Het heldendicht (KducïAaal den dag Mn H DE ENGELSCHE KAPERS DIEFSTAL?! F F 11 o’ N 1 d „Kalewala” <44, If! I 7A 4 millMUillllimilllMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIM i L I’M i WOENSDAG 13 MAART 1935 Studentenstaking ik EERSTE eeuwfeest en Autobeveiliging Is Fritz Kreisler Magische zwaarden Een anecdote I 1 a o. V 4K 3 a u hoofdstuk vin Naar Parijs l i De behandeling van migraine Strijd om den molen van Sampo j 4h.' K DOOR J. S. FLETCHER F r ///Wo' H I Ut noaeiyk hebben, geschieden op groot In den loop der eeuwen geheel door een volk gemaakt door mondelinge over levering bewaard gebleven agent voorby. Hy i Pension i AI I I? A OANNF’Q op dlt ?,Iad zt)n “«eyolge-de verzeiceringsvoorwaarden tegen E* 7 SA levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7CA &U een ongeval met E* OKA MJ verlies van oen ham» lel iTi rkljUl el T Ei kj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen OUe" doodelljken afloop i een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL n vind ik heerlijk” verzekerde i’n blik van V Vroeg r'l •j van- weinig passagiers 'Wordt vervolgd) Mar f 2 Het was moeilijk, het nauwe en stelle pad te be klimmen, dat bergopwaarts leidde. Geleidelijk werd het kouder en kouder, tot de sneeuwgrens bereikt werd. Toen sloegen ze de wollen dekens om en lie pen zoo voort. Niemand viel uit op den tocht. Hoe zullen we dan tot de ontdekking van dat alles moeten komen? vroeg Scraye. Jlmmie dronk zyn glas leeg en glimlachte. In Packe’s zes-shtlling verhalen, zei hl) langzaam, komt de ontdekking, de oplossing, by toeval door puur geluk. Het geluk onze kans in dit geval kan wellicht ook wel zoo komen. Maar.... misschien ook nietl ritz Kreisler is weer in het land met zijn wondere viool en spel. Kort geleden werd hy zestig jaar. Hij vertelde toen os. vol- A ng 1» ite 21 vraag om permissie, zich in een stoel vlak naast den haren te laten vallen. Ik geloof, dat ik die kaart ergens op mijn schrijftafel heb laten liggen, voegde hy er aan toe. Ja, natuurlijk dat zou iets voor mij zijn. Ze liepen nu eens langs verschrikkelijke afgron den en hooge rotsen, dan weer door valleien, tot op t laatst het pad naar beneden leidde. Ze hadden het hoogste punt van de bergen bereikt. Elndeiyk hield de rennende Beer halt en wees voor zich uit. Tn de verte zag Hal het blauw van de zee Glad hart beden maakt hy gebruik iscorte. be de zal ui- ber oo, np. •n- ee- or- ort Md K» X>1 tg. 80. ■m 50. 20 70 Jimmie Trickett had van zyn vader lets meer geërfd dan een Inkomen van twintig duizend pond per jaar. Zijn vader was chemist geweest, die een geneesmiddel had uitgevonden, dat voor alle kwalen uitstekend was. HU had ook waar gemaakt het gezegde, dat de weg om een for tuin te verdienen gaat langs een snedige en voortdurende reclame. Jimmie's vader had hem ook nagelaten het talent om zaken, die slechts hemzelf betroffen, ook met zichzelf uit te vech ten. BUgevolg ging Jlmmie, wiens eenige reden om naar Parijs te gaan gelegen was in den wensch, om de kennismaking met de aardige assistente te hernieuwen en desnoods biyvend te maken, met den tact van een geslepen diplo mata te werk. Onbesuisde en heethoofdige jon gemannen zouden waarschyniyk juist óp het laatste nippertje in dezelfde coupé gesprongen zyn om dan. kwaaie verrast, tegenover de ge zochte assistente plaats te nemen. Jlmmie zorgde er voor, dat hy niet een dergelliken dom- Spoedig nadat ze de brug overgegaan waren, die de stad omringde, kwamen kapitein Gay en z’n man nen in het groote woud. De rennende Beer en de roode Vos, twee beroemde Indlanen-stryders, dien den als gids. Urenlang liepen ze achter elkaar door het woud en bereikten op het laatst den voet van de bergen. I gerde aardige anecdote: Hy moest eens in Antwerpen op zyn trein wachten. Om den tijd te verdrijven, liep hij een antiqultettenwinkel binnen en gat voor, zijn viool, een wereldberoemden Stradivarius, te wil len verkoopen. De antiquair verklaarde, dat hy de middelen niet had. om zul^ een kostbaar in strument te koopen. Maar alrttaneer even wilde wachten, dan zou hy iemand anders halen. De man verliet even zyn zaak en kwam direct met een politle-agent terug, die Kreisler direct ar resteerde, onder verdenking de viool van Kreis ler te hebben gestolen. De antiquair had welis waar niet Kreisler zelf, maar wel diens beroem den Stradivarius direct herkend. Kreisler kon belden slechts van zijn identiteit overtuigen door hen iets voor te spelen, terwijl belden zfjn spel vergeleken met een van zijn gramofoon- platen. In zyn nieuwen auto heeft burgemeester La Guardia van New York een speciale basch laten aanbrengen voor een revolver en wel op een zoodanige plaats, dat zoowel de burgemees ter zelf, als zijn chauffeur, het wapen in geval van nood direct kunnen grypen. In tegenstelling met de meeste vorige bur gemeesters heeft burgemeester La Guardia geen speciale lyfwacht. Slechts by enkele gelegen heden maakt hy gebruik van een politie- De stryd om den molen van Sampo ts het onderwerp der Runos 37<3. en daarmee ein digt de Kalewala. het eenige heldendicht dat Ir. den loop der eeuwen geheel door een volk gemaakt werd en door mondelinge overlevering tot onze dagen bewaard bleef. dergeiyke I «thaal en 1 I van zyn, dat alles knap r**_i_ I verdwenen was, zou het ontzagiyk hard I *Ün, om het weer terug te krygen. naar Kalewa en stelt zich daar onder de or- aers van Ilmarinen. Hy verricht vele helden daden en vraagt ten slotte den god Ukko een zwaard om zyn dorst naar wraak te stillen. De god verhoort zyn gebed en Kullervo kan zyn woede op zyn zoon koelen. Daarna valt hy voorover in zyn zwaard dat hem bet hart door steekt. Na deze onderbreking gaat het verhaal weer eerder. De drie helden van het zuldeiyk land van Kalewa, Valnamoinen. Ilmarinen en Lem minkalnen, besluiten gezameniyk naar het land oer duisternissen, Pohjola, te trekken om daar oen molen van Sampo en het geluk dat daar uit voortvloeit, te veroveren, zy dringen door tot in de bergen waar de molen staat, rukken hem los van zyn grondslagen en daar zy de beschikking hebben over de bovenmenscheiyke krachten van Lemminkalnen. slagen zy er tn hun buit over te brengen naar de bark waar mee zy naar Pohjola gekomen zyn. Een dichte nevel maakt het hun onmogeiyk zee te kiezen. Valnamoinen omklemt het gevest van zyn zwaard dat de tooverkracht bezit van wolken te verdryven. Doch terwyi hy toeslaat, valt zyn .Jcantele”, zyn gultaar, overboord en dat voorspelt ongeluk. Het duurt niet lang of bet ongeluk komt. Louhl, de machtige heer- scheresse van Pohjola. ontdekt den diefstal van een molen en roept haar legerscharen op. Een woeste stryd ontbrandt. Louhl heeft de ge daante van een arend aangenomen en vecht mee aan het hoofd van haar troepen. Telkens en telkens weer valt zy moedig aan. zy wordt zwaar gewond en plots stort zy in zee. zy sleept den omstreden molen met zich mee in de diepte. Valnamoinen verzamelt zorgvuldig de brok stukken van den molen welke op de golven dryven Daarna keert hy terug naar het Zui den. Hy heeft gezien dat Pohjola of Lapland een onbewoonbaar byna onbevolkt land is. en leeft voortaan gelukkig In het llefiyke „Suoml" ben geschaard, hebben thans brieven ontvan gen, geteekend ,X>e Zwarte Hand”, waarin zy met den dood werden bedreigd. et was 28 Februari 1835 dat de wereld litteratuur in Europa’s hoogste Noorden een nieuwen Homerus ontdekte: Elias TJWinrot. En geestdriftig viert heel Finland thans het eerste eeuwfeest der verschyning van zyn nationaal epos „Kalewala”. tn zyn eerste uitgave telde dit heldendicht twee-en-dertig ..Runos" of zangen en twaalf duizend verzen. Het succes dat hy er mee cogstte. moedigde Elias Lönnrot aan om heel Finland en vooral Karelia af te reizen en uit oen mond der bewoners van het uitgestrekte, tetaarsch bevolkte land brokstukken op te tee- kenen van de Kalewala, die al meer dan twin tig eeuwen van geslacht op geslacht overging zonder nog ooit te boek gesteld te wezen. Het rou 1849 worden voor Lönnrot zyn tweede en definitieve uitgave voltooien kon, welke vyttig Runos en 22.800 verzen telde. De inhoud van de Kalewala is in groote ly- nen de stryd tusschen de helden van Kalewa. bet land in het Zuiden, en de helden van Pohjola. het land in het Noorden, om een ge heimzinnig bezit, den Molen van Sampó. welke voorspoed brengt aan zyn gelukkige eigenaars. Intusschen vormt het epos geen gesloten ge heel. Het verhaal wordt meermalen onderbro ken om lange episodes welke eigenlyk geheel op zich zelf staan, in te lasschen. In wezen Is de Kalewala mythologisch. De oudste Runos gaan terug tot een tydperk dat eeuwen voor het christendom ligt. Geleideiyk verliezen de helden echter hun goddeiyk ka rakter En zonder dat de kalewala daardoor aan oorspronkelykheld verliest, worden er in vloeden merkbaar van Ramayana en Maha- tarata, van Homerus en den Bybel Merkwaar dig is het dat de slot-Runo den triomf van het christendom over het heidendom bezingt. De Kalewala vangt aan met een besenryving van de schepping der wereld De voornaamste godheden zyn Ukko en Akka. In bet begin be slaat de aarde nog niet en aan alle kan*en ttrekken de' wateren zich eindeloos ver uit. De godin Ilmatar, dochter van de Azure Lucht en zinnebeeld van de kuischheld en van bet licht, daalt van den hemel af en verzinkt in de zee. Heel de schepping is het werk van deze godin en haar zoon Valnamoinen wordt de held van de Kalewala. Valnamoinen is een eerbiedwaardige grijsaard met een langen witten baard. Allen vereeren hem om zyn talenten en vooral om zyn groote vüsbeld. Allerlei episoden waaronder het pa thetisch verhaal van de mooie maagd Aino, die zich in zee stort om niet de vrouw te hoe ven worden van den ouden Valnamoinen, rek ken de vertelling tot men eindeiyk toekomt aan bet eigeniyke onderwerp van het helden dicht. 4 Joukahalnen. de tegenstander van Valna- moinen, lokt den ouden held naar het noor- ceiyke land van Pohjola met de valsche be lofte dat daar een mooie jonge bruid zyn komst verbeidt. Valnamoinen verlaat dadelyk bet zuideiyke land van Kalewa en tygt naar het Noorden. Hy wordt door Joukahalnen in een hinderlaag gelokt, doch weet op wonder- baariyke wijze aan den dood te ontkomen. En de heerscheresse en vrouwe van het land van tet Noorden, de machtige Louhl, biedt Vaina- rooinen dan de hand van haar dochter aan op voorwaarde dat hy den molen van Sampo op bouwt. de geheimzinnige bron van het geluk. Valnamoinen draagt oogenblikkeiyk zyn zoon Hnjarlnen die het zinnebeeld is van den arbeid, op om den bouw van den molen te beginnen. En daarmee eindigt de tiende Runo. De volgende vyf Runos hebben met het eigeniyke onderwerp van de Kalewala al heel weinig te maken en vertellen de dramatische lotgevallen van Lemminkalnen, den derden en laatsten held van het zuldelyke land van Ka lewa, die trouwt met de beeldschoons dochter v*n Saari. Killlkl. zy leven zeer gelukkig tot een dochter van Lemminkalnen tweedracht tusschen hen zaait. In zyn wanhoop trekt de held ten oorlog tegen het land van Pohjola. Als een tweede Hercules verricht hy wonae- tea van kracht en moed tot hy by zyn laat ste onderneming door een slang gebeten wordt. Ir stervensnood roept hy om zyn moeder, die na een langen en moelzamen zwerftocht nog juist op tyd komt om hem te redden Aldus het einde van de vyftiende Runo. Volgt de beschrijving van de tweede reis der helden van Kalewa naar Pohjola, en het meest Populaire deel der Kalewala: het huweiyk van Valnamolnen’s zoon Ilmarinen, de bruidszang ?*n den ouden held, en vooral de wraak van Lemminkalnen. Hiermee eindigt de dertigste Runo. De Runos 3136 zyn gewyd aan Kullervo Flens heele leven een ononderbroken treurspel is. Hy wordt overwonnen door zyn zoon, gaat Sedert een half jaar ongeveer woedt er te Cairo een hevige stryd tusschen de studenten tan de Mohammedaansche Theologische Unl- versitelt en hun leeraren. De studenten verlangen nameiyk. dat de te genwoordige rector wederom door zyn voor ganger wordt vervangen. Aangezien dit gewei- terd wordt, zyn de studenten op 23 Februari JJ. in staking gegaan. Toen een week later de politie trachtte de stakers uiteen te dryven, en er op heiligen grond bloed vloeide, sommeer den de autoriteiten de studenten, de colleges weder by te wonen. Slechts 1600 van de 10.000 studenten gaven hier gehoor aan, terwyi de overigen trachtten de „werkwilligen” te belet ten de unlversltelt binnen te dringen. Toen de polltie by het uitvoeren van een charge de moskee binnenging en verzuimde voor het betreden van den heiligen grond de schoenen uit te doen, was de verontwaardiging over deze heiligschennis zeer groot en er von den dan ook fanatieke gevechten plaats, waar bij aan belde zyden veel bloed vloeide. Er vonden 150 arrestaties plaats, en er werd besloten de Unlversltelt voor de rest van het studiejaar te sluiten en niet voor October te heropenen. De rector van de unlversltelt alsmede een aantal docenten, die zich aan zyn zyde heb- hoed een cachet geven vrouw. Juist ja Ja, zei Jlmmie. Ik zal In den morgen komen en dan zullen we zien, wat we kunnen doen. Vergeet echter niet, dat Ik van Je voren nog nooit een hoed gekocht heb. Het was een heeriyke morgen en maar heel van de Dover-Calais boot schenen er genoegen In te hebben, om den tijd van den overtocht beneden door te brengen. Jlmmie Trickett, die regelmatig het voorwerp van zyn bedoelingen gadesloeg, wachtte tot zy zich in-een van de makkeiyke dekstoelen had neergeviyd. Daarna wandelde hy zorgeloos en een beetje nonchalant die richting uit. Plotse ling ontdekte hli haar stralende tegenwoordig heid en met een van verrassing getuigenden blik in zyn oogen en een heeriyk onnooeelen glim lach om den mond groette hy haar, door zyn relspet diep af te nemen. Oh ahl U daar! riep hy uit. Ik Ik was al benieuwd of u mee gegaan was Ik eh had u niet by den trein gezien. Fnne het treft buitengewoon gelukkig, dat Ik u ont moet, omdat Ik de kaart, welke u me gegeven hebt, verloren heb en het adres van dien hoe denwinkel ben ik heelemaal vergeten. Het meisje glimlachte en iets in haar glim lach gaf Jlmmie den moed, om, na een verlegen Hindert immers niets, vond Juffrouw Walsden. U zou het erg gemakkeiyk gevonden hebben. Dat wil zeggen, als u tenminste niet vergeten bent, dat het In de Rue de la Palx is en dat de firma Valerie et Cie heet. Hetzelfde als In de South Molton Street? veronderstelde Jlmmie. Hetzelfde als In de South Molton Street precies. Zelfde zaak ook, eh? Ook dezelfde zaak. r En Ik veronderstel, ook dezelfde hoeden? Dezelfde hoeden als zy gemaakt of gecreëerd zyn. Ach. dezelfde? vervolgde Jlmmie. wan hopige pogingen in het werk stellend, om de conversatie op gang te krygen. Ik verondeistel. dat een vrouw de voorkeur aan een hoed geeft, die Is gecreëerd, zooals u dat noemt, lu de Rue de la Palx boven een van de South Molton Street? Als zy wist, dat die hoed werkeiyk van de Rue de la Palx kwam zeker. Dat zou dien in het oog van een men streek uithaalde. Het was voor hem vol doende om te weten dat zy tn den trein zat. In Dover hield hy haar wel in het oog. Maar de boot was reeds ongeveer op de helft van haar tocht, naar Calais, vóór hy haar naderde. En toen hy zich ten laatste tot juffrouw Wals den wendde, geschiedde dat op de meest na tuurlijke en ongezochte manier: hy deed alsof hy plotseling een goede reden gevonden had om bet te doen. Ik hoop, dat u de foto’s van uw zuster hebt meegebracht! Jlmmie sloeg zich op de borst, ter hoogte van het hart. Sapristle! Die ben ik vergeten, riep hy uit met verdrietige stem. Ik heb ze apart ge legd en nu liggen zy er nog. Enfin, niets aan te doen In leder geval lykt myn ruster erg veel op my. Denk een oogenbllk. dat ik myn zuster ben, en Dat zal ongetwyfeld van dienst kunnen zyn. hoewel ik geloof, dat u toch myn veiheel- dingskracht overschat. Dit werd zoo spottend gezegd, dat Jlmmie haar even moest aankyken. om te alen, hoe hy 't met haar had, doch zll glimlachte betooverend. Nee. nee, toch niet, zei hy. Enfin, we pul len de moeiiykheid wel te boven komen zoo als gewooniyk. Ik zal twee hoeden voor haar koopen en als zy ze niet wil hebben, moet zy ze maar aan de Inboorlingen daar weg geven. Buitengewoon mooie morgen, vindt u niet? Prachtig! Maakt u deze reis dlkwyia U kent Pary.s goed? Ik ken Parijs Inderdaad zeer goed. Ik ga er regelmatig elke maand heen. Ohzei Jlmmie. Ja ah Ja Ik ken de stad niet zoo goed als eh Ja.maar Ik ken haar toch goed genoeg eh om haar te kennen, begrypt u? Na deze duistere woorden verzamelde hy allen moed en veegde ar lang zaam aan toe: Wat ik zeggen wil eh. over kwartier of drie sullen we in Calais aankomen; staan zien wat gebeurde. „Zeg eens. agent." riep de toornige vrouw op den drempel, „die meneer moet in de gaten gehouden worden. Die probeert een arme we duwe voor een biefstuk te bestelen. Doet net, of hy kamers wil huren en zegt dan dat ze hem z*n zakken gerold hebben. Mooi smoesje om voor niks aan den kost te komen. Let op 'm agent, *t is een kwaad nummer. De agent keek me streng aan. ,,'k Zou maar oppassen, vader,” vermaande hy. „Maa.- beste man,” betoogde ik. „Ze hebben m’n zakken gerold. Ik heb 't je toch aan het station al verteld, een uur geleden „Verteld ja.” zei de agent, „vertéld! En schiet nou maar op; we houen hier niet van die Lon- densche streken. Vooruit! Doorloopen!” Ik was door dien keer der gebeurtenissen zóó ontsteld, dat ik me naar den hoek van d? straat repte. Ik was warm. moe. hongerig en dorstig.... en Ik had twee stuivers In m’n vestjeszak. Het was weinig maar toe hleta, als Ik een goedkoop bierhuis vond, waar een glas bier twee stuivers kostte. Allicht stond er Iets op de toonbank: beschuitjes of stukjes kaas of zoo. Dan had Ik ten minste Iets. Ik liep en zocht. Daar zag ik opeens den blerprijs voor een raam aangekondlgdtwee stuivers. Snel ging Ik naar binnen en vroeg aan een dikke Juffrouw, die achter de toon bank stond, een glas bier. Inmiddels ging myn blik de toonbank langs. „Zocht U lucifers?” vroeg de juffrouw. „Janeen stotterde ik. „Ik keek naar een stukje beschuit of kaas of zoo iets. Ik mag vin den dokter niets drinken, als Ik er niet by eet.” „Biefstuk vind Ik heeriyk.” verzekerde Ik haar. „Om U de waarheid te zeggen," ging ik met een luchtig-Joviaal gezicht voort, „ben Ik In een beetje lastige positie. Ik ben zoo.... zoo dom geweest m’n zak te laten rollen, ha, ha dus Ik sal U moeten vragen, me een beetje crediet. „Zoo.” zei de hospita, wier gelaat eensklaps In steen veranderd scheen, ,Js dat de bedoeling? Maak maar gauw dat Je weg komt, man. Ik heb die grapjes meer by de hand gehad.” „Maar.... heusch...." verdedigde ik me. .nla, ja,” klonk het smarteiyk. „Ruk maar gauw uit. anders rekenen ze Je In. Je zak laten rollen! jy hebt ’n ander z’n zak gerold, be doel Je. Marsch, gauw d'r uit of.-. Ik ging langzaam de stoep af. nu en dan omkykend. in de hoop, dat ik er nog "n woord tusschen kon sMessMsseeseMsssssMeeeMsesussssesseewzMseeme krijgen. Net toen ik beneden was, i Qp ZOCk vriend, de politie- nOUT CCIl bleef staan om i i te zien wat er Ik heb wel een Idee, antwoordde Scraye. Ik kwam erop, nadat Ik het geval van Pals- Rrave en Fleming gehoord had. Ik legde het hun voor; wy praatten erover. Nu wil Ik net jullie ook zeggen. De bedoeling is. dat er zich *b somt van verdedigende vereenlglng vormt onder de bezitters van voorwerpen, wy behoo. ren allen tot een bepaalden king, tot een be- Psalden stand door rustig, vertrouweiyk pra- ten kunnen we elkaar waarschuwen. Den vol konden keer, dat er Iets verdwynt meet de Lëtrokken eigenaar scherp en ronduit optreden Veronderstel, dat je gistermorgen eeriyk en onversaagd gehandeld had? meende Tric kett. wat zou dat tot gevolg gehad hebben? ®en verschrikkelijk schandaal en mi **u Je den dader niet eens ontdekt 1 Als dergeiyke feiten geschieden op groote in het geheim, dan kan je er zeker en tot in de puntjes gezrrangmmd. Als het voorwerp eenmaal Na een uur yverig met mes en vork gewerkt te hebben, vertelde ik haar wat er gebeurd was. Ze keek medeiydend. maar haar eerste vraag had toch iets wrangs. „Heb je dien brief gepost, dien ik Je morgen meegegeven heb?” vroeg ze. „Om Je de waarheid te zeggen, neen, vergeten. Maar Je kon wel wat meer toonen voor m’n ongeval In plaats van „Wacht even." hernam ze. „maak dien brief eens open.” Ik haalde den brief uit m’n zak en voldeed aan haar verzoek. Het eerste stuk papier, dat ik In de hand kreeg, was een biljet van een pond. „Ik had een advertentie gelezen van prach tige stellen tafellakens met servetten.” zei m’n wederhelft, terwyi Ik zwygend naar het biljet zat te staren, „en ik had er een besteld. Je hebt den heelen dag met dat geld in je zak geloopen...." zou Ik u mogen vragen, of u de lunch met my wilt gebruiken? Ja? U is erg vriendeiyk, antwoordde Juffrouw Walsden Ik neem het aanbod graag aan. Als er één ding is. waar ik het land aan heb excuseer die uitdrukking dan is hfk toch zeker: het alleen reizen, zei Jlmmie. Niemand om eens gezellig mee te praten en zoo, eh? Juffrouw Walsden antwoordde dat het zeker veel pleizlerlger was in gezelschap te reizen. Waarna de heer Jlmmie Trickett permissie kreeg, om een sigaret op te steken; genoemde heer maakte het zich toen gemakkeiyk en beiden amuseerden zich erg goed, zoodat het voor hen een verrassing was, toen zy kernei sten, dat de boot Calais binnen liep. Jltnmle werd 'opeens weer een en al activiteit. Hy postte zich by de bagage van de assistente tot een kruier op de boot kwam, die haar koffers en ook de zyne naar den trein bracht. Zy zochten een gezel lige eerste klas coupé uit en daarna geleidde hy haar naar de restauratie Daar speelde hy zoo leuk den gastheer tegenover juffrouw Walsden. dat hy beet kon doorgaan voor een ouderen broer of voor haar grootvader. Deze rol lag hem h^el goed: van nature was hl) iemand, die steeds zichzelf zou uitsloven, om een ander goed te doen. De waardin keek me met een yzigen aan. „Er is een lunchroom vlak In de buurt.” zei ze en streek m’n twee stuivers weg. Ik dronk gauw m’n bier uit en sloop de straat op. De agent stond klaarbiykelyk op me te wachten. „Ik zal je In de gaten houden, vader,” mom pelde hy In ’t voorbygaan. Ik deed alsof Ik niets hoorde, liep het strand op en ging op een bank zitten. Draaierig van het bier geworden In m’n leege maag, gevoelde ik me alles behalve lekker. „Mooi weertje,” zei een vriendeiyke oude heer, die aan ’t andere einde van de bank zat. „En die zee, prachtig hè? Een mensch gunt zich gewoon den tyd niet om te gaan eten.” Hy keek up z’n horloge. „Kwart voor twee! Wat vliegt die tyd! En nu Ik er aan denk, heb Ik een honger als een paard. Hebt U al gegeten?” „Neen,” zei ik. En toen verloor ik al m’n zelfbeheerschlng. Ik deelde hem mee. dat m’n portemonnale gestolen wasmaar de harte- looze oude rakker legde me met een hand gebaar het zwygen op. „Jongeman.” begon h^ streng en plechtig, „ik verbaas me over je! Zoo netjes In de klee- ren en dan bedelen! De drank natuuriyk! Ik ruik het. t Is erg tegenwoordig. Als ik een agent tegenkom, zal Ik hem aanraden, je in t oog te houden.” -• a- igralne is een vorm van hoofdpyn, die I y I een zeer typisch verloop heeft en in aanvallen optreedt, die op onregelmatige tyden terugkeeren. Meestal beginnen er reeds In de jeugd nu en dan lichteaanvallen, die op lateren leeftyd In heftigheid toenemen Vooral onder vrouwen komt de migraine nog al eens voor, soms in maandeiyks terugkeerende aanvallen. Dq hoofdpyn Is in het begin meestal halfzydlg, In htt voorhoofd of de slaapstreek, maar ook wel in den nek gelocallseerd. De pijn kan een groote heftigheid verkrijgen, zoodat de Ujder zich in een donker vertrek moet op sluiten. Allerlei gezlchtsstoornlssen treden bfl den aanval op; soms ziet de patiënt maar een deel van het gezichtsveld, soms ook lichte vlekken, flikkeringen enz. In den regel begint een migraine des mor gens om den volgenden dag weer te zyn verdwe nen. Er komen echter ook migraine-toestanden voor, die dagenlang kunnen aanhouden. De oorzaak van de migraine staat niet geheel vast. Alles wyst erop, dat vernauwing der bloedvaten In de hersenen en hersenvliezen een der oorzaken is, maar wat tot deze vaatkramp voert is niet met zekerheid bekend. Reeds lan gen tyd werd echter aangenomen, dat de con stitutie d.wx het gestel van groot belang Is Zoo kon men ook verklaren, waarom klimaat en voeding van invloed op het aantal aanvallen en hunne hevigheid kan zyn. Ter bes try ding van de aanvallen worden ge wooniyk allerlei „hoofdpynpoeders” genomen, waarvan de uitwerking niet altijd zoo gunstig Is als wel wordt gewenscht. Vooral tegenover de zware en langdurige aan vallen stond men machteloos. Zoo Is dan ook elke goede raad hiertegen met vreugde te be groeten, al moge het ook biyken. dat ook deze niet onfeilbaar werkt. De Weensche zenuwarts Prof. Wagner- Jauregg, die voor zyn ontdekking van de ma- larlakuur by hersenverweeklng den Nobelprijs kreeg, heeft In de „Wiener Medizlnlsche Wo- chenschrift" onlangs over de behandeling van de zware mlgraineiyders geschreven. Het Was hem opgevallen dat vele van deze patiënten zich overdadig voedden, vooral veel suiker en zoete spyzen en lekkernyen gebruikten en wei nig beweging namen. Zoo kwam Wagner-Jauregg ertoe als behandeling een dieet voor te schry vé&, waarby het gebruik van «uiker, honing jam. bonbons en ook zoet ooft werd verboden. Zetmeel in den vorm van brood en aardappelen werd toegestaan. Dit dieet moest minstens 4 weken worden volgehouden en in dien tyd moest de patiënt eiken morgen voor het ontbyt een uur wande len en een glas Karlsbader water (purgeermid del) drinken. Het succes van deze kuur Is, volgens den be roemden zenuwarts, zeer groot. De heftigheid en duur van de aanvallen verminderen en worden weer zóó, dat zy met de gebrulkelyke poeders te onderdrukken zyn. Ook na de kuur houdt de verbetering jmn, zelfs Jarenlang, vooral wanneer de migralnelyder er zorg voor draagt ook verder een suikerarm dieet te volgen. oen Ik op dien heeriyken Pinksterdag In den trein naar Sandrlgam stapte, zou ik iedereen hebben uitgelachen, die me voorspelde, dat ik dien dag nog sou loopen te bedelen om brood. Dr was van plan In Juni "n paar weken in Sandrlgam door te brengen met myn gezin en nu ging ik op verkenning uit: een pension zoeken. Er Uep den tweeden Pinksterdag een goed- koope trein en dus ging Ik ’s morgens in de rij staan, betaalde m’n kaartje toen ik aan 't loket kwam en stak m’n portemonnale met de res- teerende drie A vier pond weer in m’n zak. Ik stapte in en verder gebeurde er onderweg niets, t Was stampvol op t perron in Sandrlgam en ik bevocht me een doorgang naar de contróle. Bulten het station gekomen, bleef ik staan om adem te scheppen, terwyi honderden badgasten my voorbystroomden naar den zeekant. Ik trok m’n pet recht en probeerde op m’n horloge te kyken. Maar ik kon het niet, want m’n horloge was verdwenen. De ketting was ook verdwenen en m’n portemonnale eveneens. „Verdwenen", suisde het in m’n oor. Ik werd boos. Ik holde naar den politie agent, die aan den overkant van de straat stond en sprak hem aan. „Zeg.” riep ik opgewonden, „een van die lamme badgasten heeft m’n horloge met ket ting gestolen.” „Wie?" vroeg de agent minzaam. „Hoe kan ik dat nou weten?” ,Ja mynheer,” lachte hy, ..hoe kan ik 't dan weten?” „Ik verwacht niet dat Je iets weet.” zei ik streng, „maar dat je iets doet.” „Wat dan?" vroeg hy weer. „Die heele bende arresteeren?" En hy strekte alomvattend armen uit. Z’n koelbloedigheid werkte irriteerend op me. „Maar,” riep ik, ,ze hebben m’n geld ook ge stolen!” „Dat is erger”, meende hy. „U kunt altyd *n agent vragen hoe laat het is.... maar, als U om geld komt. Je neemt het nog al kalm op „Hoor eens, mynheer, er zyn zoowat 9000 menschen uit dien langen trein gekomen; die kan ik niet allemaal vragen of zy ’t gedaan hebben; ze zeggen toch allemaal neen. Maar ik zal ’t rapporteeren. dan kunt u later eens op het bureau komen hooren. Dus vertelt U maar eens op....” Ik verstrekte hem alle byzonderheden over me zelf en de vermiste goederen en keek op de stationsklok, 't Was vyf over twaalf, het duurde dus nog vyf uren en vyf en twintig mi nuten. voor ik weer naar huis kon.... Maar wat was er aan te doen? Ik moest maar aan m’n werk gaan: een pension zoeken. Dat kort te den tyd. Rondwandelend keek ik naar een geschikt verbiyf uit. Toen ik een huls zag, dat er vroo- iyk en zlndeiyk uitzag. ging ik de stoep op. belde en vroeg de kamers te zien. De dikke hospita was'enkel glimlach. De zitkamer en de drie slaapkamers leken me heel geschikt en de dame leek me heel vriendeiyk. Ik besprak dus de kamers voor het bepaalde tydstip. Terwyi ze over de etenskwestie sprak die ze maar met m’n vrouw moest regelen, zei ik kreeg ik een idee. Ik had honger gekregen, en hier, dacht ik, bood zich uitkomst aan. „O Ja.” zei ik. onverschillig weg, „ik heb nog een paar uurtjes den tyd, pilsschlen kunt U een eenvoudige lunch voor me klaar maken?” „Met alle pleister, mynheer”, zei de dame. „Ik heb nog een lekker stuk koud vleesch staan, maar Ik kan ook een karbonade of een bief stuk voor U takken, als U even tijd hebt.” Hy stond op en ging en Ik bleef woedend achter. Toen ik het heertje nakeek, zag ik den politieagent naderen en ik zag ze samen pra ten. Ik heb dien middag verder besteed met rondsluipen, wanhopen en met slapen, ging ik naar 't station, op twintig pas afstand gevolgd door den agent. Het was by negenen toen ik myn woning binnenstrompelde. M n vrouw kwam me tege moet en keek bezorgd. „Wat heb Je?” vroeg ze. „Vraag me niets,” viel ik uit. „Geef me gauw wat te eten; T komt er niet op aan wat. Gauw!” De oude Servische ridders waren volgens de legende uitgerust met .magische zwaarden, die het harnas van hun vyand konden doorboren” Het .geheim” van deze wapens schynt hierin te bestaan, dat zy niet van yzer, doch van nlk- kelstaal waren vervaardigd. Men heeft nameiyk in oud-Servië een stuk metaal opgegraven dat waarschyniyk het oud ste stuk staal is, dat er bestaat. Het was on- mogeiyk er een gat in te boren, en een analyse heeft aangetoond, dat het nikkelstaal ts een byzondere hardheid. De plaats waar het stuk staal werd gevon den doet vermoeden dat het minstens duizend laar oud is, zoodat het reeds bestond 950 Jaar i óór dat nikkelstaal opnieuw werd ontdekt. en >t. en II II t.; a: in r- t. 13

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3