Het einde van Prins Eugène
van
H
DE ENGELSCHE KAPERS
I
DIEFSTAL?
I
I
efcn da^
JEUGD!
IN DEN STRIJD TEGEN
DE ZOELOE’S
WB
korps was, belastte met het commando over een
escort dat op den linker oever van de Bloed
rivier een geschikte kampeerplaats moest op
zoeken voor de tweede Britsche divisie. Later
heeft kapitein Carey zich verdedigd met de be
wering dat niet hy over het escort het bevel
voerde, doch de Prins naar wien hy zich moest
schikken. Het lykt echter al heel weinig waar-
schljhlyk dat een kapitein van het koninklijk
North Staffordshire-regiment onder de bevelen
van een eenvoudigen luitenant werd geplaatst.
Bovendien had kolonel Harrison, voor het ver
trek van 1 escort, er by kapitein Carey op aan
gedrongen dat hy den Prins niet uit bet oog
zou verliezen. Ten slotte schreef Prins Eugène
eigenhandig in zyn zakboekje: „Escort under
captain Carey.”
IIIIIIIUIIIIIIHIIIIIIIIIM
VRIJDAG 29 MAART 1935
Etruskische taal
l
Sic transit....
Portretten in straten
Treinoverval
N
I
2
,v
F-
8*.
[0
O
Si
DOOR J. S. FLETCHER
I
Al. een leeuw heeft hij
zich geweerd
11
Uitroeiing van „slechte”
gewoonten
yj,.
'\Het ver\
onSm&
Waar men degenen moet zoeken,
die verantwoordelijk zijn voor
den dood van den
23-jarige
van Loseley
J
ik
Dezen, toestand
MARTIN BERDEN
(.Nadruk verboden)
iuiiii
iiiiieiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiuii
ent
Hl)
000
en
ooi
la dat
n.
die
m
zeer
Q.
I
o
(A
L
B
A
l
l
Uw
te
M
verklaring van den detective werd ge-
(.Wordt vervolgdJ
I
.L
HOOFDSTUK XVIII
HET FOSTREGISTER
Dit schip begon onmlddeliyk de achtervolging. Een
duel tusschen beide schepen was onvermijdelijk. Allen
waren gereed. Reeds begon der Spanjaard langszzy
te komen.
roer
ren
>h".
tan
ld.
ct,
Itce
den
troep
Te Petrovgrad (vroeger Vellkl Bechkerakl
Is een club gevormd, die zich ten doel stelt
heeft. Mij dunkt ook, dat We de za,
eenlgen tijd kunnen laten rusten. Wl
m'n
Ik
en
lala
ct.
et.,
per
-J0
ad-
fet.
Per
m-
lijs
550
-80
n-
rt.
m.
□a.
Tel
ct.
00
ta-
rar
L000
cool
«n:
gen
hs-
Bot
per
kg.
.20.
ae-
U-
00.
tal
en
btf verlleg van een ban*
▼oei of oen oog
Om
was ontdekt
In gevaar verkeert.
tc roeien".
De leden zweren, niet hun hoeden te zullen
afnemen of hun handschoenen te Bulled uit
trekken, wanneer z(j bekenden tegenkomen of
een bultenlandachen groet te gebruiken; voorts
geen vrienden of vriendinnen vrij te houden of
zich te laten vrijhouden, en alles self te be
talen, kaartjes voor theater, bioscoop enz.
Tenslotte hebben zij onder eede verklaard
zich niet luxueus te zullen kleeden.
By het dansen zullen de man en de vrouw
gelijk zyn. Zoowel man als vrouw vragen om
een dans of weigeren zonder te beleedlgen, in
dien zij geen lust hebben om te dansen. De le-
djn van de club zullen zelf letten op de na
leving der bepalingen door hun medeleden,
die* bij overtreding zullen worden beboet.
Kapitein Qay wachtte met het afvuren van de
kanonnen, tot de Spanjaard vlak bij was. Deze scheen
het veroverde schip te willen sparen en draalde met
schieten. Hij gaf alleen een salvo met zijn licht ge
schut af, waarvan de kogels weinig kwaad deden.
Ongelukkig voor de Spanjaarden was slechts «en
der schepen voldoende bemand om onmlddellljk een
achtervolging te beginnen. Het «as het vlaggeschlp
van den admiraal, dat zwaarder bewapend was dan
de bodem, die door kapitein Gay veroverd was.
*»»ss»»sa»»»»M»«MSeee«»»s»
De hoofdstedeiyke autoriteiten van Sofia stre
ven ernaar het stadsbeeld zooveel mogelijk te
verfraaien en in verband hiermede is thans be
sloten portretten van beroemde Bulgaarsche
mannen op te hangen in de straten, die naar
deze ztjn genoemd.
De voornaamste straten der stad zijn voor
het grootste deel genoemd naar de Bulgaarsche
Czaren, naar beroemde Bulgaarsche schrijvers
of revolutionnalren. alsook naar Russische ge
neraals, die een leidende rol gespeeld hebben
In den oorlog, waarin Bulgarije zich losmaakte
van de Turken.
Dat het voorjaar is gekomen
Voelt u niet slechts aan het weer,
Want om u dit bij te brengen
Spreekt er iets oneindig meer!
Ook dat nu de zon bijvoorbeeld
Heel wat warmte meer bevat,
Zegt zelfs voor een nieuwe lente
Inderdaad nog niet je dit!
Ook niet dat de dagen lengen,
Noch het groenen van de wei,
Net zoo min dat groot mirakel
Van het eerste kievitsei!
Zelfs de Ueve nouveautéetjes.
Die de mode u weer biedt,
Wijzen u wel op het voorjaar,
Maar zij zijn de lente niet!
Doch het ééns, juiste, ware,
’t Onmiskenbaar element,
En waaraan u alle jaren
Steeds het voorjaar t’rug herkent,
Wat u méér zegt dan wat anders
Door zijn uitgesproken rol,
*t Is op ttraat de demonstratie
Van. ...de knikkers en de tol!
Aan een jongen Hongaarschen geleerde dr.
Felix Pogranyl-Nagy is het gelukt de 150 Jaar
*ang vergeefs gezochte oplossing van het pro
bleem der Etruskische taal op te lossen. Het
sens zoo machtige volk der Etrusken, dat voor
en onder de Romeinen In Mldden-Italië leef
de. heeft talrijke taalfragmenten achtergela
ten, doch deze kon men. ofschoon alle letters
van het vrij eigenaardige schrift bekend wa
ren. niet lezen, omdat men tot dusver de taal
zelf, waarin zij waren geschreven, niet kende en
in de andere talen geen aanknoopingspunt kon
vinden, dat tot de oplossing van het probleem
kon leiden.
Pogranyl-Nagy stelde vast, dat bet Etrus-
kisch behoorde tot de zoogenaamde Asianische
taalgroep waartoe ook de Oud-Sumedsche taal
behoort, die met haar naar verhouding In ruime
mate voorhanden documenten voor «en verge
lijking met de Etruskische taai het geschiktst
scheen.
Ook beeft de geleerde gebruik gemaakt van
een merkwaardige studie van een Hongaarschen
Katholieken geestelijke, waarin de tekst van
bet Onze Vader in duizend verschillende talen
is weergegeven o.a. in het Etrusklsch en aan-
gtzlen de Inhoud van het Onze Vader in iedere
taal gelijk moet zijn, beschikte Pogranyl-Nagy
zoodoende over het langgezoebte blllnguistische
taaldocument. Hjj slaagde er daarop in den
tekst te vertalen en de geheele structuur van
ae Etruskische taal te reconstrueeren, waar
mede oen oud phllologisch probleem zijn op
lossing heeft gevonden.
r-i
van, dat deze menschen niets zullen nalaten,
om het onderzoek te verhinderen.
♦- U gelooft dus ook, dat deze bende voort
zal gaan met haar diverse operaties? vroeg
Scraye.
Ja hun spel brengt te veel voordeelen.
Er zal misschien op deze reeks diefstallen een
periode van rust volgen, doch later herhaalt
zich het spel. En wat nn zeker ongewenacht is
is publiciteit. Het is beangstigend als mijn
heer Trickett niet van plan la, zijn onderzoe
kingen te laten rusten.
Scraye stond van tafel op
Ik geloof, dat mijnheer Sehmldt gelijk
- n beter
f kunnen
altijd nog zien, hoe zich ontwikkelen.
Er moet tets gevonden worden over den
moord op die vrouw, gaf Packe toe. Iets moet
er van uitlekken. Men kan iemand niet in
koele bloede vermóórden zonder dat
Plotseling hield Jimmie op met fluiten en
stond bruusk van zijn stoel op.
Zoo? sel hij. Zoo. dat is dus alles!?
Dat is dus, wat jullie bet beste vinden? We
laten de zaken dut rollen, eh? U zult dus naar
Parijs teruggaan, mijnheer Sehmldt. en daar
uw eigen werk doen, en de Londenache politie
zal in haar eigen stad het hare doen? Ik
gejoof, dat ik Jullie goed begrepen heb. hé?
Ik wensch alleen klaarheid!
A I I 17 A °P <ut blad zlJn ingevolge de verzekeftngsvoorwaarden tegen E* MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7CA «1 een ongeval met 17 QEA
-rAI «I <r< rrDVlil’tj ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 4 <JVJe" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen JT f ÜUdoodelljken afloop 1 XuOVJe" een
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
De gezusters EUy en Emma Knowles, die eens
in de „gay nineties" koninginnen waren van de
society te Brooklyn en een prachtig huls in
het toentertijd zoo deftige Vanderveer Park
bewoonden, verkeeren, naar een dezer dagen
gebleken is, in zeer behoeftige omstandigheden.
Het huis is thans vervallen, de wijk is een
achterbuurt geworden en de zusters waren res
pectievelijk 77 en 79 jaar oud geworden. Een
oude vriend, die den dames een dezer dagen een
bezoek wilde brengen, ontving op zijn herhaald
kloppen geen gehoor. Toen de hulp der politie
was ingeroepen en de deur geforceerd, vond
men de belde zusters in bewusteloosen toestand
liggende op den keukenvloer, van honger meer
dood dan levend.
Het eenlge voedsel, dat in huis bleek te zijn,
bestond uit een paar verdroogde stukken sinaas
appelschil. die op den grond lagen. De dames
waren gekleed In de ouderwetsche zijden ja
ponnen, die in de dagen toen zjj op het hoogte
punt van baar roem stonden, als het aller
nieuwste op modegebied golden, en een van
ben, Elly, leed aan verlamming.
Hoewel bet algemeen bekend was, dat de
zusters in armelijke omstandigheden verkeer
den, was elk aanbod van levensmiddelen of fi-
nancieele hulp van de buren beleefd van de
hand gewezen. De oude dames verklaarden met
een zekere waardigheid, dat zij liever onafhan
kelijk bleven. Zij hadden genoeg te eten.
Thans wordt er echter behoorlijk voor de
dames gezorgd.
om u
u te waarschuwen,
om u te waarschuwen
kameraad
geloofde je,
nog niet
et leek wel een afgesproken teeken. Vlak
op *t schot van Mc Haiii werden de halve
deuren opengeduwd en er trad een vreem
de In de kroeg der gouddelvers. H(j bleef voor
de zwaaiende deuren staan en zag naar de roer-
loose gestalte op den vloer en naar het plasje
bloed, dat ach al begon te vormen. HU sag weer
op en keek toen weer naar het lijk. Toen voel
de hij de koude, donkere oogen van Mc Halli.
half dichtgeknepen, naar hem loeren. Hij keek
den moordenaar aan. „Dood hè?" zei hij, met
een knik naar het lijk.
„Wel neen," snauwde Mc Halli, spottend
„Hij is niet dood. Hl] is zoo moe van *t peuteren
in een anders zaken, dat hij even moest uit
rusten.”
De vreemde scheen hierover ernstig na te
denken.
„Ja, t is vermoeiend werk, de zaken van een
ander te willen regelen."
Mc Halli stond nog naast het omgevallen ta
feltje, waaroverheen hjj een paar minuten te vo
ren een man had neergeschoten. De toeschou
wers; cowboys, gelukzoekers, leegloopers, keken
toe met ingehouden adem. De Vreemde liep naar
’t buffet en wierp een dollar op de toonbank.
„Een flesch met drie glazen,” beval hij.
De moordenaar blies den rook van z'n revol
ver, verving de leege patroon door een nieuwe
en stak de revolver weer in den holster op z’n
heup. Met loerende, beslultelooae oogen keek hij
naar den vreemdeling. Deze droeg een oude,
leeren broek, met versleten laarzen over de
einden heen, een oud leeren vest over een ver
schoten blauw flanellen hemd, en «en grooten
slappen hoed over dun grijzend haar. Mc Halb
had het gevoel, dat hij dien man meer had ont
moet, onder omstandigheden, die weinig goeds
beloofden voor een volgende ontmoeting,
dècht na....
De vreemdeling bracht de flesch en de drie
„«He slechte maatschappelijke gewoonten -uit «teeen naar een tafel. Aller oogen volgden z’n
beweningen.
Toen de drie glazen op tafel stonden en de
flesch in 1 midden, keek de vreemdeling naar
Mc Halli.
„Kom een glaasje met me drinken," zei hij
vriendschappelijk.
Mc Halli kreeg een kleur van ergernis. Z’n
hand ging naar z'n heup, maar kwam niet ver
der. Wat hield hem tegen? Vrees? Bespottelijk.
Hoe kon hij Gil Mc Halli bang zijn voor zoo'n
ventje? De man was niet eens gewapend. Mc
Halli was trouwens niet bang voor revolvers.
Hij haalde z’n schouders op en liep naar de
tafel.
,Nou.... en?” Met koude oogen keek hij den
vreemde aan.
Het kleine mannetje ging zitten.
„ik wilde u een verhaaltje vertellen.” zei hij
langzaam. Hjj haalde een klein fleechje uit z'n
vestzak en stak het omhoog
Mc Halli en alle aanwezigen keken verbaasd
naar het fleschje. In eerstgenoemde was een
eigenaardig voorgevoel opgekotnen. Dit waa
dacht hij, nog maar een begin; het einde zou
voor hem allergewichtigst zijn.
„Dit fleschje,” hernam de vreemde, „is ge
vuld met nltro-glycenne. Als ik ’t liet vallen
bleef er van dit heele huis en allen die er in
zijn, niets over; ook als ik neergeschoten werd.
Ik zeg ’t maar vooruit;" dit zeggende, keek hij
Mc Halli strak aan.
Hij schonk de drie glazen vol. In het gele
licht van de petroleumlampen zagen de man
nen verbaasd, hoe zoo’n nietig, oud mannetje
den woesteling Mc Halli in Bedwang hield.
„2ioo,” zet de vreemde. Hij hief z'n glas op.
correspondentie die Keizerin Eugénie onderhield
met haar moeder en haar andere familie In
Spanje. De heer Hanotaux meent dat deze brie
ven er veel toe zullen bijdragen om haar, die de
Keizerin der Franschen was, beter te leeren
kennen als een sterk karakter, geboren om te
bevelen. „Een mooie, dappere vrouw- een edel,
rein leven; een doorluchtige souverelne; een
wanhopige moeder.” Zoo schildert Gabriel
Hanotaux Keizerin Eugénie, de gemalin van
Napoleon III.
Het groote leed van haar leven was de dood
v»n haar zoon. Men heeft haar verweten dat zjj
den Prins naar Afrika liet gaan, doch zij wist
daar niets van tot vier dagen voor zijn veterek.
toen alles reeds geregeld was, haar zoon haar in
kennis stelde van zijn besluit. Aan den heer
Hanotaux vertrouwde zjj een» toe: „Hoe zou men
dezen jongen soldaat die van vaders zijde het
bloed van Napoleon, van moeders zijde het
bloed van.don Qulchotte in zijn aderen had
kunnen beletten ten strijde te trekken?" Nadat
rij de tijding van den dood van haaf zoon ont
vangen had schreef zij aan haar moeder: „Kom
niet over. Ik ben wild van smart.” En 8 Sep
tember 1878 schreef zij, weer aan haar moeder:
„Vroeg of laat slaat voor een leder het uur van
schelden. Voor degenen die meer dierbaren
hebben aan gene zijde van het graf, dan in dit
leven, is het *t beste om maar zoo spoedig mn-
geljjk heen te gaan. Hier op aarde heb ik al
leen u nog maar; daar boven zijn zij talrijk....
Zonder u te kwetsen mag ik dus er naar ver
langen dat ik met hen hereenlgd word. Ook u
zult ten slotte bij ons komen. Niets kan het
kind vervangen dat sinds 1870 heel mijn leven
was. Elk mijner gedachten was aan hem ge
wijd; wij leefden in onze eenzaamheid met die
gedaohte. Ik had geen afleiding, geen vrienden
alles was voor hem en hij was alles voor mij.
De smart heeft mjj niet wyanvlnnig gemaakt
maar wel Is alles gebroken en vernietigd.”
Toevallig beëindigt te gelijker tijd in de Jte-
vue des Deux Mondes" de heer Augustin Thier
ry een uitvoerige, goed gedocumenteerde studie
over den eenlgen zoon van Napoleon m en Kei
zerin Eugénie, Prins Eugène. Uitvoerig vertelt
hij diens dood In de campagne tegen de Zoeloe’s
Nieuwe feiten heeft de heer Augustin Thierry
niet ontdekt, doch hl) geeft een verhaal dat
ontroerend is in zijn eenvoud, terwijl hfj tevens
klaar en duidelijk aantoont waar men degenen
zoeken moet die voor den dood van den drie-en-
twintigjarigen Prins Eugène verantwoordelijk
^Sd, kapit
Jimmie gaf nog niet toe.
Tweede vraag: Waarom nam de man dan
later het tweede pak weg?
Hij was er niet volkomen zeker van. wat
het kleine pakket inhield. HU sloeg u wel gade,
doch kon natuurlijk niet weten, wat u gedaan
had, terwijl u op uw kamer was. HIJ onderzocht
later den koffer en nadat hij gezien had, dat bat
verlangde er niet in was, besloot hij het kleine
pakket na te maken. HU had nog tijd, om dit
te doen, voor de mail naar Londen vertrok.
Oh zeer goed! Maar nu waar ver
wisselden zij het echte voor bet nagemaakte
pakket? Antwoord daar nu eens opl
Voor ik dat doe, zou ik u willen verzoe
ken. uw bediende binnen te laten roepen. Ik
sou hem dan «enige vragen willen stellen,
bijvoorbeeld hoe uw brieven op uw kamers
worden bezorgd. Zijn antwoorden sullen ito zaak
misschien vereenvoudigen.
Jimmie stond op en liep naar de deur.
Dat is makkelijk te doen, zei hij. terwijl
hij de deur opende en in de gang keek.
Kentoverl
en bleef den ander aanzien. De hals van bet
fleschje stak boven z’n vestzak uit. „Nu zullen
«e drinken op 't eaccee van....’
Hij voltooide den zin niet. De moordenaar was
opgesprongen. met onverholen vrees in z’n
oogen. Z’n handen grepen den tafelrand.
.Jxnetey!" riep hij. „Loseley! NU herken
je." Z'n hand greep naar de revolver. De man
dien hU herkend bad maakte wn bijna on
merkbare beweging met z'n band.
^Je geheugen gaat er op vooruit," zei hij
kalm. „Denk er om, aés ik val, vait de nitro
mee. Dan blijft er hier niets over dan een gat
in den grond. MV kan -*t niet schelen. Ze heb
ben me een half jaar geleden uit de gevange
nis ontslagen. Ik heb vijf maanden noodig ge
had om je te vinden. Eu nu zal ik Je een ver
haaltje vertellen."
Mc Balli was. weer op ȕi stoel neergevallen.
Z'n gezicht was aschgrauw. Dezen, toestand
kwam hij met
snel schieten niet
te boven. De
kleine vreemde
ling was té kalm,
tè zeker van z’n
zaak. Bet was of
s n revolver vast
gevroren zat in den holster.
Loseley had z’n glas opgeheven. „We zullen
drinken op 't succes van de goudmijn. Ken je
den toast nog, dien we in een butje op de Dul-
velstafel gedronken hebben, Mc Halli? We zaten
dien avond daar, wij t'-
Je weet, dat ik levenslang
den moord op Rick; op H
bediende kwam binnen, rustig en met
een zekere waardigheid.
Kentover, zei Jimmie, weer aan tafel zitten
gaand, hoe krijgen wy onze brieven in het
hotel? Ik bedoel, hoe worden zij op onze
kamers gebracht?
De morgenpost, mijnheer, haal ik zelf van
beneden, antwoordde Kentover. Brieven, die
overdag komen, worden gebracht door Iemand
van het personeel. Of als ik eens beneden
moet zijn en ik zie er in uw box, dan breng
ik ze mee.
Dit pakket, vervolgde Jimmie, op het
papier wijzend, bracht Je dit zelf naar boven?
Gisterenmorgen, mijnheer? Zeker, mijn
beer, zooals gewoonlijk.
Hoe laat was dat?
Gisterenmorgen was ik wat laat, toen ik
naar beneden ging, om de brieven te halen.
Ik was niet heelemaal in orde, mijnheer, en
omdat u toch niet thuis was. bleef ik wat
langer op bed dan anders. Het zal ongeveer
tien uur geweest zijn, mijnheer,
Je vond dus dit pakje op dé gewone
plaats? vroeg Jimmie.
Zeker, mijnheer op de gewone plaats.
Jlmmle wendde zieb tot BchmldL
Bent u verder gekomen? Vroeg hjj.
De zou graag willen weten, waar die ge
wone plaats is, zei Sehmldt.
Waar ia die. Kentover?
ET is een kamer, mijnheer, vlak naast het
kantoor. Daar zijn boxes voor de menschen. die
regelmatig bet hotel bewonen. De kantoorbe-
hun sagaaien. De blanken «nellen naar hun
steigerende paarden.
„Vluchten I” beveelt kapitein Carey. Want in
het Engelsche leger strijdt het blijkbaar noch
tegen het gebruik, noch tegen de eer om in
wanhopige gevallen een dergeiijke order te ge
ven.
Carey zelf is reeds ver weg. HU spoort zfjn
paard aan tot een wilden galop. Hij vlucht met
lossen teugel, zonder om te kijken, zonder Meh
te bekommeren om wat er achter hem gebeurt.
„You will look after the Prince," heeft kolonel
Harrison tegen hem gezegd l Zijn mannen vol
gen het voorbeeld van hun aanvoerder. Ook
Prlne Eugène probeert in den zadel te springen
HIJ grijpt den stijgbeugel, wil zich omhoog hij-
schen, doch zijn paard dat anders altijd even
rustig ia, wordt schichtig van het schieten,
steigert en werpt hem af.
„Haast u, haast u," roept Letocq, een vroegere
matroos uit Guernesey die even afgestegen is
om zijn karabijn op te rapen, en hem nu voor
bij stuift.
Zich vastklampend aan den riem van den stijg
beugel loopt de Prins naast „Fate” die in een
blinden galop achter de andere paarden aan
vlucht. De Zoeloe s zijn nh zeer dicht bij. Prins
Eugène verdubbelt sjjn wanhopige pogingen om
in den zadel te komen. Een oogenblik lijkt het
dat hij slagen zal, tot plots de stijgbeugel
breekt.
En dan ia het afgeloopen. Hij struikelt, zijn
sabel, de mooie sabel, welke hij van den Hertog
van Behingen ten geschenke kreeg en waarop
hij zoo trotsch la, vliegt uit de scheetje. „Fate” 's
boeven beuken zijn schouder. En aan gene zijde
van bet ravijn hebben Carey, Willis en al de
anderen zijn val gezien. Zullen zij terugkeeren
om dengene voor wlen zjj verantwobrdelljk zijn
te redden?
„In Stoeloeland Is een man zonder paard een
Itjk,” zal kapitein Carey bij het onderzoek zeg
gen: „Ik had mijn mannen nutteloos laten af
slachten."
ZIJ vluchten, sneller en sneller. Voor hij
sterft kan de verlatene hen zien verdwijnen.
Prins Eugène wset dat hy verloren is. De
grijnzende wilden stormen op hem aan. En in
zijn laatste gevecht wil hy ten minste sterven
als een soldaat. Een sagaal bliksemt in zyn
richting, doch hij slaat het wapen weg, zoofls
hy eerder deed in Dundee. Twee, drie malen
schiet hij zijn revolver leeg en twee Zoeloe’»
vallen. Doch dan giydt hy uit en kan niet
gauw genoeg overeind komen. Een gekartelde
werpspies treft hem in de linker zyde. Een
tweede doorboort hem bet rechteroog en dringt
door tot in de henenen. Hy zinkt ineen. Heel
de strijd heeft nauwelijks een minuut geduurd
Later, na de campagne, zullen de zeven Zete-
wayo’s die aan dezen ongeiyken stryd deelna
men en aan wie men deze bijzonderheden
dankt, gevangen genomen en verhoord worden.
Eén ontbreek^ er, namelyk Zabanga die In
Oeloendi gesneuveld is. Zabanga heeft Prins
Eugène den doodeiyken stoot toegebracht.
„Wat voor een indruk maakte die jonge man
toen bU viel? Laak hjj «en rund dat wordt ge
slacht?"
„Neen, hy leek een leeuw."
„Waarom leek hy een leeuw?"
„Omdat de leeuw het moedigste dier
wy kennen.”
Na den dood van Prins Eugène berooven de
Zoeloe’s zyn lijk dat zii eerst met hun werp
spiesen zwaar verminkt hebben om er zeker
van te wezen .dat hun vijand dood is. Ztf-deelen
onderling zyn kleeren en zyn wapenen. Doch zy
laten hem het kruia en de helllgenmedailles die
aan een gouden kettinkje op zyn bebloede borst
liggen, behouden. Want een dappere moet im
mer», om sust te kunnen vinden, met zijn „amu
letten” voor zijn góden verschynen!
bben, Mc Halli? Wi
tweeën en Rick Scharlau.
kregen heb voor
r, die altijd m'n
trouwe kameraad geweest was. We hadden Ja
ren en jaren honger geleden en samen tegen de
wereld gevochten. Ziek of gezond, Rick en ik
hielden ons aan elkaar.
ET kwam een bijna onmerkbare trilling In z’n
stem.
„En toen, na jaren zoeken, vonden wij t, het
goud. Ws waren onderweg naar de Bewoonde
wereld, om ons eigendomsrecht te laten re-
gistreeren. Ik was ziek van de koorts en Rick
Scnarlau wilde me niet in den steek laten. Hy
heeft me gedragen en gesleept. En toen kwam
jy. Ik moet toen wel niet wijs geweest zijn,
anders had ik je nlete verteld van onae vondst.
Je nam ons mee naar je hut op de Dulvels-
tafel, en je verpleegde me tot ik opknapte.
Daar waren we je zóó dankbaar voor, dat we
je geiyk aandeel gaven in onze vondst. Maar
dat was je niet genoeg; je wou alles hebben."
Loseley zweeg. De vingers van Mc Ha'Ii om
klemden den tafelrand. Z’n donkere oogen ke
ken met schrik naar het fleschje. dat de an
dere man weer in d« hand haul genomen.
Je wou alles hebben.” ging Loseley voort, „en
je dacht er over Rick en my te vermoorden.
Maar je wtlde geen last hebben met het ge
recht. Je wilde vrij zyn, om de goudmijn leeg
te kunnen halen. Dub je Hat ons dien avond,
toen we by elkaar zaten, een toast op onze
rpndst drinken, je ging glazen halen. In t
kastje had je ook een fleschje strychnine, dat
Je gebruikte om de wolven te vergiftigen. Je
deed een beetje er van in t glas van Rick. Toen
kwam je weer naar de tafel en je schonk drie
glazen in, net als ik nu gedaan heb.”
Hy keek ep allen keken naar de drie gevulde
glazen op de tafel.
„Toen dronken w« en toen kreeg Rick kramp;
hy begon te kreunen van de pijn. MU gaf je
toen een slag op m’n hoofd en ik wist niets
meer. 1 Heeft lahg geduurd, vóór ik alles zoo
netjes had uitgezócht, maar ik had in de ge
vangenis jaren den tyd. Toen ik weer bU-
kwam, bad ik een revolver in de hand gn Riek
den vloer, net als die man daar.
i hand met het tlesChjé vëbe« naar de roer-
- *Bk-- op flèii grond!'
daitfé ter een aanval van waanzin
had doodgeschoten. En
Mc Halli. Ik was zwak
hersteld. Ik bekende «n
ging de gevangenis in. Daar ben ik gaan den
ken. M’n hoofd kwam weer by. Ik wist, dat Ik
Rick niet vermoord kon hebben en begreep
alles, jy had hem vergiftigd en toen op hem
geschoten en de revolver in mijn hand gestopt
en me wys gemaakt, dat ik 1 gedaan had.”
Op t voorhoofd van den moordenaar ston
den dikke zweetdroppels. Nu Loseley zweeg,
probeerde hy iets te zeggen, maar er kwam
slechts een onverstaanbaar geluld over z’n lip
pen. Met bevende hand greep hy het glas, dat
voor hem stond en dronk het leeg. Toen kwam
er een wilde schrik in z’n oogen.
„Dat Er was iets.... in dat glas! Iets
bitteraZ
..Strychnine is bitter, Mc Halli,” zei dé kleine
man kalm. .Jaren lang heb ik In de meenlng
verkeerd, dat ik m’n kameraad vermoord had.
Ja, strychnine is bitter. En na een poosje krijg
je er kramp van. Voel Je 't nog niet? Dan zal
't nog wel komen. Je maag wordt er neelemaai
heet en stram van. En die bittere smaak in Je
mond wordt hoe langer hoe erger.”
„Vervl...." De band van Mc HalUgreep naar
z’n holster, maar hy waagde het niet naar de
revolver te grypen, want hy zag. dat het flesch
je wat hooger gehouden werd, alsof *t zóó met
één slag op den grond neer zou komen.
Opeens gaf de moordenaar een gil. Hij greep
naar de plaats, waar z’n maag zat. Alle kleur
was uit z’n gezicht geweken. In het gele licht
der lampen zag het er uit als 'n wassen doods
hoofd met glinsterende zweetdroppels.
Hy kwam half overeind van z'n stoel en viel
toen over de tafel. Een paar krampachtige ruk
ken gingen door z'n lichaam. Toen gleed hij
op den vloer neer als een zak en bleef dood lig
gen met het gezicht naar beneden. Een paar
meter verder lag een andere roerlooze ge
daante.
Vóór nog iemand een hamd naar hem uit
had kunnen steken, was Loseley verdwenen.
«Li Hiwiiaz-H
Maar hoe dan ook, het was vroeg in
middag van 23 Juni 1878 dat de kleine
aoor een ravyn trok en halt maakte in een kraal
welke verlaten leek te zyn. Als legerplaats was
deze plek uiterst slecht gekozen, daar het dichte
kreupelgewas alle uitzicht benam. Niettemin
sloeg men er zyn bivak op. De paarden werden
ontzadeld. Men zette geen schildwachten uit.
De Martini-karabynen waren niet geladen. En
zelfs van het feit dat er overal kafferhonden
rondzwierven, trok men zich niets aan.
En het drama was onvermydelUk.
Juni, vertelt de heer Augustin Thierry, is op
het zuldeiyk halfrond een maand welke doet
denken aan onze maand December. Reeds om
vier uur 's middags begint de schemering te
vallen en wordt de lucht geleidelijk koperkleu
rig. Het wordt tyd om op te breken.
De Prins krabbelt nog een laatste schetsje.
Nog nooit was hy zoo opgewekt, zoo tevreden
met zyn lot! Doch dan klinkt het geluid van
iemand die als een razende komt aanloopen: de
Basoeto die sinds eerugén tyd rondsloop in bet
kreupelhout, komt bulten adem aanrennen.
•Alarm! De Zoeloe’s! De Zoeloe’s!”
Op het zelfde oogenblik knallen er enkele ge
weerschoten. De cavalerist Rogers zakt dood In
een. ’n Vyftlgtal krijgers met kroeshaar en olie-
vette huid duiken op, schreeuwen en zwaaien
werk van zou maken. Nu waarschuwden zy
hem, hen niet te vervolgen. Die waarschuwing
kwam in den vorm van een „Tunes”-adver-
tentle en het duplicaat-pakket. Enfin, zy zeg
gen, bemoeit u zich niet met onze zaken, of
het zal erger, veel erger worden voor u We
moeten er ook aan denken, heeren, dat zy niet
terugdeinzen voor een moord.
Bcraye keek Jlmmle aan. Jimmie's blik was
gevestigd op het ornament in het plafond; hij
floot zachtjes. Bcraye wendde zich weer tot
den detective.
Wat zou u willen adviseeren?
De ernstige uitdrukking op Bchmldt'e gelaat
werd ernstiger dan ooit. Het was duideiyk.
dat het ook voor hem een zaak van groote be-
teekenis was.
Ik zou willen adviseeren, zei hy lang
zaam en doordacht, dat de heer Trickett »Un
gewone leven blyft lelden en deze taak ver
van zich af laat. Op het oogenblik lijkt het my
beter, dat wy de Londensche jMxllcle bet ge
heim van den brand in de South Molton
Street laten uitzoeken en dat wy. In Parijs,
volgens onze eigen methode, een onderzoek
instellen naar het geheim, waarin wt) zoe
merkwaardig betrokken zyn geworden. Ik ge
loof, dat wy naderhand zullen samenwerken,
om de oplossing volkomen te maken.
U vindt dat het beste? vroeg Packe.
Ik geloof althans, dat het beter is. dan
dat de beer Trickett op zijn eigen manier
verder gaat «n dan den een of anderen dag
kennis maakt met een revolver of mes. ant
woordde de detective. Ik ben er absoluut zeker
noodig. dat die man een duplicaat verzond?
Waarom werd dit verzonden?
Sehmldt deed een stap vooruit en onder
streepte elk woord met een tik op de tafel.
Het werd gezonden, mynheer
waarschuwen
dat 't
dat u
dienden sorteeren de post in die boxes,
naam staat er op!
Sehmldt knikte tegen Jlmmle en deze deed
hetzelfde tegen zijn bediende.
Dank je. Kentover. Je kunt gaan, rel hy.
Ik denk je dadelijk nog noodig te hebben. Wel,
vervolgde hy, toen de bediende de kamer ver
laten had, wat maakte u er uit op. Sehmldt?
Ik ben er niet wyzer door geworden.
Ik maak er uit op. mynheer, dat myn
theorie volkomen klopt, antwoordde de detec
tive. Ik ben er nu zeker van, dat het zoo ge
gaan is: de man uit Parijs, die uw pakket zoo
keurig namaakte, verzond het duplicaat ook,
juist als het uwe werd het naar Londen ge
stuurd. Alleen had hy tevoren zyn pakket een
geheim teeken gegeven om het te kunnen
onderscheiden. Per telefoon vertelde hy toen
aan een medelid in Londen, wat hy gedaan had
en gaf hem verder eenlge Instructies. Dit mede
lid ging direct naar uw hotel, betrok h kamer,
stelde zich op de hoogte en trachtte te weten
te komen, hoe bet met de poststukken ging,
als zy aan het hotel waren bezorgd. Den vol
genden morgen nam hij uw pakket weg en
Het het nageaoaakte liggen Dit, mijnheer
Trickett ik ben er volkomen zeker van
dit ia de oplossing.
Packe knikte.
Ingenieus! mompelde hij. Inderdaad inge
nieus!
Jlmmle echter toonde zich nog lang niet vol
daan.
Vertel me dan eens, zei hy. nich tot
Sehmldt wendend, waarom was het dan
Dz
volgd door een stilte, die ten slotte werd ver
broken door Packe. die met een blik zyn ge
zelschap om gehoor vroeg.
Ik geloof, zei hy, dat dit ons terug jpert
naar de eigenlyke kwestie, waarover we zoo
Juist praatten Het vraagstuk: Wat moet er
gedaan worden?
Scraye keek naar Schmidt.
U bent er dus werkeiyk van overtuigd, dat
het gevaarlijk voor mynheer Trickett's veilig
heid of eh zyn leven zal zyn. als
hy op deze zaak doorgaat? vroeg hy
Juist, mynheer, antwoordde Sehmldt. Ik
geloof dat beslist. Ik zal het u nader verklaren.
Deze buitengewone dieven zijn ongetwijfeld
verbonden tn een vereeniglng. By toeval stootte
mijnheer Trickett op we kunnen niet zeg
gen hun geheim, want wy kennen dit geheim
niet op, laten we zeggen, een van hun
werkmethoden. En zy begrepen, dat hy het ver
dacht zou vinden, die kostbare voorwerpen
by de kaas en zjj begrepen ook, dat hij er
Drie jeugdige Bengaleezen, gewapend met re
volver» en dolken, hebben een overval gepleegd
op een trein tusschen Nawabganj en Amnoera
van den Oost-Ben gaalschen Spoorweg
Zij overmeesterden het treinpersoneel en
maakten zich met de mail uit de voeten.