<Kdu&Aaal
UOH
DIEFSTAL?!
den Aag
DE ENGELSCHE KAPERS
I
1
I
De eenige .„oude man” onder Italië’s
nieuwe bewindvoerders
ALLE ABONNÉ’S ongevallen Verzekerd wx>r een der volgende ultkeerlngen F 750.verlies van belde* armen, belde boenen of belde oogen F 750.doodelljken* afloop F 250.-■s.-ïï;
WOENSDAG 3 APRIL 1935
99
EMILIO DE BONO
Geschenk aan den Paus
De plaaggeest
Baby-portref van Sdrt Góth
leu
Libellen-serie
Pilsoedski-museum
DOOR 1 S. FLETCHER
Mussolini’s koloniale
vertrouweling
r.
n
Uitstapjes naar het
Poolgebied
£«n rassoldaat, dia streng is voor
*Ün ondergeschikten, maar nog
strenger voor zich zalven
Roeland Koning an Sari Goth
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
*e
t
k
op
het
s
sinds
HET BANDSCHRIFT
i
i
s
r
i
en maakt dan verder
i en ook ernstiger bot-
En wanneer hü weer naar Italië
Jeideïük op, --
nog met Jimmle mee naar de
eenige minuten later sag hü
Het was hem
i die met hem
i
I
i
op de*Wlersche hel, verleden
R
1
1
h
r.
i.
Het Poolsche verbond van reserve-offlcleren
heeft het landgoed Zulev, waar Maarschalk
Pllsoedskl werd geboren, aangekocht.
Het huls zelf is gesloopt, doch men wil dit
herbouwen volgens de.gegevens te verstrekken
door de zuster van den maarschalk. Het nieuwe
gebouw zal dan worden ingericht als museum,
waar verschillende souvenirs, welke betrekking
hebben op maarschalk Pllsoedskl, zullen worden
ondergebracht.
i—
adres komen. Wat zou het kunnen zijn:
...nham Manor? Enfin, Ik zal mijn best doen
Maar den volgenden morgen zou Jimmle
anders bezig gehouden worden. Toen hij aan
het ontbijt zat Kentover was op zoek naar
het boek kwam Packe binnen. En Packe
schudde tegen Jimmle het hoofd op een wijze,
die het ergste deed veronderstellen.
Trickett, zei hij, Ik ben bang, dat er nog
narigheden boven je hoofd hangen. De politie
set haar onderzoekingen voort. Zü willen met
juffrouw Walsden spreken.
Da Russische prins Dolgorouky, sedert ver
scheidene jaren te Sjanghai woonachtig, beeft
den Paus een zeer fraaie collectie Chlneesche
antiquiteiten ten geschenke aangeboden, o.a.
een groot aantal spiegels, dateerend vanaf de
Han-dynastle (208 v. Chr.331 na Chr.) tot de
Mlng-periode <1306—1M4), twee bronzen pries-
ter-flguren uit de Han-perlode, en een collectie
porselein uit den Tang-tüd <750—OW).
stenares is blijkbaar een groot vriendin van de
kinderen.
Haar boekje wordt kort ingeleid door Maria
Viola. ZU ziet het kind als een bloem, zegt deze
bekende schrijfster over beeldende kunst.
het gelaat, de handen en de voetjes In hun
nauwelijks ontloken schoonheid, en, achter het
bevallig ulterlük, het zieltje dat er bloemerein
leeft. Om zóó Innig het kind te beschouwen en
weer te geven moet men zelf lets van het kind
lp zich hebben, bewaard uit bet zonneland
der eigen gelukkige jeugd: de onbevangenheid,
de fantasie, die voelt wat er roert en rijpt ach
ter het gladde voorhoofd en In den blik der
klare oogen van leder klein model; lets van den
eerbied mede van den volwassene voor het
mysterie van het beginnende leven. Het lijkt,
zegt de schrijfster, of de kinderen, die voor Séri
Góth poaeeren, zich bewust zijn van dit Inner
lijk contact, zóó graag komen ze en zóó willig
f.even ze zich gevangen, met hun zachte lachjes
en speelache gebaartjes, aan de liefdevolle aan
dacht der schilderes
Na het woord van Maria Viola volgt een bab
beltje van de schilderes self, waarin zij vertelt
over avonturen met haar kleine modellen.
Italië Immers was men volmaakt onverschillig
voor die verre bezittingen waar sinds kort het
groen-wlt-rood zich ontplooide. De regeertng
vond ook het kleinste transport van troepen of
materiaal te duur, de handel hield niet op te
jammeren dat er daarginds geen zaken te doen
waren en dat er niets te verdienen viel, en alle
pogingen tot kolonisatie liepen dood op gebrek
aan doorzettingsvermogen en op de manie van
directe compensatie der gemaakte koeten.
Er Is sprake van geweest Eritrea te verlaten.
Dese kwestie drong zelfs door tot in het parle
ment dat een commissie naar Massaoea zond.
De meerderheid der leden van deze commissie
voelde niets voor een koloniale politiek, doch na
een onderzoek ter plaatse besloten zij de onder
neming toch maar door te zetten, zij het dan
ook uitsluitend omdat er reeds zoo veel geld
aan was ten koste gelegd dat anders onher
roepelijk verloren sou wezen.
Men zond opnieuw troepen naar Eritrea, want
de jonge kolonie werd ernstig bedreigd. Zij
stond tegenover een Ethloplsch front en aan
den kant van den Soedan tegenover het front
van den madhl. Het gevaar kon echter bezwo-
ren worden. Na den val van Karthoem sege-
vierden de Italianen te Kassels en te Agordat
over de madhlsten. Deze overwinningen ver
wekten nergens minder geestdrift dan in Italië.
Rome verloochende zich zelve en voelde niets
voor koloniale politiek. Fouten van de regee-
ring, fouten ook van de militaire overheid leid
den ten slotte tot den smaad van Adoea die door
generaal Baldlssera wel gewroken, doch niet
ultgewlscht kon worden.
Tusschen toen en thans liggen twee histo
rische feiten; de Wereldoorlog en de Marsch op
Rome. Aan de zijde van den Duce werd gene
raal de .Bono de groote ijveraar voor het ont
waken van een Italiaansch koloniaal bewust
zijn. Als gouverneur van Tripolis legde hij de
basis voor een geleidelijke en weloverwogen ex
ploitatie van dit gebied. Onder zijn leiding wer
den het aanzien en de macht van Italië In
Afrika gevestigd. Het fascisme beschouwt Lybië
overigens minder als een kolonie dan als een
nieuwe Itallaansche provincie.
De laatste jaren wijdde de Bono zijn krach
ten voornamelijk aan Eritrea en Somaliland.
Deze beide bezittingen aan de Roode Zee en
aan den Indlschen Oceaan beschouwt hij als
den grondslag van Rome’s politieke en oecono-
mlsche penetratie in het zwarte continent. Toen
Koning Victor Emanuel onlangs Italiaansch
Oost-Afrika bezocht, verklaarde hij:
„Het is in het mooie Eritrea en nog meer
in het veelbelovende Somaliland dat de geest
en de energie moeten samenwerken van hen
allen die vast gelooven, die fascistisch vast ge-
tooven In de grootsche toekomst van Italië."
In „Oerarchla”. een politiek maandblad dat
door Mussolini werd opgericht, schreef de Bono
in Augustus 1933:
„Men noemt, men zelfs nu en dan en
‘mlssèhlen wel wat al'te veel, een mooi woord
dat ik persoonlijk niet meer zal uitspreken en
niet meer zal neerschrijven tot den dag waarop
men metterdaad de reden en bet waarom van
dit groote woord kan aangeven. Welnu Ik zal
oud zijn, doch dien dag sAl ik beleven.**
„Zonder twijfel”, schrijft naar aanleiding
hiervan de heer P. Oentlzon de Romelnsche
correspondent van de „Tempe": „zonder twijfel
zinspeelde hij hier op het „Imperium”. Want
het leidend beginsel van generaal de Bono Is
dat de grootheid van Italië afhankelijk is van
de uitbreiding zijner overzgesche bezittingen.
Madame Charles, hoewel niet groot in aantal,
alleen van zeer goeden huize waren; dat
Madame Charles en zü al het werk deden,
zonder verdere hulp. Zou zij eenige namen
van regelmatige cliënten kunnen opgeven?
Zeker, dat kon zij wel.
U weet niet, of er onder deze menschen
Iemand was, die als vijand van Madame Charles
bekend stond?
Eva schudde verwonderd het hoofd.
In leder geval was er niemand die u
tot een moord In staat zou achten? Neen?
Zool U kwam uit Parijs, nietwaar? Kwam u
terug, omdat u van den brand gehoord bad?
Ik was juist op* de terugreis, toen ik bet
hoorde. Ik las het In de „Times".
U vervolgde de reis niet? Waarom eigenlijk
niet?
Eva herhaalde hier zorgvuldig het door Jim
mie voorgezegde antwoord:
Ik kon bij een vriendin blijven, mejuffrouw
Trickett, uit St. Margaret’s Bay. Als alles, wat
ik had, toch verbrand was, waarom sou ik dan
teruggegaan zijn. Het was bet beste, wat ik kun
doen!
Juist! U was natuurlijk erg verrast, toen
u het slechte nieuws over Madame Charles en
het huis hoorde?
Ja. erg verrast?
Weet u of Madame Charles veel geld tn
huls had?
Ik weet zeker, dat dit niet het geval is
geweest.
ongeveer half negen bij je zijn. Nog dit, Packe
Ik zou Scraye vanavond graag eens willen
spreken. Ik wil hem wat vragen.
Dat is goed! Ik zal het voor Je trachten
te regelen. Hij is nog in de stad. Half negen
dus.
Packe liep
hotel-garage
hem weg rijden in de richting van Dover. Toen
hij uit zicht was, gaf Jimmle den chauffeur
opdracht, naar het politiebureau te rijden. Daar
aangekomen vroeg hij den inspecteur te spreken,
wiens naam onder de advertentie gestaan had
U wenscht In verbinding te komen met
juffrouw Walsdbn? vroeg Jimmle hem. Hoe laat
zal het onderzoek plaats hebben?
Vier uur. mijnheer! Wij zouden graag
juffrouw Walsden willen ondervragen, ornaat
zij als assistente steeds in bet huls beeft ge
woond. Weet u. waar zU Is?
Ja, antwoordde Trickett, zij is oij mijn
tante. Het is nu half tien, geef me het adres
waar zij zich moet vervoegen en ik zal zorg-n
dat zjj er om half vtjf Is. Vroeger gaat niet!
Uitstekend, vond de Inspecteur. Haastig
schreef hij eenige regels op een stukje papier.
U denkt, dat de vrouw werd vermoom?
vroeg Jimmle. zich bij de deur omkeerend
Gelooft u niet, dat zij zichzelf doodgeschoten
heeft?
Als zij zich zelf het leven had ontnomen,
glimlachte de politieman, dan hadden wij zoo
Iets als een revolver moeten vinden. Maar er
was niets.
Zooals van zelf spreekt dacht Jimmle gedu-
Jimmia at kalm het el leeg, waaraan hij bezig
was. Daarna keerde hij zich tot Packe en keek
hem rustig aan.
Dat verwachtte Ik wel, merkte hU op. Ik
veronderstelde wel, dat de politie haar zou wil
len ondervragen. Maar hoe ben jij dat te hooren
gekomen?
Packe trok een krant uit zijn zak, legde die
op tafel en wees op een advertentie.
Alsjeblieft! Ik denk wel, dat het in alle
ochtendbladen zal staan. Ik heb bet al in drie
gezien.
Jimmle nam de krant en las bet verzoek
van de politie aan Juffrouw Walsden, om inlich
tingen over het lijk, dat was gevonden en dat
waarschijnlijk van Madame was, te komen ver
schaffen.
Natuurlijk wist Ik. dat er een onder -
Na de lunch zaten de twee jongelui op de
bank in de serre.
„Arm oompje," zei Daisy. „Hü is echt Hef
geweest. Hij begrijpt nog niet dat hij je niet
morsdood geschoten heeft. HU zag
„O neen? Ik wil wedden van wèl. Maar zou
den we dien vogelverschrikker niet even over
eind gaan zetten? HU heeft ons een grooten
dienst bewezen. En twas nog een heel goed
sportpak, dat hij aan bad-...”
„N u Is 't waarschUnlUk niet heel goed meer,"
lachte Daisy, „en bovendien,* Ik heb nooit kun
nen vinden dat dit pak je leuk stond."
rende den rit nergers anders aan, dan aan
het mysterieuze geval. In St. Margaret’s Bay
aangekomen was het juist te laa< voor de
lunch, zoodat hü zich tevreden moest stellen
met wat sandwiches. Gedurende dien soberen
maaltijd zocht hu ijverig in een spoorboekje
naar een Londenschen trein. Toen hjj alen ge
vonden had, had hij nog net tijd, om razend
snel naar het station te rijden, den chauffeur
opdracht te geven naar huis te gaan en om op
het laatste nippertje den express naar Londen
te kunnen nemen. Vijf minuten over vier
bracht hü Eva bü de politie. Voor nu haar
alleen moest laten, fluisterde hU haar nog In:
Antwoord, alleen op de vragen. Verder geen
Inlichtingen
Jtmmie en zün tante, die bü het onderzoek
mochten blUven, volgden met belangstelling de
vragen en antwoorden. Eenige brandweerlieden
en het personeel van Madame Charles werden
verhoord. Bulten de huishoudster wist echter
niemand iets bUzonders te vertellen. De vrouw
vertelde, dat Madame Charles dien avbnd van
den brand, om ongeveer zes uur bezoek had
ontvangen. Om ongeveer half zeven was
Madame naar haar toegekomen en had gezegd
dat zU en het meisje dien avond uit konden
gaan. ZU had haar zelfs nog geld gegeven voor
het theater. ZU was echter naar een concert
gegaan. Toen zU om ongeveer 11 uur thuis
kwam, stond het huis in brand Na baar was
het de beurt van Eva Walsden ZU vertelde d-m
commissaris, dat zU de eenige assistente was van
Madame Charles: dat de cliënten allen uit den
eersten stand waren: dat de kennissen van
zoek werd Ingesteld, zei Jimmle, de krant
wegleggend. En Ik begreep ook wel. dat Eva
Walsden voor bet front zou moeten komen. Het
is in orde.
Packe keek hem ondervragend aan.
Wat eh is In orde?
Ik zei het is In orde! Ik zal naar haar
toegaan, zoodra Ik ontbeten heb. Natuurrijk zal
zU mee terug komen.
Je bent niet bang voor vragen over
eh.
Ben voor niets bang. Waarom? Nog tets
geboord, sinds ik Je voor het laatst zag,
Packe?
Neen niets gehoord. Gisteravond heb ik
gesproken met den detective, die deze zaak In
handen heeft. NatuurlUk weten aU niets af van
die diefstallen van het kruis en dergelUke
zU hebben er zelfs geen Idee van. Hun aan
dacht Is uitsluitend gevestigd op het geheim
zinnige van dien waarschUnlUken moord.
Laten ze voorlooplg daarop maar hun
aandacht concentreeren. De andere zaken heb
ben nog den tijd voor hen.
Heb jU nog iets gehoord? vroeg Packe.
Nog niets ontdekt betreffende de aangetee-
kende zendingen?
Ja ik heb ontdekt, dat de theorie van
Schmidt fout was. Maar daar vertol ik je later
wel over. Ben je vanavond thuis?
Na achten, antwoordde Packe.
Dat doet me genoegen. Ik zal naar St.
Margaret's Bay rUden. mUn tante en juffrouw
Walsden naar de stad brengen naar de politie
ZU kunnen dan vannacht hier brijven. Ik zal dan
boech wachter,
najaar.”
Als hü niet zoo kaal geweest was, zou oom
Alexander rood geworden zün- tot waar z'n
haarwortels zaten. bü het tn herinnering bren
gen van dit hoogst onaangenaam avontuur,
door z'n plaaggeest.
..Dat was een ongeluk." snauwde hU woedend.
,,’t Zou nu óók een ongeluk zUn. U bent erg
'bijziende en
„Ik ben niet bUziende. En houd nu op met
dien onzin. Als je absoluut met me mee wilt,
moet ik je verzoeten doodstil te wezen."
HU klom over een hek en begon den volgen
den akker te bewandelen. Daisy volgde.
.Mag Ik niet een beetje opgewekt babbelen?
vroeg ze.
„Neen.”
„Goed. Ik zal niet opgewekt zün, als u t
liever met hebt.
Ik zal doodern
stig blUven. Zou
u 't prettig vin
den, als Ik een
gedicht op zei,
dat ik op kost
school heb moe
ten loeren? De dichter die *t gemaakt heeft,
moet een echte leuke man geweest zün. Net
zoo Iets als u, oom. Net zoo'n gelUkmatlg hu
meur, net zoo'n zonnige...."
„Hou toch je snater," snerpte oom Alexan
der. Mooie brutne vogels kringen omhoog uit
de stoppels een eind vóór hem. Oom Alexan
der schouderde zUn geweer.
„De „Bestedeling” door Jan van Beers,” zei
Daisy, juist toen hü den trekker overhaalde.
De twee bruine vogels vlogen de heg over.
„Wèl vervlriep oom Alexander.
„Wat zei u daar voor een woord?” vroeg Dai
sy. op een toon van deugdzame ergernis. „Het
leek wel of tr zei
„Dat zei Ik ook." raasde oom Alexander. „En
ik zal 1 nóg wel eens zeggen. Dacht Je dat tk
patrijzen kan schieten, terwUl JU loopt te sna
teren als een ekster?"
„ZUn patrijzen dan bang voor eksters? Hoe
kinderachtig!"
„Nou, eens en voorgoed, als je mee wilt kro
pen. moet Je je mond houden.”
.Mag ik niet fluisteren ook?"
„Neen.”
Met een vinger op haar lippen liep ze op
d'r teenen naast hem, den volgenden akker
door.
„Laat dat!" snauwde hü.
„Ik zei niets."
.Loop met zoo."
„O pardon. Ik deed t om u plezier te doen.
Hebt u liever dat Ik op m’n banden en voeten
loop?"
„Doe toch niet zoo gek. Loop gewoon, lang
zaam en voorzichtig. Er kan leder oogenblik
een vogel op vliegen. Daar....”
Op dit oogenblik schoot er een partrijs
schuin omhoog, naar den kant van de heg.
waar ze op toe liepen. Ooip Alexander schoot
uit belde kropen. Er klonk een gil van schrik
en smart. Achter de heg sprong een lichaam
omhoog, om daarna weer uit het gezicht weg
te vallen.
„Heer In den hemel!” riep oom Alexander;
4k heb iemand aangeschoten
,4a,” zei Daisy, „waarom deed u dat?" Zag
u hem met?"
„NatuurlUk met,” jammerde oom Alexander.
„JU wel?"
,4a, maar ik had beloofd dat Ik absoluut
mets zou zeggen...."
Daisy rende voort en baande zich een weg
door de heg. Even later kwam ae langzaam te
rug. Een jongeman, die er ontredderd uitzag,
leunde op haar arm.
„Ziet u wel dat 't Ronnie was?" ter1 weet Dai
sy haar oom.
„Beste kerel!" stotterde oom Alexander, Jk,
ik
.Maar hU vergeeft het Z." zei Daisy snel.
De ontredderde jongeling zei niets, maar keek
z’n aanschleter aan met een droef, heldhaftig
glimlachje.
„Ben Je.... je gewond?" vroeg de oude heer.
„Maak u maar met bezorgd. mUnheer," aet
Ronnie dapper, „ik weet dat 't bU ongeluk ge
beurd is."
„Ik dacht in t eerst dat ik Je morsdood had
geschoten."
„Nog met heelemaal. meneer, niet heelemaal."
,,’tSpUt me," zei oom Alexander. Ik....”
„Laten wjj er met meer over praten.”
Ronnie.
„Denk Je dat je mee kunt loopen naar huls,
als ik je een arm geef?" vroeg Daisy.
Nog eens laehte Ronnie z*n dapperen glim
lach.
„Prachtig, prachtig," mompelde oom Alexan
der. „Ga maar mee naar huls. Ik zal den dok
ter opbellen.”
Toen ze thuis kwamen, bleek dat echter niet
noodig. Maar Ronnie bleef wèl lunchen.
■y--^ alsy trof oom Alexander bU het achter-
I 1 hekje. HU had een oud sportpak aan en
stevige schoenen, benevens een vastbera
den uitdrukking op z'n gelaat. HU droeg een
weltasch over den schouder en een geweer on
der den arm.
„Gaat u schieten?” vroeg Daisy vriendelUk.
„Neen.” antwoordde oom Alexander. Jk ga
een parttje biljarten.”
Zóó was oom Alexander nu. Bovendien was
hU heelemaal niet tevreden over Daisy. Dat
jongmensch Ronald, hoe heet hU ook weer?....
„Ik ga met u mee,” vertelde Daisy hem met
haar liefste stemmetje. „Da's een meevallertje,
hè?"
„Je gaat niet mee.”
„Maar, lieverd
^Je moest toch eens begrijpen, dat ik jouw
lieverd met ben.”
„Waarom niet, lieverd?" Daisy lachte haar
liefste lachje, toen ze dit vroeg.
Ue weet heel goed, waarom niet. Dag hoor!”
HU nep den weg over en klom over de heg,
het stoppelveld In.
Met een serie handige bewegingen volgde
Daisy hem.
„Kan Ik soms de kanonskogels of zoo
voor Je dragen?” vroeg ze.
Geprikkeld keerde oom Alexander zich om.
„Wèt.ben Je daar nu nog?’’
„Ja, lieverd. Ik wou je helpen dragen.... den
bult.... Of gaat u op groot wild uit? Loopt u
maar door, ik kom wel na. Laten we onze
prooi opjagen door het hooge gras der prairie.
Ik heb eens een flm gezien, waar ze tijgers In
opjoegen, net als wU nu. Alleen is 1 gras hier
niet erg lang, vindt u wel? De tUgers zouden
waarschUnlUk eerder uw geruite pantalon zien
dan u de tUgers. En dan werden ze natuurlUk
jaloersch op het patroon....”
Oom Alexander liep maar door, in verstomd
zwUgen.
„Erg opwindend vind Ik 1 niet.” pruilde Dai
sy. BlUven we steeds op die akkers?"
„Ik blUf er steeds op."
.JJa’s lief van u. Ronnie heeft gezegd dat
hU vanmorgen hier zou komen wandelen."
„Wat! Die lamme kwajongen?”
,JSè, zegt u dat nu niet. HU is jong, maar
aardig en buitengewoon op u gesteld. HU vindt
u een ideaal van een schoonoom."
„Zoon vlegel! Ik zal hem wel onder handen
nemen."
.Da's lief van u. HU wou u Juist graag spre
ken. Over iets prettigs!"
„O Ja? WAèr dan over?"
„Over mU natuurlUk. Dat is toch iets pret
tigs? Toe. grijpt u nu niet zoo nUdlg uw geweer
vast, u zou wel eens iemand kunnen raken.”
„Dat zou ik met alle plezier doen." sputterde
oom Alexander op het toppunt van knorrigheid
Daisy straalde van vreugde. „Wilt u Rozuue
aanschieten? O oom. belooft u t me?"
„Wat bedoel je nu weer, kleine heks?”
.Daar heb ik eens zoo'n prachtige film van
gezien.” Daisy schaterde het uit. toen ze daar
aan dacht. „Een booae oom schoot een knap
pen, jongen man geducht aan. De schoone,
lieftallige heldin nam het slachtoffer mee naar
huis en verpleegde hem, tot hU weer beter
was. En toen gingen ze In den maneschUn,
hand in hand...."
„Ga direct naar huls! Hoe durf je zulke
dingen te zeggen?"'
,Hè, toe. oom, schiet u een beetje op Ron
nie. Wees nu eens sportieft Zou trouwens ae
eerste keer niet zUn. Denk maar eens aan dien
30
Jtmmie stak het stukje papier In zUn por
tefeuille, ruimde alles weer netjes op, keek
nog eens onderzoekend rond en ging weg. Lang
zaam liep hu naar beneden, waar hU Juffrouw
Bywater den sleutel teruggaf. ZU keek hem
vragend aan.
Eenig resultaat? vroeg zU zacht.
Misschien misschien, antwoordde Jim
mie voorzichtig. Zal u later alles vertellen.
HU ging terug naar zUn kamers, stak een
PUp op en dacht na. Na eenlgen tUd riep hü
Kentover.
Kentover. bestaat er een werk een boek,
waar alles In staat over de Engelsche ridder
goederen, heerUjkheden. enzoovoort? Heb Je er
misschien wel eens lets over gehoord?
Er zal wel zoo Iets bestaan. mUnheer!
Dan ga Je morgenvroeg. commandeerde
Jimmle. zoo vroeg als je kunt naar een boek
handelaar en Informeer er eens naar Er moet
zoo’n werk bestaan.
Kentover boog en verdween. Jimmle mop
perde nog wat In zichzelf, wat eindigde met een
belofte aan zichzelf:
Al moet ik er de dikste banden voor door
werken vinden zal Ik het. Ik zal achter het
n de aantrekkelUke Libellen-serie, boekjes
in vierkant formaat van de Uitgeverij Bosch
en Keunlng te Baarn, die men voor negen
stuivers koopt, verschUnen ook af en toe een
pear deeltjes die beeldende kunstenaars be
handelen. Beknopt natuurlUk en zonder uit
voerige karakteristieken: een korte inleiding
en een serie plaatjes (die de hoofdzaak zUn).
Ze zUn welkom, tusschen de boekjes over kasten
en bergruimten, eenvaudige leerbewerklng, de
schoonmaak, haakpatronen en dergelUke nut
tige onderwerpenHet groote publiek
staat te vreemd tegenover de beeldende
kunst, om het niet toe te. Juichen als
men het er op bevattelUke wijze een beetje
dichterbij brengt. Het is ook te begrijpen, dat
men daarbü niet direct beginnen kan met fi
guren die moellUk toegankeiUk zUn, die vormen
gebruiken waarin het verband met de zicht
bare werkelUkheld verwUderd is.
Roeland Koning en SArl Góth, over wier werk
thans een paar LibeUenboekjes verschenen, Uj-
den daaraan geen van tweeën.
Koning is een teekenaar en schilder van het
vlsschersvolk der Noordzeekust. HU doet het in
groote, kloeke, concrete vormen, helder de wer-
lelükheid weergevend met een sterke lun.
Voorgangers als Israëls of Toorop doet hU niet
vergeten, maar hU is zonder twijfel een begaafd
kunstenaar, die eerlük werk maakt. Herman
Hana, die het werkje van Koning inleidt,
noemt hem een ernstig en eenvoudig werker,
cp wiens gebied men zich verruimd en kinder
lijk voelt. HU Is geen zieletyran en geen mystl-
flcator, allés gaat hem gemakkelUk af en hU
weet een sterke, loutere menschelUkheld gaaf
weer te geven.
Ook Séri Góth treft door het concrete en
heldere van haar uitbeelding der werkelUkheld.
ZU heeft veel kinderportretten geteekend, niet
psychologisch diep, een tikje sentimenteel soms,
maar altUd goed gelUkend. De meeste opdracht
gevers zUn er zeer mee ingenomen en de kun-
en luitenant der Bersaglleri, kersversch
IS gepromoveerd aan de Scuola Centrale van
.M<Jlena’ ontsch»epte met zUn troep In
1887 te Massaoea, de grootste haven van Eri
trea aan de Roode Zee. De luitenant en zUn
mannen waren uitgezonden om de belangen en
rt-H<J>reSt^etV>n IU1“ to C^st-Afrika te ver-
T" V<n Massaoea, te Dógall, was
heel het Itallaansche garnizoen, korten tUd te
voren omsingeld en vrijwel voltallig afgeslacht
door Ethiopische troepen.
Zijn aankomst In Eritrea was voor den jongen
luitenant der Bersaglleri het begin eener groot-
s0™ carrière die hem nog eens voeren sou tot
een der hoogste posten. In Afrika ondergaat hU
spoedig den vuurdoop en maakt dan verder
talloose schermutselingen en ook ernstiger bot
singen mee. HU vecht op het bloedige slagveld
van Adoea. -
terugkeert, dan klimt hU lantaarn'
leldelUk op, van rang tot rang.
De Wereldoorlog breekt uit en de luitenant
van 1887 is chef van den generalen staf van
het tweede legercorps. Later vertrekt hU In bU-
zondere zending naar Albanië. Ten slotte voert
hU het bevel over het negenda legercorps en
vecht tegen Oostenrijk op den Carso, den
Grappa, den Sabotlno.
Na den wapenstilstand neemt hU, teleurge
steld en verbitterd door de ondankbaarheid van
regeertng en partijen jegens de oudstrijders,
ontslag uit den dienst om zich met hart en ziel
te wUden aan de fascistische revolutie. De Duce I
vertrouwt hem volkomen en geeft hem een
plaats In het hoogste bestuur van de beweging
der zwarthemden. Naast Mussolini, naast Balbo
en naast de Vecchl, Is hU een der vier Qua-
drumviri van den Marsch op Rome.
Het fascisme zegeviert en 'de luitenant die
generaal werd, wordt door den Duce belast met
de leiding van heel het Italiaansch politie
apparaat. Later krijgt hU het opperbevel over
de fascistische militie. Een wetsdecreet stuurt
hem tenslotte als gouverneur naar Tripolis. En
wanneer hU dan zoo een dex hoogste posten
verworven heeft In hetzelfde Afrika dat hU
zoo lief heeft gekregen nadat hU er heel klein
tjes begon, dan zal hU voortaan voorgoed de
.koloniaal” blijven die hU in hsirt en niersn Is.
In 1928 is hü onderstaatssecretaris, in 1939 mi
nister van koloniën. Thans bekleedt hU het
nieuw geschapen en In de huidige omstandig
heden zeer moellUke ambt van Hoogen Commis
saris van Italiaansch Oost-Afrika. Hü Is opper
bevelhebber over de troepen welke Italië zoo
kwistig naar de Ethiopische grenzen stuurt.
ZUn naam? Emillo de Bono.
Hü is zeven sen-zestig jaren oud en zou er
zich vermoedelUk op kunnen verhoovaardlgen
dat hü de eenige „oude man” onder de nieuwe
bewindvoerders js..Maar generaal de Bono wU
geen oude man zUn en ié ook geen oude man.
Integendeel, zjjn kleine, smalle maar stevige ge
stalte doet eerder denken aan den luitenant der
Bersaglleri van vroeger, dan aan den veteraan
van vandaag. Hü heeft het ulterlük van een
officier uit den tijd van Garribaldl: een klein
puntbaardje, een snor, een kepi welke altUd
eenlgszins voorover staat zoodat zUn heldere
scherpe oogen juist onder de klep uitküken.
Hü is op en top soldaat en, wat voor
Italië veel meer zegt, op en top Bersagllere. Een
goede Bersagllere ZUn, dat is: het avontuur lief
hebben, durven wagen, strijdvaardig wezen,
voor geen offers terugschrikken, en dit alles:
spontaan, moedig, driest. Generaal de Bono Is
een rassoldaat. Streng voor zün ondergeschik
ten, is hU nog strenger voor zlch-zelve. HU Is
een van die mannen voor wie het leven een
taak, een order Is, en die voor geen moellük-
óeden wüken zoodra zü na rijp beraad tot een
besluit gekomen zün. Overal wist en weet hü
zün geestdrift, zün vertrouwen en zUn wil tot
daden op te leggen en mee te deelen aan zün
omgeving. Zoo werd hü de groote baanbreker
voor de practische en ernstige, georganiseerde
en methodische koloniale politiek welke het
Italië van Mussolini zou Inluiden In de Afri-
kaansche bezittingen van het schiereiland. De
Bono houdt van Afrika. HU heeft begrepen dat
er tn Afrika rijkdom, expansie en macht ligt
voor zUn vaderland. Op koloniaal terrein Is hü
een pionier en Mussolini’s krachtigste mede
werker en absolute vertrouweling. Overal waar
hü werkte, in Lybië zoowel als in Oost-Afrika,
getuigen grootsche aanlagen en geslaagde ex
perimenten van zün kunnen en zün doorzet
tingsvermogen.
Talloos zün de artikelen welke generaal de
Bono in vrijwel alle rijdschriften van het schier
eiland aan zün Afrikaansche ervaringen heeft
gewüd. Nog onlangs beschreef hü den geest der
soldaten waarover hü het bevel voerde, toen hü
in 1887 te Massaoea ontscheepte.
gebleken dat niet een der mannen
op de kust van Eritrea aan wal gingen, er
eenige notie van had wat nu eigenlük een kolo
nie Is of wat een kolonie elgenlUk wezen kon.
Hü maakte ze daar geen verwüt van. In heel
Russische kinderen, die op school goed
best doen, zullen mogen deelnemen aan
stapjes van ongeveer twintig dagen naar
poolgebied.
De kinderen zullen dan op een Ijsbreker de
poolwateren doorkruisen, deelnemen aan de
berenjacht en de onbekende eilandjes In het
hooge Noorden kunnen exploreeren.
De organisatie is gedeeltelük In handen van
den bekenden Sovjet-poolvorscher Otto
Schmidt.
Toet» de bemanning haar plaatsen In de boot
had Ingenomen, gaf kapitein Gay order weg te varen.
Spoedig naderde de boot het gestraande wrak van
het eens zoo trotsche goljoen.
TerwUl de boot Jangs den achfersoeven gleed,
hield ëën van de bemanning het schip vast met een.
haak. terwUl kapitein Gay Benson, die Hal en kapi
tein Gay vergezeld had, het touw greep, dat aan den
kant hing en er tegen op klauterde.
DlchterbU gekomen werd een boot uitgezet. De
.Zeewolf bleef veilig op een afstand van de ge-
raarlüke kust, en men ging op verkenning.