om zaken, die slechts
hemzelf betroffen, ook met zichzelf uit te vech
ten. BUgevolg ging Jlmmie, wiens eenige reden
om naar Parijs te gaan gelegen was in den
wensch, om de kennismaking met de aardige
assistente te hernieuwen en desnoods biyvend
te maken, met den tact van een geslepen diplo
mata te werk. Onbesuisde en heethoofdige jon
gemannen zouden waarschyniyk juist óp het
laatste nippertje in dezelfde coupé gesprongen
zyn om dan. kwaaie verrast, tegenover de ge
zochte assistente plaats te nemen. Jlmmie
zorgde er voor, dat hy niet een dergelliken dom-
Spoedig nadat ze de brug overgegaan waren, die
de stad omringde, kwamen kapitein Gay en z’n man
nen in het groote woud. De rennende Beer en de
roode Vos, twee beroemde Indlanen-stryders, dien
den als gids. Urenlang liepen ze achter elkaar door
het woud en bereikten op het laatst den voet van
de bergen.
I
gerde aardige anecdote:
Hy moest eens in Antwerpen op zyn trein
wachten. Om den tijd te verdrijven, liep hij een
antiqultettenwinkel binnen en gat voor, zijn
viool, een wereldberoemden Stradivarius, te wil
len verkoopen. De antiquair verklaarde, dat hy
de middelen niet had. om zul^ een kostbaar in
strument te koopen. Maar alrttaneer even wilde
wachten, dan zou hy iemand anders halen. De
man verliet even zyn zaak en kwam direct met
een politle-agent terug, die Kreisler direct ar
resteerde, onder verdenking de viool van Kreis
ler te hebben gestolen. De antiquair had welis
waar niet Kreisler zelf, maar wel diens beroem
den Stradivarius direct herkend. Kreisler kon
belden slechts van zijn identiteit overtuigen
door hen iets voor te spelen, terwijl belden zfjn
spel vergeleken met een van zijn gramofoon-
platen.
In zyn nieuwen auto heeft burgemeester La
Guardia van New York een speciale basch
laten aanbrengen voor een revolver en wel op
een zoodanige plaats, dat zoowel de burgemees
ter zelf, als zijn chauffeur, het wapen in geval
van nood direct kunnen grypen.
In tegenstelling met de meeste vorige bur
gemeesters heeft burgemeester La Guardia geen
speciale lyfwacht. Slechts by enkele gelegen
heden maakt hy gebruik van een politie-
De stryd om den molen van Sampo ts het
onderwerp der Runos 37<3. en daarmee ein
digt de Kalewala. het eenige heldendicht dat
Ir. den loop der eeuwen geheel door een volk
gemaakt werd en door mondelinge overlevering
tot onze dagen bewaard bleef.
dergeiyke
I «thaal en 1
I van zyn, dat alles knap
r**_i_
I verdwenen was, zou het ontzagiyk hard
I *Ün, om het weer terug te krygen.
naar Kalewa en stelt zich daar onder de or-
aers van Ilmarinen. Hy verricht vele helden
daden en vraagt ten slotte den god Ukko een
zwaard om zyn dorst naar wraak te stillen. De
god verhoort zyn gebed en Kullervo kan zyn
woede op zyn zoon koelen. Daarna valt hy
voorover in zyn zwaard dat hem bet hart door
steekt.
Na deze onderbreking gaat het verhaal weer
eerder. De drie helden van het zuldeiyk land
van Kalewa, Valnamoinen. Ilmarinen en Lem
minkalnen, besluiten gezameniyk naar het land
oer duisternissen, Pohjola, te trekken om daar
oen molen van Sampo en het geluk dat daar
uit voortvloeit, te veroveren, zy dringen door
tot in de bergen waar de molen staat, rukken
hem los van zyn grondslagen en daar zy de
beschikking hebben over de bovenmenscheiyke
krachten van Lemminkalnen. slagen zy er tn
hun buit over te brengen naar de bark waar
mee zy naar Pohjola gekomen zyn.
Een dichte nevel maakt het hun onmogeiyk
zee te kiezen. Valnamoinen omklemt het gevest
van zyn zwaard dat de tooverkracht bezit van
wolken te verdryven. Doch terwyi hy toeslaat,
valt zyn .Jcantele”, zyn gultaar, overboord en
dat voorspelt ongeluk. Het duurt niet lang of
bet ongeluk komt. Louhl, de machtige heer-
scheresse van Pohjola. ontdekt den diefstal van
een molen en roept haar legerscharen op. Een
woeste stryd ontbrandt. Louhl heeft de ge
daante van een arend aangenomen en vecht
mee aan het hoofd van haar troepen. Telkens
en telkens weer valt zy moedig aan. zy wordt
zwaar gewond en plots stort zy in zee. zy
sleept den omstreden molen met zich mee in
de diepte.
Valnamoinen verzamelt zorgvuldig de brok
stukken van den molen welke op de golven
dryven Daarna keert hy terug naar het Zui
den. Hy heeft gezien dat Pohjola of Lapland
een onbewoonbaar byna onbevolkt land is. en
leeft voortaan gelukkig In het llefiyke „Suoml"
ben geschaard, hebben thans brieven ontvan
gen, geteekend ,X>e Zwarte Hand”, waarin
zy met den dood werden bedreigd.
et was 28 Februari 1835 dat de wereld
litteratuur in Europa’s hoogste Noorden
een nieuwen Homerus ontdekte: Elias
TJWinrot. En geestdriftig viert heel Finland
thans het eerste eeuwfeest der verschyning van
zyn nationaal epos „Kalewala”.
tn zyn eerste uitgave telde dit heldendicht
twee-en-dertig ..Runos" of zangen en twaalf
duizend verzen. Het succes dat hy er mee
cogstte. moedigde Elias Lönnrot aan om heel
Finland en vooral Karelia af te reizen en uit
oen mond der bewoners van het uitgestrekte,
tetaarsch bevolkte land brokstukken op te tee-
kenen van de Kalewala, die al meer dan twin
tig eeuwen van geslacht op geslacht overging
zonder nog ooit te boek gesteld te wezen. Het
rou 1849 worden voor Lönnrot zyn tweede en
definitieve uitgave voltooien kon, welke vyttig
Runos en 22.800 verzen telde.
De inhoud van de Kalewala is in groote ly-
nen de stryd tusschen de helden van Kalewa.
bet land in het Zuiden, en de helden van
Pohjola. het land in het Noorden, om een ge
heimzinnig bezit, den Molen van Sampó. welke
voorspoed brengt aan zyn gelukkige eigenaars.
Intusschen vormt het epos geen gesloten ge
heel. Het verhaal wordt meermalen onderbro
ken om lange episodes welke eigenlyk geheel
op zich zelf staan, in te lasschen.
In wezen Is de Kalewala mythologisch. De
oudste Runos gaan terug tot een tydperk dat
eeuwen voor het christendom ligt. Geleideiyk
verliezen de helden echter hun goddeiyk ka
rakter En zonder dat de kalewala daardoor
aan oorspronkelykheld verliest, worden er in
vloeden merkbaar van Ramayana en Maha-
tarata, van Homerus en den Bybel Merkwaar
dig is het dat de slot-Runo den triomf van het
christendom over het heidendom bezingt.
De Kalewala vangt aan met een besenryving
van de schepping der wereld De voornaamste
godheden zyn Ukko en Akka. In bet begin be
slaat de aarde nog niet en aan alle kan*en
ttrekken de' wateren zich eindeloos ver uit. De
godin Ilmatar, dochter van de Azure Lucht en
zinnebeeld van de kuischheld en van bet licht,
daalt van den hemel af en verzinkt in de zee.
Heel de schepping is het werk van deze godin
en haar zoon Valnamoinen wordt de held van
de Kalewala.
Valnamoinen is een eerbiedwaardige grijsaard
met een langen witten baard. Allen vereeren
hem om zyn talenten en vooral om zyn groote
vüsbeld. Allerlei episoden waaronder het pa
thetisch verhaal van de mooie maagd Aino,
die zich in zee stort om niet de vrouw te hoe
ven worden van den ouden Valnamoinen, rek
ken de vertelling tot men eindeiyk toekomt
aan bet eigeniyke onderwerp van het helden
dicht. 4
Joukahalnen. de tegenstander van Valna-
moinen, lokt den ouden held naar het noor-
ceiyke land van Pohjola met de valsche be
lofte dat daar een mooie jonge bruid zyn
komst verbeidt. Valnamoinen verlaat dadelyk
bet zuideiyke land van Kalewa en tygt naar
het Noorden. Hy wordt door Joukahalnen in
een hinderlaag gelokt, doch weet op wonder-
baariyke wijze aan den dood te ontkomen. En
de heerscheresse en vrouwe van het land van
tet Noorden, de machtige Louhl, biedt Vaina-
rooinen dan de hand van haar dochter aan op
voorwaarde dat hy den molen van Sampo op
bouwt. de geheimzinnige bron van het geluk.
Valnamoinen draagt oogenblikkeiyk zyn zoon
Hnjarlnen die het zinnebeeld is van den arbeid,
op om den bouw van den molen te beginnen.
En daarmee eindigt de tiende Runo.
De volgende vyf Runos hebben met het
eigeniyke onderwerp van de Kalewala al heel
weinig te maken en vertellen de dramatische
lotgevallen van Lemminkalnen, den derden en
laatsten held van het zuldelyke land van Ka
lewa, die trouwt met de beeldschoons dochter
v*n Saari. Killlkl. zy leven zeer gelukkig tot
een dochter van Lemminkalnen tweedracht
tusschen hen zaait. In zyn wanhoop trekt de
held ten oorlog tegen het land van Pohjola.
Als een tweede Hercules verricht hy wonae-
tea van kracht en moed tot hy by zyn laat
ste onderneming door een slang gebeten wordt.
Ir stervensnood roept hy om zyn moeder, die
na een langen en moelzamen zwerftocht nog
juist op tyd komt om hem te redden Aldus het
einde van de vyftiende Runo.
Volgt de beschrijving van de tweede reis der
helden van Kalewa naar Pohjola, en het meest
Populaire deel der Kalewala: het huweiyk van
Valnamolnen’s zoon Ilmarinen, de bruidszang
?*n den ouden held, en vooral de wraak van
Lemminkalnen. Hiermee eindigt de dertigste
Runo.
De Runos 3136 zyn gewyd aan Kullervo
Flens heele leven een ononderbroken treurspel
is. Hy wordt overwonnen door zyn zoon, gaat
Sedert een half jaar ongeveer woedt er te
Cairo een hevige stryd tusschen de studenten
tan de Mohammedaansche Theologische Unl-
versitelt en hun leeraren.
De studenten verlangen nameiyk. dat de te
genwoordige rector wederom door zyn voor
ganger wordt vervangen. Aangezien dit gewei-
terd wordt, zyn de studenten op 23 Februari
JJ. in staking gegaan. Toen een week later de
politie trachtte de stakers uiteen te dryven,
en er op heiligen grond bloed vloeide, sommeer
den de autoriteiten de studenten, de colleges
weder by te wonen. Slechts 1600 van de 10.000
studenten gaven hier gehoor aan, terwyi de
overigen trachtten de „werkwilligen” te belet
ten de unlversltelt binnen te dringen.
Toen de polltie by het uitvoeren van een
charge de moskee binnenging en verzuimde
voor het betreden van den heiligen grond de
schoenen uit te doen, was de verontwaardiging
over deze heiligschennis zeer groot en er von
den dan ook fanatieke gevechten plaats, waar
bij aan belde zyden veel bloed vloeide.
Er vonden 150 arrestaties plaats, en er werd
besloten de Unlversltelt voor de rest van het
studiejaar te sluiten en niet voor October te
heropenen.
De rector van de unlversltelt alsmede een
aantal docenten, die zich aan zyn zyde heb-
hoed een cachet geven
vrouw.
Juist ja Ja, zei Jlmmie. Ik zal In den
morgen komen en dan zullen we zien, wat we
kunnen doen. Vergeet echter niet, dat Ik van
Je voren nog nooit een hoed gekocht heb.
Het was een heeriyke morgen en maar heel
van de Dover-Calais boot
schenen er genoegen In te hebben, om den tijd
van den overtocht beneden door te brengen.
Jlmmie Trickett, die regelmatig het voorwerp
van zyn bedoelingen gadesloeg, wachtte tot zy
zich in-een van de makkeiyke dekstoelen had
neergeviyd. Daarna wandelde hy zorgeloos en
een beetje nonchalant die richting uit. Plotse
ling ontdekte hli haar stralende tegenwoordig
heid en met een van verrassing getuigenden blik
in zyn oogen en een heeriyk onnooeelen glim
lach om den mond groette hy haar, door zyn
relspet diep af te nemen.
Oh ahl U daar! riep hy uit. Ik Ik
was al benieuwd of u mee gegaan was Ik
eh had u niet by den trein gezien. Fnne
het treft buitengewoon gelukkig, dat Ik u ont
moet, omdat Ik de kaart, welke u me gegeven
hebt, verloren heb en het adres van dien hoe
denwinkel ben ik heelemaal vergeten.
Het meisje glimlachte en iets in haar glim
lach gaf Jlmmie den moed, om, na een verlegen
Hindert immers niets, vond Juffrouw
Walsden. U zou het erg gemakkeiyk gevonden
hebben. Dat wil zeggen, als u tenminste niet
vergeten bent, dat het In de Rue de la Palx is
en dat de firma Valerie et Cie heet.
Hetzelfde als In de South Molton Street?
veronderstelde Jlmmie.
Hetzelfde als In de South Molton Street
precies.
Zelfde zaak ook, eh?
Ook dezelfde zaak.
r En Ik veronderstel, ook dezelfde hoeden?
Dezelfde hoeden als zy gemaakt
of gecreëerd zyn.
Ach. dezelfde? vervolgde Jlmmie. wan
hopige pogingen in het werk stellend, om de
conversatie op gang te krygen. Ik verondeistel.
dat een vrouw de voorkeur aan een hoed geeft,
die Is gecreëerd, zooals u dat noemt, lu de
Rue de la Palx boven een van de South Molton
Street?
Als zy wist, dat die hoed werkeiyk van
de Rue de la Palx kwam zeker. Dat zou dien
in het oog van een
men streek uithaalde. Het was voor hem vol
doende om te weten dat zy tn den trein zat.
In Dover hield hy haar wel in het oog. Maar
de boot was reeds ongeveer op de helft van
haar tocht, naar Calais, vóór hy haar naderde.
En toen hy zich ten laatste tot juffrouw Wals
den wendde, geschiedde dat op de meest na
tuurlijke en ongezochte manier: hy deed alsof
hy plotseling een goede reden gevonden had
om bet te doen.
Ik hoop, dat u de foto’s van uw zuster
hebt meegebracht!
Jlmmie sloeg zich op de borst, ter hoogte van
het hart.
Sapristle! Die ben ik vergeten, riep hy
uit met verdrietige stem. Ik heb ze apart ge
legd en nu liggen zy er nog. Enfin, niets aan
te doen In leder geval lykt myn ruster erg
veel op my. Denk een oogenbllk. dat ik myn
zuster ben, en
Dat zal ongetwyfeld van dienst kunnen
zyn. hoewel ik geloof, dat u toch myn veiheel-
dingskracht overschat.
Dit werd zoo spottend gezegd, dat Jlmmie haar
even moest aankyken. om te alen, hoe hy 't met
haar had, doch zll glimlachte betooverend.
Nee. nee, toch niet, zei hy. Enfin, we pul
len de moeiiykheid wel te boven komen zoo
als gewooniyk. Ik zal twee hoeden voor haar
koopen en als zy ze niet wil hebben, moet
zy ze maar aan de Inboorlingen daar weg
geven. Buitengewoon mooie morgen, vindt u
niet?
Prachtig!
Maakt u deze reis dlkwyia U kent Pary.s
goed?
Ik ken Parijs Inderdaad zeer goed. Ik ga
er regelmatig elke maand heen.
Ohzei Jlmmie. Ja ah Ja Ik ken
de stad niet zoo goed als eh Ja.maar
Ik ken haar toch goed genoeg eh om haar
te kennen, begrypt u? Na deze duistere woorden
verzamelde hy allen moed en veegde ar lang
zaam aan toe: Wat ik zeggen wil eh. over
kwartier of drie sullen we in Calais aankomen;
staan
zien wat
gebeurde.
„Zeg eens. agent." riep de toornige vrouw op
den drempel, „die meneer moet in de gaten
gehouden worden. Die probeert een arme we
duwe voor een biefstuk te bestelen. Doet net,
of hy kamers wil huren en zegt dan dat ze hem
z*n zakken gerold hebben. Mooi smoesje om
voor niks aan den kost te komen. Let op 'm
agent, *t is een kwaad nummer.
De agent keek me streng aan. ,,'k Zou maar
oppassen, vader,” vermaande hy.
„Maa.- beste man,” betoogde ik. „Ze hebben
m’n zakken gerold. Ik heb 't je toch aan het
station al verteld, een uur geleden
„Verteld ja.” zei de agent, „vertéld! En schiet
nou maar op; we houen hier niet van die Lon-
densche streken. Vooruit! Doorloopen!”
Ik was door dien keer der gebeurtenissen zóó
ontsteld, dat ik me naar den hoek van d?
straat repte. Ik was warm. moe. hongerig en
dorstig.... en Ik had twee stuivers In m’n
vestjeszak. Het was weinig maar toe hleta, als
Ik een goedkoop bierhuis vond, waar een glas
bier twee stuivers kostte. Allicht stond er Iets
op de toonbank: beschuitjes of stukjes kaas
of zoo. Dan had Ik ten minste Iets.
Ik liep en zocht. Daar zag ik opeens den
blerprijs voor een raam aangekondlgdtwee
stuivers. Snel ging Ik naar binnen en vroeg
aan een dikke Juffrouw, die achter de toon
bank stond, een glas bier. Inmiddels ging myn
blik de toonbank langs.
„Zocht U lucifers?” vroeg de juffrouw.
„Janeen stotterde ik. „Ik keek naar
een stukje beschuit of kaas of zoo iets. Ik mag
vin den dokter niets drinken, als Ik er niet by
eet.”
„Biefstuk vind Ik heeriyk.” verzekerde Ik
haar. „Om U de waarheid te zeggen," ging ik
met een luchtig-Joviaal gezicht voort, „ben Ik
In een beetje lastige positie. Ik ben zoo.... zoo
dom geweest m’n zak te laten rollen, ha, ha
dus Ik sal U moeten vragen, me een beetje
crediet.
„Zoo.” zei de hospita, wier gelaat eensklaps
In steen veranderd scheen, ,Js dat de bedoeling?
Maak maar gauw dat Je weg komt, man. Ik
heb die grapjes meer by de hand gehad.”
„Maar.... heusch...." verdedigde ik me.
.nla, ja,” klonk het smarteiyk. „Ruk maar
gauw uit. anders rekenen ze Je In. Je zak laten
rollen! jy hebt ’n ander z’n zak gerold, be
doel Je. Marsch, gauw d'r uit of.-.
Ik ging langzaam de stoep af. nu en dan
omkykend. in de hoop, dat ik er nog "n woord
tusschen kon
sMessMsseeseMsssssMeeeMsesussssesseewzMseeme
krijgen. Net toen
ik beneden was, i Qp ZOCk
vriend, de politie- nOUT CCIl
bleef staan om i i
te zien wat er
Ik heb wel een Idee, antwoordde Scraye.
Ik kwam erop, nadat Ik het geval van Pals-
Rrave en Fleming gehoord had. Ik legde het
hun voor; wy praatten erover. Nu wil Ik net
jullie ook zeggen. De bedoeling is. dat er zich
*b somt van verdedigende vereenlglng vormt
onder de bezitters van voorwerpen, wy behoo.
ren allen tot een bepaalden king, tot een be-
Psalden stand door rustig, vertrouweiyk pra-
ten kunnen we elkaar waarschuwen. Den vol
konden keer, dat er Iets verdwynt meet de
Lëtrokken eigenaar scherp en ronduit optreden
Veronderstel, dat je gistermorgen eeriyk
en onversaagd gehandeld had? meende Tric
kett. wat zou dat tot gevolg gehad hebben?
®en verschrikkelijk schandaal en mi
**u Je den dader niet eens ontdekt 1
Als dergeiyke feiten geschieden op groote
in het geheim, dan kan je er zeker
en tot in de puntjes
gezrrangmmd. Als het voorwerp eenmaal
Na een uur yverig met mes en vork gewerkt
te hebben, vertelde ik haar wat er gebeurd was.
Ze keek medeiydend. maar haar eerste vraag
had toch iets wrangs.
„Heb je dien brief gepost, dien ik Je
morgen meegegeven heb?” vroeg ze.
„Om Je de waarheid te zeggen, neen,
vergeten. Maar Je kon wel wat meer
toonen voor m’n ongeval In plaats van
„Wacht even." hernam ze. „maak dien brief
eens open.”
Ik haalde den brief uit m’n zak en voldeed
aan haar verzoek. Het eerste stuk papier, dat
ik In de hand kreeg, was een biljet van een
pond.
„Ik had een advertentie gelezen van prach
tige stellen tafellakens met servetten.” zei m’n
wederhelft, terwyi Ik zwygend naar het biljet
zat te staren, „en ik had er een besteld. Je
hebt den heelen dag met dat geld in je zak
geloopen...."
zou Ik u mogen vragen, of u de lunch met my
wilt gebruiken? Ja?
U is erg vriendeiyk, antwoordde Juffrouw
Walsden Ik neem het aanbod graag aan.
Als er één ding is. waar ik het land aan
heb excuseer die uitdrukking dan is hfk
toch zeker: het alleen reizen, zei Jlmmie.
Niemand om eens gezellig mee te praten en
zoo, eh?
Juffrouw Walsden antwoordde dat het zeker
veel pleizlerlger was in gezelschap te reizen.
Waarna de heer Jlmmie Trickett permissie
kreeg, om een sigaret op te steken; genoemde
heer maakte het zich toen gemakkeiyk en beiden
amuseerden zich erg goed, zoodat het voor hen
een verrassing was, toen zy kernei sten, dat de
boot Calais binnen liep. Jltnmle werd 'opeens
weer een en al activiteit. Hy postte zich by
de bagage van de assistente tot een kruier op
de boot kwam, die haar koffers en ook de zyne
naar den trein bracht. Zy zochten een gezel
lige eerste klas coupé uit en daarna geleidde
hy haar naar de restauratie Daar speelde hy
zoo leuk den gastheer tegenover juffrouw
Walsden. dat hy beet kon doorgaan voor een
ouderen broer of voor haar grootvader. Deze
rol lag hem h^el goed: van nature was hl)
iemand, die steeds zichzelf zou uitsloven, om
een ander goed te doen.
De waardin keek me met een yzigen
aan. „Er is een lunchroom vlak In de buurt.”
zei ze en streek m’n twee stuivers weg. Ik dronk
gauw m’n bier uit en sloop de straat op. De
agent stond klaarbiykelyk op me te wachten.
„Ik zal je In de gaten houden, vader,” mom
pelde hy In ’t voorbygaan.
Ik deed alsof Ik niets hoorde, liep het strand
op en ging op een bank zitten. Draaierig van
het bier geworden In m’n leege maag, gevoelde
ik me alles behalve lekker.
„Mooi weertje,” zei een vriendeiyke oude heer,
die aan ’t andere einde van de bank zat. „En
die zee, prachtig hè? Een mensch gunt zich
gewoon den tyd niet om te gaan eten.” Hy
keek up z’n horloge. „Kwart voor twee! Wat
vliegt die tyd! En nu Ik er aan denk, heb Ik
een honger als een paard. Hebt U al gegeten?”
„Neen,” zei ik. En toen verloor ik al m’n
zelfbeheerschlng. Ik deelde hem mee. dat m’n
portemonnale gestolen wasmaar de harte-
looze oude rakker legde me met een hand
gebaar het zwygen op.
„Jongeman.” begon h^ streng en plechtig,
„ik verbaas me over je! Zoo netjes In de klee-
ren en dan bedelen! De drank natuuriyk! Ik
ruik het. t Is erg tegenwoordig. Als ik een
agent tegenkom, zal Ik hem aanraden, je in t
oog te houden.”
-• a- igralne is een vorm van hoofdpyn, die
I y I een zeer typisch verloop heeft en in
aanvallen optreedt, die op onregelmatige
tyden terugkeeren. Meestal beginnen er
reeds In de jeugd nu en dan lichteaanvallen,
die op lateren leeftyd In heftigheid toenemen
Vooral onder vrouwen komt de migraine nog al
eens voor, soms in maandeiyks terugkeerende
aanvallen. Dq hoofdpyn Is in het begin meestal
halfzydlg, In htt voorhoofd of de slaapstreek,
maar ook wel in den nek gelocallseerd. De pijn
kan een groote heftigheid verkrijgen, zoodat
de Ujder zich in een donker vertrek moet op
sluiten. Allerlei gezlchtsstoornlssen treden bfl
den aanval op; soms ziet de patiënt maar een
deel van het gezichtsveld, soms ook lichte
vlekken, flikkeringen enz.
In den regel begint een migraine des mor
gens om den volgenden dag weer te zyn verdwe
nen. Er komen echter ook migraine-toestanden
voor, die dagenlang kunnen aanhouden.
De oorzaak van de migraine staat niet geheel
vast. Alles wyst erop, dat vernauwing der
bloedvaten In de hersenen en hersenvliezen een
der oorzaken is, maar wat tot deze vaatkramp
voert is niet met zekerheid bekend. Reeds lan
gen tyd werd echter aangenomen, dat de con
stitutie d.wx het gestel van groot belang Is
Zoo kon men ook verklaren, waarom klimaat
en voeding van invloed op het aantal aanvallen
en hunne hevigheid kan zyn.
Ter bes try ding van de aanvallen worden ge
wooniyk allerlei „hoofdpynpoeders” genomen,
waarvan de uitwerking niet altijd zoo gunstig
Is als wel wordt gewenscht.
Vooral tegenover de zware en langdurige aan
vallen stond men machteloos. Zoo Is dan ook
elke goede raad hiertegen met vreugde te be
groeten, al moge het ook biyken. dat ook deze
niet onfeilbaar werkt.
De Weensche zenuwarts Prof. Wagner-
Jauregg, die voor zyn ontdekking van de ma-
larlakuur by hersenverweeklng den Nobelprijs
kreeg, heeft In de „Wiener Medizlnlsche Wo-
chenschrift" onlangs over de behandeling van
de zware mlgraineiyders geschreven. Het Was
hem opgevallen dat vele van deze patiënten
zich overdadig voedden, vooral veel suiker en
zoete spyzen en lekkernyen gebruikten en wei
nig beweging namen. Zoo kwam Wagner-Jauregg
ertoe als behandeling een dieet voor te schry
vé&, waarby het gebruik van «uiker, honing
jam. bonbons en ook zoet ooft werd verboden.
Zetmeel in den vorm van brood en aardappelen
werd toegestaan.
Dit dieet moest minstens 4 weken worden
volgehouden en in dien tyd moest de patiënt
eiken morgen voor het ontbyt een uur wande
len en een glas Karlsbader water (purgeermid
del) drinken.
Het succes van deze kuur Is, volgens den be
roemden zenuwarts, zeer groot. De heftigheid en
duur van de aanvallen verminderen en worden
weer zóó, dat zy met de gebrulkelyke poeders
te onderdrukken zyn. Ook na de kuur houdt
de verbetering jmn, zelfs Jarenlang, vooral
wanneer de migralnelyder er zorg voor draagt
ook verder een suikerarm dieet te volgen.
oen Ik op dien heeriyken Pinksterdag In
den trein naar Sandrlgam stapte, zou ik
iedereen hebben uitgelachen, die me
voorspelde, dat ik dien dag nog sou loopen te
bedelen om brood. Dr was van plan In Juni "n
paar weken in Sandrlgam door te brengen met
myn gezin en nu ging ik op verkenning uit: een
pension zoeken.
Er Uep den tweeden Pinksterdag een goed-
koope trein en dus ging Ik ’s morgens in de rij
staan, betaalde m’n kaartje toen ik aan 't loket
kwam en stak m’n portemonnale met de res-
teerende drie A vier pond weer in m’n zak. Ik
stapte in en verder gebeurde er onderweg niets,
t Was stampvol op t perron in Sandrlgam en
ik bevocht me een doorgang naar de contróle.
Bulten het station gekomen, bleef ik staan om
adem te scheppen, terwyi honderden badgasten
my voorbystroomden naar den zeekant.
Ik trok m’n pet recht en probeerde op m’n
horloge te kyken. Maar ik kon het niet, want
m’n horloge was verdwenen. De ketting was
ook verdwenen en m’n portemonnale eveneens.
„Verdwenen", suisde het in m’n oor.
Ik werd boos. Ik holde naar den politie
agent, die aan den overkant van de straat
stond en sprak hem aan.
„Zeg.” riep ik opgewonden, „een van die
lamme badgasten heeft m’n horloge met ket
ting gestolen.”
„Wie?" vroeg de agent minzaam.
„Hoe kan ik dat nou weten?”
,Ja mynheer,” lachte hy, ..hoe kan ik 't dan
weten?”
„Ik verwacht niet dat Je iets weet.” zei ik
streng, „maar dat je iets doet.”
„Wat dan?" vroeg hy weer. „Die heele bende
arresteeren?" En hy strekte alomvattend
armen uit.
Z’n koelbloedigheid werkte irriteerend op me.
„Maar,” riep ik, ,ze hebben m’n geld ook ge
stolen!”
„Dat is erger”, meende hy. „U kunt altyd *n
agent vragen hoe laat het is.... maar, als U
om geld komt.
Je neemt het nog al kalm op
„Hoor eens, mynheer, er zyn zoowat 9000
menschen uit dien langen trein gekomen; die
kan ik niet allemaal vragen of zy ’t gedaan
hebben; ze zeggen toch allemaal neen. Maar ik
zal ’t rapporteeren. dan kunt u later eens op
het bureau komen hooren. Dus vertelt U maar
eens op....”
Ik verstrekte hem alle byzonderheden over
me zelf en de vermiste goederen en keek op
de stationsklok, 't Was vyf over twaalf, het
duurde dus nog vyf uren en vyf en twintig mi
nuten. voor ik weer naar huis kon.... Maar
wat was er aan te doen? Ik moest maar aan
m’n werk gaan: een pension zoeken. Dat kort
te den tyd.
Rondwandelend keek ik naar een geschikt
verbiyf uit. Toen ik een huls zag, dat er vroo-
iyk en zlndeiyk uitzag. ging ik de stoep op.
belde en vroeg de kamers te zien. De dikke
hospita was'enkel glimlach. De zitkamer en de
drie slaapkamers leken me heel geschikt en de
dame leek me heel vriendeiyk. Ik besprak dus
de kamers voor het bepaalde tydstip. Terwyi
ze over de etenskwestie sprak die ze maar
met m’n vrouw moest regelen, zei ik kreeg
ik een idee. Ik had honger gekregen, en hier,
dacht ik, bood zich uitkomst aan.
„O Ja.” zei ik. onverschillig weg, „ik heb nog
een paar uurtjes den tyd, pilsschlen kunt U
een eenvoudige lunch voor me klaar maken?”
„Met alle pleister, mynheer”, zei de dame.
„Ik heb nog een lekker stuk koud vleesch staan,
maar Ik kan ook een karbonade of een bief
stuk voor U takken, als U even tijd hebt.”
Hy stond op en ging en Ik bleef woedend
achter. Toen ik het heertje nakeek, zag ik den
politieagent naderen en ik zag ze samen pra
ten. Ik heb dien middag verder besteed met
rondsluipen, wanhopen en met slapen,
ging ik naar 't station, op twintig pas afstand
gevolgd door den agent.
Het was by negenen toen ik myn woning
binnenstrompelde. M n vrouw kwam me tege
moet en keek bezorgd.
„Wat heb Je?” vroeg ze.
„Vraag me niets,” viel ik uit. „Geef me gauw
wat te eten; T komt er niet op aan wat.
Gauw!”
De oude Servische ridders waren volgens de
legende uitgerust met .magische zwaarden, die
het harnas van hun vyand konden doorboren”
Het .geheim” van deze wapens schynt hierin
te bestaan, dat zy niet van yzer, doch van nlk-
kelstaal waren vervaardigd.
Men heeft nameiyk in oud-Servië een stuk
metaal opgegraven dat waarschyniyk het oud
ste stuk staal is, dat er bestaat. Het was on-
mogeiyk er een gat in te boren, en een analyse
heeft aangetoond, dat het nikkelstaal ts
een byzondere hardheid.
De plaats waar het stuk staal werd gevon
den doet vermoeden dat het minstens duizend
laar oud is, zoodat het reeds bestond 950 Jaar
i óór dat nikkelstaal opnieuw werd ontdekt.
en
>t.
en
II
II
t.;
a:
in
r-
t.
13