<Kdu&Aaal UOH DIEFSTAL?! den Aag DE ENGELSCHE KAPERS I 1 I De eenige .„oude man” onder Italië’s nieuwe bewindvoerders ALLE ABONNÉ’S ongevallen Verzekerd wx>r een der volgende ultkeerlngen F 750.verlies van belde* armen, belde boenen of belde oogen F 750.doodelljken* afloop F 250.-■s.-ïï; WOENSDAG 3 APRIL 1935 99 EMILIO DE BONO Geschenk aan den Paus De plaaggeest Baby-portref van Sdrt Góth leu Libellen-serie Pilsoedski-museum DOOR 1 S. FLETCHER Mussolini’s koloniale vertrouweling r. n Uitstapjes naar het Poolgebied £«n rassoldaat, dia streng is voor *Ün ondergeschikten, maar nog strenger voor zich zalven Roeland Koning an Sari Goth AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL *e t k op het s sinds HET BANDSCHRIFT i i s r i en maakt dan verder i en ook ernstiger bot- En wanneer hü weer naar Italië Jeideïük op, -- nog met Jimmle mee naar de eenige minuten later sag hü Het was hem i die met hem i I i op de*Wlersche hel, verleden R 1 1 h r. i. Het Poolsche verbond van reserve-offlcleren heeft het landgoed Zulev, waar Maarschalk Pllsoedskl werd geboren, aangekocht. Het huls zelf is gesloopt, doch men wil dit herbouwen volgens de.gegevens te verstrekken door de zuster van den maarschalk. Het nieuwe gebouw zal dan worden ingericht als museum, waar verschillende souvenirs, welke betrekking hebben op maarschalk Pllsoedskl, zullen worden ondergebracht. i— adres komen. Wat zou het kunnen zijn: ...nham Manor? Enfin, Ik zal mijn best doen Maar den volgenden morgen zou Jimmle anders bezig gehouden worden. Toen hij aan het ontbijt zat Kentover was op zoek naar het boek kwam Packe binnen. En Packe schudde tegen Jimmle het hoofd op een wijze, die het ergste deed veronderstellen. Trickett, zei hij, Ik ben bang, dat er nog narigheden boven je hoofd hangen. De politie set haar onderzoekingen voort. Zü willen met juffrouw Walsden spreken. Da Russische prins Dolgorouky, sedert ver scheidene jaren te Sjanghai woonachtig, beeft den Paus een zeer fraaie collectie Chlneesche antiquiteiten ten geschenke aangeboden, o.a. een groot aantal spiegels, dateerend vanaf de Han-dynastle (208 v. Chr.331 na Chr.) tot de Mlng-periode <1306—1M4), twee bronzen pries- ter-flguren uit de Han-perlode, en een collectie porselein uit den Tang-tüd <750—OW). stenares is blijkbaar een groot vriendin van de kinderen. Haar boekje wordt kort ingeleid door Maria Viola. ZU ziet het kind als een bloem, zegt deze bekende schrijfster over beeldende kunst. het gelaat, de handen en de voetjes In hun nauwelijks ontloken schoonheid, en, achter het bevallig ulterlük, het zieltje dat er bloemerein leeft. Om zóó Innig het kind te beschouwen en weer te geven moet men zelf lets van het kind lp zich hebben, bewaard uit bet zonneland der eigen gelukkige jeugd: de onbevangenheid, de fantasie, die voelt wat er roert en rijpt ach ter het gladde voorhoofd en In den blik der klare oogen van leder klein model; lets van den eerbied mede van den volwassene voor het mysterie van het beginnende leven. Het lijkt, zegt de schrijfster, of de kinderen, die voor Séri Góth poaeeren, zich bewust zijn van dit Inner lijk contact, zóó graag komen ze en zóó willig f.even ze zich gevangen, met hun zachte lachjes en speelache gebaartjes, aan de liefdevolle aan dacht der schilderes Na het woord van Maria Viola volgt een bab beltje van de schilderes self, waarin zij vertelt over avonturen met haar kleine modellen. Italië Immers was men volmaakt onverschillig voor die verre bezittingen waar sinds kort het groen-wlt-rood zich ontplooide. De regeertng vond ook het kleinste transport van troepen of materiaal te duur, de handel hield niet op te jammeren dat er daarginds geen zaken te doen waren en dat er niets te verdienen viel, en alle pogingen tot kolonisatie liepen dood op gebrek aan doorzettingsvermogen en op de manie van directe compensatie der gemaakte koeten. Er Is sprake van geweest Eritrea te verlaten. Dese kwestie drong zelfs door tot in het parle ment dat een commissie naar Massaoea zond. De meerderheid der leden van deze commissie voelde niets voor een koloniale politiek, doch na een onderzoek ter plaatse besloten zij de onder neming toch maar door te zetten, zij het dan ook uitsluitend omdat er reeds zoo veel geld aan was ten koste gelegd dat anders onher roepelijk verloren sou wezen. Men zond opnieuw troepen naar Eritrea, want de jonge kolonie werd ernstig bedreigd. Zij stond tegenover een Ethloplsch front en aan den kant van den Soedan tegenover het front van den madhl. Het gevaar kon echter bezwo- ren worden. Na den val van Karthoem sege- vierden de Italianen te Kassels en te Agordat over de madhlsten. Deze overwinningen ver wekten nergens minder geestdrift dan in Italië. Rome verloochende zich zelve en voelde niets voor koloniale politiek. Fouten van de regee- ring, fouten ook van de militaire overheid leid den ten slotte tot den smaad van Adoea die door generaal Baldlssera wel gewroken, doch niet ultgewlscht kon worden. Tusschen toen en thans liggen twee histo rische feiten; de Wereldoorlog en de Marsch op Rome. Aan de zijde van den Duce werd gene raal de .Bono de groote ijveraar voor het ont waken van een Italiaansch koloniaal bewust zijn. Als gouverneur van Tripolis legde hij de basis voor een geleidelijke en weloverwogen ex ploitatie van dit gebied. Onder zijn leiding wer den het aanzien en de macht van Italië In Afrika gevestigd. Het fascisme beschouwt Lybië overigens minder als een kolonie dan als een nieuwe Itallaansche provincie. De laatste jaren wijdde de Bono zijn krach ten voornamelijk aan Eritrea en Somaliland. Deze beide bezittingen aan de Roode Zee en aan den Indlschen Oceaan beschouwt hij als den grondslag van Rome’s politieke en oecono- mlsche penetratie in het zwarte continent. Toen Koning Victor Emanuel onlangs Italiaansch Oost-Afrika bezocht, verklaarde hij: „Het is in het mooie Eritrea en nog meer in het veelbelovende Somaliland dat de geest en de energie moeten samenwerken van hen allen die vast gelooven, die fascistisch vast ge- tooven In de grootsche toekomst van Italië." In „Oerarchla”. een politiek maandblad dat door Mussolini werd opgericht, schreef de Bono in Augustus 1933: „Men noemt, men zelfs nu en dan en ‘mlssèhlen wel wat al'te veel, een mooi woord dat ik persoonlijk niet meer zal uitspreken en niet meer zal neerschrijven tot den dag waarop men metterdaad de reden en bet waarom van dit groote woord kan aangeven. Welnu Ik zal oud zijn, doch dien dag sAl ik beleven.** „Zonder twijfel”, schrijft naar aanleiding hiervan de heer P. Oentlzon de Romelnsche correspondent van de „Tempe": „zonder twijfel zinspeelde hij hier op het „Imperium”. Want het leidend beginsel van generaal de Bono Is dat de grootheid van Italië afhankelijk is van de uitbreiding zijner overzgesche bezittingen. Madame Charles, hoewel niet groot in aantal, alleen van zeer goeden huize waren; dat Madame Charles en zü al het werk deden, zonder verdere hulp. Zou zij eenige namen van regelmatige cliënten kunnen opgeven? Zeker, dat kon zij wel. U weet niet, of er onder deze menschen Iemand was, die als vijand van Madame Charles bekend stond? Eva schudde verwonderd het hoofd. In leder geval was er niemand die u tot een moord In staat zou achten? Neen? Zool U kwam uit Parijs, nietwaar? Kwam u terug, omdat u van den brand gehoord bad? Ik was juist op* de terugreis, toen ik bet hoorde. Ik las het In de „Times". U vervolgde de reis niet? Waarom eigenlijk niet? Eva herhaalde hier zorgvuldig het door Jim mie voorgezegde antwoord: Ik kon bij een vriendin blijven, mejuffrouw Trickett, uit St. Margaret’s Bay. Als alles, wat ik had, toch verbrand was, waarom sou ik dan teruggegaan zijn. Het was bet beste, wat ik kun doen! Juist! U was natuurlijk erg verrast, toen u het slechte nieuws over Madame Charles en het huis hoorde? Ja. erg verrast? Weet u of Madame Charles veel geld tn huls had? Ik weet zeker, dat dit niet het geval is geweest. ongeveer half negen bij je zijn. Nog dit, Packe Ik zou Scraye vanavond graag eens willen spreken. Ik wil hem wat vragen. Dat is goed! Ik zal het voor Je trachten te regelen. Hij is nog in de stad. Half negen dus. Packe liep hotel-garage hem weg rijden in de richting van Dover. Toen hij uit zicht was, gaf Jimmle den chauffeur opdracht, naar het politiebureau te rijden. Daar aangekomen vroeg hij den inspecteur te spreken, wiens naam onder de advertentie gestaan had U wenscht In verbinding te komen met juffrouw Walsdbn? vroeg Jimmle hem. Hoe laat zal het onderzoek plaats hebben? Vier uur. mijnheer! Wij zouden graag juffrouw Walsden willen ondervragen, ornaat zij als assistente steeds in bet huls beeft ge woond. Weet u. waar zU Is? Ja, antwoordde Trickett, zij is oij mijn tante. Het is nu half tien, geef me het adres waar zij zich moet vervoegen en ik zal zorg-n dat zjj er om half vtjf Is. Vroeger gaat niet! Uitstekend, vond de Inspecteur. Haastig schreef hij eenige regels op een stukje papier. U denkt, dat de vrouw werd vermoom? vroeg Jimmle. zich bij de deur omkeerend Gelooft u niet, dat zij zichzelf doodgeschoten heeft? Als zij zich zelf het leven had ontnomen, glimlachte de politieman, dan hadden wij zoo Iets als een revolver moeten vinden. Maar er was niets. Zooals van zelf spreekt dacht Jimmle gedu- Jimmia at kalm het el leeg, waaraan hij bezig was. Daarna keerde hij zich tot Packe en keek hem rustig aan. Dat verwachtte Ik wel, merkte hU op. Ik veronderstelde wel, dat de politie haar zou wil len ondervragen. Maar hoe ben jij dat te hooren gekomen? Packe trok een krant uit zijn zak, legde die op tafel en wees op een advertentie. Alsjeblieft! Ik denk wel, dat het in alle ochtendbladen zal staan. Ik heb bet al in drie gezien. Jimmle nam de krant en las bet verzoek van de politie aan Juffrouw Walsden, om inlich tingen over het lijk, dat was gevonden en dat waarschijnlijk van Madame was, te komen ver schaffen. Natuurlijk wist Ik. dat er een onder - Na de lunch zaten de twee jongelui op de bank in de serre. „Arm oompje," zei Daisy. „Hü is echt Hef geweest. Hij begrijpt nog niet dat hij je niet morsdood geschoten heeft. HU zag „O neen? Ik wil wedden van wèl. Maar zou den we dien vogelverschrikker niet even over eind gaan zetten? HU heeft ons een grooten dienst bewezen. En twas nog een heel goed sportpak, dat hij aan bad-...” „N u Is 't waarschUnlUk niet heel goed meer," lachte Daisy, „en bovendien,* Ik heb nooit kun nen vinden dat dit pak je leuk stond." rende den rit nergers anders aan, dan aan het mysterieuze geval. In St. Margaret’s Bay aangekomen was het juist te laa< voor de lunch, zoodat hü zich tevreden moest stellen met wat sandwiches. Gedurende dien soberen maaltijd zocht hu ijverig in een spoorboekje naar een Londenschen trein. Toen hjj alen ge vonden had, had hij nog net tijd, om razend snel naar het station te rijden, den chauffeur opdracht te geven naar huis te gaan en om op het laatste nippertje den express naar Londen te kunnen nemen. Vijf minuten over vier bracht hü Eva bü de politie. Voor nu haar alleen moest laten, fluisterde hU haar nog In: Antwoord, alleen op de vragen. Verder geen Inlichtingen Jtmmie en zün tante, die bü het onderzoek mochten blUven, volgden met belangstelling de vragen en antwoorden. Eenige brandweerlieden en het personeel van Madame Charles werden verhoord. Bulten de huishoudster wist echter niemand iets bUzonders te vertellen. De vrouw vertelde, dat Madame Charles dien avbnd van den brand, om ongeveer zes uur bezoek had ontvangen. Om ongeveer half zeven was Madame naar haar toegekomen en had gezegd dat zU en het meisje dien avond uit konden gaan. ZU had haar zelfs nog geld gegeven voor het theater. ZU was echter naar een concert gegaan. Toen zU om ongeveer 11 uur thuis kwam, stond het huis in brand Na baar was het de beurt van Eva Walsden ZU vertelde d-m commissaris, dat zU de eenige assistente was van Madame Charles: dat de cliënten allen uit den eersten stand waren: dat de kennissen van zoek werd Ingesteld, zei Jimmle, de krant wegleggend. En Ik begreep ook wel. dat Eva Walsden voor bet front zou moeten komen. Het is in orde. Packe keek hem ondervragend aan. Wat eh is In orde? Ik zei het is In orde! Ik zal naar haar toegaan, zoodra Ik ontbeten heb. Natuurrijk zal zU mee terug komen. Je bent niet bang voor vragen over eh. Ben voor niets bang. Waarom? Nog tets geboord, sinds ik Je voor het laatst zag, Packe? Neen niets gehoord. Gisteravond heb ik gesproken met den detective, die deze zaak In handen heeft. NatuurlUk weten aU niets af van die diefstallen van het kruis en dergelUke zU hebben er zelfs geen Idee van. Hun aan dacht Is uitsluitend gevestigd op het geheim zinnige van dien waarschUnlUken moord. Laten ze voorlooplg daarop maar hun aandacht concentreeren. De andere zaken heb ben nog den tijd voor hen. Heb jU nog iets gehoord? vroeg Packe. Nog niets ontdekt betreffende de aangetee- kende zendingen? Ja ik heb ontdekt, dat de theorie van Schmidt fout was. Maar daar vertol ik je later wel over. Ben je vanavond thuis? Na achten, antwoordde Packe. Dat doet me genoegen. Ik zal naar St. Margaret's Bay rUden. mUn tante en juffrouw Walsden naar de stad brengen naar de politie ZU kunnen dan vannacht hier brijven. Ik zal dan boech wachter, najaar.” Als hü niet zoo kaal geweest was, zou oom Alexander rood geworden zün- tot waar z'n haarwortels zaten. bü het tn herinnering bren gen van dit hoogst onaangenaam avontuur, door z'n plaaggeest. ..Dat was een ongeluk." snauwde hU woedend. ,,’t Zou nu óók een ongeluk zUn. U bent erg 'bijziende en „Ik ben niet bUziende. En houd nu op met dien onzin. Als je absoluut met me mee wilt, moet ik je verzoeten doodstil te wezen." HU klom over een hek en begon den volgen den akker te bewandelen. Daisy volgde. .Mag Ik niet een beetje opgewekt babbelen? vroeg ze. „Neen.” „Goed. Ik zal niet opgewekt zün, als u t liever met hebt. Ik zal doodern stig blUven. Zou u 't prettig vin den, als Ik een gedicht op zei, dat ik op kost school heb moe ten loeren? De dichter die *t gemaakt heeft, moet een echte leuke man geweest zün. Net zoo Iets als u, oom. Net zoo'n gelUkmatlg hu meur, net zoo'n zonnige...." „Hou toch je snater," snerpte oom Alexan der. Mooie brutne vogels kringen omhoog uit de stoppels een eind vóór hem. Oom Alexan der schouderde zUn geweer. „De „Bestedeling” door Jan van Beers,” zei Daisy, juist toen hü den trekker overhaalde. De twee bruine vogels vlogen de heg over. „Wèl vervlriep oom Alexander. „Wat zei u daar voor een woord?” vroeg Dai sy. op een toon van deugdzame ergernis. „Het leek wel of tr zei „Dat zei Ik ook." raasde oom Alexander. „En ik zal 1 nóg wel eens zeggen. Dacht Je dat tk patrijzen kan schieten, terwUl JU loopt te sna teren als een ekster?" „ZUn patrijzen dan bang voor eksters? Hoe kinderachtig!" „Nou, eens en voorgoed, als je mee wilt kro pen. moet Je je mond houden.” .Mag ik niet fluisteren ook?" „Neen.” Met een vinger op haar lippen liep ze op d'r teenen naast hem, den volgenden akker door. „Laat dat!" snauwde hü. „Ik zei niets." .Loop met zoo." „O pardon. Ik deed t om u plezier te doen. Hebt u liever dat Ik op m’n banden en voeten loop?" „Doe toch niet zoo gek. Loop gewoon, lang zaam en voorzichtig. Er kan leder oogenblik een vogel op vliegen. Daar....” Op dit oogenblik schoot er een partrijs schuin omhoog, naar den kant van de heg. waar ze op toe liepen. Ooip Alexander schoot uit belde kropen. Er klonk een gil van schrik en smart. Achter de heg sprong een lichaam omhoog, om daarna weer uit het gezicht weg te vallen. „Heer In den hemel!” riep oom Alexander; 4k heb iemand aangeschoten ,4a,” zei Daisy, „waarom deed u dat?" Zag u hem met?" „NatuurlUk met,” jammerde oom Alexander. „JU wel?" ,4a, maar ik had beloofd dat Ik absoluut mets zou zeggen...." Daisy rende voort en baande zich een weg door de heg. Even later kwam ae langzaam te rug. Een jongeman, die er ontredderd uitzag, leunde op haar arm. „Ziet u wel dat 't Ronnie was?" ter1 weet Dai sy haar oom. „Beste kerel!" stotterde oom Alexander, Jk, ik .Maar hU vergeeft het Z." zei Daisy snel. De ontredderde jongeling zei niets, maar keek z’n aanschleter aan met een droef, heldhaftig glimlachje. „Ben Je.... je gewond?" vroeg de oude heer. „Maak u maar met bezorgd. mUnheer," aet Ronnie dapper, „ik weet dat 't bU ongeluk ge beurd is." „Ik dacht in t eerst dat ik Je morsdood had geschoten." „Nog met heelemaal. meneer, niet heelemaal." ,,’tSpUt me," zei oom Alexander. Ik....” „Laten wjj er met meer over praten.” Ronnie. „Denk Je dat je mee kunt loopen naar huls, als ik je een arm geef?" vroeg Daisy. Nog eens laehte Ronnie z*n dapperen glim lach. „Prachtig, prachtig," mompelde oom Alexan der. „Ga maar mee naar huls. Ik zal den dok ter opbellen.” Toen ze thuis kwamen, bleek dat echter niet noodig. Maar Ronnie bleef wèl lunchen. ■y--^ alsy trof oom Alexander bU het achter- I 1 hekje. HU had een oud sportpak aan en stevige schoenen, benevens een vastbera den uitdrukking op z'n gelaat. HU droeg een weltasch over den schouder en een geweer on der den arm. „Gaat u schieten?” vroeg Daisy vriendelUk. „Neen.” antwoordde oom Alexander. Jk ga een parttje biljarten.” Zóó was oom Alexander nu. Bovendien was hU heelemaal niet tevreden over Daisy. Dat jongmensch Ronald, hoe heet hU ook weer?.... „Ik ga met u mee,” vertelde Daisy hem met haar liefste stemmetje. „Da's een meevallertje, hè?" „Je gaat niet mee.” „Maar, lieverd ^Je moest toch eens begrijpen, dat ik jouw lieverd met ben.” „Waarom niet, lieverd?" Daisy lachte haar liefste lachje, toen ze dit vroeg. Ue weet heel goed, waarom niet. Dag hoor!” HU nep den weg over en klom over de heg, het stoppelveld In. Met een serie handige bewegingen volgde Daisy hem. „Kan Ik soms de kanonskogels of zoo voor Je dragen?” vroeg ze. Geprikkeld keerde oom Alexander zich om. „Wèt.ben Je daar nu nog?’’ „Ja, lieverd. Ik wou je helpen dragen.... den bult.... Of gaat u op groot wild uit? Loopt u maar door, ik kom wel na. Laten we onze prooi opjagen door het hooge gras der prairie. Ik heb eens een flm gezien, waar ze tijgers In opjoegen, net als wU nu. Alleen is 1 gras hier niet erg lang, vindt u wel? De tUgers zouden waarschUnlUk eerder uw geruite pantalon zien dan u de tUgers. En dan werden ze natuurlUk jaloersch op het patroon....” Oom Alexander liep maar door, in verstomd zwUgen. „Erg opwindend vind Ik 1 niet.” pruilde Dai sy. BlUven we steeds op die akkers?" „Ik blUf er steeds op." .JJa’s lief van u. Ronnie heeft gezegd dat hU vanmorgen hier zou komen wandelen." „Wat! Die lamme kwajongen?” ,JSè, zegt u dat nu niet. HU is jong, maar aardig en buitengewoon op u gesteld. HU vindt u een ideaal van een schoonoom." „Zoon vlegel! Ik zal hem wel onder handen nemen." .Da's lief van u. HU wou u Juist graag spre ken. Over iets prettigs!" „O Ja? WAèr dan over?" „Over mU natuurlUk. Dat is toch iets pret tigs? Toe. grijpt u nu niet zoo nUdlg uw geweer vast, u zou wel eens iemand kunnen raken.” „Dat zou ik met alle plezier doen." sputterde oom Alexander op het toppunt van knorrigheid Daisy straalde van vreugde. „Wilt u Rozuue aanschieten? O oom. belooft u t me?" „Wat bedoel je nu weer, kleine heks?” .Daar heb ik eens zoo'n prachtige film van gezien.” Daisy schaterde het uit. toen ze daar aan dacht. „Een booae oom schoot een knap pen, jongen man geducht aan. De schoone, lieftallige heldin nam het slachtoffer mee naar huis en verpleegde hem, tot hU weer beter was. En toen gingen ze In den maneschUn, hand in hand...." „Ga direct naar huls! Hoe durf je zulke dingen te zeggen?"' ,Hè, toe. oom, schiet u een beetje op Ron nie. Wees nu eens sportieft Zou trouwens ae eerste keer niet zUn. Denk maar eens aan dien 30 Jtmmie stak het stukje papier In zUn por tefeuille, ruimde alles weer netjes op, keek nog eens onderzoekend rond en ging weg. Lang zaam liep hu naar beneden, waar hU Juffrouw Bywater den sleutel teruggaf. ZU keek hem vragend aan. Eenig resultaat? vroeg zU zacht. Misschien misschien, antwoordde Jim mie voorzichtig. Zal u later alles vertellen. HU ging terug naar zUn kamers, stak een PUp op en dacht na. Na eenlgen tUd riep hü Kentover. Kentover. bestaat er een werk een boek, waar alles In staat over de Engelsche ridder goederen, heerUjkheden. enzoovoort? Heb Je er misschien wel eens lets over gehoord? Er zal wel zoo Iets bestaan. mUnheer! Dan ga Je morgenvroeg. commandeerde Jimmle. zoo vroeg als je kunt naar een boek handelaar en Informeer er eens naar Er moet zoo’n werk bestaan. Kentover boog en verdween. Jimmle mop perde nog wat In zichzelf, wat eindigde met een belofte aan zichzelf: Al moet ik er de dikste banden voor door werken vinden zal Ik het. Ik zal achter het n de aantrekkelUke Libellen-serie, boekjes in vierkant formaat van de Uitgeverij Bosch en Keunlng te Baarn, die men voor negen stuivers koopt, verschUnen ook af en toe een pear deeltjes die beeldende kunstenaars be handelen. Beknopt natuurlUk en zonder uit voerige karakteristieken: een korte inleiding en een serie plaatjes (die de hoofdzaak zUn). Ze zUn welkom, tusschen de boekjes over kasten en bergruimten, eenvaudige leerbewerklng, de schoonmaak, haakpatronen en dergelUke nut tige onderwerpenHet groote publiek staat te vreemd tegenover de beeldende kunst, om het niet toe te. Juichen als men het er op bevattelUke wijze een beetje dichterbij brengt. Het is ook te begrijpen, dat men daarbü niet direct beginnen kan met fi guren die moellUk toegankeiUk zUn, die vormen gebruiken waarin het verband met de zicht bare werkelUkheld verwUderd is. Roeland Koning en SArl Góth, over wier werk thans een paar LibeUenboekjes verschenen, Uj- den daaraan geen van tweeën. Koning is een teekenaar en schilder van het vlsschersvolk der Noordzeekust. HU doet het in groote, kloeke, concrete vormen, helder de wer- lelükheid weergevend met een sterke lun. Voorgangers als Israëls of Toorop doet hU niet vergeten, maar hU is zonder twijfel een begaafd kunstenaar, die eerlük werk maakt. Herman Hana, die het werkje van Koning inleidt, noemt hem een ernstig en eenvoudig werker, cp wiens gebied men zich verruimd en kinder lijk voelt. HU Is geen zieletyran en geen mystl- flcator, allés gaat hem gemakkelUk af en hU weet een sterke, loutere menschelUkheld gaaf weer te geven. Ook Séri Góth treft door het concrete en heldere van haar uitbeelding der werkelUkheld. ZU heeft veel kinderportretten geteekend, niet psychologisch diep, een tikje sentimenteel soms, maar altUd goed gelUkend. De meeste opdracht gevers zUn er zeer mee ingenomen en de kun- en luitenant der Bersaglleri, kersversch IS gepromoveerd aan de Scuola Centrale van .M<Jlena’ ontsch»epte met zUn troep In 1887 te Massaoea, de grootste haven van Eri trea aan de Roode Zee. De luitenant en zUn mannen waren uitgezonden om de belangen en rt-H<J>reSt^etV>n IU1“ to C^st-Afrika te ver- T" V<n Massaoea, te Dógall, was heel het Itallaansche garnizoen, korten tUd te voren omsingeld en vrijwel voltallig afgeslacht door Ethiopische troepen. Zijn aankomst In Eritrea was voor den jongen luitenant der Bersaglleri het begin eener groot- s0™ carrière die hem nog eens voeren sou tot een der hoogste posten. In Afrika ondergaat hU spoedig den vuurdoop en maakt dan verder talloose schermutselingen en ook ernstiger bot singen mee. HU vecht op het bloedige slagveld van Adoea. - terugkeert, dan klimt hU lantaarn' leldelUk op, van rang tot rang. De Wereldoorlog breekt uit en de luitenant van 1887 is chef van den generalen staf van het tweede legercorps. Later vertrekt hU In bU- zondere zending naar Albanië. Ten slotte voert hU het bevel over het negenda legercorps en vecht tegen Oostenrijk op den Carso, den Grappa, den Sabotlno. Na den wapenstilstand neemt hU, teleurge steld en verbitterd door de ondankbaarheid van regeertng en partijen jegens de oudstrijders, ontslag uit den dienst om zich met hart en ziel te wUden aan de fascistische revolutie. De Duce I vertrouwt hem volkomen en geeft hem een plaats In het hoogste bestuur van de beweging der zwarthemden. Naast Mussolini, naast Balbo en naast de Vecchl, Is hU een der vier Qua- drumviri van den Marsch op Rome. Het fascisme zegeviert en 'de luitenant die generaal werd, wordt door den Duce belast met de leiding van heel het Italiaansch politie apparaat. Later krijgt hU het opperbevel over de fascistische militie. Een wetsdecreet stuurt hem tenslotte als gouverneur naar Tripolis. En wanneer hU dan zoo een dex hoogste posten verworven heeft In hetzelfde Afrika dat hU zoo lief heeft gekregen nadat hU er heel klein tjes begon, dan zal hU voortaan voorgoed de .koloniaal” blijven die hU in hsirt en niersn Is. In 1928 is hü onderstaatssecretaris, in 1939 mi nister van koloniën. Thans bekleedt hU het nieuw geschapen en In de huidige omstandig heden zeer moellUke ambt van Hoogen Commis saris van Italiaansch Oost-Afrika. Hü Is opper bevelhebber over de troepen welke Italië zoo kwistig naar de Ethiopische grenzen stuurt. ZUn naam? Emillo de Bono. Hü is zeven sen-zestig jaren oud en zou er zich vermoedelUk op kunnen verhoovaardlgen dat hü de eenige „oude man” onder de nieuwe bewindvoerders js..Maar generaal de Bono wU geen oude man zUn en ié ook geen oude man. Integendeel, zjjn kleine, smalle maar stevige ge stalte doet eerder denken aan den luitenant der Bersaglleri van vroeger, dan aan den veteraan van vandaag. Hü heeft het ulterlük van een officier uit den tijd van Garribaldl: een klein puntbaardje, een snor, een kepi welke altUd eenlgszins voorover staat zoodat zUn heldere scherpe oogen juist onder de klep uitküken. Hü is op en top soldaat en, wat voor Italië veel meer zegt, op en top Bersagllere. Een goede Bersagllere ZUn, dat is: het avontuur lief hebben, durven wagen, strijdvaardig wezen, voor geen offers terugschrikken, en dit alles: spontaan, moedig, driest. Generaal de Bono Is een rassoldaat. Streng voor zün ondergeschik ten, is hU nog strenger voor zlch-zelve. HU Is een van die mannen voor wie het leven een taak, een order Is, en die voor geen moellük- óeden wüken zoodra zü na rijp beraad tot een besluit gekomen zün. Overal wist en weet hü zün geestdrift, zün vertrouwen en zUn wil tot daden op te leggen en mee te deelen aan zün omgeving. Zoo werd hü de groote baanbreker voor de practische en ernstige, georganiseerde en methodische koloniale politiek welke het Italië van Mussolini zou Inluiden In de Afri- kaansche bezittingen van het schiereiland. De Bono houdt van Afrika. HU heeft begrepen dat er tn Afrika rijkdom, expansie en macht ligt voor zUn vaderland. Op koloniaal terrein Is hü een pionier en Mussolini’s krachtigste mede werker en absolute vertrouweling. Overal waar hü werkte, in Lybië zoowel als in Oost-Afrika, getuigen grootsche aanlagen en geslaagde ex perimenten van zün kunnen en zün doorzet tingsvermogen. Talloos zün de artikelen welke generaal de Bono in vrijwel alle rijdschriften van het schier eiland aan zün Afrikaansche ervaringen heeft gewüd. Nog onlangs beschreef hü den geest der soldaten waarover hü het bevel voerde, toen hü in 1887 te Massaoea ontscheepte. gebleken dat niet een der mannen op de kust van Eritrea aan wal gingen, er eenige notie van had wat nu eigenlük een kolo nie Is of wat een kolonie elgenlUk wezen kon. Hü maakte ze daar geen verwüt van. In heel Russische kinderen, die op school goed best doen, zullen mogen deelnemen aan stapjes van ongeveer twintig dagen naar poolgebied. De kinderen zullen dan op een Ijsbreker de poolwateren doorkruisen, deelnemen aan de berenjacht en de onbekende eilandjes In het hooge Noorden kunnen exploreeren. De organisatie is gedeeltelük In handen van den bekenden Sovjet-poolvorscher Otto Schmidt. Toet» de bemanning haar plaatsen In de boot had Ingenomen, gaf kapitein Gay order weg te varen. Spoedig naderde de boot het gestraande wrak van het eens zoo trotsche goljoen. TerwUl de boot Jangs den achfersoeven gleed, hield ëën van de bemanning het schip vast met een. haak. terwUl kapitein Gay Benson, die Hal en kapi tein Gay vergezeld had, het touw greep, dat aan den kant hing en er tegen op klauterde. DlchterbU gekomen werd een boot uitgezet. De .Zeewolf bleef veilig op een afstand van de ge- raarlüke kust, en men ging op verkenning.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 19