•ril
iKctu&Aaal
aan
DIEFSTAL’!
I
I
I
DE ENGELSCHE KAPERS
4
ies in Frankrijk
Een volk betreurt
een hond
GROOT VERSCHIL MET
VROEGER
iiiiiiiiiiiiiiim^^^
Film
*r«n
•trfie
De knecht
tnat
„Lach dan Paljazzof’
(aan
Gevaarlijk moment
4
4
4
gH|||||||||||||||||l!llllllllllllllllllllllllllllll!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
DOOR J. S. FLETCHER
4
k
f
i
„Voorname openbare
plicht**
week
door
loor-
ongeschlktheld tot werken door T7 *71XG **n met 17
a, beide beenen of beide oogen JT aJVre™ doodelljken afloop 1. £Uv<" een
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Tekort aan arbeider»
Gewijzigde verhoudingen
P» vreemde volksplantingen vor
men tegenwoordig eigen kolo
nie», met eigen taal, zeden
en gebruiken
Voordeel der immigratie
Gevolg der geboorte
beperking
Oorzaak van het verval
DONDERDAG 25 APRIL 1935
stuur en reden naar hét dorp. Twee of drie man
le da.
Maar verder komt hij niet. Onder de laatste
511
e~
l
48
aan.
Naar
Ga
We
(Slot volgt).
In
Frobenius? vroeg
n man met het
20
B
l
I
k
I
i van
Doch toen werd Wj wrevelig en
Door de
•ün In Frankrijk de
MJ verlies van een bann
voet
dat
dra
Voor-
ituur-
aeggen. dat de
„élite-lmmlgrar.-
10.05
1330
20 05
2235;
24 M.
■1136;
D.-
1430;
1730;
1830;
20.20;
oeda-
ender
gun-
nlet
reten
ver-
gel-
ver-
nelk.
nelk.
Prachtig! 1
tweetal Ais die wagen maar
halen wij hen in. Ben je ges
Paeke, terwijl zü de laan i
zouden hen misschien moetez
Allebei gewapend! Dasfr
Jimmie’s hart sloeg hoorbaar van activiteit.
Hi) wendde zich tot mevrouw Wythenshawe.
Hebt u bulten een auto staan? riep h|j
Ga mee, Scraye ga mee, jullie
een beetje loopt,
ij^nd? vroeg hb
it renden,
dwingen!
hebben we voor
Ben 8-jarig knaapje, Donald Dean, had tij
dens een bezoek aan de Niagsua-watervallen
kans gezien aan de aandacht van zijn ouders
te ontsnappen en was zoo ver langs de rotsen
voortgedrongen, dat hij tenslotte op een klein
plateautje, ongeveer zestig meter boven het
kolkeftde water, terécht kwam en niet meer
terug kon. Een aantal polïtle-agenten moest
door handreiking tenslotte een keten vor
men, waardoor men hem met moeite kon be
reiken en den onvoorzlchtlgen knaap in veilig
heid kon brengen.
Het bericht vermeldt, dat een hond yplgaps
de gebruiken van het Buddhlsme met'grobte
pracht begraven werd. Zestien priesters waren
bij de plechtigheid aanwezig, honderden bloem
ruikers waren uit alle deelen van het land ge
zonden en het geheele volk treurde om het dier.
Hachiko, de hond, behoorde aan een dokter,
en was gewoon zijn baas eiken morgen naar het
station te begeleiden, vanwaar de arts naar zijn
werk vertrok, ’s Avonds wachtte het trouwe
dier zijn baas op en liep met hem naar huls
terug. Dit is niets bijzonders. Het komt vrij
vaak voor dat een hond zulk een gewoonte aan
neemt. Elf jaar geleden stierf de dokter en
sindsdien ging Hachiko evenals voorheen eiken
dag naar het station om zijn meester, die nooit
meer aankwam, af te halen.
Hij werd in geheel Japan beroemd als een
voorbeeld van toewijding. Schoolboekjes vertel
den zijn geschiedenis, hij verscheen op de film
en het vorige jaar werd een bronzen standbeeld
voor bet station geplaatst, waar de hond zoo
vele jaren zfjn eenzame wandeling naar richtte.
Kort geleden is Hachiko overleden en de
weduwe van den dokter heeft het dier naast
zijn vroegeren meester laten begraven.
In den stroom van de dagelüksche dagblad-
berlchten gaat zulk een onbelangrijk feit aan
ons voorbij Hoogstens komt een vluchtig oor
deel over heldendom, dlerenvereering. primitieve
opvattingen bij ons op.
In onze dagen toch liggen de verhoudingen
geheel anders en blijkt, helaas. Frankrijk niet
meer in staat de vreemdelingen te absorbeeren.
hen zich te doen assimileeren, zooals het de
v Maakt u sich daarover geen zorgen, mijn
heer Trickett. Zij zjjn veilig. Daar kunt u op
deze wijze is zuiver kunstmatig en heeft het
groote nadeel, dat zeer snel de toestand gaat
intreden, dat de verhouding van het aantal
mannen boven de veertig tot dat der jongeren
abnormaal groot wordt om het straks te
overtreffen. Een volk, dat in verhouding te wei
nig Jongeren bezit, is echter een zwak volk
de naties hebben evenals de eenlingen behoefte
aan jong bloed, anders worden ze oud en seniel,
takelen snel af en kunnen zich niet meer hand
haven.
en mevrouw Wythenshawe keken
onthutst aan. Scraye trappelde van
Inderdaad, in het Japansche volk, dat in zulk
een snel tempo de technische ontwikkeling van
Europa overneemt, leeft nog veel van dit alles.
Wil in Europa zjjn gewoon deze achterlijkheid
desnoods als een interessante rest van histori
sche tradities te waardeeren, de schoonheid van
plechtigheden, kleedlngen en decor te bewon
deren. maar wij achten het juist, dat dit alles
niet meer in onze beschaving bestaat en ons
gevoelsleven zich niet meer met zulke kinder
lijke, dwaze opvattingen voedt. Toch is het niet
de christelijke cultuur op zich zelf, maar veel
eer de njet-christelijke rationalistische wending
van het Europeesch denken, waardoor de ver
houding van mensch en dier zulk een diepe
verandering heeft ondergaan. Men kan een een
voudige verstandelijke verklaring voor het ge
drag van Hachiko geven. Een dier vormt een
gewoonte en behoudt deze, als geen tegendres-
suur volgt Het dier denkt niet en weet niets
omtrent zijn eigen gedrag. Zijn gevoelens zijn
vaag en aan het zintuiglijk waarnemen gebon
den. Dit alles is zeker juist. De groote christe
lijke denkers der middeleeuwen hebben zich
reeds in dezen zin uitgesproken. De verandering
echter in ons gevoelen tegenover het dier stamt
niet uit dien tijd. Men denke aan Pranciscus
van Asstalë. die toch ook wist dat het dier geen
mensch is en geen onsterfelijke ziel heeft. Zijn
toewendlng tot de natuur was er echter minder
sterk om, want door de wijsheid van het hart
ontdekte hij. dat in alle schepsel en in al hun
doen, het groote en edele, dat in menschen wer
kelijkheid kan krijgen, zinnebeeldig verschijnt.
Een cultuur, die eerbied voor symbolen heeft,
moet ook liefde tot plant en dier behouden.
a d’e der
jt assimi
latieproces der immigranten natuurlijk een zeer
belangrijke rol. Maar aooals eigenlijk pas in
onze dagen blijkt, was het assimilatieproces In
laatste instantie toch een kwestie van „bloed"
het Fransche bloed was zoo overvloedig en
•oo sterk aanwezig, dat een infiltratie van
vreemd bloed daar practtach geen Invloed op
had.
len
Dit is het, wat het onbeteekenende berichtje
uit Japan ons te leeren heeft; nJ. dat technische
vooruitgang mogelijk is zonder verlies van een
dfe£ gevoel vóór de Afteren. Daarom behoeft
men niét honden door priesters naar het graf
te laten begeleiden of voor hondenkerkhoven te
pleiten. Sentimentaliteit is onecht gevoel en
daarom nooit een levende kracht voor cul-
tureele veredeling.
TmOtrlfic heeft in het algemeen van deze im
migratie niets dan voordeel gehad. Ze droeg
zmt zeker bij tot de verhooglng der Fransche
welvaart de vreemde handwerkslieden, fabri
kanten. kunstenaars, enz. brachten nieuwe
ideeën, wsrk opvattin gen, modellen, enz. uit hun
land mee en hun arbeid werkte bevruchtend op
het Fransche bedrijfsleven. Men zou deze im
migratie In zekeren zin een ..éUte-lmmlgratie”
kunnen noemen de landverhuizers, die
Frankrijk van de 13de tot en met de 18de eeuw
binnenkwamen, hebben Frankrijk in het alge
meen nimmer zorgen gebaard. Zij zelven kwamen
meestal snel tot welvaart en bovendien schie
pen zU nieuwe welvaart voor Frankrijk, dat
ook op hen ten zeerste stimuleerend werkte -
door hun levensmogelijkheden en omstandig
heden te bieden, welke zij in het land hunner
geboorte nimmer hadden kunnen vinden
Ook bet Fransche volk als zoodanig had niets
te duchten van deze Immigratie, daar het, jong
ea krachtig zijnde, zonder eenig beswaar zelfs
nog veel grootere hoeveelheden vreemd bloed
had kunnen opnemen dan dat der immlgran-
*«n wier getal slechts bjj honderden wa; te
rekenen. Frankrijk immers had een bevolking
in proportie tot zjjn oppervlakte, de talrijkste
▼s^ het Europa dier dagen en deze nam rtecds
toe^dank zij een geboortecijfer, dat eeuwen lang
contant bletf. CTt vruchtbare Frankrijk was
zoowel door het aantal als door de kwaliteit
van zjjn kinderen het eerste rijk der Christen
heid.
Als volk was het natuurlijk niet -reinra 'slg"
de autochtone Galliërs waren Celten, die zich
echter reeds in de dagen van Cesar sterk meng
den met Latijnen en later ook zeer rterk met
Oermanen en Scandinavian, die -over land en
over zee na de Ineenstorting van het Romein-
•che rijk in massa Frankrijk binnenst room den.
Om er echter zoo spoedig mogelük het land
hunner herkomst totaal te vergeten. De eeuwen
door tot voor kort heeft Frankrijk altijd
zijn immigranten zoo snel en zoo volkomen ge
absorbeerd, dat de stelling kon ontstaan, dat
men Pranschman werd. Fransch ging denken,
Fransch ging voelen, enkel en uitsluitend door
op Franschen bodem te wonen onverschillig
welk Hoed men in de aderen had of waar men
geboren werd. Een bloed- en bodem theorie. wel
ker onhoudbaarheid beden ten dage wel zeer
duidelijk wordt.
De groote Invloed, welke er van de Fransche
cultuur vrijwel altijd superieur
immigranten uitging, speelde bij
Ja, dat had je!
Maar Ik weet het heusch zoo lang nog
niet, antwoordde Scraye. Ik had er nog niet
van gehoord vóór dien avond op Holgate
Lodge en eigenlijk heb ik het daar ook
nog niet gehoord. Het was later, namelijk den
volgenden morgen, toen mevrouw Wythen-
shawe en mijn stiefmoeder mij uit bed belden.
Ik durfde je het niet t« vertellen. Trickett,
omdat Paeke en Ik bang waren je bent zoo
impulsief dat je Ineens het werk van maan
den zou bederven.
En je optreden van vanmorgen? vroeg
Jlmmie.
Spel, Trickett, tooneelspel! Frobenius
laten we aannemen, dat het zjjn ware naam
is trachtte me, zoodra ik kwam, te hypno-
tlaeeren. Ik gehoorzaamde en speelde enfin,
zooals je hebt gezien Hoofdzaak was, dat we
wachtten op de werklieden, geleld door Paeke.
Toen kwam JU en een moment was ik bang,
dat die kerel op jou zou schieten. Maar het
is voorbij en nu....
frultboosnen staat Jacob.... de boer haalt hem
nog eens In: Jacob. blijf hier.... Meer loon
kun je ook krijgen. Om den nieuwen akker ben
ik altijd zoo spaarzaam geweest. Maar ik hoef
hem niet meer te hebben En dan vertelt
hjj den knecht waarvan hjj reeds zooveel jaren
gedroomd en zich zelf en den anderen dikwijls
het noodzakelijkste onthouden heeft. Maar nu
zag hjj in. dat bet zoo niet zjjn moet....
De knecht staat een poosje zwtjgenddan
schudt hjj het hoofd. Neen, omkeeren wil hij
ook nimmer, 't Is immers beter dat de boer
binnen enkele Jaren den akker koopen kan. En
dan gaat Jacob werkelijk heen. HIJ voelt zich
Hij speelde met het leven van zijn gezellen
Zeker twaalf keeren op dien rit ontsnapte hij
aan een dreigend gevaar. En meermalen
hoorde hij kreten van woede achter hem Doch
hij zat bijna ademloos achter het stuurrad
en keek slechte voor zich uit. Ten slotte sagen
zü de vluchtelingen voor hen een race, om er
van te gruwelen, volgde. ZIJ kwamen aan
’n laan, op het eind, waarvan men de blauwe
zee reeds kon zien.
Het duurde eenigen tijd voor de vier mannen
konden afdalen om het gevolg van dezen val
te kunnen constateeren. De vernielde wagen
lag aan den voet der rotsende groote man dien
Jlmmie had aangehouden In den tuin, lag er
naast; venter op als bet ware weggesme
ten in de twee honderd voet-dlepte, lag de
andere man. Doctor Frobenius. Toen Jimmle
en Scraye zich over het lichaam heen bogen
zagen zij, ondanks verf en poeder, het gelaat
van «en jongen man. Zil keken elkaar verbaasd
aan.
Wat moet dat be tee kenen? riep Scraye
uit
heden op het oogenblik In Frankrijk aanwezig,
dat hun uitdrijving In massa een politieke on
mogelijkheid Is geworden^
Al deze vreemdelingen, die men evengoed do-
ceerend aan de Universiteiten aantreft als In
de werkplaatsen en ten plattelande, vormen
tegenwoordig In Frankrijk ware volksplantin
gen, eigen kolonies. Dat is Juist het groote ver
schil met de immigranten van vroeger. Op he
den willen de Polen, de Italie.nen. de Spanjaar
den, zich vestigend in Frankrijk, Polen, Span
jaarden en Italianen blijven de laatsten heb
ben straks in het departement Bouches du
Rhóne en alreeds In Tunis volkomen de over
hand op het Fransche element! Die vreemde
volksplantingen in Frankrijk blijven hun eigen
taal spreken, leven volgens hun eigen zeden en
gebruiken, houden zich aan hun eigen keuken.
Onder de Spaansche en Itallaansche elementen
zijn vele practiaecrende katholieken dezen
getroosten zich belangrijke flnancleele offers om
hun eigen priesters te laten komen en In de
Fransche parochies waar de doopvont zoo
weinig gebruikt wordt! stichten zij hun
eigen parochie. De stichting hunner eigen scho
len zal automatisch volgen zij bereiden deze
reeds voor. Om daar hun kinderen de moeder
taal te leeren, welke niet het Fransch zal zijn!
Men kan ook niet langer zeggen, dat
tegenwoordige Immigranten
ten" zijn, die Frankrijk alleen maar beter kun
nen maken. Integendeel! Vooral ook onder de
ontelbaren, die als politieke vluchtelingen
Frankrijk binnen kwamen Russen vluchtend
voor de Roode Revolutie, Italianen voor de
Fascistische, Dultechers voor de Natlonaal-8o-
clallstlsche vindt men heel wat elementen,
die de Fransche justitie en politie kopzorgen ba
ren alleen de revolutionnalre elementen in
Frankrijk zelve recruteeren daar met voorliefde
uit. De Fransche dagbladen bevatten telkens
weer verstegen van de meest huiveringwekken
de misdaden, waartoe vooral ook de vreemde
Oosterlingen een. behoorlijk deel bijdragen.
Dit alles begint men in Frankrijk langzamer
hand terdege te begrijpen. Mannen vyi gezag,
leden van de Académie, verheffen waarschu
wend hun stem. Maar zij aarzelen toch huu
vinger op de wondeplek te leggen door open en
eerlijk te zeggen, dat deze toestand alleen ont
staan kon, doordat „de oudste dochter der
Kerk” weigerde tenger te leven volgens de hu
welijkswetten dienselfde Kerk.
Scraye
elkaar
nijd.
Weg, riep Paeke. We hadden voor beiden
vallen uitgezet. Toen zij niet kwamen, gingen
wij hierheen een meisje zei. dat, een man
haar gezegd had Frobenius t« waarschuwen.
de werklieden hem wilden spreken. Zoo-
Frobenlus de kamer uitkwam, liep de
ander op hem toe, sprak even met hem en
toen liepen zij samen door den tuin weg. 21)
zjjn ons ontsnapt!
Maar hoe hoe?
Een van da meisjes zei, dat zij in het
dorp een auto zouden nemen. En dat zullen
ze ook wel gedaan hebben.
Het verschrikkelijk tekort aan fabrieksarbei
ders vulde Frankrijk vap over de grenzen aan
en wel in zulk een mate, dat nu deze massa's
werkloos worden, men hen niet zonder meer
weer over de grenzen kan drijven zooals de
Illusie der economen was zonder de ernstig
ste Internationale complicaties te scheppen. Po
len en Italianen zijn alreeds In zulke hoeveel-
De onlangs overleden eigenaar van de „New-
York Times”, Adolph Ochs, heeft In zijn testa
ment bepaald, dat bet bl*d 1° eigendom over
gaat aan zjjn dochter en haar man, Arthur
Sulzberger, alsmede aan zijn neef, Julius Adler.
Het testament geeft uitdrukking aan de hoop,
dat de drie nieuwe eigenaars het blad zullen
explolteeren als een „Instituut met een voor
namen openbaren plicht”.
schreeuwen der vechtenden makkelijk werd ge
hoord. Het volgende oogenblik kwam het
einde. De vluchtelingen reden met een bedui
dende snelheid door het bek. dat den weg
afsloot van het ravijn en.Jlmmie remde met
zoo groote kracht dat zi)n gezellen bijna uit
den wagen vlogen.
stonden vóór een herberg, waar Jlmmie zijn
flets had neergezet, te pratem Jlmmie stopte.
Iets gezien van Doctoi
hi). Ik bedoel dien ou<
witte haar! Met een anderen man?
Wel gezien, was het antwoord. Het kan
tien, misschien pas acht minuten geleden zijn.
Zij schenen nogal haast te hebben, ja, dat
geloof ik.
Maar wa®- waar? schreeuwde‘Jlmmie
bijna.
Een van hen wees met zijn pijp in de
richting, die zü volgden.
Jlmmie was al weg. Een moment later reden
zjj langs een garage, waarvan de deur half open
stond Zij reden langzaam en keken naar bin
nen! Opeens wees de detective, die naast Paeke
zat, op diepe sporen van autobanden.
Daar! riep h|j. Een spoorI Dat Is van
hen! ZIJ zijn door deae laan gegaan.
Southampton.
Jlmmie keerde zich om en riep:
Als jullie ooit een kans hebt gehad, om
je nek te breken, dArr heb je dis nu.
stevig zitten! Daar gaan wel
«uwen door geweest is.
Frankrijk, het .moederland" der opzettelijke
■tboortebeperklng, welke de dood is voor het
hormale moederschap, heeft een zoo ontstel
lend laag geboortecijfer, dat het nauwelijks zijn
bevolkingscijfer van handhaven. En dit alleen
Mg dank zjj het feit, dat de moderne medische
en hygiënische wetenschap het sterftecijfer be-
bngrtjk omlaag heeft weten te drukken en den
gemiddelden leeftijd der individuen aanzienlijk
wist te verlengen.
Het handhaven van het bevolkingscijfer op
Op dat moment echter werd de deur van de
kamer met geweld opengeworpen en Paeke
verscheen In de kamer, gevolgd door een
•r y oor eenlge dagen geleden kwam ta het
Engelsche dagblad The Morning Post een
schijnbaar onbeteekenend berichtje voor,
dat echter een licht werpt op het Innerlijk ge
voelsleven van een groot volk, nJ. het Japan
sche.
yandaag beeft de Haldboer zijn knecht ver-
karen. Zijn trouwen stillen knecht....
Hoe het is gegaan is spoedig verteld. De
boer is zachtjes aan ouder geworden, maar het
eenzijdig, armzalig gedoe niet kleiner. Voor
Jacob, den knecht is er hoe langer hoe meer
werk gekomen. Hij had al soo dikwijls tegen den
boer gezegd, dat er een klein knechtje bij noo-
dlg was. Maar de Haldboer is een spaarzaam
man!
Jaren en Jaren beeft hij er al van gedroomd,
als hi) van Holzner eens een akker kon koo
pen, dan had hij een mooi bezit. De heele om
geving van zijn huis behoorde hem dan toe en
dan kon hij wbl drie koetjes houden!
En toen steunde hij lang met het hoofd in
de handen en dacht na, hoeveel jaren hij spa
ren moest, eer het zoover was. Dat zou een
heelen tijd duren. Maar hij had het rich voor
genomen en nu spaart hij reeds 15 jaar. Twee,
drie jaar nog en dan Is bet zoover!
Maar de ouderdom Is gekomen en daarmee
de gebreken. En zoodoende is bet meeste werk
voor Jacob’s rekening. In den beginne heeft dme
bet nog uitgehouden, hoopte op een beteF”
loon.... hij moest Immers ook aan later den
ken of dat er nog eens een tweede knecht
sou komen. In de buurt rijn echter menschen
geweest, die hem uitgelachen hebben, dat hjj
altijd nog bjj den ouden schraper bleef. Kom
naar ons hebben zjj gezegd.
En gisteren Is het dan gebeurd. Jacob heeft
het op een twist aangestuurd. De oude boer
heeft de oorzaak niet kunnen gissen, maar het
liep tenslotte toch zóó hoog, dat de knecht den
dienst opzegde. Toen was de oude Haldboer ge
schrokken.
Het was nog zeer vroeg, toen Jacob zich ge
reed maakte om heen te gaan. De boer keek
nog dikwijls schuw naar hem om. Had hij hem
maar meer loon gegeven en zijn droom opge
geven. dan hadden' zij nog lang bij elkaar kun
nen blijven.
Maar wacht, zijn boerentrots Is er ook nog!
„God zegene u. boer,” sei Jacob nog brom
merig, terwijl hij hem de band toestak.
„God aegene u, Jacob.”
De geschiedenis van den clown, die lederen
avond opnieuw zijn publiek asm het lachen
moet maken, ook ®anneer zijn hart schreit om
verdriet, dat moet worden verswegen. Is door
alle tilden heen stof geweest voor vele schrij
vers. Een dergelijk geval heeft rich nog onlangs
afgespeeld In het Circus te Londen, alwaar de
beroemde clown Edgar Beynon met zijn echt-
genoote optrad.
Tijdens de pause In een der avondvoorstel
lingen gewerd hem een telegram, waarin te
lezen stond- ..Dochter Maviscdoor explosie le
vensgevaarlijk gewond. Komst dringend ge-
wenacht"....
Beynon’s échtgenoote, die het telegram even
eens te lezen kreeg, viel in onmacht. Enkele
minuten later ging de bel ten teeken dat de
pause voorbij was en Beynon trad weer voor
het voetlicht. Het publiek vermaakte zich kos
telijk met Beynon’s grappen en grollen en een
ieder was aan bet einde der voorstelling weer
even tevreden over den clownNiet zoodra
mocht hl) de manége verlaten, of Beynon snel
de naar het hospitaal, waar zijn stervend kind
lag. Het kleintje sloeg de oogen op. fluisterde
„Daddy” en stierf In de armen van haar va
der.... ..Lach dan Paljazzo, al Is je hart ook
gebroken."
E* levenslange geheele f
Z l verlies van belde armen,
geboortebeperking op groote schaal
v -wonderiykste toestanden
T* aegswüze' welke voor richzelve
Z*»1"* het platteland gezond bleef,
was het aangerichte kwaad nog niet onherstel
baar. Toen dit echter eenmaal besmet was. ging
“5! verschrtkkf‘Wke snelheid bergaf. Eener-
men Uatrte l“r Wkre
°"‘voUdng van het platteland te constateeren.
?™Lers^ds een immigratie van vreemde landar-
■”“7® een “haal zooals Frankrijk nog nlm-
,meeg*m>*kt Die van fabrieksarbeiders
sou spoedig volgen.
_Met t de beminnelijke zorgeloosheid den
Franschman eigen en ook dank zjj het gebrek
•an ten behoorlijke organisatie en administra
tie van den vreemdelingendienst, had noch de
gewone burger noch de regeering ook maar
eenig Inzicht In de afmetingen, welke de over-
strooming van Frankrijk door vreemdelingen
had aangenomen. Dultechers. Oostenrijkers en
Italianen trokken In massa de Oosteiyke pro
vincies binnen. Pas toen men bij het uitbreken
van den oorlog de immigranten van Ger-
maansch bloed opeens allen tegelijk over de
grenzen dreef, bemerkte men welk een ontstel
lend groote menigte men had toegelaten.
plt ■Jle« echter nog slechts een voorspel.
Frankrijk verloor In den wereldoorlog meer dan
een mlllioen van zijn meest levenskrachtige
mannen en hoewel het na den vrede begrijpe
lijkerwijze zijn grenzen gesloten hield voor de
Immigranten van Germaansch bloed, moest het
honderddulzendtallen van ander bloed toelaten
of laten blijven het laatste gold voor dc
menigten, welke het tijdens den oorlog zelf in
bet land had gehaald, of die er een toevlucht
vonden. Niet alleen bestonden deze nieuwe Im
migranten uit zeer groote contingenten Slaven
vooral Polen, maar ook Tsjechen, Serviërs,
Russen, enz. Italianen en Spanjaarden, ten
minste allen nog Europeanen, maar daarbij
kwamen taUooze Syrlërs, Kabylen, Arabieren,
Negers van de vier windstreken van Afrika en
Amerika, Joden van elke herkomst, Indochl-
neezen, Chlneezen uit Noord- en Zuid-China,
Indiërs en andere Aziaten. Vele van deze
.Moormannen en andere vreemde Oosterlin
gen" mengden hun bloed met het Fransche.
Fransche vrouwen huwend voor wie geen Fran
sche echtgenoot meer beschikbaar was. of wel
zü vormden eigen kolonies In eigen wijken
aooals bijv. In Alglërs de Kabylen. Waar zü het
bloed mengden „bedierven" zü het Fransche
volkomen, hun mestiezen kunnen nimmer Fran
schen worden, zooals de nazaten der Immigran
ten van de 13de tot de 18de eeuw.
A T T Y? A ’Q op dit blad Mjn ingevolge da verzekenngsvoorwaarden tegen
Al <1 r. O ongevallen verzekerd voor een der volgende nltkeertagen
J« ziet, Trickett, alles ta In orde, ael
rcrzye Mevrouw Wythenshawe heeft dit
““maal zoo geregeld. Zü te er reeds maanden
mee bezig rij en mün stiefmoeder Het
“een lange geschiedenis, maar zü hebben
<n*r’onnen. En op een prachtige manier ook!
Jlnunle wist niet wat hü moest doen
Wrbaslng. r -
«romde:
Hoe lang ben je al op de hoogte? Ata
Scraye. die naast Jlmmie zat. zag het ge
vaar. Hü ademde diep en riep: „Denk er kan.
Trickett! De klippen!"
Jlmmie antwoordde niet. Hij had ze ge
zien. Maar hü bad ook gezien, dat aan bet
eind van den weg. waarover zü nu renden, een
splitsing was naar links en rechts. De vervol
gers moesten een van deae twee kanten op.
anders....
Mün God! schreeuwde Scraye plotseling.
Kük. zü vechten.
Paeke en de detective stonden zoo goed en
zoo kwaad als het In den vliegenden wagen
ging overeind, om het gevecht In den anderen
auto gade te slaan. De twee mannen' in den
van oudsher heeft Frankrijk dat tn de
V middeleeuwen genoemd werd ..het schoon-
ste koninkrijk na dat der hemelen" en
waarvan een vorst dorst zeggen: ..Ah! als Ik God
was, zou ik mün zoon konlng van Frankrijk ma
ten!", steeds een sterke aan trekkingskracht ac
ted op vreemdelingen om er zich blijvend te
vestigen. In haast al de steden van Frankrijk
vond men historisch aan te wüzen vanaf de
13de eeuw Italiaansche, Duitache. Engelsche
Spaansche, Poolache en zelfs Scandinavische
vreemdelingen gevestigd.
Deze immigranten waren dikwerf door ocr-
logen of beroerten uit hun eigen land ver
dreven of hadden anders toegegeven aan de
racht naar relaen, welke tal van lieden en
gewoonlük niet de minsten van hun volk nu
eenmaal bü de geboorte meekrügen. Frankrijk
ontving deae vreemdelingen met groote gast
vrijheid; het meerendeel ervxn haastte zich let
terlek om zoo spoedig mogelük Franschen te
werden. De oogehuwden onder hen trouwden
met Fransche vrouwen en zü assimileerden zich
In het algemeen zoo snel, dat na een. hoogstens
twee generaties zü in de menigte der Franschen
volkomen verdwenen waren en van hun land
van oorsprong hun niet anders restte dan hun
naam dien zü veelal niet eens meer behoor
lijk konden uitspreken.
echter niet blü gestemd. Ata hü bü de eerste
kromming van den weg ornkükt, staat de oude
boer nog altijd op hetzelfde plekje....
De knecht Is
bü een nieuwen
boer gekomen en
heeft daar meer
loon en minder
arbeid. Hü be
hoeft zich ner.
«■nabezorgd over
te maken en nooit alleen te werken. Dat hü
het voorstel van den Haldboer niet aangenomen
haddAar hoefde hü werkelük geen spüt
van te hebben
De dagen werden weken en ook die gingen
voorbij. Maar de nachten duurden Jacob vaak
zoo lang, als hu zich nooit had kunnen voor
stellen. Zelfs aan den Haldboer moest hü dan
denken.
Hoe zou het met zün armzalige welden en
akkertjes gaan? Het hooi over den heuvel te
njden, zou hem nu wel erg zwaw vallen
En als dan het werk op den akker weer eens
begintHü kan immers In zün jonge vuisten
dep ploeg al haast niet vasthouden, wanneer deze
over wortels en steenen hobbelt!
En Iedere voor is zoo lang, eer men aan het
einde is!
In zulke nachten kan het gebeuren, dat Ja
cob begint te zuchten en den slaap niet jaakken
kan. Dan hoort hü de bron voor het huis kla
teren en in den stal de koe naar haar kalf
brullen. Dan weer rukt de hond aan zün ketting
en de beek rutacht nu eens hard dan »*er zacht
In zün oor.
Plotseling herinnert hü zich echter dat de
bron en de koe en de hond en de beek In de
Haldhoeve thuis hoort en dat hü weer met zün
gedachten daar ta. Moedeloos draalt hü zich
dan om en tracht te slapen.
Maar 's morgens voelt hü zich dan weer zeld
zaam bedrukt.
Jacob hoorde niets meer van den Haldboer,
sinds zün vertrek.
En dat ta nu al enkele weken geleden.
Hü weet niet hoe hü op de gedachte geko
men ta, maar op zekeren morgen staat hü voor
den boer en vraagt hem of hü dien dag vrij
krügt. Hü moet eens weg. In den namiddag
of tegen den avond zou hü weer terug zjjn.
De boer ta verwonderd, maar hü vraagt niet
verder en zegt ja
En nu loopt Jacob al twee uren. Hü heeft het
i h zelf niet willen bekennen, dat hü naar de
Haldhoeve zal gaan. Hü wil alleen maar eens
over de akkers loopen en zien, hoe het met de
twee lange, smalle akkertjes gaat. De menschen
van de Haldhoeve zullen hem niet zien. Zü zün
in deze dagen zeker diep In bet bosch aan het
werk.
Met lichte schreden gaat hü voort. De streek
wordt hoe langer hoe bekender. Het bosch daar
kon men van uit de Haldhoeve ook zien en heel
dikwüta ook die steile open plek daar boven. Als
hü zich niet vergist stroomt het watertje naast
hem, dat ook langs de boerderü loopt. Zou Lia-
rie, de hond hem nog kennen? En de doornen
heg zou die al gesnoeid zün?.... Al die ge
dachten doen hem goed.
Nu komt hü buiten het bosch en heeft de
kleine boerderü voor zich. Het ta alles stil rond
het huta. Eenigsrins beklemd voelt hü zich als
hü door den boomgaard naar het huta gaat.
Niemand ta er thuis een poosje rit hü op de
bank voor het huta, dan gaat hü naar den
akker. De ploeg ta er.... enkele voren zün ge
trokken.
Nu komt hü op een zeldzaam idee! Als hü
een halven dag ploegt Is het veld zeker klaar.
En de menschen van de Haldhoeve komen ze
ker niet voor den avond thuis. Dan Is hü al
lang weg!
Met een blüde vreugde in bet hart spant hü
de ossen voor den ploeg.
„Vooruit ossen!” Zü kennen zün stem nog
en laten zich gewillig aantuigen Hü trekt een
voor en daarna nog veel andere.
De kiezelsteenen krassen langs bet ploeg-
üzer, de wortels kraken. Het lükt Jacob, dat
hü nog nooit met zooveel aandacht den ploeg
gehanteerd heeft. De zon klimt hooger en
brandt de laatste nevels weg. De wind speelt
in de witte, fladderende mouwen van zün hemd.
De dag wordt mooi en beider. Hü echter ploegt
en ploegt.
Twee, drie vofen heeft hü nog te doen. Daar
komen twee vermoeide gestalten uit het bosch.
Zü gaan langzaam en gebukt onder den last
van hakken en bülen en zagen.
Plotseling echter staan zü verwonderd stil.
Daar op hun akkertje trekken zich lange, glan
zende varen.
Toen ze aan den kant stonden, zag de ploe
ger hen eerst. ïn 't begin ta hü verlegen en
weet niet te zeggen, waarom hü gekomen ta.
Opeens riet hü echter twee glanzende tranen in
de oogen van de vrouw. Toen herkreeg hü zün
spraak. „Ik wil weer blüven. als het jullie goed
ta en morgen den anderen akker ploegen. Het
blokhout kunnen wü dan ook naar beneden
halen. En....” maar nu zwijgt hü met bran
dende oogen.
„Ja Jacob, ja" zegt de Haldboer alleen.
En als de laatste voor geploegd ta, gaan zü
gezamenlük naar huta....
„Ópschieten, ata de drommel." riep kapitein Gay
uit. ,We moeten het schip bereiken vóór de Indianen
het aanvallen.” Tben begon een opwindende jacht
tusschen de boot en de belde oorlogs-canota. Toen de
afstand tuvehen hen verminderd^ nam, kapitein
Benson z’n geweer en vuurde op de Indianen.
Intusschen waren Tom en Mary zich volkomen
bewust van het gevaar, dat ze liepen. Zoodra hü
de cano’s In X gezicht kreeg, liep Tom naar een van
de kleine kanonnen en richtte het op de wilden.
„Naar beneden, Mary,” waarschuwde hü- „De India
nen zün gewapend met pülen en bogen en zouden
je kunnen wonden.
„Opschieten, jongens!" vuurde kapitein Gay z’n
mannen aan. „We moeten op het schip zün. voordat
zü aan boord kunnen klauteren."
Jlmmie achter het
Scrayel riep Paeke. Zü On gevlogen.
Alleball
Zü sprongen In den^